VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS TV BAKKERIJ/TOEGEPASTE ECONOMIE TOEGEPASTE ECONOMIE



Vergelijkbare documenten
VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS TV HOTEL/TOEGEPASTE ECONOMIE TOEGEPASTE ECONOMIE

Een nieuw Koninklijk Besluit betreffende bedrijfsbeheer: gevolgen voor de scholen

DOCUMENT. Toelichting bij de lessentabellen. Inhoud. Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS WISKUNDE. Derde graad BSO Derde leerjaar: 1 of 2 uur/week

Volwaardige POSTSECUNDAIRE DAGOPLEIDINGEN

LESSENTABELLEN VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS. Guimardstraat Brussel TV TOEGEPASTE ECONOMIE

MEDEDELING. Moderne vreemde talen in de B-stroom en in het bso. 1 Algemeen

Jaarplan Bedrijfsbeheer 3de graad BSO-KSO-TSO

Beroepsopleiding Studiegebied Handel BO HA Bedrijfsbeheer. Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs

Profilering derde graad

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS MULTIMEDIATECHNIEKEN. Derde graad TSO Eerste en tweede leerjaar

Profilering derde graad

Sint-Jan Berchmanscollege

Leerplandoelstellingen. Ik begin met een idee 8 blz. 1

infobrochure methodeonderwijs De Lotus

Leerplandoelstellingen (GO!-onderwijs: 2008/062, 2008/063, 2008/065) DEEL 1 Burgerlijk recht. Inleiding tot het burgerlijk recht

Profilering derde graad

Ondernemerschap. Algemene opleiding Studiegebied Bedrijfsbeheer AO BB Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs

Beroepsopleiding Studiegebied Handel BO HA Bedrijfsbeheer. Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

6 SEPTEMBER Koninklijk besluit tot bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar.

Starten in het Secundair onderwijs. 6 de leerjaar

Advies over de voorstellen van opleidingsprofielen volwassenenonderwijs voordrachten januari, februari en maart 2016

VAKFICHE EXAMENCOMMISSIE SECUNDAIR ONDERWIJS

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. NEDERLANDS Derde graad BSO Derde leerjaar. Alle studierichtingen

Sint-Jan Berchmanscollege

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

1. Eenmanszaak versus vennootschap

Profilering derde graad

Profilering derde graad

STUDIEGEBIED HANDEL (bso)

Profilering derde graad

TOEGEPASTE ECONOMIE LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS

Profilering derde graad

Profilering derde graad

Publicatie KB omtrent zorgkundige

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED HANDEL

Ondernemerschap. Algemene opleiding Studiegebied Bedrijfsbeheer AO BB Opleidingsprofiel secundair volwassenenonderwijs

Advies over de procedure bij voorstellen van nieuwe kwalificatiebenamingen in het deeltijds beroepssecundair onderwijs

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

TABELLEN. Blz. Blz. Deel 1. LEERLINGEN

AANVRAAG TOT INSCHRIJVING OP HET TABLEAU VAN DE INTERNE BOEKHOUDERS BIBF

Profilering derde graad

2.1 Wettelijke verplichtingen bij opstarten

Mogelijkheden voor het keuzegedeelte in de eerste graad

N Landmeters A05 Brussel, MH/BL/LC A D V I E S. over DE GELIJKWAARDIGHEID VAN DIPLOMA'S VOOR HET BEKOMEN VAN DE TITEL VAN LANDMETER-EXPERT

BEWAREN VAN LEERLING- EN LERAARGEBONDEN DOCUMENTEN

Sint-Jan Berchmanscollege

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

HOGE RAAD VOOR DE ZELFSTANDIGEN EN DE KMO

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid artikel 15;

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

EEN geslaagd PROjECT!

3 Zijn er op regionaal niveau netoverschrijdende afspraken gemaakt over het al dan niet toepassen van één of meerdere flexibele trajecten?

17 JUNI Ministerieel besluit tot vaststelling van de functie van logistiek assistent (1) De Minister van Volksgezondheid, Gelet op de wet van

Inhoud info-avond. 3.1 een richting kiezen 3.2 een school kiezen

De leerplandoelstellingen zijn rechtstreeks vertaald vanuit de leerplannen (GO! onderwijs) van volgende richtingen:

N Financiële planners A2 Brussel, 27 maart 2014 MH/SL-EDJ/AS ADVIES. over

Reglement Starterscontract

ERKEND BOEKHOUDER-FISCALIST WORDEN. Verantwoordelijke uitgever: Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED HANDEL

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van het Gemeentelijke Instituut so te Brasschaat

Sint-Jan Berchmanscollege

N Programmawet art. 6 A06 Brussel, 26 april 2007 MH/BL/LC A D V I E S. over

Op stap naar het secundair onderwijs. VCLB Leieland 056/

WETENSCHAPPELIJK TEKENEN

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica

Sint-Jan Berchmanscollege

Advies van 10 maart 2014 met betrekking tot de wijziging van het koninklijk besluit van 22 november 1990

VOET EN STUDIEGEBIED HANDEL

COMMISSIE ZORGVULDIG BESTUUR

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van het Koninklijk Instituut Spermalie te Brugge

Secundair volwassenenonderwijs STUDIEGEBIED PERSONENZORG

Profilering derde graad

Vest. V. Beroepen A04 Brussel, BL/LC A D V I E S. over DE REGLEMENTERING VAN DE TITEL EN HET BEROEP VAN LANDMETER-EXPERT ***

IMK Dilsen-Stokkem. Imk Lanklaar Rotem. Verzorging-voeding, 2 de graad Verzorging, 3 de graad

Kinderen Van Dewindt Starter!

Huisonderwijs Communicatie aan de CLB s

Sint-Jan Berchmanscollege

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van KTA Niel

Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD

Stappenplan - Beroepskennis

12 AUGUSTUS Koninklijk besluit houdende de organisatie van de informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid.

Sint-Jan Berchmanscollege

Hoofdstuk I: Eindtermen de basics

Sint-Jan Berchmanscollege

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van Vrij Instituut voor Secundair Onderwijs te Gent

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende curriculumdossiers en leerplannen in het onderwijs

A D V I E S. over EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE REGLEMENTERING VAN TATOEAGES EN PIERCINGS

Onderwijsdecreet. Hoofdstuk II. Basisonderwijs

Sint-Jan Berchmanscollege

Kruispuntbank van ondernemingen : het ondernemingsnummer

VR 2016 DOC.0943/1BIS

Transcriptie:

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS TV BAKKERIJ/TOEGEPASTE ECONOMIE TOEGEPASTE ECONOMIE BROOD- EN BANKETBAKKERIJ EN CONFISERIE Derde graad BSO Eerste leerjaar: 2 (+ 1) uur/week Tweede leerjaar: 2 (+1) uur/week Derde leerjaar: 2 uur/week BROOD- EN BANKETBAKKERIJ EN CONFISERIE Derde graad TSO Eerste leerjaar: 3 uur/week Tweede leerjaar: 3 uur/week Licap - Brussel D/2000/0279/008 - september 2000

INHOUD LESSENTABEL 'BROOD- EN BANKETBAKKERIJ EN CONFISERIE' derde graad BSO... 4 LESSENTABEL 'BROOD- EN BANKETBAKKERIJ EN CONFISERIE' derde graad TSO... 5 1 BEGINSITUATIE... 7 2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN... 7 3 ACHTERGROND EN BETEKENIS... 7 4 PROGRAMMA... 8 5 EVALUATIE EN STUDIEBEKRACHTIGING... 9 6 PEDAGOGISCH- DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN.. 10 6.1 Algemeen... 10 6.2 Attitudes... 11 6.3 Vaardigheden... 12 7 LESVOLUME EN STUDIELAST... 12 8 LEERINHOUDEN, LEERPLANDOELSTELLINGEN EN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN... 13 DEEL 1: Ik denk eraan om zelfstandig ondernemer (handelaar, ambachtsman/-vrouw) te worden Voorafgaandelijke onderzoeken... 14 DEEL 2: Ik word zelfstandig ondernemer... 27 DEEL 3: Mijn handelsactiviteiten (van prijsaanvraag tot betaling)... 34 DEEL 4: Ik versta mijn boekhouder... 38 DEEL 5: Ik leid mijn bedrijf... 43 DEEL 6: Het opstellen van een ondernemingsplan... 50 9 MINIMALE MATERIELE VEREISTEN... 52 10 BIBLIOGRAFIE... 52 11 NUTTIGE ADRESSEN... 53 BIJLAGE Doelstellingen uit de omzendbrief... 55 Inhoud 3 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO D/2000/0279/008 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad TSO

