EXAMENREGELING TWEEDE JAAR PSYCHOLOGIE 2015-2016

1 EXAMENREGELING TWEEDE JAAR PSYCHOLOGIE 2015-2016 Terminologie NAV = Niet aan voorwaarden voldaan; AVV = Aan voorwaarden voldaan. Uitgangspunten 1. Het tweede studiejaar Psychologie kent de volgende 6 verplichte studieonderdelen (vakken): a. Wetenschappelijk en Statistisch Redeneren inclusief Testtheorie (WSR-T) b. Psychodiagnostiek c. Grondslagen van de Psychologie d. Oriëntatie op het Werkveld (OWV) e. Gesprekspracticum f. Practicum Onderzoek en Rapportage (POR) Bij de eerste vier studieonderdelen volgt men colleges en een verplichte wekelijkse practicumgroep, het vijfde onderdeel wordt in practicumvorm gegeven, het zesde onderdeel kent verplichte practicumgroepen en enkele verplichte instructiecolleges. Deze examenregeling heeft alleen betrekking op bovenstaande verplichte studieonderdelen. Daarnaast volgt men twee keuzevakken. De informatie over de toetsing van keuzevakken vindt men in de studiegids. 2. Men dient op de hoogte te zijn van de collegestof voordat men naar de practicumgroepbijeenkomst gaat. Het gemakkelijkst wordt dat bereikt door de colleges bij te wonen. Bij de meeste vakken worden de colleges ook opgenomen en later als webcollege ter beschikking gesteld, maar de beschikbaarheid van deze webcolleges kan door mogelijke technische problemen niet worden gegarandeerd. Bij het vak Psychodiagnostiek zullen niet altijd (volledige) webcolleges beschikbaar zijn, omdat de colleges soms privacy gevoelige informatie bevatten. Bij het vak OWV zijn er geen webcolleges. 3. De eindbeoordeling van elk studieonderdeel wordt bepaald door de volgende elementen: a. Aanwezigheid en actieve participatie bij de practicumgroepbijeenkomsten. b. Het maken en tijdig inleveren van voorbereidende opdrachten voor de practicumgroepen. c. Het maken van overige opdrachten (assignments), al dan niet via Blackboard. d. Deelname aan alle (deel)toetsen. Op basis van deze factoren wordt per studieonderdeel een eindbeoordeling bepaald, zie de verdere uitwerking per studieonderdeel. 4. Bij alle (deel)toetsen behoort de collegestof en de stof die aan bod komt in de practicumgroepen tot de verplichte tentamenstof. Het overige studiemateriaal kan in de studiegids gevonden worden of wordt op de Blackboardpagina van het tweede studiejaar gepubliceerd. 5. Elke (deel)toets bestaat uit een combinatie van gesloten en open vragen. Deze (deel)toetsing verloopt geheel digitaal. De samenstelling en de manier waarop de vragen van een (deel)toets worden gescoord wordt hierna uitgewerkt voor ieder studieonderdeel. 6. Op het aandeel dat meerkeuzevragen hebben in de eindbeoordeling wordt een giscorrectie toegepast, waarbij ervan wordt uitgegaan dat men zonder enige kennis bij bv. drie-keuzevragen toch gemiddeld een derde van deze vragen goed beantwoordt. 7. Het is mogelijk dat er tentamenvragen wegens onvoldoende kwaliteit uitvallen. De beoordeling wordt in dat geval aangepast. 8. Er worden uitsluitend halve en hele eindcijfers gegeven. Er wordt geen cijfer 5,5 gegeven. Slagen voor een vak betekent het halen van ten minste het cijfer 6. 9. Als een vak een herkansingsmogelijkheid biedt, dan blijven beoordelingen voor opdrachten en eventuele aftrekpunten bij de herkansing altijd staan. Herkansingen betreffen het gehele studieonderdeel, behalve bij WSR-T (zie de uitwerking aldaar). Bij herkansingen geldt altijd: het laatst behaalde cijfer vervangt

