Excelleren in Brabant

Vergelijkbare documenten
3 Periode Het project loopt van 1 augustus 2010 tot 31 december 2011.

Aanvraagformulier voor projecten in Nederland

Aanvraagformulier voor projecten in Nederland

Aanvraagformulier Innovatiefonds Oost Gelre

Verklaring beperkte steun

Programmaspecifieke vragen bij de digitale subsidieaanvraag

Aanvraagformulier voor internationale projecten

Programma Duurzame Inzetbaarheid in het mkb

Plan van Aanpak Format. Pilot functiecreatie gemeente/provincie SW bedrijf

Inspirerend Management. in de zorg. Een modulaire aanpak gericht op de ontwikkeling van nieuw leiderschap

Aanvraagformulier voor subsidie zonne-energie Dalfsen 2012

TOELICHTING DE-MINIMISSTEUN

Projectaanvraag. Gegevens aanvrager. Samenvatting project. Aanleiding aanvraag/project. Datum aanvraag. Naam organisatie.

Hieronder sommen we aan de hand van een aantal topics de belangrijkste elementen op van de deminimisregel.

Dienstverleningsdocument. Opmaat Verlaan Woerden V.O.F. Inleiding

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

Verklaring de-minimissteun

Life Sciences & Health TKI 2015

Tijdelijke Subsidieregeling Zonnepanelen

Projectplan POP3: Openstelling niet-productieve investeringen water Zeeland 2016

Aanvraagformulier Gevel- en voorterreinfonds bedrijventerrein Vak A Hoofdweg CapelleXL

1.1 Procesverloop U heeft mij op 24 november 2017 nog aanvullende informatie bij de aanvraag gestuurd.

Aanvraagformulier 'subsidieregeling vulpunten duurzame brandstoffen provincie Groningen'

Algemene onderhoudsvoorwaarden Tim

Dienstverleningsdocument voor Financieel Advies 2.0

Als werkgever in de sector techniek heeft u

Functieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302

2. Samenvatting 2 a. Beschrijf uw project in maximaal 3 zinnen Deze korte samenvatting kan worden gebruikt voor publicatiedoeleinden:

INNOVATIEVE PROJECTEN

3000LD Nationale Politie T.a.v... Postbus LD ROTTERDAM

Dienstverleningsdocument voor Financieel Advies 2.0

Sectorplan Vlees sector

Notitie projecten impulsbudget Samenwerking

Toelichting Duurzame Inzetbaarheid

Projectplan Openstelling Samenwerking voor innovatie Zeeland 2019 (6 mei t/m 2 september 2019) POP3

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Referentie: Toelichting:

STIMULERINGSREGELING VERNIEUWENDE HR-PROJECTEN

3970AE238. Nationale Politie Postbus AE DRIEBERGEN

Is een intekenlijst afdoende bewijs bij de organisatie van een evenement?

OSR -Reglement Uitvoeringsregeling Ontwikkelingsstimulering (OSR) Uitgangspunten

Aanbevolen wordt om alvorens deze verklaring in te vullen eerst de toelichting in de bijlage van dit formulier te lezen!

Functieprofiel Projectleider Functieprofiel titel Functiecode 00

1. CONTACTGEGEVENS. PERSOONLIJKE GEGEVENS CONTACTPERSOON Initialen. adres. Voornaam. Correspondentieadres. Tussenvoegsel Postcode

Staatssteunbijeenkomst 14 oktober, s-hertogenbosch Welke kansen bieden de afgeronde staatssteunherzieningen van de Europese Commissie?

De Regieraad Techniek Flevoland verbindt Flevolandse personen, partijen en projecten en stimuleert initiatieven om te zorgen dat

Hebt u kennisgenomen van de criteria die voor deze subsidietender van toepassing zijn?

