Korte scriptiehandleiding



Vergelijkbare documenten
BEOORDELINGSFORMULIER

1

Inhoudsopgave. Voorwoord 7

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

Voorwoord 7. 1 De vaardigheden van de jurist Ongeveer zoals een kip een ei legt Instrumenten voor het oplossen van casusposities 10

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

INSTRUMENTEN TER ONDERSTEUNING VAN SCRIPTIESTUDENTEN

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie

structureren onderzoeksverslag terugkombijeenkomst

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Non satis scire WP 4 Pilot opzet peer feedback. Aanleiding

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Opm: Bij een onvoldoende beoordeling is het invullen van het veld opmerkingen door de begeleider gewenst.

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen:

Informatiebrochure. Profielwerkstuk HAVO Colegio Arubano

Afdeling VAVO. Praktische opdracht HAVO/VWO. Handleiding

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Scriptiegroep. Bijeenkomst 08

MODEL B: Beoordelingsmodel PWS Binasvakken ( vernieuwde Tweede Fase ) De voorbereidingsfase: Zijn de leerlingen op zelfstandige wijze gekomen tot:

BEOORDELING PROFIELWERKSTUK VMBO-T Piter Jelles!mpulse

Leidraad bij het sjabloon onderzoeksvoorstel Masterscriptie Deel I

Hogeschool van Amsterdam opleiding IAM/CMD. Beoordelingsformulier afstudeerproject Ondertekening. handtekening. Student Studentnr:

Beoordelingsmodel scriptie De beoordelaars gaan niet over tot een eindbeoordeling indien een van de categorieën een onvoldoende is.

Faculteit Economie en Management Opleiding HBO-Rechten AFSTUDEEROPDRACHT (AOD) BEOORDELINGSFORMULIER VERDEDIGINGSWAARDIGHEID. studiejaar

Bijlage 1 Uitwerking opdrachten 103. Bijlage 2 Vaktijdschriften Social Work 119. Literatuur 123. Begrippenlijst 125. Trefwoordenregister 131

SECTORWERKSTUK

Opm: Bij een onvoldoende beoordeling is het invullen van het veld opmerkingen door de begeleider verplicht.

Handleiding voor de leerling

MODEL A: TOETSMOMENT VOORBEREIDINGSFASE I: Zijn de leerlingen op zelfstandige wijze gekomen tot:

Stel een compliance program op voor jouw organisatie. Werk daarbij de volgende onderdelen uit:

Reglement bachelorwerkstuk

Titelpagina ONDERZOEKSVERSLAG. Namen: Klas/groep: Cursusjaar: Begeleider: Beoordelaar:

REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS)

1 Oriëntatie op de opdracht: wat verwachten ze van me? 21

Uitwerking kerndoel 6 Nederlandse taal

Eisen en lay-out van het PWS

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden

Samenvatting Nederlands Examenbundel Nederlands

informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H

Afdeling VAVO. Praktische opdracht VMBO. Handleiding

Beoordelingsmodel Profielwerkstuk Lyceum Elst Deel 1: onderzoeksvoorstel (havo/vwo)

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk

Inleiding. 1.1 Probleemanalyse

Deel 1 Structuur. Handleiding scripties

Jan Bransen Het Schrijven van een Filosofisch Essay

Samenvatting Nederlands Top niveau -

Deel ; Conclusie. Handleiding scripties

Beoordeling van het PWS

Handleiding Scriptie Blok 1/3 Master Film- en Televisiewetenschap Universiteit Utrecht

BACHELOREINDWERKSTUK KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

- mr C. de Groot voor onderwerpen op het gebied van het ondernemingsrecht;

Gerard Drosterij Praktische opdracht, Geschiedenis HAVO , Luzac College Dordrecht

Stap 4: Indeling maken

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

Handleiding bij het maken van een profielwerkstuk. april 2012

Aanpak van een cursus

McCaesar Plusopdracht brugklas

Schema van een praktijkgericht juridisch onderzoek 18 Schema s van vier typen beroepsproducten 20

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek

HET ZELFSTANDIG UITVOEREN VAN EEN ONDERZOEK

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

U I T S P R A A K

Het profielwerkstuk

Reconstructieafbakening

HET PROFIELWERKSTUK. 5 HAVO en 6 VWO STELLA MARISCOLLEGE MEERSSEN

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan

Onderzoeksplan Bachelorscriptie

Beoordelingsrubric PWS (Mondial College)

Reglement Bachelorscriptie Geschiedenis Vastgesteld op , verbeterd en goedgekeurd door de examencommissie op

Leerlingboekje Colegio Arubano. Profielwerkstuk VWO. Cursus Naam leerling:... Klas:... Vak:... Naam begeleider:...

