HOUTSTROMEN VOOR WARMTE & STROOM. Regionale haalbaarheidstudie voor opzetten inzamelstructuur knip- & snoeihout Achterhoek



Vergelijkbare documenten
VOORBLAD VOOR RAADSBUNDEL, bundelnummer: 16 11ini01587

Raadsmededeling. De volgende stukken zijn voor u bijgevoegd: Globale evaluatie van het project De Achterhoek Bespaart 2009

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD

Houtige biomassaketen

OMGEVINGSVERGUNNING (Wabo) datum: 29 december 2015 Gemeente Bronckhorst kenmerk

Quick scan inzamelsysteem EPSverpakkingen. Stromenanalyse, inzamelkosten en krachtenveldanalyse

Presentatie Warmteproductie met snoeihout. 3 November 2011 Doen! Ervaring en tips uit de praktijk Ben Reuvekamp HeatPlus

Verkenning biomassaketens Moubeek- Vloethemveld

Wanneer zijn houtgestookte warmteinstallaties

Voorstel 2: Creëer grondstoffenhubs en recycle bedrijfsafval

Energie uit groenafval. deel van een duurzame. Arjen Brinkmann Branche Vereniging Organische Reststoffen

E-land biomass2heat simulatiemodellen

Groen goud uit landschapsonderhoud

Afbeelding 2.1. Locatie Aviko en nabijgelegen Natura 2000-gebied Rijntakken

Welkom. Lokale biomassa lokaal benutten voor energie. Hier Opgewekt,

Duurzaam warmtenet in Ede

Compact Plus biogasinstallatie, Lierop, 600 kw

Mogelijkheden voor aardgasloze Benedenbuurt

Verlaging van afvalstoffenheffing door uitvoering van de Raamovereenkomst verpakkingen

Pelletketel CV. Ruimteverwarming. Warmtapwater

Symposium De Groene Delta van Nijmegen. Dag van de duurzaamheid 10 oktober 2014

Regio Stedendriehoek

E-Transitie S3H Energietransitie Stedendriehoek Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Lochem, Voorst,Zutphen

Meer wooncomfort. en minder energieverbruik door een warmtepomp. voltalimburg.nl/warmtepomp

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieu) datum: 1 maart 2018 Gemeente Bronckhorst nr

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten

Beleidsnotitie van afvalbeleid naar Grondstoffenbeleid

Management samenvatting

Ketenanalyse groenafval

Behoort bij raadsvoorstel , titel: Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016.

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Gas. Versie 8 april 2015

Houtgestookte installaties in de Provincie Noord- Brabant: ervaringen met subsidiëring en vergunningverlening

Samenwerking overheid en bedrijfsleven

Pagina 1 van 11 Registratienummer: Z / D

Ketenanalyse groenafval G. Rijndorp Holding. Autorisatiedatum: Versie: 1.0. Handtekening autoriserend verantwoordelijke manager:

Waarom doen we het ook alweer?

De Afvalstoffenverordening Woudenberg 2017:

Akkoord Bespreken Naam Datum

Notitie Duurzame energie per kern in de gemeente Utrechtse Heuvelrug

(CMC) composteren; grof doorploegen van wet en regelgeving

Kilogram gescheiden ingezameld per inwoner per jaar Landelijke doelstelling. Resultaat Lingewaard 2011

Bijlage 3: Afvalbrengpunten in Enschede

Impact van de voorgestelde projecten van de Thematafel Biomassa van het Gelders Energieakkoord

AGEM Holding B.V. Bestuur: Wethouders AGEM U.A. en Guus Ydema. AGEM Levering B.V. Directeur: Guus Ydema

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN

CO₂ Initiatieven. J.M. de Wit Groenvoorziening BV. Hazerswoude-Rijndijk Marco Hoogenboom. Afdeling KAM.

Ketenanalyse Afval in project "Nobelweg te Amsterdam"

gezien het verslag van de inspraakprocedure; besluit vast te stellen de volgende verordening: Afvalstoffenverordening Krimpen aan den IJssel.

Voorstel voor de Raad

Intekenavond BioZon Achterhoek. 30 januari 2019 De Steck, Raadhuisstraat 25, Doetinchem

Duurzaamheid van biomassa voor haarden en kachels voor huishoudelijk gebruik.

onderzoek stikstofdepositie vergunningaanvraag Aviko Steenderen nieuwe vrieshuis Aviko STE56-15 STE56-15/ ir. E.H. Voors P.

Wonen met Groen & Warm

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Groen gas. Duurzame energieopwekking. Totaalgebruik 2010: 245 Petajoule (PJ) Welke keuzes en wat levert het op?

Aanvraagformulier ontheffing stookverbod door ziekte aangetast hout (type D)

Voorverwarmen van groene koffiebonen met restwarmte

buffer warmte CO 2 Aardgas / hout WK-installatie, gasketel of houtketel brandstof Elektriciteitslevering aan net

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Memo. de leden van de gemeenteraad. het college. Datum: 5 mei scenario s het nieuwe inzamelen. Geachte leden van de raad,

38,6. CO 2 (ton/jr) 2014

GROENE WARMTE DOOR VERBRANDING VAN HOUTSNIPPERS INFOBROCHURE

Welkom WWW Themadag Verwarmen zonder gas

Voortgangsrapportage 12 ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht

Afvalstoffenverordening Eemnes 2017

Voortgangsrapportage 5 CO 2 -Prestatieladder

Kansen voor duurzame opwekking van energie bij Waterschap De Dommel

Welkom bij Bio Energie Friesland Uw partner in duurzame energie

gemeente Brasschaat houtsnipperinstallatie op laanbomen netwerkevent oogstbare landschappen biomassa 26 april 2018

Politieke schriftelijke vragen (art. 39 RvO)

26 maart bijeenkomst startnotitie m.e.r. Bio WKK Arnhem

ONTWERPBESCHIKKING. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. datum: 28 juni 2016 Gemeente Bronckhorst nr

CO2-reductieplan. Samen zorgen voor minder CO2. Rapportage M

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

Bio-energie en een milieuvergunning?

Gemeente Langedijk. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouder van 29 december 2009, nummer 14;

Intentieverklaring biomassa uit bos, natuur, landschap en de houtketen

Aanvraagformulier ontheffing stookverbod Traditioneel vreugdevuur (type C)

Voortgangsrapportage 4 CO 2 -Prestatieladder

Benedenbuurt gasloos Afweging bronnen en systemen

Vraag en Antwoord over de Warmtewet

Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Gas. Versie 26 januari 2016

Slotbijeenkomst. Leader-project Energiek gebruik van resthout uit landschapsonderhoud

Groene warmte uit houtpellets Ervaringen met houtpellets voor stadsverwarming

Houtige biomassa in Nederland: markt, logistiek en potenties. Jan Oldenburger, Probos

Schema voor het bepalen van de meldplicht aan het LMA: voor toezichthouders, d.d. 6 juni 2016

Raadsvoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie Zaaknummer OLOGWB10. Onderwerp Tarieven rest- en GFT-afval 2012

OMGEVINGSVERGUNNING. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Industrieweg 16 te Noordhorn. datum besluit: 13 oktober 2017

Duurzame warmtenetten

Hybride warmtepompen Wat, wanneer en hoe?

In het kader van het actualiseren van het gemeentelijk afvalbeleid is een enquête gehouden onder de inwoners van gemeente Bunnik.

Versienummer : 1.0 Status : Definitief d.d Ketenanalyse Sloop

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Verwarmen en koelen met de zon

Collegevoorstel. Financiën : ja G. Verhoogt I&A : Nee P&O : Nee Communicatie : Nee Inkoop : ja J. Roosendaal Belangenvereniging/wijkraad : Nee

BESCHIKKING VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN REIMERSWAAL

Raadsmemo. Geachte raad, Graag informeren wij u over het volgende.

VAPPR Haalt eruit wat erin zit

Duurzame biomassa. Een goede stap op weg naar een groene toekomst.

