Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden

Vergelijkbare documenten
Diagnostische toets module 1-2. Udens College h/v. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

5 Formules en reactievergelijkingen

Scheikunde Samenvatting H4+H5

gelijk aan het aantal protonen in de kern. hebben allemaal hetzelfde aantal protonen in de kern.

Wednesday, 28September, :13:59 PM Netherlands Time. Chemie Overal. Sk Havo deel 1

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

1) Stoffen, moleculen en atomen

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Klas 4 GT. Atomen en ionen 3(4) VMBO-TG

Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde

Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen. J.A.W. Faes (2019)

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

07 MOLECUULFORMULES & CHEMISCHE BINDINGEN PROCESTECHNIEK

Alles om je heen is opgebouwd uit atomen. En elk atoom is weer bestaat uit protonen, elektronen en neutronen.

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties

Atoommodel van Rutherford

ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.

Later heeft men ook nog een ongeladen deeltje met praktisch dezelfde massa als een proton ontdekt (1932). Dit deeltje heeft de naam neutron gekregen.

Samenvatting Scheikunde Scheikunde Chemie overal H1 3 vwo

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2, 3

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Voorstelling van moleculen en atomen in chemische symbolentaal

H7+8 kort les.notebook June 05, 2018

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2

Atoombouw en Periodiek Systeem; metalen

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan:

Stoffen, structuur en bindingen

Elementen; atomen en moleculen

Oefenvragen Hoofdstuk 7 Een indeling van stoffen. moleculaire stoffen zouten metalen

Het smelten van tin is géén reactie.

3. Welke van onderstaande formules geeft een zout aan? A. Al 2O 3 B. P 2O 3 C. C 2H 6 D. NH 3

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1

Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en schoonmaken

Aluminium reageert met zuurstof tot aluminiumoxide. Geeft het reactieschema van deze reactie.

14 DE ATOOMTHEORIE VAN DALTON PROCESTECHNIEK

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 2: De aarde, onze hofleverancier

I. Basiskennis. Zuivere stof*: Is materie die uit 1 stof bestaat en niet meer gescheiden kan worden door fysische scheidingstechnieken.

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

1 Uit welke deeltjes is de kern van een atoom opgebouwd? Protonen en neutronen.

7.1 Het deeltjesmodel

Rekenen aan reacties (de mol)


Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

Uitwerkingen. T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1, 2.4, 4, 5.1 t/m 5.3

Eindexamen scheikunde havo 2005-II

Scheikunde Chemie overal Week 1. Kelly van Helden

Reactievergelijkingen

Basiskennis 5 chemie 1. I. Basiskennis

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof

Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling

Atoombinding structuurformules nader beschouwd (aanvulling 2.4)

Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan

I. Basiskennis. ijs. Een chemisch verschijnsel is het verschijnsel waarbij wel nieuwe stoffen ontstaan.

Niet-metalen + metalen. Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water.

Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 20 vragen

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 1: INLEIDING MOLECULEN EN ATOMEN

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

Scheikunde Samenvatting H4 t/m H6

Stabiliteit van atoomkernen

Hoofdstuk 6: Moleculen en Atomen 6.1) (1) Moleculen ( ( 6.1) Atomen ( ( 6.2) Rekenen aan reacties ( ( 6.3) Molecuulformules ( (

LUMC SPECIALISTISCHE OPLEIDINGEN Tentamen Scheikunde voor operatieassistenten i.o. 2007

Hoofdstuk 4. Chemische reacties. J.A.W. Faes (2019)

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

Wat zijn anorganische of minerale stoffen? In hoeveel stofklassen zijn de anorganische stoffen in te delen?

