Aan de Dames en Heren Provinciegouverneurs en aan de Gouverneur van het Administratief Arrondissement Brussel-Hoofdstad



Vergelijkbare documenten
NOODPLANNEN NIP - ANIP - BNIP - MONODISCIPLINAIR

NOOD- EN INTERVENTIEPLANNEN

KONINKLIJK BESLUIT VAN 16 FEBRUARI 2006 BETREFFENDE DE NOOD- EN INTERVENTIEPLANNEN. (B.S ) Eerste deel BEPALINGEN BETREFFENDE NOODPLANNING

Algemene Directie. Algemene Directie Crisiscentrum. Crisiscentrum Jurgen Volckaert

Interactie tussen het INTERN NOODPLAN van de SCHOOL en de GEMEENTELIJKE NOODPLANNING. Bourdeau Barbara Ambtenaar Noodplanning Politiezone RIHO

Noodplanning, civiele veiligheid en crisisbeheer in België

NOODPLANNING KB 16/02/2006 MO 26/10/2006. Definities. Doel: Bevoegde overheid. Actualiseren Instrument Harmoniseren

Postgraduaat Rampenmanagement KB van 16 februari omzendbrieven NPU 1-4

RISICOZINNEN (R-ZINNEN)

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Veiligheidsportaal. OSR Organisatie Snelle Redding LIVE LImburgssysteem voor de VEiligheid OSR Organisation de Secours Rapide

Algemeen Raad van beheer Intern crisisteam Eerste interventieploeg Aantal personeelsleden 17

Noodplanning in scholen. Theorie

Intern noodplan. Erwin De Buck, preventieadviseur scholengroep 23

BUIZINGEN GEZIEN VANUIT HENEGOUWEN. Getuigenis van het beheer na de acute fase

PROCEDURE SWAVR_P01 OPMAAK EN INDIENEN VAN EEN SWA-VR

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum Geïntegreerde permanentie

MINISTERIËLE OMZENDBRIEF NPU-2 VAN 30 MAART 2009 BETREFFENDE HET ALGEMEEN NOOD- EN INTERVENTIEPLAN VAN DE PROVINCIEGOUVERNEUR. (B.S

Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016

Noodplanning en crisisbeheer in België

Nationale strategie voor alarmeringstesten van de bevolking. BE-Alert

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven

Gids voor de opstelling van een samenwerkingsakkoordveiligheidsrapport van een. Seveso-hogedrempelinrichting

Instructie gevaarlijke stoffen algemeen:

Gewasbeschermingsmiddelen: Europese wetgeving

U weet nu wat u moet doen bij een Seveso-ongeval!

FIRE PROTECTION CONSULTANTS

VOGELVLUCHT Laatste herziening: 16/10/2007, Versie 1.0 pagina 1 / 5

KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD

Rampenbestrijding: actoren, regelgeving en bevoegdheden

HOE WERKT HET PROVINCIAAL RAMPENPLAN

Toolbox-meeting Gevaarlijke stoffen

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Inleiding. Noodplanning

COMMUNICATIE-UITDAGINGEN BIJ DE INFORMATIE AAN DE BEVOLKING. KB betreffende de nood- en interventieplannen van 16/02/2006 artikel 14 (discipline 5)

VEILIGHEIDS- INFORMATIE- BLAD

LEIDRAAD KENNISGEVING

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten (R-zinnen)

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: R-zinnen

LESSONS LEARNED. Factoren die het crisisbeheer hebben beïnvloed. ONTPLOFFING RUE LEOPOLD in LUIK OP 27 JANUARI 2010

Bijlage IX AARD DER BIJZONDERE GEVAREN TOEGESCHREVEN AAN GEVAARLIJKE STOFFEN EN PREPARATEN :

Het Intern Noodplan. BrandPreventie-Dossier.be. Een praktische toelichting. Weet wat te doen bij brand!!

ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN VAN UITZENDKRACHTEN

PARAATHEID ORBP- infomoment Meerlaagse Waterveiligheid

Veiligheidsinformatieblad volgens richtlijn 91/155/EEG

Melding evenementen Gegevensverzameling en risicoanalyse

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

Enkelvoudige R-zinnen 1 In droge toestand ontplofbaar 2 Ontploffingsgevaar door schok, wrijving, vuur of andere ontstekingsoorzaken.

COMMUNICATIE BIJ RAMPEN

Texaco Ruitensproeier antivries concentraat

Fiche 2 (Observatie): R-ZINNEN

Wettelijk verplichte gevaarsetikettering

MZENDBRIEF VAN 20 DECEMBER 2002 BETREFFENDE DE TAKEN DIE DE PROVINCIALE OVERHEDEN VOOR DE FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN UITOEFENEN.

BIJLAGE 3 AANBEVOLEN TECHNISCHE NORMEN

*** VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD ***

1. Identificatie van de stof of het preparaat en de onderneming. 2. Samenstelling en informatie over de bestanddelen.

Handelsnaam: * Identificatie van het product * - Aard van het product: dispersie op waterbasis

BIOVEILIGHEIDSDOSSIER PUBLIEK DOSSIER DEEL 2: INFO ACTIVITEIT. 1. Algemene info

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

Wat te doen bij het vinden van. bij graafwerken in de ondergrond

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

Aanvraag tot hernieuwing van toelating voor het product: Bolfo Fleegard Spray

Veiligheidsinformatieblad Opgemaakt : /

KONINKLIJK BESLUIT VAN 24 APRIL 2014 TOT VASTSTELLING VAN DE MINIMALE INHOUD

DIAMUR Veiligheidsinformatieblad Mortel

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Pagina 1

BAKKER-HAVU B.V. Storm van s-gravensandeweg JL WASSENAAR - tel Samenstelling/informatie over de bestanddelen

Veiligheidsblad p. 1 / 5

KONINKLIJK BESLUIT VAN 25 APRIL 2014 BETREFFENDE DE MINIMALE ADMINISTRATIEVE

Veiligheidsinformatieblad volgens richtlijn 91/155/EEG

MINISTERIËLE OMZENDBRIEF VAN 14 AUGUSTUS 2015 BETREFFENDE DE INTERVENTIEKLEDIJ.

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 30 september

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

ZETTEX CLEANING WIPES

1. IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN DE ONDERNEMING

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

FOD Binnenlandse Zaken A.D. Civiele Veiligheid

Ter informatie, aan de Dames en Heren Burgemeesters - aan Mevrouw en de Heren Dienstchefs van de brandweerdiensten

Brandpreventie- dossier. Caroline Deleu. Activity Manager B.U. Environment, Safety & Sustainability

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk

BE-Alert Opmaak van een SMS of een gesproken bericht

ANIP Provincie Antwerpen 21/04/2011 ACTIEKAARTEN

R-zinnen en S-zinnen. R-zinnen... 2 Gecombineerde R-zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9

Seveso Samenwerkingsakkoord 16 februari 2016

1. Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap / onderneming

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Op basis van richtlijn 91/155/EEG van de Commissie der Europese Gemeenschappen

WEET JIJ WAT TE DOEN BIJ EEN NUCLEAIR ONGEVAL?

Veiligheidsinformatieblad volgens Verordening (EG) 1907/2006

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Pagina 1 van 1 Volgens richtlijn: 1999/45/EC Handelsnaam : Kaliumpermanganaat

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet begrepen worden onder :

MinimEx SEVESO Analyse van de resultaten van de MinimEx en georganiseerd door de Algemene Directie Crisiscentrum

WEET JIJ WAT TE DOEN BIJ EEN NUCLEAIR ONGEVAL?