Eindbeoordeling Stage 1 Code: ST1

Scriptiereglement (Ex artikel 4.14 Onderwijs- en examenregeling van de masteropleidingen)

Beoordeling: Parkinson

Faculteit Rechten. Universiteit Hasselt. Reglement betreffende de bachelorscriptie (derde bachelor rechten)

Beschrijving en doel van dit beroepsproduct

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Nota collectiebeleid 2011 De collectievorming voor de Vakbibliotheek Rechten

Hoe zet je een goede structuur neer voor jouw onderzoeksvoorstel, plan van aanpak of scriptie als je gaat afstuderen?

Kinderen leren schrijven.

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel

3 De hoofdvraag Functies van de hoofdvraag Criteria voor een goede hoofdvraag bij praktijkonderzoek 45 Opdrachten 50

Modulewijzer Media en Onderzoek CDM jaar 4 CDMMEO Herfst / winter 2010 / Media en onderzoek

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Juridische Vaardigheden niveau 4 1 / 8

Het Sectorwerkstuk. Naam leerling

Beoordeling paper SAMENVATTING/CONCLUSIE/AANBEVELING

Sectorwerkstuk. Kandinsky College. locatie Sint Jorisschool

Samenvatting Nederlands Module 9

Studenthandleiding Bachelorthesis European Law School

BEOORDELING PROFIELWERKSTUK HAVO-VWO Piter Jelles!mpulse

Stappenplan voor een onderzoek

Het informatieve doel: Een zender verstrekt gegevens over een gebeurtenis of situatie. Hij onthoudt zich van een eigen beoordeling van die gegevens.

Met welk werk kunnen kinderen uit groep 5-6 thuiskomen en hoe kunt u uw kind thuis helpen?

Essay week 1. by Jan De Boer WORD COUNT 457 CHARACTER COUNT 2482 PAPER ID

Transcriptie:

Korte scriptiehandleiding Inhoudsopgave 1. Inleiding...2 2. Het onderwerp...2 3. De probleemstelling...3 4. De relatie tussen probleemstelling en tekststructuur...5 5. Toepassingen op juridisch gebied...7 1

1. Inleiding Een scriptie schrijven is een complexe taak, die de beheersing van veel deelvaardigheden vereist. Om een goede scriptie te maken, moet de schrijver zelfstandig onderzoek kunnen doen en op een heldere, correcte manier verslag kunnen doen van dat onderzoek. Voor het eerste moet hij onder meer in staat zijn efficiënt literatuur te verzamelen. Voor het laatste moet hij allerlei normen voor taalgebruik, tekststructuur en argumentatie kunnen toepassen. Daarnaast moet hij kunnen voldoen aan de specifieke vormeisen die voor een scriptie gelden. In deze beknopte scriptiehandleiding wordt ingegaan op een van de belangrijkste taken die een scriptieschrijver moet verrichten: het vinden van een onderwerp en een probleemstelling. Vervolgens zullen vier basistypen van probleemstellingen worden gepresenteerd. Daarna wordt duidelijk gemaakt wat de relatie is tussen de probleemstelling en de structuur van de scriptie. Tot slot zal een en ander worden toegepast op juridische scripties. 2. Het onderwerp Een scriptie gaat altijd ergens over. Met andere woorden, een scriptie heeft een onderwerp. Zonder te weten wat uw onderwerp is, heeft het geen zin te gaan schrijven. Het vinden van een onderwerp is dan ook de allereerste taak bij het maken van een scriptie. Hoe vindt u een onderwerp voor een scriptie? Het antwoord op deze vraag kan niet in de vorm van kant en klare recepten worden gegeven. Van belang is in elk geval dat u een onderwerp kiest dat aansluit bij uw belangstelling en uw voorkennis. Om een scriptie te schrijven, moet u uzelf motiveren. Een onderwerp dat u interessant vindt, is een motiverende factor bij uitstek. Het zal het schrijfproces soepeler doen verlopen. Als u een onderwerp kiest waarvan u al het een en ander weet, zult u de scriptie ook sneller schrijven. Het bespaart u immers veel onderzoek. Om een onderwerp te vinden, kunt u de laatste jaargangen van vaktijdschriften doornemen. Vooral het lezen van recente rechtspraak levert vaak aanknopingspunten voor een geschikt onderwerp op. Verder kunt u ideeën voor een onderwerp opdoen in onder meer handboeken en zogenaamde referaattijdschriften (tijdschriften waarin uittreksels van boeken en artikelen te vinden zijn; vaak ook op CD-ROM beschikbaar). Natuurlijk kunt u ook uit inspiratie putten uit het nieuws dat in kranten en op radio en tv wordt gepresenteerd. Bedenk echter dat een goede scriptie niet per se over een actueel onderwerp hoeft te gaan. Een onderwerp moet zo goed mogelijk worden afgebakend. Een van de grootste manco s in scripties is een te ruim gekozen onderwerp. Het gebruik van moderne media in het recht is een mogelijk onderwerp, maar er kunnen zoveel aspecten aan worden onderscheiden, dat het vrijwel zeker tot een vage, niet erg informatieve scriptie zal leiden. Het onderwerp zal op de een of andere manier gepreciseerd moeten worden, bijvoorbeeld tot Het gebruik van camera s in de rechtszaal. Een dergelijk onderwerp is zodanig begrensd, dat er op een overzichtelijke manier iets over kan worden geschreven. 2