Transcriptie:

HOUTSTROMEN VOOR WARMTE & STROOM Regionale haalbaarheidstudie voor opzetten inzamelstructuur knip- & snoeihout Achterhoek Maart 2012

2 Inhoudsopgave Samenvatting 03 1. Inleiding 05 1.1 Achtergrond 05 1.2 Haalbaarheidstudie 05 1.3 Aanpak 06 1.4 Leeswijzer 06 2. Inventarisaties 07 2.1 Het bestaande systeem van inzameling, verwerking en afzet 07 2.2 Capaciteit van regionale private partijen 13 2.3 Wet- en regelgeving t.a.v. opslag snoeihout 15 2.4 Mogelijke afzet van snoeihout als brandstof 19 2.5 Alternatieve inzamelsystemen buiten de regio 21 3. Modellenstudie 22 3.1 Aanpak 22 3.2 De resultaten 25 3.2.1. Opbrengsten 25 3.2.2 Kosten-batenanalyse 26 3.2.2. Toetsing CO2-balans 28 3.2.3. Toetsing Werkgelegenheid 30 3.3 Ontwerp meest gewenste scenario 32 4. Conclusies en aanbevelingen 35 4.1 Conclusies 35 4.2 Aanbevelingen 36 Bijlage I: Onderzoeksopdracht 38 Bijlage II: Vragenlijst gemeentelijke enquête 40 Bijlage III: Vragenlijst enquête agrarische natuurverenigingen 43 Bijlage IV: Ingevoerde gegevens inzamel- en afzetsystemen 46 Bijlage V: Resultaten kosten/batenanalyses (verwijzing) 58 Bijlage VI: Resultaten toets CO2-balans (verwijzing) 59 Bijlage VII: Resultaten toets werkgelegenheid(verwijzing) 60 Bijlage VIII: Gebruikte bronnen 61

3 SAMENVATTING De acht gemeenten van Regio Achterhoek hebben een haalbaarheidsonderzoek laten doen naar de concrete mogelijkheden voor een inzamelstructuur van snoeihout die expliciet gericht is op regionaal gebruik. De haalbaarheidstudie bestaat uit twee onderdelen: inventarisaties en een modellenstudie. Uit de inventarisatie blijkt dat in de regio Achterhoek: Per huishouden 22,4 kilogram snoeihout wordt aangeboden voor inzameling; Per gemeente 188 stookontheffingen worden verleend waarbij 4.413 m 3 hout wordt verbrand; Het totaal snoeihout uit gemeentelijk groenbeheer 14.186 ton is; De Achterhoekse agrarische natuurverenigingen een belangrijke rol spelen bij houtinzameling; gezamenlijk zamelen zij jaarlijks 4.220 ton in en hun potentie is 13.000 ton per jaar. De door de gemeenten ingezamelde houtstromen van particulieren en bedrijven worden gescheiden behandeld en afgevoerd via (afval)verwerkingsbedrijven, waarna de gemeenten er geen zeggenschap meer over hebben. De verwerkingsbedrijven verkopen het meeste hout als snippers aan bedrijven buiten de regio die het als brandstof in grote verwarmingsinstallaties of warmtekrachtkoppelingsinstallaties gebruiken. Daarvan gaat het grootste deel naar het buitenland, waar hogere prijzen voor de houtsnippers wordt betaald. De modellenstudie had tot doel enkele alternatieve inzamelsystemen te ontwerpen die voldoen aan de eisen van duurzame regionale afzet van snoeihout en deze te vergelijken met het huidige inzamelsysteem, uitgedrukt in: PROFIT (kosten/baten-verhouding). PLANET (CO 2-balans); PEOPLE (regionale werkgelegenheid); Uit het meest gewenste toekomstige systeem blijkt dat als alle houtstromen gecoördineerd bij elkaar gebracht worden: Ongeveer tweemaal zoveel hout (39.200 ton) ingezet kan worden als regionaal geproduceerde brandstof; 16.302 ton CO 2 minder uitgestoten wordt; 32,8 FTE aan werkgelegenheid gecreëerd kan worden; 375.900,- verdiend kan worden. Het hout dat momenteel in de Achterhoek wordt geoogst vertegenwoordigt al een energiewaarde van minstens 230.000 GJ. Deze hoeveelheid zou kunnen groeien tot 355.000 GJ als alle beschikbare snoeihout zou worden geoogst en ingezet als brandstof. Door deze brandstof voor warmte- en stroomproductie binnen de regio te benutten, kan al voor 1,1% voldaan worden aan de ambitie van de regio Achterhoek om duurzame energie te gebruiken. 1,3 % kan worden behaald als er weinig verliezen zijn in de keten en er goede rendementen worden behaald met zowel kleine houtketels als WKK s. Aanbevolen wordt om op korte termijn de volgende maatregelen te nemen: Voor burgers en bedrijven aantrekkelijk maken om het materiaal te scheiden door prijsverschil bij aanbieden van snoeihout en ander grof tuinafval; De lokale brengpunten uitbreiden en regelmatig over de regio verspreiden, zodat de meeste bewoners op korte afstand een brengpunt ter beschikking hebben; Het stoppen met afgeven van stookontheffingen gepaard laten gaan met het bieden van inzameldiensten voor snoeihout; Snoeihout in een zo vroeg mogelijk stadium versnipperen, zo mogelijk op de snoeilocatie; Zorgen dat maximaal één opslagpunt voor het snoeimateriaal nodig is en bij voorkeur meteen naar de conversielocatie brengen, waar het ter plaatse wordt gedroogd;

4 De houtstromen van gemeentelijk groenbeheer, van inzameling bij burgers en bedrijven en van particulier landschapsonderhoud bundelen; Voor de inzameling van groenafval incl. snoeihout nieuwe contracten afsluiten, waarin minimaal is geregeld dat snoeihout gescheiden wordt ingezameld en binnen de regio wordt benut; Bij het aanbesteden van opdrachten rond de inzameling van snoeihout niet alleen de afvalverwerkende bedrijven benaderen, maar ook organisaties die zich in de regio al bezighouden met landschapsbeheer; Met de winsten uit verkoop van snoeihout een landschapsfonds creëren waarmee landschapsontwikkeling en onderhoud gefinancierd kan worden; Stimuleringsbeleid om gebruik van houtgestookte installaties mogelijk te maken, zoals actief zoeken naar mogelijkheden en faciliteren van initiatieven van bedrijven en instellingen die een houtgestookte cv-ketel willen installeren; Aandacht voor mogelijke oorzaken van een lager rendement van keten en ketel, en kansen benutten om rendementen te verhogen. In geval van de WKK zorgen dat ook de geproduceerde warmte efficiënt wordt benut.

5 Inleiding 1.1. Achtergrond De acht gemeenten van Regio Achterhoek hebben de intentie om knip- & snoeihout beter te benutten. Zij onderzoeken ondermeer de mogelijkheden voor het gebruik van dit hout als energiebron, waarbij het materiaal gebruikt wordt in regionale biomassacentrales. Ook wil men afkomen van de stookontheffingen die momenteel nog veel worden afgegeven aan particulieren en bedrijven in het kader van verwerken van snoeihout. Dit streven is mede gebaseerd op de ambities van de regio Achterhoek om in 2030 energieneutraal te worden door in te zetten op energieopwekking en energiebesparing. Deze ambitie is vastgelegd in het Akkoord van Groenlo. Ook heeft de regio haar agenda 2020 opgesteld met ondermeer als speerpunt de transitie naar duurzame energie. In 2010 voerde BuildDesk samen met de acht gemeenten in de Achterhoek een korte verkenning uit waarin de mogelijkheden worden geschetst voor een duurzame verwerking van gemeentelijk groenafval. De nadruk lag op houtachtige biomassa, zoals houtsnippers en schoon snoeihout. BuildDesk concludeerde dat er mogelijkheden zijn om een collectieve en duurzame aanbesteding voor verwerking van gemeentelijk groenafval te organiseren. Een aanbesteding is daarvoor een geschikt middel. Zowel duurzaamheid als kostenefficiëntie vormen in de aanbesteding belangrijke uitgangspunten. Ook werd duidelijk dat de gemeenten een lokale verwerking willen nastreven, vanwege drie redenen: Vanwege lokale werkgelegenheid; Vanwege duurzaamheidoverwegingen (transportbewegingen); Vanwege kostenoverwegingen (transportkosten zijn hoog). Geschat werd dat de potentiële kostenbesparing voor verwerking van groenafval (uitgaande van een aan te besteden massa van 20.000 ton per jaar) 100.000 tot 200.000 /jaar kan bedragen; een tariefverlaging van 5,- à 10,- /ton. Ook werd geopperd, dat een collectieve en duurzame aanbesteding ook een efficiënte logistiek als resultaat kan hebben. Deze efficiëntieverbetering resulteert in een lagere CO2-uitstoot, welke alleen gekwantificeerd kan worden als er een nulmeting gedaan is. De CO2- uitstoot wordt gereduceerd door: Een hogere beladingsgraad van vrachtwagens (max. 80 m 3 per transport); Een slimme logistiek: combineren van transporteren tussen verschillende gemeenten; Zo min mogelijk lucht vervoeren, door bijvoorbeeld snoeihout eerst te versnipperen. 1.2. Haalbaarheidstudie Deze haalbaarheidstudie is wederom in opdracht van de acht Achterhoekse gemeenten uitgevoerd en gefinancierd door de regio Achterhoek in het kader van het regiocontract 2008-2011. Doel van deze studie is concrete mogelijkheden in kaart te brengen voor een inzamelstructuur van snoeihout die expliciet gericht is op regionaal gebruik. De gemeenten willen daarbij gebruik maken van de in de regio aanwezige kennis en ervaring. De haalbaarheidstudie bestaat uit twee onderdelen: inventarisaties en een modellenstudie. Deze bestaan uit de volgende onderdelen: Inventarisaties: a. Het bestaande systeem van inzameling, verwerking en afzet van snoeihout bij de verschillende Achterhoekse gemeenten. b. Capaciteit van regionale private partijen om snoeihout in te zamelen, c. Mogelijke nieuwe locaties voor opslag van snoeihout en verwerking tot houtige brandstofproducten, d. Inzicht in bestaande wet- en regelgeving en vergunningprocedures t.a.v. opslag snoeihout, e. Mogelijkheden voor afzet van brandstofproducten afkomstig van snoeihout,

