ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. HBO SPD Bedrijfsadministratie Hogeschool Markus Verbeek. Croho-registratienummer: 34426



Vergelijkbare documenten
ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. HBO SPD Bedrijfsadministratie Fontys Bedrijfshogeschool. Croho-registratienummer 34426

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. HBO SPD Bedrijfsadministratie. ABC Hogeschool Dordrecht e.o. Croho-registratienummer 34426

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de Toets Nieuwe Opleiding van

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. HBO SPD Bedrijfsadministratie Hogeschool NTI. Croho-registratienummer: 34426

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. HBO SPD Bedrijfsadministratie LOI Hogeschool. CROHO-registratie: 34426

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Besluit. Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. Universiteit Utrecht Master Natuurwetenschappen en Bedrijf. Croho-registratienummer: 60710

Betreft: INVOERING NIEUW PROGRAMMA HBO SPD Bedrijfsadministratie en VBA

Overstapregelingen HBO Bachelor SPD Bedrijfsadministratie per 1 september 2017 Tevens van toepassing op de opleidingen:

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. HBO Accountancy LOI Hogeschool. Croho-registratie: aan het NVAO Accreditatiekader

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

De NVAO heeft op 11 april 2005 een gesprek gevoerd met de LOI om over een aantal aspecten van de opleiding een nadere toelichting te krijgen.

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

De NVAO heeft op 11 april 2005 een gesprek gevoerd met de LOI om over een aantal aspecten van de opleidingen een nadere toelichting te krijgen.

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

De NVAO heeft op 11 april 2005 een gesprek gevoerd met de LOI om over een aantal aspecten van de opleiding een nadere toelichting te krijgen.

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

HBO Bedrijfskunde Bachelor of Business Administration (BBA)

Hbo-bachelor Accountancy Markus Verbeek Opleidingen Stichting Hoger Onderwijs. 24 Juni NVAO Toets Nieuwe Opleiding

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de Toets Nieuwe Opleiding van. Hbo bachelor SPD Bedrijfsadministratie Hogeschool NCOI

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. Hbo bachelor Facility Management LOI Hogeschool. Croho-registratienummer: 34500

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Concept. Algemene toelichting bij de Accreditatiekaders NOVA

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. HEAO Fiscale Economie LOI Hogeschool. CROHO registratie aan het NVAO Accreditatiekader

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de Toets Nieuwe Opleiding van. HBO Bedrijfskunde Bachelor LOI Hogeschool

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. HBO Facility Management LOI Hogeschool. CROHO nummer aan het NVAO Accreditatiekader

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. Universiteit van Amsterdam Bachelor Kunstmatige Intelligentie. Croho-registratienummer: 56981

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs

Besluit. Aan het bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen b.v. (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. Universiteit van Amsterdam. Master Artificial Intelligence. Croho-registratienummer: 66981

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de Toets Nieuwe Opleidingen van. Opleiding Bachelor Management Payroll Services

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

HBO Verslaggeving. Vooropleidingseisen HBO Verslaggeving

Rapport Uitgebreide Opleidingsbeoordeling. hbo bachelor Financieel Economisch Management. Hogeschool NCOI

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Bijlage 2. Protocol toetsing Associatedegreeprogramma. 15 december 2009

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. HTO Elektrotechniek, Datacommunicatie en Netwerken. Croho-registratienummer: 34313

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. HBO Management LOI Hogeschool. CROHO-registratie 34480B. aan het NVAO Accreditatiekader

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. Hbo bachelor SPD Bedrijfsadministratie LOI Hogeschool. Croho-registratienummer: 34426

Associate degree Deeltijd

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

: 8 april 2016 : 20 mei Beoordelingskader Beoordelingskader voor de uitgebreide toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Onderwijs- en examenregeling

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. HTO Informatica, IT Service Management. Croho-registratienummer: 34488

Besluit. Aan het bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar Regeling Externe toezichthouders bij examens

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Logistiek Management van de Hogeschool Rotterdam

: 120 : niet van toepassing : 13 oktober : 5 februari 2016 : 30 maart 2016

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. HBO Bachelor Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. HEAO Bedrijfseconomie LOI Hogeschool. CROHO nummer aan het NVAO Accreditatiekader

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de Toets Nieuwe Opleiding van. Master of Studies in Real Estate. Amsterdam School of Real Estate

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. HBO Marketing & HBO Sales LOI Hogeschool. CROHO registratie aan het NVAO Accreditatiekader

: 29 april 2016 : 17 mei 2016

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Informatievergadering. Hervisitatie Specifieke lerarenopleiding

HBO Verslaggeving. Vooropleidingseisen HBO Verslaggeving

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de Toets Nieuwe Opleiding van. hbo bachelor Accountancy Hogeschool NCOI

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. HBO Financiële en Zakelijke Dienstverlening LOI Hogeschool. CROHO registratie 34414

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de Toets Nieuwe Opleiding van. Hbo-bachelor Vertaler Duits LOI Hogeschool

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. HBO Office management LOI Hogeschool. CROHO-registratie: aan het NVAO Accreditatiekader

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Financieel Economisch Management van de Hogeschool NCOI

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus AJ LEIDEN

WINDESHEIM IN ZWOLLE: UNIEKE MASTER VOOR HET BEROEPS- ONDERWIJS. Inspirators voor de toekomst

ONDERZOEKSVERSLAG. Tweede conceptrapportage van de toetsing van. Opleiding bachelor Economie & Informatica Erasmus Universiteit Rotterdam

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. Hbo bachelor Accountancy LOI Hogeschool. Croho-registratienummer: 34406

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van. HEAO Small business & retailmanagement LOI Hogeschool. CROHO-nummer 34422

Datum locatiebezoek : 29 februari 2016 Datum paneladvies : 18 april 2016 Instellingstoets kwaliteitszorg : ja, positief besluit van 18 februari 2014

Master Communicatie en Educatie van de Natuurwetenschappen Certiked-VBI ONDERZOEKSVERSLAG. Rapportage van de toetsing van

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bachelor Opleiding Muziek Bijlage Muziektheater

Transcriptie:

ONDERZOEKSVERSLAG Rapportage van de toetsing van Hogeschool Markus Verbeek Croho-registratienummer: 34426 aan het NVAO Accreditatiekader De visitatie vond plaats op 15 oktober 2007 en 29 oktober 2007 Inhoud van het verslag Identificatie...2 Managementsamenvatting...3 Bevindingen...5 Bijlage 1: Programma...31 Bijlage 2: Documenten...33 Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader...34 Bijlage 4: Visitatieteam...36 Bijlage 5: Deskundigheid...37 Bijlage 6: Onafhankelijkheidsverklaringen...39 De verantwoordelijke teamleider: drs. R.R. van Aalst namens deze, M. Lathouwers Certiked-VBI December 2007 Pagina 1 van 39

