Studiewijzer 2012-2013



Vergelijkbare documenten
Studiewijzer

Studiewijzer Informatie voor studenten van de opleiding Artiest Dans niveau 4 Leerweg BOL Crebonummer: 90031

Studiewijzer

Studiewijzer

Studiewijzer

Studiewijzer

Studiewijzer

Informatie voor studenten van de opleiding Artiest Theater niveau 4 Leerweg BOL Crebonummer: 90032

Studiewijzer

Studiewijzer

Leidinggevende keuken jarig traject

Studiewijzer

Studiewijzer

Studiewijzer

Onderwijs- en Examenregeling

Onderwijs- en Examenregeling

Studiewijzer

Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling. College voor Toerisme

Studiewijzer

Zelfstandig werkend kok 95420

Studiewijzer

Onderwijs- en examenregeling

Studiewijzer

Studiewijzer Deel 1 - Informatie voor studenten van alle opleidingen

1. Examenplan Artiest Muziek

Examineren & Diplomeren doe je zo

Studiewijzer

Studiewijzer

Leidinggevende keuken jarig traject

Studiewijzer

Studiewijzer

Studiewijzer

Onderwijs- en Examenregeling

Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling. College voor Brood en Banket. Zelfstandig werkend banketbakker

Cultureel Organisator

Studiewijzer

Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling. College voor Toerisme. Informatiemedewerker Niveau 3

Onderwijs- en Examenregeling

Make-up Art/Allround grimeur

Specifiek deel Onderwijs- en examenregeling. College voor Toerisme

Helpende Zorg & Welzijn (speciale doelgroep)

Hoofd Informatie niveau 4. crebo 94071

Leidinggevende bediening 94161

Studiewijzer

Studiewijzer

Onderwijs- en Examenregeling

Onderwijs- en examenregeling (nieuwe KD)

NIVEAU 4 TUIN, PARK & LANDSCHAP. Startjaar: Kwalificatiedossier: Natuur en groene ruimte 4 Versie:

Onderwijs- en Examenregeling

Studiewijzer

Studiewijzer

Opleidingsinformatie ROC TOP cohort 2018

Studiewijzer

Examenplan Danscoördinator Bij kwalificatie Coördinator sportinstructie, training en coaching

Studiewijzer

Leidinggevende bediening 94161

Studiewijzer

Studiewijzer

Studiewijzer

Beveiliger BBL niv. 2

Onderwijs- en Examenregeling

Studiewijzer

Studiewijzer ALLROUND GRIMEUR. niveau 4. Leerweg BOL Crebonummer: MBO College Zuid Europaboulevard PC Amsterdam

Studiewijzer

Studiewijzer

Studiewijzer

Manager Verkoop Reizen

Studiewijzer

Studiewijzer

Studiewijzer

Onderwijs- en Examenregeling

Examenplan opleiding: Mediavormgever. Art & design. Leerweg BOL. Crebocode: 90412

Vakmanschapsroute Opleidingsgids Leerjaar 5. Informatie voor leerlingen van de opleiding Helpende Zorg en Welzijn

Studiewijzer

Studiewijzer Informatie voor studenten van de opleiding Filiaalmanager Sprintopleiding (1-jarig) Niveau 4 Leerweg BOL Crebonummer: 93492

NIVEAU 2 BLOEM & DESIGN. Startjaar: Versie: Crebo-code: 97420

Onderwijs- en Examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en Examenregeling

Studiewijzer

1. Wat is beroepspraktijkvorming

Studiewijzer

Studiewijzer Professioneel voetballer

Manager/ondernemer horeca 90303

Op het Nova College leer je een vak. Bijvoorbeeld verpleegkundige, monteur of kok. Dat kies je zelf, waarschijnlijk samen met je

Studiewijzer

Onderwijs- en Examenregeling

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING

WIJZIGINGSBLAD OER. OER opleiding Kapper Niveau 3

Studiewijzer

Studiewijzer

EXAMENPLAN 2016 Crebocode: 23183, Leerweg: bol / bbl / Maatwerktrajecten

Onderwijs- en Examenregeling

Onderwijs- en Examenregeling

ONDERWIJS- en EXAMENREGELING. ROC MONDRIAAN BRIN nummer: 27GZ

EXAMENPLAN 2016 Crebocode: 23183, Leerweg: bol / bbl / Maatwerktrajecten

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en Examenregeling

Onderwijs- en examenregeling (nieuwe KD)

Studiewijzer

Transcriptie:

Studiewijzer 2012-2013 Informatie voor studenten van de opleiding Artiest DANS Crebonummer: 90031 MBO College Zuid Europaboulevard 13 1079 PC Amsterdam 020-5791800

Inhoudsopgave 1. WELKOM... 3 2. JOUW SCHOOL: HET ROC VAN AMSTERDAM... 4 2.1 Wat vinden wij belangrijk?... 4 2.2 Wat zijn jouw rechten en plichten?... 4 3. HET ONDERWIJSPROGRAMMA... 6 3.1 De opleiding... 6 3.2 Inhoud kwalificatiedossier... 6 3.3 Kerntaken en werkprocessen... 7 3.4 Algemeen deel opleiding... 8 3.5 Verder studeren na je opleiding... 9 3.6 De eerste leerperiode... 9 3.7 Onderwijseenheden... 10 3.8 Aanvullende eisen... 14 3.9 Studievoortgang & Studieadvies... 14 3.10 Leren op school... 15 3.11 Leren in de praktijk... 15 3.12 Leren en je ontwikkeling... 16 3.13 Leren en beoordelen... 16 4. HET EXAMENPROGRAMMA... 18 4.1 De beroepsgerichte examinering... 18 4.2 Nederlands... 20 4.3 Rekenen... 20 4.4 Engels en moderne vreemde talen... 21 4.5 Loopbaan en burgerschap in het mbo... 21 4.6 Diplomering... 22 4.7 Vrijstellingen voor Nederlands en rekenen... 22 4.8 Herkansingen... 22 5. BEGELEIDING, ZORG & EXTRA FACILITEITEN... 23 5.1 Welke begeleiding en zorg kan ik krijgen?... 23 5.2 Ben je op 1 augustus 18 jaar of ouder?... 24 5.3 Ben je op 1 augustus jonger dan 18 jaar?... 24 6. AANWEZIGHEID... 25 6.1 Wanneer moet ik op school aanwezig zijn?... 25 6.2 Wat moet ik doen als ik niet kan komen?... 25 6.3 Wat gebeurt er als ik zonder reden afwezig ben?... 25 7. STUDIEKOSTEN... 26 7.1 Wettelijke kosten... 26 7.2 Schoolkosten... 26 7.3 Specificatie opleidingskosten Dans... 27 8. VERZEKERINGEN... 28 8.1 Ongevallenverzekering... 28 8.2 Aansprakelijkheidsverzekering... 28 8.3 Schoolreisverzekering... 28-1 -

8.4 Verzekering bij BPV in het buitenland... 28 9. INSPRAAK... 29 9.1 Inspraak via het ROC van Amsterdam... 29 9.2 Inspraak van studenten... 29 9.3 Inspraak via JOB... 29 10. VAKANTIEROOSTER 2012-2013... 30 11. PROBLEMEN OF KLACHTEN... 31 11.1 Wat moet ik doen als ik een probleem heb?... 31 11.2 Wat moet ik doen als mijn eigen opleiding het probleem niet kan oplossen?... 31 12. HET EXAMENREGLEMENT... 32 Titel 1: De regeling van de examens... 32 Titel 2: De organisatie van de examens... 34 Titel 3: Bezwaar en beroep... 36 Titel 4: Slotbepalingen... 36 13. MEER WETEN OVER MBO COLLEGE ZUID... 38-2 -