LEIDRAAD KENNISGEVING

OVEREENKOMST. Overeenkomst tussen de Minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid (vertegenwoordigd door het Crisiscentrum) en

Uitgave nummer: 2 Tel. +31 (0) Pagina 1 van 5 Fax: +31 (0) / E. Tacken

Bedankt voor uw vertrouwen in SUBESTA en tot ziens. Pagina 1 van 6

VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD 1. IDENTIFICATIE VAN DE STOF OF HET PREPARAAT EN VAN DE VENNOOTSCHAP/ONDERNEMING

1. RISK & SAFETY ZINNEN

SCHRIFTELIJKE INSTRUCTIES VOLGENS HET ADN. Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval

Transcriptie:

1/35 Brussel, Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum Aan de Dames en Heren Provinciegouverneurs en aan de Gouverneur van het Administratief Arrondissement Brussel-Hoofdstad MINISTERIËLE OMZENDBRIEF NPU-5 AANGAANDE HET BIJZONDER NOOD- EN INTERVENTIEPLAN VAN DE PROVINCIEGOUVERNEUR BETREFFENDE DE BEHEERSING VAN GEVAREN VAN ZWARE ONGEVALLEN WAARBIJ GEVAARLIJKE ONGEVALLEN ZIJN BETROKKEN Geachte Mevrouw de Gouverneur, Geachte Heer Gouverneur, Met deze omzendbrief wil ik u een structuur ter beschikking stellen voor uw bijzonder nood- en interventieplan betreffende de beheersing van gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, hierna BNIP Seveso genaamd. Deze structuur biedt : - Algemene informatie betreffende alle Seveso-inrichtingen. Deze informatie is van de aantekening [Algemeen] voorzien en kan op een vergelijkbare manier worden overgenomen in alle BNIP s SEVESO die u ontwikkelt. - Specifieke Onderdelen voor elk van de Seveso-inrichtingen. Deze onderdelen, voorzien van de aantekening [aanvullen], dienen volledig door uw diensten ingevuld te worden.. - Aanvullingen in de voetnoot en / of in italic dienen om de overheid te helpen bij het opstellen van de nooden interventieplannen Seveso. Deze omzendbrief is met name gebaseerd op volgende elementen: - de structuur van de bestaande provinciale bijzondere nood- en interventieplannen Seveso; - het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen, hierna het KB ; - de ministeriële omzendbrief NPU-1 van 26 oktober 2006 betreffende de nood- en interventieplannen, hierna "MO NPU-1"; - de ministeriële omzendbrief NPU-2 van 30 maart 2009 betreffende het algemeen nood- en interventieplan van de provinciegouverneur, hierna MO NPU-2 ; - de ministeriële omzendbrief NPU-3 van 30 maart 2009 betreffende de goedkeuring van de provinciale nood- en interventieplannen, hierna MO NPU-3 ; - het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, gewijzigd bij het samenwerkingakkoord van 1 juni 2006. Deze omzendbrief heeft als doel: - te antwoorden op de vraag van sommige Provinciegouverneurs om over een werkinstrument voor de uitwerking van hun BNIP s Seveso te beschikken en om deze BNIP s in overeenstemming met de reglementering te brengen; - uitgaande van een multidisciplinaire benadering bij te dragen tot de harmonisering van de noodplanning.

2/35 Deze omzendbrief is uitsluitend van toepassing op de BNIP s Seveso van de provinciegouverneurs. De omzendbrief NPU-5 betreffende het bijzonder nood- en interventieplan Seveso van de provinciegouverneur zal van toepassing zijn op alle BNIP s SEVESO. Bewust van de werklast die de uitwerking van BNIP's Seveso met zich meebrengt, verzoek ik u toch uw BNIP s Seveso op basis van bijgevoegde structuur uit te werken, om zo de veiligheid en de bescherming van de bevolking en het milieu rondom de betrokken Seveso-sites te garanderen. Met de meeste hoogachting, Annemie Turtelboom Minister van Binnenlandse Zaken

3/35 BIJLAGE: UITGEWERKTE STRUCTUUR VAN HET BIJZONDER NOOD- EN INTERVENTIEPLAN SEVESO VAN DE PROVINCIEGOUVERNEUR BETREFFENDE DE BEHEERSING VAN GEVAREN VAN ZWARE ONGEVALLEN WAARBIJ GEVAARLIJKE ONGEVALLEN ZIJN BETROKKEN SCHUTBLAD Identificatie van het plan [aanvullen] - Benaming van het plan - Naam en logo van de betrokken inrichting - Datum en nummer van deze versie - Veiligheidsgraad - Identificatie van de provincie Gegevens over de uitwerking en goedkeuring van het plan [aanvullen] - Datum en handtekening van de validatie door de provinciegouverneur - Datum van goedkeuring door de Minister van Binnenlandse Zaken 1. VOORWOORD 1.1. Woordje van de verantwoordelijke bestuurlijke overheid [aanvullen] 1.2. Context en doel van het BNIP Seveso [algemeen] Bijzondere Nood- en Interventieplannen (BNIP's) voor het Seveso-risico worden opgemaakt in het kader van de uitvoering van de opdrachten en verplichtingen die voortvloeien uit de bepalingen van het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen, uit de bepalingen van het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, en van de latere wijzigingen daaraan. Het toepassingsveld ervan betreft de Hoge Drempel Seveso-inrichtingen. De plannen hebben als doel de beperking van de gevolgen van zware ongevallen 1 of andere incidenten 2 voor mens, milieu en goederen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn. 1 Artikel 4-7 van het Samenwerkingsakkoord betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken definieert een zwaar ongeval als een gebeurtenis, zoals een zware emissie, brand of explosie die het gevolg is van ongecontroleerde ontwikkelingen tijdens de exploitatie van een onder dit samenwerkingsakkoord begrepen inrichting, die hetzij onmiddellijk, hetzij na verloop van tijd een ernstig gevaar oplevert voor de gezondheid van de mens binnen of buiten de inrichting of voor het milieu en waarbij een of meer gevaarlijke stoffen betrokken zijn; 2 Het BNIP Seveso kan ook van toepassing zijn in gevallen buiten de definitie van artikel 4-7

4/35 Het plan moet derhalve de algemene filosofie bevatten voor het beheer van Seveso-ongevallen. De BNIP s Seveso beperken zich in essentie tot de specifieke bepalingen over het Seveso-risico. De overheid zal zich tot het BNIP richten voor alle bepalingen die nodig zijn voor de planning en het beheer van risico's op zijn grondgebied. Dit BNIP moet complementair worden geraadpleegd met: het algemeen gemeentelijk en provinciaal nood- en interventieplan; de monodisciplinaire interventieplannen van de verschillende disciplines die gecoördineerd optreden bij een noodsituatie in de betrokken inrichting; het intern plan van de betrokken inrichting. 1.3. Benadering van de structuur [algemeen] Omdat de gegevens en informatie over het Seveso-risico kunnen evolueren, is het mogelijk dat de BNIP s gewijzigd moeten worden. Om het beheer en de actualisering van de bijzondere nood- en interventieplannen Seveso te vergemakkelijken, zijn ze als volgt gestructureerd: Basisplan Om de lezing en het gebruik van dit document te optimaliseren, is het basisplan gestructureerd volgens de risicocyclus. Bijlagen De structuur van de bijlagen moet toelaten om een aantal documenten,die ter beschikking worden gesteld van de bevoegde actoren, gemakkelijker actueel te houden. 1.4. Website [aanvullen] Link naar de website met informatie over de betrokken inrichting, over het Seveso-risico en over het BNIP Seveso. 1.5. Uitwerkingsprocedure Het BNIP Seveso werd uitgewerkt rekening houdend met volgende stappen: [aanvullen] Actie Datum Praktische informatie / Opmerkingen Betekening van de inrichting bij de bevoegde gewestelijke overheid Betrokken dienst / dossierbeheerder: Eventuele opmerkingen: Goedkeuring van het veiligheidsrapport door de bevoegde coördinerende dienst Betrokken dienst / dossierbeheerder: Eventuele opmerkingen: Sluiting van de uitwerking van het BNIP op vlak van de veiligheidscel Betrokken dienst / dossierbeheerder: Eventuele opmerkingen:

5/35 Actie Datum Praktische informatie / Opmerkingen Validatie van het BNIP door de gouverneur Betrokken dienst / dossierbeheerder: Eventuele opmerkingen: Goedkeuring van het BNIP door de Minister van Binnenlandse Zaken - Datum van goedkeuring door Minister - Datum van publicatie in BS Betrokken dienst / dossierbeheerder: Eventuele opmerkingen 1.6. Verspreidingslijst en -procedure 1.6.1. Verspreidingslijst [aanvullen]: Bijlage 7.1.1 Verspreidingslijst van het BNIP 1.6.2. Verspreidingsformaat van dit document [aankruisen] Papieren formaat Elektronisch formaat Beveiligde toegang tot het internet: adres [aanvullen] Andere: hoe? [aanvullen] 1.7. Versiebeheer en updates van dit BNIP [aanvullen] Alle wijzigingen aan dit plan worden ook verstuurd aan de bestemmelingen van het oorspronkelijk document en aan de Minister van Binnenlandse Zaken. 1.7.1. Frequentie en méthodologie 1.7.2. Samenvattingstabel Updates van dit BNIP Update nr. Datum Voorwerp van de update 1.8. Procedure voor de raadpleging van het publiek bij de opmaak en updates van het BNIP [aanvullen] Via de raadpleging kan het publiek binnen een redelijke termijn zijn opmerkingen ventileren. De opmerkingen worden door de veiligheidscel onderzocht 3. 2. RISICOANALYSE: INFORMATIE OVER DE INRICHTING (naam) 4 EN OVER DE INSTALLATIES 5 3 Volgens art. 17, 3, van het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999. 4 De inrichting is gedefinieerd als het gehele door een exploitant beheerde gebied waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn (in een of meer installaties).

6/35 Bijlage 7.1.2.Fiches van de contactpunten 2.1. Algemene informatie over de betrokken inrichting 2.1.1. Coördinaten van de betrokken inrichting [aanvullen] 2.1.1.1. Benaming 2.1.1.2. Adres 2.1.1.3. Industriezone 2.1.1.4. Telefoon 2.1.1.5. Fax 2.1.1.6. gsm 2.1.1.7. E-mail 2.1.1.8. Website 2.1.2. Contactpersonen binnen de inrichting (Naam, functie, telefoon, fax, gsm, e-mail) [aanvullen] 2.1.2.1. Directeur van de inrichting 2.1.2.2. Preventieadviseur 2.1.2.3. Verantwoordelijke voor het opstarten van de noodprocedure 2.1.2.4. Woordvoerder 2.1.2.5. Permanentie (7/7, 24u/24 bereikbaar) 2.1.3. Personen die op de site aanwezig zijn (bedienden, arbeiders, onderaannemers, bezoekers) [aanvullen] 2.1.3.1. Aantal werknemers 2.1.3.2. Aanwezigheid van derden (contractanten bezoekers) 2.1.3.3. Personeelsbezetting per shift 2.1.4. Personeel dat bij een incident kan worden opgeroepen 2.1.4.1. Naam, functie, gsm [aanvullen] 2.2. Infrastructuren 2.2.1. Beschrijving van de algemene activiteiten van de inrichting (opslag, overladen, productie)en de bijhorende risico s [aanvullen] 2.2.2. Inplanting van de site [aanvullen met behulp van kaarten, luchtfoto's en/of plannen]: Bijlage 7.2: cartografie 2.2.2.1. Algemeen plan van de infrastructuren: Contouren van het exploitatieterrein en ligging van de infrastructuren 2.2.2.2. Ingangen/toegangen/verkeer: Verkeersplan en bijzondere beperkingen 2.3. Omgeving [aanvullen met behulp van kaarten, luchtfoto s en/of plannen] 5 In de zin van het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 is een installatie een technische eenheid binnen een inrichting waar gevaarlijke stoffen worden geproduceerd, gebruikt, behandeld of opgeslagen, en die alle uitrusting, constructies, leidingen, machines, gereedschappen, eigen spoorwegaftakkingen, laad- en loskades, aanlegsteigers voor de installatie, pieren, depots of soortgelijke, al dan niet drijvende constructies, omvat die nodig zijn voor de werking van een installatie.

7/35 2.3.1. Bestuurlijke grenzen: Ligging van de inrichting binnen de gemeente, buurgemeenten, provinciegrenzen, buurland indien van toepassing 2.3.2. Identificatie van de buurrisico's. Omvatten met name: 2.3.2.1. Gevoelige voorwerpen: communicatieassen, waterlopen, pijpleidingen, ander [aanvullen met behulp van kaarten, luchtfoto s en/of plannen] 2.3.2.2. Collectiviteiten (scholen, homes, andere): Naam, adres, contactgegevens, aantal personen, karakteristieken / Bijlage 7.2.2.1. : Demografische informatie 2.3.2.3. Buurinrichtingen: Naam, adres, contactgegevens, aantal werknemers, aard van de activiteit Bijlage7.2.2.2. : Demografische informatie 2.3.2.4. Woonzones: Aantal inwoners per straat / Bijlage 7.2.2.3. : Demografische informatie 2.3.3. Geologische informatie: Aard van de ondergrond, reliëf, ondergronds water, oppervlaktewater, wateropvang [aanvullen] 2.3.4. Meteorologische informatie: Overheersende Windrichting, situatie van nabije weerstations [aanvullen] 2.3.5. Economische informatie [aanvullen] 2.4. Interne veiligheidsmiddelen 2.4.1. Watertoevoer/waterreserve [aanvullen] 2.4.1.1. Soort (reservoir, opvang, oppompen) 2.4.1.2. Ligging op kaart 2.4.2. Energiebronnen [aanvullen] 2.4.2.1. Soort (elektrisch bord, gasopslag, aggregaat) 2.4.2.2. Ligging op kaart 2.4.3. Afwateringsplan [aanvullen] 2.4.4. Middelen voor brandbestrijding [aanvullen] 2.4.5. Detectiematerieel [aankruisen en aanvullen] Rookdetectie Gasdetectie Bewakingsdienst: coördinaten, uurroosters, opdrachten Andere [verduidelijk]: 2.4.6. Communicatiemiddelen [aankruisen en aanvullen]