5-1 Moleculen en atomen

Chemie 4: Atoommodellen

Basiskennis 4 chemie 1. I. Basiskennis

Paragraaf 1: Fossiele brandstoffen

Deel 2. Basiskennis chemie

Voorkennis chemie voor 1 Ba Geografie

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Scheikunde Vraag 1. Vraag 1: <A> <B> <C> <D>

Frank Povel. a. Fe + 2H + Fe 2+ + H 2 Er zullen gasbelletjes te zien zijn en de oplossing zal licht groen worden.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

3 De massa van de kern van een atoom is gelijk aan de totale massa van de: D protonen, neutronen en elektronen.

Samenvatting Scheikunde Samenvatting hoofdstuk 2, Nova Scheikunde klas 3

Samenvatting Chemie Overal 3 havo

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

Uitwerkingen Basischemie hoofdstuk 2

SCHEIKUNDE VWO 4 MOLBEREKENINGEN ANTW.

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

T2: Verbranden en Ontleden, De snelheid van een reactie en Verbindingen en elementen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

THEORIE UIT EXPERIMENTEN TABELLEN SCIENCE / NATUURKUNDE / SCHEIKUNDE

Oefen opgaven rekenen 4 HAVO bladzijde 1

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3 & 5.

Rekenen aan reacties 2. Deze les. Zelfstudieopdrachten. Zelfstudieopdrachten voor volgende week. Zelfstudieopdrachten voor deze week

Hoofdstuk 17 Redoxreacties

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

SCHEIKUNDE KLAS 3 REACTIES

Tabellen. Thermodynamica voor ingenieurs, Tabellen 1

Oefenopgaven REDOX vwo

Transcriptie:

Vraag 1 Geef het symbool van: Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden I. IJzer Fe Aluminium Al Koolstof C IV. Lood Pb V. Chloor Cl VI. Silicium Si Vraag 2 Geef de naam van de atoomsoort. I. Br Broom Zn Zink Hg Kwik IV. K Kalium V. O Zuurstof VI. Au Goud Vraag 3 Het element ununennium met atoomnummer 119 is het lichtste element wat nog niet gesynthetiseerd is. Toch kun je al wat zeggen over dit element. Welke beweringen zijn juist? X Element 119 is zeer-onedel Element 119 is een edelgas Element 119 is een niet-metaal X Element 119 is een metaal Element 119 is onedel Element 119 is edel Vraag 4 Kaarsen bestaan voor een groot deel uit stearine, dat wordt gemaakt van glycerol en stearinezuur. De formule van stearinezuur is C17H35COOH. Eén molecuul stearinezuur is dus opgebouwd uit: 18 koolstofatomen, 36 waterstofatomen en 2 zuurstofatomen. De massa van stearinezuur is 284,0 u. Het massapercentage koolstof in stearinezuur is 76,1 %. Geef je antwoord met één decimaal.

Vraag 5 Kies de juiste formules bij de volgende stoffen. I. Ammoniak a. NH3 b. NH2 c. NH4 d. NH Methaan a. CH3 b. C2H6 c. CH4 d. C2H6O IV. Koolstofdioxide a. CO2 b. CO c. CH2 d. CO2H Ethanol a. C2H6 b. C2H4O c. C2O d. C2H6O V. Zwavelzuur a. H2SiO4 b. H2SO4 c. H2ZO d. H2SiO Vraag 6 Koppel de juiste afbeeldingen aan de juiste plek in de fasedriehoek. C B A