1. Welkom Welkom bij het ROC van Amsterdam en MBO College Zuid. Als je een opleiding gaat doen, heb je veel informatie nodig: Wat moet ik doen als ik ziek ben? Wanneer heb ik vakantie? Hoe ziet mijn studie eruit? Wie begeleidt mij tijdens mijn opleiding? Welke boeken moet ik kopen? In deze Studiewijzer vind je informatie die je nodig hebt voor je studie. Hierin vind je bijvoorbeeld: wat wij belangrijk vinden aan onderwijs hoe je als student kunt meepraten over het ROC wat je moet doen als je een klacht hebt wanneer je vakantie hebt Daarnaast vind je in deze Studiewijzer informatie over de opleiding die je bij ons gaat volgen. Hierin vind je bijvoorbeeld: hoe je opleiding is opgebouwd wanneer je stage loopt welke examens je moet doen en wanneer wat je moet kunnen aan het eind van je opleiding hoeveel geld je opleiding kost welke regels gelden Naast de studiewijzer is er ook een WEGWIJZER voor MBO College Zuid. Daarin vind je alle informatie over lestijden, faciliteiten (printen, wifi etc.), de servicebalie, de kantines, de omgangsregels, de rocva passen, veiligheid etc. De studiewijzer van je opleiding en de wegwijzer van MBO College Zuid vind je ook op www.rocva.nl/zuidwijzer. Informatie over actuele zaken als roosterwijzigingen vind je op de tv schermen bij je eigen afdeling of op blackboard. In de introductieperiode wordt uitgebreid aandacht besteed aan hoe je informatie krijgt over jouw specifieke opleiding. Je docenten en studie loopbaanbegeleiders zullen daar meer over vertellen. Veel succes met je opleiding! MBO College Zuid Art & Entertainment M. Gervers, Opleidingsmanager - 3 -

2. Jouw school: het ROC van Amsterdam We hechten er waarde aan om te vertellen wat wij als ROC belangrijk vinden. We doen je zelfs een paar beloftes waar je ons op mag aanspreken. We spreken uit wat we van jou verwachten en waar je informatie over je rechten en plichten vindt. 2.1 Wat vinden wij belangrijk? Wij vinden het belangrijk dat je goed onderwijs krijgt en dat je een waardevol diploma krijgt. Daarom hebben we vijf belangrijke uitgangspunten voor ons onderwijs opgesteld. Deze uitgangspunten zijn: 1. Je volgt onderwijs dat gericht is op de beroepspraktijk. We leiden je op voor een beroep. Dat is de reden dat we vinden dat het onderwijs daarop afgestemd moet zijn. Daarom ga je bijvoorbeeld tijdens je opleiding meerdere keren op stage en zijn de lessen op school gericht op de beroepspraktijk. Je krijgt les van goede, enthousiaste en vakbekwame docenten 2. Het onderwijs sluit aan bij wat jij nodig hebt. In de eerste weken van je opleiding doen we een aantal testen. Aan de hand van deze testen kijken we waarbij we je kunnen helpen (bijvoorbeeld bij Nederlands en rekenen). Met je studie loopbaanbegeleider of mentor bespreek je je eigen onderwijsprogramma: welke onderwijsonderdelen ga je op welk moment volgen? Tijdens de opleiding bespreek je regelmatig met je loopbaanbegeleider hoe het met jou en je opleiding gaat. We nemen je serieus en luisteren naar je. Als er knelpunten zijn, dan lossen we die samen op. 3. Jouw school is jouw plek. Je volgt een opleiding op jouw school. Je voelt je thuis en je kent je docenten en medestudenten. Er is een goede sfeer. Jouw school is een leuke plek om elkaar te ontmoeten! 4. Jouw school is goed georganiseerd. We geven je structuur en houvast. Op het ROC werken we met een rooster en blokken. Zo weet je precies welke lesonderdelen je wanneer en waar moet volgen. Dat geeft je structuur en houvast. Bovendien krijg je bij ons een vaste loopbaanbegeleider of mentor die jou kan helpen als je problemen hebt. 5. Als je dat wilt en kunt, ga je na de opleiding naar een hoger mbo niveau of naar het hbo. Wanneer je niveau 1 of 2 of 3 volgt kijken we samen met jou, of je na het behalen van je diploma kan doorstromen naar een hoger mbo niveau. Daarbij zorgen wij ervoor dat het hoger mbo niveau goed aansluit. Als je een niveau 4 opleiding volgt, kijken we samen met jou of je door kunt stromen naar het hoger beroepsonderwijs (hbo). Daarom stimuleren we je om goed te kijken welke vervolgopleiding je in het hbo zou kunnen gaan doen. Natuurlijk begeleiden we je in het maken van een goede keuze. 2.2 Wat zijn jouw rechten en plichten? Je rechten en plichten komen in meerdere documenten terug, zoals: Het Studentenstatuut de OOK (onderwijsovereenkomst) en/of de examenovereenkomst de BPV (of stage)-overeenkomst deze Studiewijzer met de onderwijs- en examenregeling de Studiehandleidingen en de BPV-handboeken de algemene omgangsregels en eventuele specifieke schoolregels per opleiding, mbo college of locatie Ze zorgen ervoor dat jij weet waar je recht op hebt en wat je plichten zijn, zodat we goede afspraken met elkaar kunnen maken. - 4 -

We verwachten natuurlijk van je dat je bijdraagt aan een goede sfeer op school. Je neemt met een positieve instelling deel aan je opleiding, je bent op tijd aanwezig in de lessen en je volgt ze allemaal. We verwachten van je dat je op een positieve manier met de docent en je loopbaanbegeleider in gesprek gaat over je opleiding. Het Studentenstatuut In het Studentenstatuut staan de rechten en de plichten van elke mbo-student vastgelegd. Er staat uitgelegd hoe die rechten en plichten vorm krijgen in de school. Voorbeelden daarbij zijn het recht op gelijke behandeling, de bescherming van je privacy en een veilige school. Je vindt het Studentenstatuut op de site van het ROC van Amsterdam (www.rocva.nl onder: Info voor studenten). De onderwijsovereenkomst (OOK) Voordat je begint met je opleiding vragen wij jou met ons een OnderwijsOvereenKomst aan te gaan, een OOK dus. Daarin leggen wij onze afspraken schriftelijk vast. We spreken af wat jouw rechten zijn en wat de rechten van het ROC zijn. Ook spreken we af aan welke plichten jij en het ROC zich moeten houden. Als je nog geen 18 jaar bent, moet jouw ouder of verzorger de overeenkomst ondertekenen. Als alle partijen (jij, eventueel je ouder/verzorger en de school) handtekeningen hebben gezet onder de OOK, kun je op onze school de lessen gaan volgen. - 5 -