2 eerdere beoordelingen. Herkansingen worden uitsluitend na afloop van het studiejaar (in juli) aangeboden. 10. Uitslagen van deeltoetsen worden zo mogelijk binnen 10 werkdagen bekendgemaakt. 11. Indien men aan het einde van het studiejaar niet is geslaagd voor een onderdeel moet het volledige onderdeel opnieuw worden gevolgd in een volgend studiejaar. 12. Voor alle vakken behalve het Gesprekspracticum en OWV geldt: Indien men door overmacht (daaronder wordt verstaan ziekte, functiestoornissen, bijzondere familieomstandigheden of zwangerschap) niet aan de verplichtingen van een vak heeft kunnen voldoen dient men de overmacht zo snel als redelijkerwijs mogelijk is te melden bij de studieadviseurs. Alleen als men dat heeft gedaan kan, binnen 20 werkdagen na de bekendmaking van de uitslag van het vak, een verzoek worden ingediend bij de examencommissie voor een vervangende opdracht waarmee men alsnog aan de betreffende verplichtingen kan voldoen. De examencommissie beoordeelt of sprake was van aantoonbare overmacht en zo ja, of een vervangende opdracht mogelijk is. Als een vervangen opdracht wordt verstrekt, dan dient de opdracht op tijd te worden ingeleverd en als voldoende te zijn beoordeeld. Voor een NAV beoordeling wordt nooit een vervangende opdracht verstrekt, men moet het vak dan nogmaals doen. Ook wordt voor het missen van (deel)toetsen nooit een vervangende opdracht verstrekt, men is dan aangewezen op de herkansing. 13. Tegen de uitslag van een tentamen kan in eerste instantie binnen 10 werkdagen bezwaar worden gemaakt bij de docent (via de Onderwijsbalie, zie Blackboard), in tweede instantie binnen 10 werkdagen na het besluit van de docent bij de examencommissie en in derde instantie bij het College van Beroep voor de Examens (COBEX). Voor het COBEX bedraagt de beroepstermijn zes weken na publicatie van de beslissing waartegen beroep kan worden ingesteld (art. 7.59a lid 4 WHW). 14. Hierna wordt de regeling verder uitgewerkt. Per studieonderdeel wordt aangeven aan welke eisen men moet voldoen en hoe de beoordeling volgt uit de behaalde resultaten. Wetenschappelijk en Statistisch Redeneren- inclusief Testconstructie De eindbeoordeling van WSR-T wordt bepaald door de volgende elementen: DT: Deelname aan de 4 deeltoetsen. Elke deeltoets duurt 2 uur en bestaat uit 20 vragen waarvan 3 essayvragen. Het aantal punten dat met elke vraag kan worden behaald en de relatie tussen het totaal aantal punten dat kan worden behaald en het cijfer (op een schaal van 0 tot 10) wordt bij iedere deeltoets nader bekend gemaakt. BO: Verplichte betoogopdrachten die tijdig moeten worden ingeleverd. Iedere betoogopdracht wordt beoordeeld met een cijfer (in helen en halven op een schaal van 1 tot 10). Voor elke niet-gemaakte opdracht wordt in de berekening van de Eindbeoordeling het cijfer 0 ingevuld. uiterste geval kan men worden uitgesloten van verdere deelname aan de cursus (NAV). WO: Weekopdrachten die voldoende moeten worden uitgevoerd en tijdig ingeleverd. Wanneer men niet voldoet aan de eisen voor PG, VO en WO verlaagt dat de Eindbeoordeling met het aantal aftrekpunten zoals aangegeven in Tabel 1 of volgt een Eindbeoordeling NAV, zie Tabel 1.

