Borgdocument sociaal emotionele ontwikkeling In dit borgdocument worden alle instrumenten op het gebied van de sociaalemotionele ontwikkeling beschreven. De afnamemomenten zijn vastgesteld en terug te vinden in de toetskalender. Ook kun je terugvinden welke contactmomenten plaatsvinden tussen ouders en leerkracht én leerkrachten onderling op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling en hoe dit in zijn werk gaat. Methode sociaal-emotionele ontwikkeling - groep 1 en 2: Leefstijl en Dit ben ik- doos - groep 3: Kinderen en hun sociale talenten - groep 4: Kinderen en hun sociale talenten - groep 5: Kinderen en hun sociale talenten - groep 6: Kinderen en hun sociale talenten - groep 7: Kinderen en hun sociale talenten - groep 8: Kinderen en hun sociale talenten Volgsysteem sociaal-emotionele ontwikkeling - groep 1: observeren/checken n.a.v. de doelen SEO van het SLO - groep 2: observeren/checken n.a.v. de doelen SEO van het SLO en sociogram - groep 3: sociogram en SCOL - groep 4: sociogram, SEF en SCOL (evt. interactiewijzer) - groep 5: sociogram, SEF en SCOL (evt. interactiewijzer) - groep 6: sociogram, SEF, SCOL (evt. interactiewijzer) en leerlingscol - groep 7: sociogram, SEF, SCOL (evt. interactiewijzer) en leerlingscol - groep 8: sociogram, SEF, SCOL alleen in het najaar (evt. interactiewijzer), SAQI Leefstijl Eén keer per maand wordt een les uit de methode gegeven. Tijdens de onderbouwvergaderingen wordt een les gekozen voor het komende thema. Leefstijl bestaat uit zeven verschillende thema s die vrij ingezet kunnen worden in de jaarplanning. Alle thema s zijn gemakkelijk in te passen in de dagelijkse gang van zaken. Dit ben ik doos De dit ben ik - doos' is speciaal ontwikkeld voor de groepen 1 en 2. De insteek is dat leerkrachten kinderen kunnen stimuleren in de ontwikkeling van hun sociale competentie en daarmee hun ontwikkeling op andere terreinen bevorderen. Door een ouderbrief die in de doos zit en een uitleg tijdens de informatieavond worden de ouders bij dit proces betrokken. Van elk kind uit de groep wordt in het begin van het schooljaar een foto gemaakt. Elke week wordt er op vrijdag voor de aankomende week een foto gekozen/ getoverd, de foto gaat in het hulpjes lijstje dat staat op een speciaal tafeltje met bijpassende stoel. Dit gekozen hulpje is de hele volgende week 'het hulpje van de week'.
Hij/zij mag op vrijdag de 'dit ben ik - doos' met bijbehorende brief meenemen naar huis om deze vervolgens op maandag gevuld met 'waardevolle' persoonlijke spullen weer mee terug te nemen naar school. In de kring wordt uitgebreid aandacht besteed aan het uitpakken van de 'dit ben ik - doos'. Het hulpje staat in het middelpunt en vertelt waarom hij/zij de spullen heeft meegenomen. De andere kinderen luisteren en kunnen vragen stellen. De hele week staan de meegenomen spullen uitgestald op het tafeltje. In de kring mag het hulpje de hele week naast de juf zitten op de speciale stoel. En het hulpje krijgt de hele week allerlei verantwoordelijkheden. In de eerste schoolweek (de gouden week) vullen de leerkrachten zelf de doos met persoonlijke spullen. Zo kunnen zij zichzelf voorstellen en de kinderen laten ervaren hoe de 'dit ben ik - doos' werkt. Op deze manier wordt er gewerkt aan de sociale competenties. Iemand is sociaal competent als deze persoon zowel rekening houdt met zijn eigen belangen als met die van een ander. En als hij dit doet volgens de waarden en normen die in zijn samenleving gelden. Hiervoor zijn kennis, vaardigheden en een juiste houding nodig. - Kennis heeft te maken met weten en kennen. - Vaardigheden hebben te maken met doen en kunnen. - Houding heeft te maken met willen en durven. Kinderen en hun sociale talenten Eén keer in de twee weken wordt een les uit de methode gegeven. Gedurende de week wordt op de inhoud van de les teruggekomen, zowel in positieve als in negatieve zin. De volgorde van de categorieën die wordt behandeld is afhankelijk van de SCOL uitkomsten. Eigen observatie speelt tevens een rol bij de keuze van de categorieën. Energizers Kinderen hebben een kort moment nodig om tussen de lessen door te ontladen/ontspannen. Energizers zorgen er voor dat de concentratie weer zo optimaal mogelijk wordt. Ideeën worden opgedaan uit de boeken Energizers, app energize van Edu actief (deze bestaat uit vijf onderdelen: kennismaken, samenwerken, tussendoor, conflicthantering en overige) en de map Concentreren kun je leren. Elke groep beschikt over een eigen map. In de orthotheek zijn de boeken te vinden. Observeren Dagelijks wordt geobserveerd. Voor groep 1 en 2 geldt: n.a.v. de doelen van het SLO is er een model en een checklist gemaakt, deze wordt twee keer per jaar ingevuld, verder wordt er in elk geval elke maand iets opgeschreven over de leerling in het extra zorg/aandacht formulier.
