Jaarstukken 2011 Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam
Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Bestuur en organisatie van het Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 6 1.1 Kernactiviteiten 6 1.2 Organisatie en bestuur 6 1.3 Organogram 7 2. Onderwijs: kerncijfers en gevoerd beleid 8 2.1 Samenwerking met derden 8 2.2 Onderscheidend aanbod 8 2.3 Nieuw aanbod 8 2.4 Verdeling van het aanbod 8 2.5 Percentages leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) 10 2.6 Toegankelijkheid en toelatingsbeleid 10 2.7 Leerlingaantal. 10 2.8 Onderwijskundige en onderwijsprogrammatische zaken 11 2.9 Kwaliteitszorg 12 2.10 Interne beheersing (PDCA cyclus) 12 2.11 Beoordeling van de opbrengsten en examenresultaten 12 2.12 Bestrijden voortijdig schoolverlaten 13 2.13 Huisvesting 13 3. Personeel: kerncijfers en gevoerd beleid 14 3.1 Kerncijfers 14 3.2 Gevoerd beleid 15 3.2.1 Realisatie functiemix 15 3.2.2 Formatiebeleid 16 3.2.3 Inrichting ondersteunende processen 16 3.2.4 Verzuimbeleid medewerkers 17 3.2.5 Functioneren en beoordelen 17 3.2.6 Stagebeleid 17 3.2.7 Klachtenprocedure personeel en leerlingen 17 4. Financiële informatie 18 4.1 Kerncijfers 18 4.2 Fiscale eenheid 18 4.3 Resultaat 2011 19 4.4 Eigen vermogen, solvabiliteit en weerstandsvermogen 20 4.5 Liquiditeit, investeringen en kasstroom 20 4.6 Treasury en financiering 20 4.7 Financiële indicatoren 21 4.8 Risico analyse 22 4.9 Verwachtingen voor 2012 22 Jaarrekening 2011 Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 24 Balans per 31 december na resultaatbestemming 24 Toelichting behorende tot de jaarrekening 2011 27 Grondslagen voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling 27 Toelichting op de balans 30 Onderhoudsvoorziening 31 Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen 34 Toelichting op de staat van baten en lasten 35 Overige gegevens 39 Bijlage A 40 Leden van het Bestuur van de Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 43 Jaarstukken Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 2011 2
Jaarverslag Inleiding Het Voortgezet Onderwijs van Amsterdam (hierna: VOvA) biedt een totaalpakket van voortgezet onderwijs aan, van praktijkonderwijs tot voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Dit onderwijsaanbod betreft 12 scholen, verspreid over de gehele stad Amsterdam. Voor alle scholen geldt dat zij als doel hebben om de leerlingen een goede stap te laten zetten met het oog op hun eigen toekomst: dat leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen, een leuke en veilige schooltijd hebben, met als resultaat het hoogst haalbare diploma en een goede doorstroom naar het vervolgonderwijs (mbo, hbo, wo), dan wel de arbeidsmarkt. Voor het jaar 2011 heeft het VOvA zich gefocust op drie doelen: 1. Stabilisering van de marktpositie van het VO, profilering van de scholen en de versterking van de samenwerkingsrelaties met natuurlijke partners in het po, mbo, hbo en wo. 2. Verbeteren van kwaliteit en rendement in de klas. 3. Professionalisering van alle medewerkers. Als we kijken naar de marktpositie van het VOvA en de scholen die daar deel van uitmaken, dan zijn daar in het jaar 2011 goede stappen gezet in de profilering. Niet in de laatste plaats met de implementatie van de nieuwe huisstijl voor zowel het VOvA (inclusief een naamswijziging) als de scholen. In januari 2011 heeft elke school een eigen gezicht / identiteit gekregen. Hiermee zijn de scholen meer zichtbaar geworden. De profilering van het VOvA als krachtige (onderwijs)partner in Amsterdam is versterkt. Hier is in 2011 een begin meegemaakt en dit zal in 2012 een vervolg krijgen op specifieke onderdelen. In 2011 is er in het Amsterdamse voortgezet onderwijs veel gebeurd. Uitgangspunt hierbij is het Regionaal Plan Onderwijs (RPO) waar door alle schoolbesturen en de gemeente Amsterdam in 2011 een handtekening onder is gezet. In het RPO is tussen de scholen voor VO in afstemming met het MBO een aanzet gegeven om tot verbeterde samenwerking te komen met een meer geconcentreerd, kwalitatief hoogwaardig en stedelijk evenwichtig gespreid onderwijsaanbod in de stad Amsterdam. Het RPO heeft ook voor het VOvA gevolgen. Welke dit zijn en wat dit concreet betekent voor onze scholen, beschrijven we hieronder aan de hand van de vier windrichtingen. West Als het gaat om het Westburg College dan gaan we als VOvA deze school positioneren naar eigenheid, gedrag en onderwijsinhoud binnen een te ontwikkelen Beroepscollege West. Onze samenwerkingspartner hierin is de Esprit Scholengroep waarbij naast het Westburg dus de Esprit scholen: NOVA College en het Marcanti College, betrokken zijn. Op deze manier willen we in West een evenwichtig (vmbo-)aanbod creëren. Ook het mbo is bij deze ontwikkelingen aangesloten als gesprekspartner om te zorgen voor een nog betere aansluiting op het mbo. Het gaat hier dan met name om de mbo-vestigingen in West. De sectoren Techniek en Zorg zijn hierbij het best vertegenwoordigd, met voor de zorg een mooie nieuwbouwlocatie op de Laan van Spartaan. Oost Er zijn allerlei initiatieven om te onderzoeken hoe het Stelle College (nu nog op de Mr. Treublaan) vorm kan krijgen door een toekomstige vestiging op Zeeburgereiland. Dit zal in 2012 verder worden uitgewerkt. In 2011 is besloten om de LUCA Praktijkschool definitief aan het Javaplantsoen te vestigen. Om dit verblijf daadwerkelijk duurzaam voor praktijkonderwijs te maken, is besloten tot een verbouwing. In 2011 is - in goed overleg met gemeente en in afstemming met de scholen voor praktijkonderwijs - een begin gemaakt met deze plannen. Zuid In 2011 is de voorbereiding gestart om te komen tot een nieuw horecavakcollege; een samensmelting van de Hubertus Vakschool en De Berkhoff op een nieuwe locatie aan de Kop Zuidas (bij de Rai). Om een mooi concept te kunnen creëren, wordt vanuit het VOvA en de twee scholen nu al de tijd genomen om personeel, aanbod en leeromgeving op elkaar af te stemmen en de ambitie te bepalen. Jaarstukken Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 2011 3
