MultiBank 5000. Installatie- en gebruikershandleiding



Vergelijkbare documenten
Algemene beschrijving

Algemene beschrijving

Chipknip Oplaadpunt TR5000 CK. Gebruikershandleiding

Algemene beschrijving

FacilityPro POS Installatie- en gebruikershandleiding

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving

Algemene beschrijving. PDS7 FPM NLED 0305.doc

Algemene beschrijving

Chipknip Oplaadpunt TR5000 CK. Product Datasheet

Installatie- en gebruikershandleiding

bestandsnaam: PDS6 V3000 NLED 0308.doc revisiedatum:

FacilityPro Hét chipkaartsysteem voor facilitair management

FacilityPro CopyPrint Installatie- en gebruikershandleiding

bestandsnaam: MAN8 FPMU NLED 3708.doc revisiedatum: softwareversie: 3.7

FacilityPro gebruikersportaal Gebruikershandleiding

HANDLEIDING WINPOS KASSA

Handleiding gebruik kassaterminal

Softphone Installatie Handleiding

Deze handleiding werd speciaal voor u gemaakt. U vindt hier alles terug om probleemloos met uw betaalterminal te kunnen werken.

Instructies Wi-Fi instellen Samil TL-D

bestandsnaam: MAN8 FPMI NLED 3702.doc revisiedatum: softwareversie: 3.7

Verkorte gebruikershandleiding. CCV Smart (VX VX 820)

Verkorte gebruikershandleiding. CCV Budget (VX 520)

Verkorte gebruikershandleiding. CCV Smart (VX VX 820)

Deze handleiding werd speciaal voor u gemaakt. U vindt hier alles terug om probleemloos met uw betaalterminal te kunnen werken.

Handleiding Groenhuysenpas

GEBRUIKSHANDLEIDING DC800

Chipkaart vereenvoudigt facilitair management in scholen en universiteiten. FacilityPro in het Onderwijs

Installatiehandleiding Kassa-betaalautomaat koppeling

Quickstart ewon Cosy 131

Handleiding Mplus Touch Screen Kassa. Module T4000 Zelfbedieningskassa

Welkom bij payleven. Bovenop Magneetstriplezer. Voorkant. Bluetooth-symbool. Batterij indicator. USBpoort. Aan/uit

1 Inleiding. 3 Handmatig... invoeren zaken basis 4 Verwerken... zaken 5 Afhandelen... van zaken. 7 Uitgebreidere... zaak opties

Snel op weg met e.dentifier2

Installatie-instructie. Vx520

TECHNISCHE HANDLEIDING AVISTAR 1.1 SERVER- en CLIENTPANEEL. 1 Inleiding blz Montage/ophanging paneel blz. 3

Gebruikers Handleiding

Afbeelding 9: Menu toets. Afbeelding 10: Synchroniseren. Afbeelding 11: Synchroniseren - HOEFSMIDSTRAAT AA HOOGVLIET

UNIFORM-Pocket PC Handleiding

Handleiding Icespy MR software

Handleiding Digitaal Aanvraagformulier

TVB, 05/02/2014. Qbus Cloud Activatie

INSTALLATIE HANDLEIDING

(2) Handleiding Computer Configuratie voor USB ADSL modem

Pagina 2 van 27. Kassa software

Table of contents 2 / 15

BIPAC-711C2 / 710C2. ADSL Modem / Router. Snelle Start Gids

HANDLEIDING INFOGRAPHIC SOFTWARE Versie 2.3 / jan 2014

HANDLEIDING Q1200 Klantenbeheer met Acties

In de schoolkantine kan er één maand met contant geld en met de schoolpas betaald worden. Vanaf 5 juni kan het betalen alleen met de schoolpas.

Briljant Serienummers

uziconnect Installatiehandleiding

Gebruikershandleiding GPK-applicatie

AFO 491 Up-to-date kasoverzichten

uziconnect Installatiehandleiding

Met deze module heeft u de mogelijkheid om gemakkelijk, snel en efficiënt uw documenten als naslag in Unit 4 Multivers te koppelen.

Predator Pro 3D USB. Predator Pro 3D USB. Gebruikershandleiding. Versie 1.0

Nieuwe- en bijkomende functionaliteiten app V5.0

myguard 7202 / 7202G (802.11g) Security ADSL2+ Router Snelle Start Gids

TCP/IP module NPort 5110

H A N D L E I D I N G D A Z A T O O L S - O N T V A N G E R

Elbo Technology BV Versie 1.1 Juni Gebruikershandleiding PassanSoft

BIPAC 7100SV VoIP ADSL Modem/Router

INLOGGEGEVENS Waar vind ik mijn inloggegevens? 3

Instructie. Water. Wegen. Werken. Rijkswaterstaat. BICS Installatie. BICS Installatie

Handleiding Site to Edit Module Veiling

knfbreader Mobile kreader Mobile

Forum IPhone 3020 Installatiehandleiding

Handleiding Hulp bij verbindingsinstellingen. Versie

Gebruikershandleiding

Modemnetwerk en lokaal netwerk (Local Area Network)

Triggers en Acties gebruiken

Voeler ingang van de ilog recorder. Stop de temperatuurvoeler

Configuratie PL printers. Dealer instructie v0.99

Siemens SE551. Handleiding Flits Thuis

CCV Budget Verkorte gebruikershandleiding

Inrichting Systeem: Locaties & Toegang

AxiLink. GPRS modem / en SMS transmitter. Manual. September 2011

Installatie SoftN - MyCareNet

Handleiding Terminal

Installatiehandleiding TiC Narrow Casting Manager

Installatie. Klik vervolgens op OK om verder te gaan met de installatie. Om verder te gaan met de installatie kunt op op Volgende klikken.

Handleiding Mplus Touch Screen Kassa. Module T1220 Klantenkaart en relatie beheer

Handmatige Instellingen Exchange Online. Nokia E51 Symbian S60 Smartphone

Snel op weg met de PepperPlayer.

Webrelais IPIO-32R-M-v8.0 Compacte modul met 32 Relais Outputs.

FACILITYPRO - ALLES IN EIGEN HAND

Instructies Windows Live Mail Pagina 1

UNTILL SPORTS HANDLEIDING BARDIENST

Gebruiksaanwijzing WTW PC-software

Handleiding Mplus Touch Screen Kassa. Module T1510 Statiegeld

Nieuw toegevoegd: Uitleg driver (her) installeren nadat Windows 8 en Windows 8.1 automatisch de driver heeft geüpdatet.

Duifmelden. nl Gebruikershandleiding Automatische Aanmeld Module met de kloksystemen - Tauris - Unikon - Mega - Bricon - Benzing M1

Inschakelen terminal...3 Aanmelden terminal...4 Hoofdscherm...5 Producten aanslaan...7 Producten afrekenen...13

DKO Beheerders. 5 maart WISA helpdesk

Korte Handleiding iwl250

Snel starten met contant Stap 1: Module SnelStart!Contant selecteren in de demonstratieversie van het programma:

Netwerk licentie leesmij

Transcriptie:

MultiBank 5000 Installatie- en gebruikershandleiding bestandsnaam: revisiedatum: 17-12-2009 MAN9 B5000 NLED 4110.doc

Voor meer informatie: Kijk op de website van Magna Carta http://www.magnacarta.nl/ 2009 Magna Carta Chipcard Solutions. Alle rechten voorbehouden. Magna Carta, FacilityPro, FacilityPro Manager, Comet en het FacilityPro Manager logo zijn wettig gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Magna Carta Chipcard Solutions in Nederland en/of andere landen. Alle andere productnamen zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaren.