3. De probleemstelling Voor het schrijven van een scriptie is het afbakenen van het scriptieonderwerp nog niet voldoende. Er moet ook nog worden bepaald wat er precies aan het onderwerp onderzocht gaat worden, oftewel wat er precies met het onderwerp wordt gedaan. Ten aanzien van het onderwerp moet een probleemstelling worden geformuleerd. Wat kan er met een onderwerp zoal worden gedaan? In de praktijk van het scriptieschrijven vooral een van de volgende vier dingen: 1. een onderwerp kan worden beschreven; 2. een onderwerp kan worden verklaard; 3. een onderwerp kan worden beoordeeld; 4. over een onderwerp kan iets worden geadviseerd. Vandaar dat we vier basistypen van probleemstellingen kunnen onderscheiden: 1. beschrijvende probleemstelling; 2. verklarende probleemstelling; 3. beoordelende probleemstelling; 4. adviserende probleemstelling. Een probleemstelling is eigenlijk niets anders dan een gerichte onderzoeksvraag met betrekking tot een onderwerp. Deze vraag vormt als het ware de kapstok voor de scriptie; in feite is de scriptie niets anders dan een stapsgewijze beantwoording ervan. Bij een beschrijvende probleemstelling wordt de vraag gesteld: Wat is het geval met betrekking tot onderwerp X? Deze algemene vraag kan op diverse manieren worden gespecificeerd. Zo zijn de volgende vragen stuk voor stuk mogelijke formuleringen van een beschrijvende probleemstelling: Uit welke elementen bestaat X? Welke soorten X xijn er? Welke processen zijn er mb.t. X te onderscheiden? Deze lijst kan moeiteloos worden uitgebreid. Gemeenschappelijk kenmerk is steeds dat er op de een of andere manier iets over X wordt beschreven. Beschrijven wordt hier dan wel in zeer ruime zin opgevat. Ook analyseren ( Waaruit bestaat X precies? ) en systematiseren ( Hoe kunnen de onderdelen van X worden geordend? ) worden er onder begrepen. Overigens moet wel worden bedacht dat analyses en systematiseringen normatieve aspecten hebben. Er kan altijd meningsverschil ontstaan over de onderscheidingen en de categorieën die men bij een analyse of systematisering maakt. Analyses en systematiseringen zijn hoe dan ook bijzondere gevallen van beschrijvingen. In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, hoeft een scriptie met een beschrijvende probleemstelling niet per se minderwaardig te zijn. In een wetenschappelijke scriptie gaat het erom of er op enigerlei wijze informatie wordt toegevoegd aan wat al bekend is. 3