De Tobiasschool is een Vrijeschool voor het vmbo, nevenvestiging zorg. Een school met een eigen karakter en een specifieke doelgroep: leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben met het leren en/of de ontwikkeling. De school heeft een enorme groeipotentie en heeft ieder jaar te maken met een wachtlijst. Het stadsbestuur erkent het belang van de Tobiasschool en het belang van de opvang van deze doelgroep. Daarom is medewerking toegezegd bij de vernieuwbouw van deze locatie waarin groei mogelijk is. In 2011 is dit vernieuwbouwproject opgestart, realisatie staat gepland voor eind 2013. De Tobiasschool is op 1 september 2011 gestart met de implementatie van het examenprogramma Intersectoraal. Dit op verzoek van de inspectie. Noord Een prachtig resultaat voor het VOvA in 2011 is de realisatie van het Hyperion Lyceum. In augustus 2011 is deze nieuwe school gestart met 2 eerste klassen. Voorbereiding hiervoor heeft plaatsgevonden in 2010, waarbij een topconcept voor hoogwaardig onderwijs is ontwikkeld. Het Hyperion Lyceum is ontwikkeld als antwoord op het verlichten van de druk op de populaire gymnasia. Dit is gebeurd in nauwe samenwerking met de 4 samenwerkende gymnasia en het Amsterdams Lyceum. De kracht van het Hyperion ligt met name in de uitdaging van het onderwijsaanbod: de drie nieuwe vakken Logica en Argumentatieleer, Grote Denkers en Lifestyle Informatics. Deze vakken zijn in niet alleen nieuw voor Amsterdam, maar ook landelijk. Voor de ontwikkeling hiervan is samenwerking gezocht met universiteiten. Met de komst van het Hyperion Lyceum is ook meteen een start gemaakt met de voorbereiding van het neerzetten van het Bredero Lyceum als een sterke havo-school met een Havo+ profiel. In 2011 is de Bredero Mavo officieel als school met een ICT-profiel aangewezen door OCW, waarbij de Bredero Mavo de enige school in Noord-Holland is die ICT als examenvak mag aanbieden. Voor deze school stond 2011 verder met name in het teken van de voorbereiding voor de nieuwbouw. Met de verhuizing naar het CAN-gebied, samen met het mbo College Noord van het ROCvA, is de doorlopende leerlijn gegarandeerd en liggen er mooie kansen voor de toekomst. Het Bredero Beroepscollege heeft al een fysieke samenwerking met het mbo. In 2010 werd daar het Vakmanschapscollege van het ROCvA gevestigd. In 2011 is deze samenwerking verder doorontwikkeld, waarbij met name ingezet is op samenwerking in de sector techniek. De school heeft in 2011 ook een start gemaakt met een vernieuwde profilering in de sector Economie (intersectoraal). ROC Op Maat Het VOvA kent nog twee locaties van ROC Op Maat, in West en in Zuidoost. Voor beide locaties geldt dat er in 2011 wederom sprake was van een lichte groei. ROC Op Maat Zuidoost heeft tevens een nieuw profiel aan het aanbod toegevoegd: sport. In 2011 is ingezet op een goede samenwerking met de mbo-opleidingen van het ROCvA in het kader van de voorbereiding rond de entree-voorziening. ROC Op Maat wordt gezien als een belangrijke opvang voor een zeer specifieke doelgroep: (zwaar) overbelaste leerlingen tussen 16 en 23 jaar). Gezegd kan worden dat er in 2011 succesvol invulling is gegeven aan de contracten die zijn afgesloten met de gemeente in het kader van de plusgelden. Kwaliteit en rendement Op het gebied van het verbeteren van kwaliteit en rendement in de klas zijn in 2011 ook veel stappen gezet in realisatie. De scholen zijn meer planmatig gaan werken en hebben allemaal een verbeterplan opgesteld op (schoolspecifieke) aandachtspunten met betrekking tot de kwaliteit van hun onderwijs. Tevens is er een VOvA-breed zorgplan geïmplementeerd met daarbij een doorvertaling per school in een eigen zorgplan. Ook hebben alle scholen een plan van aanpak opgeleverd voor de invoering van taal en rekenen om te komen tot de vereiste referentieniveaus in 2014. Op de scholen beneden t IJ zijn in 2011 toetsexperts aangesteld. Deze experts moeten de kwaliteit op toetsen borgen met als doel het rendement op de examens te verhogen. De Bredero-scholen worden in 2012 ook aangehaakt bij dit project. Alle scholen van het VOvA hebben het basisarrangement van de inspectie gekregen. Daarnaast is er in 2011 ook een aanzienlijke verbetering gerealiseerd ten aanzien van het naleven van de leerplicht. De resultaten na de 2 e quickscan meting in 2011 heeft geresulteerd in: 10 scholen op groen en 2 op oranje. Jaarstukken Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 2011 4
Met betrekking tot de personele organisatie kan geconcludeerd worden dat er in 2011 veel is gerealiseerd. Zo is de functioneringssystematiek (PDCA-cyclus) ingevoerd en is de functiemix verder uitgerold. Op 1 augustus is de nieuwe streeforganisatie op managementniveau geïmplementeerd. Voor het OP- en OOP-deel wordt dit in 2012 verder uitgewerkt. Alle bevoegdheden zijn in kaart gebracht en er zijn afspraken gemaakt om te komen tot bevoegd personeel. Op het gebied van ziekteverzuim behaalde het VOvA goede scores, we bleven op de 5,0%. Tot slot is Magister, een nieuw leerlingvolgsysteem c.q. leerling-administratie systeem, ingevoerd. Alle voorbereidende werkzaamheden zijn in 2011 verricht, zodat in januari 2012 gestart kon worden. Horizontale verantwoording Er is door de inspectie en de overheid aangegeven, dat het onderwijs transparanter moet worden naar de buitenwereld. Het VOvA heeft aan deze horizontale verantwoording meegewerkt op verschillende niveaus. Zo is elke school opgenomen in Vensters voor Verantwoording, en daarmee samenhangend ook het Schoolkompas (Amsterdam was pilot voor dit keuze instrument). Ieder jaar worden er ouder- en leerling-enquêtes gehouden, ook met betrekking tot veiligheid. Het medewerkers tevredenheids onderzoek vindt één keer in de twee jaar plaats en staat gepland voor 2012. Terugkijkend op 2011 kunnen we concluderen dat het een bewogen jaar is geweest waar het VOvA goede stappen heeft gezet met de focus op: kwaliteit, samenwerking en de profilering. Hiermee sluiten de scholen van het VOvA direct aan bij wat de doelstellingen zijn van OCW, VO Raad en de gemeente Amsterdam voor het voortgezet onderwijs. We hopen u door dit jaarverslag meer inzicht te geven in de scholengroep VOvA. In hoofdstuk 4 treft u het financiële deel aan. Jaarstukken Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 2011 5