6 f. Ervaringen van alternatieve regionale inzamelstructuren elders die als voorbeeld kunnen dienen voor een Achterhoeks systeem. Modellenstudie: a. Ontwerp van enkele alternatieve inzamelsystemen die voldoen aan de eisen van duurzame regionale afzet van snoeihout, b. Financiële vergelijking kosten en baten van deze modellen en van huidige systeem. c. Toetsing huidige systeem en de alternatieve systemen t.a.v. de gemeentelijke duurzaamheiddoelen. 1.3 Aanpak De inventarisaties zijn uitgevoerd met behulp van deskstudies aangevuld met enquêtes en interviews. Daarbij is gebruik gemaakt van recente onderzoeksrapporten en aanwezige kennis en ervaring bij gemeenten en private partijen binnen de regio. Deze kennis is bijeengebracht door deskundigen uit de regio: medewerkers van Achterhoekse agrarische natuurverenigingen (ANV s) en een adviseur duurzame energie. De betrokken personen zijn allen ook werkzaam voor en/of betrokken het project Stoken op Streekhout, dat in de Achterhoek wordt uitgevoerd en vergelijkbare doelstellingen heeft als dit gemeentelijke project, namelijk regionale benutting van snoeihout als brandstof. De modellenstudie is uitgevoerd door een studiegroep bestaande uit Irma Corten van Zilverberg advies, Erik Mol van gemeente Bronckhorst, Wilfried Klein Gunnewiek van VAN Berkel& Slinge, Jan Oldenburger van St. Probos en Petra Vervoort van Rurealis, Projectbureau voor Plattelandsontwikkeling. Naast de twee bestaande scenario s, namelijk ophalen van snoeihout en brengpunten instellen, werden enkele alternatieve scenario s ontworpen. Van elk scenario werden de verschillende stappen in de keten bepaald. Ook moesten aannames worden gedaan om de basisgegevens van de scenario s te bepalen, omdat uit de inventarisaties niet alle benodigde gegevens beschikbaar kwamen. De toetsing werd verricht door van elke ketenstap de kosten en baten, de werkgelegenheid en de CO2-emissie te bepalen. Door optelling van alle waarden per criterium en per scenario werd een beeld verkregen hoe elk scenario scoorde en bij welk aspect van de keten nog winst behaald kon worden. Bij de berekeningen is gebruik gemaakt van het E-land simulatiemodel, dat door KandT management en Zilverberg advies is ontwikkeld om scenario's voor de biomassaketen te analyseren en met elkaar te vergelijken. Op basis van de toetsingsuitslagen werd een meest gewenst scenario ontworpen in die zin dat deze verondersteld wordt het beste te voldoen aan de eisen van duurzame regionale afzet van knip- & snoeihout. Ook deze is getoetst volgens bovengenoemde methode. 1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft de resultaten van de inventarisaties weer. Dit betreft zowel de resultaten van de enquêtes als de deskstudies. Hoofdstuk 3 beschrijft de modellenstudie. In par. 3.1 wordt de aanpak inclusief de gebruikte gegevens kort beschreven. Een uitgebreide beschrijving van de gegevens waarmee de modellen zijn getoetst is te vinden in bijlage IV. In par. 3.2 worden de resultaten van de toetsen besproken. Alle toetsingsresultaten zijn opgenomen in bijlagen V-VII. Vanwege het grote formaat van de tabellen zijn deze opgenomen in een apart bestand. Hoofdstuk 4 bespreekt de conclusies en aanbevelingen van de gehele haalbaarheidstudie.

7 2. Inventarisaties 2.1 Het bestaande systeem van inzameling, verwerking en afzet Om een beeld te krijgen van de huidige inzamelsystemen die Achterhoekse gemeenten hanteren, is een enquête gehouden via de gemeentelijke contactpersonen. De vragenlijst is opgenomen in bijlage II. 2.1.1 Inzameldiensten algemeen De acht gemeenten hebben ieder grofweg tussen de 10.000 en 20.000 huishoudens (zie onderstaande tabel 2.1.1.). Doetinchem ligt daar iets boven met 23.500 huishoudens. Gemiddeld hebben deze gemeenten 15.494 huishoudens. De acht gemeenten hebben samen 123.953 huishoudens. Alle gemeenten bieden hun burgers de mogelijkheid om van hun snoeihout af te komen. Zij doen dit met behulp van een ophaalsysteem of het hebben brengpunten opengesteld voor burgers. Gemeenten Bronckhorst en Oost Gelre bieden beide mogelijkheden. (Zie tabel 2.1.1). Op de vraag hoeveel huishoudens gebruik maken van de gemeentelijke inzameldiensten, blijkt bij een aantal gemeenten het aantal overeen te komen met het aantal huishoudens dat de gemeente telt. In principe staan de inzameldiensten dus ter beschikking van alle huishoudens. Het is echter de vraag of alle huishoudens daadwerkelijk gebruik maken van deze diensten. Waarschijnlijk wordt dit niet apart geregistreerd. gemeenten Bronckhorst Aantal huishoudens Aantal huishoudens dat gebruik maakt van gemeentelijke inzameldiensten Hoeveelheid jaarlijks ingezameld particulier snoeihout 15.735 15.735 686 ton Gemiddelde per Manier van huishouden inzamelen 43,6 kg Ophaalsysteem en brengpunt Montferland 14.455? 491ton 34,0 kg Brengpunt Oude IJsselstreek Aalten 16.500 16.500 11.330 11.330 220 ton 13,3 kg Ophaalsysteem 214 ton 18,9 kg Brengpunt Doetinchem Oost Gelre 23.500 12.074 12.074? 1.117 ton 47,5 kg Brengpunt 92 ton 7,6 kg Ophaalsysteem en brengpunt Berkelland 18.197 18.197 175 ton 9,6 kg Ophaalsysteem Winterswijk 12.162 12.162 Brengpunt gemiddeld per gemeente 15.494 514,5 22,4 kg Tabel 2.1.1: Aantal huishoudens, hoeveelheid ingezameld snoeihout van particulieren en inzamelwijze per gemeente De gemeente Winterswijk zamelt jaarlijks 1.121 ton grof tuinafval in, maar de fractie snoeihout daarin is onbekend.

8 De hoeveelheid particulier snoeihout varieert per gemeente van 92 ton tot 1.117 ton vers hout. De verschillen zijn zo groot, dat verondersteld mag worden dat een deel van het ingezamelde hout niet is geregistreerd. Volgens bovengenoemde cijfers zou gemiddeld 22,4 kg per huishouden aangeboden worden. Gezien de twijfels over de registratie wordt verwacht dat het gemiddelde feitelijk hoger ligt. 2.1.2 Ophaalsystemen Vier gemeenten (Berkelland, Bronckhorst, Oude IJsselstreek en Oost Gelre) maken gebruik van een ophaalsysteem, waarbij zowel binnen als buiten de bebouwde kom het snoeihout wordt opgehaald. De frequentie van ophalen verschilt van 2x tot 5x per jaar. Bronckhorst doet dit op afroep. Wat betreft de kosten betalen de huishoudens in Bronckhorst 31,- per keer, in Oost Gelre is dit 57,66, plus nog eens 5,51/huishouden/jaar. In Berkelland en Oude IJsselstreek worden de kosten voor het ophalen verrekend via de afvalstoffenheffing. Het snoeihout wordt in deze gemeenten opgehaald door bedrijven als Berkel Milieu NV, Rova, Dusseldorp, Langezaal, Ter Horst en Rouwmaat. Het materiaal wordt opgeslagen bij VAR, Dusseldorp, of Rouwmaat. De gemeenten werken met langdurige contracten, jaarlijkse opdrachten of zelfs zonder contract. Zie gegevens per gemeente in onderstaande tabel 2.1.2. gemeente Ophaalritten per jaar Ook binnen de bebouwde kom Wijze van verrekenen Kosten per huishouden Bronckhorst Op afroep Ja Per partij 31,- per keer Oude IJsselstreek Oost Gelre 2 Ja Per gewichtseenheid Berkelland 2 Ja Opgenomen in afvalstoffenheffing 57,66 per keer + 5,51 per huishouden Wordt verrekend via afvalstoffenheffing Betaalwijze Eenmalige machtiging aan Berkel Milieu via afvalstoffenheffing via afvalstoffenheffing via afvalstoffenheffing Uitvoerende instantie Berkel Milieu NV 5 Ja Wordt verrekend via afvalstoffenheffing Huisvuilinzamelaars ROVA coordineert, Rouwmaat en Dusseldorp zamelen in Dusseldorp en Langezaal Contractduur 31-12-2016 VAR Geen contract Jaarlijkse opdrachten Opslag- en verwerking s-locatie VAR Rouwmaat en Dusseldorp 1-12-2012 Vanaf 01-01-2012 ter Horst Tabel 2.1.2 Gemeentelijke gegevens ophaalsystemen voor snoeihout van particulieren 2.1.3 Brengpunten Bronckhorst, Montferland, Aalten, Doetinchem, Oost Gelre en Winterswijk maken gebruik van één of meerdere brengpunten voor het snoeihout. Op deze locaties wordt het hout opgeslagen. De kosten worden zowel per partij als per gewichtseenheid verrekend. De kosten voor het brengen van snoeihout liggen tussen 10,- en 15,- per m³, en ongeveer 70,- per ton. In de meeste gevallen wordt dit ter plekke contant betaald. In Winterswijk kunnen de burgers het materiaal gratis aanbieden. De brengpunten worden door externe partijen beheerd, m.u.v. Doetinchem waar het hout op de gemeentewerf wordt verzameld en de gemeente dus ook verantwoordelijk is voor het beheren hiervan. In Doetinchem wordt het ingezamelde snoeihout vermengd met snoeihout uit het groenbeheer. In de overige gemeenten is dit niet het geval.