Identificatie Stichting Hoger Onderwijs Markus Verbeek Opleidingen Paasheuvelweg 35 Postbus 12606 1100 AP Amsterdam Telefoon: 020 567 78 88 Website: www.bppnederland.nl Voor kwaliteit verantwoordelijke bestuurder: W. Haar, directeur Onderwijs Kwaliteitsfunctionaris: drs. M. van Rijn, opleidingscoördinator Scope en doel De visitatie heeft betrekking op: Hogeschool Markus Verbeek Bachelor of Economics Deeltijdopleiding Locaties zijn de regiokantoren Amsterdam, Rotterdam, Rijswijk, Zwolle en Eindhoven en de vestigingslocaties Alkmaar, Almere, Amersfoort, Haarlem, Utrecht, Breda, Spijkenisse, Zoetermeer, Enschede, Groningen, Leeuwarden, Arnhem/Velp, s-hertogenbosch, Nijmegen en Sittard Doel van het onderzoek is te beoordelen in welke mate het NVAO Beoordelingskader (februari 2003) adequaat worden afgedekt. Teamsamenstelling Teamleider: drs. R.R. van Aalst Extern deskundige: drs. A.M.A. Noë RC Secretaris: drs. W.J.J.C. Vercouteren RC Studentleden: D. Weijsenborn BSc, M.H. Shatou BSc Werkwijze De opleiding heeft een zelfevaluatie opgesteld ten aanzien van de gevisiteerde opleiding en deze aan het visitatieteam gezonden op 3 oktober 2007. De eerste visitatiedag is uitgevoerd op 15 oktober 2007 en op 29 oktober 2007 is de tweede visitatiedag uitgevoerd. Het conceptrapport is op 13 november 2007 toegezonden aan het management van de opleiding. Op 26 november 2007 zijn schriftelijke reacties opgesteld door de opleiding, die hebben geleid tot onderhavig definitief rapport. In de aanloop naar de visitatie is er eenmaal een bijeenkomst geweest tussen leden van het visitatieteam en vertegenwoordigers van de opleiding. Deze bijeenkomst had een voorlichtend en planningstechnisch karakter. Pagina 2 van 39

Managementsamenvatting Op 15 oktober 2007 en 29 oktober 2007 heeft een visitatieteam van Certiked een visitatie uitgevoerd bij de opleiding van Hogeschool Markus Verbeek. De doelstelling was een toetsing uit te voeren van de kwaliteit van de opleiding, gerelateerd aan het NVAO Beoordelingskader. Algemeen beeld De Hogeschool Markus Verbeek heeft een aantal jaren geleden een zelfevaluatie uitgevoerd met betrekking tot de bacheloropleiding. De visitatie op basis van deze zelfevaluatie heeft plaatsgevonden op 10 juli 2001, 25 juli 2001 en 11 april 2002. Dit geschiedde in het kader van de zogenoemde proefaccreditatie. Deze zelfevaluatie kwam tot stand onder begeleiding van Certiked (visiterende en beoordelende instantie), Paepon (belangenvertegenwoordiger van het particuliere onderwijs), het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Inspectie Hoger Onderwijs. Medio 2004 werd duidelijk dat het beoordelingskader van de NVAO, waartegen de bacheloropleidingen getoetst worden, ook van toepassing zou zijn op de opleidingen die aan de genoemde proefaccreditatie hadden deelgenomen. Op 23 maart 2005 is om die reden een aanvullende visitatie uitgevoerd en is een aanvullende zelfevaluatie geschreven. Tot 31 december 2008 is de bacheloropleiding HBO SPD Bedrijfsadministratie van Hogeschool Markus Verbeek geaccrediteerd van rechtswege. De onderhavige visitatie heeft tot doel na te gaan of de opleiding ook na dat tijdstip voor accreditatie in aanmerking komt. Sedert 2002 wordt de opleiding geïntegreerd aangeboden door de Hogeschool Markus Verbeek en Hogeschool Praehep. Dat betekent dat de hogescholen op identieke wijze en met identieke materialen en doelstellingen de opleiding uitvoeren. De opleiding wordt aangeboden onder de merknaam Opleidingsinstituut Markus Verbeek Praehep. In formele zin bestaat de Hogeschool uit de Hogeschool Markus Verbeek en Hogeschool Praehep. De Hogeschool Markus Verbeek heeft de status van hogeschool gekregen in 1994 en de Hogeschool Praehep heeft deze status verworven in 1996. De studenten krijgen een diploma van één van deze hogescholen. De Hogeschool Markus Verbeek Praehep heeft zich in de afgelopen jaren ontwikkeld tot een hogeschool met bijna 2.400 studenten. Andere bacheloropleidingen van de Hogeschool, zijn Bachelor Accountancy en Bachelor Management Payroll Services. De onderwijsvisie van de Hogeschool Markus Verbeek kent de volgende doelstellingen: Het inschakelen van praktijkdocenten met zowel vaktechnische als didactische capaciteiten; Streven naar een continue verbeterende kwaliteit van het lesmateriaal, aansluitend op de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van de multimedia; Doelgerichte opleiding aanbieden; Zorgdragen voor een vast studietraject; Mogelijkheid bieden tot het volgen van herhalingstrajecten; Geven van examentrainingen; Aanbieden van de digitale onderwijsomgeving BPP Campus voor extra begeleiding en ondersteuning; Modulaire opbouw van het lesprogramma. Pagina 3 van 39

De zelfevaluatie die de opleiding heeft geschreven was van een goed niveau en verschafte het visitatieteam van Certiked voldoende informatie om de opleiding mede aan de hand daarvan te beoordelen. Tijdens de visitatiedagen was het visitatieteam in de gelegenheid alle relevante documenten te bestuderen en met de van belang zijnde geledingen van de opleiding van gedachten te wisselen. Om deze reden is het visitatieteam van oordeel dat de visitatie en de beoordeling op een verantwoorde wijze hebben plaatsgevonden. Op basis daarvan concludeert het visitatieteam van Certiked dat de bacheloropleiding HBO SPD Bedrijfsadministratie van de Hogeschool Markus Verbeek aan alle facetten van het NVAO Beoordelingskader voldoet. Pagina 4 van 39

Bevindingen Voor de NVAO-onderwerpen zijn hieronder de bevindingen van het visitatieteam weergegeven. Steeds zijn in de blokken de NVAO-criteria aangegeven die bij de betreffende onderwerpen en facetten behoren, is een beschrijving gegeven van de bevindingen en wordt vervolgens een beoordeling ten aanzien van betreffend facet gegeven. Overzicht van Certiked beoordelingen van de opleiding Onderwerp en facet Doelstellingen opleiding Domeinspecifieke eisen Niveau: Bachelor Oriëntatie HBO Programma Eisen HBO Relatie doelstellingen / inhoud Samenhang programma Studielast Instroom Duur Afstemming vormgeving / inhoud Beoordeling en toetsing Inzet van personeel Eisen HBO Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel Voorzieningen Materiële voorzieningen Studiebegeleiding Interne kwaliteitszorg Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Resultaten Gerealiseerd niveau Onderwijsrendement Deeltijd Positief Voldoende Voldoende Voldoende Positief Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Voldoende Goed Goed Positief Goed Voldoende Goed Positief Voldoende Voldoende Positief Voldoende Goed Voldoende Positief Voldoende Voldoende Pagina 5 van 39