OSR - Specifiek. Artikel 1. Definities

Plan van Aanpak. Overdracht financiële administratie van Valkenswaard naar Eindhoven & Opzet subsidieadministratie

Programmaspecifieke Vragen Lijst

Beschrijving aanvraagprocedure/aanvraagformulier

Outplacement Voorbeeldteksten

ParticipatieCarrousel Alphen aan den Rijn

Gewijzigde, nieuwe de-minimisgroepsvrijstelling

Europese subsidies en staatssteun

Subsidieregeling Aanjaaggelden Zeeland in Stroomversnelling. AANVRAAGFORMULIER Zeeland in Stroomversnelling: Demonstratieproject

Aanvraagformulier Onderwijs Netwerk Ondernemen

DIENSTVERLENINGSDOCUMENT

Reglement financiële bijdrage energieonderzoek MKB Energiescan Overijssel, bekend onder de naam Nieuwe energie in bedrijf.

ERP Implementatie in de praktijk

DIENSTVERLENINGSDOCUMENT

OSR Duurzaam. Uitgangspunten

Toelichting artikelsgewijs

Instructie indienen einddeclaratie

REGLEMENT INSTROOMBEVORDERING VOOR DEELNEMERS MET AFSTAND TOT DE ARBEIDSMARKT

Aanbiedingsbrief. Platform31/Energiesprong Postbus GV Den Haag

Datum: 7 september 2009 Onderwerp: uitvraag nieuwe regionale fietsverbindingen voor woon-werkverkeer

DIENSTVERLENINGSDOCUMENT

HERZIEN. Spelregelkader EU-cofinanciering

Regeling van <datum GS> tot wijziging van de Subsidieregeling Kultuer en Mienskip Fryslân.

Businessplan Leren en Werken Noordoost Brabant

Inkoopbeleid Max-max tarief voor zorginhoudelijke innovaties verloskunde/echoscopie

Dienstverleningsdocument

1040 HG Aan de Raad van Bestuur van UWV T.a.v. dhr. J.M. Linthorst Postbus HG AMSTERDAM

EBG heeft het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) ingeschakeld als uitvoerder van deze regeling.

DIENSTVERLENINGSDOCUMENT

Advies aan de gemeenteraad

Call Gebiedsgerichte gezondheidsaanpakken fase 1 voor Programma Gezonde Toekomst Dichterbij

Toelichting bij aanvraagformulier Ondernemersfonds Centrum s-hertogenbosch

Dienstverleningsdocument

AANVRAAGFORMULIER PROMOTIEBUDGET NOORD-HOLLAND

Europees Sociaal Fonds Actie: B Re-integratie van gedetineerden en jongeren in jeugdinrichtingen

Herstelkader Rentederivaten - checklist voor als u in het verleden een rentederivaat heeft afgesloten

Bedrijfsopleidingsplan (BOP) Format

Dienstverlening Document Helmhorst Financiële Coaching. Duidelijkheid en transparantie over dienstverlening

EBG heeft het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) ingeschakeld als uitvoerder van deze regeling.

6. Project management

Ons kantoor is geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten onder nummer

OSR-Reglement. Uitvoeringsregeling Ontwikkelingsstimulering (OSR)

Nota van B&W. Onderwerp Uitvoering Convenant Inburgering en ondernemerschap

Projectnummer: 829 Projectnaam: Gevelrenovatie Handelspanden Turnhout:

18. ONMISBARE WERKNEMER

DIENSTVERLENINGSDOCUMENT

DISCLAIMER. A. Algemene toepassingsvoorwaarden

Subsidie aanschaf elektrische auto s veelrijders. Voor meer informatie kunt u bellen met: Mevr. I. van Poppel Tel. (0492)

STICHTING STEUNFONDS KYOGA

Het project dient te worden uitgevoerd in de periode van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017.

Stichting Kinderopvang Op Kop. Rapport functieomschrijving en functiewaardering coördinator kinderopvang

Registratie AFM Ons kantoor is geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten onder nummer:

Transcriptie:

Excelleren in Brabant Informatie ten behoeve van het deelproject MKB-Nederland Regionaal Adviesteam Samenwerkende Kenniscentra Louis Peters Mérie Michels Bezuidenhoutseweg 12, Den Haag Boris Pasternaklaan 4 2719 DA Zoetermeer Postbus 93002, 2509 AA Den Haag Postbus 7259 2701 AG Zoetermeer Tel 015 219 12 12 Tel 079-329 40 00 l.peters@mkb.nl m.michels@s-bb.nl www.mkb.nl www.s-bb.nl

Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Inschrijftermijn en doorlooptijd 2 3 Projectmanagement door kenniscentra 2 4 Convenant 2 5 Werving en advisering 2 6 Processtappen Advisering 2 7 Vergoedingenstructuur 4 8 (Co)financiering 5 9 Centrale Projectorganisatie 5 10 Deelprojecten 6 11 Planning en Mijlpalen 6 Bijlage Criteria projectselectie projectvoorstellen 8 Bijlage Projectvoorstel 9 Bijlage De-minimis 10 1/12

1 Inleiding In dit document staan de randvoorwaarden en formele aspecten beschreven die van toepassing zijn op partijen die een deelproject binnen het project Excelleren in Brabant willen organiseren. 2 Inschrijftermijn en doorlooptijd Voor 1 juli 2013 wordt een projectvoorstel ingediend. In dit document, met name in Bijlage Projectvoorstel staat omschreven waar het projectvoorstel aan moet voldoen. Op 1 augustus 2013 zal de Stuurgroep, op basis van vooraf vastgestelde criteria (Bijlage Criteria projectselectie projectvoorstellen) de projectvoorstellen toewijzen. 1 september 2013 kunnen de deelprojecten feitelijk van start gaan. 7 november 2013 is de publieke kick off bijeenkomst tijdens de Week van de Ondernemer in Eindhoven. 31 december 2015 wordt het project afgesloten. 3 Projectmanagement door kenniscentra Excelleren in Brabant bestaat uit een aantal centraal georganiseerde activiteiten en deelprojecten. De deelprojecten richten zich op een specifieke branche. Binnen deze branche werkt een werkgeversorganisatie samen met het betreffende kenniscentrum. Het kenniscentrum is verantwoordelijk voor het projectmanagement van het betreffende deelproject. Hiertoe dienen zij in ieder geval de volgende stappen te zetten: Betrokken organisaties (Kenniscentrum en Brancheorganisatie) wijzen een deelprojectleider aan, en eventueel een vervanger; De deelprojectleider onderhoudt direct contact met de projectleider van MKB Nederland, Operationeel Projectleider Kenniscentra (RAK) en, indien gewenst met de Stuurgroep. De deelprojectleider zal conform rapportage-eisen rapporteren over voortgang, inzet en resultaten project; 4 Convenant MKB Nederland en SBB hebben een convenant gesloten over de wederzijdse inspanningsverplichtingen en resultaatdoelstellingen (Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.). Het deelprojectvoorstel vormt een integraal onderdeel van dit convenant. Indien binnen een deelproject kwantitatief of kwalitatief onvoldoende ondernemingen worden geworven, niet wordt voldaan aan de kwaliteitseisen van de HRD adviseur, of niet (voldoende) wordt mee gewerkt aan de randvoorwaarden die aan de uitvoering van de opdracht worden gesteld, kan de Stuurgroep besluiten om het deelproject te beëindigen. De centrale projectleiding zal monitoren of alle adviestrajecten voldoen aan de eisen en verwachtingen die aan het HRD advies worden gesteld. De Operationeel Projectleider Kenniscentra zal alle Bedrijfsopleidingsplannen beoordelen. 5 Werving en advisering De organisaties die betrokken zijn bij het deelproject (brancheorganisaties en kenniscentra) zullen, op basis van de overeengekomen aanpak hun wervingsinspanningen richting ondernemers gaan verrichten. De deelprojectleider maakt de match tussen de hulpvraag van de ondernemer en de beschikbare HRD adviseurs. Hij monitort tevens de voortgang van dit proces en draagt daarbij zorg voor een optimale verdeling van de opdrachten. Hierbij staat voorop dat de ondernemer in contact moet worden gebracht met een ter zake deskundige adviseur die de branche kent en de taal van de ondernemer spreekt. 6 Processtappen Advisering Vanuit het project Excelleren in Brabant wordt geen dwingende top-down aanpak of wijze van advisering opgelegd. De hulpvraag van de ondernemer staat centraal, en is het vertrekpunt van 2/12