3. Het onderwijsprogramma 3.1 De opleiding De opleiding Artiest Dans is een beroepsopleiding. Aan het einde van je opleiding moet je het beroep waar je voor opgeleid wordt kunnen uitoefenen en als goede burger kunnen functioneren in de Nederlandse samenleving. De onderwijsonderdelen die je in je opleiding krijgt zijn hierop gericht. Wat je precies moet kunnen binnen je beroep, is vastgelegd in een kwalificatiedossier. Daarin staan de werksituaties en taken van jouw beroep. Alle scholen in Nederland die deze opleiding aanbieden, moeten zich houden aan de eisen in het kwalificatiedossier. Het onderwijsprogramma wordt dus niet zomaar samengesteld. Het onderwijs moet ervoor zorgen dat je straks voldoet aan alle eisen die aan jou als beginnend beroepsbeoefenaar gesteld worden. Elk beroep heeft zijn eigen kwalificatiedossier en heeft dus zijn eigen eisen. Je kunt het kwalificatiedossier van jouw opleiding vinden op www.kwalificatiesmbo.nl (onderdeel Kwalificatiedossiers). 3.2 Inhoud kwalificatiedossier Het beroep waarvoor je wordt opgeleid De danser is uitvoerend actief in de (commerciële) theaterwereld, bij de TV, commercie en educatie. Hij is werkzaam in dansproducties; variërend van grote tot kleine gezelschappen, in commerciële en gesubsidieerde producties. Ook het verzorgen van eenvoudige workshops behoort tot de mogelijkheden. Typerende beroepshouding De danser moet zijn beroepspraktijk goed kunnen managen, want tijdens de deelname aan of voorbereiding van een productie is het belangrijk dat hij zijn aandacht ook behoudt bij een andere productie (of meerdere producties, voorstellingen, repetities etc.) waar hij gelijktijdig aan deelneemt. Hij gaat goed om met tijdsdruk, kan prioriteiten stellen, houdt overzicht over zijn werkzaamheden, is ordelijk en assertief en behoudt zijn concentratie. Tevens werkt de danser vaak op contractbasis. Dit houdt in dat een vaste aanstelling niet of nauwelijks voorkomt. Hierdoor heeft de danser te maken met weinig zekerheid en veel onvoorziene omstandigheden. Hij zal dus voortdurend alert moeten zijn op kansen die zich voordoen om aan een engagement mee te kunnen doen. Naast vaktechnische en ondernemerskwaliteiten zijn houdingsaspecten doorslaggevend: een danser is gedreven, gedisciplineerd, volhardend, heeft een sterke persoonlijkheid en is in staat om zowel publiek als opdrachtgevers te verleiden en hun aandacht te vangen. De danser streeft altijd naar het leveren van kwalitatief zo hoog mogelijke prestaties. Rol en verantwoordelijkheden In de meeste gevallen moet het werkterrein zelfstandig worden onderhouden en georganiseerd. Dit betekent dat de danser hierin min of meer op zichzelf is aangewezen en dat hij zelf verantwoordelijk is voor al zijn handelen. In enkele gevallen wordt voor bepaalde onderdelen een agent aangetrokken of zijn dansers aangesloten bij een artiestenbureau of impresariaat. Doorgaans zijn dit tijdelijke verbanden, gedurende een productie. Van de danser wordt verwacht dat hij zelfstandig het voorbereidende werk kan instuderen, voor zover de rol binnen de productie dat toelaat. Vooral in kleine en lowbudget producties betreft de voorbereiding meestal ook het (mede) zorgdragen voor passende kleding, grime en hulpmiddelen. De danser heeft een uitvoerende rol als onderdeel van een groter geheel. Hij bereidt in teamverband een productie voor. In de repetitiefase is het opbouwen van een goed contact en het samenwerken met andere betrokkenen (mededansers, technische medewerkers en dergelijke) van groot belang. De danser moet kunnen reflecteren op het geleverde product en zowel kritisch naar zichzelf zijn als naar de groepsprestatie. Op het moment van optreden moet er een groot gevoel van onderling vertrouwen zijn in de dansgroep; de danser is aanspreekbaar op zijn bijdrage aan het geheel. In situaties dat er wat mis gaat moet daar als individu en als groep adequaat op worden gereageerd. De toeschouwer mag niet merken dat er wat mis is gegaan. - 6 -

Complexiteit Kenmerkend is dat het onderhouden en organiseren van het eigen werkterrein naast diverse andere werkzaamheden moet worden uitgevoerd. Voor de danser is het belangrijk hierin prioriteiten te stellen, overzicht te bewaren, ordelijk en assertief te zijn en zijn concentratie te behouden. Het is aan de danser om een juiste inschatting van de aan hem gestelde eisen te maken bij het voorbereiden van de performance. De danser moet zich in kunnen leven, heeft inzicht in de rol en de thematiek en gebruikt specialistische kennis en vaardigheden ten behoeve van zijn performance. Het vele malen herhalen van dezelfde patronen vergt van de danser veel concentratievermogen en discipline. Na elke repetitie kunnen wijzigingen worden aangebracht in het stuk. Dit vergt incasseringsvermogen. Met name in commerciële producties is er weinig voorbereidingstijd en moet onder hoge druk (met minimale aanwijzingen en zonder ruimte voor fouten) worden gepresteerd. Goede techniek alleen is onvoldoende, men moet in staat zijn met het publiek te spelen en daarmee contact op te bouwen. Tijdens het optreden moet de danser zijn taak bijzonder geconcentreerd uitvoeren, daarbij tegelijk ook reageren op collega dansers en soms op het publiek. 3.3 Kerntaken en werkprocessen In het kwalificatiedossier staan voor elk beroep verschillende kerntaken: belangrijke werkzaamheden die centraal staan in dat beroep. Elke kerntaak bestaat uit verschillende onderdelen. Deze onderdelen heten werkprocessen. Om een werkproces en dus een kerntaak uit te voeren heb je kennis, vaardigheden en de juiste houding nodig. In onderstaande tabel staan de kerntaken en werkprocessen van je opleiding. In de laatste kolom van de tabel zie je bij welke uitstroomrichtingen de kerntaken en werkprocessen horen. Uitstroom 1 Onderhoudt en organiseert zijn eigen werkterrein 1.1 1.2 Legt en onderhoudt contacten Verwerft opdrachten Dans Dans 1.3 1.4 1.5 1.6 Voert (financieel) administratieve werkzaamheden uit Werkt mee aan publiciteit en aan promotionele activiteiten Organiseert (kleine) podiumpresentaties Verzorgt workshops Dans Dans Dans Dans 2 Bereidt de voorstelling/ uitvoering voor 3 Zet de voorstelling/ uitvoering neer 2.1 Maakt of een muziekstuk, of een choreografie, of een act 2.2 2.3 2.4 Zet ideeën, concepten en/of scripts om in een voorstelling/concrete producten Repeteert materiaal en eigen inbreng individueel Repeteert in groepsverband 3.1 Bereidt zich voor op de voorstelling/uitvoering van producten 3.2 3.3 Voert de voorstelling of uitvoering uit/levert de producten op Evalueert de voorstelling/producten 3.4 Mixt en regelt geluid af Dans Dans Dans Dans Dans Dans Dans N.v.t. - 7 -

3.4 Algemeen deel opleiding Naast het beroepsgerichte deel van je opleiding, is er een meer algemeen deel van je opleiding. Dit algemene deel moet ervoor zorgen dat je als burger in de Nederlandse samenleving kunt leven. Dit deel heeft de overheid verplicht gesteld voor alle mbo-opleidingen. Loopbaan en burgerschap Bij loopbaanoriëntatie wordt aandacht besteed aan je capaciteiten en motivatie, aan het plannen van je loopbaan, het zoeken van een baan en aan netwerken. Tijdens de opleiding leer je hoe je je op een andere manier kunt ontwikkelen. Je leert bijvoorbeeld om na te denken over wat je wilt bereiken in je opleiding of je beroep en hoe je dit kunt bereiken. Daarnaast is het belangrijk dat je leert hoe je actief deel uit kunt maken van de Nederlandse samenleving. Daarbij kun je onder andere denken aan het maken van politieke keuzes, op tijd op je werk komen en als kritische consument kunnen functioneren. Dat alles leer je bij het onderdeel "Loopbaan en Burgerschap" (L&B). Om je diploma te kunnen behalen, moet je niet alleen voldoen aan de eisen uit het kwalificatiedossier. Je moet ook voldoen aan de eisen voor L&B. Sport en beweging Wij vinden het belangrijk dat je leert hoe je gezond kunt leven. Bewegen maakt daar een belangrijk onderdeel van uit. Alle BOL-opleidingen hebben sport- en bewegingsonderdelen opgenomen in hun onderwijsprogramma. Ondernemerschap De artiestenopleidingen besteden veel aandacht aan ondernemerschap, omdat het werkveld hier waarde aan hecht. In je opleiding neem je deel aan een inleiding in ondernemersvaardigheden. Je leert hier onder andere hoe je jezelf als zelfstandige zonder personeel (zzp) in de markt zet. Internationalisering In de artiestenwereld is een internationaal netwerk van betekenis. Je krijgt de kans om je internationaal verder te ontwikkelen binnen de beroepscontext. Zo zijn er buitenlandse stages en excursies. Nederlands en rekenen Nederlands en rekenen zijn belangrijke vakken. Wanneer je de Nederlandse taal beheerst en kunt rekenen helpt je dat om de opleiding goed te volgen. Je moet in je opleiding namelijk vaak veel lezen, luisteren, presentaties geven, werkstukken schrijven en overleggen. Ook moet je tijdens je opleiding vaak rekenen. Later in je beroep heb je Nederlands en rekenvaardigheid nodig om goed te kunnen functioneren. En als je naar een vervolgopleiding wilt, bijvoorbeeld op het hbo, dan is het belangrijk dat je Nederlands en rekenvaardigheid op niveau zijn. En ten slotte: als burger in de Nederlandse samenleving moet je Nederlands goed genoeg zijn om bijvoorbeeld te kunnen communiceren met de gemeente of het ziekenhuis. Dat geldt natuurlijk ook voor rekenen. In ons onderwijs werken we er aan dat je aan het eind van de opleiding het vereiste niveau van taal en rekenen haalt. En als je niet zo goed bent in taal en rekenen, geven wij je extra ondersteuning. Moderne Vreemde Talen Behalve Nederlands is voor jouw beroep misschien een andere taal belangrijk, bijvoorbeeld Engels, Duits of Spaans. In dat geval krijg je les in één of meer van deze moderne vreemde talen. - 8 -