8/35 Alarmsirenes [verduidelijk]: Specifieke signalen: [verduidelijk] Telefoon [verduidelijk] Fax [verduidelijk] Andere: [verduidelijk] 2.4.7. Beschermingsmiddelen voor de werknemers en het interventiepersoneel [aanvullen] Schuillokaal, ademhalingsbescherming, bescherming tegen gas, bescherming tegen zuren, andere 2.4.8. Team eerste interventie [aanvullen] Beschrijving functies/opdrachten 2.4.9. Medische hulp [aanvullen] Beschrijving functies/opdrachten en middelen 2.4.10 Intern crisiscentrum [aanvullen] Ligging, coördinaten en specifieke uitrusting 2.5. Inventaris van de gevaarlijke stoffen die op de site aanwezig zijn 6 2.5.1. Algemene beschrijving van het Seveso-risico op de site [aanvullen] 2.5.2. Beschrijvende fiche van de gevaarlijke stoffen aanwezig op de site [aanvullen]: Bijlage 7.2.3.: beschrijvende fiche van de gevaarlijke stoffen 2.6. In aanmerking genomen scenario s Inventaris van de mogelijke ongevalscenario's die een impact zouden kunnen hebben op de bevolking, de omgeving rondom en in de inrichting (Refereer zonodig naar de Noodplanningsgids voor de risico-identificatie en -analyse op lokaal niveau, ontwikkeld op initiatief van de FOD Binnenlandse Zaken Algemene Directie Crisiscentrum ) De inventaris voorziet voor elk ongevalscenario [aanvullen]: 2.6.1. Algemene beschrijving van het ongevalscenario 2.6.2. Betrokken producten en de kwantiteit ervan 2.6.3. Verbreidingssnelheid 2.6.4. Plaats in de inrichting waar het ongeval zich kan voordoen 2.6.5. Fenomeen waaraan men wordt blootgesteld BLEVE, VCE, flashover, plasbrand, tankbrand, drukbrand, toxische wolk, rook, gasuitstoot of gasemissie, brand van een gaswolk, ontploffing, Boil-over, vervuiling, projecties 6 Onder gevaarlijke stoffen die aanwezig zijn verstaan we de reële of voorziene aanwezigheid alsook de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen waarvan het bekend is dat ze gegenereerd kunnen worden bij verlies van controle van een chemisch industrieel procedé.

9/35 2.6.6. Gevolgen Thermische straling, drukgolf, brand, concentratie van gevaarlijke stoffen in de lucht - in het water - op de grond, projecties, afzetting van stoffen 2.6.7. Afstand van het gevolg Seveso-zones: zone van waakzaamheid, risico-zone, gebied van onmiddellijk gevaar 7 2.6.8. Meteorologische omstandigheden 2.6.9. Gevolgen voor de menselijke gezondheid, de omgeving, goederen en constructies 2.6.10. Interventieprocedure 2.6.11. Aanbevolen bestrijdingsmaatregelen 2.7. Domino-effecten 2.7.1. Identificatie en beschrijving van domino-effecten die intern zijn aan de inrichting [aanvullen] 2.7.2. Identificatie en beschrijving van externe domino-effecten [aanvullen] 2.7.2.1. Domino-effecten naar de inrichtingen in de buurt 2.7.2.2. Domino-effecten afkomstig van de inrichtingen in de buurt 2.8. Grensoverschrijdende gevolgen: Bijlage 7.2.4. : Grensoverschrijdende gevolgen Nuttig geachte documenten (zoals bilaterale akkoorden, ) kunnen toegevoegd worden. 2.8.1. Identificatie en beschrijving van mogelijke interprovinciale en intergemeentelijke grensoverschrijdende gevolgen [aanvullen] 2.8.1.1. Identificatie en beschrijving 2.8.1.2. Procedure voor de overdracht van informatie aan de bevoegde autoriteiten met het oog op de afstemming van de bijzondere nood- en interventieplannen. 2.8.1.3. Samenwerking inzake hulp en wederzijdse bijstand 2.8.2. Identificatie en beschrijving van internationale grensoverschrijdende gevolgen 8 [aanvullen] 2.8.1.1. Identificatie en beschrijving 7 Overeenkomstig het Ministerieel besluit van 20 juni 2008 tot vaststelling van de criteria waarmee door de exploitant moet rekening gehouden worden bij het afbakenen van het gebied dat door een zwaar ongeval zou kunnen worden getroffen, is de waakzaamheidszone de zone waar de effecten van het ongeval gevoelige personen kunnen treffen of niet-verwittigde personen kunnen verontrusten, is de risicozone de zone waar de effecten van het ongeval ernstige, directe of indirecte, onmiddellijke of later optredende gevolgen kunnen hebben, is zone van onmiddellijk gevaar de zone waar de effecten van het ongeval onomkeerbare of letale gevolgen kunnen hebben, zelfs bij korte blootstelling. 8 Omzetting van het Verdrag inzake de grensoverschrijdende gevolgen van industriële ongevallen, gedaan te Helsinki op 17 maart 1992 in artikel 17, 4, van het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999.

10/35 2.8.1.2. Procedure voor de overdracht van informatie aan de bevoegde autoriteiten met het oog op de afstemming van de bijzondere nood- en interventieplannen 2.8.1.3. Samenwerking inzake hulp en wederzijdse bijstand 2.9. De noodplanningszone [aanvullen] Rekening houdend met de Seveso-zones zoals beschreven in punt 2.6.7.

11/35 3. VOORBEREIDING OP EEN SEVESO-NOODSITUATIES IN DE PROVINCIE (naam) 3.1. Veiligheidscel 3.1.1. Samenstelling [aanvullen] Dit BNIP is voorbereid door de veiligheidscel, die samengesteld is overeenkomstig de MO NPU-1 : Functie Naam + titel functie Evt. opmerkingen De Provinciegouverneur De ambtenaar belast met de noodplanning Discipline 1: - De brandweerofficier, lid van de technische commissie Discipline 2: - De gezondheidsinspecteur - De psychosociaal manager Discipline 3: - De verbindingsofficier van de Lokale Politie - De directeur-coördinator van de Federale Politie Discipline 4: - De commandant van de permanente eenheid van de Civiele Bescherming - De officier van de operaties van het militair commando van de Provincie Discipline 5: - De ambtenaar verantwoordelijk voor de info aan de bevolking Burgemeester en/of vertegenwoordiger van de gemeentelijke veiligheidscel waar de inrichting is ingeplant Exploitant: - De directeur van de inrichting - De veiligheidsverantwoordelijke van de inrichting