1. Onderwerp: doelstellingen opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein. De eindkwalificaties van de opleiding zijn aan het Beroepsprofiel SPD Bedrijfsadministratie ontleend. Dit profiel is door het bestuur van de Stichting Examenbureau NGO SPD Bedrijfsadministratie (ENS) vastgesteld. De stichting ENS is opgericht door het Nederlands Genootschap van Opleiders voor de comptabele en economische examens (NGO) en ziet toe op het waarborgen van de kwaliteit van de examens. Het beroepsprofiel is van 1 januari 2005. In de landelijke organisatie NGO ENS zijn de opleidingsinstituten verenigd die de opleiding HBO SPD Bedrijfsadministratie aanbieden. De bij NGO ENS betrokken opleidingen zijn Fontys Bedrijfshogeschool, ABC Hogeschool, Hogeschool Hanzesteden, LOI Hogeschool, Hogeschool Markus Verbeek, Hogeschool NTI en Hogeschool Praehep. Alle opleidingen hebben dezelfde doelstellingen. Zij vergaderen periodiek en stellen de Onderwijs- en examenregeling van SPD Bedrijfsadministratie vast, waar het beroepsprofiel onderdeel van is. De Onderwijs- en examenregeling dateert van 1 januari 2007. In het Beroepsprofiel staan de eisen waaraan de afgestudeerde van de opleiding SPD Bedrijfsadministratie moet voldoen. Het beroep van de afgestudeerde is omschreven en van daaruit zijn de eisen aan de afgestudeerde geformuleerd. In deze omschrijving staan de functies die de afgestudeerde kan vervullen, de maatschappelijke ontwikkelingen die voor het beroep van belang zijn en de kennis, vaardigheden en houding die de afgestudeerde SPD er nodig heeft om het beroep goed te kunnen uitoefenen. In 1999 is door NGO ENS in samenwerking met de belangenvereniging SPD een enquête gehouden, waarbij meer dan 30 representatieve bedrijven uit alle branches zijn bevraagd. De resultaten van deze enquête vormen nog steeds de belangrijkste basis onder het beroepsprofiel. De bijstelling van het beroepsprofiel in 2005 geeft weliswaar een actualisering maar het fundament is hetzelfde gebleven. Om de afstemming tussen de eisen aan de afgestudeerde en de beroepspraktijk te bewaken heeft NGO ENS een beroepenveldcommissie in het leven geroepen. Deze commissie heeft het beroepsprofiel van 2005 bestudeerd en gevalideerd als zijnde een goede weergave van wat de afgestudeerde moet kennen en kunnen. In de beroepenveldcommissie hebben vijf personen zitting vanuit het werkveld. De leden van de beroepenveldcommissie zijn verbonden aan accountantskantoren en/of hebben een leidinggevende functie en/of een controlfunctie. In deze samenstelling is de commissie voldoende breed en omvat de relevante disciplines. Pagina 6 van 39

De eisen waaraan de afgestudeerde van de opleiding moet voldoen, zijn als volgt in het Beroepsprofiel verwoord. Ten aanzien van de kennis dient de afgestudeerde te beschikken over actuele kennis, die zich concentreert op de vakgebieden Bedrijfsadministratie, Bedrijfseconomie, Bedrijfsrecht, Belastingrecht, Bestuurlijke informatievoorziening en Externe verslaggeving. Daarbij komt dat de afgestudeerde moet beschikken over kennis van vakgebieden die daarop aansluiten. Op het gebied van vaardigheden moet de afgestudeerde in staat zijn om de genoemde kennis toe te passen in de beroepspraktijk. Hij beschikt daartoe over vaardigheden op het gebied van het verzamelen van gegevens en het geven van een oordeel daarover, de vaardigheid een rapportage op te stellen op grond van de gegevens en hij kan zowel zelfstandig als in samenwerking met anderen de benodigde werkzaamheden verrichten. De afgestudeerde bezit het inzicht en het vermogen het geleerde toe te passen in contextgebonden beroepssituaties. De afgestudeerde heeft tevens een methodische aanpak en een kritische instelling en weet zich op verschillende niveaus in de organisatie en daarbuiten te presenteren. De opleiding heeft het Beroepsprofiel SPD Bedrijfsadministratie als uitgangspunt genomen voor de eindkwalificaties van de opleiding. Dit Beroepsprofiel dateert van 1 januari 2005. In mei 2007 heeft NGO ENS een nieuw, competentiegericht beroepsprofiel opgesteld. Dit profiel zal de basis zijn voor een nieuw, competentiegericht opleidingsprofiel. Dit zal naar verwachting in de loop van 2008 opgesteld en ingevoerd worden door de opleiding. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleiding eindkwalificaties heeft opgesteld. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de eindkwalificaties van de opleiding gebaseerd zijn op de eisen van het beroepenveld en op de eisen van vakgenoten. De evaluatie van de eindkwalificaties vindt elk jaar plaats. Het visitatieteam is om deze redenen van oordeel dat dit facet voldoende is. 1.2 Niveau De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor of een master. Hieronder wordt nagegaan of en in hoeverre de eindkwalificaties van overeenkomen met de algemeen geldende beschrijvingen van de kwalificaties, zoals deze naar voren komen in de Dublin descriptoren. Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en bestudering van de verstrekte De afgestudeerde moet over kennis en inzichten beschikken die up-to-date zijn. Deze kennis en inzichten zijn hoofdzakelijk geconcentreerd in de vakgebieden Bedrijfsadministratie (inzicht in rekeningstelsels, budgettering, kostencalculaties), Bedrijfseconomie (inzicht in investeringsanalyse, financieringsstructuur, vermogensbepaling), Bedrijfsrecht en Belastingrecht (inzicht in arbeidsrecht, sociaal recht en grondig inzicht in het Nederlandse belastingstelstel), Bestuurlijke informatievoorziening (inzicht in administratieve organisatie, interne controle, geautomatiseerde gegevensverwerking) en Externe verslaggeving. Daarnaast dient de afgestudeerde kennis te bezitten van vakgebieden die daarbij aansluiten, te weten Marketing en organisatie, Bedrijfsstatistiek, Algemene economie en Financiële rekenkunde. De afgestudeerde dient over Communicatieve en sociale vaardigheden en over kennis van de moderne ICT te beschikken. De diepgang van de kennis wettigt een HBO-bachelorniveau. Pagina 7 van 39