1. Bestuur en organisatie van het Voortgezet Onderwijs van Amsterdam Het VOvA staat voor goed onderwijs waar de leerling zich optimaal kan ontwikkelen, een leuke en veilige schooltijd heeft, met als resultaat het hoogst haalbare diploma en een goede doorstroom naar het vervolgonderwijs (mbo, hbo, wo), dan wel de arbeidsmarkt. Tevens wil het VOvA een krachtige partner zijn voor relevante partijen. Onze onderwijsfocus De loopbaan van de leerling staat centraal. De loopbaan, de individuele route waarin de leerling steeds weer een volgende stap zet in zijn/haar persoonlijke groei. Wij maken dat mogelijk door kwaliteitsonderwijs en optimale begeleiding in de route. Ons motto hierin is dat de docent het verschil maakt. Onze waarden Kleinschalig, veilig en authentiek. Bij ons ligt de nadruk op binding en het familiegevoel : betrokkenheid zowel binnen de school, als binnen de scholengroep. We hechten waarde aan persoonlijke benadering, kwaliteit, zorg en zorgvuldigheid. Omgangswaarden zijn belangrijk voor het leerklimaat: samen leren, vanuit ieders kracht. We staan midden in de samenleving. Bij de inrichting van de organisatie en het beleid werken wij volgens de normen van de Code Goed Onderwijsbestuur voor het Voortgezet Onderwijs 1.1 Kernactiviteiten Het Voortgezet Onderwijs van Amsterdam heeft een volledig (voortgezet) onderwijsaanbod in huis: van praktijkonderwijs tot voorbereidend wetenschappelijk onderwijs. Het onderwijs wordt gegeven op 12 scholen, verspreid over de gehele stad Amsterdam. 1.2 Organisatie en bestuur De stichting ROC van Amsterdam is statutair bestuurder van de Samenwerkingstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam. Met ingang van 1 januari 2011 heeft er een naamsverandering plaatsgevonden van Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs ROCvA naar Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam (VOvA). Het VOvA richt zich op de continuïteit en verdere ontwikkeling van breed openbaar voortgezet onderwijs in Amsterdam. De Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam heeft een statutair bestuur dat wordt gevormd door de statutair te Amsterdam gevestigde stichting: Stichting Regionaal Opleidingencentrum van Amsterdam en omstreken. Het bestuur oefent de functies uit die zijn toegekend aan het bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 onder c van de Wet op het voortgezet onderwijs. De stichting kent voorts een titulaire directie en een raad van advies. Het bestuur bestuurt de stichting. Het bestuur is statutair belast met alle uit de wet en de statuten voortvloeiende verplichtingen, voor zover deze niet gemandateerd zijn aan de directie. Voor bevoegdheden die het bestuur niet aan de directie heeft gemandateerd geldt dat de directie belast is met de voorbereiding en de uitvoering van de besluitvorming en het bestuur het besluit vaststelt. Het ROCvA heeft een eigen raad van toezicht. Deze houdt toezicht op de gang van zaken binnen het ROCvA en op de werkzaamheden van het ROCvA. Eén van die werkzaamheden van het ROCvA is het statutair besturen van het VOvA. Dit betekent dat de raad van toezicht van het ROCvA toezicht houdt op de werkzaamheden die het ROCvA verricht als bestuurder van de het VOvA. De VOvA heeft geen eigen raad van toezicht. De Samenwerkingsstichting VOvA houdt een elftal scholen voor voortgezet onderwijs in stand onder de volgende vier brinnummers, te weten: 1. 21 AS 2. 14 RL 3. 09 VK 4. 00 EF Het bestuur van de Samenwerkingsstichting VOvA bestaat uit Ricardo Winter en Gerrit Vreugdenhil, beiden lid van de Raad van Bestuur ROCvA e.o. De centrale directie bestaat uit Lotte Neuhaus (lid, verantwoordelijk voor de scholen beneden het IJ) en Sandra Newalsing (lid, verantwoordelijk voor de Bredero-scholen). De centrale directie vergadert 1 keer per 2 weken. Jaarstukken Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 2011 6
De Raad van Advies bestaat uit Margo Andriessen, Koen Kool, Mohammed Baba, Jan van Lissum. Zij bestaat uit 4 leden en een voorzitter. Zij adviseert over het algemeen beleid en kwaliteitszorg en kan daarnaast ongevraagd aan de directie advies uitbrengen. Binnen het VOvA bestaat een taakverdeling tussen bestuur en directie. Naast het ROCvA als statutair bestuurder is er de centrale directie die de taken en bevoegdheden heeft als omschreven in de WVO (wet op het voortgezet onderwijs). De centrale directie is belast met de dagelijkse leiding en de voorbereiding en uitvoering van de besluiten van de statutair bestuurder. Deze is belast met taken die niet zijn toebedeeld aan de centrale directie en voorts is de statutair bestuurder belast met het houden van toezicht op de wijze van taakuitoefening door de centrale directie. Via de begroting van het VOvA en de jaarrekening heeft, sinds de bestuursoverdracht van het Bredero College, ook de gemeente (stadsdeel Noord) een toezichthoudende rol. Elke school heeft 1 tot 2 schoolleiders of opleidingsmanagers die de dagelijkse gang van de school leiden. Er is een managementoverleg van de Bredero-scholen en van de scholen beneden het IJ. Daarnaast is er een gezamenlijk managementoverleg. In het bedrijfsbureau is de ondersteuning georganiseerd, dat bovenschools wordt uitgevoerd. Er zijn de volgende afdelingen: HRM, Financiën, Leerlingadministratie, Facilitaire dienstverlening, ICT, Onderwijskwaliteit en Kwaliteitszorg, PR en Communicatie. Er worden beperkte specialistische diensten ingekocht bij de centrale diensten van het ROCvA zoals het verzorgen van de salarisadministratie, ondersteuning nieuwbouw, etc. 1.3 Organogram Raad van Toezicht = toezichthouder houden Raad van Bestuur = bestuurder Koepel = Bestuurder RvT Koepel = Bestuurder RvT College van Bestuur= bestuur = Bevoegd gezag Koepelstichting Koepel = RvT Bestuurder Koepel = Bestuurder RvT College van van bestuur Bestuur = Bevoegd gezag gezag CMR/ WMR ROCvA CMR / WMR ROCvA Stichting ROC van ROC Amsterdam van Amsterdam MR MR ROCF ROCF Stichting ROC Flevoland ROC Flevoland Onderwijsinstelling ROC Flevoland Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs Jaarstukken Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 2011 7
