Lokaal gemeenschapsfonds Een goed idee voor Leidschendam-Voorburg?
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Een lokaalgemeenschapsfonds, wat, waarom en voor wie?....3 Invoering en opzet Lokaal gemeenschapsfonds......s Lokale gemeenschapsfondsen elders in Nederland............7 Bestaande fondsen in Leidschendam-Voorburg...............9
Hoofdstuk 1 Een lokaal gemeenschapsfonds, wat waarom en voor wie Wat is een lokaal gemeenschapsfonds? Een lokaal gemeenschapsfonds is een (vermogens)fonds dat actief is binnen een gemeente of regio. Het is een particulier fonds dat uit eigen vermogen jaarlijks gelden ter beschikking stelt ten gunste van het lokale algemene nut: maatschappelijke en sociale doelen in de brede zin van het woord. Het fonds ontvangt gelden uit verschillende bronnen: voornamelijk legaten, giften of schenkingen van particulieren tijdens het leven en mogelijk overheidssubsidies en giften van bedrijven. Zij leggen verantwoording af aan de lokale gemeenschap door het publiek te informeren over doelen en activiteiten en door middel van financiële verslaglegging. Het fonds wordt beheerd door vertegenwoordigers uit de lokale gemeenschap zonder politieke binding. Het bijzondere aan dit type fonds is dat het burgers de mogelijkheid biedt om geld te geven voor lokale goede doelen in de breedste zin van het woord. Het creëert ruimte voor een nieuwe vorm van particulier initiatief voor het publieke nut. Het lokale gemeenschapsfonds biedt een nieuwe structuur voor het inzamelen van geld voor deze lokale maatschappelijke en sociale doelen. Een lokaal gemeenschapsfonds is een nieuw fenomeen in Nederland. Het concept is afkomstig uit de Verenigde Staten waar het systeem van subsidieverlening door de overheid minder ontwikkeld is dan in Nederland. De Amerikaanse benaming voor dit type fonds is de Community Foundation. ln de laatste jaren is er sprake van een grote groei van het aantal fondsen wereldwijd. Waren er in 1994 zo'n 30 fondsen, aan het eind van het jaar 2001 waren dat er al 225. Waarom een lokaal gem eenschapsfonds? In Nederland ontstaat langzamerhand een situatie waarin burgers meer direct betrokken raken bij- en verantwoording willen nemen voor het reilen en zeilen van de samenleving. Er is sprake van een toename van het aantal vermogende ouderen, die zelf een bedrijf hebben opgebouwd en rond hun zestigste verjaardag erover denken om te stoppen. Deze groep heeft vaak het gevoel iets terug te willen doen voor de gemeenschap waarin ze zo lang succesvol zaken hebben kunnen doen. Naast deze demografische condities is er ook het gunstige economische klimaat van de laatste jaren. Nederland is welvarender geworden, niet alleen de ouderen zijn welvarender, ook de kinderen van deze ouderen zijn welvarender. Hierdoor is niet meer zo zeer de noodzaak aanwezig om geld achter te laten aan de kinderen, maar ook aan andere doelen, zoals de ouderen of minder bedeelden in de samenleving. Een derde structurele conditie voor een nieuwe structuur in het'goed doen' ligt in de globalisering. De wereld wordt steeds kleiner, mede door de opkomst van nieuwe informatietechnologie. Als tegenbeweging van deze globalisering ontstaat de drang naar het plaatselijke, de locale identiteiten waarmee men vergroeid is. Dit stimuleert het geven van tijd en geld voor het lokaal maatschappelijk nut.