LESSENTABEL BROOD- EN BANKETBAKKERIJ EN CONFISERIE 1ste lj. 2de lj. 1 Basisvorming 8 8 AV Godsdienst 2 2 AV Lichamelijke opvoeding 2 2 AV Maatschappelijke vorming 2 2 AV Nederlands 2 2 OF 4 4 AV Project algemene vakken 4 4 2 Optie 2.1 Studierichting (fundamenteel gedeelte) 24 24 AV Plastische opvoeding 2 2 PV Praktijk/Stages Bakkerij 16 16 TV Bakkerij 4 4 Toegepaste wetenschappen TV Bakkerij/Toegepaste economie 2 2 Toegepaste economie (x) 2.2 Complementair gedeelte: maximum 4 4 - Te kiezen uit de vakken en/of de specialiteiten opgesomd in het Besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 1989 tot vaststelling van de algemene vakken, de kunstvakken, de technische vakken en de praktische vakken in de instellingen voor secundair onderwijs met volledig leerplan, voor zover het vakken of specialiteiten betreft waarvan het Besluit van de Vlaamse regering van 14 juni 1989, zoals gewijzigd, bekwaamheidsbewijzen vastlegt in de derde graad. - Wanneer in het complementair gedeelte één of meer vakken gekozen worden die ook voorkomen in de basisvorming of in het fundamenteel gedeelte dan vervallen deze vakken niet in de basisvorming, noch in het fundamenteel gedeelte. - Specifieke aanbeveling TV Bakkerij/Toegepaste economie 1 1 Toegepaste economie (x) (x) Voor dit vak is het leerplan in deze brochure opgenomen. Lessentabel 4 Brood- en banketbakkerij en confiserie D/2000/0279/008 3de graad BSO

LESSENTABEL BROOD- EN BANKETBAKKERIJ EN CONFISERIE 1ste lj. 2de lj. 1 Basisvorming 12 12 AV Godsdienst 2 2 AV Aardrijkskunde 1 1 AV Frans 2 2 AV Geschiedenis 1 1 AV Lichamelijke opvoeding 2 2 AV Nederlands 2 2 AV Wiskunde 2 2 2 Optie 2.1 Studierichting (fundamenteel gedeelte) 20 20 AV Plastische opvoeding 2 2 PV Praktijk/Stages Bakkerij 9 9 TV Bakkerij/Toegepaste economie 3 3 Toegepaste economie (x) TV Bakkerij/Voeding 4 4 Toegepaste wetenschappen TV Toegepaste chemie 2 0 TV Toegepaste fyscia 0 2 2.2 Complementair gedeelte: maximum 4 4 - Te kiezen uit de vakken en/of de specialiteiten opgesomd in het Besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 1989 tot vaststelling van de algemene vakken, de kunstvakken, de technische vakken en de praktische vakken in de instellingen voor secundair onderwijs met volledig leerplan, voor zover het vakken of specialiteiten betreft waarvan het Besluit van de Vlaamse regering van 14 juni 1989, zoals gewijzigd, bekwaamheidsbewijzen vastlegt in de derde graad. - Wanneer in het complementair gedeelte één of meer vakken gekozen worden die ook voorkomen in de basisvorming of in het fundamenteel gedeelte dan vervallen deze vakken niet in de basisvorming, noch in het fundamenteel gedeelte. - Geen specifieke aanbevelingen. (x) Voor dit vak is het leerplan in deze brochure opgenomen. Lessentabel 5 Brood- en banketbakkerij en confiserie D/2000/0279/008 3de graad TSO

1 BEGINSITUATIE De leerlingen die uit de tweede graad komen beschikken over dit leerstofonderdeel geen specifieke voorkennis. Men zal dus vertrekken van een aantal elementaire begrippen die de leerlingen bewust kunnen maken van de economische functie van een brood- en banketbakkerij. Daarna kan men de leerstof verder uitdiepen. Dit leerplan is opgesteld conform de omzendbrief SO 44 (08-05-1996) van het departement Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en de exameneisen Algemene Ondernemersvaardigheden (AOV) van Nederland. Het verdient aanbeveling dit leerplan in zijn geheel vooraf te lezen. Het is een gesloten leerplan, gezien de strikte regelgeving terzake. De cursieve tekst is letterlijk overgenomen uit de bedoelde omzendbrief en de tekst in vetjes verwijst naar de doelstellingen van het goedgekeurde VVKSO-leerplan Bedrijfsbeheer. 2 ALGEMENE DOELSTELLINGEN Naast de traditionele "warme" bakker neemt de grootproductie en -distributie door de nieuwe technologie en schaalvergroting een steeds groter marktsegment in. De bakker evolueert van producent naar verdelerproducent, want een deel van de productie wordt overgenomen door grondstoffenfabrikanten en toeleveringsbedrijven. Om zich zelfstandig te kunnen vestigen als bakker moet men over een ruime kennis van Bedrijfsbeheer beschikken en op de hoogte zijn van de specifieke vereisten van bedrijfsvoering. Het leerplan Toegepaste economie integreert beide aspecten: enerzijds het onderdeel bedrijfsbeheer, waardoor leerlingen in aanmerking kunnen komen om het aanvullend getuigschrift over de kennis van het Bedrijfsbeheer te behalen en anderzijds het onderdeel met de specifieke sectorgebonden ondernemersvaardigheden. Dit betekent dat er één leerplan is gemaakt waarin minimaal 3 uur Bedrijfsbeheer wordt voorzien volgens de inhouden en de doelstellingen zoals die werden geformuleerd in de omzendbrief SO 44 (08-05-1996). De aanvullende uren gaan naar bedrijfsbeheertoepassingen, ondernemersvaardigheden en sectorgebonden aspecten. Alle leerplandoelstellingen en leerinhouden van het VVKSO-leerplan 'Bedrijfsbeheer' (Licap, 1996) worden hier overgenomen (doelstellingen met vet nummer achteraan). 3 ACHTERGROND EN BETEKENIS De wetgeving en reglementering die aan de grondslag ligt van wat volgt, gaat uit van het federale ministerie van Middenstand. 3.1 DE VESTIGINGSWET De wet van 15 december 1970 op de uitoefening van beroepswerkzaamheden in de kleine en middelgrote handels- en ambachtsondernemingen verleent de Koning het recht de voorwaarden te stellen voor de toegang tot het beroep dat als zelfstandige wordt uitgeoefend. Deze "vestigingswet" is tot hiertoe van toepassing op de voor uitbreiding vatbare lijst van gereglementeerde beroepen en codenummers, die is opgenomen in bijlage 1 van de omzendbrief. Bedoelde wet impliceert dat elke kandidaat-zelfstandige in één van voornoemde beroepen wordt verondersteld twee kenniscategorieën te kunnen bewijzen: de beroepskennis en de kennis over het bedrijfsbeheer. Toegepaste economie 7 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO D/2000/0279/008 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad TSO