De toepassing van kennis en inzicht blijkt in het profiel uit het vermogen van de afgestudeerde om de hiervoor genoemde kennis en inzicht toe te passen in de praktijk. Het toepassen van de kennis heeft vooral betrekking op het financieel-economische, informatieverzorgende, informatievoorzienende, controlerende en adviserende gebied. De afgestudeerde dient de kennis op een professionele wijze in de beroepspraktijk toe te passen. Daarnaast dient de afgestudeerde in staat te zijn kostencalculaties uit te voeren en financiële stukken (balans, verlies- en winstrekening, begroting, financieeleconomische kentallen, verslagen van prestatie-indicatoren, financiële managementrapportages) op te stellen. Ook is de afgestudeerde in staat goed om te gaan met kantoorautomatisering, zoals spreadsheets, boekhoudpakketten en ook ERP-systemen. De afgestudeerde beschikt over kennis en inzicht op een wijze die hem in staat stelt problemen te signaleren en daadwerkelijk op te lossen. Hij heeft de vaardigheid om relevante gegevens te verzamelen, te interpreteren en zich hierover een oordeel te vormen. De afgestudeerde kan conclusies trekken en weet hoofdzaken en bijzaken van elkaar te onderscheiden. De afgestudeerde is in staat zowel zelfstandig als in samenwerking met anderen problemen op te lossen. Omdat de complexiteit van vraagstukken groter wordt binnen organisaties en de verantwoordingsplicht verzwaart, worden steeds hogere eisen gesteld aan de informatie die de afgestudeerde dient te leveren. Dat doet een groot beroep op het oplossingsgerichte vermogen van de afgestudeerde. In de afstudeeropdracht wordt op de oordeelsvorming van de afgestudeerde sterk de nadruk gelegd. Bij de oordeelsvorming is de afgestudeerde zich bewust van de maatschappelijke betekenis van de beroepsuitoefening. De afgestudeerde kan om die reden ook een afweging maken van met name de sociaal-wetenschappelijke en ethische aspecten die in het beroep van de afgestudeerde een belangrijke rol spelen. De afgestudeerde is vaardig in het opstellen van rapportages en het maken van samenvattingen. Hij kan zijn argumenten goed verwoorden en kan zijn bevindingen op een professionele wijze en met overtuigingskracht aan verschillende groepen presenteren. De afgestudeerde kan op verschillende niveaus binnen en buiten de organisatie goed communiceren en adviseren. Hij is met name in staat het management van de organisatie te adviseren vanuit het bedrijfseconomisch perspectief. De afgestudeerde weet zijn activiteiten goed te plannen en te organiseren. Hij heeft een methodische aanpak en een reflecterende manier van denken en handelen. De afgestudeerde is flexibel en is bereid zich aan te passen aan de bedrijfscultuur en is daardoor in staat leidinggevende functies te bekleden. Hij is zich bewust van de maatschappelijke relevantie van zijn beroep. Van de afgestudeerde van de opleiding wordt ook verwacht dat hij zijn eigen kennis op peil weet te houden. Dit weerspiegelt de leervaardigheden van de afgestudeerde in de zin van het vermogen van de afgestudeerde om op eigen kracht de kennis, inzichten en vaardigheden op niveau te houden en te blijven ontwikkelen. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat het niveau van de HBO-bachelor, zoals weerspiegeld in de Dublin descriptoren, op adequate wijze naar voren komt in de eindkwalificaties van de opleiding. Het visitatieteam beoordeelt daarom het HBO-bachelorniveau van de eindkwalificaties als voldoende. Pagina 8 van 39

1.3 Oriëntatie HBO De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een bachelor en een master in HBO en WO: HBO: De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door of met het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. Een HBO-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of in een samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist of dienstig is. Een HBO-master heeft de kwalificaties voor het niveau van zelfstandig en/of leidinggevend beroepsbeoefenaar in een beroep of spectrum van beroepen, dan wel het niveau van het functioneren in een multidisciplinaire omgeving waarin een HBO-opleiding vereist of dienstig is. WO: De eindkwalificaties zijn ontleend aan eisen vanuit de wetenschappelijke discipline, de internationale wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komende opleidingen de relevante praktijk in het toekomstige beroepenveld. Een WO-bachelor heeft de kwalificaties voor toegang tot tenminste één verdere WO-studie op masterniveau en eventueel voor het betreden van de arbeidsmarkt. Een WO-master heeft de kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten of multien interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een WO-opleiding vereist is of dienstig is. In het Beroepsprofiel SPD Bedrijfsadministratie van 1 januari 2005 staan de vereisten die aan de afgestudeerde worden gesteld. Het beroepsprofiel omschrijft op duidelijke wijze het beroep en de beroepspraktijk van de afgestudeerde. Het beroepsprofiel is ontleend aan de enquête onder representatieve bedrijven die ondervraagd zijn over de beroepsvereisten van de afgestudeerde van. De eindkwalificaties sluiten om die reden aan bij het beroepenveld en bij wat een beginnend beroepsbeoefenaar op HBO-bachelorniveau moet kennen en kunnen. De beroepenveldcommissie van NGO ENS stelt zich ten doel ervoor te zorgen dat de opleiding SPD Bedrijfsadministratie blijft aansluiten bij de beroepspraktijk. Dit leidt ertoe dat het profiel op de beroepspraktijk afgestemd is en blijft. De opleiding heeft als doelstelling op te leiden voor functies die zich richten op de uitvoering van financieel-economische, informatievoorzienende, informatieverzorgende, controlerende en adviserende taken. In kleine en middelgrote organisaties zijn veel van deze taken in één persoon verenigd. In grotere organisaties worden deze taken als specialismen gezien. In het beroepsprofiel zijn functies benoemd die de afgestudeerde als beginnend beroepsbeoefenaar moet kunnen bekleden. Deze functies zijn onder andere administrateur, assistent-controller, medewerker of hoofd financiële administratie, medewerker financiën, assistent-accountant, kredietadviseur, hoofd salarisadministratie en hoofd bedrijfsbureau. De afgestudeerde van de opleiding zal in de eerste jaren van de beroepspraktijk in samenwerking met meer ervaren collega s doorgroeien naar een volledig zelfstandige beroepsuitoefening. Pagina 9 van 39

Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de eindkwalificaties zijn ontleend aan het beroepenveld en dat de eindkwalificaties zich richten op de beginnend beroepsbeoefenaar op HBO-bachelorniveau. De opleiding heeft een aantal functies benoemd, waartoe de opleiding opleidt. Het visitatieteam beoordeelt op grond daarvan de HBO-oriëntatie van de eindkwalificaties van de opleiding als voldoende. Beoordeling van het onderwerp Doelstellingen opleiding Het visitatieteam beoordeelt op grond van de genoemde bevindingen het onderwerp Doelstellingen opleiding als positief. De eindkwalificaties van de opleiding zijn gebaseerd op de eisen van het beroepenveld en op de eisen van vakgenoten. De eindkwalificaties reflecteren ook in voldoende mate de algemene kwalificaties voor het HBO-bachelorniveau en ze sluiten aan bij de eisen die aan een beginnend beroepsbeoefenaar op HBO-bachelorniveau gesteld moeten worden. Pagina 10 van 39