Een structureel kader waarlangs deze algemene giften voor lokale doelen hun weg kunnen vinden ontbreekt echter. Deze structuur nu kan geboden worden door de oprichting van een lokaal gemeenschapsfonds Wat zíjn de kenmerken van een lokaal gemeenschapsfonds? Een lokaal gemeenschapsfonds onderscheidt zich op een aantal punten van andere non-profit organisaties. - Het is actief binnen een geografisch vastgelegd gebied en biedt daardoor de mogelijkheid om specifiek voor de eigen, lokale gemeenschap geld te geven - Het is onafhankelijk van andere organisaties en bepaalt zelf wat voor de lokale gemeenschap belangrijk is. - Het gebruikt de opbrengsten van het vermogen om giften en subsidies te verstrekken en programma's te ondersteunen die de versterking en verbetering van de eigen gemeenschap tot doel hebben - Het wordt beheerd door een onafhankelijk bestuur van (lokale) burgers die zich in willen zetten voor de lokale gemeenschap. Voor wíe wordt het fonds opgericht? Een lokaal gemeenschapsfonds wordt in principe opgericht voor de lokale of regionale bevolking. Ook bedrijven en overheden kunnen het fonds gebruiken om gelden te verdelen onder de lokale maatschappelijke doelen. Een lokaal gemeenschapsfonds is bedoeld als een extra mogelijkheid, als een aanvulling op de mogelijk bestaande lokale fondsen, een extra structuur om private gelden vanuit nieuwe geldstromen zoals legaten en schenkingen, toe te leiden naar lokale doelen. Wat is de relatie met de lokale overheid? In eerste instantie zou de mening post kunnen vatten dat een lokaal gemeenschapsfonds een onderdeel is van de lokale overheid of in ieder geval taken van de lokale overheid zal overnemen. Dit is niet zo. Een lokaal gemeenschapsfonds is een particulier initiatief dat geen verantwoording schuldig is aan de lokale overheid en niet gebruikt kan of mag worden voor zaken die in feite overheidsverantwoordelijkheid zrjn. Er is een onafhankelijk bestuur, dat de doelstellingen en beoordelingscriteria voor aanvragen vaststelt en de aanvragen beoordeelt. Financiering van taken die behoren tot het overheidspakket zullen dus niet aan een lokaal gemeenschapsfonds kunnen worden opgedragen. Het lokaal gemeenschapsfonds kan echter wel "aanvullend" zijn. lmmers de gemeente heeft te kampen met grote bezuinigingen, die invloed hebben op de door haar verleende subsidies. Lokale gemeenschapsfondsen kunnen mogelijkheden bieden waar de overheid dit niet (meer) kan, niet om overheidstekorten aan te vullen, maar op basis van eigen criteria en doelstellingen.
We I ke p roj ecte n o n d e rste u nt h et I o ka I e g e m ee n sc h apsfo n d s? Een lokaal gemeenschapsfonds kan op alle charitatieve gebieden tegelijk actief zijn. De missie en de doelstellingen van een lokaal gemeenschapsfonds worden lokaal ingevuld. In de praktijk betreft het de maatschappelijke en sociale (probleem)gebieden in de eigen gemeenschap. De deelgebieden kunnen b.v. zijn: - welzijn en sociale en maatschappelijke zekerheid - gezondheidszorgenhulpverlening - kunst en cultuur - milieu, natuurbehoud en dierenbescherming - sport en recreatie - onderwijs en onderzoek - kerk- en levensbeschouwing De aanvragen worden beoordeeld op de mate waarin ze bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van de samenleving, waarbij als criterium zou kunnen gelden dat een substantieel deel van de bevolking van de activiteiten moet kunnen profiteren. Hoofdstuk 2. Invoering en opzet lokaal gemeenschapsfonds. f n hoofdstuk 1 is gesteld dat een lokaal gemeenschapsfonds bedoeld is als een extra mogetijkheld, als een aanvulling op de mogelijk bestaande lokale fondsen" Ze zijn bedoeld als een extra structuur om private gelden (zoals legaten en schenkingen) toe te leiden naar lokale doelen. Bij de introductie van eventueel lokaal gemeenschapsfonds zal deze aanvullende functie sterk benadrukt moeten worden om gevoelens van competitie bij bestaande lokale fondsen te vermrlden. De tnvoering van het fonds vindt plaats langs een aantal stappen. Uitgangspunt daarbij is dat een lokaal gemeenschapsfonds in iedere gemeente een eigen vorm kan krijgen, afhankelijk van de verhoudingen ter plaatse. Stap'1. Introductie van het idee. Door de lokale overheid (college van burgemeester en wethouders) wordt informatie over het concept lokale gemeenschapsfondsen ingewonnen. Bij een positieve belangstelling neemt het college of een vertegenwoordiger daarvan de eerste stappen voor een vervolg. Stap 2. Verkrijgen van commitment en oprichting van een initiatiefcomité. In deze fase worden een aantal (vooraanstaande) personen uit de gemeente benaderd om zitting te nemen in een initiatiefcomité ( 4 tot 5 personen.) Deze mensen dienen te beantwoorden aan het volgende profiel: Lokaal Gemeenschapsfonds, Een goed idee voor Leidschenciam-Voorburg?