Voornoemde bewijsvoering dient te geschieden ten aanzien van de betrokken provinciale kamer voor Ambachten en Neringen, welke bevoegd is om een "vestigingsattest" te verlenen. Op basis van dit attest kan finaal de inschrijving in het handelsregister plaatsgrijpen. Inzake de beroepskennis kan worden gerefereerd naar inzonderheid de technische en beroepsopleidingen die in het secundair onderwijs worden georganiseerd en door specifieke titels worden bekrachtigd. 3.2 HET DISTRIBUTIEATTEST Het koninklijk besluit van 12 juni 1989 legt de kennis van het bedrijfsbeheer op voor de uitoefening van de kleinhandelsbedrijvigheid in de kleine en middelgrote ondernemingen. Door dit besluit, dat in werking is getreden op 24 januari 1990, is een zogenaamd "distributieattest" vereist voor elkeen die wil starten als kleinhandelaar, omdat thans ook voor de detailhandel de kennis van het bedrijfsbeheer als onontbeerlijk wordt gekenmerkt. In tegenstelling tot het aanvullend getuigschrift over de kennis van bedrijfsbeheer, is het distributieattest geen studiebewijs dat kadert in de reglementering op de studiebekrachtiging niveau secundair onderwijs. Het moet daarentegen worden beschouwd als een tegenhanger van het noodzakelijk vestigingsattest met betrekking tot de gereglementeerde beroepen, in die zin dat de titularis van het aanvullend getuigschrift over de kennis van het bedrijfsbeheer via de betrokken regionale kamer voor Ambachten en Neringen aanspraak kan maken op bedoeld distributieattest. Wat de diverse facetten van de beheerskennis betreft, liggen alle voor de onderwijsinstellingen essentiële richtlijnen in deze omzendbrief vervat; hij heeft betrekking op het voltijds secundair onderwijs en het deeltijds beroepssecundair onderwijs. Jongeren die tijdens hun secundaire studies, om welke reden dan ook, niet in de gelegenheid zijn geweest studiebewijzen te verwerven waaruit de beroeps- en/of beheerskennis met het oog op de vestiging als zelfstandige moet blijken, rest steeds de mogelijkheid zich te richten naar: - hetzij de examencommissie van het middenstandsdepartement; - hetzij naar cursussen die worden ingericht in de schoot van de centra voor voortdurende vorming van de middenstand. 4 PROGRAMMA Het basisprogramma voor bedrijfsbeheer wordt gedefinieerd in artikel 8 van het koninklijk besluit van 25 februari 1971 tot vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen van de hoger geciteerde wet van 15 december 1970. Deze werd op 24 februari 1995 gewijzigd bij koninklijk besluit en opgenomen in het Belgisch Staatsblad op 1 april 1995. Op grond van deze reglementaire beschikkingen werd een meer uitgediept en gedetailleerd programma bedrijfsbeheer geconcipieerd, dat minimaal dient aangeboden door alle secundaire onderwijsinstellingen die hun leerlingen de beheerskennis willen bijbrengen. Het geheel houdt rekening met eisen die momenteel door een moderne bedrijfsvoering worden gesteld. Het hogerbedoelde basisprogramma werd op vraag van het departement Onderwijs verwerkt door de werkgroep Zelfstandig Ondernemen van de Vlaamse Onderwijsraad (VLOR) in leerinhouden en doelstellingen en door de Afdeling TSO/BSO van de VLOR als advies aan de overheid overgemaakt. Toegepaste economie 8 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO D/2000/0279/008 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad TSO

Deze leerinhouden en doelstellingen werden door het departement Onderwijs in een omzendbrief SO 44 (08-05-1996) gegoten en na overleg en met goedkeuring van de middenstandsautoriteiten aan alle netten en scholen bezorgd. De omzendbrief SO 44 (08-05-1996) is van kracht vanaf 1 september 1996. Hij vervangt dus vanaf het schooljaar 1996-1997 de omzendbrief SOZ (91)13 (10-07-1991). De eindtermen Algemene Ondernemersvaardigheden (AOV) werden door de Nederlandse Minister van Economische Zaken vastgelegd en gecommuniceerd met een begeleidende brief d.d. 9 juni 1994. Aspirantondernemers in Nederland dienen in het kader van de herziene vestigingswetgeving bij de Kamer van Koophandel een bewijsstuk van AOV te kunnen voorleggen om een vestigingsvergunning te kunnen verwerven. Het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken heeft het toezicht gedelegeerd aan de Stichting Toezicht Examens Vestigingswet (STEVES) te Zoetermeer. De leerinhouden en -doelstellingen van het VVKSOleerplan TV Bakkerij/Toegepaste economie voldoen in TSO en BSO (indien het leerplan BSO wordt uitgebreid met de met een sterretje (*) gemarkeerde inhouden en doelstellingen) aan de AOV-eisen. Dit is onderzocht en aangetoond door STEVES middels goedkeuringsbrief d.d. 22 april 1998. 5 EVALUATIE EN STUDIEBEKRACHTIGING Aan elke regelmatige leerling die door de delibererende klassenraad wordt geëvalueerd als voldaan te hebben voor het programma bedrijfsbeheer, wordt een "aanvullend getuigschrift over de kennis van het bedrijfsbeheer" toegekend; op het niveau van de eerste graad is evenwel geen toekenning mogelijk. Op deze wijze zullen in de toekomst interpretatieverschillen worden vermeden bij het toetsen of alle vestigingsvoorwaarden zijn vervuld. Aangezien nog slechts één getuigschrift als criterium zal gelden bij de bewijsvoering van de beheerskennis, wordt de rechtszekerheid in hoofde van de titularissen ontegensprekelijk versterkt. De beoordeling rond het al dan niet geslaagd zijn voor het programma bedrijfsbeheer is totaal losgekoppeld van de beslechting over het al dan niet met vrucht doorlopen hebben van het desbetreffend leerjaar/opleiding. Bijgevolg kan aan een regelmatige leerling een aanvullend getuigschrift over de kennis van bedrijfsbeheer worden verleend zonder het leerjaar of de opleiding met succes te hebben doorlopen; het omgekeerde geldt evenzeer. Indien het programma bedrijfsbeheer wordt gespreid over meer dan één leerjaar, dan steunt de delibererende klassenraad van het leerjaar waarin uiteindelijk over de toekenning van het aanvullend getuigschrift wordt beslist, op schriftelijke bevindingen die zijn aangebracht door de delibererende klassenraad, fungerend in het voorafgaand leerjaar (of leerjaren), eventueel over de onderwijsinstellingen heen bij schoolverandering door de leerling. De realiteit dat zelfstandigen kunnen worden geconfronteerd met faillissementen verscherpen het belang van een ernstige aanpak en evaluatie van het vak. De betrokken leraar moet zijn verantwoordelijkheid hier opnemen. De maatschappelijke gevolgen zijn voor de leerlingen niet vrijblijvend. Dit betekent geenszins dat we enkel productevaluatie bedoelen binnen een gebundelde periode. We denken eerder aan de visie die ook voor de geïntegreerde proef geldig is, met name dat er naast de productevaluatie ook voldoende aandacht moet zijn voor de procesevaluatie. Ook binnen het systeem van permanent evalueren kan de evaluatie aandacht besteden èn aan het product èn aan het proces. Uit de regelgeving van de omzendbrief blijkt dat bij de deliberatie over het al of niet toekennen van het aanvullend getuigschrift het geheel van de cursus wordt beoordeeld. Zes lesuren voor dit pakket leerstof is voldoende; war niet uitsluit dat soms verwezen kan worden naar andere vakken waar een deel van de leerstof aan bod kan komen. Ook dit is leerstof die binnen het leerplan Bedrijfsbeheer opgenomen is en voor het getuigschrift in aanmerking dient genomen. Toegepaste economie 9 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO D/2000/0279/008 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad TSO

