Samenvatting L A TEX-cursus Sjoerd Timmer TEXniCie 10 maart 2009
Inhoud 1 Week 1 2 Week 2 3 Week 3 4 Vragen? 5 Toets
Waarom L A TEX Voordelen professionele layout handig voor wiskundige formules je kunt je concentreren op de inhoud automatisch genereren van inhoudsopgave/voetnoten/bibliografie/etc... gratis Nadelen je ziet niet meteen wat je krijgt aanpassingen aan layout zijn moeilijk
commando vs environment commando \commando[optioneel argument]{argument1}{argument2} Environment \begin{environment} content \end{environment}
platte text en alineas gewone tekst \\ forceert een nieuwe regel \newpage maakt een nieuwe pagina \clearpage voegt eerst nog wel alle floats in maketitle Eerst definieer je de gegevens: \title definieert de titel \author definieert de auteur \date definieert de datum (optioneel) met \maketitle worden de titelgegevens afgedrukt
sections sections Er zijn 5 niveaus die je kunt aanbrengen in je document: \section \subsection \subsubsection \paragraph \subparagraph nummering Je kunt de nummering van sections/subsections/etc onderdrukken door een sterretje achter het commando te zetten: \subsection*{... }
speciale tekens accenten Gewone accenten maak je met \` \ \" \^ \ stackrel met \stackrel kun je een symbool stapelen L A TEX-tekens De volgende symbolen zijn gereserveerd: $ % & # { } \ die kun je toch invoeren door er een extra \ voor te zetten: \$ $ behalve voor \, die maak je met het commando \textbackslash Let op de richting van quotes! Open een quote altijd met een enkele of een dubbele ` (het symbool links van de 1 op je toetsenbord). Sluit met gewone accenten
pagestyle nummering Als je geen bladzijdenummering wilt kun je dat doen met het commando \pagestyle{empty} losse bladzijde Om één bladzijde een andere pagestyle te geven gebruik je \thispagestyle{empty} maketitle Als je \maketitle gebruikt wordt de pagestyle gereset. Roep \pagestyle of \thispagestyle dus daarna nog een keer aan om de nummering echt te verwijderen
lijsten lijsten itemize maakt een ongenummerde lijst enumerate maakt een genummerde lijst description maakt een lijst waarvan de opsommingssymbolen links uitgelijnd zijn items Items maak je met \item. Je kunt tussen blokhaken een opsommingssymbool meegeven.
tabellen tabular Een tabel maak je als volgt: \begin{tabular}{ kolomspecificatie } data & data \\ data & data \\ \end{tabular} kolomspecificaties l links uitgelijnde kolom c gecentreerde kolom r rechts uitgelijnde kolom p{ breedte } kolom met een gefixeerde breedte (bijvoorbeeld 42mm ) *{n}{ kolomspecificatie } n herhalingen van de specificatie
tabellen verticale lijnen Verticale lijnen maak je door de kolomspecificaties te scheiden met een horizontale lijnen Horizontale lijnen maak je door \hline te gebruiken in plaats van een rij met data ander schijdingssymbool met @{ symbool } kun je kolommen schijden met een willekeurig symbool.
tabular* tabular* Met \begin{tabular*}{breedte}{kolommen} kun je de totale breedte van de tabel vaststellen.
tabbing tabstops definieer tabstops met \= gebruik \kill na de regel waarin je de breedtes definieert, om die regel niet weer te geven spring naar de volgende tab met \> \+ springt vanaf hier overal een extra tab in \- springt van hier minder diep in op nieuwe regels Sluit je regel af met \\ L A TEX breekt regels niet automatisch af binnen de tabbing environment
inline en displaymath inlinemath \( \) \begin{math} \end{math} $ $ inlinemath staat in de lopende tekst displaymath \[ \] \begin{displaymath} \end{displaymath} $$ $$ displaymath maakt een losstaande regel
wiskunde vergelijkingen \frac{noemer}{deler} maakt een breuk { high \choose low } maakt ( ) high low { high \atop low } maakt high low \sqrt[macht] {getal} produceert macht getal subscript en superscript subscript maak je met: superscript maak je met: ˆ als je geen accolades gebruikt, wordt alleen het eerstvolgende karakter in subscript of superscript getoond
meer wiskunde intergralen en sommaties \int \bigcup \iint lim \lim \iiint \sum \iiiint \prod \oint \coprod haken Met \left en \right kun je haakjes vergroten tot te mooi om de omsloten formule heen passen.
math environment er zijn nog meer math-environments equation Toont een genummerde vergelijking op een aparte regel. multline Toont een formule van meerdere regels. De eerste regel is links uitgelijnd, de laatste rechts en alle tussengelegen regels gecentreerd. Verschillende regels kun je scheiden met \\. gather Alle lijnen worden gecentreerd, en staat lijnafbrekingen toe. eqnarray De standaard (verouderde) omgeving om meerdere vergelijking verticaal te laten aansluiten. align Meerdere kolommen in een blok layout. De uitlijning is *n{rl} flalign Net zoals align, maar dan zonder marges.
matrices en arrays matrix Een matrix maak je met: \begin{matrix} a 1 & a 2 \\ b 1 & b 2 \\ \end{matrix} Vergeet niet dat je zelf haken toe moet voegen! arrays In mathmode kun je ook tabellen maken, maar de environment heet dan array
AMSpackages amsfonts Met het package amsfonts kun je een aantal interessante mathmode fonts gebruiken. De belangrijkste is \mathbb, daarmee maak je letters als R en C
AMS-theorem: een voorbeeld Theorem (De eenheidssfeer is niet compact in l 2 ) The eenheidssfeer is niet compact in l 2 Proof. Neem de reeks (1, 0,...), (0, 1, 0,...), etc. Dit is een begrensde reeks in l 2, maar heeft duidelijk geen convergente deelreeks. Dit soort constructies maak je door de volgende code: Example \begin{theorem}[ Naam stelling ] The eenheidssfeer is niet compact in l 2 \end{theorem} \begin{proof} Neem de reeks (1, 0,...), (0, 1, 0,...), etc. Dit is... \end{proof}
AMS-theorem: een voorbeeld Theorem (De eenheidssfeer is niet compact in l 2 ) The eenheidssfeer is niet compact in l 2 Proof. Neem de reeks (1, 0,...), (0, 1, 0,...), etc. Dit is een begrensde reeks in l 2, maar heeft duidelijk geen convergente deelreeks. Dit soort constructies maak je door de volgende code: Example \begin{theorem}[ Naam stelling ] The eenheidssfeer is niet compact in l 2 \end{theorem} \begin{proof} Neem de reeks (1, 0,...), (0, 1, 0,...), etc. Dit is... \end{proof}
referenties labels Met \label{naam} kun je een label aan een environment plakken. Dat werkt met lijsten en tabellen, maar ook met equations. referenties Als je later wilt verwijzen naar je label gebruik je \ref{naam}. Vergeet niet dat L A TEX er twee keer over doet om de verwijzingen aan te passen!
Vragen?
Toets...