De typerende vraag voor een verklarende probleemstelling is: Hoe komt het dat X het geval is? Maar ook de volgende vragen horen bij een verklarende probleemstelling: Wat is de oorzaak van X? Wat is de reden van X? Hoe is X ontstaan? Het zijn allemaal vragen naar een verklaring van iets. Kenmerkend voor een beoordelende probleemstelling is de vraag: Hoe dient X te worden getaxeerd? Ook deze vraag kan weer allerlei vormen aannemen. Bijvoorbeeld: Is X correct? Is X aanvaardbaar? Is X doelmatig? De termen uit deze voorbeelden kunnen worden vervangen door elke willekeurige normatieve of evaluatieve term. Ook vragen naar de mogelijkheid, de noodzakelijkheid en de wenselijkheid van iets zijn dus voorbeelden van een beoordelende probleemstelling. Een adviserende probleemstelling draait om de vraag: Wat moet er met betrekking tot X gebeuren? Andere vormen van deze vraag zijn onder meer: Moet X worden ingevoerd? Moet X worden gedaan? Moet X worden veranderd? De grens tussen een beoordelende en een adviserende probleemstelling is niet altijd haarscherp te trekken. In beginsel reikt een advies verder dan een beoordeling; men kan bijvoorbeeld iets als goed beoordelen zonder er het handelingsadvies aan te verbinden het ook daadwerkelijk in te voeren, aan te schaffen e.d. De beoordelaar laat het dan aan anderen over wat er met zijn beoordeling wordt gedaan. In de praktijk impliceert een beoordeling echter vaak een advies: zeggen dat een product het beste in zijn soort is, houdt vaak het advies in dat product ook daadwerkelijk aan te schaffen. Een scriptieschrijver moet zich van tevoren goed afvragen wat hij wil: alleen maar een beoordeling geven of aan dit oordeel een advies verbinden? Men moet goed beseffen dat met het bovenstaande niet meer dan een basisindeling van soorten probleemstellingen is gegeven. Meestal is een probleemstelling zonder al te veel moeilijkheden onder een van de vier genoemde typen te rangschikken. Maar er zijn ook probleemstellingen die zich wat lastiger laten ordenen, omdat ze een te specifiek karakter hebben. Een voorbeeld is de onderzoeksvraag Hoe moet term T worden gedefinieerd? Definiëren kan een descriptief aspect hebben (weergeven hoe een term wordt gebruikt) of een prescriptief aspect (aangeven hoe een term zou moeten worden gebruikt). Definiëren kan dus het midden houden tussen een beschrijvende en een adviserende probleemstelling. 4

Een scriptie kan natuurlijk ook een meervoudige probleemstelling hebben. Een scriptieschrijver kan bijvoorbeeld antwoord willen geven op de volgende twee vragen: Hoe is X ontstaan? Hoe kan X worden verbeterd? Het gevaar van meervoudige probleemstellingen is dat de verschillende vragen binnen het bestek van een normale scriptie (hooguit 45 pagina s) niet op een verantwoorde wijze kunnen worden beantwoord. Het is dan vaak beter zich te beperken tot een enkele probleemstelling, die vervolgens grondig wordt beantwoord. Ook voor de probleemstelling geldt dat beperking de scriptie ten goede komt. 4. De relatie tussen probleemstelling en tekststructuur Een scriptie is niets anders dan een stapsgewijze beantwoording van een probleemstelling. In een goede scriptie komen dan ook alleen die elementen voor die voor een logische beantwoording van de probleemstelling noodzakelijk zijn. Wat de logische stappen in de beantwoording zijn, wordt bepaald door de deelvragen die uit de hoofdvraag, oftewel de probleemstelling, af te leiden zijn. Stel dat de hoofdvraag luidt: Welke oplossing moet er voor probleem P worden gekozen?. Deze hoofdvraag valt minimaal uiteen in de volgende deelvragen: 1. Waaruit bestaat probleem P? 2. Welke oplossingen zijn er voor probleem P? 3. Hoe moeten de oplossingen voor probleem P worden beoordeeld? De deelvragen 1 en 2 zijn beschrijvende subprobleemstellingen, waarbij beschrijven hier vooral betekent: analyseren. Deelvraag 3 is een beoordelende subprobleemstelling. Pas als deze subprobleemstellingen zijn beantwoord, kan er sprake zijn van een logische, stapsgewijze beantwoording van de eigenlijke probleemstelling, die in de inleiding van de scriptie is geformuleerd: de vraag welke van de mogelijke oplossingen uiteindelijk dient te worden gekozen. Op grond van het bovenstaande zal duidelijk zijn dat de logische ordening van deelvragen de structuur van de scriptie vastlegt. De genoemde drie deelvragen zouden bijvoorbeeld heel goed kunnen dienen als een eerste hoofdstukkenindeling: het eerste hoofdstuk gaat over de analyse van P, het tweede over de mogelijke oplossingen van P en het derde over de beoordelingen van die oplossingen. Vanzelfsprekend worden de titels van de hoofdstukken niet in vraagvorm geformuleerd. Het werken met vragen is een hulpmiddel dat de scriptieschrijver bij de voorbereiding van de scriptie hanteert om tot een logische opbouw van zijn tekst te komen. Een verdere verfijning van deelvragen bepaalt weer de indeling in paragrafen. Stel dat er drie oplossingen zijn gevonden voor probleem P. Het ligt dan voor de hand deelvraag 2 uiteen te laten vallen in de verfijndere vragen Waaruit bestaat de eerste oplossing?, Waaruit bestaat de tweede oplossing? en tot slot Waaruit bestaat de derde oplossing? Deze vragen kunnen dan bijvoorbeeld in drie opeenvolgende paragrafen van hoofdstuk 2 worden behandeld. Op vergelijkbare wijze kunnen ook de andere hoofdstukken worden ingedeeld in paragrafen. Zo zal voor een logische beantwoording van deelvraag 3 in elk geval eerst een antwoord moeten worden gegeven op de vraag Op grond van welke criteria worden de oplossingen beoordeeld? 5