3 Tabel 1 Aftrekpunten bij Niet Voldoen aan de Eisen voor WSR-T niet voldaan PG VO WO 1x 0 0 0 2x 0,25 0,1 0,1 3x 0,75 0,25 0,25 4x 1,5 0,5 0,5 5x 3 1 1 6x of meer NAV NAV NAV De Eindbeoordeling wordt als volgt berekend: Eindbeoordeling = (0,9 * Gemiddelde van de DTs) + (0,1 * Gemiddelde van de BOs) Totaal aantal aftrekpunten 6,25 worden afgerond naar een 6. Bij een lagere score dan 5,5 krijgt men als uitslag NAV toegekend en is men aangewezen op de herkansing. Herkansing De herkansing van de toetsen is voor WSR T gesplitst in twee delen; de beoordeling voor de BOs en het aantal aftrekpunten blijven altijd staan. Deelherkansing 1 beslaat de stof van deeltoets 1 en 2, deelherkansing 2 beslaat de stof van deeltoets 3 en 4. Elke deelherkansing duurt 3 uur, wordt digitaal afgenomen en bestaat uit 30 vragen waarvan 4 essayvragen. Indien men alleen aan deelherkansing 1 deelneemt, blijven de eerder behaalde cijfers voor deeltoets 3 en 4 staan; indien men alleen aan deelherkansing 2 deelneemt, blijven de eerder behaalde cijfers voor de deeltoetsen 1 en 2 staan. De Eindbeoordeling wordt op dezelfde manier als hierboven bepaald. Indien na de herkansing geen voldoende is behaald volgt men het onderdeel opnieuw in een volgend studiejaar. Psychodiagnostiek De eindbeoordeling van Psychodiagnostiek wordt bepaald door de volgende elementen: T: Deelname aan het tentamen. Het tentamen duurt 2,5 uur en bestaat uit 40 MC-vragen (vierkeuzevragen die elk 1 punt opleveren, opgeteld de MCScore) en 4 essayvragen (die elk 0-5 punten opleveren, opgeteld de EssayScore). PO: Verplichte psychodiagnostiekopdrachten die tijdig moeten worden ingeleverd. Iedere psychodiagnostiekopdracht wordt beoordeeld met een cijfer (op helen en halven op een schaal van 1 tot 10). Voor elke niet-gemaakte opdracht wordt in de berekening van de Eindbeoordeling het cijfer 0 ingevuld. uiterste geval kan men worden uitgesloten van verdere deelname aan de cursus (NAV). IN: Na gebruik inleveren van het ontvangen deel uit de NEO-handleiding. Wanneer men niet voldoet aan de eisen voor PG, VO en IN verlaagt dat de Eindbeoordeling met het aantal aftrekpunten zoals aangegeven in Tabel 2 of volgt een Eindbeoordeling NAV, zie Tabel 2.

4 Tabel 2 Aftrekpunten bij Niet Voldoen aan de Eisen voor Psychodiagnostiek niet voldaan PG VO IN 1x 0 0 NAV 2x 0,5 0,25 3x 1,5 0,5 4x 3 1 5x of meer NAV NAV Het Tentamencijfer wordt niet afgerond en als volgt berekend 1 : Giscorrectie = (40 MCScore) / 3 Gecorrigeerde MCScore (GMCScore) = MCScore Giscorrectie Als de GMCScore kleiner is dan 0 dan wordt de GMCScore gelijk aan 0 Tentamencijfer = (GMCScore + EssayScore)/6 De Eindbeoordeling wordt nu als volgt berekend: Eindbeoordeling = (0,8 * Tentamencijfer) + (0,2 * Gemiddelde van de POs) Totaal aantal aftrekpunten 6,25 worden afgerond naar een 6. Bij een lagere score dan 5,5 krijgt men als uitslag NAV toegekend en is men aangewezen op de herkansing. Herkansing Voor de herkansing vervalt alleen het Tentamencijfer; de beoordeling voor de POs en het aantal aftrekpunten blijven staan. De herkansing voor Psychodiagnostiek duurt 2,5 uur en bestaat uit 40 MC-vragen (elk 1 punt) en 4 essayvragen (elk 0-5 punten). Het Tentamencijfer voor de herkansing en de Eindbeoordeling