12/35 Andere(n) 9 3.1.2. Organisatie en werking van de Veiligheidscel [aanvullen] 3.1.2.1. Plaats van de vergaderingen 3.1.2.2. Frequentie van de vergaderingen 3.1.2.3. Praktische modaliteiten 3.1.2.4. Modaliteiten voor het verzamelen en uitwisselen van informatie: Met name met de Seveso-inrichting, de regionale diensten en met de gemeente waar de betrokken inrichting is ingeplant 3.2. Voorafgaande informatie aan de bevolking (Art 17 3 SWA) 3.2.1. Voorafgaande Informatie en sensibilisering van de bevolking inzake Seveso-risico s 10 : Bijlage 7.2.1 : Veiligheidsmaatregelen en gedrag dat vertoond moet worden bij een zwaar ongeval/ Bijlage 5.7.5.: Informatie-elementen die aan het publiek moeten worden overgemaakt 11 3.2.1.1. Beschrijving van de informatiemiddelen die de bevolking krijgt die in de buurt van de Sevesoinrichting woont [aanvullen] Brochures, website, tv-spot, infosessie, andere 3.2.1.2. Regelmaat [aanvullen] 3.2.1.3. Doelgroepen [aanvullen] 3.3. Informatie en/of multidisciplinaire opleiding over het Seveso-risico ten bate van de betrokken interventiediensten en de actoren van de beleidscoördinatie 3.3.1. Beschrijving van de voorgestelde informatiemiddelen en opleidingen [aanvullen] 3.3.2. Regelmaat [aanvullen] 3.3.3. Betrokken groepen [aanvullen] 3.4. Oefeningen: testen van het BNIP 3.4.1. Soorten oefeningen (aanvullen) 3.4.2. Modaliteiten voor opstellen van de kalender: Bijlage 7.2.3.: kalender van de oefeningen 3.4.3. Evaluatie [aanvullen] 4. BEHEER VAN DE SEVESO-NOODSITUATIE 9 Voor het opstellen van het bijzonder nood- en interventieplan Seveso wordt de gouverneur bijgestaan door de leden van de provinciale cel, de gemeentelijke cel van de plaats waar de risicoactiviteit wordt uitgeoefend en een vertegenwoordiger van de betrokken industriële activiteit. Zo nodig kan hij om de medewerking van de gewesten vragen als de gevolgen de grenzen van zijn provincie overstijgen en hij kan om de medewerking vragen van een vertegenwoordiger van de provincie waarop het risico zich uitbreidt. 10 De bevolking die beoogd is bij de informatie en sensibilsering voor het Seveso-risico bestaat uit personen en inrichtingen die publiek onthalen, en die mogelijk getroffen kunnen worden door een zwaar ongeval dat zich voordoet in een Hoge Drempel Seveso-inrichting. 11 Bijlage IV van het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999.

13/35 4.1. Verwittiging en kennisgeving door de exploitant ( Art 21 en 22 van het SWA): Bijlage 7.3.1.1. Typeformulier voor kennisgeving door de exploitant bij een zwaar ongeval [algemeen]) 4.2. Eerste door de exploitant genomen maatregelen : synthese van intern plan [aanvullen] 4.3. Eerste operationele coördinatie [aanvullen] - Wie neemt de maatregelen in afwachting van de installatie van het provinciaal coördinatiecomité (Onder andere te nemen beheersmaatregelen op de site, definitie eerste noodzone - MO NPU 2 en 4 ) - in coördinatie met de onderneming. 4.4. Operationele coördinatie 12 4.4.1. Operationele commandopost 4.4.1.1. Ligging van de CP-Ops [aanvullen] 4.4.1.2. Samenstelling van de CP-Ops en functiebeschrijving van de leden ervan [aanvullen] De vertegenwoordiging van de exploitant wordt aanbevolen 4.4.1.3. Aanduiding van de Dir-CP-Ops [aanvullen] 4.4.1.4. uitrusting / specifieke middelen per discipline [aanvullen]: Bijlage 7.3.3.: Inventaris van de specifieke logistieke middelen Seveso 4.4.2. Organisatie van de interventiezone- Methodologie [aanvullen + zie cartografie] Verfijnde zone van de noodplanningszone in functie van de concrete noodsituatie 13 - De rode zone - De oranje zone - De gele zone - De gerechtelijke uitsluitingszone 14 4.4.2.1. Ligging van de Punten van Eerste Bestemming [aanvullen] Adres, ligging op de kaart. De PEB s moeten rekening houden met de windrichting 12 De operationele informatie die wordt ontwikkelt in dit hoofdstuk beperkt zich tot deze aspecten die een strategisch belang hebben en meer dan één discipline omvatten. 13 Art. 25. van het KB van 16 02 2006-1. - De interventiezone wordt, volgens de onderrichtingen van de Dir-CP-Ops als volgt ingedeeld: 1 De rode zone, begrensd door de uitsluitingsperimeter, waarin de interventie gebeurt, is toegankelijk mits akkoord van de Dir-CP-Ops, overeenkomstig de door hem gegeven richtlijnen: - voor de interveniërende hulpdiensten, - voor de deskundigen en de technici. 2 De oranje zone, begrensd door de isolatieperimeter, waarin de logistieke steun van de hulpdiensten georganiseerd wordt, is bijkomend toegankelijk voor de personen die er wonen of werken, mits akkoord van de Dir-CP-Ops en mits de naleving van de door hem gegeven richtlijnen. 3 De gele zone, begrensd door de ontradingsperimeter, is een zone die ontraden wordt aan personen die er niet wonen of werken en waar de nodige maatregelen worden genomen om de toegang voor de hulpdiensten en het vlot verloop van de hulpacties te waarborgen. 14 M.O. NPU-4 punt 3.2.3.3. : De gerechtelijke zone beslaat de ruimte die moet worden beschermd voor de uitvoering van taken van technische en wetenschappelijke politie en waarin sporen en aanwijzingen kunnen worden aangetroffen.

14/35 4.4.2.2 Traject van de toegangsroutes (ingang en uitgang) rekening houdend met de windrichting [aanvullen] 4.4.2.3 Ligging van de parking voor noodvoertuigen [aanvullen kaart en/of plan coördinaten] 4.4.2.4 Ligging van de VMP [aanvullen kaart en/of plan - coördinaten] 4.4.2.5 Ligging van de Helistrip [aanvullen kaart en/of plan coördinaten] 4.4.3. Organisatie van de disciplines 15 4.4.3.1. Discipline 1: Reddingsoperaties [aanvullen] 4.4.3.2. Discipline 2: Medische, sanitaire en psychosociale hulpverlening [aanvullen] 4.4.3.3. Discipline 3: Politie van de plaats van de noodsituatie [aanvullen] 4.4.3.4. Discipline 4: Logistieke ondersteuning [aanvullen] 4.4.3.5. Discipline 5: Informatie (inbegrepen de samenwerking met de communicatiedienst van de exploitant) [aanvullen] 4.4.4. Bestrijding van de bron 4.4.4.1. Specifieke monddisciplinaire processen en specifieke interventiemiddelen voor het Seveso-risico met inbegrip van de samenwerking met de interventiedienst van de exploitant [samenvatting] Voorbeeld: maatregelen tegen toxische producten 4.4.4.2. Specifieke multidisciplinaire processen voor het Seveso-risico [aanvullen] 4.5. Strategische coördinatie 4.5.1. Vooralarm - alarm en opstarting van het BNIP 4.5.1.1. schema van vooralarm en alarm voor de interventiediensten en overheden: [aanvullen] Wanneer het algemeen alarmeringsschema wordt gebruikt, refereren aan het BNIP - Alarmeringsprocedure gebruikt door de Seveso-inrichting (of door een derde) - Alarmeringsprocedure gebruikt door de dienst 100 - Procedure om het noodplan in werking te stellen 4.5.1.2. Alarmering van de personen in de omgeving [aanvullen] 4.5.1.2.1. Procedure, voorziene middelen en eerste bericht - Sirenes: Bijlage 5.7.1. Inplanting van de sirenes / Bijlage 5.7.2. Activering van de sirenes - Public Address - Media - Sms - Andere 4.5.1.3. Eerste type-bericht aan de bevolking ( bijlage 5.7.6 ) 15 De operationele informatie die wordt ontwikkeld in dit hoofdstuk beperkt zich tot deze aspecten die een strategisch belang hebben en meer dan één discipline omvatten.