Deze criteria kunnen dan worden beschreven in de eerste paragraaf. In de volgende paragrafen kunnen ze dan telkens op een van de oplossingen worden toegepast. In de conclusie van de scriptie wordt dan het antwoord op de hoofdvraag gegeven. Een scriptie bestaat altijd uit drie hoofdonderdelen: de inleiding, de eigenlijke tekst en de conclusie. In de inleiding wordt in elk geval: het onderwerp geïntroduceerd; de probleemstelling geformuleerd; een schematisch tekstoverzicht gepresenteerd. Verreweg het belangrijkste onderdeel is de probleemstelling. Die moet de lezer duidelijk maken waarover de scriptie zal gaan. De probleemstelling moet helder worden beschreven en hoeft zeker niet in een vraagvorm te worden geformuleerd. Ook hier geldt weer dat de vraagvorm vooral een methode is die de scriptieschrijver bij de voorbereiding van de scriptie hanteert. Vaak zal het nodig zijn ook uit te leggen wat de relevantie van de probleemstelling is. Er kunnen wel allerlei onderzoeksvragen over een onderwerp worden gesteld, maar niet elke vraag is van wetenschappelijk belang. In elk geval moet de scriptieschrtijver er rekening mee houden dat niet iedere lezer direct het belang van de geformuleerde probleemstelling zal inzien. Het is dan zaak een en ander toe te lichten. Het schematische tekstoverzicht in de inleiding is nodig om de lezer duidelijk te maken in welke stappen de probleemstelling zal worden beantwoord. Niet alleen krijgt hij daarmee een gestructureerd overzicht van de scriptie, dankzij zo n tekstoverzicht kan hij ook bepalen welke onderdelen hij eventueel kan overslaan. Strikt genomen moet een lezer de essentie van een scriptie kunnen begrijpen wanneer hij alleen de inleiding en de conclusie leest. In de inleiding wordt hij op de hoogte gebracht van de probleemstelling. In de conclusie leest hij wat het antwoord op de probleemstelling is. De stappen die tot de uiteindelijke beantwoording van de probleemstelling leiden, zijn gepresenteerd in de tekst tussen inleiding en conclusie, de hoofdtekst van de scriptie. Deze stappen zijn,zoals gezegd, antwoorden op de deelvragen die uit de hoofdvraag voortvloeien. De kern van de conclusie is dus de beantwoording van de probleemstelling. In een langere tekst als een scriptie is het wenselijk in de conclusie ook een samenvatting van de hoofdtekst te presenteren. Zo wordt de lezer nog eens in het kort duidelijk gemaakt hoe het antwoord op de probleemstelling tot stand is gekomen. Soms kunnen er in een conclusie nog enkele korte aanbevelingen worden gedaan, bijvoorbeeld suggesties voor verder onderzoek. Van belang is echter dat de argumentatie die nodig is voor de beantwoording van probleemstelling uitsluitend in de hoofdtekst mag staan. De conclusie mag nooit nieuwe argumenten bevatten. 6