wordt op dezelfde manier als hierboven bepaald. Indien na de herkansing geen voldoende is behaald volgt men het onderdeel opnieuw in een volgend studiejaar. Grondslagen van de Psychologie De eindbeoordeling van Grondslagen van de Psychologie wordt bepaald door de volgende elementen: DT: Deelname aan de twee deeltoetsen. Elke deeltoets duurt 2 uur en bestaat uit 20 MC-vragen (driekeuzevragen die elk 1 punt opleveren) en 2 essayvragen (die elk 0-5 punten opleveren). Het totaal aantal goede MC vragen over beide deeltoetsen wordt opgeteld tot een MCScore, het totaal aantal punten voor de essayvragen over beide deeltoetsen wordt opgeteld tot een EssayScore. BO: Verplichte betoogopdrachten die tijdig moeten worden ingeleverd. Iedere betoogopdracht wordt beoordeeld met een cijfer (in helen en halven op een schaal van 1 tot 10). Voor elke niet-gemaakte opdracht wordt in de berekening van de Eindbeoordeling het cijfer 0 ingevuld. uiterste geval kan men worden uitgesloten van verdere deelname aan de cursus (NAV). Wanneer men niet voldoet aan de eisen voor PG en VO verlaagt dat de Eindbeoordeling met het aantal aftrekpunten zoals is weergegeven in Tabel 3, of volgt een Eindbeoordeling NAV, zie Tabel 3. 1 Bij het bepalen van de giscorrectie wordt er vanuit gegaan dat men ook zonder enige kennis een aantal vragen goed zal hebben door te gissen. Bij bv. vierkeuzevragen zal men door gissen gemiddeld ¼ van de vragen goed beantwoorden. Voor 40 vragen gaat het dan om gemiddeld 10 goed beantwoorde vragen. De giscorrectie (in dit geval (40 10)/3 = 10) corrigeert hiervoor, men krijgt bij een MCScore van 10 dan een GMCScore van 0.

5 Tabel 3 Aftrekpunten bij Niet Voldoen aan de Eisen voor Grondslagen niet voldaan PG VO 1x 0 0 2x 0,5 0,25 3x 1,5 0,5 4x 3 1 5x of meer NAV NAV Het Tentamencijfer wordt niet afgerond en als volgt berekend: Giscorrectie = (40 MCScore) / 2 Gecorrigeerde MCScore (GMCScore) = MCScore Giscorrectie Als de GMCScore kleiner is dan 0 dan wordt de GMCScore gelijk aan 0 Tentamencijfer = (GMCScore + EssayScore)/6 De Eindbeoordeling wordt nu als volgt berekend: Eindbeoordeling = (0,8 * Tentamencijfer) + (0,2 * Gemiddelde van de BOs) Totaal aantal aftrekpunten 6,25 worden afgerond naar een 6. Bij een lagere score dan 5,5 krijgt men als uitslag NAV toegekend en is men aangewezen op de herkansing. Herkansing Voor de herkansing vervallen alleen de resultaten van de DTs; de beoordeling voor de BO s en het aantal aftrekpunten blijven staan. De herkansing voor Grondslagen duurt 2,5 uur en bestaat uit 30 driekeuze-vragen (elk 1 punt) en 2 essayvragen (elk 0-5 punten). Het Tentamencijfer voor de herkansing wordt niet afgerond en als volgt berekend: Giscorrectie = (30 MCScore) / 2 Gecorrigeerde MCScore (GMCScore) = MCScore Giscorrectie Als de GMCScore kleiner is dan 0 dan wordt de GMCScore gelijk aan 0 Tentamencijfer = (GMCScore + EssayScore)/4 De Eindbeoordeling wordt op dezelfde manier als hierboven bepaald. Indien na de herkansing geen voldoende eindbeoordeling is behaald, volgt men de cursus opnieuw in een volgend studiejaar. Oriëntatie op het Werkveld De eindbeoordeling van Oriëntatie op het Werkveld wordt bepaald door de volgende elementen: C: Verplichte aanwezigheid bij een aantal colleges. Aanwezigheid