De omzendbrief bevat naast leerinhouden ook doelstellingen. Deze doelstellingen zijn bepalend voor de diepgang waarmee de leerinhouden dienen te worden aangeleerd. Dit betekent concreet dat het niet de bedoeling is om de leerlingen bijvoorbeeld het vak boekhouden of een uitgebreide cursus over huwelijkscontracten aan te bieden. Enkel wat relevant is voor het zelfstandig uitoefenen van een beroep dient als leerinhoud binnen de voorgestelde doelstellingen te worden aangeboden. De doelstellingen opgenomen in de omzendbrief en de doelstellingen (weergegeven in vette tekst) van het VVKSO-leerplan Bedrijfsbeheer (Licap, 1996) zijn richtinggevend voor de evaluatie van de leerstof. Het leerplan bevat soms toegevoegde doelstellingen komende van de exameneisen Algemene Ondernemersvaardigheden. Daarenboven zijn er een aantal doelstellingen toegevoegd die voorheen werden gegeven in het vak Bakkerij/Toegepaste economie. Waar mogelijk dient een geïntegreerde aanpak te worden nagestreefd. Niet alleen de kennis van bedrijfsbeheer maar ook de beroepskennis dient in die zin ernstig mee betrokken te worden in de evaluatie. Een derde aspect dat bij de evaluatie niet uit het oog mag worden verloren zijn attitudes en vaardigheden. In personeelsadvertenties lezen we hoezeer werkgevers belang hechten aan vaardigheden en attitudes. Daarom moeten we er aandacht aan besteden in een cursus die leerlingen de mogelijkheid biedt om zich als zelfstandigen te vestigen en eventueel zelf personeel in dienst te nemen. Ze worden binnen de context van dit leerplan opgenomen in de didactische wenken. 6 PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN 6.1 Algemeen Dit leerplan is een geïntegreerd leerplan dat reeds werd ingekleurd overeenkomstig de betrokken studierichting. Het spreekt vanzelf dat de specifieke beroepseisen zoals die aan bod komen in TV en PV bepaalde items in het leerplan kunnen uitdiepen en concretiseren. De integratie tussen de verschillende vakken werkt positief: de leerlingen zien duidelijk "een geheel" tussen theorie- en praktijkvakken, overlappingen in diverse vakken moeten vermeden worden door het opstellen van een geïntegreerd jaarplan. Daarenboven moeten we er ons goed van bewust zijn dat het niet de bedoeling is om specialisten in recht of boekhouden op te leiden. De bekommernis moet steeds uitgaan naar datgene wat de leerlingen, overeenkomstig de betrokken studierichting, moeten weten en kennen om later zelfstandig hun beroep te kunnen uitoefenen. Dit betekent concreet dat de leraar in samenspraak met collega's uit de studierichtingsvakken, Nederlands, Frans en/of MaVo/PAV overlegt over de noodzakelijke, over de nog wenselijke leerstof. Telefoneren bijvoorbeeld kan ook best in de les Frans ingeoefend worden. Het is echter niet de bedoeling dat leerlingen in de verschillende vakken dezelfde items opnieuw leren. We denken aan een geïntegreerd jaarplan waarin de leerstofdelen en de betrokken vakken opgenomen worden. De bedoeling is een aanvullend getuigschrift over de kennis van het bedrijfsbeheer te bezorgen aan de geslaagde leerlingen. Het minutieus toezien op het realiseren van de doelstellingen bezorgt de school en de leerling de zekerheid dat de school het getuigschrift rechtmatig toekende aan de leerlingen. Een map aanleggen die gebruikt wordt over de verschillende leerjaren heen, waar de leerling de nodige documentatie en leerstof in bijhoudt zal hem in de toekomst helpen bij de stap naar het zelfstandig ondernemen. Het kan dan als leidraad worden gebruikt. Leren leren is hier zeker op zijn plaats. De wetgeving en de internationalisering van economie en handel zijn blijvend in evolutie. Het is daarom noodzakelijk dat de leerling beseft dat hij voortdurend de ontwikkelingen in verband met zijn beroepskennis en de wettelijke beschikkingen moet bijhouden. De leerplancommissie beseft de complexiteit van het ondernemerschap. Daarom moeten we de leerinhouden niet nodeloos verzwaren maar integendeel zorgen dat de leerinhouden op een realistische wijze met het oog op het toekomstig beroep gegeven worden. Toegepaste economie 10 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO D/2000/0279/008 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad TSO

Veel onderwerpen over recht kunnen zelfstandig opgezocht worden, al of niet als groepswerk (teamvorming). De leraar is dan de coach die de leerling begeleidt en op weg zet. Niet alle leerstof is hier echter voor geschikt. Een realistische benadering kan ook worden bereikt via leerbedrijven en/of mini-ondernemingen waarbij de leraar Toegepaste economie in samenwerking met andere leraars dan een begeleidende rol kan opnemen. De integratie kan doorgetrokken worden naar de geïntegreerde proef. Belangrijk blijft dat er aan wordt herinnerd dat niet de handboeken richtinggevend zijn maar wel het leerplan. 6.2 Attitudes Scholen die hun leerlingen willen voorbereiden op het uitoefenen van een zelfstandig beroep, werken niet alleen met cognitieve doelstellingen. Zelfstandig ondernemen is méér dan het geïntegreerd toepassen van beroepskennis en de kennis van bedrijfsbeheer. Attitudevorming met het oog op het toekomstig beroep is hier op zijn plaats. Persoonlijkheidskenmerken van leerlingen kunnen niet gevormd worden gedurende een drietal lesuren. Daarenboven kan attitudevorming als onderdeel van het totale leerproces moeilijk gekoppeld worden aan één vak of vakonderdeel. Een geïntegreerde aanpak binnen alle vakken van de derde graad is dan ook wenselijk. Opvoeden is ook gedragswijzigingen sturen. Het is een proces van lange duur. Het is aan te bevelen dat een voorbereidende ondersteuning reeds start in de tweede graad. Onderstaande attitudes kunnen aangevuld worden volgens de specifieke eisen van het toekomstig beroep. Een verwerking ervan binnen het schoolwerkplan zal de rendabiliteit van de inspanningen verhogen. Als basis hebben we de SAM-schaal (1) genomen. De leerling: 1 kan resultaatgericht werken, 2 durft initiatief te nemen, 3 heeft voldoende inzet en doorzettingsvermogen, 4 werkt kostenbesparend en kostenbewust, 5 ontwikkelt een klantgerichte houding, 6 heeft aandacht voor kwalitatief werk, 7 aanvaardt discipline en houdt zich aan de afspraken (ook het indienen van opdrachten valt hieronder), 8 heeft aandacht voor een correcte werkmethodiek, 9 toont interesse en is leergierig, 10 heeft aandacht voor een milieuvriendelijk beleid, 11 draagt zorg voor een veilige werkomgeving, 12 heeft aandacht voor een verzorgd voorkomen, 13 is communicatief vaardig in de omgang met gelijken en meerderen, 14 kan verantwoordelijkheid opnemen en durft een gemotiveerde beslissing nemen, 15 kan risico's inschatten, 16 is luisterbereid, 17 kan kritisch voor- en nadelen afwegen, 18 kan een werkplanning opstellen en bijsturen, 19 werkt ordelijk, nauwgezet en verzorgd, 20 controleert het af te leveren werk, 21 kan zich flexibel opstellen, 22 komt zijn verplichtingen na, (1) SAM - Schaal voor attitudemeting. Uitgaven van het Verbond van Kristelijke Werkgevers en kaderleden (VKW). VKW Nationaal, Tervurenlaan 463, 1160 Brussel, tel.: (02)773 16 80, fax: (02)773 16 00. Toegepaste economie 11 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO D/2000/0279/008 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad TSO