- bekend om een grote betrokkenheid bij de lokale gemeenschap - van onbesproken gedrag zijn - maatschappelijkgeaccepteerdzijn - een groot lokaal netwerk bezitten en bereid zijn om dit netwerk ook te gebruiken - open staan voor nieuwe ideeën - affiniteit hebben met het werven van fondsen en het zoeken en stimuleren van maatschappelij ke projecten. Daarbij kan gedacht worden aan b.v. een notaris, een vertegenwoordiger of bestuurder van een van de bestaande particuliere fondsen in de gemeenten, een lokale formele of informele leider enzovoort. Dit initiatiefcomité ontvangt informatie over de formule van het lokale gemeenschapfonds en besluit of het concept binnen de eigen gemeente levensvatbaar zou kunnen zijn. Stap 3. Feitelijke invulling van het concept. Door de leden van het initiatiefcomité wordt een bredere groep personen gezocht die binnen de gemeente actief zijn en die geschikt zouden zijn om zitting te nemen in een comite van aanbeveling of die in het op te richten fonds een bestuursfunctie willen bekleden. Deze'bredere groep' betrokkenen zou kunnen bestaan uit: - een vermogensbeheerder van een belangrijke bank uit de gemeente - een fiscalíst - een persoon met een veelomvattende culturele interesse, niet verbonden aan een bestaande culturele instelling - een vertegenwoordiger van de grootste particuliere werkgever - een beroemde inwoner met een aantoonbare band met de gemeente op een van de in het lokaal fonds genoemde gebieden - een vertegenwoordiger van een van de grootste kerkgenootschappen - een belangrijk sportfiguur een onafhankelijke persoon met goed zicht op de gemeente en lokale doelen (oud schoolhoofd, oud-wethouder of -raadslid enz.) Er wordt een bestuur samengesteld dat tot taak krrjgt de oprichting van het fonds voor te bereiden (statuten, vaststellen missie en doelstellingen) en een voorlopig plan voor fondsenwerving en public relations op te stellen. Ook de ontwikkeling van aanvraag- en toewijzingsprocedures dienen in deze fase aandacht te krijgen. Bij de keuze van personen is het van belang dat er geen relaties of belangenverstrengeling met de gemeente of de bestaande ambtenarenstructuur aanwezig is of kan ontstaan, waardoor de zelfstandige opbouw van het initiatief in gevaar kan komen.