2. Onderwijs: kerncijfers en gevoerd beleid 2.1 Samenwerking met derden Het VOvA heeft zeer goede contacten met het vervolgonderwijs. In de eerste plaats natuurlijk met het ROC van Amsterdam waarbij de overstap van ons vmbo naar het mbo eenvoudiger is. Maar ook werken wij vanuit de Bredero Mavo, het Bredero Lyceum en het Hyperion Lyceum ook nauw samen met het hbo en de universiteiten in Amsterdam. Verder hebben de afzonderlijke scholen goed contact met het basisonderwijs. Het VOvA neemt deel aan verschillende structurele (school)overstijgende overleggen op stedelijk niveau. Het Overleg Schoolbesturen Voortgezet Onderwijs (OSVO) en de Gemeente Amsterdam De Samenwerkingsverbanden 28.1 en 28.2 en de regionale directeurenoverleggen Het Samenwerkingsverband Praktijkonderwijs Amsterdam (SPA) Het stedelijk overleg voor nevenvestigingen zorg 2.2 Onderscheidend aanbod De Hubertus Vakschool en de Berkhoff zijn beide horecavakscholen en uniek in Amsterdam en omstreken. De Hubertus Vakschool biedt een tweetalig traject in het Vmbo aan. De Tobiasschool is gericht op een specifieke doelgroep (leerlingen in autistisch spectrum) waarbij de expertise die aangeboden wordt, bijzonder is. Datzelfde geldt ook voor de beide locaties van ROC Op Maat, gericht op leerlingen met gestapelde problematiek, zwaar overbelaste jongeren. Praktijkschool LUCA bedient met 5 andere scholen in Amsterdam de markt voor praktijkonderwijs. Plaatsing geschiedt op basis van indicering van de leerling. Ook de opleidingen van het Stelle College (SDV) en het Westburg College met de profielen SDV, KCM, binnen intersectoraal) zijn, onderscheidend in Amsterdam. Voor de Bredero-scholen als geheel geldt dat het aanbod per definitie onderscheidend is vanwege haar denominatie. De Bredero-scholen zijn het enige openbaar voortgezet onderwijs in Amsterdam Noord. De Bredero Mavo heeft sinds 2011 definitief een ICT-profiel waar leerlingen examen in doen. Het Hyperion Lyceum biedt atheneum+ en gymnasium aan met specifieke vakken voor een plus-niveau. 2.3 Nieuw aanbod Het VOvA maakt gebruik van haar wettelijke mogelijkheden en biedt naast de reguliere onderwijssoorten, het AKA (arbeidsmarkt gekwalificeerd assistent) traject en de nieuwe leergang VM 2 aan. Alle opleidingen van het VOvA kennen ondersteunende concepten, zoals het werken in praktijkruimten en simulaties voor iedere onderwijssoort. Voorbeelden zijn o.a. de reproductiewerkplaats voor ROC op Maat en voor het Praktijkonderwijs, de restaurants, (reis)winkels, meeting points en kantoorsimulaties voor het VMBO. In Villa Bredero leiden HAVO en VWO leerlingen een onderzoek- en voorlichtingscentrum voor de woonwijken in Noord. 2.4 Verdeling van het aanbod De onderwijssoorten van het VOvA zijn niet gelijk verdeeld. Het grootste aandeel van het aanbod bestaat uit de leerwegen VMBO basis en kaderberoepsgericht. Bijna de helft van de leerlingen van de VOvA scholen, bevindt zich in een van deze twee leerwegen van het VMBO. Het Bredero Lyceum, met het aanbod HAVO, VWO en Gymnasium, bedient 22% van het totaal aantal leerlingen. Het aandeel voor VMBO theoretisch is 12%. Het AKA aanbod wordt door 12% van de leerlingen gevolgd. Hierbij zijn alle leerlingen van de Tobiasschool meegerekend. Het praktijkonderwijs sluit de rij met een aandeel van 4%. Jaarstukken Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 2011 8
Aanbod Percentage leerlingen havo/vwo 23% vmbo basis en kader 49% vmbo theoretisch 12% aka 12% praktijkonderwijs 4% totaal 100% Onze schoollocaties Onderstaand overzicht geeft aan welke onderwijssoorten, sectoren en profielen het VOvA aanbiedt. Schoollocatie Onderwijssoort Sector/profielen De Berkhoff Bredero Beroepscollege Vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerweg Vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerweg Horeca, Brood & Banket Techniek, Economie (incl. Horeca, Toerisme & Voeding) Bredero Lyceum Havo/atheneum/gymnasium Natuur en Techniek Natuur en Gezondheid Economie en Maatschappij Cultuur en Maatschappij Bredero Mavo Vmbo theoretische leerweg Alle sectoren en ICT profiel. Hubertus Vakschool Hyperion Lyceum Vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerweg Tweetalig onderwijstraject VM2 Atheneum / gymnasium Horeca, Toerisme, Brood & Banket LUCA Praktijkschool Praktijkonderwijs Werken: in de Horeca, Zorg & Welzijn, Techniek, Magazijnen, Groen ROC Op Maat West Arbeidsmarkt Kwalificerend Assistent (MBO 1) voor risicogroepen Zorg & Welzijn, Economie & Handel, Techniek, Horeca ROC Op Maat Zuidoost Arbeidsmarkt Kwalificerend Assistent (MBO 1) voor risicogroepen Zorg & Welzijn, Economie & Handel, Techniek Stelle College Tobiasschool Westburg College Vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerweg VM2 Vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerweg / AKA Nevenvestiging Zorg Vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerweg Handel & Administratie Handel & Verkoop Sport, Dienstverlening & Veiligheid Uiterlijke Verzorging ICT Economie, Techniek, Zorg & Welzijn Commercie & Dienstverlening (keuze uit 3 richtingen: Ondernemen & Administratie, Sport & Veiligheid, Media & Cultuur) Jaarstukken Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 2011 9
2.5 Percentages leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) Het leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) is bedoeld voor leerlingen die extra begeleiding nodig hebben in één van de leerwegen van het VMBO. Het gemiddelde percentage LWOO leerlingen tussen de 20% (Bredero Mavo/Vmbo TL) en 67% (Bredero Beroepscollege). Percentage LWOO naar VMBO onderdeel School Percentage LWOO De Berkhoff 65% Hubertus Vakschool 44% Stelle College 65% Westburg College 64% Bredero Beroepscollege 67% Bredero Mavo 20% 2.6 Toegankelijkheid en toelatingsbeleid In Amsterdam zijn afspraken gemaakt over de toelating van leerlingen. Deze afspraken zijn voor kinderen, die van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs gaan, vastgelegd in de Kernprocedure 1. Toelating van leerlingen die van een andere school voor voortgezet onderwijs komen, is afhankelijk van het oordeel van de plaatsingscommissie van de school. Doorslaggevend daarbij is het intakegesprek en/of het advies van de vorige school of instantie. Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, hebben recht op leerweg ondersteunend onderwijs, leerlingen van praktijkschool LUCA hebben een pro-beschikking nodig. Leerlingen met een handicap, stoornis of beperking kunnen extra onderwijs en extra begeleiding krijgen. De plaatsingscommissie besluit of de school in staat is de gevraagde zorg te bieden. In overeenstemming met de wet Leerling Geboden Financiering (LGF) onderdeel van de wet op de regionale expertise centra is het volgende beleid vastgesteld. In het kader van het recht op keuzevrijheid en de toenemende vraag naar integratie van leerlingen met een beperking in de samenleving, kunnen ouders van kinderen met een onderwijsbeperking en/of handicap kiezen voor het regulier voortgezet onderwijs in plaats van het speciaal voortgezet onderwijs. Het recht op een vrije onderwijskeuze betekent niet dat kinderen met een handicap automatisch op een reguliere school voor voortgezet onderwijs geplaatst kunnen worden. De aard en zwaarte van de onderwijsbeperking en/of handicap en de feitelijke (on)mogelijkheden binnen de school kunnen een reden vormen om een plaatsingsverzoek niet te honoreren. 2.7 Leerlingaantal. School 01-10-2009 01-10-2010 01-10- 2011 De Berkhoff 268 253 245 Hubertus Vakschool 236 245 252 LUCA Praktijkschool 121 116 123 ROC Op Maat West 103 104 108 ROC Op Maat Zuidoost 114 133 104 Stelle College 325 300 312 Tobiasschool 121 135 130 Westburg College 217 226 179 Bredero Beroepscollege 497 470 409 Bredero Mavo 441 403 355 Bredero Lyceum 596 639 605 Hyperion - - 40 Totalen 3.039 3.024 2.862 Jaarstukken Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 2011 10