9 Locaties gemeenten brengpunten Bronckhorst Groendepot Vorden en Steenderen, en afvalbrengpunten Zutphen en Doetinchem Montferland Aanbiedstations 's Heerenberg en Zevenaar Oude IJsselstreek nvt Wijze van verrekenen Kosten Betaalwijze Beheerder 2m³ gratis, Externe daarna partij tegen betaling. Boven 2m³ de eerste 100kg 10,- daarna 2,-/kg Contant, pin en verwerkt in totaalberekening afvalinzameling Per partij 15,-/m³ Contant Externe partij Contractduur Opslag- en verwerkingslocatie Gemengd met snoeihout uit groenbeheer? t/m 2016 VAR, Wilp nee Geen einddatum Aanbiedstation 's Heerenberg en Zevenaar nee Aalten Aalbers in Aalten en Rouwmaat in Dinxperlo Doetinchem Gemeentelijk afvalpunt Doetinchem Oost Gelre Rouwmaat in Groenlo en Dusseldorp in Lichtenvoorde Berkelland Alleen particuliere afvalbrengpunten Per gewichtseenheid 70,-/ton Afrekenen per aanbod t/m 2011 Aalbers in Aalten en Rouwmaat in Dinxperlo Per partij 10,50/m³ Contant Gemeente Gemeentewerf Ja Per gewichtseenheid + weegbrugkosten 45,-/ton + 6,- weeg brug of 75,-/ton + 12,- weegbrug Contant Externe partij Rouwmaat in Groenlo en Dusseldorp in Lichtenvoorde nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt Onbekend Nee Winterswijk ROVA-werf nvt gratis nvt ROVA? Bruins&Kwast Goor ja Tabel 2.1.3 Gemeentelijke gegevens brengpunten voor snoeihout van particulieren 2.1.4 Stookontheffingen Om in te schatten hoeveel hout potentieel ingezameld kan worden, zijn ook gegevens opgevraagd over de stookontheffingen. Dit betreffen namelijk partijen snoeihout die niet worden ingezameld, maar in het buitengebied worden verstookt. Aanvragers zijn over het algemeen particulieren die het vrijgekomen hout op plaatsen hebben liggen waar het eenvoudig kan worden verbrand (wei, maïsland). Ook worden stookvergunningen verleend voor de traditionele paasvuren. Uit de gegevens die gemeente Bronckhorst heeft aangeleverd kan geschat worden dat het om gemiddeld 60 m³ snoeihout per paasvuur gaat. Montferland is de enige gemeente waar in de perioden oktober-november en maart-april schoon snoeihout vrij mag worden verbrand. Buiten deze periodes worden ook geen stookontheffingen verleend. Het aantal stookontheffingen dat in de overige gemeentes wordt afgegeven varieert van 100 tot ruim 300 stuks per jaar. Hierbij wordt tussen de 2.500 m³ en de 5.000 m³ snoeihout verbrand. Bronckhorst geeft aan dat er jaarlijks ook ongeveer 900 m³ verbrand wordt in paasvuren. Gemeente Winterswijk gaf in 2010 en 2011 gemiddeld 122 ontheffingen af, waarvan 45 voor paasvuren. Op basis van de aangeleverde gegevens kan geconcludeerd worden, dat de gemeenten die stookvergunningen verlenen gemiddeld 188 vergunningen per jaar afgeven. In deze gemeenten wordt gemiddeld 4.413 m³ per jaar verstookt met stookvergunning. Het totaal zal een schatting zijn van de totale hoeveelheid hout dat in de openlucht wordt verbrand.

10 gemeente Aantal stookontheffingen per jaar Hoeveelheid hout verbrand (m³) Bronckhorst 150 (+ 15 paasvuren) 5.250 + 900 m³ Montferland nvt? Oude IJsselstreek 100 5.000 m³ Aalten 300 onbekend Doetinchem 250 2.500 m³ Oost Gelre 242 4.000 m³ Berkelland 300 onbekend Winterswijk 122 onbekend Gemiddeld per gemeente 188 4.413 m³ Tabel 2.1.4 Gemeentelijke gegevens stookontheffingen 2.1.5 Snoeihout uit gemeentelijk groenbeheer Niet alle gemeenten hebben in beeld hoeveel gemeentelijk snoeihout er jaarlijks vrijkomt. In de gemeenten waar dit wel helder is varieert het grofweg van 1.600 ton tot 4.300 ton. In Berkelland is dit slechts 478 ton, maar deze gemeente besteedt ook onderhoudswerkzaamheden uit. Het onderhoud aan gemeentelijk groen wordt uitgevoerd door de eigen gemeentedienst, Hameland Groen of door andere groenbedrijven. Zij zijn dan ook verantwoordelijk voor het inzamelen van het snoeihout. Het hout wordt meestal opgeslagen op de gemeentewerf. De capaciteit van deze locaties varieert van 100m³ (Doetinchem) tot 7500m³ (Aalten). gemeente Bronckhorst Jaarlijkse productie snoeihout Uitvoerende instantie groenbeheer 800 ton Eigen dienst en Delta Verantwoordelijke instantie inzameling Contractduur Opslaglocatie Gemeente Jaarlijks Gemeentelijk depot Opslagcapaciteit 2.000 m3 Montferland?????? Oude IJsselstreek 1.700 ton Eigen dienst Depotbeheerder nvt Groendepot 1.000 m³ Aalten 1.650 ton Gemeentelijke organisatie en Hameland Gemeente jaarlijks stilzwijgend verlengd Gemeentelijk depot Doetinchem 4.273 ton Gemeente Gemeente Gemeentewerf 7.500 m³ 100 m³ Oost Gelre 1.620 ton Hameland Hameland t/m 2019 Hameland 0 Berkelland 478 ton Diverse groenbedrijven Gemeente t/m 2011 Ter Horst nihil Winterswijk 1.892 ton Diverse groenbedrijven Gemeente en ROVA? ROVA-werf? gemiddeld 1.773,3 ton Geschat totaal 14.186 ton Tabel 2.1.5 Gemeentelijke gegevens productie, inzameling en opslag snoeihout uit gemeentelijk groenbeheer