23 bekommert zich om de echtheid van zijn verklaringen, 24 verwerpt voorstellen die tot misbruik leiden, 25 is bereid tot zelfevaluatie en bijsturing. 6.3 Vaardigheden Het bovenstaande geldt eveneens voor de noodzakelijke vaardigheden. We geven hieronder als voorbeeld. De leerling: 1 kan een rekenmachine vlot gebruiken voor courante (binnen de studierichting noodzakelijke) berekeningen [D2.2.2.2/3], 2 maakt spontaan gebruik van documentatiebronnen, 3 heeft aandacht voor zelfreflectie, 4 heeft aandacht voor zelfredzaamheid, 5 werkt probleemoplossend, 6 transfereert de opgedane kennis naar andere situaties. De school kan ook in de visie van de geïntegreerde proef de attitudes en vaardigheden als onderdeel van de procesevaluatie mee verwerken in de totale beoordeling. Indien dit gebeurt dienen de leerlingen daarvan vooraf te worden verwittigd. 7 LESVOLUME EN STUDIELAST Er wordt geen minimum aantal lestijden op schooljaarbasis vastgesteld dat aan het leerprogramma bedrijfsbeheer dient te worden besteed. Dit vloeit deels voort uit de reglementering van 5 juni 1989 waarbij een stelsel van geijkte benamingen van vakken en specialiteiten werd ingevoerd en waardoor het vak "Bedrijfsbeheer" als dusdanig niet meer bestaat. Het duidelijk afgebakend programma dient daarom verweven in één of meer algemene vakken en/of technische vakken/specialiteiten zonder daarom afbreuk te doen aan de uitdrukkelijk voorgeschreven leerinhouden en dito doelstellingen die moeten worden gerealiseerd en waarvan de uitvoering aan een overheidscontrole is onderworpen. De noodzakelijke ruimte, lees: lesuren, dient derhalve voor de leerstof bedrijfsbeheer te worden gereserveerd, indien men de corresponderende studiebekrachtiging niet aan de regelmatige leerlingen wil onthouden. Zelfstandig ondernemen is risico's durven en kunnen nemen, dit onderstelt ook verantwoordelijkheid kunnen dragen. Zonder de ondernemingsgeest van jonge adolescenten te onderdrukken moeten ook wij onze verantwoordelijkheid ten opzichte van onze leerlingen durven opnemen. Het aanvullend getuigschrift over de kennis van het Bedrijfsbeheer is niet zomaar een bijkomend diploma. Ook zonder het getuigschrift hebben de leerinhouden van het vak Bedrijfsbeheer een maatschappelijke meerwaarde voor de jonge volwassenen. Het VVKSO stelt voor het vakonderdeel Bedrijfsbeheer een minimum van drie lestijden per week op jaarbasis voor (zie VVKSO-leerplan Bedrijfsbeheer, Licap, 1996). De leerplancommissie Bakkerij/Toegepaste economie heeft de inhouden en de doelstellingen van Bedrijfsbeheer overgenomen en geïntegreerd in een groter geheel en meent dat onderstaand leerplan kan worden gerealiseerd als men er op jaarbasis 6 lestijden (TSO en BSO voor het attest Bedrijfsbeheer en AOV-verklaring) of 4 lestijden (enkel voor het attest Bedrijfsbeheer in BSO) per week aan besteedt. Toegepaste economie 12 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO D/2000/0279/008 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad TSO

De uren kunnen als volgt worden verdeeld: - BSO ofwel ofwel 3 uur in het eerste leerjaar van de derde graad en 3 uur in het tweede leerjaar van de derde graad. Vermits in het fundamenteel gedeelte telkens 2 uur Toegepaste economie zijn voorzien, lijkt het aanbevolen om 1 uur per leerjaar uit het complementair gedeelte toe te voegen; telkens 2 uur in het eerste, het tweede en het derde leerjaar van de derde graad. Bij leerlingen die instromen in het derde leerjaar van de derde graad BSO moet dan worden nagekeken of zij reeds bepaalde leerinhouden van het leerplan hebben verworven. In BSO geldt dat men voldoet aan de AVO-eindtermen indien men ook de leerstof aangeduid met een sterretje (*) heeft opgenomen. Indien men zich in BSO beperkt tot 2 uur in het eerste en 2 uur in het tweede leerjaar zal het absoluut onmogelijk zijn om deze uitbreiding te realiseren. - TSO Hier blijven 3 uur voorzien in het eerste leerjaar van de derde graad en 3 uur in het tweede leerjaar van de derde graad. Het invullen van de AOV-verklaring vereist wel vastgelegde afspraken die in de jaarplanning worden ingepast. Deze werden overeengekomen tussen STEVES (de organisatie die deze attesten in Nederland uitreikt) en de bij het VVKSO aangesloten hotelscholen. Elke school beschikt daartoe over de nodige procedures en documenten. De studielast kan op basis van 25 effectieve lesweken op volgende wijze worden verdeeld: (2 25 weken 3 lestijden per week of 3 25 weken 2 lestijden per week of 2 25 weken 2 lestijden per week in BSO zonder AOV-verklaring). - BSO bedrijfsbeheer: 90 lesuren toegepaste economie: 60 lesuren - TSO bedrijfsbeheer: 75 lesuren toegepaste economie: 75 lesuren Voor TSO-leerlingen zullen bepaalde onderdelen van dit leerplan meer theoretisch kunnen worden benaderd. De denker-doener-uitvoerder zal daar in de regel minder tijd voor nodig hebben dan de BSO-leerling, de doener-uitvoerder. Die zal voor de theoretische aspecten van bedrijfsbeheer meer lesuren nodig hebben en in de vele uren praktijk de gelegenheid krijgen om deze kennis aan te vullen of de praktische aspecten ervan nog te ontdekken. 8 LEERINHOUDEN, LEERPLANDOELSTELLINGEN EN PEDAGOGISCH-DIDACTI- SCHE WENKEN (*) = doelstellingen en leerinhouden die voor BSO als "uitbreiding" worden beschouwd. (U) = doelstellingen en leerinhouden die voor TSO als "uitbreiding" worden beschouwd. Toegepaste economie 13 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO D/2000/0279/008 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad TSO

Toegepaste economie 14 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO 1 1.1 1.2 1.3 2 2.1 2.2 2.3 2.4 3 3.1 3.2 3.3 3.4 Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN DEEL 1 Ik denk eraan om zelfstandig ondernemer (handelaar, ambachtsman/-vrouw) te worden Voorafgaandelijke onderzoeken HOOFDSTUK 1 De voorwaarden om zich te vestigen als zelfstandig ondernemer (handelaar, ambachtsman/ -vrouw) De leeftijdsbeperkingen De meerderjarigheid De ontvoogde minderjarige De geesteszieke en de verlengde minderjarigheid De burgerrechterlijke beperkingen De gefailleerde De bankbreuk De wettelijke onbekwaamverklaarden De onder gerechtelijke raadsman gestelden De vestigingswet Eisen op het vlak van vorming De beroepservaring en specifieke beroepsuitoefeningsvoorwaarden Het vestigingsgetuigschrift Het distributieattest Weten wie zich als zelfstandig ondernemer (handelaar ambachtsman/-vrouw) kan vestigen [D1.1]. (1) In de wetgeving op de handelsvestigingen kunnen opzoeken wat voor de eigen vestiging vereist is [D1.2.3.6]. (2) De specifieke beroepsuitoefeningsvoorwaarden kunnen opzoeken en weten hoe men er aan moet voldoen [D1.2.2]. (3) Deze voorwaarden kunnen interpreteren voor de eigen branche. (4) Het is niet de bedoeling dat leerlingen alles tot in detail kennen. Enkel de aspecten belichten die noodzakelijk zijn om te kunnen starten als zelfstandige in de bakkerijsector. Hier volstaan de begrippen. Punten 2.3 en 2.4 worden enkel vernoemd ter aanvulling. Hier volstaan de gegevens voor het eigen beroep.