Vraag 7 Hieronder staan zes stellingen. Welke stellingen zijn juist? 6 C6H12O6 is een mengsel X Fosforzuur (H3PO4) bestaat uit 8 atomen De formule van het gas chloor is Cl X 5 HBr bevat 5 broomatomen Na is een edel metaal X CO2 is een verbinding Vraag 8 Vul de zinnen aan. I. Het element koolstof bevat 6 protonen. Het element aluminium bevat 13 elektronen. Magnesium heeft 1 proton meer dan natrium. IV. Een isotoop van wolfraam (W) heeft massagetal 186. Dit isotoop bestaat uit 74 protonen, 112 neutronen en 74 elektronen. Vraag 9 Kies de juiste antwoorden. I. Welke stelling is juist? a. Cl-37 heeft 2 elektronen meer dan Cl-35 b. Cl-37 heeft 2 neutronen meer dan Cl-35 c. Cl-37 heeft 2 protonen meer dan Cl-35 De gemiddelde massa van chloor is 35,45 u, hieruit kun je afleiden dat: a. Cl-35 vaker voorkomt in de natuur b. Cl-37 vaker voorkomt in de natuur In de natuur komen twee isotopen van broom voor, Br-79 en Br-81. De gemiddelde massa van broom is 79,90 u. Welke stelling is juist? a. Br-79 komt ongeveer even vaak voor als Br-81 b. Br-79 komt veel vaker voor dan Br-81 c. Br-79 komt veel minder vaak voor dan Br-81 Vraag 10 Wie hardloopt vergt nogal wat van het biochemische systeem in zijn lichaam. Een enorm complex systeem is dat. Maar als het gaat om de chemie van het hardlopen, dan bieden enkele basisprocessen verhelderend inzicht. Vooral in het belangrijkste probleem: verzuring. Energie, daar gaat het om in dit verhaal. De energievoorziening van spieren is in handen van moleculen met ingewikkelde namen die zich laten afkorten tot ATP en NADH. Je lichaam maakt die moleculen door energievoorraden aan te spreken. Bij intensief hardlopen gaat het vooral (maar niet uitsluitend) om energie uit glucose. Energie uit vet wordt vooral benut bij relatief geringe belasting over perioden van meerdere uren.

Glucose zit in je bloed en in je spiercellen (in dat laatste geval als glycogeen een keten van gekoppelde glucosemoleculen). De verbranding van glucose kan met zuurstof gebeuren (aeroob), maar ook zonder. Het is deze anaerobe verbranding die voor problemen kan zorgen. Door vervelende bijproducten, zoals het beruchte melkzuur. Als het lichaam die stoffen niet snel genoeg afvoert, hopen ze zich op in spiercellen en in bloed. Het gevolg: een brandende pijn, supervermoeide benen en het gevoel geen stap meer te kunnen zetten. Bron: http://www.kennislink.nl/publicaties/zure-benen In het stukje tekst over hardlopen gaat het onder andere over de moleculen glucose en melkzuur. Beide moleculen staan hierboven getekend. Geef van beide moleculen de juiste formule. I. Glucose: C6H12O6 Melkzuur: C3H6O3 Vraag 11 In de tekst over hardlopen staat het volgende: De verbranding van glucose kan met zuurstof gebeuren (aeroob), maar ook zonder. Het is deze anaerobe verbranding die voor problemen kan zorgen. Door vervelende bijproducten, zoals het beruchte melkzuur. Uit één molecuul glucose kunnen 2 melkzuurmoleculen ontstaan. Vraag 12 Uit sommige bouwmaterialen, zoals beton en gipsplaat, kan langzaam radongas vrijkomen. Dit gas bestaat uit atomen met het massagetal 222. De atomen kunnen weergegeven worden met de notatie Rn-222. Bereken uit hoeveel protonen en neutronen de kern van dit atoom bestaat. Rn-222 bevat 86 protonen en 136 neutronen.

Vraag 13 In slecht geventileerde ruimtes zal de radonconcentratie in de lucht langzaam toenemen. Radon is een radioactief element en is daardoor een probleem voor de gezondheid. De radioactiviteit van radon houdt in dat kernen van Rn-222 atomen uit elkaar vallen tot een zogenoemd α-deeltje en een atoomkern van een ander element (element X). Een α-deeltje bestaat uit twee protonen en twee neutronen. I. De lading van een α-deeltje is: a. 1- b. 2- c. 0 d. 2+ e. 1+ Element X is: a. radon b. radium c. francium d. polonium e. astaat Element X heeft het massagetal: a. 226 b. 220 c. 222 d. 118 e. 224