11 2.1.6 Bestemming snoeihout Het snoeihout uit gemeentelijk groenbeheer komt uiteindelijk terecht bij bedrijven als VAR, Bruins & Kwast, Wassinkbrink waar het wordt gecomposteerd (compost) of versnipperd (biomassa). De gemeenten hebben in een aantal gevallen zeggenschap over de bestemming van zowel gemeentelijk als particulier snoeihout. De bestemming per gemeente is weergegeven in tabel 2.1.6 gemeente Bestemming particulier snoeihout Gemeentelijke zeggenschap over bestemming Bestemming gemeentelijk snoeihout Gemeente zeggenschap over bestemming Afzetmogelijkheden Bronckhorst VAR, Wilp Ja Biomassa Ja Zwembad Zelhem Montferland Oude IJsselstreek Bruins & Kwast en Wassinkbrink Nee Composteerbedrijf Ja Biomassa Ja Stoken op snippers Aalten Grondveredeling Ja Houtsnippers, Ja compost Doetinchem Composteerbedrijf Ja Ja Ja Oost Gelre Dusseldorp en Rouwmaat bepalen dit Compost of biomassa Nee (in nieuw contract wel) Versnipperen in groenstrook of biogas Hameland bepaalt Nee Industrieterrein de Laarberg Berkelland Nee Aannemer bepaalt Alleen als het contract afloopt Winterswijk Bruins & Kwast Nee Bruins & Kwast Nee Houtkachels Tabel 2.1.6.1 Gemeentelijke gegevens t.a.v. bestemming en zeggenschap hierover. Aan bovengenoemde bedrijven die het snoeihout verwerken is gevraagd wat de uiteindelijke bestemming is van dit hout. Bedrijf hoeveelheid snoeihout uit Achterhoek Bestemming Bijzonderheden Bruins& Kwast Goor 0-1.000 ton/jr - Twence - Duitsland - België - Denemarken - Topell (toekomst) VAR Vestigingsplaats Wilp- Achterhoek Heeft slecht zicht op houtige fractie. Pleit voor scheiding afvalstromen.? VAR richt zich vooral op composteren biomassa. VAR is overgenomen door Attero (voormalig Essent-milieu). Deze heeft wel plannen in de richting van energie uit biomassa. Ebola BV Voorst 2.000 3.000 ton /jr - Vooral Duitsland - Parenco - België Mensink bosbouw Groenrecycling Wassinkbrink Gelselaar 20.000 ton /jr - Over grote deel aan Duitsland - Parenco Zelhem 5.800 ton/jr - Parenco Wageningen - Ciclo biomassa (?) Geleverd wordt aan degene die het meest betaalt. Tabel 2.1.6.2 Bestemming gemeentelijk snoeihout via verwerkingsbedrijven. In onderstaande tabel een overzicht. Hieruit blijkt dat momenteel het merendeel van het hout naar het buitenland gaat, vooral naar Duitsland. Reden hiervan is, dat daar de prijs van houtsnippers hoger is. In Duitsland wordt rond 50,-/ton verse snippers betaald, terwijl in Nederland rond 27,50 /ton wordt betaald.

12 Op de vraag aan de ambtenaren welke mogelijkheden de gemeenten zagen om het snoeihout binnen de regio af te zetten, werden diverse suggesties gedaan. Gebruik als brandstof werd het meest genoemd, hoewel alleen zwembad Zelhem en industrieterrein de Laarberg als concrete locaties werden genoemd. Ook gebruik voor de productie van biogas werd genoemd en het verstrooien in groenstroken. 2.1.7 Kostenberekening De kosten van het huidige inzamelsysteem zijn niet bij alle gemeenten even duidelijk. Slechts drie gemeenten hebben in beeld wat jaarlijks betaald wordt voor het ophalen van snoeihout. Bronckhorst betaalt 0,89 per huishouden, Oude IJsselstreek betaalt jaarlijks 30.000,- en Oost Gelre betaalt 66.539,64. De kosten voor beheer van de brengpunten varieert sterk. Aalten en Oost Gelre betalen jaarlijks respectievelijk 70.000,- en 18.000,-. Oude IJsselstreek betaalt hiervoor niets, zoals ook het inzamelen van gemeentelijk snoeihout deze gemeente niets kost. In Berkelland wordt 3-/ton betaald voor het chippen, laden en afvoeren van schoon snoeihout. Oost Gelre schat de kosten voor het inzamelen van gemeentelijk snoeihout op ruim 23.000,-, wat overeenkomt met 2/3 van de totale kosten voor groenafval. Inzamelkosten, transport en het onderhoud van het depot zijn additionele kosten die ook nog toegerekend moeten worden aan de totale kosten. De totale gemeentelijke kosten voor het inzamelen van snoeihout bedragen in Berkelland 2.000,-, in Aalten 142.000,- en in Oost Gelre 89.872,97. In de overige gemeenten is dit bedrag niet bekend. gemeente Bronckhorst Ophaalkosten particulier snoeihout 0,89 per aansluiting Beheerkosten brengpunten Onbekend Ophaalkosten gemeentelijk snoeihout Verwerkingsen opslagkosten Additionele kosten Inzamel-kosten en transport Totale kosten inzamelen snoeihout Montferland nvt Onderdeel van totaalkosten, niet te splitsen Oude IJsselstreek 30.000 Niets Niets Hout wordt verkocht Onderhoud depot Aalten 72.000,- 70.000,- 142.000,- Doetinchem Oost Gelre 66.539,64 18.000,- 23.333,33 0,- 89.872,97 Berkelland Opgenomen in afvalstoffenheffing Winterswijk n.v.t. Kosten zijn voor ROVA nvt 3,- / ton Onbekend 2.000,- Takken 18,50/ton Chippen 7,50/ton Tabel 2.1.7 Schatting van de jaarlijkse kosten voor inzameling en verwerking snoeihout.

13 2.2 Capaciteit van regionale private partijen 2.2.1 Algemeen In 2010 is door de Universiteit Wageningen onderzocht hoeveel hout in de Achterhoek geoogst kan worden bij onderhoud van kleine landschapselementen (zie rapport Het landschap: bron van energie 2011). Daaruit blijkt dat jaarlijks 53.000 m³ hout geoogst zou kunnen worden, waarvan 23.000 m³ ter beschikking staat van de Achterhoekse agrarische natuurverenigingen (hierna verder ANV s genoemd). N.B. Dit betreft echter wel de hele Achterhoek, incl. gemeente Lochem en Zutphen (ten oosten van de IJssel). De Achterhoekse ANV s spelen momenteel al een belangrijke rol bij houtinzameling doordat zij zorg dragen voor het onderhoud van landschapselementen. Zij hebben hun eigen inzamelstructuur, waarbij zij werken met eigen werkploegen en of loonwerkbedrijven. De ANV s zorgen ook voor de afzet van het hout op de markt. Tot nu toe wordt veel hout als brandhout aan particulieren en als stukshout (stammetjes) verkocht. In de toekomst willen de ANV s zich gaan toeleggen op de verkoop van houtsnippers als brandstof voor houtgestookte HR cv-ketels. Bij dit onderzoek is gebruik gemaakt van de kennis en inzichten van de Achterhoekse ANV s door het opvragen van gegevens en meningen via een enquête (zie vragenlijst in bijlage III). De resultaten van de enquête zin hierbij in het kort weergegeven. 2.2.2 Locaties en hoeveelheden De ANV s verschillen sterk in grootte van ledental en werkgebied. De meesten werken in één gemeente. t Onderholt is de grootste ANV en werkt in drie gemeenten, terwijl Marke Vragenderveen alleen actief is in Natuurgebied Vragenderveen. Geschat wordt dat de 6 ANV s momenteel 4.220 ton per jaar inzamelen. Agrarische natuurvereniging t Onderholt Groen Goed VAN Berkel en Slinge Marke Vragenderveen Oude IJssel PAN Winterswijk Werkgebied Gemeenten Bronckhorst, Lochem en Zutphen GemeenteOost Gelre Gemeente Berkelland Natuurgebied Vragenderveen Gemeente Oude IJsselstreek Gemeenten Winterswijk en Aalten Verzamelt nu al stookhout Ja Ja Ja Ja Ja ja Hoeveelheid in tonnen 1.000 330 390 80? 2420 totaal in Achterhoek 4220 Tabel 2.2.2 De Achterhoekse agrarische natuurverenigingen met hun werkgebied en houtproductie 2.2.3 Inzamelsysteem Alle ANV s verzamelen en verwerken snoeihout. Vijf van de zes verenigingen heeft mogelijkheden tot het ophalen van snoeihout. Alle ANV s versnipperen het snoeihout, meestal in samenwerking met loonwerkers. Twee ANV s hebben de beschikking over een versnipperaar, één tot een dikte van 18 cm doorsnede, de andere tot 30 cm doorsnede. De ANV s zeggen bijna allen dat ze opslagmogelijkheden kunnen creëren verspreid door het gebied. Het gaat dan meestal om kuilplaten/sleufsilo s bij boeren en op een voormalige stortplaats. Behalve Marke Vragenderveen kunnen alle ANV s het materiaal wegen. Dit gebeurt meestal op weegbruggen van afnemers of loonwerkers.