Toegepaste economie 15 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO 4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.2 4.2.1 4.2.2 4.3 4.3.1 4.3.2 De rechten van een handelaar De rechtbank van koophandel Wanneer? Voordelen Gerechtelijk akkoord Begrip Voordelen Bescherming tegen oneerlijke concurrentie Belang Instrumenten HOOFDSTUK 2 Werken als zelfstandige en de gevolgen ervan De voorwaarden opsommen om beroep te doen op de rechtbank van koophandel. De voordelen verklaren van de werking van een rechtbank van koophandel. Het gerechtelijk akkoord omschrijven. De voordelen van het gerechtelijk akkoord voor een zelfstandig ondernemer verklaren. Het belang en het doel van de bescherming tegen oneerlijke concurrentie verklaren. De verschillende instrumenten hierbij aangeven. 1 Op sociaal vlak Een belangrijke bron van gegevens zijn de bijlage in het magazine ZO van het NCMV, en de tijdschriften van de sociale verzekeringskassen. 1.1 Sociale verzekeringskas Weten welke diensten een sociale verzekeringsmaatschappij kan vervullen [D8.1/2]. (5) 1.1.1 Aansluiten bij een sociale verzekeringskas als - zelfstandige - helper - meewerkende echtgenoot in: hoofdberoep bijberoep De belangrijkste sociale rechten en verplichtingen kennen van de zelfstandige (in hoofd- of bijberoep) help(st)er, echtgeno(o)t(e)-help(st)er [D8.1/1]. (6)

Toegepaste economie 16 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN 1.1.2 Bijdragen - voorlopige bijdragen - wijze van betaling - de basis voor de berekening 1.2 Aansluiten bij een ziekenfonds - grote risico's - kleine risico's 1.3 Tegemoetkomingen - gezondheidszorgen - kraamgeld - kindergeld - pensioen 1.4 Aanvullende persoonlijke verzekeringen - hospitalisatieverzekering - aanvullende pensioenverzekering - inkomensverzekering 1.5 De vergelijking van het statuut van een zelfstandige en een werknemer 2 2.1 2.2 2.3 Het huwelijkscontract Begrip Soorten huwelijksstelsels Keuze van een stelsel als zelfstandige en de gevolgen ervan Voor zelfstandigen in hoofd- en bijberoep de bijdragen opzoeken in recente bronnen. (7) De speciale regelingen voor een beginnende zelfstandige toelichten. (8) Het sociaal statuut van een bediende/arbeider kunnen situeren ten opzichte van een zelfstandige [D8.1/3]. (9) De keuze van het huwelijksstelsel als zelfstandige toelichten. (10) Gebruikmaken van cijfergegevens zodat de leerlingen beseffen hoeveel dit kost. Geef ook aandacht aan het feit dat beginnende zelfstandigen gedurende drie jaar werken met voorlopige bijdragen. De verzekeringen beperken tot de voorgestelde leerinhouden. De andere verzekeringen komen aan bod in Deel 2 Hoofdstuk 2. Aanbieden via een beperkte case-study. Het huwelijkscontract behandelen in functie van het statuut van zelfstandige.

Toegepaste economie 17 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO 1 1.1 1.2 1.3 1.4 HOOFDSTUK 3 Instanties die startende zelfstandigen hulp kunnen bieden De verschillende adviesinstanties De beroepsverenigingen De financiële instellingen De dienstverlenende instellingen (bv. provinciale instellingen...) De rol van de sociale secretariaten 2 De vergunningverlenende instanties (Kamer van Koophandel, gemeente) 3 3.1 3.2 3.3 4 1 2 De controlerende instanties Eetwareninspectie Ministerie van economische zaken Arbeidsinspectie De bedrijvencentra HOOFDSTUK 4 Marketing Begrip Marketing (*) Begrip en omschrijving marketing-mix (*) Weten bij welke instanties men informatie en hulp kan krijgen bij het starten van een eigen zaak [D1.2/2]. (11) De instanties die hulp kunnen bieden terugvinden. (12) De kanalen kennen waarlangs startende ondernemers informatie en ondersteuning kunnen krijgen [D1.3/1]. (13) Weten welke taak de verschillende controlerende instanties vervullen. Weten waar de nodige informatie kan bekomen worden. De nodige informatie opzoeken. (14) Het begrip marketing uitleggen. (*) Het begrip marketing-mix uitleggen. (*) Een bezoek aan een bedrijvencentrum, of een gastspreker kan de belangstelling van de leerlingen verhogen. Hierbij volgt men volgende werkwijze: - het bezoek met de gast voorbereiden in functie van de betrokken leerstof; - de leraar bereidt het bezoek voor in de klas. Een nabespreking houden, waarbij de leraar zorgt dat de leerlingen een gestructureerd overzicht krijgen. Bij de beroepsverenigingen wordt vooral aandacht besteed aan die verenigingen die specifiek zijn voor het betrokken beroep. Adressen zijn hierbij belangrijk. Overleg met de leraren van de specifieke vakken van de studierichting is hier zeker op zijn plaats. Dit wordt het best gegeven door het uitwerken van een praktisch voorbeeld dat geïntegreerd wordt uitgewerkt. Werk via een schematische voorstelling. De lessen worden zeer sectorgericht gegeven met onder andere markten voor brood- en banketbakkerijproducten, consumentengedrag, specifieke bakkerij-p's (presentatie, productontwikkeling, promotie en personeel).

Toegepaste economie 18 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO 3 Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN 3.1 3.1.1 3.1.2 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.5 3.6 3.7 Marketinginstrumenten De vestigingsplaats Omgeving Concurrentie De consument Doelgroep Bestedingspatroon Specifieke consumentenverenigingen Het product en/of dienst Assortimentskeuze en samenstelling Bronnen van marktinformatie Ontwikkeling van een nieuw product Promotie Betekenis Kanalen Middelen Wettelijke aspecten Prijs Presentatie Personeel Diverse marketinginstrumenten omschrijven en de relatie aangeven tussen de verschillende instrumenten. De voor- en nadelen van een mogelijke vestigingsplaats kunnen beoordelen [D1.2.3/1]. (15) De verschillende mogelijkheden onderscheiden en bespreken. (16) Verklaren hoe studies van concurrentiële bedrijven worden aangewend. De doelgroepen van een bakkerij omschrijven. [D2.1.4/1]. (17) Verklaren hoe studies van klanten worden aangewend. Het assortiment van producten en/of diensten kunnen samenstellen in functie van de doelgroep [D2.1.1]. (18) De promotie voor de zaak kunnen kiezen en weten hoe die kan worden uitgevoerd [D2.1.3.]. (19) Weten dat de factoren product en/of dienst, assortiment, vestigingsplaats, prijs, promotie en klanten op elkaar moeten afgestemd zijn en dit kunnen toelichten aan de hand van voorbeelden uit het eigen beroep [D2.1.4/2]. (20) Wijzen op de gevolgen van een keuze. Een bezoek brengen aan een toeleveringsbedrijf, aan een industriële bakkerij, aan een chocoladeverwerkend bedrijf, aan een beurs. Verwijzen naar de bescherming van de consument en naar consumentgerichte aanpak. Een zelfstandige uitnodigen die het beroep reeds uitoefent; of een bezoek brengen aan een zaak. Een praktijkgerichte aanpak zal de leerlingen motiveren. Aan de hand van concrete voorbeelden aantonen hoe men de promotie mee ondersteunt door: reclamevormen en PR-acties, prijsacties, kleding, advertentie, folder, verkoopbrief, omgang met klanten, uiterlijke verzorging, taalgebruik, klantgerichtheid, winkelinrichting. De verkooptechnieken toepassen op sectorgebonden materies. In samenwerking met de leraar Plastische opvoeding en Nederlands of PAV kunnen logo's, briefhoofden, uitnodigingen ontworpen en uitgevoerd worden.