In 2011 bezochten in totaal 2.862 leerlingen het onderwijs van de scholen van het VOvA. De deelname aan het Vmbo laat in 2012 opnieuw een dalende tendens zien (- 5%). Ook de scholen in Amsterdam Noord hebben te maken gehad met daling van het aantal leerlingen in het Vmbo.. De Bredero-scholen trekken voornamelijk leerlingen uit Amsterdam Noord; de scholen ten zuiden van het Y hebben ofwel een buurtfunctie zoals de LUCA Praktijkschool en het Westburg College, ofwel een stedelijke functie zoals de beide ROM-scholen en de Tobiasschool. De beide horecavakscholen trekken ook leerlingen van buiten de stad. Deze landelijke en stedelijke daling in het Vmbo is het gevolg van de autonome daling van leerlingen en ook voor 2011 een verschuiving van het Cito advies van Vmbo naar Havo en Vwo. De Vmbo scholen van het VOvA hebben hun marktpositie beneden het Y kunnen handhaven. 2.8 Onderwijskundige en onderwijsprogrammatische zaken Onderwijsagenda 1 De Vmbo-scholen hebben een verbeterplan 2009 2014 opgesteld om het pedagogisch/didactisch handelen in de klas te versterken en verbeteren. In 2011 is de nadruk gelegd op het verbeteren van het rendement en het rekening houden met (cognitieve) verschillen in de klas. In dit kader zijn de volgende activiteiten uitgevoerd: invoering van toetsen op gebied van taal en rekenen, aandacht voor taal en rekenen bij de andere vakken en de plek in het lesrooster en extra ondersteuning voor leerlingen met grote achterstanden. De scholen hebben een eigen uitwerking van het zorgplan gemaakt met daarin een uitwerking van de taken de rollen in het kader van algemene en specifieke zorg. De scholen met grote verschillen tussen centraal examen en schoolexamen hebben verbeterplannen gemaakt. Het aantal leerlingen dat een maatschappelijke stage heeft gelopen is met 50% toegenomen ten opzichte van 2010. Deze activiteiten zijn uitgevoerd met behulp van leerplusmiddelen t.b.v. de inzet van functionarissen zorg, pedagogisch medewerkers, verzuimcoördinatoren, opvanglokaal en verkleining van klassengrootte. Enkele projecten m.b.t. programmatische ontwikkeling zijn: intersectoraal examenprogramma voor de Tobiasschool en techniek breed voor het Bredero Beroepscollege, Het techniekonderwijs voor het Bredero Beroepscollege is in samenwerking met het mbo in het kader van het Vakmanschapscollege organisatorisch verder vormgegeven, Het Stelle College participeert samen met het mbo in de ontwikkeling van een programma voor facilitair management. Het Bredero Lyceum ontwikkelt een elektronische leeromgeving met leermateriaal (E Klas en PAL Student) in samenwerking met in het kader van de middelen innovatie impuls onderwijs van OCW. De Bredero-scholen nemen deel aan het programma Meesterdocent aan zet! in samenwerking met Hogeschool INHolland (Krachtig Meesterschap). Hyperion Lyceum Het Hyperion Lyceum is het antwoord op het tekort aan gymnasiumplekken in Amsterdam. Hiervoor zijn een lessentabel en een programma gemaakt evenals een docententeam geformeerd. Het programma is gericht op leerlingen die extra uitdagingen wensen en nodig hebben op VWO+ niveau. Er kan gekozen worden voor een gymnasium programma en voor een atheneum+ programma. Er is gestart met 40 leerlingen in het eerste leerjaar. Hyperion groeit na 2012 door naar een volledige school met een apart gebouw. 1 De onderwijsagenda sluit aan bij de regeling kwaliteit Voortgezet Onderwijs, art 2, lid 2 t.b.v. de beleidsprioriteiten en ambities: verbetering taal- en rekenprestatie, een passende kwalificatie voor alle leerlingen en zwakker scholen weer goed/ goede scholen weer beter, alle leerlingen volgen een maatschappelijke stage, meer ruimte voor de leraar en goed en betrouwbare examens. Jaarstukken Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 2011 11
2.9 Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg wordt uitgezet volgens het INK model. De resultaten en de voortgang worden per kwartaal besproken (Q gesprekken) tussen management en directie. Er zijn aspect audits uitgevoerd die gericht waren op het taal- en rekenonderwijs en differentiatie in de lessen. De kwaliteitszorg is tevens gekoppeld aan de onderwijsagenda. De jaarplannen voor de scholen, de directie en het bedrijfsbureau zijn ingepast in een integraal meerjarenplan kwaliteitszorg. De uitvoering van de horizontale verantwoording is verder ontwikkeld in Vensters voor Verantwoording een systeem waarin de kerncijfers en resultaten van de scholen is opgenomen. Daarnaast doen de scholen van het VOvA mee aan Schoolkompas waarin de kerncijfers, schoolresultaten en enquête resultaten tevredenheid zijn opgenomen. 2.10 Interne beheersing (PDCA cyclus) Het bestuur heeft een toezichthoudende rol en komt acht keer per jaar bij elkaar. Per kwartaal is er een gesprek over de uitvoering van het managementcontract gekoppeld aan het jaarpan VOvA. De controlefunctie is blijvend versterkt gezien de financiële resultaten in het verleden. Maandelijks is er een overzicht van de uitputting van de personeelsmiddelen gekoppeld aan het formatieplan. Per locatie en per kwartaal is er controle op de kosten. In 2011 is een financiële meerjarenraming opgesteld. In 2011 heeft de uitrol en implementatie plaatsgevonden van het ontwerp managementstructuur en het bijbehorende functiebouwwerk. 2.11 Beoordeling van de opbrengsten en examenresultaten Hubertus Vakschool Leerweg Inspectieoordeel % geslaagden 2009 t/m 2011 2011 basis voldoende 100,0 Opmerkingen kader onvoldoende 97,9 De Berkhoff basis voldoende 94,4 kader voldoende 96,5 Tobiasschool basis geen oordeel geen gegevens Tot 1-8-2011 geen Vmbo programma Aka diploma s: 26 Stelle College basis voldoende 90,9 kader voldoende 95,0 Westburg College basis geen oordeel 94,9 Tot 1-8-2011 gekoppeld aan kader geen oordeel 100,0 Stelle Bredero Mavo theoretische onvoldoende 81,5 leerweg Bredero Lyceum havo onvoldoende 64,6 vwo onvoldoende 75,0 Bredero Beroepscollege basis voldoende 89,1 ROC Op Maat West ROC Op Maat Zuidoost kader voldoende 90,6 nvt nvt Geslaagden aantal diploma s AKA 83 Idem 82 Jaarstukken Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 2011 12