advisering, bedrijfsontwikkeling en opleiding. De processtappen zijn, met name in relatie tot de financieringsvoorwaarden wel vooraf vastgelegd. In onderstaande figuur worden de processtappen beschreven. Fig 1 Processtappen Excelleren in Brabant 0.1 De Brancheorganisatie selecteert, in samenspraak met het kenniscentrum de ondernemers die in aanmerking komen voor het project. 0.2 De Ondernemer vult de online Excelleerscan in. 1.1 De resultaten van de Excelleerscan worden naar de ondernemer en de bedrijfs adviseur gestuurd. Brancheorganisatie en kenniscentrum bepalen in overleg wie de rol van de bedrijfsadviseur vervult. Dit kan dezelfde persoon zijn als degene die het HRD advies uitbrengt, maar de rollen kunnen ook worden opgeknipt. 2.1 Ondernemer en bedrijfsadviseur voeren een vraaggestuurd gesprek over de strategie van de onderneming. Op basis van dit gesprek worden de vervolgstappen van het adviestraject bij de ondernemer ingericht. 2.2 Indien op basis van het gesprek in 2.1 blijkt dat de ondernemer baat heeft bij een HRDadvies wordt de HRD adviseur ingeschakeld. De HRD adviseur formuleert met de ondernemer het bedrijfsopleidingsplan. 3.1 De bevindingen van zowel de bedrijfs- als HRD adviseur worden in het Bedrijfsontwikkelplan vastgelegd. 3.2 Het Bedrijfsontwikkelplan, samen met het Budgetformulier vorm de basis voor het Bedrijfsopleidingsplan. 4.1 Het Bedrijfsontwikkelplan en het Budgetformulier worden door de ondernemer, via de RAK (Regionaal Adviseur Kenniscentra) ingediend bij de Stuurgroep. 3/12

4.2 De RAK adviseert de Stuurgroep of de documenten voldoen aan de gestelde randvoorwaarden. 4.3 Indien akkoord, ontvangt de ondernemer de middelen vanuit het project. 4.4 Op het moment dat de aanvraag van de ondernemer akkoord is, wordt ook het voortraject vergoed 4.5 De ondernemer kan vervolgens de opleidingsinstituten betalen. 5.1 Onderdeel van de totstandkoming van het Bedrijfsontwikkelplan is de inventarisatie van de baanopeningen. Deze worden teruggekoppeld naar de RAK 5.2 De RAK zorgt dat de baanopening op de relevante plekken worden neergelegd. Ten behoeve van dit project is een model Bedrijfsontwikkelplan (BOP) ontwikkeld. Het staat de adviseurs vrij om naast dit model eigen analyse formats te hanteren. Voor de aanvraag wordt alleen dit format geaccepteerd. De Stuurgroep heeft vastgesteld aan welke kwalificaties de HRD adviseurs moeten voldoen. Kenniscentra en brancheorganisaties kunnen bepalen welke HRD adviseurs worden ingeschakeld, mits deze voldoen aan de kwalificaties die door de Stuurgroep zijn vastgesteld. 7 Vergoedingenstructuur Uitgangspunt van de vergoedingenstructuur is tekortfinanciering van maximaal 50% van de totale deelprojectkosten op basis van de tarieven zoals vermeld in tabel 1. Per deelproject worden afspraken gemaakt over het minimaal aantal deelnemende ondernemers, het minimaal aantal werknemers dat een individueel ontwikkeltraject krijgt aangeboden, maximaal budget en bepaalde mijlpalen. De deelprojectleider heeft binnen deze marges de vrijheid om middelen op een zodanige wijze te verdelen dat het project maximale impact heeft in de betreffende sector. Het (gemaximeerde) bedrag dat aan een deelproject wordt toegekend is vastgesteld op basis van het standaard adviestraject x het aantal adviestrajecten. Voorbeeld: Binnen het deelproject x worden 16 ondernemers begeleid. Een standaard ontwikkeltraject is begroot op 19.500,-. Voor het deelproject is vanuit Excelleren in Brabant is 16 x 19.500,- x 50% = 156.000,- (ex BTW) beschikbaar. Bij de verdeling van de middelen dient rekening te worden gehouden met een onderverdeling per traject. Standaard ontwikkeltraject Stappen Min. Cofinanciering Max Projectbijdrage Totaal Stap 1, 2 en 3 1.250,- 1.250,- 2.500,- Stap 4 8.500,- 8.500,- 17.000,- Totaal 19.500,- Tabel 1 Over het gehele deelproject dient rekening te worden gehouden met een budgetverdeling van 13% voor Stap 1,2 en 3 (gezamenlijk) en 87% voor Stap 4. Per traject kan door de projectleider een bandbreedte worden gehanteerd van 25% ten opzichte van de budgetten van het standaard ontwikkeltraject. Voorbeeld: Bij één onderneming wordt voor stap 1,2 en 3 1.875,- (-/-25% tov 2.500,-), voor Stap 4 21.250,- (+25% tov 17.000,-) en voor het totaal 23.125,- (+19% tov 19.500,-) besteed. De maximale bijdrage uit het fonds voor een traject bedraagt 12.500,- 4/12