3.5 Verder studeren na je opleiding Het is zeer belangrijk dat je als dansers in een vroeg stadium al gaat nadenken over je verdere loopbaan. De meeste gaan na verloop van tijd lesgeven, als freelance docent. Soms start men een eigen dansschool. Een deel van de dansers zoekt buiten de sector werk, bijvoorbeeld als sportmasseur. Na de opleiding die je nu volgt, kun je doorstromen naar de volgende vervolgopleidingen op het hbo: Kleinkunst Academie Dansopleiding op hbo-niveau Docentenopleiding Er is geen sprake van een automatisch doorstroomrecht; de hbo-kunstvakinstellingen hebben beperkte capaciteit en zullen studenten selecteren op basis van een intake en auditie. Op basis van regionale samenwerking tussen mbo- en hbo-kunstopleidingen is het mogelijk dat nadere afspraken gaan ontstaan over de doorstroming mbo-hbo. 3.6 De eerste leerperiode Startprofiel Aan het begin van je opleiding stel je een startprofiel op. In het startprofiel staat wat jouw persoonlijke kwaliteiten zijn. Ook staat erin wat je in de toekomst wilt bereiken en welke competenties je al hebt. Je startprofiel vergelijk je vervolgens met het profiel van je opleiding en beroep. Hoe je het startprofiel opstelt, bespreek je met je loopbaanbegeleider. Met hem of haar bespreek je de uitkomsten van je startprofiel. Het kan zijn dat je startprofiel niet bij de opleiding past. Samen met je begeleider maak je een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP). Meer informatie hierover vind je in 3.13 van de Studiewijzer. In het startprofiel komen dus samengevat de volgende onderdelen aan bod: Wie ben ik? je persoonlijke kwaliteiten Wat wil ik? je loopbaanwensen en ambities Wat kan ik? de competenties die je al hebt Nulmetingen Als je start met je opleiding, moet jouw beginniveau van Nederlands, Engels en rekenen gelijk zijn aan het vereiste eindniveau van het vmbo. Je krijgt een test voor Nederlands en rekenen om te bepalen of je op het juiste niveau zit. Op basis van de resultaten proberen we jou een passend programma aan te bieden. Je krijgt een test voor Engels of een andere moderne vreemde taal als je deze taal voor je beroep nodig hebt. - 9 -

3.7 Onderwijseenheden De gehele opleiding bestaat uit een aantal onderwijseenheden en de stage die in het mbo beroepspraktijkvorming (BPV) heet. In de onderstaande tabellen zie je uit welke onderwijseenheden en BPV-periodes ieder studiejaar globaal bestaat. Deze begeleidingstabel (lessentabel) voor de gehele studieduur wordt aan het begin van ieder leerjaar bijgesteld. Je krijgt een gedetailleerde begeleidingstabel van je loopbaanbegeleider waarin de geplande uren voor ieder vak of onderdeel zijn weergegeven. Per onderwijseenheid en BPV-periode is aangegeven welke kerntaken en werkprocessen aan bod komen. Leerjaar 1 Onderwijseenheden: Nulmetingen Algemene vaardigheden: Nederlands, Engels, Rekenen, Burgerschap, Blessure preventie, Dans en Maatschappij, Leren en Loopbaan in het MBO Beroepsvaardigheden: Klassiek, Modern, Jazz, HipHop, Conditie, Street-Jazz, Tap, Workshop, Afrikaans, Choreoatelier. leerperiode 1 2 3 4 X X X X X X X X X Beroepspraktijkvorming: Meespelen in externe producties X X Eigenwerk opdracht: Dance Battle Cultuureducatie voorstelling: Kunstschooldag/African Urban BPV: 270 uur/ jaar X X X X X X X X 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 C E G H I J K L N O Q R T W X 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 C E G H I J K L N O Q R T W X 2 en 3 2.3 2.4, 3.1 3.2 3.3 K Q E K S T L I U P 1, 2 en 3 1.4, 2.1 2.2 2.3 2.4, 3.2 3.3 E L O S K T Q H U 1, 2 en 3 1.4, 2.1 2.2 2.3 2.4, 3.2 3.3 E L O S K T Q H U Opleidingsjaar Contacturen BPV uren Totaal school 1 710 270 980-10 -

Leerjaar 2 Onderwijseenheden: Algemene vaardigheden: Nederlands, Engels, Rekenen, Burgerschap, Blessure preventie, Leren en Loopbaan in het MBO Beroepsvaardigheden: Klassiek, Modern, Jazz, HipHop, Conditie, Street-Jazz, Tap, Workshop, Afrikaans, Choreoatelier. leerperiode 5 6 7 8 X X X X X X X X Beroepspraktijkvorming: Meespelen in externe producties X X Organisatieopdrachten: Battle 1e jaars, kerstfeest Dansopleiding en productie Eigen werk voorstelling Eigenwerk voorstelling Cultuureducatie voorstelling: Kunstschooldag/African Urban X X X X X BPV: 270/ jaar X X X X X X 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 C E G H I J K L N O Q R T W X 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 C E G H I J K L N O Q R T W X 2 en 3 2.3 2.4, 3.1 3.2 3.3 K Q E K S T L I U P 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 C E G H I J K L N O Q R T W X 1, 2 en 3 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6, 2.1 2.2 2.3, 3.1 3.2 3.3 H K N W X J Y T E L O Q R S I L U P 1,2 en 3 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6, 2.1 2.2 2.3, 3.1 3.2 3.3 H K N W X J Y T E L O Q R S I L U P Opleidingsjaar Contacturen BPV uren Totaal school 2 710 270 980-11 -