INHOUDSOPGAVE OVER DEZE INSTALLATIE- EN GEBRUIKERSHANDLEIDING... 4 1 INLEIDING... 5 2 INSTALLATIE... 8 2.1 Het aansluiten van de MultiBank op een netwerk... 8 2.2 Montage van de MultiBank... 9 3 CONFIGURATIE... 11 3.1 Het laden van de standaardconfiguratie... 11 3.2 Configureren met FacilityPro Manager... 12 3.2.1 FacilityPro Manager instellen voor uw MultiBank... 12 3.2.2 De terminal aanmaken in de database... 14 3.2.3 Een machinetype aanmaken voor de MultiBank... 15 3.2.4 Bepalen welke munten de MultiBank zal accepteren... 16 3.2.5 Bepalen welke bankbiljetten de MultiBank zal accepteren... 17 3.2.6 Bepalen welke munten de MultiBank zal hoppen... 19 3.2.7 Bepalen welke bedragen cashless kunnen worden opgewaardeerd... 21 3.2.8 Het bepalen van de MultiBank parameterwaarden... 22 3.2.9 Het uitlezen van de MultiBank... 24 3.2.10 Het configureren van de MultiBank... 25 3.3 Configureren met http... 25 4 BEDIENING VAN DE MULTIBANK... 31 4.1 Een kaart opwaarderen met contant geld... 31 4.2 Een kaart opwaarderen met bankpas of Chipknip... 33 4.3 Een kaart opwaarderen van het salaristegoed... 35 4.4 Het saldo van een kaart bekijken... 36 4.5 Een kaart kopen... 36 4.6 Een kaart inleveren... 37 4.7 Het kiezen van een PIN voor opwaarderen van het salaristegoed... 40 5 MULTIBANK RAPPORTEN... 41 MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc 1

5.1 Het rapport Audits -opwaardeerders uitgebreid... 41 5.2 Het rapport Audits opwaardeerders geldbakken... 42 5.3 Het rapport Audits opwaardeerders hoppers... 43 5.4 Report Audits opwaardeerders kaarten... 43 6 ONDERHOUD VAN DE MULTIBANK... 45 6.1 Het openen en sluiten van de MultiBank... 45 6.2 Het opstarten van de MultiBank... 45 6.3 Het instellen van het contrast van de display... 46 6.4 Het legen van de geldbakken... 46 6.5 De gemotoriseerde kaartuitgifte- en innamemodule... 51 6.5.1 Het plaatsen van gastenkaarten in de bak voor kaartuitgifte... 51 6.5.2 Het legen van de bak voor kaartinname... 53 6.6 De hoppers... 53 6.6.1 Het bijvullen van de hopperbuizen... 54 6.6.2 Het legen van de hopperbuizen... 56 6.7 Het verwisselen van de papierrol van de printer... 57 6.8 Het herprinten van de laatste transactiebon... 59 6.9 Het afstorten van de Chipknip betalingen... 60 6.10 Het afmelden en aanmelden van de EFT terminal... 61 6.11 Het schoonmaken van de kaartlezer... 61 7 PROBLEMEN OPLOSSEN... 63 7.1 Munten vallen door de muntproever... 63 7.2 Munten kunnen niet worden ingevoerd of verdwijnen... 63 7.2.1 TR5X1X, TR5X3X... 64 7.2.2 GS5X1X, GS5X3X... 65 7.3 Iets zit vast in de bankbiljetlezer... 65 7.4 Storing EFT buiten gebruik... 65 7.5 Betaling onderbroken... 66 7.6 Printerpapier op... 67 7.7 Printer staat uit... 67 2 MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc

7.8 Kaart zit vast in de kaartlezer... 68 7.9 Kaartfout bij opwaarderen... 69 7.10 De MultiBank gaat niet aan... 69 7.11 De PCB raadplegen bij storingen... 70 7.11.1 PCB meldingen voor de muntproever... 71 7.11.2 PCB meldingen voor de biljetlezer... 71 7.11.3 PCB meldingen voor de hoppermodule... 71 7.11.4 PCB meldingen voor de printer... 72 7.11.5 PCB meldingen voor de PIN module... 72 MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc 3

Over deze installatie- en gebruikershandleiding Dit is de installatie- en gebruikershandleiding voor de MultiBank 5000 serie (versie MAN9 B5000 NLED 4110.doc). Het is gebaseerd op de Magnabox applicatiesoftware versie V3.41 en bios versie 3.35 en op FacilityPro Manager versie 3.3.0.21. Deze gebruikershandleiding beschrijft hoe u een MultiBank moet installeren en gebruiken, en hoe u bepaalde problemen kunt oplossen. Voor technische specificaties zoals de afmetingen, geheugencapaciteit, enz. wordt verwezen naar de datasheet van de MultiBank 5000 serie. Wanneer in de tekst opsommingen voorkomen die geen instructies zijn zullen ze zijn genummerd met haken, als volgt: 1) Eerste punt. 2) Tweede punt, enzovoorts. Wanneer in de tekst instructies voorkomen voor het uitvoeren van de diversen taken hebben deze instructies altijd een kop die begint met Zo, bijvoorbeeld Zo waardeert u een kaart op:. De instructies voor die taak worden vervolgens stapsgewijs gegeven, in de volgorde waarin u ze uitvoert, en genummerd met punten, als volgt: 1. Stap 1. 2. Stap 2. 3. Stap 3, enzovoorts. 4 MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc

1 Inleiding De MultiBank 5000, kortweg MultiBank, is een opwaardeerstation waar FacilityPro chipkaarten kunnen worden opgewaardeerd en in sommige gevallen ook worden gekocht en ingeleverd. De MultiBank kent een groot aantal modellen, zodat er voor vrijwel alle sites een geschikt model verkrijgbaar is. De modellen van de MultiBank zijn in twee hoofdgroepen te verdelen: transferterminals, waar alleen kan worden opgewaardeerd, en gastenterminals, waar tevens kaarten worden gekocht en ingeleverd, eventueel tegen betaling/terugbetaling van een borg. Het opwaarderen van de kaart kan op verschillende manieren worden betaald: met munten en/of biljetten, met een bancaire betaalkaart (PIN-pas, creditcard of Chipknip) of vanaf het back-office tegoed, bijvoorbeeld het salaristegoed 1. De aanschaf van een kaart (evt. borg) kan op al deze manieren worden betaald, behalve vanaf het salaristegoed. De bediening van de MultiBank is eenvoudig. Op de display wordt via keuzemenu s en/of instructies uitleg gegeven aan de gebruiker. Onder de display zijn vier keuzeknoppen waarmee de gebruiker door de menu s kan scrollen en een menukeuze kan selecteren of een transactie kan annuleren. Tevens staan voorop de MultiBank duidelijke stap-voor-stap instructies. Wanneer bij een MultiBank gastenterminal een nieuwe kaart wordt gekocht moet de gebruiker, afhankelijk van de instellingen, al dan niet een prijs en/of borg betalen voor de kaart. Ook kan er worden ingesteld dat de kaart bij aanschaf direct met een vast bedrag wordt opgewaardeerd. Wanneer een kaart wordt ingeleverd worden de eventueel betaalde borg en het tegoed op de kaart terugbetaald. Ook kan bijvoorbeeld worden ingesteld dat een eventueel tegoed op de kaart niet wordt terugbetaald, of dat alleen het tegoed wordt terugbetaald en de kaart niet wordt ingenomen. Een FacilityPro kaart is een chipkaart voor uw eigen organisatie of bedrijf van het gesloten elektronische transactiesysteem FacilityPro dat is ontwikkeld door Magna Carta. Met een FacilityPro kaart kan worden betaald bij kassa s, verkoopautomaten, kopieermachines, enz. FacilityPro biedt een variëteit aan configuratie, registratie en loyalty mogelijkheden. Zo kunnen voor de individuele FacilityPro kaarthouder verschillende kortingen gelden. FacilityPro kaarten zijn beschikbaar voor contact kaarten en voor contactloze kaarten. FacilityPro ondersteunt de contact kaarten JavaCard, IBM MFC en de verouderde Bull Scot5, Gemclub Micro, FacilityCard en Multi-Card Smart. De contactloze kaarten die worden ondersteund zijn Mifare Classic, Mifare DESFire en contactloze JavaCards. Terminals zijn voorbereid voor Mifare Plus. Voor de ondersteuning van LEGIC kaarten is er een speciale LEGIC kaartlezer. De MultiBank heeft een stalen behuizing die bestaat uit één of meerdere compartimenten waarin de verschillende modules zijn ingebouwd die nodig zijn voor de functionaliteit van het opwaardeerstation. Het linker compartiment bevat de besturingsmodule (Magnabox), een PCB en de kaartlezer (Atlas 4), of in het geval van een gastenterminal een gemotoriseerde kaartuitgifte- en innamemodule met kaartlezer met blokkeermechanisme. In een transferterminal zal het linker compartiment tevens de hardware bevatten voor één van de opwaardeermethodes: 1 In deze handleiding zal verder steeds over het salaristegoed worden gesproken, ook al kan dit ook een ander soort tegoed zijn dat vanaf een back-office wordt beheerd (gesloten debet betaalsysteem). MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc 5