bij het introductiecollege levert 2 punten op. Aanwezigheid bij de 8 overige specialisatiecolleges levert per college 1 punt op. In totaal moeten PG: VO: OO: minimaal 7 punten worden behaald, daartoe wordt aanwezigheid geregistreerd. Verplichte aanwezigheid bij alle practicumgroepbijeenkomsten waarbij men een actieve bijdrage levert aan iedere zitting. Als men niet actief bijdraagt, telt de betreffende bijeenkomst als afwezig; men wordt dan uitgesloten van verdere deelname aan de cursus (NAV). Voorbereidende opdrachten die voldoende moeten worden uitgevoerd en tijdig ingeleverd. Oriëntatieopdrachten die voldoende moeten worden uitgevoerd en tijdig ingeleverd. Hieronder vallen de interviewopdracht en de POP-opdrachten die resulteren in een Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP). Voldoet men aan deze vereisten, dan krijgt men de beoordeling AVV; zo niet, dan krijgt men de beoordeling NAV. Er is gezien de opzet van de cursus geen herkansingsmogelijkheid. Bij een beoordeling NAV volgt men de cursus opnieuw in een volgend studiejaar.

6 Gesprekspracticum De eindbeoordeling van het Gesprekspracticum wordt bepaald door de volgende elementen: PG: Verplichte aanwezigheid bij alle bijeenkomsten waarbij men een actieve bijdrage levert. Als men niet actief bijdraagt kan men worden uitgesloten van verdere deelname aan de cursus (NAV). IV: Een interviewverslag dat voldoende moet worden uitgevoerd en tijdig ingeleverd. ZV: Een zelfreflectieverslag dat voldoende moet worden uitgevoerd en tijdig ingeleverd. Het zelfreflectieverslag moet een ingevulde zelfbeoordelingsvragenlijst bevatten. Voldoet men aan deze vereisten, dan krijgt men de beoordeling AVV; zo niet dan krijgt men de beoordeling NAV. Er is gezien de opzet van de cursus geen herkansingsmogelijkheid. Bij een beoordeling NAV volgt men de gehele cursus opnieuw. Practicum Onderzoek en Rapportage De eindbeoordeling van POR wordt bepaald door de volgende elementen: SO: Het maken en tijdig inleveren van de schrijfopdracht en alle deelproducten. Voor de schrijfopdracht levert men meerdere deelproducten in. Over ieder deelproduct ontvangt men feedback van de docent. Uiteindelijk volgt een beoordeling van de gehele schrijfopdracht (cijfer 0-10) in halve en hele cijfers. uiterste geval kan men worden uitgesloten van verdere deelname voor de cursus (NAV). PF: Het geven van peerfeedback op een product van een medestudent. Wanneer men niet voldoet aan de eisen voor PG, VO en PF verlaagt dat de eindbeoordeling met het aantal aftrekpunten zoals is weergegeven in Tabel 4, of volgt een Eindbeoordeling NAV, zie Tabel 4. Tabel 4 Aftrekpunten bij Niet Voldoen aan de Eisen voor POR niet voldaan PG VO PF 1x 0 0 NAV 2x 0,5 0,25 3x 1,5 0,5 4x 3 1 5x of meer NAV NAV De eindbeoordeling wordt als volgt berekend: Eindbeoordeling = SO Totaal aantal aftrekpunten 6,25 worden afgerond naar een 6. Bij een lagere score dan 5,5 krijgt men als uitslag NAV toegekend. Aangezien men de SO gedurende de cursus in delen kan herschrijven naar aanleiding van feedback van de docent, is de herkansingsmogelijkheid ingebouwd in de cursus. Bij een Eindbeoordeling NAV volgt men de gehele cursus opnieuw. Namens de Examencommissie Psychologie, Dr. P.A. Starreveld, voorzitter