Groepsmap SEO Er wordt een groepsmap aangelegd voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Hierin bevindt zich onder andere de uitdraai van het sociogram en SEF van alle jaren. Na het afnemen vinden gesprekken plaats met de betreffende kinderen. Indien nodig wordt dit vastgelegd in het leerlingdossier. De SCOL is terug te vinden op https://scol00.rovictonline.nl/login/login.html?brin=19mf00. Sociogram In groep 3 t/m 8 wordt in oktober en april het sociogram afgenomen. In groep 2 vindt dit plaats in januari/februari. - Groep 2: de leerkracht maakt een A4tje met foto s van de kinderen. De leerkracht zet voor de kinderen drie rode rondjes met wie de kinderen graag spelen en drie blauwe rondjes met wie de kinderen niet graag spelen. - Groep 3: de leerkracht maakt een A4tje met foto s van de kinderen. De kinderen zetten drie rode rondjes met wie ze graag spelen en drie blauwe rondjes met wie ze niet graag spelen. Op de achterkant doen ze hetzelfde met wie ze graag werken en met wie ze niet graag werken. In het voorjaar vullen de kinderen het in op www.sometics.nl. De leerkracht zit dan naast het kind achter de computer. - Groep 4 t/m 8: de leerkracht voert de namen van de kinderen in op www.sometics.nl Elke leerkracht heeft een eigen basisaccount (gratis aan te maken). De kinderen kruisen drie namen aan met wie ze graag spelen en drie namen met wie ze niet graag spelen. Ook kruisen ze drie namen aan met wie ze graag werken en met wie ze niet graag werken. Naar aanleiding van de uitdraai kan de leerkracht een nieuwe groepsindeling maken. De leerkracht onderneemt bij opvallende uitkomsten actie naar eigen inzicht. SEF In groep 4 t/m 8 wordt de SEF (sociaal-emotioneel functioneren) vragenlijst afgenomen in oktober en april. In oktober wordt de a-versie afgenomen. De kinderen vullen de lijst zelfstandig in. Ze omcirkelen de zinnen die bij hen passen en geven antwoord op de open vragen. De leerkracht vergelijkt de leerkrachtversie met de ingevulde lijsten. Als het kind veel negatieve zinnen heeft omcirkeld wordt actie ondernomen door de leerkracht. Eventueel worden ouders op de hoogte gebracht bij een verontrustende uitkomst. SCOL In groep 3 t/m 8 wordt de SCOL digitaal afgenomen in oktober/november en april. De leerkracht vult per leerling de vragen in. Het programma laat zien hoe kinderen scoren op verschillende categorieën. Categorieën die opvallen worden als eerste behandeld vanuit de methode kinderen en hun sociale talenten. Zorgleerlingen kunnen worden besproken met de gedragsspecialist. LeerlingSCOL In groep 6 en 7 wordt de leerlingscol digitaal afgenomen in oktober/november en april. Hier vullen de kinderen zelf de lijst digitaal in. Het programma laat zien hoe kinderen scoren op verschillende categorieën. De leerkracht gaat in op bijzonderheden.
SAQI In groep 8 wordt de SAQI afgenomen in oktober/november met als doel het voortgezet onderwijs inlichten. De digitale vragenlijst vullen de kinderen zelf in. Het geeft een beeld hoe een kind in zijn totaliteit functioneert. De SAQI meet: algehele aanpassingen aan school, controlemetingen (o.a. sociaal wenselijke antwoorden), motivatie, welbevinden, zelfvertrouwen en pesten. Het programma geeft een grafiek weer met de uitkomsten. De leerkracht gaat in op kinderen die uitvallen. De gegevens worden naar het voortgezet onderwijs gestuurd. Gouden week/ Zilveren week De eerste week na de zomervakantie worden naast de opstart van het taal en rekenen veel activiteiten gedaan om een zo optimaal mogelijk groepsklimaat te kunnen bewerkstelligen. De kinderen werken tijdens deze opdrachten samen en leren zo elkaar te vertrouwen. Tijdens deze week worden op de donderdagmiddag gezelschapsspelletjes gedaan waarbij een inloopmoment is voor ouders. Tegelijkertijd vindt de nieuwjaarsreceptie plaats onder genot van koffie / thee met als doel kennis te maken met de ouders. Wij noemen deze week de Gouden week. In afgeslankte vorm wordt deze week herhaald na de kerstvakantie. Ook dan wordt er aandacht besteed aan samenwerking en regels. Deze week noemen wij de Zilveren week. In het laatste Troubadourtje voor de kerstvakantie wordt dit aan ouders meegedeeld zodat zij op de hoogte zijn. Verwachtingsgesprek De ouders/verzorgers (en kinderen van groep 6, 7 en 8) worden na de zomervakantie uitgenodigd voor het verwachtingsgesprek. Het doel van deze gesprekken is informatie inwinnen van de ouders over het kind, verwachtingen naar elkaar uitspreken en samen afspraken maken voor het komende schooljaar. Ouders zijn aan het woord. Deze gesprekken vinden plaats voor de herfstvakantie. Er wordt gebruik gemaakt van een intekenlijst. Wij geven de ouders een vragenlijst mee voor dit verwachtingsgesprek. Ouders kunnen van tevoren met het kind in gesprek gaan en deze input meenemen bij het invullen van de vragenlijst. Dit is de leidraad voor het gesprek. De gesprekken duren hooguit 20 minuten. De verkregen informatie wordt door de leerkracht verwerkt in het zorgdossier. Voor alle nieuwkomers geldt: na zes weken onderwijs volgt een verwachtingsgesprek. Rapportgesprekken Ouders worden twee keer per jaar in de gelegenheid gesteld de resultaten van hun kind te bespreken. We noemen dit rapportbesprekingen. De eerste keer op uitnodiging van school, de tweede keer op initiatief van ouders (en/of leerkracht). Bij extra zorg is er vaker contact.