- Muntproever met bak voor muntopvang - Biljetlezer met bak voor biljetopvang - Betaalautomaatmodule of EFT module (EFT terminal voor bancaire debet en credit betaalsystemen) met bonprinter - PIN module met evt. bon printer (voor gesloten debet betaalsystemen) De tweede en verdere compartimenten van een MultiBank bevatten altijd elk de hardware voor één opwaardeermethode. De muntmodule in een gastenterminal zal een uitgebreidere muntproever bevatten dan de muntproever in een transferterminal, om geld aan de gebruiker uit te kunnen keren voor het terugbetalen van het tegoed op een kaart en/of de borg of het geven van wisselgeld. Een compartiment met een EFT of PIN module zal altijd verder naar links zijn geplaatst dan compartimenten voor contant opwaarderen, en een compartiment met een muntproever zal altijd verder naar links zijn geplaatst dan een compartiment met een biljetlezer. Afhankelijk van welk model MultiBank u heeft zullen delen van deze installatie- en gebruikershandleiding niet voor uw MultiBank van toepassing zijn. Wanneer een paragraaf alleen van toepassing is op bepaalde MultiBanken, zal dit aan het begin van de paragraaf worden vermeld. Wanneer een instructie alleen van toepassing is op bepaalde MultiBanken zal dit tussen haakjes worden aangegeven, bijvoorbeeld (GS5XXX), (TR5200). De MultiBank productcodes zullen worden aangehaald, waarbij een X aangeeft dat iedere waarde op die positie kan worden ingevuld. TR52XX staat bijvoorbeeld voor iedere transferterminal met een PIN module, GS50XX staat voor iedere gastenterminal zonder EFT of PIN module, enz. Tabel 1-1 en Tabel 1-2 tonen de beschikbare modellen van de MultiBank 5000 met hun productcodes. De kleur geeft aan hoeveel compartimenten de MultiBank heeft. DE MULTIBANK 5000 TRANSFER TERMINALS GEEN CASHLESS MODULE MUNT BILJET MUNT+BILJET IRDA en TCP/IP TR 5010 TR 5020 TR 5030 + PSTN modem TR 5011 TR 5021 TR 5031 + GSM/GPRS modem TR 5012 TR 5022 TR 5032 EFT MODULE VOOR BANCAIR OPWAARDEREN GEEN CASH MUNT BILJET MUNT+BILJET IRDA en TCP/IP TR 5100 TR 5110 TR 5120 TR 5130 + PSTN modem TR 5101 TR 5111 TR 5121 TR 5131 + GSM/GPRS modem TR 5102 TR 5112 TR 5122 TR 5132 PIN MODULE VOOR OPWAARDEREN VAN HET SALARISTEGOED GEEN CASH MUNT BILJET MUNT+BILJET IRDA en TCP/IP TR 5200 TR 5210 TR 5220 TR 5230 + PSTN modem TR 5201 TR 5211 TR 5221 TR 5231 + GSM/GPRS modem TR 5202 TR 5212 TR 5222 TR 5232 Tabel 1-1 De MultiBank transferterminals 6 MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc

DE MULTIBANK 5000 GASTENTERMINALS GEEN CASHLESS MODULE MUNT BILJET MUNT+BILJET IRDA en TCP/IP GS 5010 GS 5020 GS 5030 + PSTN modem GS 5011 GS 5021 GS 5031 + GSM/GPRS modem GS 5012 GS 5022 GS 5032 EFT MODULE VOOR BANCAIR OPWAARDEREN GEEN CASH MUNT BILJET MUNT+BILJET IRDA en TCP/IP GS 5110 GS 5120 GS 5130 + PSTN modem GS 5111 GS 5121 GS 5131 + GSM/GPRS modem GS 5112 GS 5122 GS 5132 PIN MODULE VOOR OPWAARDEREN VAN HET SALARISTEGOED GEEN CASH MUNT BILJET MUNT+BILJET IRDA en TCP/IP GS 5210 GS 5220 GS 5230 + PSTN modem GS 5211 GS 5221 GS 5231 + GSM/GPRS modem GS 5212 GS 5222 GS 5232 Tabel 1-2 De MultiBank gastenterminals Aantal compartimenten 1 2 3 4 De MultiBank fungeert als een terminal van een elektronisch transactiesysteem, waarin naast opwaardeerstations ook betaalterminals (bij verkoopautomaten, kassa s, kopieermachines, enz.) en toegangsterminals kunnen zijn opgenomen. De terminals van een elektronisch transactiesysteem kunnen worden beheerd vanaf een centraal punt. Dit gebeurt vanaf een PC waarop de software FacilityPro Manager is geïnstalleerd. De module PayPro wordt gebruikt voor het beheer van de MultiBanken. Hiermee kan de beheerder bijvoorbeeld instellen met welke bedragen opgewaardeerd kan worden, welke munten of biljetten mogen worden gebruikt, gestolen kaarten op een zwarte lijst zetten en de gegevens over het gebruik van de terminal uitlezen. Wanneer de MultiBank is verbonden aan een netwerk kan FacilityPro Manager de terminal automatisch op vastgestelde tijden uitlezen en instellen. Voor het in gebruik nemen van de MultiBank zult u bepaalde parameters moeten instellen waarvoor enige kennis van FacilityPro Manager vereist is. Voor verdere informatie over FacilityPro Manager wordt verwezen naar de datasheet van dit product. De communicatie tussen de beheerssoftware en de MultiBank kan op verschillende manieren worden gerealiseerd: via ethernet, via telefonisch netwerk door inbellen op een GSM/GPRS- of PSTN-modem, of via infraroodcommunicatie. Hiervoor is in sommige gevallen additionele hardware en/of software nodig, zoals een Personal Digital Assistant (PDA) en de COMET software voor het uitlezen via infrarood, of een modem op de back-office computer in het geval van inbellen naar een modem op de MultiBank. MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc 7