2. Onderwerp: programma 2.1 Eisen HBO/WO Het programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een HBO- of een WOopleiding: HBO: Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. WO: Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats in interactie tussen het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek binnen relevante disciplines. Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in de relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare verbanden met actuele wetenschappelijke theorieën. Het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. Bij daarvoor in aanmerking komende opleidingen heeft het programma aantoonbare verbanden met de actuele praktijk van de relevante beroepen. De opleiding gebruikt externe literatuur voor de verschillende vakgebieden. De verplichte vakliteratuur is vaak speciaal geschreven met het oog op de vereisten van de opleiding HBO SPD Bedrijfsadministratie. De boeken zijn maatgevende boeken, behandelen de relevante stof en zijn van voldoende niveau. Elk van de modules heeft één of meer boeken. Voorbeelden van de literatuur zijn Fuchs: Bedrijfsadministratie voor SPD, Tijhaar: Bedrijfseconomie, Epe/Koetsier: Jaarverslaggeving en Heijnsdijk/Van de Sar: Organisatie & Leiding. De opleiding gaat ieder jaar na of de literatuur nog voldoende actueel is en voldoende is afgestemd op de inhoud van de modules. Als dat niet zo is, dan zoekt de opleiding vervangende literatuur. Naast deze vakliteratuur maakt de opleiding gebruik van aanvullend studiemateriaal. Dit materiaal bestaat onder meer uit syllabi met oefenmateriaal als voorbeeldopgaven, verdiepende opgaven en opgaven op examenniveau. Er wordt daarbij een onderscheid gemaakt tussen theoretische opgaven, praktijkopgaven en cases. De syllabi worden geschreven door kerndocenten van de opleiding en worden daarna gecontroleerd door een vakkundig beoordelaar op vakinhoud en actualiteit. Oude examenopgaven kunnen de studenten downloaden van de electronische leeromgeving, BPP Campus. De studenten van de opleiding hebben gewoonlijk een functie, die in het beroepsprofiel beschreven is. De studenten komen in de beroepspraktijk in aanraking met de vraagstukken die zij in de opleiding voorgelegd krijgen. Omgekeerd brengen ze de op de praktijk gerichte kennis, inzicht, vaardigheden en attitude uit de opleiding in de beroepspraktijk in. Op deze wijze waarborgt de opleiding de ontwikkeling van beroepsvaardigheden. In de afstudeeropdracht staan opgaven uit de beroepspraktijk centraal. De studenten brengen de door hen verworven kennis, inzicht, vaardigheden en attitude samen in de afstudeeropdracht, waarbij zij veelal een probleem uit hun eigen beroepspraktijk behandelen. Daarbij hoort ook de kritische reflectie over het betreffende onderwerp. Pagina 11 van 39

De beroepenveldcommissie van de landelijke organisatie NGO ENS heeft tot taak het curriculum af te stemmen op de ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Dat gebeurt via de aanpassing van de inhoud van het curriculum. Het programma van SPD Bedrijfsadministratie is mede op de input van de beroepenveldcommissie gebaseerd. De opleiding is voldoende actueel. Dat blijkt onder andere uit het feit dat de opleiding in 2005 is vernieuwd. Bij deze vernieuwing is onder andere IFRS aan het programma toegevoegd. Een voorbeeld is ook het opnemen in de module Bedrijfsadministratie van een nadere uitwerking van het begrip consolidatie. De actualiteit van de opleiding wordt ook geborgd door het overleg van de opleidingen op het niveau van NGO ENS en door de beroepenveldcommissie van NGO ENS. Deze beide beoordelen regelmatig de actualiteit. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de modules inhoudelijk en qua niveau voldoende zijn. Dat blijkt ook uit het niveau en de kwaliteit van de literatuur en de syllabi die de opleiding gebruikt. De modules sluiten ook aan op de actuele ontwikkelingen in het vakgebied. De interactie tussen de opleiding en de beroepspraktijk komt op verschillende punten in de opleiding terug. De beroepenveldcommissie van de landelijke organisatie NGO ENS waarborgt de afstemming van het curriculum met de ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Het visitatieteam beoordeelt op grond hiervan de HBO-eisen als voldoende. 2.2 Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. De Onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding is opgesteld door NGO ENS en geeft per vakgebied de eindtermen en de leerdoelen van de modules weer. Dit is vertaald in de beschrijving van de leerstof. De leerstofomschrijving is uitgebreid. Daarin staat een overzicht van de begrippen die de studenten moeten kennen en de soorten berekeningen en analyses die zij moeten kunnen uitvoeren. In de beschrijving van de practica staat vermeld welke vaardigheden de studenten moeten tonen. De eindkwalificaties uit het Beroepsprofiel SPD Bedrijfsadministratie die betrekking hebben op kennis en inzicht zijn te vinden in modules van de hoofdfase als Bedrijfsadministratie (21 EC), Bedrijfseconomie (14 EC), Belastingrecht (12 EC), Bedrijfsrecht (14 EC), Bestuurlijke informatievoorziening (10 EC) en Externe verslaggeving (10 EC). In de propedeuse is sprake van modules die aan deze modules voorafgaan en daar een inleiding op bieden. Dat zijn de modules Inleiding bedrijfsadministratie (11 EC), Inleiding bedrijfseconomie (11 EC), Inleiding belastingrecht (11 EC) en Inleiding bestuurlijke informatievoorziening (10 EC). Het niveau en de breedte van de modules, zowel in de propedeuse als in de hoofdfase is beslist voldoende. Pagina 12 van 39

Het niveau en de reikwijdte van de overige modules in de hoofdfase, waaronder Bedrijfsstatistiek (10 EC) en Bedrijfscalculatie (9 EC) is voldoende. De eerste twee modules zijn onder meer van belang voor het verzamelen van gegevens. De flankerende modules Marketing en organisatie (10 EC) en Algemene economie (9 EC) sluiten ook in voldoende mate aan bij wat de eindkwalificaties vereisen. Daarnaast kent de opleiding enkele practica. Deze zijn ook van een adequaat niveau. De opleiding besteedt in verschillende modules aandacht aan de toepassing van kennis en inzicht door middel van te maken analyses en berekeningen. Het oefenen van deze analyses en berekeningen neemt een prominente plaats in het programma in. In de verschillende modules wordt aan oordeelsvorming aandacht besteed. De oordeelsvorming komt ook tot uitdrukking in de eisen die de opleiding aan de afstudeeropdracht stelt. Aan de student worden zowel in de stage (30 EC) als in de afstudeeropdracht (20 EC) eisen gesteld als het om de communicatieve en sociale vaardigheden gaat. Het Practicum communicatieve en sociale vaardigheden (7 EC) richt zich op de mondelinge communicatie en bij het Practicum bestuurlijke informatievoorziening (4 EC) wordt de schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid getoetst. In de afstudeeropdracht komt ook de schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheden aan de orde, de laatste onder meer tijdens de mondelinge verdediging van de scriptie. In de eisen voor de afstudeeropdracht wordt ook expliciet geformuleerd dat de student in staat moet zijn de door hem aangedragen oplossingsrichtingen te analyseren en daarop kritisch te reflecteren. In de beoordeling van de afstudeerscriptie speelt de mate waarin de student daartoe in staat is, een rol. Het visitatieteam heeft gezien dat de opleiding leerdoelen heeft opgesteld die een adequate vertaling van de eindkwalificaties zijn. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de eindkwalificaties in voldoende mate aan de orde komen in het curriculum. Ook het niveau en de breedte van de modules zijn overeenkomstig de eindkwalificaties. Het visitatieteam beoordeelt om deze redenen de relatie tussen de doelstellingen en het programma als voldoende. 2.3 Samenhang programma Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. De propedeuse is opgebouwd uit in totaal zeven modules, waaronder Inleiding bedrijfsadministratie (11 EC), Inleiding bedrijfseconomie (11 EC), Inleiding statistiek (10 EC), Inleiding belastingrecht (11 EC) en Inleiding bestuurlijke informatievoorziening (10 EC). Deze bieden over de volledige breedte een beeld van de modules in de hoofdfase. De kernvakken uit de hoofdfase komen als inleidende modules in de propedeuse voor. De propedeuse voldoet op die wijze aan de eis dat het een goede oriëntatie op de opleiding biedt. In die zin is sprake van een logische opbouw in termen van complexiteit van de aangeboden leerstof. De kernvakken in de propedeuse nemen 53 EC van de in totaal 60 EC in. Dat betekent dat de kernvakken bijna 90 % van alle EC in de propedeuse beslaan. Pagina 13 van 39