Stap 4. Vullen van het fonds met lokaal startkapitaal. Het is belangrijk dat het fonds op korte termijn startkapitaal kan genereren. Wellicht kan dit door steun te zoeken bij andere lokale fondsen, door het fonds bekend te maken bij het plaatselijke notariaat, vermogensbeheerders en financieel adviseurs e.d. Ook moet het bestuur met mogelijke donateurs contact opnemen om gelden voor het fonds te krijgen. Gedacht kan worden aan jubilerende bedrijven en personen die lokaal bekend staan om goedgeefsheid aan goede doelen. Stap 5. Bekend maken van het lokale gemeenschapsfonds. Op het moment dat de Stichting formeel bestaat en er voldoende middelen zijn om een beperkt aantal projecten financieelte kunnen ondersteunen, moet er in de lokale en regionale media een publiciteitscampagne gestart worden om bekendheid aan het fonds te geven. Stap 6. Het vervolg... Als de oprichting en de start van het lokale gemeenschapsfonds achter de rug is dient het bestuur aandacht te hebben voor het realiseren van goede voorwaarden voor de uitvoering van de dagelijkse werkzaamheden en de verdere ontwikkeling van het fonds, zoals: - opzet van de administratie - dagelijksefinanciëleafhandeling - uitvoeren van de secretariaatsfunctie - opstellen van een businessplan voor de lange termijn - besluitvorming over de vermogensopbouw binnen het fonds - besluitvorming over de aandachtsgebieden voor de eerste jaren (in de beginfase is het fonds wellicht nog niet groot genoeg om alle voorkomende aanvragen uit de gemeenschap te kunnen honoreren) - opzetten van een fondsenwervingsbeleid - regelmatigeevaluatie Hoofdstuk 3. Lokale gemeenschapsfondsen elders in Nederland. Het idee van lokale gemeenschapsfondsen is in Nederland geïntroduceerd door de Vrije Universiteit in Amsterdam. De Universiteit is sinds september 2001 bezig met een experiment om dit type fonds binnen Nederland te introduceren. Het experiment eindigde in december 2004. Naast de Vrije Universiteit hebben ook het Oranjefonds en de Rabobanken een rol in het experiment. Lokaal Gemeenschapsfonds, Een goed rdee voor LeidschendaÍn-Voorburg?
De rol van het Oranjefonds beperkt zich voornamelijk tot het geven van adviezen aan de deelnemende gemeenten. Hierbtl kan gedacht worden aan adviezen m.b.t. statuten, het opzetten van criteria voor de verdeling van gelden e.d. De Rabobank heeft weliswaar besloten om het experiment te ondersteunen maar heeft nog geen duidelijk beeld gegeven van zijn rol. Voor de opzet van de lokale fondsen ziet de Rabobank zich als adviserende bank. Bij de aanvang van het experiment is een start gemaakt in zes gemeenten, te weten Alkmaar, 's- Hertogenbosch, Maastricht, Schiedam, Smallingerland en Zwolle. Na deze officiële start zijn er nog initiatieven genomen in o.a. Alphen aan den Rijn, Amstelveen, Blaricum, Eindhoven, Goirle, Leiderdorp en Winterswijk. De initiatieven zijn vanuit verschillende richtingen genomen, soms vanuit de gemeente (het college of vanuit de ambtelijke staf) soms vanuit een bestaand lokaal fonds dat wil vergroten, vanuit de bank of zoals in Eindhoven vanuit de Stichting Humanitas. De stand van zaken bij de deelnemende projecten is zeer verschillend en loopt uiteen van het vragen om meer informatie of het voeren van verkennende gesprekken tot het daadwerkelijke oprichten van een fonds. Uit informatie van de projectcoórdinator blijkt dat de start in eerste instantie zeer voortvarend leek, maar dat er bij veel van de deelnemende gemeenten vanuit zeer verschillende redenen stagnaties zijn opgetreden. Een belangrijke reden voor stagnatie is het verweryen van startkapitaal. Ook wordt genoemd het ontbreken van een effectief lokaal netwerk om geld te kunnen inzamelen of moeizame contacten met bestaande lokale fondsen. De meest recente ontwikkelingen duiden echter op positieve versnellingen in het proces op veel plaatsen. In 's-hertogenbosch en Winterswijk zijn de fondsen kortgeleden van start gegaan. In 's-hertogenbosch is het fonds recent opgericht. Het initiatief is oorspronkelijk