Toegepaste economie 19 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO 4 4.1 4.2 4.2.1 4.2.1 4.3 5 5.1 5.2 5.3 6 6.1 6.2 6.3 Marktonderzoek (*) Begrip (*) Methode (*) Field research Desk research Procedures (*) Marktvormen (*) Monopolie (*) Oligopolie (*) Vrije concurrentie (*) Kwaliteitszorg (*) Kwaliteitsnormen en -middelen (*) Kwaliteitscontrole (*) Klachtenbehandeling (*) Een omschrijving geven van wat marktonderzoek is en op welke momenten men er gebruik van kan maken. (*) De basisprincipes van marktonderzoek verklaren en toepassen. (*) De methoden opsommen en toelichten. (*) De procedures en bronnen bij marktonderzoek opsommen en toelichten. (*) De verschillende stadia van het marktonderzoek opsommen en ieder stadium verklaren. (*) De meest relevante aspecten van marketing omschrijven en de betekenis ervan toelichten. (*) De verschillende marktvormen kennen en weten in welke marktvorm een bakkerij gesitueerd is. (*) Een omschrijving geven van kwaliteitszorg in relatie tot marketing. (*) Kwaliteitsnormen en -middelen opsommen en een kwaliteitscontrole beschrijven. (*) Aantonen dat een correcte klachtenbehandeling de verkoop kan bevorderen. (*) De belangrijkste elementen van een klacht formuleren. (*) De onderlinge relaties aangeven tussen product/ productie, personeel, materieel en kwaliteitszorg. Het onderscheid maken bij de start van een nieuwe zaak, bij een bestaande zaak, bij de overname van een zaak. Aandachtspunten: - relatie wens van de klant en het te leveren product, kwaliteitscontrole; - bij inkoop, productie, opslag, verkoop, levering en nazorg, klachtenbehandeling.

Toegepaste economie 20 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN HOOFDSTUK 5 Bijzondere reglementeringen waar ik als zelfstandige bakker rekening moet mee houden Een omschrijving geven van diverse wetten met betrekking tot het bedrijf zelf én de klanten omtrent een ordelijk economisch verkeer. De belangrijkste wettelijke regelingen in de bakkerijsector opsommen en toelichten. Instanties aanduiden waar men concrete informatie kan krijgen. (22) (24) (26) (28) (32) 1 De vestigingswet Weten wat de vestigingswet inhoudt. De vestigingswet en de gereglementeerde beroepen werden ook behandeld in Hoofdstuk 1. Zie ook Vlarem. 2 De wet op de privacy Weten dat door de wet op de privacy bestanden moeten worden aangegeven en weten wat men moet doen om aan de verplichtingen te voldoen [D2.3.3]. (21) 3 4 Openingstijden onder andere - Avondsluiting - Wekelijkse rustdag De wet op de handelspraktijken Weten dat er een speciale reglementering bestaat in verband met de openingstijden [D2.3.2]. (23) De basisprincipes van de wet op de handelspraktijken en op de voorlichting en de bescherming van de consument kennen [D2.3.1]. (25) Van punt 2 tot en met punt 13 is het praktijkgerichte belangrijker dan de kennis van de inhouden van de verschillende wetgevingen. De leerlingen moeten weten dat de wet bestaat. De lessen zijn gericht op volgende vragen: Wat betekent het? Waar vind ik de nodige gegevens? Hoe zoek ik op wat ik specifiek nodig heb? De leerlingen kunnen navraag doen over de specifieke vergunningen. De leerlingen er op wijzen dat een bakker verplicht is de nodige voorzorgen te treffen tegen contaminatie van voedingsmiddelen en -producten en dat de noodzakelijke maatregelen zijn vastgelegd in een sectorgebonden wetgeving.

Toegepaste economie 21 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO 5 6 6.1 6.2 6.3 De wet op de bescherming van de consument De wet op de auteursrechten Sabam Bescherming op het kopiëren (reprobel) Softwarelicenties Weten wat gereglementeerd wordt bij de wet op de auteursrechten [D2.3.4/1]. (27) Aanduiden in welke mate en voor welke activiteiten een zelfstandige met auteursrechten te maken heeft. (29) Correcte betalingen in verband met auteursrechten uitvoeren. (30) Weten dat de auteursrechten ook gelden voor het maken van fotokopieën. Weten dat er softwarelicenties bestaan en wat de juiste betekenis ervan is [D2.3.4/2]. (31) Concreet kunnen opzoeken op welke manier men kan bewijzen dat de softwarelicenties voldoen aan de vereisten van deze specifieke auteursrechten [D2.3.4/3]. (33) 7 Het ARAB - Codex WWW Concrete voorbeelden aanhalen uit de beroepssituatie waar het ARAB van toepassing is. (34) 8 Het AREI Concrete voorbeelden aanhalen uit de beroepssituatie waar het AREI van toepassing is. (35) De leerlingen leren zelfstandig of in groep in de bestaande documentatie de nodige gegevens opzoeken die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun zelfstandig beroep. Overleg met vakcollega's is echt nodig. Overlappingen vermijden. Werken met concrete opdrachten, bijvoorbeeld in de GIP. De leerlingen moeten aandacht hebben voor de actualiteit in verband met hun beroep. Men kan krantenartikels laten verzamelen met betrekking tot: - schending van de auteursrechten; - oneerlijke concurrentie; - falingen; - gerechtelijk akkoord; - aanvragen milieuvergunningen... De leerlingen moeten weten dat deze wetgeving bestaat en nageleefd moet worden (o.m. de periodieke controle). De toepassing van deze wetgeving raakt immers het algemeen belang.

Toegepaste economie 22 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO 9 Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN 9.1 9.1.1 9.1.2 9.2 9.3 De milieuwetgeving Milieuvergunningen Opsomming van de verschillende klassen Soorten afval en afvalwater De betrokken instanties Informatiebronnen Weten dat er een milieuwetgeving bestaat [D2.3.5/1]. (36) Weten waar men de nodige documenten en inlichtingen kan bekomen om aan deze wetgeving te voldoen [D2.3.5/2]. (37) Weten waar men de nodige informatie kan bekomen betreffende de milieuvergunningen voor de vestiging van een bepaalde zaak [D1.2.3.9]. (38) Deze informatie hanteren voor de eigen beroepssituatie. (39) 10 Meldingsplicht voor bakkerijen Weten dat er een meldingsplicht bestaat en hoe te vervullen. 11 12 13 Hygiënewetgeving + eetwarenvergunning De wet op het racisme Aansprakelijkheidswet (zie "verzekeringen") De hygiënewetten die van toepassing zijn op ambachtelijke en industriële bakkerijen opsommen en weten hoe men een eetwarenvergunning moet aanvragen. Weten dat men geen klanten mag weigeren noch uitspraken doen op basis van uiterlijk, overtuiging... Belangrijke adressen en instellingen worden medegedeeld (o.a. het Provinciaal Veiligheidsinstituut Antwerpen). Dit gedeelte praktisch behandelen. Iemand van de betrokken dienst uitnodigen of een bezoek brengen aan de dienst in gemeente of stad is aan te bevelen. Het verband leggen met de vestigingsplaats (Hoofdstuk 4 Deel 1). De inhoud van de hygiënewetgeving kan in TV en PV aan bod komen, onder andere in bakkerijtechnologie.