Dat de modules een compleet beeld van de opleiding en van het toekomstige beroep geven, geldt ook voor de hoofdfase. In de hoofdfase zijn in totaal 12 modules opgenomen, waaronder Bedrijfseconomie (14 EC), Bedrijfsadministratie (21 EC), Bestuurlijke informatievoorziening (10 EC), Belastingrecht (12 EC), Bedrijfsrecht (14 EC) en Externe verslaggeving (10 EC). Deze kernvakken bieden in hun onderlinge samenhang een geheel van wat de SPD er in de beroepspraktijk te wachten staat. In de hoofdfase nemen de kernvakken 81 EC van de in totaal 130 EC (hoofdfase minus stage en minus afstudeerscriptie) in beslag. Dat is meer dan 62 %. Ook hierin blijkt hoezeer de opleiding zich concentreert op de kernvakken van SPD Bedrijfsadministratie. Tussen een aantal modules onderling is samenhang. Dat geldt onder meer de samenhang tussen de modules Financiële rekenkunde en Bedrijfseconomie als voor de volgorde in de modules Bestuurlijke informatievoorziening, Bedrijfsadministratie en Externe verslaggeving. De studenten volgen practica. In de propedeuse zijn dat Practicum toegepaste informatietechnologie en het Practicum Bedrijfsadministratieve software. In de hoofdfase zijn dat Practicum communicatieve en sociale vaardigheden en Practicum bestuurlijke informatievoorziening. In deze practica wordt van de studenten gevraagd aan te tonen dat zij de opgedane kennis kunnen toepassen. Dat dienen zij te doen in de vorm van praktijkgerichte opgaven en presentaties. De practica zijn aldus een aanvulling op de kennisverwerving tijdens de modules. De onderwerpen van de practica sluiten aan bij de inhoud van de modules. Ook in de stage en de afstudeeropdracht zijn de theorie en de praktijk geïntegreerd. Als de studenten geen stage volgen, geldt hun werkkring als de vervanging van de stage. In de werkkring koppelen ze de theorie van de opleiding aan de praktijk van het eigen werk. Uit de verklaring van de werkgever blijkt dat er sprake is van relevant werk. Bij de afstudeeropdracht komt de integratie van de verschillende onderwerpen uit de modules aan de orde. De docenten hebben overleg over de inhoud van de modules tijdens de docentendagen. Daarnaast zorgt de kerndocent voor de afstemming tussen de docenten met betrekking tot de veranderingen in de vakinhoud, in de examens en in het studiemateriaal van de modules. Het visitatieteam heeft gezien dat de propedeuse een oriënterend beeld biedt op de gehele opleiding. De opleiding is sterk gericht op de kernvakken en besteedt meer dan voldoende aandacht aan de relevante vakgebieden. De kernvakken vertonen duidelijk cohesie en bieden voor de studenten een samenhangende studie. Bij de afstudeeropdracht en de stage vindt de integratie van de verschillende onderwerpen uit de vakgebieden plaats. Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de docenten overleg plegen over de afstemming van de inhoud van de modules. Het visitatieteam beoordeelt daarom de samenhang van het programma als voldoende. Pagina 14 van 39

2.4 Studielast Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. In de Onderwijs- en examenregeling van de opleiding staan de eindtermen van de modules helder en in concrete termen aangegeven. De studenten weten derhalve waar ze in de bestudering van deze modules naar toe moeten werken en welke zaken daarin relevant zijn. In de Onderwijs- en examenregeling is ook aangegeven welk deel van de leerstof tot de zogenoemde kernstof behoort en wat de studenten derhalve beslist moeten beheersen en welk deel daarvan de zogenoemde randstof is, waarvan het beheersing veel minder wezenlijk is. Alhoewel de studenten de vrijheid hebben zelf hun leerroute te bepalen, adviseert de opleiding hen wel een bepaalde voorkeursroute te volgen. Zo kunnen de studenten bijvoorbeeld in de hoofdfase het beste pas beginnen aan de module Externe verslaggeving wanneer zij de module Bedrijfsadministratie afgerond hebben. De landelijke organisatie NGO ENS bewaakt de studeerbaarheid. Dat heeft in sommige gevallen geleid tot het splitsen van modules in kleinere eenheden, zoals bij Bedrijfsadministratie en Bedrijfseconomie. De studenten kunnen voorafgaande aan het examen Marketing en organisatie de case waarover de vragen gesteld zullen worden, inzien. De studenten hebben elk halfjaar de mogelijkheid examens in elk van de modules af te leggen. Dat geldt zowel voor de externe examens van de Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens als voor de interne examens van de opleiding zelf. De interne examens kunnen alleen voor de propedeutische modules worden afgelegd. De studenten kunnen kiezen tussen het afleggen van de interne examens of van de externe examens. De opleiding biedt ter voorbereiding op de examens examentrainingen aan. Voor een aantal modules zullen met ingang van 1 januari 2008 meer dan twee examenmomenten per jaar worden aangeboden door NGO ENS. Het externe examen voor de module Algemene economie kunnen de studenten sedert 1 juni 2007 op elk gewenst moment afleggen, doordat dit digitaal wordt afgenomen via een database. De studenten kunnen zelf hun studieritme bepalen, doordat zij zich per module van de opleiding in kunnen schrijven. Daardoor kunnen zij de studielast in voldoende mate spreiden in de tijd. De studenten geven aan dat de studielast aanvaardbaar is. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleiding zorgdraagt voor de studeerbaarheid van de opleiding. In de Onderwijs- en examenregeling zijn de eindtermen en leerinhouden van de modules beschreven. Zowel de opleiding zelf als NGO ENS zetten instrumenten in om de studeerbaarheid te bevorderen. Wel pleit het visitatieteam ervoor dat de opleiding zich beraadt op een beter vangnet in het geval van modules waar de studenten moeite mee hebben. De studenten hebben de vrijheid hun studieritme te bepalen en kunnen zo mede hun studielast bepalen. Om die reden beoordeelt het visitatieteam de studeerbaarheid van de opleiding als voldoende. Pagina 15 van 39