15/35 4.5.1.4. Waarschuwingsprocedure van de autoriteiten in geval van grensoverschrijdende effecten - zie art 21 2 van het SWA - bijlage 7.3.1.4 4.5.2. Verzamelen van informatie 4.5.3. Overleg met de gouverneur 4.5.4. Vaststelling van de fase [aanvullen] Beschrijving van de provinciale filosofie betreffende de Seveso-fasering. Vanaf welk moment meent de provinciale overheid dat het incident multidisciplinair beheerd moet worden op gemeentelijk niveau of dat een opschaling naar het provinciaal of federaal niveau noodzakelijk is. 4.5.5. Coördinatiecomité 4.5.5.1. Gemeentelijk CC - Plaats, nuttige coördinaten en specifieke taken van de Burgemeester [aanvullen] 4.5.5.2. Provinciaal CC - Plaats, samenstelling en uitrusting [aanvullen] 4.5.6. Coördinatie en communicatie met de CP-Ops [aanvullen] 4.5.7. Analyse en evaluatie van de noodsituatie [aanvullen] 4.5.8. Nemen van beschermingsmaatregelen [aanvullen] Bijlage 5.8 Beschrijving van de uitvoeringsmodaliteiten van de maatregel en de logistieke begeleiding. 4.5.8.1. Stilleggen van de betrokken site en de inrichtingen errond 4.5.8.2. Bescherming van de bevolking 4.5.8.2.1. Laten schuilen (omstandigheden, praktische modaliteiten) 4.5.8.2.2 Evacuatie en vervoer - Evacuatieplan (praktische modaliteiten, verzamelpunten, aantal betrokken personen, bevoorrading, ) - Identificatie van de georganiseerde vervoermiddelen - Identificatie en operationalisering van de betrokken onthaalcentra, centra voor omkadering van naasten en centra voor opvang [aanvullen kaart en/of plan coördinaten] Bijlage 7.3.4. 4.5.8.3. Bescherming van het milieu en van de voedselketen 4.5.8.3.1. Identificatie van de diensten die bevoegd zijn voor de bescherming van het milieu - Coördinaten, opdrachten 4.5.8.3.2. Identificatie van de diensten die bevoegd zijn voor de bescherming van de voedselketen - Coördinaten, opdrachten 4.5.8.4. Bescherming van de aangetaste infrastructuur 4.5.9. Informatie 4.5.9.1. In werking stellen van een communicatiecel [aanvullen]

16/35 4.5.9.1.1. Coördinatie tussen de gemeentelijke en provinciale communicatie en de communicatie van de exploitant 4.5.9.1.2. Communicatieverantwoordelijke van de inrichting 4.5.9.2. Informatie aan de betrokkenen [aanvullen] 4.5.9.2.1. Implementatie van een telefonische oproepcentrale [aanvullen] 4.5.9.3. Informatie aan de bevolking 4.5.9.3.1. Opzetten van een informatie-centrum voor de bevolking [aanvullen] 4.5.9.3.2. Kanalen [aankruisen en aanvullen] Media (radio, tv, teletekst ) procedures SMS Politie - procedures Website procedures Andere 4.5.9.4. Informatie aan de media ( wordt uitgewerkt in het monodisciplinair plan ) 4.5.9.4.1. Ligging van het Perscentrum [aanvullen kaart en/of plan coördinaten] 4.5.9.4.2. Persbericht 4.5.9.4.3. Organisatie van de persconferentie 4.5.10 Opschalen of afschalen van de fase ( indien nodig te ontwikkelen volgens filosofie van het ANIP) 4.5.11 Einde van de noodsituatie 4.5.11.1. Procedure en modaliteiten voor opheffing, kennisgeving van het einde van de noodsituatie en desactivering van het provinciale plan [aanvullen] 5. Opvolging en overgang naar herstelfase

17/35 5.1. Acties 5.1.1. Procedure voor terugtrekking van de interventiediensten [aanvullen] 5.1.2. Beveiligingsmissies [aanvullen] 5.1.3. Gerechtelijk onderzoek [aanvullen] 5.1.4. Bescherming en schoonmaak van de geteisterde infrastructuur[aanvullen] 5.1.4.1. Bescherming en Schoonmaak van de site 5.1.4.2. Bescherming en Schoonmaak van de buiten de site getroffen infrastructuur 5.1.5. Informatie na de crisis [aanvullen] 5.1.5.1. Informatie aan de bevolking 5.1.5.2. Informatieprocedure bij de Europese Commissie 5.1.6. Omkadering van de slachtoffers Psychosociaal luik [aanvullen] 5.1.7. Bescherming van het milieu: identificatie en informatievan de competente schoonmaak- en ontsmettingsdiensten - Coördinaten en opdrachten [aanvullen] 5.1.8. Bescherming van de voedselketen: identificatie en informatie van de bevoegde diensten - Coördinaten en opdrachten [aanvullen] 6. Organisatie van de debriefing en opnemen van de getrokken lessen [aanvullen] 7. BIJLAGEN

18/35 7.1. Algemene BIJLAGEN 7.1.1. Verspreidingslijst van het BNIP [aanvullen] Dit bijzonder nood- en interventieplan van [naam van de inrichting] werd verdeeld aan de diensten, organisaties en personen die in volgende tabel staan aangeduid: Bestemmelingen Naam van de functie/dienst Aantal exemplaren Federale Overheidsdiensten - FOD Binnenlandse Zaken - Regionale Overheidsdiensten - Gouverneurs - Provinciecollege - Gemeentebesturen - Brandweerdiensten - Medische en psychosociale hulpverlening - Centra voor het geünificeerde oproepsysteem - Federale en Lokale Politie - Justitie - Civiele Bescherming - Defensie - Anderen - 7.1.2. BIJLAGE Fiches van de contactpunten

19/35 7.1.2.1 Fiche van de contactpunten van de bij het Seveso-risico betrokken openbare overheden en diensten [aanvullen] Overheid Dienst Permanentie of contactpersoon bij noodsituaties Adres Telefoon 7.1.2.2. Fiche van de contactpunten van de bij het Seveso-risico betrokken privésector [aanvullen] Bijvoorbeeld expertisecentra, inrichtingen van zwaar geniemateriaal, telecomoperatoren Inrichting Bevoegdheid Contactpersoon Adres Telefoon 7.1.2.3 Fiche van de contactpersonen van de bij dit BNIP betrokken inrichting [aanvullen] Contactpersoon Bevoegdheid Adres Telefoon Naam Directeur Woordvoerder Preventieadviseur Communicatieverantwoordelijke 7.2. BIJLAGE Risicoanalyse

20/35 7.2.1. Cartografie 7.2.1.1 Cartografie van de site [aanvullen] 7.2.1.1.1 Algemeen plan van de infrastructuurvoorzieningen met o.a. de plaatsen van opslag, behandeling en verwerking van gevaarlijke stoffen 7.2.1.1.2. Verkeerscirculatieplan 7.2.1.2. Cartografie van de industriezone [aanvullen] 7.2.1.3. Noodplanningszone [aanvullen] 7.2.1.3.1. Bestuurlijke grenzen 7.2.1. 3.2. Demografische gegevens (collectiviteiten en woonzones) 7.2.1.3.3. verkeerscirculatieplan buiten de site 7.2.1.4. Andere kaarten met nuttige gegevens [aanvullen] 7.2.14.1. Plan van de activiteitenindustriezone en van de risico's in de buurt (pijpleidingen...) 7.2.1.4.2. GIS-kaarten 7.2.1.4.3. Luchtfoto s 7.2.1.4.4. Satellietfoto s 7.2.2. BIJLAGE Pertinente socio-economische gegevens