Leerjaar 3 Onderwijseenheden: Algemene vaardigheden: Nederlands, Engels, Rekenen, Ondernemerschap, Didactiek, Burgerschap, Leren en Loopbaan in het MBO Beroepsvaardigheden: Klassiek, Modern, Jazz, HipHop, Conditie, Street-Jazz, Street-Jazz, Tap, Workshop, Afrikaans, Choreo-atelier Beroepspraktijkvorming: Meespelen in externe producties/ buitenland stages: Clogs/Topperavond, zelfstandig gezochte stage bij een dansgezelschap in binnen- of buitenland. leerperiode 9 10 11 12 X X X X X X X X X X X 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 C E G H I J K L N O Q R T W X 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 C E G H I J K L N O Q R T W X 2 en 3 2.3 2.4, 3.1 3.2 3.3 K Q E K S T L I U P Organisatieopdrachten: Productie eigen werkvoorstelling X X Eigenwerk voorstelling Cultuureducatie voorstelling: Kunstschooldag/African Urban X X X X X X X X BPV: 320/ jaar X X X X 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 C E G H I J K L N O Q R T W X 1, 2 en 3 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6, 2.1 2.2 2.3, 3.1 3.2 3.3 H K N W X J Y T E L O Q R S I L U P 1,2 en 3 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6, 2.1 2.2 2.3, 3.1 3.2 3.3 H K N W X J Y T E L O Q R S I L U P Opleidingsjaar Contacturen BPV uren Totaal school 3 660 320 980-12 -

Leerjaar 4 Onderwijseenheden: leerperiode 13 14 15 16 Algemene vaardigheden: Nederlands, Engels, Burgerschap, Leren en Loopbaan in het MBO X X X X Beroepsvaardigheden: Klassiek, Modern, Jazz, HipHop, Conditie, Street-Jazz, Tap, Workshop, Afrikaans, Choreoatelier. Beroepspraktijkvorming Meespelen in externe producties/ buitenland stages: zelfstandig gezochte stage bij een dansgezelschap in binnen- of buitenland. X X X X X X X X Eigen werk voorstelling: Tournee Stichting Jam X X X Cultuureducatie voorstelling: Kunstschooldag/African Urban X X Afstudeerproeve van Bekwaamheid: Eigen podium presentatie: Mini-productie in klein Carré Persoonsprofiel / Eindgesprek X X X BPV: 540/ jaar X X X X X 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 C E G H I J K L N O Q R T W X 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 C E G H I J K L N O Q R T W X 2 en 3 2.3 2.4, 3.1 3.2 3.3 K Q E K S T L I U P 2 en 3 2.3 2.4, 3.1 3.2 3.3 K Q E K S T L I U P 1 en 3 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6, 2.1 2.2 2.3, 3.1 3.2 3.3 H K N W X J Y T E L O Q R S I L U P 1, 2 en 3 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5, 2.1 2.2 2.3, 3.1 3.2 3.3 G H K N T W X J E L Q R O S U P 1 en 3 1.1, 1.2, 3.3 G H N W X J P Opleidingsjaar Contacturen school BPV uren Totaal 4 420 540 960-13 -

3.8 Aanvullende eisen Soms stelt de wet eisen aan de uitoefening van je beroep. Als dat voor jouw beroep ook geldt, dan worden ze hier genoemd: Eisen vanuit de opleiding Verplichte Danskleding - Klassiek Ballet: Dames: Zwart Balletpak, zwarte panty, zwarte of roze balletschoenen. In het vierde jaar eventueel spitzen, dit wordt door de docent bepaald. Heren: Zwarte legging of zwarte korte broek tot boven de knie, wit hemd, zwarte balletschoenen. - Moderne dans + Jazzdans: Zwarte strakke danskleding, jazzpants, jazzschoenen, blote voeten of sokken. Het schoeisel wordt door de docent per les bepaald. - Hiphop, Conditietraining en Streetjazz: Zwarte danskleding, zwarte dance-sneakers. - Tapdans: Zwarte danskleding, tapschoenen. Het is voor dansstudenten niet toegestaan om in kleding met felle kleuren, of met de verkeerde dansschoenen, deel te nemen aan de lessen. Voor de eigen veiligheid dienen sieraden, horloges en piercings afgedaan te worden tijdens de lessen. Dames dragen het haar in een staart of knot. Beschikbaarheid avonden en weekenden In verband met repetities en voorstellingen is het belangrijk dat je beschikbaar bent om af en toe in de avonduren en weekenden te repeteren en op te treden. Wettelijke eisen Reiskosten Reiskosten in het kader van de beroepspraktijkvorming (stage) zijn voor rekening van de deelnemer. Verklaring Omtrent het Gedrag Een werkgever kan bij indiensttreding om een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) vragen. Dit kan hij doen als je werkt met vertrouwelijke gegevens of kwetsbare personen. Ook studenten die stage lopen bij het bedrijf kunnen om zo n verklaring gevraagd worden. Je stagebegeleider informeert je of een VOG vereist is. 3.9 Studievoortgang & Studieadvies Je ontvangt minimaal tweemaal per jaar een overzicht van de voortgang van je studie. Er zijn tussentijds momenten bepaald waarop je aan een profiel moet voldoen om met je opleiding door te kunnen gaan. Dit zijn ijkmomenten. Voldoe je op dat ijkmoment niet aan het profiel dan zul je eerst je achterstand moeten wegwerken. Het kan zijn dat je door omstandigheden zo veel vertraging hebt opgelopen dat je langer over de opleiding gaat doen. Het kan ook voorkomen dat je in aanmerking komt om de opleiding versneld te doorlopen. Je loopbaanbegeleider bespreekt deze situaties met jou (en als je minderjarig bent met je ouders/verzorgers). Met je loopbaanbegeleider maak je er afspraken over en die worden schriftelijk vastgelegd. Als je het niet eens bent met de loopbaanbegeleider over de vaststelling van je vorderingen op het ijkmoment dan kun je bezwaar maken bij de opleidingsmanager. De opleidingsmanager onderzoekt jouw bezwaar en neemt een besluit. Je kunt tegen dit besluit in beroep gaan bij de interne klachtencommissie van het ROCvA. Voor alle dansstudenten geldt de regel dat elk theorievak met een voldoende afgesloten dient te worden om over te kunnen gaan het volgende leerjaar. De danstechnische vakken en de BPV dienen ook met een voldoende beoordeeld te zijn. Deelname aan een buitenland stage kan alleen na een als voldoende beoordeelde auditie. - 14 -

3.10 Leren op school Aantal uren Het aantal uren onderwijs dat je per studiejaar krijgt, is afhankelijk van de leerweg die je volgt. Het middelbaar onderwijs beroepsonderwijs kent drie leerwegen: Beroepsopleidende leerweg (BOL) Beroepsbegeleidende leerweg (BBL) Deeltijd BOL Per leerweg zijn er wettelijke eisen, die staan in het schema hieronder Met studiebelastingsuren bedoelen we het totaal aantal uren dat je bezig bent met je opleiding (op school, in de praktijk, thuis). BPV uren zijn de uren waarbij je stage loopt. Onder begeleide onderwijsactiviteiten vallen bijvoorbeeld ingeroosterde lessen, toetsuren en de beroepspraktijkvorming. Dit zijn de uren die je onder begeleiding van een docent, instructeur of praktijkopleider doorbrengt. Studiebelastingsuren (= totaal aantal uren) per jaar BPV-uren over de opleidingsduur Begeleide uren per jaar BOL BBL Deeltijd BOL 1600 uren 1600 uren Minder dan 1600 uren 20-60% 60% of meer 20-60% Minimaal 850 uren Minimaal 300 uren Minimaal 300 uren Verdeling van de uren over het studiejaar Ieder studiejaar is verdeeld in vier periodes van ongeveer tien weken. In een leerperiode heb je minimaal 220 contacturen. Dat zijn uren die je onder begeleiding doorbrengt op school en/of op een leerwerkplek. Er zijn in elk geval twee momenten per studiejaar (namelijk augustus en februari) waarop je met een opleiding kunt beginnen. Op die momenten kun je overstappen naar een andere opleiding. Door die twee momenten per jaar hoef je niet een heel jaar te wachten als je van opleiding wilt wisselen. 3.11 Leren in de praktijk Om een beroep goed te leren moet je natuurlijk in de praktijk aan de slag. Een belangrijk deel van je opleiding breng je door bij een gezelschap, bedrijf of instelling. Het gezelschap, bedrijf of de organisatie maakt met de school afspraken over wat jij in de praktijk gaat leren en hoe jij daarbij wordt begeleid. De school en het gezelschap, bedrijf of de instelling zorgen er samen voor dat wat je op school en in de praktijk leert op elkaar is afgestemd. Het kan zijn dat jij in het eerste leerjaar alleen een korte stage hebt die meer als kennismaking met het beroep bedoeld is. Beroepspraktijkvorming (BPV) Tijdens je opleiding ga je op allerlei manieren in de praktijk leren. Tijdens de BPV (of stage) word je volledig in het bedrijf of de instelling ingewerkt. Hier doe je praktische ervaring op. Het ROC begeleidt je naar een BPV-plek en ondersteunt je tijdens het traject. Bij de meeste opleidingen gebruik je tijdens de BPV een BPV-boek waarin opdrachten staan die je op je BPV-plek uit moet voeren. De beroepspraktijk is niet alleen een heel goede plaats om te leren, maar is een heel geschikte plaats om je prestaties te beoordelen. Daarom bespreken we regelmatig jouw ervaringen en voortgang. Praktijkovereenkomst (POK) Wij vinden het belangrijk dat we, voordat je begint met je BPV, goede afspraken maken. Die afspraken gaan ten eerste over wat je gaat leren in de praktijk. Ten tweede maken we afspraken over hoe je begeleid en beoordeeld wordt, en door wie. Voor elke nieuwe BPV-periode leggen we, zoals de wet - 15 -