2.5 Instroom Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: HBO-bachelor: VWO, HAVO, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. WO-bachelor: VWO, HBO-propedeuse of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. HBO- en WO-master: bachelor en eventueel (inhoudelijke) selectie. De opleiding organiseert voor aankomende studenten informatieavonden waarin inlichtingen over de opleiding worden verstrekt. De aankomende studenten dienen de diploma s en certificaten van hun vooropleiding te overleggen aan de opleiding. De opleiding gaat na of de studenten recht hebben aan de opleiding te beginnen. Een eis is daarbij of de studenten over een opleiding op MBO niveau-4 beschikken. Er kan een intakegesprek met de studieadviseurs volgen en eventueel ook een aanvullende toets. De opleiding stelt formele eisen aan de instroom van de studenten. In de Onderwijs- en examenregeling van de opleiding staat dat studenten met een diploma op het niveau van HAVO, VWO of MBO-4 of een HBO-propedeuse recht hebben op toegang tot de propedeutische fase van de opleiding. Studenten die ouder zijn dan 21 jaar, hebben toegang als ze de 21+-toets halen. Deze toets toont aan dat de studenten over het vereiste HBO-denk en -werkniveau beschikken. Zij krijgen op grond van het resultaat van de toets een studieadvies over de te volgen opleiding. In de Onderwijs- en examenregeling van de opleiding staat op basis van welke bewijsstukken en welke getuigschriften de studenten voor welke modules vrijstelling kunnen krijgen. Naast deze standaardlijst van vrijstellingen kunnen studenten een verzoek tot vrijstelling indienen bij de examencommissie van NGO ENS. De opleiding verleent in de meeste gevallen vrijstelling voor de stage, omdat de studenten veelal een werkkring op het vakgebied hebben en de in de beroepspraktijk behaalde competenties inbrengen om aan de stageverplichting te voldoen. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de instroom van de studenten voldoet aan de formele daaraan te stellen eisen. De opleiding geeft voorlichting aan de instromende studenten en zorgt voor de aansluiting van de opleiding op hun vooropleiding. Vooral ten aanzien van dat laatste punt stelt de opleiding veel in het werk om deze aansluiting te realiseren. Gebleken is dat niet alle studenten ondanks hun vooropleiding over de benodigde kennis beschikken. De opleiding legt extra nadruk op dit aspect en biedt instructie aan in dat verband. Verder heeft het visitatieteam gezien dat het verlenen van vrijstellingen juist gebeurt. Het visitatieteam bepleit wel een ruimere lijst, omdat nu wellicht certificaten en diploma s ontbreken op de lijst, die wel voor tot een vrijstelling zouden kunnen leiden. Het visitatieteam beoordeelt om deze redenen de manier waarop de opleiding met de instroom van studenten omgaat als zijnde voldoende. Pagina 16 van 39

2.6 Duur De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: HBO-bachelor: 240 studiepunten, WO-bachelor: in de regel 180 studiepunten, HBO-master: minimaal 60 studiepunten en WO-master minimaal 60 studiepunten, afhankelijk van de opleiding. Het aantal studiepunten van de opleiding bedraagt 240 EC. De propedeutische fase telt 60 EC, terwijl de hoofdfase een omvang van 180 EC heeft. Aangezien de studenten werkzaam zijn in de relevante beroepspraktijk, is sprake van de werking van het zogenoemde concurrencybeginsel. Op basis van dat beginsel hebben de studenten van de opleiding vaak minder contacturen nodig dan voltijdstudenten. Het aantal contacturen varieert per module en beloopt gemiddeld tussen 25 en 40 lesuren van 60 minuten per module. Het aantal in te zetten contacturen is een kwestie van voortdurende bewaking door de opleiding. Omdat de studenten in verreweg de meeste gevallen een werkplek op het vakgebied van de opleiding hebben, kunnen ze de studietijd bekorten. Ze behoeven dan geen extra tijd aan de stageverplichting te besteden. Het visitatieteam heeft gezien dat aan de eis van de studieduur van 240 EC is voldaan. Als gevolg van het concurrencybeginsel kunnen de studenten in beginsel volstaan met minder contacturen dan studenten die een voltijdstudie volgen. Het visitatieteam beoordeelt om deze redenen de duur van de studie als voldoende. 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het didactisch concept van de opleiding is geënt op het beroepsgerichte deeltijd-contactonderwijs. De opleiding houdt in het didactisch concept rekening met de beroepspraktijk waarin de studenten werkzaam zijn en waar zij kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes opdoen. De docenten leggen in de lessen de relatie met de beroepspraktijk en noemen veel voorbeelden uit de beroepspraktijk om de afstemming met de praktijk van de studenten te verzekeren. Het didactisch concept en de werkvormen en leervormen zijn in sterke mate gericht op het met succes kunnen voldoen aan de examenverplichtingen van de modules. De leervormen en werkvormen in de lessen bestaan voor het ene deel uit de behandeling van de theorie van de betreffende module in termen van kernbegrippen van deze modules en anderzijds uit het behandelen en maken van opgaven. De docenten behandelen deze opgaven op een interactieve wijze, samen met de studenten. Pagina 17 van 39

Het huiswerk is een belangrijke werkvorm binnen de uitwerking van het didactisch concept. De docenten geven het huiswerk op en bespreken de uitwerking daarvan in de daaropvolgende les. De docenten corrigeren de uitwerkingen van de studenten, zodat alle studenten individuele feedback op het door hen gemaakte werk krijgen. De opleiding verzorgt examentrainingen als en werkvorm die specifiek bedoeld is om de studenten goed voorbereid te laten zijn op de examens. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleiding een didactisch concept heeft ontwikkeld en dit didactische concept heeft uitgewerkt in leervormen en werkvormen. Het didactisch concept en de uitwerking daarvan zijn sterk afgestemd op de doelstellingen en de inhoud van de opleiding. Het belang en het strikte toepassen van het huiswerk als werkvorm binnen het didactisch concept is in de ogen van het visitatieteam een sterk punt en draagt bij aan de mate waarin de studenten zich de leerstof eigen kunnen maken. Het visitatieteam beoordeelt om deze redenen de afstemming tussen vormgeving en inhoud van de opleiding als goed. 2.8 Beoordeling en toetsing Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Verreweg de meeste modules van de opleiding worden via extern gelegitimeerde examens getoetst. Dat geldt zowel voor de modules in de propedeuse als voor de modules in de hoofdfase. De propedeutische modules kunnen ook intern worden getoetst in tegenstelling tot de modules van de hoofdfase, die alleen extern worden afgenomen. De extern gelegitimeerde examens van de opleiding worden door onafhankelijke commissies van NGO ENS ontwikkeld. Onder toezicht van de examencommissie stellen de vaststellingscommissies van NGO ENS de opgaven en beoordelingsnormen vast. In de toetsen worden reële praktijkgerichte cases als opgave gebruikt. Twee keer per jaar heeft het dagelijks bestuur van NGO ENS overleg met deze commissies over de kwaliteit van de examens. De examenopgaven van de module Algemene economie zijn ontleend aan een databank met opgaven die op dezelfde wijze zijn gemaakt en op dezelfde wijze zijn vastgesteld. De beoordeling van deze examens, waaraan een fase van proefcorrectie voorafgaat, vindt plaats door correctoren. Elk examenwerk wordt door twee onafhankelijke correctoren nagekeken. Als het oordeel van deze meer dan 1,0 punt afwijkt of zich de 5 en de 6 bevindt, kijkt een derde corrector het werk na. Dit alles gebeurt om de zuiverheid van de correctie te bevorderen. Een externe organisatie, te weten de Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens is belast met het organiseren en het afnemen van de examens. De examencommissie legt na elke examenronde verantwoording af over de examens die zijn geweest. De moeilijkheidsgraad van de leerstof komt goed in de examens tot uitdrukking. Het vermogen van kandidaten tot inzicht te komen en kennis en inzicht toe te passen wordt in de examens tot hun recht. Pagina 18 van 39