14 Drogen van snippers gebeurt op dit moment op enkele locaties in de opslag door middel van droogbroeien. Het materiaal blijft dan minimaal een half jaar liggen en daardoor daalt het vochtpercentage. ANV Ophalen Versnipperen Opslag Wegen Drogen Afzet Onderholt Ja eigen Ja loonwerk Ja enkele Ja verschillende Ja in 0pslag Ja uitrijwagen locaties weegbruggen Groen Goed Ja Ja loonwerk Ja sleufsilo 1000 m3 Ja Schieven Ja in opslag Ja VAN Berkel en Slinge Marke Vragenderveen VAL Oude IJssel PAN Ja, trekker en kipper, container afnemer Ja loonwerk en eigen Nog niet Ja weegbruggen in omgeving Ja in opslag Nee Ja Nee Nee Nee Nee Ja Ja via loonwerker Ja oude kuilplaats Ja, met trekker en kieper Ja eigen vernipperaar tot 30 cm Ja op verschillende erven Tabel 2.2.3 Inzamelsystemen en mogelijkheden op dit moment 2.2.4 Huidige afzetmogelijkheden Ja weegbrug derden Ja weegbruggen in de regio Nee Ja in opslag Vier van de zes verenigingen heeft op dit moment afzet in het gebied. Zij leveren vooral bij enkele agrariërs en bij particulieren. Bij de laatste betreft het vooral stukshout. De afzet van snoei en brandhout vindt op dit moment plaats bij particulieren door het hele gebied en bij vier bedrijven die stoken op hout (pluimvee en varkenshouders). Er zijn meerdere installaties in het gebied waar op snippers en hout gestookt wordt, waarmee eventuele afzet geregeld kan worden op duurzame basis. De huidige opbrengstprijzen voor houtsnippers bedragen ongeveer 15,- per ton gehaald op de oogstplek en 27,50 per ton gebracht op locatie. Stukshout levert 35,- - 42,- per ton op gehaald op oogstlocatie en tot 50,- per ton geleverd. Deze prijzen zijn niet voldoende om het afzetten van houtopstanden kostendekkend te maken. Ja Nee Ja ANV Afzet Potentiële afnemers Opbrengst prijzen Onderholt Rexwinkel en Schieven, diverse particulieren Nog niet 16,- per ton snippers op locatie, 42,- per ton voor stamhout Groen Goed Ten Have en Schieven Nog niet bekend 0-10,- per ton VAN Berkel en Slinge Kuenen en diverse particulieren Diversen (5 kachels in Berkelland) 25,- per ton snippers geleverd en 35,- - 40,- voor stamhout Marke Vragenderveen geen geen Geen VAL Oude IJssel Via loonwerker Nog niet Nog niet aan de orde geweest PAN Particulieren en Schieven Ja 40,- - 50,- per ton geleverd, 25,- - 30,- euro per m3 Tabel 2.2.4 Afzetmogelijkheden en prijzen 2.2.5 Stookontheffingen De agrarische natuurverenigingen hebben afgelopen jaar 5 stookontheffingen aangevraagd (1 voor een paasvuur) en is in totaal circa 300 m 3 verstookt. In het verleden werd meer gestookt, maar door andere werkwijzen is dit verminderd. 2.2.6 Mogelijkheden voor verbeterde inzamelstructuur Voor een alternatieve inzamelstructuur waarbij het snoeihout binnen de regio benut wordt zullen extra verzamel- en opslagpunten verspreid over de regio nodig zijn. Bij zulke locaties

15 zijn weegbruggen nodig om het gewicht van de houtladingen te meten. Ook is enige toezicht om de aan- en afvoer van de houtstromen te controleren. Tabel 2.2.6 laat zien waar de ANV s momenteel hun hout opslaan. Daaruit valt af te leiden, dat er momenteel in de Achterhoek geen aparte opslagpunten worden gebruikt waar hout gedroogd wordt. Enkele ANV s leveren rechtstreeks verse houtsnippers aan enkele bedrijven met een houtgestookte cv-ketel. Er zijn wel ideeën/plannen om in containers snippers te drogen met behulp van restwarmte die bij biovergisting vrij komt. ANV Afleveradressen Weegpunten Droogpunten Onderholt Diverse kuilplaten Nee, mogelijk mobiele Natuurlijke wijze weegbrug aanschaffen Groen Goed Sleufsilo Penterman1000 m3 Nvt? VAN Berkel en Slinge Bellegoor, diverse kuilplaten Kuenen en Bellegoor Bellegoor Marke Vragenderveen geen geen geen VAL Oude IJssel geen geen geen PAN Verzamelpunten nu bijna niet gebruikt door rechtstreekse levering Tabel 2.2.6: Huidige opslagplaatsen houtsnippers Nee Ja bij biogasinstallaties In de enquête is ingegaan op extra verzamel- en opslagpunten en de aanwezigheid van weegbruggen in de regio. De meeste ANV s hebben locaties op het oog die mogelijk een dergelijke functie kunnen krijgen. Niet al deze locaties hebben weegbruggen. Om dit te ondervangen is het voorstel gelanceerd om een mobiele weegbrug te gaan gebruiken, zodat op locatie het gewicht bepaald kan worden. 2.2.7 Mogelijkheden voor samenwerking met derden Op dit moment hebben vier van de zes ANV s samenwerking met partijen als het waterschap, Rijkswaterstaat en gemeenten. Alle ANV s zien de opdracht om samen met de gemeenten in de Achterhoek de inzamelstructuur voor snoeihout van de grond te krijgen als uitdaging en willen hier aan mee werken. De randvoorwaarde is dat het economisch haalbaar moet zijn. 2.3 Wet- en regelgeving t.a.v. opslag snoeihout Bij inzameling van snoeihout voor de regionale markt zijn lokale opslaglocaties nodig. Regelgeving rond de opslag van snoeihout is vastgelegd in de Wet milieubeheer. Daarin is snoeihout gedefinieerd als afvalstof. Ook de afgifte en transport van snoeihout is in deze wet aan regels gebonden. De Provincie Gelderland heeft in het kader van het project Op Eigen Hout een toolkit voor gemeenten samengesteld waarin ondermeer informatie wordt verschaft over de huidige regelgeving rond opslag van snoeihout. Deze informatie is te vinden op de website:http://netwerkduurzameenergie.wing.nl/home. Hierop is een link naar Toolkit vergunningen en een link naar Afvalhout / Houtafval te vinden. 2.3.1 Huidige regelgeving Sinds 5 maart 2011 is de Europese Afvalstoffenrichtlijn (EU-Richtlijn 2008-98-EG) niet meer van toepassing op het in categorie 4 bedoelde snoeihout uit bossen en van agrarische percelen en op categorie 5 uit de Toolkit Afvalhout / Houtafval (zie hierboven), als deze (nietgevaarlijke) materialen rechtstreeks uit de land- of bosbouw komen en daarin worden gebruikt of voor de productie van energie uit die biomassa. Zie ook artikel 10.1a, eerste lid, onder f, en tweede lid van de Wet milieubeheer, waarin is geregeld dat hoofdstuk 10, enkele bepalingen in hoofdstuk 15 van de Wet milieubeheer en enkele bepalingen van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op deze afvalstoffen niet meer van toepassing zijn.

16 Het snoeihout is na de wijziging van de richtlijn en de Wet milieubeheer echter nog steeds afval en moet dus worden behandeld en opgeslagen als afval (zie ook hierboven de Toolkit: Afvalhout / houtafval) Hiervoor gelden de volgende regels: 2.3.1.1: Opslaan, versnipperen en composteren tot 600 m 3 hout Bij opslag van ten hoogste 600 m³ (schoon) houtsnippers en bij opslag, versnippering en compostering van ten hoogste 600 m³ knip- en snoeihout, is geen omgevingsvergunning vereist, maar volstaat een melding op grond van het Besluit landbouw milieubeheer als de activiteit plaatsvindt bij agrarische bedrijven of op grond van het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) als de activiteit plaatsvindt bij andere bedrijven ( zie het Besluit omgevingsrecht, bijlage I, onderdeel C, categorie 28.10. onder 28). De algemene voorschriften in die besluiten zijn dan op die activiteit van toepassing. T.a.v. het functioneren van een opslagdepot zijn de algemene voorwaarden in het Activiteitenbesluit van toepassing bij opslag tot en met 600 m 3 hout. Per situatie kan dat verschillen. De AIT-Activiteitenbesluit Internet Module kan hierover duidelijkheid geven: http://www.infomil.nl/onderwerpen/integrale/activiteitenbesluit/activiteitenbesluit-2 Bij opslag binnen agrarische bedrijven dient ook rekening te worden gehouden met de voorschriften in het Besluit Landbouw Milieubeheer. 2.3.1.2: Opslaan, versnipperen en composteren van meer dan 600 m 3 hout Bij opslag van meer dan 600 m³ hout is wel een omgevingsvergunning vereist. De volgende onderwerpen kunnen daarbij van belang zijn afhankelijk van de situatie: Lucht: geur (stof/verstuiven is niet te verwachten zolang er geen zaagsel buiten wordt opgeslagen); Bodem: als het schone houtige biomassa betreft lijken er geen voorwaarden zoals vloeistofdichte vloer noodzakelijk; Geluid: ivm transport; Geluid: ivm versnipperinstallatie (en eventueel zeefinstallatie); BBT (best beschikbare technieken); In de meeste gevallen zullen burgemeester en wethouders het bevoegde gezag zijn en de vergunning verlenen. Zij zullen daartoe een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) moeten vragen aan gedeputeerde staten van hun provincie. 2.3.1.3: Afgifte en transport van snoeihout en houtsnippers Op snoeihout en houtsnippers zijn de voorschriften in hoofdstuk 10 van de Wet milieubeheer van toepassing. Dat betekent dat aan alle voorschriften met betrekking tot het melden en registreren (zoals die zijn opgenomen in Titel 10.6 van die wet en in het besluit en de Regeling melden en registreren van bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen) van de ontvangst en de afgifte moet worden voldaan en dat tijdens het transport een begeleidingsbrief moeten worden gevoerd. N.B. Deze verplichtingen gelden echter sinds 5 maart 2011 niet meer voor de niet-gevaarlijke materialen die rechtstreeks uit de land- of bosbouw komen en daarin worden gebruikt of voor de productie van energie uit die biomassa. Het gaat dan om het in categorie 4 van de Toolkit Afvalhout/Houtafval bedoeld snoeihout uit bossen en van agrarische percelen en om de materialen bedoeld in categorie 5 van die Toolkit. Ten aanzien van transport is de informatie te vinden in de brochure Transport van afval. Het transporteren, registreren en melden van afvalstoffen. De volgende link leidt naar de brochure: http://www.beurtvaartadres.nl/sites/default/files/pdf/transportvanafvalpdf.pdf