2.12 Bestrijden voortijdig schoolverlaten Het VOvA heeft het VSV convenant ondertekend en spant zich in om per schooljaar een reductie van 10 % te realiseren. SCHOOL Hubertus Vakschool De Berkhoff 14RL(Westburg College, Stelle College, Tobiasschool en ROM's *) Bredero Beroepscollege Bredero Lyceum Bredero Mavo gerealiseerd 2008/09 2009/10 2010/11 totaal aantal vsv-ers 13 19 10 in % van het aantal leerlingen 4,8% 8,1% 4,10% Toe-/afname van aan vsv-ers 2 6-9 streefcijfer maximum aantal vsv-ers 17 15 13 gerealiseerd totaal aantal vsv-ers 4 9 8 in % van het aantal leerlingen 1,4% 3,4% 3,2% Toe-/afname van aan vsv-ers -12 5-1 streefcijfer maximum aantal vsv-ers 13 11 10 gerealiseerd totaal aantal vsv-ers 78 80 81 in % van het aantal leerlingen 9,4% 9,9% 10% Toe-/afname van aan vsv-ers -24 2 1 streefcijfer maximum aantal vsv-ers 86 76 65 gerealiseerd totaal aantal vsv-ers 45 31 45 in % van het aantal leerlingen 2,7% 2% 3% Toe-/afname van aan vsv-ers -1-14 14 streefcijfer maximum aantal vsv-ers 54 48 41 *) Het hoge aantal VSV ers bij de ROM s is het gevolg van het feit dat de ROM s de laatste opvangmogelijkheid is voor leerlingen met verzuimproblematiek. De opleiding wordt afgesloten met een diploma op AKA niveau dat volgens de definitie van VSV niet geldt als afgesloten opleiding op startkwalificatie niveau Mbo 2. 2.13 Huisvesting Om voor elke leerling goede huisvesting te realiseren is er een uitgebreid huisvestingsprogramma in samenwerking met het facilitair bedrijf van het ROC van Amsterdam. Voor de Tobiasschool is in 2011 het definitief ontwerp afgerond. Naar verwachting kan in 2012 met de bouw begonnen worden. De oplevering van de school is voorzien in december 2013. Het gebouw op de Kop Zuidas voor de Hubertus Vakschool en de Berkhoff kan zomer 2014 in gebruik worden genomen. In 2011 is de bouw/omgevingsvergunning afgegeven en is een aannemer geselecteerd. De start van de bouw in 2012 is afhankelijk van voorbereidingen in verband verplaatsing van de telefooncentrale die nu nog op de plek van het geplande gebouw staat. Het onderzoek t.b.v. structurele verbetering van het gebouw Javaplantsoen voor de LUCA Praktijkschool heeft in 2011 geleid tot bijstelling van de plannen. De start van de verbouwing is voor 2012 gepland. De bouw van de nieuwe school samen met het mbo voor Bredero Mavo is in 2011 vrijwel afgerond. Conform planning wordt het gebouw zomer 2012 betrokken. Als gevolg van het afstoten van het gebouw Meeuwenlaan 136 zullen de leerlingen van de kaderberoepsgerichte leerweg samen met die van de basisberoepsgerichte les krijgen in het gebouw Meeuwenlaan 132. Hierdoor is een logischer aanbod ontstaan in de vorm van het Bredero Beroepscollege samen met het Vakmanschapscollege van het Mbo. In 2012 wordt dit verder uitgewerkt. Het Hyperion Lyceum is in het schooljaar 2011-2012 te gast bij het Bredero Lyceum. Tijdelijke unitbouw op Overhoeks is in 2011 in voorbereiding gegaan. Het gebouw wordt met start schooljaar 2012-2013 in gebruik genomen. Jaarstukken Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 2011 13
3. Personeel: kerncijfers en gevoerd beleid 2 3.1 Kerncijfers Tabel 3.1 Gemiddeld ziekteverzuim 2011 2010 2009 Incl. langdurig zieken 4,95% 5,00% 6,00% Excl. langdurig zieken 4,50% 4,10% Tabel 3.2 Personeelsopbouw Verhouding in WTF / FTE op 31 december 2011. 2011 2011 in % 2010 2010 in % OP en OOP-direct 281,6 77,0% 284 77,2% OOP-indirect 58,3 15,9% 63 17,1% Management/directie 25,9 7,1% 21 5,7% Totaal 365,8 100,0% 368 100,0% Tabel 3.3 Vast en flexibel De verhouding vaste- versus flexibele contracten in Wtf (werktijdfactor) op 31 december 2011. 2011 In % 2010 in % Flexibel 61,2 16,7% 48 13,1% Vast 304,6 83,3% 320 86,9% Totaal 365,8 100,0% 368 100,0% Tabel 3.4 Leeftijdsopbouw versus contracttype in Wtf per leeftijdscategorie op 31 december 2011. 2011 18-24 25-34 35-44 45-54 55+ Totaal Totaal 3,8 55,85 67,65 109,44 129,11 365,85 Vast 0 36,12 51,54 94,25 122,72 304,63 Flexibel 3,8 19,73 16,11 15,19 6,39 61,22 Verhouding vast vs flexibel 0% 64,7% 76,2% 86,1% 95,1% 83,3% Verdeling 1,0% 15,3% 18,5% 29,9% 35,3% 100,0% 2010 ter vergelijking 18-24 25-34 35-44 45-54 55+ Totaal Vast 0 38,1 60,6 104,4 116,5 320 Flexibel 3,9 12,7 12,9 14,9 3,8 48 Verhouding 0% 75% 82,5% 87,5% 96,8% 86,9% Verdeling 1,0% 13,9% 20,0 32,4% 32,7% 100,0% Tabel 3.5 Verhouding man/vrouw in Wtf op 31 december 2011. 2011 In % 2010 in % Man 189,8 51,9% 174 47,2% Vrouw 176,0 48,1% 194 52,8% Totaal 365,8 100,0% 368 100,0% 2 In deze formatie is de gedelegeerd bestuurder niet opgenomen voor het gedeelte dat hij voor het VOvA werkzaam is. Verder vindt een vertekening plaats daar enkele schoolleiders nog lesuren verzorgen. Dit gedeelte is niet onder de OP formatie geplaatst. Dat geldt des te meer bij het opdelen van de werkzaamheden van de teamleiders. Deze staan geheel in de managementfunctie vermeld Jaarstukken Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 2011 14