Het aantal individuele ontwikkeltrajecten mag het aantal werknemers van een onderneming niet overstijgen. Als peildatum voor het aantal werknemers wordt het vaststellen van het Bedrijfsontwikkelplan door adviseur en ondernemer gehanteerd. Grotere afwijkingen ten opzichte van de bandbreedtes kunnen alleen in overleg met de projectorganisatie van MKB Nederland plaatsvinden. 8 (Co)financiering Elk deelproject wordt geacht voor minimaal 50% door private middelen te worden gefinancierd. De volgende bronnen kunnen als cofinanciering worden aangemerkt: 1. Financiële bijdrage uit het scholingsfonds 2. Uren van betrokkenen van Kenniscentrum en Brancheorganisatie. 3. Financiële bijdrage van onderneming Ad 2. Het maximum aantal uren dat kan worden opgevoerd is afhankelijk van de totale deelprojectbegroting en het niveau/uurtarief van betrokken medewerker. Van het totale bedrag aan cofinanciering mag maximaal 10% bestaan uit gekapitaliseerde uren. De adviseurs die worden ingeschakeld voor dit traject worden geacht volgens hun eigen gebruikelijke markttarieven te werken. Deze tarieven worden gemaximeerd op basis van functieniveau: Niveau Uurtarief Senior 125,- Medior 100,- Junior/ondersteuning 80 Tabel 2 Bij de onderbouwing van de uren moet aannemelijk worden gemaakt dat de inzet van betrokken medewerker een direct gevolg is van deelname aan het project en specifiek voor het project worden ingezet. Het is toegestaan om structureel goedkopere begeleiding in te zetten, mits het wordt aangewend om daarmee meerdere ondernemingen van advies te voorzien. Ad 3. Dit betreft een bijdrage uit de middelen van de onderneming aan de factuur van de opleidingscentra. Verletkosten van ondernemer en medewerkers worden niet aangemerkt als cofinanciering. Alle kosten moeten worden aangegeven op het budgetformulier 9 Centrale Projectorganisatie Projectmanager: Operationeel Projectmanager Kenniscentra: Stuurgroep: Agenda leden: Louis Peters Mérie Michels (RAK) Louise Beduwé (vz), Peggy van de Koelen (BZW), Frank de Wijs (ZLTO) en Louis Peters. Mérie Michels en Han Havekes (Prov NB) 5/12