17 2.3.2 Ontwikkelingen in de wet- en regelgeving Momenteel speelt de discussie over de vraag of voor de overige onder categorie 4 bedoelde materialen die uitzondering ook van toepassing is. Daarover heeft de Staatssecretaris voor milieu inmiddels duidelijkheid gevraagd aan de Europese Commissie te Brussel. Het wachten is op het antwoord. De informatie hierover wordt actueel gehouden via de volgende link: http://www.agentschapnl.nl/programmas-regelingen/de-nieuwe-europese-kaderrichtlijnafvalstoffen-en-de-gewijzigde-wet-milieubeheer Een belangrijke ontwikkeling op de langere termijn is de omgevingswet, die de minister van Infrastructuur en Milieu kort geleden via een brief aan de Tweede Kamer heeft aangekondigd. Welke gevolgen dit zal hebben voor de Wet milieubeheer en daarmee op de afvalstoffenregelgeving, daarover is nog niet te zeggen. Wel gaf de minister in haar brief aan dat zij daarbij de administratieve lasten zoveel mogelijk wil beperken. 2.4 Mogelijke afzet van snoeihout als brandstof Snoeihout kan worden aangewend als brandstof. De meest bekende vorm is de productie van kloofhout voor houtkachels. Deze markt is beperkt, omdat het gebruik van houtkachels veel arbeid vraagt en daardoor slechts op kleine schaal wordt toegepast. Bovendien is het aandeel van het snoeihout dat geschikt is voor de productie van kloofhout beperkt. De grootste fractie van het snoeihout bestaat uit dunnere takken die alleen geschikt zijn voor houtsnipperproductie. Daarom wordt in deze studie alleen ingegaan op de mogelijke afzet van houtsnippers als brandstof. In versnipperde en gedroogde vorm kunnen houtsnippers verstookt worden in houtgestookte HR cv-ketels die qua efficiëntie kunnen concurreren met de gasgestookte warmte-installaties. Deze houtgestookte installaties worden al op grote schaal gebruikt in omringende landen als Duitsland en Scandinavië. Ook de fijnstofuitstoot van deze installaties is zo laag, dat zij ruim voldoen aan de huidige EU-normen. Aangezien zij door computersturing volautomatisch opereren, kost het beheer en onderhoud weinig tijd. Zij kunnen worden gebruikt waar voldoende ruimte is voor de aanvoer en (tijdelijke) opslag van de houtsnippers. Vooral voor bedrijven en instellingen met een grote(re) warmtebehoefte kan het aantrekkelijk zijn te investeren in dergelijke snipperhout gestookte HR cv-ketels. Ten behoeve van deze studie is een profielschets opgesteld van bedrijven en instellingen voor wie dergelijke houtgestookte installaties interessant zouden kunnen zijn. In 2010 is een enquête gehouden onder een aantal bedrijven in de Achterhoek (zie rapport Het landschap: bron van energie 2011). Hieruit bleek, dat ideële overwegingen zoals gebruik van CO2- neutrale brandstof en streekproduct wel een rol spelen, maar dat lagere stookkosten de belangrijkste reden zou zijn om te investeren in een houtgestookte cv-ketel. De hoge investeringskosten van dergelijke ketels vormen echter het grootste bezwaar voor deze bedrijven. Daarom wordt in deze profielschets vooral ingegaan op de economische aspecten. 2.4.1 Economische haalbaarheid De winst met houtgestookte installaties is vooral te halen uit het prijsverschil tussen aardgas en houtsnippers. Berekend is dat met de huidige brandstofprijzen voor bedrijven met een gasverbruik tussen 15.000 170.000 m 3 investeren in een houtgestookte verwarmingsinstallatie aantrekkelijk kan zijn. Deze grenzen zijn gebaseerd op de volgende uitgangspunten: Ondergrens 15.000 m 3 : De praktijk leert dat de aanschaf van een goede houtsnippergestookte cv-ketel, gezien de hoge investering, rendabel is te maken vanaf een vermogen van tussen 70 kw en 100 kw. Deze norm is mede afhankelijk van eventuele bijkomende kosten en de mate waarin het vermogen van de installatie optimaal kan worden benut. Dit komt overeen met ongeveer 15.000 m 3 aardgasverbruik per jaar. Per situatie zal dit moeten worden beoordeeld. In het rapport Het landschap: bron van energie wordt uitgegaan van een ondergrens van 200 kw. Deze grens is bepaald met behulp van een voorzichtige berekening en is

18 gebaseerd op praktijkvoorbeelden van een zeer beperkt aantal bedrijven. Met optimalisering van de stookpraktijk valt nog veel winst te boeken. Bovengrens 170.000 m 3 : De gasprijs kent meerdere tarieven. Vanaf een verbruik van 170.000 m 3 aardgas is er sprake van een laag aardgastarief. Door dit lage aardgastarief is het overstappen op een houtsnippergestookte cv-ketel financieel doorgaans niet aantrekkelijk. Overigens kan deze situatie zich ook voordoen bij bedrijven die gezamenlijk aardgas inkopen om in dat lage aardgastarief te kunnen vallen. Bij verbruik van 170.000 m 3 gas is een houtsnippergestookte cv-vermogen van omstreeks 1000 kw = 1 MW nodig. Bij bovengenoemde berekeningen is uitgegaan van een terugverdientijd van maximaal 10 jaar. Deze norm is ook aangehouden in bovengenoemd rapport. Zoals hierboven al naar voren is gekomen, is optimale benutting van de cv-ketel belangrijk om economisch rendement te behalen uit deze investering. Naarmate de warmtevraag gelijkmatiger is, ook verspreid over het hele jaar, kan met een relatief klein vermogen aan een relatief grote warmtevraag worden voldaan. De investeringskosten kunnen dan relatief laag zijn omdat voor een relatief grote warmtevraag een relatief kleine installatie voldoende is. Ook door toepassing van één of meerdere buffervaten kunnen pieken in de warmtevraag worden afgevlakt, waardoor de ketel gelijkmatig kan branden. Door te combineren met andere technieken kan het benodigde vermogen ook verminderd worden. In situaties waarin WKO (warmte- koudeopslag) wordt toegepast kan een houtgestookte installatie aantrekkelijk zijn als naverwarming voor de hogere temperaturen (warm tapwater, afwasmachine, etc.) omdat het rendement van de warmtepomp ligt bij lage temperaturen (tot 40 o C). Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij wat grotere zorginstellingen. 2.4.2 Logistieke randvoorwaarden De houtsnippergestookte cv moet regelmatig worden voorzien van houtsnippers. Hiertoe kan sprake zijn van opslag ter plaatse of opslag op afstand. De exploitatie van de ketel vraagt beperkte arbeidsinzet en bestaat hoofdzakelijk uit het bijvullen van de voorraadbunker. De frequentie is afhankelijk van de grootte van de installatie, de grootte van de voorraadbunker en het seizoen. Bij een voldoende grote voorraadbunker kan dat in het koudeseizoen oplopen tot 1 à 2 maal per week. Het vullen van de voorraadbunker hoeft niet meer dan 15 tot 30 minuten in beslag te nemen. Daarnaast moet gemiddeld eens per maand de ascontainer worden geleegd. De mate van onderhoud en kans op storingen is erg afhankelijk van de brandstofkwaliteit. Schone-, droge- en de juiste maat en vorm houtsnippers zijn de beste garantie voor bedrijfszekerheid. Storingen kunnen via een GSM worden gemeld, dus vragen ook geen permanente aanwezigheid van een beheerder. 2.4.3 Planologische randvoorwaarden Bij de verbranding van gas komt vrijwel geen fijnstof vrij. De fijnstof-emissie van een houtgestookte cv-ketel is daarom al snel hoger dan die van een gasgestookte installatie, hoewel de houtgestookte ketel ook binnen de gestelde normen blijft. Ook locaties waar al een hoge fijnstof emissie aanwezig is, bijvoorbeeld in de nabijheid van drukke wegen, dient daarmee rekening te worden gehouden. Houtgestookte installaties produceren weliswaar fijnstof en rookgassen die voor overlast kunnen zorgen, maar de betere houtgestookte HR cv-ketels voldoen aan de vereiste emissienormen: 100 mg/m 3 voor 20 tot 500 kw ; 50 mg/m 3 500 tot 1000 kw. Voor de juiste informatie over emissie-eisen zie Toolkit emissie: http://netwerkduurzameenergie.wing.nl/file.php/41/toolkit_emissies.pdf In de omgeving van Natura-2000 gebieden kan door toenamen van NOx emissie de natuurbeschermingswet een rol spelen. http://netwerkduurzameenergie.wing.nl/file.php/44/toolkit_natuurbeschermingswet.pdf