2 Installatie De MultiBank zal gewoonlijk door uw dealer worden geïnstalleerd. Installatie van de MultiBank bestaat uit het eventueel aansluiten op een netwerk ( 2.1), het monteren aan een wand ( 2.2) en het aansluiten van de netspanning. Nadat de MultiBank is geïnstalleerd zult u de nodige gegevens in de database van FacilityPro Manager moeten invoeren, zodat het opwaardeerstation kan worden geconfigureerd met de juiste instellingen voor uw site (hoofdstuk 3). 2.1 Het aansluiten van de MultiBank op een netwerk Wij raden aan de MultiBank aan een netwerk te koppelen (voor modellen met een EFT module is aansluiting op een netwerk met een door Currence gecertificeerde IP verbinding voor Pinnen en Chippen voor de verbinding met Equence een vereiste). FacilityPro Manager zal dan de terminal regelmatig kunnen uitlezen via het netwerk en zowel de cumulatieve gegevens over het gebruik van de terminal ophalen als de individuele transactiegegevens. Deze gegevens worden opgeslagen in de FacilityPro Manager database. Cumulatieve gegevens worden altijd bewaard in de terminal totdat zij zijn uitgelezen en kunnen derhalve niet verloren gaan. Een lijst van de laatste 1000 transacties wordt ook bewaard in de terminal. Als een terminal niet op een network is aangesloten dienen de gegevens daarom met de hand te worden uitgelezen voordat er 1000 transacties hebben plaatsgevonden. De Magnabox is de besturingsmodule van de MultiBank. Het is ingebouwd bovenin het linker compartiment van een MultiBank en kan worden bediend wanneer de schuiflade is uitgetrokken (Foto 2-1). Foto 2-1 The Magnabox control unit built into the MultiBank Als de MultiBank zal worden aangesloten op een Ethernet LAN dient u één RJ45 connector van de netwerkkabel op de wall-outlet aan te sluiten en de andere RJ45 connector in de RJ45 contrastekker te steken die te vinden is op de PCB achterin het linker compartiment van de 8 MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc

MultiBank en die hoort bij de contrastekker waar al een RJ45 connector op is aangesloten (afkomstig van de Magnabox). De PCB heeft drie paren van twee RJ45 contrastekkers. Bij sommige MultiBanken moet de netwerkkabel via de achterkant van de MultiBank en via de kabelrups (Foto 2-2) moeten worden geleid, waarbij één RJ45 connector van de netwerkkabel moet worden aangesloten op de poort 10/100BASET van de Magnabox en de andere op de wall outlet. Dit zal het geval zijn als u niet een PCB achterin het linker compartiment van de MultiBank ziet met drie paren van twee RJ45 contrastekkers. Voor aansluiting op een telefonisch netwerk (GSM/GPRS of PSTN) wordt u verwezen naar de installatie- en gebruikershandleiding van de Magnabox. In bijna alle gevallen zal worden gekozen voor aansluiting op een Ethernet LAN. Foto 2-2 The cable trunking Zo sluit u de MultiBank aan op het netwerk: 1. Steek de ene connector van de meegeleverde netwerkkabel in de vrije netwerkpoort van de printplaat behorend bij de netwerkpoort van de printplaat waar de netwerkswitch op is aangesloten (de printplaat heeft 3 setjes van twee bij elkaar horende netwerkpoorten). 2. Steek de andere connector van de netwerkkabel in een wall-outlet in de buurt van de TR5100 die is aangesloten op een Ethernet LAN (voor een TR51XX of een GS51XX dient dit een LAN met een door Currence gecertificeerde IP verbinding voor Pinnen en Chippen voor de verbinding met Equence te zijn). 2.2 Montage van de MultiBank Een eventuele netwerkaansluiting dient te worden gerealiseerd alvorens de MultiBank aan de muur te monteren ( 2.1). De MultiBank heeft één of meerdere identieke montageplaten afhankelijk van het aantal compartimenten. Deze montageplaten worden naast elkaar aan de wand bevestigd. In het geval van meerdere compartimenten worden deze aan elkaar gekoppeld afgeleverd als één geheel. De compartimenten kunnen eenvoudig worden opgehangen aan de montageplaten, waarbij de MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc 9

kabels voor de stroomtoevoer en de aansluiting het netwerk netjes door de uitsparingen in de stalen behuizing worden geleid. Alle interne verbindingen tussen de modules in de verschillende compartimenten zullen reeds voor aflevering tot stand gebracht zijn. Uiteraard dient de wand voldoende stevig te zijn om het gewicht van de MultiBank te dragen (voor het gewicht wordt u verwezen naar de datasheet van de MultiBank serie). Bevestiging aan bijvoorbeeld gipswanden of systeemwanden wordt afgeraden. Een stopcontact en eventueel een wall-outlet voor aansluiting op het netwerk moeten in de buurt aanwezig zijn, bij voorkeur uit het zicht van de gebruiker van de MultiBank om onbevoegd uittrekken te voorkomen. 10 MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc

3 Configuratie De configuratie van de Magnabox in de MultiBank bevat informatie over: 1) Welke FacilityPro kaarten moeten worden geaccepteerd omdat zij de juiste sitecode en sleutels bevatten 2) Of bepaalde kaarten moeten worden geweigerd omdat ze van een gebruikersgroep zijn die het opwaardeerstation niet mag gebruiken of omdat ze op de zwarte lijst van verloren en gestolen kaarten staan 3) Welke biljetten zullen worden geaccepteerd (als er een biljetlezer is) 4) Welke munten zullen worden geaccepteerd (als er een muntproever is) 5) Welke munten zullen worden gehopt om geld uit te keren aan de gebruiker bijvoorbeeld wanneer een kaart wordt ingeleverd en het saldo en/of de borg moeten worden terugbetaald of wanneer een kaart wordt gekocht en een bedrag hoger dan het aankoopbedrag van een kaart wordt ingeworpen (als het een gastenterminal is) 6) Welke prijs of borg voor een kaart moet worden betaald (als het een gastenterminal is) 7) Welk startsaldo er op alle gekochte kaarten moet worden gezet (als het een gastenterminal is) 8) Met welke bedragen er opgewaardeerd kan worden met een PIN-pas, creditcard of Chipknip (als er een EFT module is) of van het back-office tegoed, bijvoorbeeld het salaristegoed (als er een PIN module is) 9) Een aantal andere technische specificaties die bepalen hoe de MultiBank zal functioneren Uw nieuwe MultiBank wordt geleverd zonder configuratie in de Magnabox. Voor het eerste gebruik moet het daarom worden geconfigureerd. Dit kan op drie manieren: 1) Met de toetsen op de Magnabox om de standaardconfiguratie te laden als u de MultiBank wilt testen met Magna Carta testkaarten ( 3.1). 2) Met de management software FacilityPro Manager om een site-specifieke configuratie te laden ( 3.2). 3) Met http om een site-specifieke configuratie te laden ( 3.3). Voor gastenterminals moet het configureren met FacilityPro Manager worden gedaan ( 3.2) aangezien instellingen zoals de prijs van een kaart niet op een andere manier kunnen worden geconfigureerd. 3.1 Het laden van de standaardconfiguratie De standaardconfiguratie bepaalt dat alleen Magna Carta testkaarten mogen worden opgewaardeerd en alleen met contant geld, d.w.z. bankbiljetten van 5, 10, 20 en 50 en/of munten van 0,10, 0,20, 0,50 en 1,00 (en dat de valuta Euro is). Deze standaardconfiguratie is daardoor niet bruikbaar voor een MultiBank met een biljetlezer en/of muntproever van een andere valuta dan de Euro, met een EFT of PIN module, of die een gastenterminal is. Wel is het mogelijk om eerst de standaardconfiguratie te laden en die daarna aan te passen met een webbrowser ( 3.3, dit geldt niet voor gastenterminals). MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc 11

Zo laadt u de standaardconfiguratie in de MultiBank: NB: de standaardconfiguratie kan alleen in de MultiBank worden geladen als die niet eerder geconfigureerd is geweest. 1. Installeer de MultiBank zoals beschreven in hoofdstuk 2. Zorg dat de MultiBank aan staat. Na enige tijd toont de display als in Figuur 3-1. Als daarentegen de display toont als in Figuur 3-2 of Figuur 3-3, dan is de MultiBank reeds eerder geconfigureerd. U kunt dan niet de standaardconfiguratie laden. Figuur 3-1 Geen config buiten gebruik Figuur 3-2 Welkomstscherm voor transferterminals Figuur 3-3 Openingsscherm voor gastenterminals 2. Druk de -toets van de Magnabox in. De standaardconfiguratie wordt geladen. De display toont als in Figuur 3-2. 3.2 Configureren met FacilityPro Manager De instructies in deze paragraaf gaan ervan uit dat u enige ervaring heeft met FacilityPro Manager. Voor meer gedetailleerde instructies wordt verwezen naar de gebruikershandleiding van FacilityPro Manager. 3.2.1 FacilityPro Manager instellen voor uw MultiBank Voordat u een terminal kunt aanmaken voor uw MultiBank moet u zorgen dat de locatie voor de terminal en de terminalgroep waar de terminal toe zal behoren zijn aangemaakt in de database. 12 MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc

Voor een transferterminal moet er een servicegroep bestaan met de naam Opwaarderen (of iets dergelijks) en een service met de naam Opwaarderen (of iets dergelijks) in die servicegroep met een prijs van 655,35 (of andere valuta). Dit is een dummyprijs. Voor een gastenterminal moet er een servicegroep bestaan met de naam Gastenkaart (of iets dergelijks) en een service met de naam Kaart inleveren (of iets dergelijks) in die servicegroep met een prijs van 655,35 (of andere valuta). Dit is een dummyprijs. Voor een MultiBank met PIN module voor opwaarderen van het salaristegoed (die we verder kortweg salaristerminal zullen noemen) moet er een servicegroep bestaan met de naam Opwaarderen van salaristegoed (of iets dergelijks) en een service met de naam Opwaarderen van salaristegoed (of iets dergelijks) in die servicegroep met een prijs van 655,35 (of andere valuta). Dit is een dummyprijs. Ga na of er een geschikte machinetype bestaat voor uw MultiBank, met de naam MC [MultiBank productcode] [valuta]. Wanneer die niet bestaat voor uw model MultiBank en uw valuta zult u die moeten aanmaken ( 3.2.3). Een kaart kan alleen worden verkocht bij een gastenterminal als er een token op staat, die het recht geeft op de servicegroep Gastenkaart. Zo een kaart wordt een gastenkaart genoemd. Kaarten van andere gebruikersgroepen, de kaarten van de werknemers binnen uw organisatie bijvoorbeeld, kunnen niet worden gekocht of ingeleverd bij de gastenterminal, maar kunnen wel worden opgewaardeerd. Wij adviseren alle kaarten die kunnen worden gekocht of ingeleverd in één gebruikersgroep te zetten met de naam Gast. Een kaart kan alleen worden opgewaardeerd vanaf het salaristegoed bij een MultiBank als er een token op staat, die het recht geeft op de servicegroep Opwaarderen van salaristegoed. Dit zullen de kaarten zijn van één of meerdere gebruikersgroepen met mensen van binnen uw organisatie. Zo stelt u FacilityPro Manager in voor uw MultiBank: 1. Start FacilityPro Manager. 2. Zorg dat er een servicegroep bestaat met de naam Opwaarderen (of iets dergelijks) voor een transferterminal of met de naam Gastenkaart (of iets dergelijks) voor een gastenterminal. 3. Zorg dat er een service bestaat met de naam Opwaarderen (of iets dergelijks) voor een transferterminal of met de naam Kaart inleveren (of iets dergelijks) voor een gastenterminal in de servicegroep genoemd in de vorige stap, met een prijs van 655,35 (of andere valuta). Dit is een dummyprijs. 4. Zorg dat er een servicegroep bestaat met de naam Opwaarderen van salaristegoed (of iets dergelijks) voor een salaristerminal. 5. Zorg dat er een service bestaat met de naam Opwaarderen van salaristegoed (of iets dergelijks) voor een salaristerminal in de servicegroep genoemd in de vorige stap, met een prijs van 655,35 (of andere valuta). Dit is een dummyprijs. 6. Voor een gastenterminal: zorg dat er een gebruikersgroep bestaat met de naam Gast (of iets dergelijks). 7. Voor een gastenterminal: maak een recht aan met de naam Gastenkaart (of iets dergelijks) met de volgende eigenschappen: 1) Het is een kortingsrecht die 0% korting geeft 2) Het recht geldt voor de servicegroep Gastenkaart 8. Voor een gastenterminal: ken het recht Gastenkaart toe aan de gebruikersgroep Gast. 9. Voor een salaristerminal: maak een recht aan met de naam Opwaarderen van salaristegoed (of iets dergelijks) met de volgende eigenschappen: 1) Het is een kortingsrecht die 0% korting geeft 2) Het recht geldt voor de servicegroep Opwaarderen van salaristegoed MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc 13

10. Voor een salaristerminal: ken het recht Opwaarderen van salaristegoed toe aan alle gebruikersgroepen die van het salaristegoed mogen opwaarderen. 11. Zorg dat de locatie van de terminal is aangemaakt in de tabel van locaties. 12. Zorg dat de terminalgroep waartoe de terminal behoort is aangemaakt in de tabel van terminalgroepen. 13. Zorg dat er een machinetype MC [MultiBank productcode] [valuta] voor uw model MultiBank en uw valuta bestaat. Wanneer die niet bestaat zult u die moeten aanmaken ( 3.2.3). Voorbeelden zijn MC TR5030 EUR, MC GS5100 USD, enz. 3.2.2 De terminal aanmaken in de database Voordat u de MultiBank kunt configureren moet u een nieuwe terminal aanmaken in de FacilityPro Manager database. Voor een gastenterminal moet het veld Services ook verkrijgbaar zonder recht worden uitgevinkt, zodat kaarten die niet tot een gebruikersgroep behoren die het recht Gastenkaart toegewezen hebben gekregen ( 3.2.1) niet kunnen worden ingeleverd of verkocht bij een gastenterminal. Voor een salaristerminal, moet het veld Services ook verkrijgbaar zonder recht worden uitgevinkt, zodat kaarten die niet tot een gebruikersgroep behoren die het recht Opwaarderen van salaristegoed toegewezen hebben gekregen ( 3.2.1) niet kunnen worden opgewaardeerd vanaf het salaristegoed. Zo maakt u een terminalrecord aan voor uw MultiBank met FacilityPro Manager: 1. Start FacilityPro Manager. 2. Kies menu Terminals. 3. Kies Terminals. 4. Als er meerdere terminalgroepen bestaan: selecteer de terminalgroep waartoe de MultiBank moet behoren. 5. Klik op de functieknop Nieuw. 6. Klik in het veld Terminal. 7. Type de naam van de nieuwe terminal (bijvoorbeeld Opwaardeerstation 4 e verdieping ). 8. Klik op de pijl naast het veld Machinetype. 9. Selecteer MC [MultiBank product code] [valuta] als het machinetype. Bijvoorbeeld MC TR5030 EUR, MC GS5100 USD, enz. 10. Klik op de pijl naast het veld Collector. 11. Selecteer het werkstation dat zal fungeren als collector voor deze terminal. (Dit is niet nodig als de terminal met de hand uitgelezen zal worden). 12. Klik in het veld Serienummer. 13. Type het serienummer van de Magnabox. Dat begint met mb of MB. Het serienummer is te zien op de display van de Magnabox. 14. Klik op de pijl naast het veld Connectie. 15. Selecteer Netwerk als de terminal uitgelezen en geconfigureerd zal worden via Ethernet LAN of via een telefonisch netwerk. Selecteer anders Handterminal. 16. Klik op de pijl naast het veld Locatie. 17. Selecteer de locatie van de terminal. 14 MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc

18. Als u in het veld Connectie de waarde Netwerk heeft ingevuld, en de terminal via Ethernet LAN zal worden uitgelezen en geconfigureerd 2, klik in het veld IP-adres en type het IP-adres. 19. Als u in het veld Connectie de waarde Netwerk heeft ingevuld, en de terminal via een mobiel of analoog telefonisch netwerk zal worden uitgelezen en geconfigureerd, moet u met Windows een inbelverbinding definiëren naar het modem in de Magnabox die moet worden toegevoegd aan de aan FacilityPro Manager bekende inbelverbindingen (zie gebruikershandleiding FacilityPro Manager). Geef daarna de juiste waardes aan de velden Inbelverbinding en Telefoonnummer. 20. Voor een gastenterminal en voor een salaristerminal: klik in het veld Services ook verkrijgbaar zonder recht om het uit te vinken. 21. Voor een transferterminal: vul de service Opwaarderen in op de tab Services. Voor een gastenterminal: vul de service Kaart inleveren in op de tab Services. 22. Voor een salaristerminal: vul de service Opwaarderen van het salaristegoed in op de tweede servicepositie op de tab Services. 23. Klik op de functieknop Toepassen. 24. Klik OK. De nieuwe terminal wordt bewaard. In de lijst van records verschijnt de naam van de terminal. 3.2.3 Een machinetype aanmaken voor de MultiBank Voor bepaalde valuta s worden een aantal standaardmachinetypes in de database geïmporteerd wanneer FacilityPro Manager wordt geïnstalleerd. Als u een andere valuta gebruikt, of een model MultiBank heeft die niet een standaardmachinetype heeft, zult u een machinetype moeten aanmaken. Zo maakt u een machinetype aan voor uw MultiBank: 1. Klik Nieuw op het gegevensscherm van machinetypes. 2. In het veld Machinetype type MC [MultiBank product code] [valuta]. Bijvoorbeeld MC TR5030 EUR, MC GS5100 USD, enz. 3. In het veld Unittype kies Bank. Een lijst van parameters zal verschijnen op de tab Parameters. 4. In het veld Max. services voer de waarde 2 in voor een salaristerminal of 1 voor alle andere MultiBanken. 5. Klik Toepassen. 6. Klik OK. U heeft nu een nieuwe machinetype aangemaakt, maar u moet aan een aantal parameters nog de juiste waarden toekennen, bijvoorbeeld om te bepalen welke munten en biljetten zullen worden geaccepteerd, welke munten zullen worden gehopt, welke bedragren met een PIN-pas, creditcard of Chipknip of van het back-office tegoed, bijvoorbeeld het salaristegoed, kunnen worden opgewaardeerd, wat de prijs of de borg van een kaart bij een gastenterminal is en 2 Als de terminal via inbellen op een modem zal worden gerealiseerd dient ook het veld IPadres te zijn ingevuld, en wel met het modem IP adres van de Magnabox, die een standaardwaarde heeft van 192.168.002.100. Deze waarde is ook standaard ingevuld in het veld IP-adres als u een nieuwe terminal aanmaakt. Het modem IP adres van de Magnabox kan worden opgezocht en/of gewijzigd via het menu modem van de Magnabox (zie handleiding Magnabox). MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc 15

verschillende andere parameters die bepalen hoe de MultiBank zal functioneren. Instructies hiervoor vindt u in de hiernavolgende paragrafen. In Figuur 3-4 ziet u hoe het gegevensscherm van een nieuw machinetype er uit zal zien. Figuur 3-4 Het gegevensscherm van een nieuw machinetype 3.2.4 Bepalen welke munten de MultiBank zal accepteren Deze paragraaf is alleen van toepassing op MultiBank modellen met een muntproever (TR5X1X, TR5X3X, GS5X1X, GS5X3X). De MultiBank is uitgerust met een muntproever die kan worden geprogrammeerd om bepaalde muntsoorten van een bepaalde valuta te accepteren. Uw MultiBank is uitgerust met een muntproever voor uw valuta. Tabel 3-1 laat zien welke munten standaard worden geaccepteerd voor de valuta waarvoor standaardmachinetypes bestaan in de database van FacilityPro Manager. Als dit de munten zijn die u wilt accepteren, kunt u deze paragraaf overslaan. Als uw valuta wel in de tabel voorkomt, maar u wilt andere munten accepteren, of als u een nieuw machinetype voor uw MultiBank heeft aangemaakt, kunt u bepalen welke munten u wilt accepteren door de tabel Muntwaarden in te vullen volgens onderstaande instructies. U kunt altijd de munten doe worden geaccepteerd wijzigen door onderstaande instructies te volgen en dan de terminal opnieuw te configureren ( 3.2.10). 1 2 5 10 20 50 100 200 Pond Sterling X X X X X X Euro X X X X X X 16 MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc

Tabel 3-1 Munten die worden geaccepteerd in de standaardconfiguratie Zo bepaalt u welke munten worden geaccepteerd: 1. Selecteer in het gegevensscherm van machinetypes het machinetype voor uw MultiBank (bijv. MC TR5030 Euro ). 2. Klik op de tab Instellingen bedragen. 3. Ga na welke munten kunnen worden geaccepteerd door uw muntproever. Dit wordt aangegeven op de zijkant van de muntproever of u kunt deze gegevens opvragen bij uw dealer. 4. Selecteer de tabel Muntwaarden. 5. Vul in welke munten u wilt accepteren op uw MultiBank. Iedere rij komt overeen met een munt van uw valuta die kan worden geaccepteerd door de muntproever, in oplopende volgorde van de kleinste naar de grootste munt. Als een bepaalde munt moet worden geaccepteerd door de muntproever, moet de waarde van de bijbehorende rij worden ingevuld met de waarde van die munt in hoeveelheden van de kleinste valuta-eenheid (bijvoorbeeld Eurocenten). Als een bepaalde munt niet moet worden geaccepteerd door de muntproever, moet de waarde van de bijbehorende rij worden ingevuld met 0. Het nummer (positie) van de munt, zoals dat op de display wordt getoond bij inworp, moet overeen komen met de positie op de lijst. Een voorbeeld wordt hieronder gegeven. 6. Klik Toepassen. 7. Klik OK. Voorbeeld: als u de munten 0,20, 0,50, 1 en 2 wil accepteren, moet de Muntwaarden tabel worden ingevuld als in Figuur 3-5. De waarde 0 in rijen 1 en 2 geven aan dat de munten 0,05 en 0,10 niet worden geaccepteerd. Let op: als u de waarde 10 (10 Eurocenten) in de eerste rij zou zetten, zou het resultaat zijn dat kaarten met 0,10 worden opgewaardeerd als een munt van 0,05 wordt ingeworpen. Figuur 3-5 Muntwaardentabel 3.2.5 Bepalen welke bankbiljetten de MultiBank zal accepteren MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc 17