21/35 7.2.2.1. Lijst van de collectiviteiten (scholen, homes, andere) [aanvullen] Naam van de collectiviteit Adres Contactgegevens (naam en telefoonnummer van de verantwoordelijke) Bezettinggraad Bijzondere opmerkingen over de infrastructuur/ bevolking 7.2.2.2. Lijst van inrichtingen in de buurt [aanvullen] Naam van de collectiviteit Adres Contactgegevens (naam en telefoonnummer van de verantwoordelijke) Aantal personen aanwezig in de inrichting Bijzondere opmerkingen over de infrastructuur/ bevolking 7.2.2.3. Lijst van de woonzones [aanvullen] Naam van de straat Aantal bewoners Bijzondere opmerkingen over de wijk/bevolking 7.2.3. BIJLAGE Beschrijvende fiches van gevaarlijke stoffen [aanvullen]

22/35 Beschrijvende fiche De gegevens die zijn opgenomen in de beschrijvende fiches, zijn in het bijzonder afkomstig van veiligheidsinformatiebladen/safety Data Sheets (SDS), die door de exploitant worden opgesteld en geregeld worden bij de Europese REACH-reglementering (Registration, Evaluation, Authorisation of Chemicals) Zie ook http://www.cdc.gov/niosh/ipcs/dutch.html 7.2.3.1. Naam: 7.2.3.2. CAS-nummer 7.2.3.3. EG-nummer: 7.2.3.4. VN-nummer 7.2.3.5. Opslagwijze 7.2.3.6. Volume (maximaal aanwezige hoeveelheid in ton): 7.2.3.7. Ligging op de site: 7.2.3.8. Beschrijving van de fysieke aspecten (kleur, geur, vorm): 7.2.3.9. Beschrijving van de fysische eigenschappen van de stof: 7.2.3.10. Stabiliteit van het product en reactiviteit (reactiecapaciteit in aanwezigheid van andere stoffen) omstandigheden van gevaarlijk gebruik, te vermijden materiaal: 7.2.3.11. Oplosbaarheid: 7.2.3.12. Karakteristieken qua ontvlambaarheid, ontplofbaarheid en oxidatie-eigenschappen: 7.2.3.13. Identificatie van het gevaar (alleen of in aanwezigheid van andere stoffen) 7.2.3.13.1. Ontvlambaarheidsrisico 7.2.3.13.2. Vergiftigingsrisico 7.2.3.13.2.1. Effecten op de mens (verhoogde toxiciteit, lokale effecten, sensibilisering, chronische toxiciteit, kankerverwekkend, mutagenese, toxiciteit voor de voortplanting) Symptomen 7.2.3.13.2.2. Effecten op het milieu (ecotoxiciteit) Voorzorgsmaatregelen voor de bescherming van het milieu 7.2.3.13.3 Ontploffingsrisico 7.2.3.14 Aanbevolen beschermingsmaatregelen: 7.2.3.15. Aanbevolen bestrijdingsmaatregelen (geschikte en aangeraden blusmiddelen)

23/35 7.2.4. BIJLAGE Pertinente documenten bij grensoverschrijdende gevolgen Samenwerkingsovereenkomsten 7.3. BIJLAGEN BETREFFENDE DE VOORBEREIDING OP EEN SEVESO-NOODSITUATIES

24/35 7.3.1 Veiligheidsmaatregelen en hoe zich te gedragen bij een zwaar ongeval [algemeen] Bij een alarmering 1. Blijf binnen Of u nu thuis bent, op kantoor, in de school, in een winkel of in uw auto: blijf binnen. Als u buiten bent, ga dan ergens binnen om te schuilen en blijf daar tot het einde van het alarm. Doe binnenkomen wie niet schuilt: kinderen, volwassenen, huisdieren. 2. Sluit ramen en deuren Sluit de ramen en deuren van het huis en alles dat rook of uitwasemingen kan binnenlaten. Als u in de auto bent, sluit dan de vensters en het open dak en zet de verwarming, de ventilatie en de airco af. 3. Zet radio of televisie aan Stem af op een nationaal radio- of tv-kanaal. Via dat kanaal geeft de overheid u de nodige richtlijnen. 4. Vermijd te bellen Vermijd te bellen van uw vaste lijn of gsm. De telefoonlijnen moeten open blijven voor de organisatie van de hulpverlening. 5. Laat de kinderen op school Haast u niet naar school om uw kinderen op te halen. U loopt dan het risico hen in gevaar te brengen, terwijl ze in veiligheid zijn. 7.3.2. Elementen van informatie die aan het publiek moeten worden medegedeeld (Bijlage II van het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999) [algemeen]

25/35 1. Naam van de exploitant en adres van de inrichting. 2. Identificatie, via zijn functie, van degene binnen de inrichting de informatie aanlevert. 3. Bevestiging dat de inrichting onderworpen is aan de van toepassing zijnde reglementaire en/of administratieve bepalingen van dit coördinatieakkoord en dat de bij artikel 8, lid 3, voorziene betekening of het bij artikel 12, artikel 1, voorziene veiligheidsrapport is overgemaakt aan de bevoegde overheid. 4. In eenvoudige bewoordingen gestelde uitleg van de activiteit(en) van de inrichting. 5. Gemeenschappelijke benaming of bij gevaarlijke stoffen die vallen onder bijlage I, deel 2 generieke naam of algemene gevaarscategorie van de stoffen en voorbereidingen die zich in de inrichting bevinden en die aanleiding tot een ongeval kunnen geven, met aanduiding van hun voornaamste gevaarlijke karakteristieken. 6. Algemene informatie over de aard van risico s op zware ongevallen, met inbegrip van de potentiële effecten ervan op de bevolking en het milieu. 7. Geschikte informatie over de aard waarop de betrokken bevolking gealarmeerd zal worden en op de hoogte blijft gehouden bij een zwaar ongeval. 8. Geschikte informatie over de maatregelen die de betrokken bevolking moet nemen en over hoe ze zich moet gedragen bij een zwaar ongeval. 9. Bevestiging van de verplichting die op de exploitant wordt gelegd om geschikte maatregelen te nemen over de site en met name om contact op te nemen met de nooddiensten om het hoofd te bieden aan zware ongevallen en om zo veel mogelijk de gevolgen ervan te beperken. 10. Referentie aan het extern noodplan dat werd uitgewerkt om het hoofd te bieden aan alle gevolgen van een ongeval buiten de site, samen met een verzoek om alle instructies of richtlijnen van de nooddiensten te volgen wanneer een ongeval zich voordoet. 11. Verduidelijkingen over de modaliteiten om alle pertinente informatie te bekomen, onder voorbehoud van de bepalingen over de vertrouwelijkheid waarin is voorzien bij de toepasselijke wetgeving. 7.3.3. Ofenkalender (Art 18 van het SWA)

26/35 onderneming Soort oefening datum 7.4. BIJLAGEN BETREFFENDE HET BEHEER VAN DE SEVESO-NOODSITUATIE 7.4.1 BIJLAGE Alarmering

27/35 7.4.1.1. Typebericht voor notificatie door de exploitant [algemeen] INCIDENT Zwaar ongeval Bestemmelingen: - 100-centrale - CGCCR 02/506 47 09 Inrichting: Gelegen: Datum incident: Uur incident: u Aard incident (1): koolstofdioxide brand ontploffing vlammend vuur van een vloeibare stof Naam van de betrokken producten (2): VN nummer : Windrichting: Windsnelheid: Neerslag: - JA / NEE Temperatuur: Lek: Groot / Klein (1) Open / Gesloten (1) Gevaar: Brand / Ontploffing / Toxisch / Vervuiling (1) Gevolgen op de omgeving (buiten de grenzen van de inrichting): Waarschijnlijke evolutie: Slachtoffers: - JA / NEE Aantal: Datum en uur van het bericht: (1) Omcirkel het juiste woord (2) Spel de naam per telefoon 7.4.1.2. Inplanting van de sirenes van de overheid [aanvullen]

28/35 7.4.1.2.1. Visualisering op de kaart 7.4.1.2.2. Samenvattende tabel Inrichting Gemeente Adres Identificatienummer UPE 7.4.1.3. Activering van de sirenes [algemeen] Bij activering van de sirenes er zorg voor dragen dat dezelfde info ook aan radio/tv wordt meegedeeld..