genomen door burgemeester Rombouts van Den Bosch. Er is een initiatiefcomite opgericht en er is buiten de ambtelijke organisatie gezocht naar een 'trekker 'die tot taak had om de structuur van het fonds uit te werken, geschikte bestuurders en mogelijke leden voor een Raad van Advies te zoeken. Er is inmiddels een bestuur gevormd van 5 personen. Voorzitter is de heer H. Baeten, voormalig voorzitter van de raad van bestuur van Van Lanschot Bankiers. Bij zijn recente afscheid heeft hij als afscheidscadeau gevraagd om een donatie te mogen doen aan de Stichting Bosch Gemeenschapsfonds. Het Bosch Gemeenschapsfonds kent ook een Raad van Advies waarin 9 leden zitting hebben. Deze Raad van Advies is ingesteld om'een netwerk van lokale promotoren voor het fonds te vormen en om gebruik te kunnen maken van specifieke deskundigheden van de leden (zoals public relations, juridische kennis, ontwikkeling website e.d.) De leden van de Raad van Advies zijn dan ook afkomstig uit het bedrijfsleven, de advocatuur, bankiers, notariaat, oud-wethouders, en personen met een sterke betrokkenheid en grote kennis van het veld. De leden van de adviesraad dienen zich te committeren
aan de doelstellingen van het fonds en dienen bereid te zijn om hun eigen netwerk aan te spreken om donaties te verkrijgen en de doelstellingen te realiseren. Het fonds zal binnenkort aan pers en publiek gepresenteerd worden. Folders en p.r. materiaalworden momenteel ontwikkeld. Overigens bestaan er in 's-hertogenbosch meerdere lokale fondsen, geen van deze fondsen is echter actief op het gebied van het algemeen maatschappelijk nut. De profilering van het Bosch Gemeenschapsfonds wordt daarom toegespitst op een fonds voor en door Bossenaren dat wil bijdragen aan de kwaliteit van de samenleving en het vermogen van het fonds daartoe wil gebruiken. ln Winterswijk is kortgeleden het'startsein' gegeven voor de vorming van een Lokaal Gemeenschapsfonds. Het initiatief hiervoor is genomen door vertegenwoordigers van de Rabobank Aalten-Winterswijk, de ondernemersvereniging OWIN, woningcorporatie De Woonplaats en adviseursbureau Denion consulting. De burgemeester van de gemeente Winterswijk, mevrouw Christine Stigter is op persoonlijke titel (als burger) bij de vorming van het Winterswijkse fonds betrokken. De gemeente zelf is niet direct betrokken bij de vorming van het fonds De initiatiefnemers willen dat het fonds dit najaar van start kan gaan. Er moet nu een bestuur worden gevormd, maar ook gezocht worden naar startkapitaal. Als dat er eenmaal is moet het fonds ervoor zorgen dat met het uit te keren geld plaatselijke initiatieven een impuls krijgen. Hoofdstuk 4 Bestaande fondsen in Leidschendam voorburg In de gemeente Leidschendam-Voorburg zijn meerdere lokale fondsen actief. Over enkele van deze fondsen is informatie verkregen. Er is echter sprake van het bestaan van meer fondsen, waarvan in het kader van dit onderzoek de identiteit en de achtergronden niet precies achterhaald konden worden. Voor zover er informatie is verkregen is dit in dit hoofdstuk vermeld. Het Koepelfonds De doelstelling van Stichting Koepelfonds Voorburg is het verbeteren van het sociale klimaat in de gemeente Leidschendam-Voorburg door financieel bij te dragen aan kleinschalige activiteiten en projecten, waarbij sociale en sociaal-culturele aspecten centraal staan. Het Koepelfonds is de opvolger van de Stichting Volksgebouw de Koepel en was voorheen gericht op de gemeente Voorburg. Het gebouw de Koepel werd in het verleden gehuurd door de afdelingen Voorburg van de PvdA en de FNV, zij hebben dan ook een belangrijke inbreng gehad in het ontstaan van het huidige fonds. Veranderingen in de wijze waarop het vermogen wordt beheerd hebben statutair de goedkeuring van de PvdA - na raadplegen van de FNV - nodig. Het werkgebied bestaat vanaf 2004 uit Voorburg en Leidschendam. Bijdragen zijn direct gebaseerd op de algemene doelstellingen van het fonds. Lokaal Gemeenschapsfonds, Een goed idee voor Leidschendam-Voorburg?