3.2 Gevoerd beleid 3.2.1 Realisatie functiemix In 2010 is de realisatie van de functiemix voortvarend ter hand genomen. In 2009 was het functie profiel voor de LC functie al vastgesteld. Het profiel voor de LD functie is tevens vastgesteld. Per scholen zijn de gerealiseerde percentages opgenomen. Startend in het najaar van 2009 tot heden zijn er in totaal 4 tranches uitgerold voor de functie van docent LC en 1 tranche voor de functie van LD. In onderstaande overzichten zijn de resultaten per brinnummer en school opgenomen. Aan de hand van de 0-meting op 1 oktober 2008 tot en met de 4-meting op 1 oktober 2011 is de groei in percentages uitgedrukt. Vervolgens is dit afgezet tegen het streefcijfer dat op 1 augustus 2011 gerealiseerd moet zijn in de geelgemarkeerde vlakken. Op basis van de realisatie moeten de percentages nog te realiseren in 2012 en 2013 nog worden aangepast. In het voorjaar 2011 is in overleg met de GMR afgesproken dat de streefcijfers voor de LDfunctie werden ingeruild voor LC-functies. De voorwaarde van de GMR om hiermee akkoord te gaan, was dat voor 1 januari 2012 een 2e tranche LD-functies gericht op de Vmbo-scholen zou worden uitgerold. Dit heeft geresulteerd in slechts een tweetal sollicitatieprocedures, een bij de Tobiasschool en een bij het Bredero Beroepscollege. Bredero College 21AS LB LC LD 0-meting 1-10-2008 76,68% 13,23% 10,09% 1-meting 1-1-2010 66,33% 24,64% 9,04% 2-meting 1-9-2010 56,95% 33,89% 9,16% 3-meting 1-1-2011 47,44% 37,99% 14,57% 4-meting 1-10-11 37,43% 44,54% 18,03% Streefcijfer 2011 37% 45% 18% Verschil realisatie tov streefcijfer 2011 +0,43% -0,46% +0,03% Streefcijfer 2014 19% 56% 25% Te realiseren in 2011 3% 2% Te realiseren in 2012 4% 2% Te realiseren in 2013 4% 3% Bij het Brinnummer 21AS Bredero College realiseren wij het beoogde LD streefcijfer en blijft het beoogde LC streefcijfer marginaal achter. Echter niet binnen elke locatie van het Bredero College blijken tot op heden docenten benoembaar op LD niveau. Daar het LC streven evenzeer licht achterblijft en dit de kweekvijver zou moeten zijn voor doorgroei naar de LD functie, is onderzoek en evaluatie wenselijk. De Berkhoff 09VK LB LC LD 0-meting 1-10-2008 85,19% 14,81% 1-meting 1-1-2010 84% 16% 2-meting 1-9-2010 66,24% 33,75% 3-meting 1-1-2011 50,53% 49,47% 4-meting 1-10-2011 54% 46% Streefcijfer 2011 54% 43% 3% Verschil realisatie tov streefcijfer 2011 0% +3% -3% Streefcijfer 2014 35% 53% 12% Te realiseren in 2011 3% 3% Te realiseren in 2012 3% 3% Te realiseren in 2013 4% 3% Bij het Brinnummer 09VK De Berkhoff overschrijden wij de beoogde streefformatie voor de LC functie met 3% en blijft de beoogde streefformatie LD met 3% achter. Er is een vacature LD uitgezet, deze is tot op heden niet ingevuld. Jaarstukken Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 2011 15
Hubertus Vakschool 00EF LB LC LD 0-meting 1-10-2008 88,89% 11,11% 1-meting 1-1-2010 87% 13% 2-meting 1-9-2010 64,04% 35,96% 3-meting 1-1-2011 57,76% 42,24% 4-meting 1-10-2011 53,54% 46,46% Streefcijfer 2011 54% 43% 3% Verschil realisatie tov streefcijfer 2011 +0,46% +3,46% -3% Streefcijfer 2014 35% 53% 12% Te realiseren in 2011 3% 3% Te realiseren in 2012 3% 3% Te realiseren in 2013 4% 3% Bij het Brinnummer 00EF Hubertus overschrijden wij de beoogde streefformatie voor de LC functie met 3,46% en blijft de beoogde streefformatie LD met 3% achter Er is een vacature LD uitgezet, deze is tot op heden niet ingevuld. Vmbo ROCvA 14RL (Pro Luca, Rom West & Zuidoost, Stelle College, Westburg College, Tobiasschool) LB LC LD 0-meting 1-10-2008 91,94% 8,06% 1-meting 1-1-2010 88% 12% 2-meting 1-9-2010 72,09% 27,91% 3-meting 1-1-2011 62,41% 36,45% 0,78% 4-meting 1-10-2011 56,74% 41,11% 2,15% Streefcijfer 2011 54% 43% 3% Verschil realisatie tov streefcijfer 2011-2,74% -1,89% -0,85% Streefcijfer 2014 35% 53% 12% Te realiseren in 2011 3% 3% Te realiseren in 2012 3% 3% Te realiseren in 2013 4% 3% Bij het Brinnummer 14RL VMBO ROCvA onderschrijden wij het streefcijfer voor de LC functie met 1,89% en voor de LD functie met 0,85%. In het voorjaar van 2012 vindt een volgende uitrol voor de LC functie plaats. Op dit moment wordt een uitrol van de LD functie op 2 locaties afgerond. Er is sprake van benoembare kandidaten, zodat onze verwachting is dat wij het streefcijfer LD met terugwerkende kracht realiseren. Wel is ook hier onderzoek en evaluatie wenselijk waarom het streefcijfer LC niet is gerealiseerd. De komende uitrol LC zullen wij dan ook met grote aandacht volgen om zo te bepalen of aanvullend beleid en acties wenselijk zijn. 3.2.2 Formatiebeleid Voor het VOvA zijn in 2010 uitgangspunten geformuleerd voor de toedeling van formatie aan de teams en een beleidsrijke besteding gekoppeld aan het jaarplan. Verbetering kwaliteit en rendement, verbetering taal- en rekenprestaties en verbetering pedagogisch-didactische aanpak zijn speerpunten. Er wordt per schooljaar en kalenderjaar een formatieplan opgesteld. Hier is in 2011 verder uitvoering aan gegeven. 3.2.3 Inrichting ondersteunende processen Er is in 2010 een plan opgesteld waarin de ondersteunende processen zijn belegd op teamniveau, niveau VOvA en inkoop bij de centrale diensten van het ROCvA. Belangrijk daarbij was dat er meer geld besteed kan worden aan het primaire proces. Hier is 2011 verder uitvoering aan gegeven. Er zijn tevens afspraken gemaakt m.b.t. tot het verstrekken in managementinformatie; zowel inhoudelijk als m.b.t. de frequentie. Jaarstukken Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 2011 16
3.2.4 Verzuimbeleid medewerkers Het verzuimbeleid wordt verder geharmoniseerd en geüniformeerd voor de scholen van het VOvA. In 2010 is een plan opgesteld om over te gaan tot keuze van 1 arbodienst, uitvoering zal pas per 1 augustus 2013 plaatsvinden. Daarnaast is de regeling verzuim eenduidige werkprocessen en verzuimbegeleiding geïntroduceerd. 3.2.5 Functioneren en beoordelen Het VOvA werkt in nauwe samenwerking met het management met de systematiek voor de functionerings -, beoordelings- POP systematiek in een cyclus. Deze cyclus heeft de oude systematiek van de diverse scholen vervangen. Er is veel tijd en aandacht besteed aan het ontwerpen van deze cyclus in 2010, omdat bij een goede uitvoering van deze cyclus de kwaliteit van het personeel en daarmee van de organisatie toeneemt. Het invoeringsproces is per 1 augustus 2011 afgerond. 3.2.6 Stagebeleid In 2011 is er eenduidig beleid voor het aannemen en begeleiden van stagiaires bij het VOvA ingevoerd. 3.2.7 Klachtenprocedure personeel en leerlingen Er wordt gewerkt met de klachtenprocedure voor het gehele VOvA, waarmee de GMR in 2010 heeft ingestemd. Tevens is aangesloten bij de interne klachtencommissie van het ROCvA. Jaarstukken Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 2011 17