29/35 VOLGORDE van activering van de sirenes Seveso-risico Afkomstig van: de provinciegouverneur van: Naam: Functie: Telefoon: Fax: E-mail: Astrid radio: Bestemmeling Betrokken inrichting Te activeren sirenes Operationele eenheid van de civiele bescherming van: Fax: Datum en uur verzending: Naam: Adres: Individuele sirene ID nr.: Alle sirenes in de gemeente(n): De sirenes in de volgende sectoren rond de inrichting: Geef de sectoren aan op een windroos Alle sirenes van de risicozone van de inrichting Geef de sectoren aan op een windroos Alarmeringsbericht Geluidssignaal Gesproken bericht Vooralarm Lokale alarmering NBC-alarmering Testsignaal Evacuatie Einde alarmering Sluit ramen en deuren Luister naar de media Vind een schuilplaats Ontploffingsgevaar Open ramen en deuren Chemisch alarm Testsignaal Evacuatie Negeer het alarm (geen gevaar) Lokale alarmering Einde alarm Gelieve bij ontvangst van dit document: Bevestiging te vragen van de volgorde van activering van de sirenes De uitvoering van de alarmering te bevestigen Bevestiging gevraagd om (uur): Alarmering uitgevoerd op (uur): Uitvoering van de alarmering bevestigd op (uur): 7.4.1.4. Pertinente documenten bij grensoverschrijdende gevolgen: Procedures voor overmaking van de informatie [aanvullen]

30/35 7.4.2 BIJLAGE Eerste typebericht voor de media [algemeen] De provincies kunnen ook het systeem van Crisis Alert gebruiken via Belga

31/35 EERSTE BERICHT naar de media Ongeval gebeurd in de Seveso-inrichting [naam van de inrichting] Adres Op (datum) Om (uur) Aard ongeval brand ontploffing vloeibare dispersie Gevaar toxisch vervuiling ontploffing Lek groot beperkt gestopt Evolutie onzeker beheersbaar beheerst Inwerkingstelling van het intern noodplan Inwerkingstelling van het extern noodplan Maatregel die de bevolking moet nemen blijf binnen luister naar de informatie van de lokale politie, naar de media geen bijzondere maatregel Validatie Door de overheid Door de inrichting 7.4.3. BIJLAGE Inventaris van logistieke middelen specifiek voor het Seveso-risico

32/35 7.4.3.1. Logistieke middelen eigen aan de gemeentelijke/provinciale overheden 7.4.3.2. Logistieke middelen eigen aan de verschillende disciplines [aanvullen] Onder andere: Meetapparaat en ontsmettingsmateriaal 7.4.3.3. Logistieke middelen eigen aan de andere overheden [aanvullen] 7.4.3.4. Logistieke middelen van de privésector [aanvullen] 7.4.3.4.1. Naam van de inrichting / sector 7.4.3.4.2. Naam van de dienst (coördinaten) Contactpersoon Telefoonnummer Adres 7.4.3.4.3. Voorgestelde interventie 7.4.3.4.4. Middelen 7.4.3.4.5. Procedure (akkoorden, opeising) 7.4.3.4.6. Interventiekost 7.4.4. BIJLAGE Lokalisatie van de onthaalcentra, centra voor omkadering van naasten en centra voor opvang ( aanvullen - kaart)

33/35 7.5. BIJLAGEN Complementaire gegevens 7.5.1. Woordenlijst van specifieke begrippen van het Seveso-risico [aanvullen]

34/35 7.5.2. Specifieke afkortingen van het Seveso-risico [aanvullen] 7.5.3. Specifieke logo s van het Seveso-risico 7.5.3.1. Europese gevaarsymbolen [algemeen] E Explosief (ontplofbaar): stoffen en preparaten in vaste, vloeibare, pasta- of gelatineachtige toestand die ook zonder de inwerking van zuurstof in de lucht exotherm kunnen reageren, hierbij snel gassen ontwikkelen en onder bepaalde omstandigheden detoneren, snel explosief verbranden of door verhitting bij gedeeltelijke afsluiting ontploffen. O Oxiderend: stoffen en preparaten die bij aanraking met andere stoffen, met name ontvlambare stoffen, sterk exotherm reageren. F+ Zeer licht ontvlambaar: stoffen en preparaten in vloeibare toestand met een uiterst laag vlampunt en een laag kookpunt, alsmede gasvormige stoffen en preparaten die bij normale temperatuur en druk aan de lucht blootgesteld kunnen ontbranden (vlampunt lager dan 0 C). F Licht ontvlambaar: - stoffen en preparaten die bij normale druk aan de lucht blootgesteld, zonder toevoeging van energie, in temperatuur kunnen stijgen en ten slotte kunnen ontbranden - vaste stoffen en preparaten die na kortstondige inwerking van een ontstekingsbron gemakkelijk kunnen ontbranden en na verwijdering van de ontstekingsbron blijven branden of gloeien - vloeibare stoffen en preparaten met een zeer laag vlampunt (tussen 0 en 21 C) - stoffen en preparaten die bij aanraking met water of vochtige lucht een gevaarlijke hoeveelheid van zeer licht ontvlambare gassen ontwikkelen. Xi Irriterend: niet bijtende stoffen en preparaten die bij directe, langdurige of herhaalde aanraking met de huid of de slijmvliezen een ontsteking kunnen veroorzaken. T+ Zeer toxisch: stoffen en preparaten waarvan reeds een zeer geringe hoeveelheid bij inademing of opneming via de mond of via de huid acute of chronische aandoeningen en zelfs de dood kan veroorzaken.

35/35 T Toxisch: stoffen of preparaten waarvan reeds een geringe hoeveelheid bij inademing of opneming via de mond of via de huid acute of chronische aandoeningen en zelfs de dood kan veroorzaken. Xn Sensibiliserend: stoffen en preparaten die bij inademing of opneming via de mond of via de huid aanleiding kunnen geven tot de dood of tot tijdelijke of chronische risico s. C Corrosief (bijtend): stoffen en preparaten die bij aanraking met levend weefsel daarop een vernietigende werking kunnen uitoefenen. N Gevaarlijk voor het milieu: stoffen en preparaten die wanneer zij in het milieu terechtkomen, onmiddellijk of na verloop van tijd gevaar voor een of meer milieucompartimenten opleveren of kunnen opleveren. Gevaarlijk biologisch product. Biologische producten of afval die levende organismen kunnen infecteren door inademing of door opneming via de mond of de huid. Ontvlambare stoffen Gashouder onder druk Gevaar voor irritatie, bij inademen Schadelijk voor het aquatisch milieu Kankerverwekkend