10 Deelprojecten Sectoren Branche Kenniscentrum O&O fonds #bedrijven Techniek Metaalunie Kenteq OOM 16 FME-CWM Kenteq A&O 16 Uneto-VNI Kenteq OTIB 16 Bovag Innovam OOMT 16 Focwa VOC OOC 16 Bouwend Nederland Fundeon O&O Bouw 20 Transport&Logistiek Transport&Logistiek VTL SOOB 20 Agrofood ZLTO Aequor Colland 30 Tabel 3 11 Planning en Mijlpalen Wanneer Wat Wie 1 augustus 2013 Definitieve keuze deelprojecten Stuurgroep EiB 1 september 2013 Operationele start deelprojecten Deelprojectleiders 7 november 2013 Publieke kick off bijeenkomst tijdens Week Allen van de Ondernemer 31 december 2013 Eerste Kwartaalrapportage Deelprojectleiders 25% van het beoogde aantal trajecten heeft Stappen 1,2 en 3 afgerond 75% van het beoogde aantal trajecten is geworven. 1 april 2014 Kwartaalrapportage Deelprojectleiders 1 juli 2014 Kwartaalrapportage Deelprojectleiders 75% van het beoogde aantal trajecten heeft Stappen 1,2 en 3 afgerond 100% van het beoogde aantal trajecten is geworven 25% van het beoogde aantal trajecten heeft Stap 4 afgerond 1 oktober 2014 Kwartaalrapportage Deelprojectleiders 31 december 2014 Kwartaalrapportage Deelprojectleiders 100% van het beoogde aantal trajecten heeft Stappen 1,2 en 3 afgerond 50% van het beoogde aantal trajecten heeft Stap 4 afgerond 1 april 2015 Kwartaalrapportage Deelprojectleiders 1 juli 2015 Kwartaalrapportage Deelprojectleiders Laatste mogelijkheid om aan te geven of individuele trajecten (stap 4) niet binnen projectperiode kunnen worden afgerond. 1 oktober 2015 Kwartaalrapportage Deelprojectleiders 31 december 2015 Afsluiting project Allen Tabel 4 De deelprojectleiders leveren per kwartaal aan de RAK een rapportage met een inhoudelijk en financieel overzicht van de adviestrajecten. Hiervoor wordt uiterlijk november 2013 een format voor ontwikkeld. 6/12

Bijlage Kwaliteit HRD adviseur Het programma voorziet in een advies aan de mkb ondernemer door een Human Resource Development (verder: HRD) deskundige. De deelprojectleider, die het contact met de ondernemer tot stand heeft gebracht, maakt een match tussen de vraag en de deskundigheid van de beschikbare HRD adviseurs. Om de kwaliteit van het advies aan de ondernemer te garanderen, wordt in het kader van het project verwacht dat de HRD adviseur over voldoende kennis beschikt van het onderwerp (ontwikkelen van de leercultuur) en van de doelgroep (ondernemers in de betreffende branche). De deelprojectleiders zijn zelf verantwoordelijk voor de selectie van de HRD adviseurs. De adviseurs worden geacht te voldoen aan de volgende criteria: Aantoonbare ervaring bij het ondersteunen van meerdere mkb ondernemingen, vanuit een externe rol bij de ontwikkeling en uitvoering van het personeelsbeleid door middel van opleidingsadvies en het ontwikkelen van opleidingsinstrumenten of procedures. Hierbij moet gedacht worden aan de volgende activiteiten: Ontwikkelen, evalueren en bijstellen van opleidingstrajecten en trainingen voor medewerkers en managers; Plannen, coördineren en organiseren van opleidingsactiviteiten; Adviseren van het management ten aanzien van leren en opleiden; Gestructureerd inventariseren van (nieuwe) opleidingsvragen; Ontwikkelen en implementeren van HRD instrumenten die gerelateerd zijn aan leren en ontwikkelen van medewerkers (POP gesprekken, HRD cyclus, EVC); Borgen van leer- en ontwikkelactiviteiten binnen de organisatie. Aantoonbare advies- en communicatieve vaardigheden richting alle niveaus binnen mkb ondernemingen. Inzicht en ervaring in de problematiek van verbetering van productiviteit en duurzame inzetbaarheid van werknemers binnen het mkb. Aantoonbare ervaring bij het ontwikkelen en implementeren van leercultuur en de daaraan gekoppelde instrumenten. Hieronder valt het analyseren van arbeidsprocessen, taken en functies met het oog op introductie en implementatie van leren op de werkplek. Minimaal HBO werk en denkniveau op het gebied van HRM, en meer in het bijzonder de specialisatie opleidingskunde of onderwijskunde. Minimaal drie tot vijf jaar werkervaring in een extern gerichte adviesfunctie. 7/12