Het Koepelfonds heeft per jaar circa 6.000,-- te besteden. In de praktijk betekent dit dat per jaar enkele kleinere activiteiten en een grotere activiteit (maximaal 2.500,---) gehonoreerd kunnen worden. Het Koepelfonds draag per activiteit of project minimaal 100,-- en maximaal 2.500,-- bij. De financiële bijdrage ligt tussen de 25 en 750Á van de totale begroting van het project. Voor aanvragen boven de 250,- moeten medefinanciers gezocht worden voor minstens 2íyo van de totale begroting. Er is geen sluitingsdatum voor het indienen van projecten. Aanvragen kunnen gedurende het gehele jaar worden ingediend. Binnen acht weken na indiening van een voorstel ontvangt de indiener bericht of de aanvraag wordt gehonoreerd of is afgewezen of dat er aanvullende informatie nodig is. Tegen de beslissing van het bestuur kan geen bezwaar worden aangetekend. Het bestuur maakt tweemaal per jaar (begin januari en begin juli) het voor de volgende zes maanden beschikbare bedrag bekend. Er is een aanvraagformulier beschikbaar waarop de criteria voor het aanvragen van bijdragen zijn geformuleerd. Van Ravesteyn Fonds ln de Stichting van Ravesteyn Fonds zijn de gelden ondergebracht die de voormalige gemeente Leidschendam in 2001 erfde van scheepsbouwer Van Ravesteyn en zijn erfopvolgers. De gemeente moest het vermogen van ca. 2 mln. aanduiden als'het A.L.H.J. van Ravesteyn Fonds', het geërfde bedrag moest worden belegd en de rente en andere opbrengsten moesten worden besteed aan a) personen van alle gezindten en levensbeschouwingen die tenminste een jaar of langer inwoners zijn van de gemeente Leidschendam en naar het oordeel van burgemeester en wethouders behoefte hebben aan ondersteuning op grond van sociale of medische indicaties. b) ter bevordering van maatschappelijke charitatieve en culturele activiteiten aan zodanige personen van alle gezindten en levensbeschouwingen en aan zodanige instellingen wonende of gevestigd in de gemeente Leidschendam die naar het oordeel van burgemeester en wethouders van Leidschendam daarvoor in aanmerking komen. Om uitvoering te kunnen geven aan de wensen van de heer van Ravesteyn heeft het College van burgemeester en wethouders heeft besloten tot de oprichting van een onafhankelijk fonds. De bestuurders van dit fonds worden benoemd door het College van Burgemeester en Wethouders, telkens voor een periode van vier jaar. De bestuurders treden af zodra, na raadsverkiezingen, een nieuw College is aangetreden. Het aldus afgetreden bestuur is terstond herbenoembaar. De maximale bestuurstermijn voor een bestuurder is B jaar. Het fonds is nu ongeveer een jaar actief en heeft in die periode al zo'n 12 aanvragen voor ondersteuning ontvangen, er zijn inmiddels 9 aanvragen voor een totaal bedrag van ca. 15.000,-- roegewezen. Het voor 2004 beschikbare bedrag bedraagt ca. 75.000,--. Het ligt in de lijn der venvachting dat dit ook in de komende jaren het te besteden bedrag zal zqn. l0
Aanvragen voor een financiële bijdrage kunnen schriftelijk en voldoende gemotiveerd worden ingediend bij het bestuur van het Fonds. Martinusfonds. Om de naam van de voormalige woningstichting Sint Martinus te bewaren, is er bij de overgang naar Wooninvest een kapitaal gestort in het zogenaamde Martinusfonds. Het Martinusfonds is een commissie die gelieerd is aan de Sociale Woningbouwstichting Wooninvest. Het fonds wordt bestuurd door een commissie van 5 personen. De voorzitter van de Raad van Commissarissen van Wooninvest is voorzitter van de commissie. Daarnaast hebben zitting vertegenwoordigers uit naam van de huurders en onafhankelijke personen allen zonder last of ruggespraak. Vanuit dit kapitaal is een jaarlijks budget van ca. 30.000,--beschikbaar. Dit hoeft niet volledig te worden besteed, maar