voorschrijft, een aantal officiële afspraken vast in een Praktijkovereenkomst, een POK. Als je hem hebt gelezen en als je het eens bent met de inhoud, dan onderteken je de overeenkomst. Het bedrijf of de instelling waar je de BPV doet en de school ondertekenen deze overeenkomst. Pas als je POK goed is ingevuld en ondertekend is, is de BPV geldig en kun je aan je BPV beginnen. 3.12 Leren en je ontwikkeling Beroepen veranderen, nieuwe beroepen ontstaan en andere verdwijnen. De arbeidsmarkt vraagt dus steeds andere vaardigheden van beroepsbeoefenaars. Wij passen ons onderwijs daar op aan. Maar wij kijken naar wat onze studenten kunnen en willen. Het beroep is dus altijd in ontwikkeling en jij ook. In ons onderwijs ondersteunen we daarom jouw leerontwikkeling. Je loopbaanbegeleider heeft hierin een belangrijke rol. Loopbaanbegeleiding Jouw loopbaan is het uitgangspunt bij het onderwijs. Jij hebt als student een eigen verantwoordelijkheid voor jouw leertraject. Om je daarbij te helpen heb je een loopbaanbegeleider met wie je een aantal keer per studiejaar een gesprek hebt. De loopbaanbegeleider volgt je van het begin tot einde van je opleiding. De begeleider gaat met je na met welke achtergrond je je opleiding start. Hij/zij maakt samen met jou een Persoonlijk OntwikkelPlan en een Persoonlijk ActiviteitenPlan. Hierin staat bijvoorbeeld aan welke competenties je wilt werken en wat voor leeronderdelen je daarvoor gaat doen. Jouw loopbaanbegeleider volgt jouw resultaten in een leerlingvolgsysteem en met behulp van je portfolio. Op al deze manieren houdt de loopbaanbegeleider zicht op hoe jij ervoor staat. Over het Persoonlijk ontwikkelplan kun je hieronder meer lezen. Persoonlijk OntwikkelPlan (POP) Samen met je loopbaanbegeleider maak je aan het begin van je opleiding een Persoonlijk OntwikkelPlan (POP). In je Persoonlijk OntwikkelPlan komen de volgende onderwerpen te staan: wat je leerdoelen zijn voor de beroepsvaardigheden wat je in je persoonlijke ontwikkeling wil bereiken welke planning van (leer)activiteiten je hebt voor de komende periode welke adviezen de school en praktijkbegeleider voor je hebben (bijvoorbeeld of je door moet gaan met de opleiding of BPV) en welke afspraken er met je gemaakt zijn. 3.13 Leren en beoordelen Tijdens de opleiding is het belangrijk dat je weet hoe jij ervoor staat. Voor je docenten en begeleiders is het belangrijk dat ze weten hoe je vooruit gaat in je opleiding. Daarom worden jouw resultaten bijgehouden in ons leerlingvolgsysteem. In het leerlingvolgsysteem kunnen we precies zien welke onderdelen jij met succes hebt afgerond en welke niet. Die resultaten zijn belangrijk voor de gesprekken met je loopbaanbegeleider. In die gesprekken bespreken jullie immers samen hoe het gaat en hoe je verder gaat met je opleiding. Op vaste momenten in je opleiding wordt bepaald of je verder mág met je opleiding. Om dat te kunnen vaststellen, is het natuurlijk belangrijk dat je goed beoordeeld wordt. Dat doen we op twee manieren. Ontwikkelingsgericht beoordelen Als we ontwikkelingsgericht (of formatief) beoordelen, willen we vooral inzicht krijgen in hoe jij je ontwikkelt. Het gaat er dan niet om dat je een bepaald niveau haalt, maar dat je te horen krijgt wat je al beheerst en waar je je verder in moet ontwikkelen. Met die informatie kun jij dan verder aan de slag. Zo n beoordeling, bijvoorbeeld een toets, telt dus niet mee voor het behalen van je diploma of voor een certificaat. Kwalificerend beoordelen Als de uitslag van een beoordeling wel meetelt voor een diploma of certificaat, noemen we dat kwalificerend (of summatief) beoordelen. We beoordelen dan om te beslissen of je aan de eisen van examenonderdelen voldoet. - 16 -

Als we op deze manier beoordelen, dan moet dat officieel, volgens de regels en met goede examens gebeuren. De Inspectie van het Onderwijs bewaakt de kwaliteit van de examens. Examenreglement De regels voor het afnemen van examens staan in het examenreglement van het ROC. In dit examenreglement vind je bijvoorbeeld wat je moet doen als je het niet eens bent met de uitslag van het examen. Iedere opleiding heeft regels voor het onderwijs en de examens. Iedere opleiding moet precies beschrijven hoe je de opleiding eruit ziet en met welke toetsen en examens je te maken krijgt. Niet alleen de examens op school bepalen trouwens of je een diploma krijgt. De beoordeling van je BPV is een belangrijk onderdeel van de examinering. Als je alle examens van de opleiding met voldoende resultaat hebt afgesloten, ontvang je een diploma met daarbij een lijst van je resultaten. Extraneus of examendeelnemer Als je alleen een examen of een examenonderdeel wilt doen, kun jij je inschrijven als extraneus of examendeelnemer. Je volgt dan geen onderwijs en je hebt geen recht op loopbaanbegeleiding. - 17 -