Bijlage Criteria projectselectie projectvoorstellen De randvoorwaarden voor deelname: Namens de combinatie brancheorganisatie/kenniscentrum wordt een compleet projectplan ingediend; Het voorstel wordt voor het verstrijken van de deadline ingediend; Rapportage en verantwoording conform projecteisen; De organisaties bieden deelname aan het project ook aan niet georganiseerde ondernemers. Het streven is om 150 Noord Brabantse mkb bedrijven met een advies te bereiken. De doelgroep bestaat uit ondernemingen met 5 250 medewerkers. Per deelproject dienen minimaal 16, en maximaal 30 ondernemingen deel te nemen. De Stuurgroep kan in de loop van het project besluiten om voornoemde aantallen aan te passen. De Stuurgroep zal beoordelen of de ingediende projectvoorstellen aan de voorwaarden voldoen. Indien nodig zal een selectie uit de projectvoorstellen worden gemaakt en/of worden verzocht de voorstellen inhoudelijk aan te passen. De belangrijkste criteria: De mate waarin door het deelproject juist die ondernemingen worden bereikt die voldoen aan de projectdoelstellingen van Excelleren in Brabant. Commitment aan het thema van duurzame versterking van de leercultuur door inspanningen, investeringen en ontwikkelingen die verder gaan dan de bijdrage aan dit project. Verder worden de volgende kwantitatieve uitgangspunten meegewogen: Spreiding van de organisaties over de 4 Brabantse arbeidsmarktregio s Spreiding van de omvang van de organisaties gemeten in aantallen medewerkers Spreiding van de opleidingsniveaus van medewerkers 8/12

Bijlage Projectvoorstel In deze bijlage zijn een reeks vragen opgenomen die in het projectvoorstel aan de orde moeten komen. Het staat de organisatie vrij om elementen toe te voegen die zij relevant achten voor de aanvraag. Algemeen Betrokken organisaties (Kenniscentrum, Brancheorganisatie, O&O fonds); Gegevens van de deelprojectleider (naam, adres, telefoonnummer, email, functie, vervanger/assistent) en van betrokkenen overige organisaties (bijv. regiomanager branche); Wijkt de beoogde start/einddatum van het deelproject af van de standaardperiode: 1 september 2013-31 december 2015). Zo ja, s.v.p. periode aangeven. Doel van het project Het project Excelleren in Brabant richt zich op het realiseren van de economische ambities van Brabant door ondernemers te helpen met het versterken van de leercultuur van hun onderneming. Welke doelstellingen streeft u na binnen uw sector bij dit deelproject om ondernemerschap via de leercultuur te versterken? Hoe past dit voorstel binnen de ambities van uw brancheorganisatie(s) om de leercultuur te ontwikkelen? Kunt u aangeven of u juist die ondernemingen bereikt die behoefte hebben aan een impuls bij de ontwikkeling van hun leercultuur via een advies door een HRD adviseur? Waarom denkt u dit? Werving Hoeveel ondernemingen uit uw sector wilt u via dit project helpen? Acht u het algemene tijdpad waarbinnen de deelprojecten moeten worden doorlopen (zie Hoofdstuk 11, Planning en Mijlpalen) voor uw deelproject haalbaar? Zo nee, kunt u dan aangeven wat volgens u wel realistisch is? Kennis en ervaringen borgen Hoe gaat u, binnen uw branche, kennis en ervaringen uit dit project borgen en breed toegankelijk maken voor andere ondernemingen? HRD Advies In de randvoorwaarden wordt uitgegaan van een standaardtraject. Verwacht u dat alle HRD adviezen die binnen uw branche worden uitgebracht binnen de standaarden zullen vallen of zijn er mogelijk afwijkingen? Indien u afwijkingen verwacht, kunt u die dan specificeren? Heb u nog opmerkingen of vragen bij de (financiële) randvoorwaarden die aan het HRD advies worden gesteld? Adressering Het projectvoorstel kan via email worden verzonden aan: Cristina van Vught c.vanvught@mkb.nl 9/12