mag niet overschreden worden. De gelden moeten worden ingezet voor verbetering van de woonomgeving in de regio waarin Wooninvest actief is (regio Haaglanden.) ln het verleden zijn bijdragen geleverd voor het aanleggen van speelvoorzieningen, plaatsen van een beeldhouwwerk, de realisatie van de zomerschool. Het fonds honoreert 6 tot 10 projecten per jaar. Er moet een voldoende onderbouwde schriftelijke aanvraag worden gedaan. Sti c hti ng Kath ol i eke Bel an gen Dit is een kleine zelfstandige stichting op RK-grondslag werkzaam in Voorburg. Het fonds richt zich op algemene sociaal charitatieve belangen. Informatie over dit fonds is te verkrijgen bij het bestuur. Mgr. van Sfeefonds Dit fonds wordt regelmatig genoemd vanuit een relatie met de voormalige Stichting Antoniushove te Voorburg. Nadere informatie kon niet verkregen worden. Rabo ba n k Leid sch en d am-voo rbu rg. De lokale Rabobank Leidschendam-Voorburg heeft ook plannen voor de oprichting van een fonds waarmee de projecten in de Leidschendams-Voorburgse samenleving ondersteund zullen worden die een brede maatschappelijke betekenis hebben. Een ander belangrijk kenmerk zal ztjn de samenwerking tussen bedrijven, organisaties, inwoners en de Rabobank. Voor de beoordeling van projecten die ingediend worden zal naar alle waarschijnlijkheid een klankbordgroep worden opgericht, bestaande uit leden en bestuurders van de bank. Er is hier sprake van een zogenaamd coóperatiefonds, gevoed door bijdragen uit de winst van de bank. Kansen en mogelijkheden voor een lokaalfonds in Leidschendam-Voorburg. Met het Koepelfonds en het Van Ravesteynfonds beschikt de gemeente Leidschendam- Voorburg over een tweetal lokale fondsen die gericht zijn op de bevordering van maatschappelijke, charitatieve en culturele activiteiten en de verbetering van het sociale klimaat in de gemeente. Doelstellingen die nauw aansluiten bij die van een Lokaal Gemeenschapsfonds en op basis waarvan gesteld zou il
kunnen worden dat hiermee de mogelijkheden voor de vorming van een Lokaal Gemeenschapsfonds in de gemeente voor de hand liggen. De bestaande fondsen hebben echter ieder hun eigen achtergrond en voorwaarden waaronder zij kunnen en mogen functioneren. Alhoewel beide fondsen volgens hun statuten hun bestaande vermogen mogen vergroten door subsidies, giften en donaties zijn er ook beperkende voorwaarden aan de kapitaalsverwerving of het beheer van het vermogen. De bestaande fondsen zijn daarom niet zomaar te benoemen of om te vormen tot het soort 'lokaal gemeenschapsfonds'waarover in deze notitie wordt gesproken. lmmers het hier bedoelde lokaal gemeenschapsfonds moet juist gelegenheid bieden om vanuit zeer verschillende invalshoeken kapitaal te vergaren en dit weer te investeren in de plaatselijke gemeenschap. De aanwezigheid van bestaande lokale fondsen met doelstellingen die aansluiten bij datgene wat een Lokaal Gemeenschapsfonds beoogt, biedt zeer zeker positieve kansen en mogelijkheden voor de oprichting van een lokaal gemeenschapsfonds. Het lijkt zinvol om deze kansen nader te onderzoeken. Vanuit de gemeente zou hiertoe het initiatief genomen kunnen worden door de besturen van de bestaande fondsen en mogelijk enkele sleutelfiguren uit de Leidschendams-Voorburgse gemeenschap uit te nodigen voor een verkennende bijeenkomst. Tijdens deze bijeenkomst wordt het idee en de formule voor een lokaal gemeenschapsfonds besproken en wordt de belangstelling voor een verdere ontwikkeling van het initiatief gepeild. Afhankelijk van de conclusies die uit deze bijeenkomst getrokken worden, kunnen verdere stappen overwogen worden. Daarbij is het wel van belang een onafhankelijk contactpersoon aan te wijzen die de start en het verloop van het traject kan begeleiden. l2