Toegepaste economie 23 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO 1 HOOFDSTUK 6 Keuze van de ondernemingsvorm Rechtspersonen en natuurlijke personen Een omschrijving geven van de verschillende soorten in de bakkerijsector relevante ondernemingsvormen en bij iedere vorm de juridische aspecten omschrijven. 2 De eenmanszaak Het verschil tussen een eenmanszaak en een vennootschap kunnen toelichten (oprichting, aansprakelijkheid, verplichtingen) [D8.3.1]. (40) 3 3.1 3.2 3.3 3.4 De vennootschap BVBA EBVBA NV CV De kenmerken van de meest voorkomende vennootschapsvormen kunnen toelichten en begrijpen [D8.3.2]. (41) Voor een vooraf bepaald bedrijfstype gebruikmakend van een overzichtstabel een ondernemingsvorm kiezen en verantwoorden. (42) Vooral dienen volgende punten te worden beklemtoond: - de aansprakelijkheidsregeling, - de inbreng van het minimumkapitaal, - aantal noodzakelijke deelnemers, - hoe een vennootschap oprichten, - continuïteit, - de vormvoorwaarden. Het opstellen van statuten wordt besproken in Deel 2 Hoofdstuk 1. Het is niet de bedoeling dat de leerlingen deze kennis kunnen reproduceren. Het is eerder de bedoeling dat de leerlingen aan de hand van beschikbare documentatie voor een bepaald type van een bedrijf de juiste ondernemingsvorm kunnen kiezen. Tip: gebruik de overzichtstabellen die in de publicaties van banken voorkomen. De evaluatie dient op dezelfde wijze te gebeuren. Laat de leerlingen hun keuze verantwoorden.

Toegepaste economie 24 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN HOOFDSTUK 7 Ik zoek een geschikt pand voor mijn zaak 1 Ik sluit een contract voor de huur van een handelspand 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 Het begrip handelshuur Verplichtingen van de huurder en verhuurder Duur en einde van de handelshuur Huurverlenging Huurprijsaanpassing Verbouwingen Huurkosten Ik koop een gebouw of een perceel grond Aankoop van een onroerend goed Wettelijke voorschriften De elementen van de totale kostprijs van een onroerend goed De rol van de notaris Beperkingen van het eigendomsrecht - stedenbouwkundig attest - milieuvergunningen - erfdienstbaarheden (U) De wettelijke voorschriften kennen bij het afsluiten van een handelshuurcontract [D1.2.3/4]. (43) De betekenis en het belang van de handelshuur kunnen aantonen. (44) Het belang van de registratie van een huurcontract en de wijze waarop de registratie moet gebeuren kunnen bespreken. (45) Weten welke regels er zijn ten aanzien van huur, verhuur (rechten en plichten van betrokken partijen, woon- en bedrijfsruimte, pachten). De wettelijke voorschriften kennen bij het afsluiten van een koopcontract voor onroerende goederen [D1.2.3/3]. (46) De totale kostprijs van de aankoop van een gebouw of grond kunnen analyseren. (47) Weten welke instanties de nodige inlichtingen kunnen verschaffen over de reglementeringen inzake bouwen of verbouwen [D1.2.3/8]. (48) Weten dat vergunningen nodig zijn voor het bouwen en verbouwen [D1.2.3/7]. (49) Weten dat eigendommen niet altijd een recht op alleengebruik hebben. (U) Realistische aanpak is belangrijk. Vertrek vanuit een concrete situatie. Huuraanbiedingen uit kranten kunnen helpen. Gebruik een eenvoudig huurcontract om de verplichtingen te bespreken. Immobiliënkantoren kunnen u wellicht eenvoudige correcte modellen geven. De leerlingen moeten op het aspect van de kosten gewezen worden. Indien in PAV of in MAVO het huren van een gebouw in een thema behandeld wordt, neem dan contact op met uw collega zodat overlappingen vermeden worden. Dit gedeelte realistisch maar niet te uitgebreid behandelen. Indien dit thema in PAV of in MAVO behandeld wordt dan contact opnemen met de collega om overlappingen te vermijden. Bij bepaalde studierichtingen kunnen de punten van de uitbreidingsleerstof belangrijk zijn. In samenspraak met de betrokken collega's kunnen deze hier worden behandeld. Besteed daar dan wat tijd aan. Mijd overlappingen en details. Het hypothecair krediet wordt behandeld in Deel 2 Hoofdstuk 3.

Toegepaste economie 25 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO 3 Besluit: Voor- en nadelen van kopen en huren De voor- en nadelen kunnen afwegen bij het keuzeprobleem: kopen of huren van een onroerend goed [D1.2.3/2]. (50) 4 5 Aankoop van inrichtings- en uitrustingsgoederen (U) Aankoop van rollend materiaal (U) Opzoeken welke ondernemingen gespecialiseerd zijn in de verkoop of de verhuring van inrichtingsen uitrustingsgoederen en weten hoe men dit kan financieren (zie kredietvormen). (U) Weten hoe rollend materiaal kan gefinancierd en verzekerd worden (zie kredietvormen en verzekeringen). (U) 6 Inrichting bedrijfsruimten Een omschrijving geven van de inrichting van de verschillende ruimtes in en buiten de bakkerij en van het eventuele gebruik van transportmiddelen (intern en extern) in relatie tot de productie- en distributieprocessen. Zorg voor een vergelijkende tabel zodat de leerlingen via dit model in staat zijn een keuze te maken. Werk met een case en laat leerlingen hun oplossing toelichten. Afspraken maken voor integratie in PV en TV.

Het is ook zinvol bijvoorbeeld een project of themadag(en) te maken, al of niet als afsluiting van dit deel. Sprekers kunnen uitgenodigd worden vanuit: - Kamers van Ambachten en Neringen - Sociaal secretariaat - Boekhoudkantoor - Notariskantoor - Rechtbank van Koophandel - NCMV - VIZO - Financiële en kredietinstellingen - Instituut voor de Veiligheid - Horeca-Vlaanderen -... Toegepaste economie 26 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO D/2000/0279/008 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad TSO

Toegepaste economie 27 Brood- en banketbakkerij en confiserie - 3de graad BSO 1 1.1 1.2 1.3 Nr. LEERINHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN DIDACTISCHE WENKEN DEEL 2 Ik word zelfstandig ondernemer HOOFDSTUK 1 De wettelijke verplichtingen Algemeen Openen van een bankgiro Het bekendmaken van mijn huwelijksstelsel De naam van mijn bedrijf - keuze - bescherming 1.4 Inschrijving in een handels- of ambachtsregister - het handelsregister - het ambachtsregister (U) - de specifieke registratie eigen aan bepaalde beroepen (U) 1.5 1.6 1.7 1.8 Aanvragen van een BTW-nummer Aansluiten bij een sociale verzekeringskas Aansluiten bij een ziekenfonds Aangifte bij de directe belastingen Weten aan welke voorwaarden men moet beantwoorden om zich als zelfstandige te kunnen vestigen (handelaar, ambachtsman/-vrouw) [D1.2/1]. (51) Deze voorwaarden opsommen. (52) Actuele informatie kunnen opzoeken over de wettelijke verplichtingen die vooraf moeten vervuld worden bij het starten van een eigen zaak [D1.2.1/1]. (53) De adressen terugvinden om de nodige formaliteiten te vervullen. (54) De instellingen kennen waar de formaliteiten moeten vervuld worden om aan de gestelde verplichtingen te voldoen [D1.2.1/2]. (55) Een loutere theorieles is hier zeker niet op haar plaats. Een suggestie: help de leerlingen op weg om zelf contact te zoeken met de nodige instanties. Leg als leraar echter zelf vooraf de contacten zodat de betrokken instelling op de hoogte is en de nodige tijd kan uittrekken. Waarom geen groepswerk organiseren en de taken verdelen? Sommige onderwerpen werden in Deel 1 reeds behandeld. Hier gaat het om de inschrijving en de bijkomende formaliteiten. Het belangrijkste is dat de leerlingen de volgende vragen vlot kunnen beantwoorden: - welke verplichtingen zijn er? - welke formaliteiten moeten vervuld worden? - hoe doe je dat? - waar bevinden zich de betrokken instellingen? Het volstaat dat de leerlingen weten wat het is, de reden van de registratie kennen en weten waar de nodige informatie te vinden is. Hier informatief en illustratief ingevulde voorbeelden van inschrijvingsformulieren in de map laten opnemen. Er volgt in Delen 2 en 3 nog een hoofdstuk waarin de BTW wordt besproken. De leerstof met (U) enkel behandelen indien dit noodzakelijk is voor het betrokken beroep.