Informatieavond In de tweede schoolweek vindt een informatieavond voor ouders plaats. Voor SEO is het belangrijk dat het volgende wordt benoemd: - Gouden week/ zilveren week - School- en klassenregels - Kleuters: dit ben ik doos, hulpje van de week - Methode: Leefstijl/ Kinderen en hun sociale talenten - Sociaal emotioneel volgsysteem: observatie/checken, sociogram, SCOL, SAQI, SEF. Overdracht Aan het einde van het schooljaar worden de leerlingdossiers met de leerkracht van volgend schooljaar besproken. Bij leerlingen met extra zorg is het wenselijk dat de toekomstige leerkracht vlak voor de zomervakantie gaat kijken naar waar het kind baat bij heeft wat betreft omgang en aanpak. Maatjeswerk Eén keer per schooljaar, rond maart/april, vindt maatjeswerk plaats. Iedereen is zelf verantwoordelijk om met een eigen gekozen maatje een afspraak te maken. Collega s die op dat moment ambulant zijn kunnen worden ingezet om een groep over te nemen. Collega s komen bij elkaar in de groep om te filmen. De film wordt naderhand samen besproken met de schoolcoach. Hij kan voor extra diepgang zorgen. Het doel is dat je ideeën opdoet en elkaar daarmee op een hoger plan brengt. Op deze manier kun je hulpvragen voorleggen en samen zoeken naar een oplossing. Kids Skills Kids Skills is een speelse methode voor het oplossen van problemen bij kinderen. Centraal staat hierbij het idee dat vrijwel alle problemen kunnen worden gezien als vaardigheden die nog ontwikkeld moeten worden. Door Kids Skills zijn we niet probleemgericht maar oplossingsgericht bezig. Vijftien stappen worden doorlopen. De gedragsspecialist kan hierin ondersteunen. Het Kids Skills vaardighedenboek is in de orthotheek te vinden. Aanpak zorgleerling Het kan zijn dat de aanpak van de groepsleerkracht niet het gewenste resultaat oplevert. Dan kan na overleg met ouders de hulp van het CLB worden gevraagd. Daaruit kan het advies voortkomen dat het kind bij het ZT of bij het Steunpunt wordt aangemeld. Dit is het adviesorgaan waar intern begeleiders hulp kunnen vragen t.a.v. de ontwikkeling van kinderen. Vervolgens wordt bekeken wat de volgende stap zou kunnen zijn. Er kan aanvullend onderzoek nodig zijn, bijvoorbeeld door de schoolbegeleidingsdienst (Expertis). In overleg met de directie, groepsleerkracht en ouders worden vervolgstappen gezet.
Anti -pestprotocol Het verschil tussen plagen en pesten In vergelijking met plagen kunnen bij pesten de gevolgen ernstiger zijn, zowel fysiek als psychisch. De gepeste kan in een isolement terecht komen en behoort niet meer tot de groep terwijl bij plagen de relatie weer vlot is hersteld. De groep lijdt bij pesten onder een dreigend en onveilig klimaat: de leerlingen zijn angstig en er heerst wantrouwen. Openheid en spontaniteit ontbreken en er zijn weinig of geen echte vrienden binnen de groep. Op welke wijze gaan wij als school met pestgedrag om? 1. Leerlingen lossen het onderling op. 2. De leerkracht past de no-blame aanpak toe. 3. Inzetten van bestraffende maatregelen en ouders betrekken bij het probleem. 4. Bespreken van de situatie tussen leerkracht en directie en in een teamvergadering. 5. Inschakelen professionele hulp van derden. 6. Overplaatsen van de pester naar een andere klas. 7. Time-out. 8. Schorsen of verwijderen van de pester. (Voor meer informatie zie pestprotocol in dropbox.) Laatste update: 10-09-2015