4. Het Examenprogramma Het examen van de opleiding bestaat uit de volgende onderdelen: Het beroepsgerichte deel Nederlands Rekenen Engels (MBO 4) Loopbaan en burgerschap in het mbo Voordat je aan je examens begint, krijg je de richtlijnen rond examinering. In deze richtlijnen staat wat je rechten en plichten zijn bij het maken van examens. 4.1 De beroepsgerichte examinering Dit examen betreft de beoordeling van je beroepscompetenties. De beoordeling van de beroepscompetenties omvat een of meer Proeve van Bekwaamheid gebaseerd op de volgende kerntaken en competenties. Danstechniek: als de student zijn danstechnische vaardigheden minimaal op niveau 2.2 heeft behaald en van tenminste twee dansdisciplines niveau 3.1 heeft behaald is het toegestaan om een Door de Poort gesprek aan te vragen. Toelating tot het examen Dans is alleen mogelijk na een als voldoende beoordeeld Door de Poort gesprek. Dit gesprek dient schriftelijk aangevraagd te worden bij de artistiek leider met een, in goed Nederlands opgestelde, motivatiebrief. In onderstaande tabel zie je in welke beroepsgerichte examenonderdelen geëxamineerd wordt. In de tabel kun je lezen in welke vorm het examen wordt afgenomen, waar en op welk moment van de opleiding. Beoordeling op driepuntschaal Het eindoordeel van de kerntaak wordt uitgedrukt in een driepuntschaal: goed, voldoende of onvoldoende 1 Korte omschrijving Onderhoudt en organiseert zijn eigen werkterrein Examentoets of -onderdeel Persoonprofiel Betreft werkprocessen 1.1, 1.2, 1.3 Examenvorm Proeve; Schriftelijke bewijzen en presentatiegesprek Op school Periode van afname Leerperiode 16 Examentoets of -onderdeel Eigen podiumpresentatie: Productie en promotie Betreft werkprocessen 1.4, 1.5 Examenvorm Proeve In de bpv Periode van afname Leerperiode 16 Examentoets of -onderdeel Workshop Betreft werkprocessen 1.6 Examenvorm Proeve In de bpv Periode van afname Leerperiode 16 Eindwaardering kerntaak 1 Per toets 80 % van de beoordelingscriteria voldoende = Voldoende Per toets 90 % van de beoordelingscriteria voldoende = Goed Alle toetsen moeten minimaal voldoende zijn Alle toetsen Goed = eindbeoordeling Goed Eén of meerdere toetsen Voldoende = eindbeoordeling Voldoende - 18 -

2: Korte omschrijving Bereidt de voorstelling/ uitvoering voor Examentoets of -onderdeel Meespelen in een productie: Repeteren Betreft werkprocessen 2.1, 2.2, 2.3, 2.4 Examenvorm Proeve In de bpv Periode van afname Leerperiode 16 Eindwaardering kerntaak 2 Per toets 80 % van de beoordelingscriteria voldoende = Voldoende Per toets 90 % van de beoordelingscriteria voldoende = Goed De toets moet minimaal voldoende zijn Toets Goed = eindbeoordeling Goed Toets Voldoende = eindbeoordeling Voldoende 3: Korte omschrijving Zet de voorstelling/ uitvoering neer Examentoets of -onderdeel Meespelen in een productie: Uitvoeren Betreft werkprocessen 3.1, 3.2, 3.3 Examenvorm Proeve In de bpv Periode van afname Leerperiode 16 Eindwaardering kerntaak 3 Per toets 80 % van de beoordelingscriteria voldoende = Voldoende Per toets 90 % van de beoordelingscriteria voldoende = Goed De toets moet minimaal voldoende zijn Toets Goed = eindbeoordeling Goed Toets Voldoende = eindbeoordeling Voldoende Beroepsgericht Moderne vreemde talen naar keuze / Engels Het vereiste niveau voor het beroepsgerichte Engels ligt op de taalvaardigheden Luisteren, Gesprekken voeren, Spreken en Schrijven hoger dan het generieke niveau Engels voor een mbo 4 opleiding. De beoordelingen bij Engels bij onderstaande examenonderdelen uit de tabel worden uitgedrukt in cijfers. Examentoets of -onderdeel Examenvormen Periode van afname Leerperiode 11 Eindwaardering beroepsgericht Engels Luisteren B2 Lezen B1 Gesprekken B1 Spreken B1 Schrijven B1 Praktisch, mondeling, schriftelijk Op school Deze examentoets(en) zijn onderdeel van de beroepsgerichte examinering. Ze worden echter niet binnen de PvB afgenomen, maar als aparte toetsen aangeboden. Voor drie van de vijf toets(en) moet het gevraagde niveau bewezen worden. - 19 -

4.2 Nederlands Nederlands Alle Mbo-deelnemers moeten examen Nederlands doen. Voor niveau 1, 2 of 3 is dat op niveau 2F, voor niveau 4 is dat op niveau 3F. Tijdens je opleiding wordt uitgelegd wat dit niveau inhoudt. Cijferbeoordeling De beoordelingen bij Nederlands bij onderstaande examenonderdelen worden uitgedrukt in cijfers. Nederlands Examentoets of -onderdeel Examenvorm Periode van afname Examentoets of -onderdeel Examenvorm Periode van afname Examentoets of -onderdeel Examenvorm Periode van afname Examentoets of -onderdeel Examenvorm Periode van afname Examentoets of -onderdeel Examenvorm Periode van afname Eindwaardering Nederlands Korte omschrijving Luisteren 3F Centrale examens - digitaal School Gedurende de 2 e helft van de opleiding Lezen 3F Centrale examens - digitaal School Gedurende de 2 e helft van de opleiding Schrijven 3F Schoolexamen - schriftelijk School Gedurende de 2 e helft van de opleiding Spreken 3F Schoolexamen - mondeling School Gedurende de 2 e helft van de opleiding Gesprekken 3F Schoolexamen - mondeling School Gedurende de 2 e helft van de opleiding Cijfer centraal examen is het gemiddelde van de cijfers voor Luisteren en Lezen. Cijfer schoolexamen is het gemiddelde van de cijfers voor Schrijven, Spreken en Gesprekken. Eindcijfer (een heel cijfer) voor Nederlands is het gemiddelde van het cijfer voor het centraal examen en het cijfer voor het schoolexamen. 4.3 Rekenen Alle Mbo-deelnemers moeten examen Rekenen doen. Voor niveau 1, 2 of 3 is dat op niveau 2F, voor niveau 4 is dat op niveau 3F. Tijdens je opleiding wordt uitgelegd wat dit niveau inhoudt. Voor niveau 1, 2, 3 is dat op niveau 2F. Voor niveau 4 is dat op niveau 3F. Cijferbeoordeling De beoordelingen bij rekenen worden uitgedrukt in cijfers. Rekenen Examentoets of -onderdeel Examenvorm Periode van afname Korte omschrijving Rekenen 3F Schoolexamen - digitaal (vanaf 2013/14 Centraal examen) School Gedurende de 2 e helft van de opleiding - 20 -

4.4 Engels en moderne vreemde talen Alle deelnemers van een MBO niveau 4-opleiding moeten examen Engels doen. Bij de opleiding Artiest zijn de beroepsgerichte eisen hoger dan de generieke eisen. Daarom is examinering Engels uitgewerkt bij paragraaf 4.1. 4.5 Loopbaan en burgerschap in het mbo Als student moet je minimaal voldoen aan de inspanningsverplichting die de opleiding hiervoor heeft gesteld. Bij de artiestenopleidingen volg je tijdens je studie 4 projecten Burgerschap in breekweken, waarvoor je certificaten behaalt. Dit onderdeel wordt niet geëxamineerd. Op de resultatenlijst bij je diploma is het resultaat voor dit vak wel opgenomen. De eindwaardering voor Loopbaan & burgerschap is voldaan of niet voldaan. Loopbaan & burgerschap Burgerschap: Onderdeel 1.1 Beoordelingsvorm Periode van afname Onderdeel 1. 2 Beoordelingsvorm Periode van afname Onderdeel 1.3 Beoordelingsvorm Periode van afname Onderdeel 1.4 Beoordelingsvorm Periode van afname Loopbaan: Onderdeel 2.1 Beoordelingsvorm Periode van afname Onderdeel 2.2 Beoordelingsvorm Periode van afname Onderdeel 2.3 Beoordelingsvorm Periode van afname Onderdeel 2.4 Beoordelingsvorm Periode van afname Onderdeel 2.5 Beoordelingsvorm Periode van afname Eindwaardering L&B Korte omschrijving Project Politiek en Juridische zaken Certificaat voor aanwezigheid en pro-actieve deelname Op school en op locatie In breekweken gedurende de gehele studieloopbaan Project Geld en Duurzaamheid Certificaat voor aanwezigheid en pro-actieve deelname Op school en op locatie In breekweken gedurende de gehele studieloopbaan Project Respect Certificaat voor aanwezigheid en pro-actieve deelname Op school en op locatie In breekweken gedurende de gehele studieloopbaan Project Vitaal Burgerschap Certificaat voor aanwezigheid en pro-actieve deelname Op school en op locatie In breekweken gedurende de gehele studieloopbaan Korte omschrijving Capaciteiten reflectie (opdrachten Studieloopbaanboek) Voortgangsgesprek met loopbaanbegeleider Op school of in de stage Gedurende de gehele opleiding Motieven reflectie (opdrachten Studieloopbaanboek) Voortgangsgesprek met loopbaanbegeleider Op school of in de stage Gedurende de gehele opleiding Werk exploratie (opdrachten Studieloopbaanboek) Voortgangsgesprek met loopbaanbegeleider Op school of in de stage Gedurende de gehele opleiding Loopbaansturing (opdrachten Studieloopbaanboek) Voortgangsgesprek met loopbaanbegeleider Op school of in de stage Gedurende de gehele opleiding Loopbaansturing (opdrachten Studieloopbaanboek) Voortgangsgesprek met loopbaanbegeleider Op school of in de stage Gedurende de gehele opleiding Loopbaanontwikkeling, studie- en beroepshouding tellen zwaar mee voor de overgang. Voor Burgerschap dienen alle vier de certificaten behaald te zijn voor de diplomering. - 21 -