De studenten kunnen de propedeutische examens intern bij de opleiding zelf afnemen. De examens voor de practica en afstudeeropdracht worden altijd intern afgelegd. De opleiding heeft criteria voor de beoordeling van de practica opgesteld. Het uitgangspunt van deze toetsing ligt in de eindtermen van de practica. De beoordeling vindt plaats op basis van schriftelijke examens, schriftelijke verslagen en mondelinge presentaties van de studenten. Aan de afstudeeropdracht zijn in de Onderwijs- en examenregeling eisen gesteld over het niveau waarop de kandidaat de complexiteit van vraagstukken, de eigen oordeelsvorming en het zelfstandig opzetten en uitvoeren van een onderzoek dient te beheersen. Deze eisen zijn adequaat. De opleiding heeft aanvullend een handleiding en een beoordelingschema voor de afstudeerscriptie opgesteld. Daarin staat onder meer dat de beoordeling door tenminste één docent en een externe begeleider gebeurt en dat de kandidaat een presentatie over de scriptie houdt. Daarnaast biedt de opleiding een workshop over de afstudeeropdracht aan. De student dient tijdens het proces van het schrijven van de scriptie achtereenvolgens een probleemstelling, een plan van aanpak, één of meer hoofdstukken en het eindconcept in te leveren. De externe begeleider voorziet deze tussenproducten van commentaar. Het cijfer voor de afstudeeropdracht wordt door de docent en de externe begeleider na de afstudeerzitting en de presentatie vastgesteld. De extern gelegitimeerde examens bevinden zich op een goed niveau. Zowel de procedures rond deze examens als de inhoud daarvan zijn van een afdoende kwaliteit. De door de opleiding zelf gemaakte examens zijn adequaat en passend voor wat zij willen toetsen. De in de Onderwijs- en examenregeling gestelde eisen voor de afstudeerscriptie waarborgen het realiseren van de juiste diepgang, complexiteit en mate van oordeelsvorming. De procedure voor de afstudeerscriptie inclusief de mondelinge presentatie is op zich adequaat. De wijze waarop deze procedure wordt uitgevoerd, verdient evenwel in de ogen van het visitatieteam aanscherping. De aanwijzingen voor de studenten zijn niet altijd precies en bruikbaar en ook weten de studenten niet altijd hoe ze de aanwijzingen dienen te interpreteren. Ook de afstemming tussen de eisen die in de Onderwijs- en examenregeling staan en de eisen die in het begeleidingstraject gehanteerd worden, kan in de ogen van het visitatieteam verbeterd worden. De kwaliteit van met name de externe examens en de procedures rond de externe en interne toetsing en beoordeling blijven van een meer dan voldoende niveau. Het visitatieteam beoordeelt om deze redenen de beoordeling en toetsing als goed. Beoordeling van het onderwerp Programma Het visitatieteam heeft gezien dat de modules inhoudelijk en qua niveau voldoende zijn, aansluiten op de actuele ontwikkelingen in het vakgebied en de ontwikkelingen in de beroepspraktijk weerspiegelen. Het visitatieteam heeft gezien dat de eindkwalificaties op een verantwoorde wijze vertaald zijn in het curriculum. Het visitatieteam heeft gezien dat de samenhang van het programma gewaarborgd is, mede door de geconcentreerde aandacht voor de kernvakken en door de afstemming op elkaar van een aantal van deze vakken. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleiding de studeerbaarheid bevordert, zowel in als buiten de klas. Het visitatieteam heeft ook gezien dat de instroom van de studenten aan de vereisten beantwoordt en dat de opleiding correct omgaat met vrijstellingen, zij het dat de vrijstellingen uitgebreid kunnen worden. Aan de eis van de duur van de opleiding van 240 EC is voldaan. Pagina 19 van 39

Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleiding over een didactisch concept, leervormen en werkvormen beschikt, die goed aansluiten op de doelstellingen en de inhoud van de opleiding. De begeleiding en beoordeling van de scriptie dient de opleiding in de ogen van het visitatieteam verbeterd te worden. De externe en interne examens zijn evenwel van een goed niveau. Het visitatieteam beoordeelt op basis van deze oordelen het onderwerp Programma als positief. Pagina 20 van 39

3. Onderwerp: inzet van personeel 3.1 Eisen HBO/WO De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een HBO- of een WOopleiding: HBO: Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. WO: Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door onderzoekers die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het vakgebied. De studenten zijn allen werkzaam in de beroepspraktijk en vragen van hun docenten om de relatie met die praktijk ook in het onderwijs aan te brengen. De docenten moeten zich kunnen inleven in de beroepssituatie van de studenten. De docenten zijn allen afkomstig uit de beroepspraktijk. Zij zijn in staat om de brug te slaan tussen het onderwijs en de beroepspraktijk. Zij zijn ook in staat om de actuele ontwikkelingen op het vakgebied in hun lessen in te brengen. De opleiding beoordeelt de aankomende docenten op hun vermogen om de verbinding tussen de beroepspraktijk en het onderwijs te leggen. Dat houdt in dat de docenten ofwel werkzaam zijn in de praktijk ofwel zoveel contacten daar hebben dat ze die verbinding zonder problemen aan kunnen brengen. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de docenten ervaring hebben in de beroepspraktijk van hun vak en de verbinding tussen het onderwijs en de beroepspraktijk leggen. Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de docenten de relatie tot de beroepspraktijk beschikken. De studenten hebben aangegeven dat de docenten de praktijk in hun lessen inbrengen en ingaan op actuele ontwikkelingen in de praktijk. Omdat de verbinding tussen de opleiding en de praktijk zo sterk is bij deze docenten, beoordeelt het visitatieteam de invulling van de HBO-eisen door de docenten als goed. 3.2 Kwantiteit personeel Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. De opleiding bezit een docentenbestand waarvan docenten in vaste dienst en freelance-docenten deel uitmaken. De opleiding zet de vaste docenten regelmatig in, terwijl de freelance-docenten op een adhoc-basis worden ingezet. Pagina 21 van 39