Deze paragraaf is alleen van toepassing op MultiBank modellen met een biljetlezer (TR5X2X, TR5X3X, GS5X2X, GS5X3X). De MultiBank is uitgerust met een biljetlezer die kan worden geprogrammeerd om bepaalde bankbiljetten van een bepaalde valuta te accepteren. Uw MultiBank is uitgerust met een biljetlezer voor uw valuta. Tabel 3-2 laat zien welke bankbiljetten standaard worden geaccepteerd voor de valuta waarvoor standaardmachinetypes bestaan in de database van FacilityPro Manager. Als dit de bankbiljetten zijn die u wilt accepteren, kunt u deze paragraaf overslaan. Als uw valuta wel in de tabel voorkomt, maar u wilt andere bankbiljetten accepteren, of als u een nieuw machinetype voor uw MultiBank heeft aangemaakt, kunt u bepalen welke bankbiljetten u wilt accepteren door de tabel Biljetwaarden in te vullen volgens onderstaande instructies. U kunt altijd de bankbiljetten die worden geaccepteerd wijzigen door onderstaande instructies te volgen en dan de terminal opnieuw te configureren ( 3.2.10). 1 2 5 10 20 50 Pond Sterling X X X X Euro X X X X Tabel 3-2 Bankbiljetten die worden geaccepteerd in de standaardconfiguratie Zo bepaalt u welke bankbiljetten worden geaccepteerd: 1. Selecteer in het gegevensscherm van machinetypes het machinetype voor uw MultiBank (bijv. MC TR5030 Euro ). 2. Klik op de tab Instellingen bedragen. 3. Ga na welke bankbiljetten kunnen worden geaccepteerd door uw biljetlezer. Dit wordt aangegeven op de zijkant van de biljetlezer of u kunt deze gegevens opvragen bij uw dealer. 4. Selecteer de tabel Biljetwaarden. 5. Vul in welke bankbiljetten u wilt accepteren op uw MultiBank. Iedere rij komt overeen met een bankbiljet van uw valuta die kan worden geaccepteerd door de biljetlezer, in oplopende volgorde van het kleinste naar het grootste bankbiljet. Als een bepaald bankbiljet moet worden geaccepteerd door de biljetlezer, moet de waarde van de bijbehorende rij worden ingevuld met de waarde van dat bankbiljet in hoeveelheden van de kleinste valuta-eenheid (bijvoorbeeld Eurocenten). Als een bepaald bankbiljet niet moet worden geaccepteerd door de biljetlezer, moet de waarde van de bijbehorende rij worden ingevuld met 0. Het nummer (positie) van het bankbiljet, zoals dat op de display wordt getoond bij invoer, moet overeen komen met de positie op de lijst. Een voorbeeld wordt hieronder gegeven. 6. Klik Toepassen. 7. Klik OK. Voorbeeld: als u de bankbiljetten 5, 20 en 50 wil accepteren, moet de Biljetwaarden tabel worden ingevuld als in Figuur 3-5. De waarde 0 in de rijen 2 en 5 geeft aan dat bankbiljetten van 10 en 100 niet worden geaccepteerd. 18 MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc

Let op: als u de waarde 200 (200 Eurocenten) in de eerste rij zou zetten, zou het resultaat zijn dat kaarten met 2 worden opgewaardeerd als een bankbiljet van 5 wordt ingevoerd. Figuur 3-6 Biljetwaarden tabel 3.2.6 Bepalen welke munten de MultiBank zal hoppen Deze paragraaf is alleen van toepassing op MultiBank gastenterminals met een muntproever (GS5X1X, GS5X3X). De MultiBank is uitgerust met een muntproever met een cassette die kan worden voorzien van maximaal vijf hopperbuizen voor het terugbetalen van munten aan de gebruiker van de MultiBank. Er bestaan verschillende buizen voor de verschillende munten. Een standaard MultiBank is uitgerust een cassette met vijf buizen voor de munten getoond in Tabel 3-3 (Cassette BB voor MEI Cashflow 7900 voor pond sterling, cassette BC voor MEI Cashflow 7900 voor euro s). Het is ook mogelijk een andere cassette te laten installeren door uw dealer. Men zou bijvoorbeeld kunnen beslissen kleinere munten niet te hoppen, maar twee buizen elk voor de grotere munten in te zetten en zodoende minder kans dat het terug te betalen bedrag niet gehopt kan worden omdat de buizen leeg zijn. U moet de waarden invullen van de munten die door de MultiBank gehopt moeten gaan worden. Let op: welke munten gehopt moeten worden moet zowel met FacilityPro Manager in de Magnabox van de MultiBank worden geconfigureerd (zie onder) als in de muntproever zelf. Instructies voor het configureren van de muntproever om te bepalen welke munten direct naar de bak voor muntopvang zullen worden gesluisd en welke munten naar de hopperbuizen zullen gaan tenzij die vol is, wordt u verwezen naar de gebruikershandleiding van de muntproever (MEI Cashflow 7900). Als de beide configuraties niet met elkaar in overeenstemming zijn, zal uw MultiBank niet juist functioneren. Als een bepaalde munt moet worden gehopt, moet de waarde van die munt, in hoeveelheden van de kleinste valuta-eenheid (bijvoorbeeld Eurocenten), worden ingevuld op één van de rijen van de tabel Hopperwaarden op het tabblad Instellingen bedragen van het machinetype. MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc 19

Als u meerdere buizen gebruikt voor één muntsoort hoeft u de waarde van die munt maar eenmaal in te vullen. Als er een buis voor een bepaalde muntsoort in de muntproever zit, maar u vult de waarde niet in in de tabel, zal die buis niet worden gebruikt om te hoppen. De standaardconfiguratie veronderstelt dat u de munten getoond in Tabel 3-3 wilt hoppen (Figuur 3-7). Als dit het geval is, kunt u deze paragraaf overslaan. Als u andere munten wilt instellen, of als u een nieuw machinetype voor uw MultiBank heeft aangemaakt, kunt u bepalen welke munten u wilt hoppen door de tabel Hopperwaarden in te vullen volgens onderstaande instructies. U kunt altijd de munten die worden gehopt wijzigen door onderstaande instructies te volgen en dan de terminal opnieuw te configureren ( 3.2.10). 5 10 20 50 100 200 Pound Sterling X X X X X Euro X X X X X Tabel 3-3 Munten die kunnen worden gehopt volgens de standaardconfiguratie Figuur 3-7 De tabel Hoppewaarden in de standaardconfiguratie voor Euro en Pond Sterling Zo bepaalt u welke munten worden gehopt: 1. Selecteer in het gegevensscherm van machinetypes het machinetype voor uw MultiBank (bijv. MC GS5030 Euro ). 2. Klik op de tab Instellingen bedragen. 3. Selecteer de tabel Hopperwaarden. 4. Vul in welke munten gehopt moeten worden. U hoeft alleen zoveel rijen in te vullen als het aantal verschillende muntsoorten die u wilt hoppen. Een voorbeeld wordt hieronder gegeven. 5. Klik Toepassen. 6. Klik OK. Voorbeeld: Als u alleen munten van 0,50, 1 en 2 wilt hoppen moet de tabel Hopperwaarden worden ingevuld als in Figuur 3-8. 20 MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc

Figuur 3-8 De tabel Hopperwaarden voor 0,50, 1 en 2 3.2.7 Bepalen welke bedragen cashless kunnen worden opgewaardeerd Deze paragraaf is alleen van toepassing op MultiBank modellen met een EFT module voor opwaarderen met een bancaire betaalkaart (PIN-pas, creditcard of Chipknip) of met een PIN module voor opwaarderen vanaf het salaristegoed (TR51XX, TR52XX, GS51XX, GS52XX). De configuratie kan worden gewijzigd om tot 16 verschillende bedragen toe te laten voor het cashless opwaarderen. De gebruiker van de MultiBank zal één van deze bedragen selecteren uit een menu. Het menu zal alleen de bedragen tonen die nog kunnen worden opgewaardeerd op de kaart zonder dat daarmee het maximum saldo dat is ingesteld op de site wordt overschreden. De standaardconfiguratie veronderstelt dat u de bedragen getoond in Tabel 3-4 cashless wilt kunnen opwaarderen. Als dit het geval is, kunt u deze paragraaf overslaan. Als u andere bedragen wilt instellen, of als u een nieuw machinetype voor uw MultiBank heeft aangemaakt, kunt u bepalen welke bedragen u cashless wilt kunnen opwaarderen door de tabel Hopperwaarden in te vullen volgens onderstaande instructies. U kunt altijd de bedragen die cashless kunnen worden opgewaardeerd wijzigen door onderstaande instructies te volgen en dan de terminal opnieuw te configureren ( 3.2.10). 500 1000 2000 5000 Pond Sterling X X X X Euro X X X X Tabel 3-4 Bedragen voor cashless opwaarderen in standaardconfiguratie Zo bepaalt u welke bedragen cashless kunnen worden opgewaardeerd: 1. Selecteer in het gegevensscherm van machinetypes het machinetype voor uw MultiBank (bijv. MC TR5100 Euro ). 2. Klik op de tab Instellingen bedragen. 3. Selecteer de tabel Bedragen voor cashless opwaarderen. MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc 21