Bijlage De-minimis Decentrale overheden mogen over een periode van drie belastingjaren één onderneming tot 200.000,= steunen, in welke vorm dan ook. Dit is de-minimis steun. Voor de landbouw-, visserij- en vervoerssector gelden lagere drempels. Melding, kennisgeving en rapportage aan de Commissie zijn niet vereist. Wel is er een cumulatiebeperking met andere subsidies. Om te bepalen of de-minimissteun mag worden verleend, moeten ondernemingen een verklaring invullen. Reikwijdte De steun moet transparant zijn: de hoogte van de de-minimissteun moet vooraf precies kunnen worden berekend, zonder dat er een risicoanalyse wordt uitgevoerd. De vrijstellingsverordening is ook van toepassing op de afzet en verwerking van landbouwproducten en op de vervoerssector. Uitgesloten Uitgesloten van de-minimissteun zijn: - De aankoop van vervoersmiddelen voor vrachtverkeer over de weg (vrachtwagens); - Exportsteun en steun waardoor binnenlandse producten ten opzichte van importproducten worden bevoordeeld; - De sector wegvervoer (eigen drempel van 100.000,=); - De primaire productie van landbouwproducten (eigen drempel van 7.500,=); - De visserijsector (eigen drempel van 30.000,=). DAEB en de-minimis Ook voor de compensatie van Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB) bestaat sinds 2012 een aparte de-minimisvrijstelling. De DAEB-de-minimisvrijstelling voorziet in een driejaarlijkse compensatie van 500.000,=. Melding, kennisgeving en rapportage Er is geen sprake van staatssteun. Melding, kennisgeving en rapportage aan de Commissie zijn dus niet vereist. Zowel de Commissie als Nederland houdt geen centraal register bij van de-minimissteun. Decentrale overheden wordt geadviseerd dit zelf te doen. Verschil crisissteun en de-minimis In 2008 tot en met 2010 heeft de Europese Commissie tijdelijke maatregelen getroffen om toegang tot financiën voor ondernemingen in de financiële en economische crisis te ondersteunen. Zo werden er nieuwe goedkeuringscriteria vastgesteld voor relatief kleine steunbedragen. Deze zijn naast de regels voor de-minimissteun gehanteerd. Deze crisissteun werd gezien als potentiële staatssteun en moest vooraf bij de Commissie worden gemeld. Dit is een essentieel verschil met de-minimissteun. 10/12

Voorwaarden de-minimis Bij de toepassing van de de-minimisvrijstelling moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan: 1. One Single Unit Het de-minimisplafond geldt voor één zelfstandige onderneming. De bepaling hiervan is complex als het gaat om een onderneming die een bepaalde afhankelijkheidsrelatie met andere ondernemingen heeft. De Commissie beschouwt hieronder bijvoorbeeld een moeder dochterrelatie, maar ook exclusieve afname of leveringscontracten met andere ondernemingen. Zelfs familiebanden leiden tot afhankelijkheid (zaak 382/99) 2. Cumulatiebeperking Mogelijk heeft een onderneming voor dezelfde kosten die in aanmerking komen voor de-minimissteun als eens staatssteun ontvangen. Deze steun viel bijvoorbeeld onder een andere vrijstelling of staatssteunkader (milieu, werkgelegenheid, innovatie, etc.) Het totaalbedrag van de de-minimissteun en eerder ontvangen steun mag niet de steunmaxima overschrijden. Om uit te rekenen of de-minimissteun mag worden verleend voor dezelfde kosten, moet alle overheidssteun worden opgeteld, zelfs als dit geheel of gedeeltelijk uit Europese middelen is gefinancierd. Steun die totaal het de-minimisplafond overschrijdt, mag niet worden opgesplitst om deze afzonderlijk onder de toepassing van de vrijstelling te brengen. Verschillende kosten en steunintensiteiten Om te bepalen of de-minimissteun mag worden gegeven, moet er gekeken worden of de kostenposten waarvoor een decentrale overheid steun wil verlenen, zich onderscheiden van de kostenposten waarvoor een andere overheid al steun heeft gegeven. Art. 2 lid 5 De-minimisverordening stelt als voorwaarde voor cumulatie van kosten dat deze verschillend (elkaar niet overlappend) en identificeerbaar (duidelijk te herkennen en daadwerkelijk gemaakt, bijvoorbeeld door een accountantscontrole vastgesteld) zijn en daadwerkelijk in aanmerking komen. Over cumulatie kunt u meer lezen in de Informatiewijzer Staatssteun voor Decentrale Overheden. 3. De-minimisverklaring Om overschrijding van het de-minimisplafond te voorkomen, moet de decentrale overheid de onderneming vragen om een verklaring. Hierin moet de onderneming alle steun en de-minimis opgeven die over de twee voorgaande belastingjaren en in het lopende belastingjaar is verleend. De berekening moet bij het moment van toekenning worden gemaakt. De verklaring moet worden getekend voordat de steun wordt verleend. 11/12