5. Toepassingen op juridisch gebied In juridische scripties kunnen alle soorten probleemstellingen voorkomen die in het voorafgaande als basistypen zijn gekenschetst. Omdat een van de taken van de rechtswetenschap het beschrijven van het geldend recht is, zijn beschrijvende probleemstellingen in juridische scripties heel gangbaar. De beschrijvingen moeten dan wel in belangrijke mate nieuwe informatie bevatten. Dat kan het geval zijn wanneer in een scriptie het recht wordt gesystematiseerd op een manier die nog niet elders is toegepast. Soms levert bijvoorbeeld het ordenen van jurisprudentie over een bepaalde rechtsvraag alleen al interessant materiaal op doordat de ordening de complexiteit van een kwestie zichtbaar maakt of onvermoede aspecten blootlegt, die tot nadere bezinning kunnen leiden. Omdat rechtsregels uit verschillende bronnen kunnen worden afgeleid en het voor een juist beeld van het geldend recht nu eenmaal noodzakelijk is de samenhang tussen deze bronnen te kennen, kan ook een systematische beschrijving van de rechtsregels in relatie tot de diverse rechtsbronnen een zinvolle scriptie opleveren. Verder kunnen beschrijvende probleemstellingen in juridische scripties tot aardige resultaten leiden als de beschrijving neerkomt op een ontleding in bestanddelen, oftewel een analyse. Soms is niet duidelijk wat de precieze bestanddelen van een rechtsregel zijn: aan welke voorwaarden moet nu precies zijn voldaan, wil het rechtsgevolg intreden? Een grondige analyse kan dan opheldering verschaffen. Verklarende probleemstellingen zullen in traditionele juridische scripties niet vaak voorkomen, althans niet als hoofdvraag. Daarentegen kunnen ze een belangrijke rol spelen in scripties op het gebied van rechtseconomie, rechtspsychologie en rechtssociologie. Voor dit type probleemstelling gelden bijzondere methodologische eisen, waarop in dit kader niet kan worden ingegaan. Beoordelende probleemstellingen vormen misschien wel de belangrijkste soort probleemstelling in juridische scripties. In het recht gaat het er vooral om op grond van feiten en rechtsregels tot oordelen in concrete rechtsvragen te komen. In de rechtswetenschap wordt vaak precies hetzelfde gedaan. Het geldend recht wordt door de rechtswetenschapper niet alleen geanalyseerd en gesystematiseerd, het wordt ook op rechtsvragen toegepast. Dit laatste kan gebeuren door bestaande rechterlijke uitspraken op hun aanvaardbaarheid te beoordelen, maar ook door argumenten aan te voeren voor mogelijke (of op grond van het recht de best verdedigbare) rechterlijke uitspraken. Beoordelende probleemstellingen kunnen in juridische scripties ook betrekking hebben op betekenissen die aan bepaalde termen moeten worden toegekend. De hoofdvraag van de scriptie kan dan bijvoorbeeld luiden: Wat dient onder onrechtmatige hinder te worden verstaan? Vooral open normen kunnen tot dit soort probleemstellingen aanleiding geven. Adviserende probleemstellingen zijn eveneens van belang voor juridische scripties. Er wordt nogal eens gedacht dat een wetenschappelijke scriptie juist geen advies mag zijn, maar zeker voor scripties op het gebied van de rechtswetenschap is dit een onhoudbare opvatting. Juist omdat in het recht veel praktische kwesties een rol spelen, zijn adviezen op diverse terreinen niet alleen mogelijk, maar ook zeer wenselijk en noodzakelijk. Vragen als Moeten rechtszittingen 7

met videocamera s worden geregistreerd? en Welke maatregelen moeten er binnen een uitgebreide Europese Unie worden genomen om de te verwachten toename van de georganiseerde criminaliteit te beteugelen? zijn dan ook niet voor niets dankbare uitgangspunten voor een zinvolle juridische scriptie. 8