4. Vul in welke bedragen cashless opgewaardeerd moeten kunnen worden. De bedragen moeten worden ingevuld in hoeveelheden van de kleinste valuta-eenheid. U vult zoveel rijen in als u verschillende bedragen cashless wilt kunnen opwaarderen. Het bedrag op iedere rij dient groter te zijn dan het bedrag op de vorige rij. Een voorbeeld wordt hieronder gegeven. 5. Klik Toepassen. 6. Klik OK. Voorbeeld: Als u cashless wilt kunnen opwaarderen met 5, 10 of 20 moet de tabel Bedragen voor cashless opwaarderen worden ingevuld als in Figuur 3-9. Figuur 3-9 De tabel Bedragen voor cashless opwaarderen 3.2.8 Het bepalen van de MultiBank parameterwaarden Er zijn een aantal parameters die bepalen hoe de MultiBank zal werken en waaraan dus de juiste waarde zal moeten worden toegekend voor uw site. Sommige van deze parameters staan op het gegevensscherm van machinetypes, sommige op het gegevensscherm van terminals en sommige op het gegevensscherm van site-instellingen. Het zijn de volgende parameters: Voor alle MultiBank modellen: Op het gegevensscherm van machinetypes: 1) stop_translog_full: waarde in standaardconfiguratie 0 waarde = 0: als het geheugen van de Magnabox voor transactiegegevens vol is (1000 transacties) zal de Magnabox gewoon transacties blijven uitvoeren. Er raken dan transactiegegevens kwijt op een FIFO basis (First In First Out). De tellers in de Magnabox tellen uiteraard gewoon door zodat er geen gegevens kwijtraken op dat niveau; waarde = 1: zodra het geheugen van de Magnabox voor transactiegegevens vol is (1000 transacties) zal de Magnabox weigeren verdere transacties uit te voeren totdat de transacties zijn uitgelezen. De Atlas display toont TRANSACTIE VOL BUITEN GEBRUIK ; 2) unit_subtype: waarde in standaardconfiguratie leeg 22 MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc

Bepaalt welk type opwaardeerterminal het is. Bereken de juiste waarde met behulp van Tabel 3-5. Tel alle waarden van de gewenste functionaliteiten bij elkaar op. Enkele voorbeelden zijn: unit_subtype = 27 (1+2+8+16) is een standaard gastenterminal waar met munten en mogelijk ook met bankbiljetten kan worden opgewaardeerd unit_subtype = 4 is een transferterminal waar kaarten alleen kunnen worden opgewaardeerd met een PIN-pas, creditcard of Chipknip unit_subtype = 512 is een transferterminal waar kaarten alleen kunnen worden opgewaardeerd vanaf het salaristegoed unit_subtype = 2075 (1+2+8+16+2048) is een gastenterminal waar met munten en mogelijk ook met bankbiljetten kan worden opgewaardeerd en waar bij het inleveren van de kaart alleen de borg, en niet het tegoed op de kaart wordt terugbetaald unit_subtype = 91 (1+2+8+16+64) is een gastenterminal waar met munten en mogelijk ook met bankbiljetten kan worden opgewaardeerd en waar kaarten niet kunnen worden ingeleverd, maar waar wel het tegoed op de kaart kan worden terugverkregen (card_return_value dient op 0 gezet te worden). Als de parameter geen waarde heeft zal de MultiBank de functionaliteit hebben van unit_subtype 2. Op het gegevensscherm van terminals: 1) Welkomsttekst: waarde in standaardconfiguratie leeg Wanneer een transferterminal niet actief is toont de display als in Figuur 3-2. Dit veld bevat de eerste regel van dit scherm. Wanneer geen waarde wordt toegekend aan dit veld, wordt op de eerste regel standaard WELKOM getoond. Deze parameter heeft geen betekenis voor een gastenterminal. Op het gegevensscherm van site-instellingen: 1) Service kaartnummer: waarde in standaardconfiguratie 9999 Het kaartnummer van de kaart die kan worden gebruikt voor onderhoud aan de MultiBank (hoofdstuk 6). De standaardwaarde in FacilityPro Manager is 999999. 2) Sitecode: waarde in standaardconfiguratie 12345 3) Valuta: waarde in standaardconfiguratie 4) Max. saldo: waarde in standaardconfiguratie leeg Maximaal toegestane saldo op een kaart. MultiBank Unit_subtype Gastenterminal +1 Accepteer munten en/of bankbiljetten +2 Er kan met een PIN-pas, creditcard of Chipknip worden +4 opgewaardeerd Kaarten kunnen worden gekocht +8 Munten kunnen worde gehopt +16 Kaarten kunnen niet worden ingeleverd, een saldo uitbetalen +64 menuoptie komt daarvoor in de plaats Kaarten kunnen niet worden opgewaardeerd +256 Er kan van het salaristegoed worden opgewaardeerd +512 Het kaartsaldo wordt niet terugbetaald + 2048 De sensors in de hoppers worden gebruikt +8192 Tabel 3-5 Unit_subtype waarden MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc 23

Voor gastenterminals (GS5XXX): Op het gegevensscherm van machinetypes: 1) max_return_balance: waarde in standaardconfiguratie 0 Als het saldo op een kaart groter is dan max_return_balance kan de kaart niet worden ingeleverd. Het bedrag wordt ingevoerd in hoeveelheden van de kleinste valuta-eenheid. 2) card_return_value: waarde in standaardconfiguratie 1 Dit is het bedrag dat zal worden terugbetaald als een kaart wordt ingeleverd. Als card_price (zie onder) beschouwd wordt als statiegeld, dient card_return_value gelijk te zijn aan card_price. 3) swallow_balance: waarde in standaardconfiguratie 0 Het saldo dat op een kaart wordt geschreven wanneer die wordt ingeleverd. Kaarten in de kaartenbak voor ingeleverde kaarten zullen dit saldo hebben. 4) card_price: waarde in standaardconfiguratie 1 De prijs van de kaart (als card_return_value = 0), of het statiegeld dat moet worden betaald voor de kaart (als card_return_value = card_price). Hierin zit niet het bedrag dat op de kaart wordt geschreven bij aankoop, card_start-balance. 5) card_overpay: waarde in standaardconfiguratie 0 Beperkt het bedrag dat kan worden ingevoerd bij aankoop van een kaart, om de hoeveelheid wisselgeld die zal moeten worden uitbetaald te beperken. Het grootste bedrag dat de MultiBank zal accepteren is de som van card_price, card_start_balance en card_overpay. 6) card_start_balance: waarde in standaardconfiguratie 0 Het bedrag dat op de kaart wordt geschreven bij aankoop (het bedrag dat moet worden betaald voor een kaart is de som van card_price en card_start_balance) Zo wijzigt u de waarden van de parameters: 1. Selecteer in het gegevensscherm van machinetypes het machinetype voor uw MultiBank (bijv. MC TR5130 Euro ). 2. Wijzig op de tab Parameters de waarden van de parameters. 3. Klik Toepassen. 4. Klik OK. 5. Wijzig desgewenst de waarde van de parameter Welkomsttext op het gegevensscherm van terminals. 6. Wijzig desgewenst de waarde van de parameters Service kaartnummer, Sitecode, Valuta en/of Max. saldo op het gegevensscherm van site-instellingen. 3.2.9 Het uitlezen van de MultiBank Om overzichtelijke rapporten te krijgen over het gebruik van uw MultiBank is het belangrijk dat het regelmatig wordt uitgelezen. Wij raden aan uw system zodanig in te stellen dat uw MultiBank automatisch wordt uitgelezen door de collector module van FacilityPro Manager. Hiervoor is het nodig dat 1) U een netwerkverbinding heeft naar uw MultiBank (Ethernet of telefonisch netwerk) 2) Het veld Collector van de terminal wordt ingevuld (zie stap 11 van 3.2.2) 24 MultiBank 5000 installatie- en gebruikershandleiding, MAN9 B5000 NLED 4110.doc