4.6 Diplomering Diplomering in 2015/2016 Je bent geslaagd voor je opleiding als voldaan is aan de volgende eisen: 1. Elke kerntaak als eindbeoordeling minimaal een voldoende heeft. 2. Je maximaal één onvoldoende hebt als eindcijfer voor de onderdelen Nederlands, rekenen en Engels; de onvoldoende moet ten minste een 5 zijn. 3. Voldaan is aan de inspanningsverplichting voor loopbaan & burgerschap Daarnaast moet zijn voldaan aan de eisen die de school stelt ten aanzien van de BPV. Bij studievertraging kunnen andere slaagregels gelden! Informatie is te verkrijgen bij de examencommissie 4.7 Vrijstellingen voor Nederlands en rekenen Studenten die de examenonderdelen Nederlands en/of rekenen binnen het mbo hebben behaald, kunnen voor die examenonderdelen vrijstelling krijgen als zij binnen twee studiejaren opnieuw een mbo-opleiding afronden van hetzelfde of van een hoger mbo-niveau. Zij moeten aantonen dat zij het betreffende examenonderdeel reeds hebben afgelegd en daarvoor ten minste een 6 hebben behaald. Een dergelijke vrijstelling voor Nederlands kan verkregen worden voor het gehele examenonderdeel of voor het centraal examen Nederlands dan wel het schoolexamen Nederlands. Studenten die een havo- of vwo-opleiding hebben afgerond, kunnen vanaf 2014 in aanmerking komen voor een vrijstelling. Zij kunnen vrijstelling krijgen als zij een mbo-opleiding afronden binnen twee studiejaren na het studiejaar waarin zij voor het eindexamenvak Nederlands of de rekentoets een 6 hebben behaald. Verzoeken kunnen bij de examencommissie worden ingeleverd. 4.8 Herkansingen Volgens het examenreglement heeft een student recht op twee toetsgelegenheden (één herkansing) Verzoeken tot extra herkansingen worden behandeld door de teamexamencommissie. - 22 -

5. Begeleiding, Zorg & Extra faciliteiten Het ROC vindt dat iedere student de beste begeleiding en zorg verdient. Natuurlijk heeft niet iedereen evenveel begeleiding en zorg nodig. Sommige studenten hebben een handicap. Andere studenten hebben leerproblemen of problemen met bijvoorbeeld wonen, geld, veiligheid of justitie. We proberen onze begeleiding en zorg daarom af te stemmen op de vraag van iedere student. 5.1 Welke begeleiding en zorg kan ik krijgen? Er zijn verschillende soorten begeleiding en zorg. Loopbaanbegeleiding voor iedere student Je krijgt je hele opleiding loopbaanbegeleiding. Je loopbaanbegeleider houdt in de gaten hoe het met je studie gaat en of er problemen zijn. Je hebt regelmatig een gesprek met je loopbaanbegeleider. Deze gesprekken kunnen gaan over je studie, maar ook over je gedrag en hoe je je voelt, over je motivatie, lichamelijke problemen, enzovoorts. Deze begeleiding gaat dus niet alleen over je studie, maar over jouw functioneren als jong volwassene. De coördinatie van de begeleiding en zorg op de opleiding ligt in handen van de zorgcoördinator. Vaak is er ook nog een pluscoach in de opleiding aanwezig. Doorgaans meldt jouw loopbaanbegeleider je, als dat nodig is en in overleg met jou, aan voor extra ondersteuning bij de zorgcoördinator, die je kan verwijzen naar specialistische begeleiding van het LEC. LEC, het Loopbaan Expertise Centrum Binnen het LEC is specialistische begeleiding aanwezig voor loopbaanoriëntatie, leerproblemen, faalangst, psychosociale- en gedragsproblematiek en er is schoolmaatschappelijk werk. Daarnaast is er begeleiding voor studenten met een handicap of chronische ziekte. Alle mbo colleges maken gebruik van een LEC. Het LEC voor onze opleiding in Zuid, is te vinden op de Europaboulevard 13, op twee hoog. Je kunt je in overleg met je loopbaanbegeleider door de zorgcoördinator van je opleiding laten verwijzen naar het LEC. Je wordt dan uitgenodigd voor een gesprek. Natuurlijk kun je zelf ook altijd om informatie vragen. Het LEC in college zuid heeft een eigen e-mailadres: leccollegezuid@rocva.nl. Zorg Advies Team Soms wordt een student besproken in het zogeheten Zorg Advies Team (ZAT). Dat gebeurt anoniem, of er is hiervoor van te voren toestemming aan de student gevraagd. Bespreking in het ZAT vindt plaats, als er sprake is van problemen op meerdere gebieden (multi-problematiek). In het ZAT werken deskundigen van verschillende organisaties samen (o.a. Leerplicht, Maatschappelijk Werk, Bureau Jeugdzorg, GGD en GGZ). Een ZAT zorgt ervoor, dat de student zo snel mogelijk de hulp en begeleiding krijgt die nodig is. Handicap of stoornis Volgens de Wet Educatie en Beroepsonderwijs en de Wet Gelijke Behandeling moet een ROC voor iedereen toegankelijk zijn. Dat geldt dus voor studenten met een lichamelijke, psychische of verstandelijke beperking. Er is voor deze studenten tot 30 jaar een regeling, die regeling heet Leerlinggebonden Financiering (LGF). Deze regeling wordt wel een rugzak genoemd. Met een rugzak krijgt de school geld voor extra faciliteiten voor begeleiding van een student met een beperking. De rugzak geldt bijvoorbeeld bij doof- of slechthorendheid, bij langdurige ziekte, een motorische beperking, meervoudige handicaps en psychiatrische of gedragsstoornissen. Meer informatie hierover vind je op www.meldpuntlgf.nl. en www.rugzakinmbo.nl. Als je op je vorige school al een rugzak had, mag je die gewoon meenemen naar het ROC. Je moet dan bij de aanmelding een kopie inleveren van de indicatiestelling. Dit geldt ook als je op het speciaal onderwijs hebt gezeten. Topsportregeling Sport jij op hoog niveau? Dan kun je extra begeleiding krijgen bij het ROC. Als je aan topsport doet, is er een speciale regeling voor jou, zodat je je sport en je opleiding kunt combineren. Samen met je studie loopbaanbegeleider en je topsportbegeleider maak je een aangepast studieprogramma. Het - 23 -