4. Financiële informatie 4.1 Kerncijfers De belangrijkste cijfers en kengetallen over 2010 en 2011: Financiële gegevens en kengetallen (bedragen x 1.000) 2011 2010 Financieel Totale baten 33.450 33.208 Totale lasten 33.167 32.650 Resultaat boekjaar 283 558 Eigen vermogen 3.822 3.539 Totaal activa 11.376 10.453 Weerstandsvermogen (%) 11,4 10,7 Solvabiliteitsratio (%) 33,6 33,9 Kapitalisatiefactor (%) 31,1 28,0 Liquiditeit (factor) 1,8 1,8 Rentabiliteit (%) 2,5 5,3 Rijksbijdrage / totale baten (excl. rente) 89,8 89,4 Personele lasten / totale lasten 73,1 72.4 Totale lasten / aantal leerlingen 11.605 10.797 Aantal deelnemers/leerlingen per 1 oktober 2011 2010 VO 2.765 2.940 MBO 93 84 Totaal 2.858 3.024 1 en 2 VMBO+AVO (zonder LWOO) 554 3 en 4 VMBO b+k (zonder LWOO) 331 3 en hoger VMBO-t + AVO (zonder LWOO) 551 VAVO TG (50%) 15 VAVO 16 1 en 2 LWOO b+k+t 564 3 en 4 LWOO b+k 537 3 en 4 LWOO t 23 VM2 experiment 12 VM2 borging VMBO 13 VM2 borging LWOO 34 PRO 115 MBO 93 2.858 Voor de jaarrekening 2011 zijn de leerlingentellingen van 2010 van belang omdat de Rijksbekostiging wordt gebaseerd op de aantallen leerlingen van de voorafgaande oktobertelling. Personeel in dienst per 31 december (fte) 2011 2010 OP en OOP-direct 281,6 284 OOP-indirect 58,3 63 Management/directie 25,9 21 Totaal 365,8 368 Totaal man 189,8 174 Totaal vrouw 176,0 194 4.2 Fiscale eenheid Voor de omzetbelasting vormen ROC van Amsterdam, ROC Flevoland en de Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam een fiscale eenheid. Jaarstukken Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 2011 18
4.3 Resultaat 2011 De Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam heeft een positief resultaat behaald van 282.754. Het begrote exploitatieresultaat voor 2011 was 0. De belangrijkste oorzaken van het hogere resultaat ten opzichte van de begroting zijn de volgende: Verklaring rekeningresultaat (bedragen x 1.000) 2011 2010 Resultaat volgens begroting 0 0 Meer baten/minder lasten Personeelslasten 503 1074 Afschrijvingen 69 Huisvestingslasten 471 282 Financiële baten 149 Overige baten 131 183 1.323 1.539 Minder baten/meer lasten Rijksbijdragen -245-11 Overige overheidsbijdragen en -subsidies -375-112 Ouderbijdragen -84 Afschrijvingen -201 Overige lasten -336-657 -1.040-981 Resultaat boekjaar 283 558 Baten De baten van de Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam bestaan voor een groot gedeelte uit de overheidsbijdragen van het Rijk en de gemeenten. Dit aandeel bedroeg in 2011 96,1%. De totale baten (exclusief financiële baten) zijn ten opzichte van de begroting met 1,7% afgenomen tot 33.260.900. De Rijksbijdragen zijn aan de ene kant afgenomen t.o.v. de begroting door een lagere huiskostenvergoeding dan begroot en door minder additionele middelen. De Overige overheidsbijdragen dalen door vermindering van de huisvestingsvergoeding (gemeente) en door minder opbrengsten Plus 1 dan geraamd (eveneens gemeente). De ouderbijdragen (verzamelnaam voor deelnemersbijdragen, vrijwillige ouderbijdrage, bijdragen excursies etc.) liggen 20% lager dan in de begroting is geraamd. Ten opzichte van 2010 zijn ze met 22% gestegen. Contractactiviteiten hebben een bijdrage geleverd van 160.000. De overige baten zijn ten opzichte van de begroting licht gedaald. In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de baten ten opzichte van de begroting weergegeven: Ontwikkeling baten 2011 (exclusief financiële baten) ten opzichte van de begroting 2011 (bedragen x 1.000) realisatie begroot verschil % Rijksbijdragen 29.853 30.098-245 -0,2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 2.104 2.479-375 -15,1 Ouderbijdragen 335 419-84 -20,0 Contractactiviteiten 160 160 Overige baten 809 838-29 -3,4 Totaal 33.261 33.834 573-1,7 Lasten De lasten van de Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam bestaan voor een groot gedeelte uit personele lasten. Dit aandeel bedroeg in 2011 73,1%. De totale lasten zijn ten opzichte van de begroting met 2,1% afgenomen tot 33.167.134. De personele lasten zijn met 503.000 (2,0%) afgenomen ten opzichte van de begroting. Dit wordt onder andere veroorzaakt door: Jaarstukken Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 2011 19
Lonen en salarissen zijn 625.000 lager. De GPL is afgenomen en de inzet in fte is lager. Overige personeelskosten zijn afgenomen met 84.000. Dit komt voornamelijk door minder scholings- en studiekosten. Op de post extern personeel is 84.000 meer gerealiseerd dan begroot. De afschrijvingen zijn 69.000 minder dan begroot. De reden daarvoor is dat de stelpost voor nieuwe investeringen niet geheel is gebruikt en dat de start van de afschrijvingen trager is dan vooraf aangenomen. De huisvestingslasten zijn 471.000 lager dan de begroting, voornamelijk door lagere huurlasten. De overige lasten zijn gestegen met 336.000 ten opzichte van de begroting. Er is vooral meer uitgegeven aan leermiddelen ( 365.000) en aan opleidingskosten ( 69.000). In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van de lasten ten opzichte van de begroting weergegeven: Ontwikkeling lasten 2011 ten opzichte van de begroting 2011 (bedragen x 1.000) realisatie begroot verschil % Personeelslasten 24.246 24.749-503 -2,0 Afschrijvingen 671 740-69 -9,3 Huisvestingslasten 3.016 3.487-471 -13,5 Overige lasten 3.747 3.411 336 9,9 Inkoop Centrale Diensten 1.487 1.487 Totaal 33.167 33.874-707 -2,1 Financiële baten en lasten In 2010 is er afgesproken dat 3% rente door Stichting ROCvA over het maandelijks gemiddelde saldo in rekening-courant wordt vergoed. Datzelfde percentage is ook in 2011 gehanteerd. 4.4 Eigen vermogen, solvabiliteit en weerstandsvermogen Het eigen vermogen ultimo 2011 bedraagt 3.822.000. Het eigen vermogen is toegenomen met 283.000, zijnde het positieve resultaat van 2011. De solvabiliteit (eigen vermogen gedeeld door balanstotaal) bedraagt ultimo 2011 33,6%. Het weerstandsvermogen (eigen vermogen gedeeld door totale baten inclusief rentebaten) van de Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam bedraagt ultimo 2011 11,4%. 4.5 Liquiditeit, investeringen en kasstroom De liquiditeitspositie (current ratio), uitgedrukt in de verhouding tussen de vlottende activa en de kortlopende schulden, is ultimo 2011 1,8. De investeringen in materieel actief bedragen 491.000. Er is 34.000 geïnvesteerd in verbouwingen, 311.000 in inventaris en apparatuur en 146.000 is nog in uitvoering. De netto kasstroom is - 740.000. 4.6 Treasury en financiering De treasury en financiering van de Stichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam zijn ingekocht bij de Stichting ROCvA. De instelling heeft een treasury statuut samen met de Stichting ROC van Amsterdam. De instelling kent geen beleggingen. Liquide middelen worden aangehouden bij grote Nederlandse banken. De instelling voldoet aan de bepaling uit de Regeling Belenen en Beleggen. Jaarstukken Samenwerkingsstichting Voortgezet Onderwijs van Amsterdam 2011 20