19 Bij een minder regelmatige warmtevraag kan sprake zijn van het met een bepaalde regelmaat opstarten van de verbranding in de installatie. Tijdens dat opstarten kan er korte tijd sprake zijn van enige geuroverlast. Ook de houtsnipperopslag kan voor enige geuroverlast zorgen. Het ruimtebeslag van een houtgestookte installatie is groter dan die van een gasgestookte installatie, omdat naast een houtgestookte cv-ketel een bunker voor de houtsnipperinvoer geplaatst moet worden. Ook is een groter of extra buffervat vaak gewenst. Afgezien van eventuele extra installaties t.b.v. de combinatie met andere technieken is extra ruimte nodig. Bovendien worden er strengere eisen gesteld aan de stookruimte. Deze moet voldoen aan NEN-3028. Deze norm schrijft ondermeer voor dat de stookruimte maar één functie mag hebben, namelijk de opstelling van de stooktoestellen en alles wat daarbij behoort. En er dient rekening te worden gehouden met extra maatregelen/voorzieningen om de brandveiligheid te garanderen. Tenslotte dient rekening te worden gehouden met transportbewegingen voor de aanvoer van de houtsnippers. Uit bovengenoemde voorwaarden kan geconcludeerd worden, dat houtgestookte cv-installaties alleen wenselijk zijn bij bedrijven en instellingen die kunnen voldoen aan de volgende planologische kenmerken: Vrij liggend gebouw, met voldoende afstand t.o.v. woongebouwen (per situatie te bepalen), Op enige afstand van Natura-2000 gebieden, Aparte stookruimte en voorraadbunker, Voorraadbunker makkelijk toegankelijk voor vrachtverkeer, zonder verkeersoverlast te veroorzaken. 2.4.4 Toepassingsmogelijkheden bij bedrijven In principe kan bij alle typen bedrijven een afweging gemaakt worden of gebruik van een cvketel op houtsnippers rendabel is. Gezien bovenstaande beperkingen komen vooral plattelandsbedrijven en bedrijven op bedrijventerreinen eventueel in aanmerking voor eventuele omschakeling naar een houtgestookte installatie. Bovendien betreffen het bedrijven die voor hun productieproces of dienstverlening een grote warmtevraag hebben. Hieronder worden de belangrijkste sectoren besproken: Agrarische bedrijven: In de agrarische sector zijn er een viertal soorten bedrijven met een relatief grote vraag naar warmte. Het betreffen vleeskuikenbedrijven, kalvermesterijen, fokzeugenbedrijven en glastuinbouw. Vanwege het hoge energieverbruik is er grote interesse in alternatieve energiebronnen die de kosten kunnen reduceren. Uitbreiding en vervanging van de oude gasketel zijn momenten waarop de overstap naar een andere energiebron het meeste kans maakt. Door in 2013 ingaande wet en regelgeving staan blijvende bedrijven voor grote investeringen waarbij de overstap naar een andere vorm van energie makkelijk kan worden genomen en aantrekkelijk kan zijn. Uit recente onderzoeken zoals rapport Michel Hoitink en Rapport Wur onderzoek en uit interviews blijkt, dat diverse agrarische ondernemers overwegen om over te stappen op een houtgestookte installatie, of al hierin hebben geïnvesteerd. Het economisch aspect is daarbij de belangrijkste drijfveer. Recreatiebedrijven zijn er in vele variaties. Vooral de wat grotere campings en vakantieparken met zwembad hebben een grote warmtevraag vanwege het hoge verbruik aan warm water. Als de recreatiewoningen ook s winters worden bewoond is er naast warm tapwater ook een grote vraag naar ruimteverwarming. In dat laatste geval kan een houtgestookte cv-ketel dienst doen als warmtecentrale voor meerdere recreatiewoningen en overige gebouwen en voorzieningen. Loonwerkbedrijven hebben vaak kantoorruimten en ruimten voor werktuigenonderhoud die vooral in de winter verwarmd moeten worden. Soms is er ook sprake van reiniging/ontsmetting van voertuigen en machines waarbij veel heet water wordt

20 gebruikt. Uit interviews blijkt, dat ook hier mogelijkheden liggen voor houtgestookte cvinstallaties. 2.4.5 Toepassingsmogelijkheden bij instellingen In alle instellingen is in de wintermaanden vraag naar verwarming van ruimten. Daarnaast zijn in een aantal instellingen het hele jaar door een warmtevraag vanwege de behoefte aan warm water. Dit zijn met name de volgende instellingen: Zwembaden en sportaccommodaties: Vooral zwembaden verbruiken veel energie om het zwemwater op temperatuur te brengen en te houden. Daarnaast verbruiken zowel zwembaden als sportaccommodaties veel warm tap- en douchewater. In enkele gemeenten elders in Nederland zien we voorbeelden van een mobiele houtgestookte verwarmingsinstallatie die in de zomermaanden een openluchtzwembad verwarmt en in de wintermaanden een sporthal. Door deze combinatie wordt de installatie optimaal benut. De halfjaarlijkse transportkosten worden ruimschoots gedekt door de winst die met het dubbele gebruik van deze installatie te behalen is. Wel is in deze opstelling een back-up in de sporthal nodig in de vorm van een gasketel om de beperkte warmtevraag op te vangen in de periode dat de houtgestookte cv-ketel niet is aangesloten. In deze gevallen is de ketel eigendom van een bedrijf dat de warmte levert voor een gegarandeerd percentage onder de aardgasprijs. Voordeel hiervan is dat de instellingen die gebruik maken van deze warmtelevering geen investerings- en exploitatiekosten hebben voor de houtgestookte installatie. Zorginstellingen zoals gebouwen voor ouderenzorg, ziekenhuizen, herstel- en revalidatiecentra en gehandicapteninstellingen hebben naast vraag naar ruimteverwarming een grote vraag naar warm tapwater, douche- en badwater. Bovendien hebben sommige zorginstellingen een revalidatiebad. De vraag naar warm water is redelijk constant verspreid over het jaar. Uit enkele interviews met dergelijke instellingen blijkt dat de mogelijkheden voor alternatieve vormen van energievoorziening erg afhankelijk is van de houding van het bestuur/management. Bovendien moet zich een kans tot verandering voordoen zoals bij nieuwbouw, uitbreiding en renovatie. Vaak is in geval van grotere instellingen met verschillende gebouwen een combinatie van elkaar aanvullende verschillende duurzame energie technieken, waaronder een houtgestookte cv-ketel mogelijk. Deze ketel kan dan als laatste in de schakel van deze technieken worden gebruikt om het water na te verwarmen tot voldoende hoge temperatuur. Het is dus belangrijk om tijdig op de hoogte te zijn van ontwikkel- en bouwplannen van dit soort instellingen om de optie van een houtgestookte cv-ketel tijdig aan te kunnen dragen en bij gebleken interesse in het proces mee te kunnen nemen. 2.4.6 Investering versus warmtelevering Onder bedrijven en instellingen zijn verschillende vertegenwoordigers geïnterviewd over hun belangstelling voor houtgestookte verwarmingsinstallaties en hun bereidheid te investeren in zo n installatie. Hieruit bleek dat vooral agrarische bedrijven zelf een houtgestookte cv-ketel willen aanschaffen en beheren. Bij instellingen is er met name interesse in inkoop van warmte. In geval van meerdere warmteafnemers van eenzelfde houtgestookte warmtecentrale is dat mogelijk ook de meest passende optie. Wat betreft de warmtelevering hebben drie potentiële afnemers belangstelling getoond. Eén geïnteresseerde geeft voorkeur aan een onafhankelijke energieleverancier, dus niet de gemeente zelf.