Noordhoff Uitgevers Elobase Detailhandel Ondernemer/Manager Kerntaak 1 Antwoorden Theorie- en rekenboek (Financieel1)



Vergelijkbare documenten
Samenvatting Economie Hoofdstuk 1,3t/m6: Financieel Management

Inleiding. Exploitatiekosten. Break-even (analyse)

Elobase Detailhandel Ondernemingsbeleid/Organisatiebeleid Rekenwerkboek voor het theorie-examen kerntaak 1 Financieel 1 Ondernemer / Manager

Uitwerkingen proefexamen II PDB kostencalculatie

b. Materiaal Loonkosten Opslag indirecte kosten: 125%

Economisch Instituut voor een Winkelorganisatie. Stein: ISBN: Auteurs: M.J. Duijzings-Biermans, M.W.M. Duijzings, F.L.J.

Deze uitwerkingen horen bij het boek Examentraining basiskennis Calculatie BKC van de uitgeverij OBCO, ISBN VERSIE 2 dd

Hoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Samengevat bereken je de nettowinst van een onderneming zo:

Hoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,

Opgave 9.5 Variabele kosten per stuk: / = 3,75 Totale variabele kosten bij eenheden: ,75 =

2 Constante en variabele kosten

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

directe en indirecte kosten

Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt.

Noordhoff Uitgevers bv

Meerkeuzevragen: 5. Bereken voor dit jaar de totale constante kosten. A ,- B ,- C ,- D ,-

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

Heterogene productie (meerdere producten) De directe kosten hebben een rechtstreeks verband met de productie/verkoop van een product.

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

Antwoordenbijlage Bedrijfscalculatie Uitbreidingsstof

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

PDB. Antwoordenboek. berekeningen. Financiële administratie & Kostprijscalculatie

Examentermen Vakman-ondernemer / editie Titel: Financieel plan

Bij een resultatenbegroting (ook wel exploitatiebegroting genoemd) wordt een overzicht gemaakt van de opbrengsten en van de kosten.

Direct costing en break even analyse

Bedrijfseconomisch rekenen in de retail 2

a. Indirecte kosten afhankelijk van de grondstofkosten: % = 40%

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering

TOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC)

Samenvatting M&O De eenmanszaak deel 2

Basiskennis Calculatie (BKC ) Correctiemodel

Hoofdstuk 1. Opgave ,60 1,05 100/80 1,21 = 31,13, afgerond 32, /121 32,- = 5,55.

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat

UITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC

De resultatenrekening

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

Financiële aspecten van de planning

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

Uitwerkingen proefexamen I PDB kostencalculatie

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Kostencalculatie niveau 4 1 / 9

Management & Organisatie Proeftoets SE 6 vwo 6

6,4. Samenvatting door M woorden 23 januari keer beoordeeld. Waarom is het belangrijk om een voorraad te hebben?

Het programma van vandaag

Het aantal te behalen punten is 100. Bij elke vraag staat aangegeven hoeveel punten je daarvoor kunt behalen.

Samenvatting M&O De Industrie

week 2 Homework opgave 1 H4 Resultatenrekening Afschrijvingskosten: zeilboten

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO 2010

Eindexamen m&o vwo 2005-I

Case bungalow park. Opgave 1

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN

Hoofdstuk 1. Oefenopgaven. Oefenopgave 1A. Bereken: ,37 25, , : 8,25 12, ,45.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

2 Kostprijsberekening en opslagmethode

Kaarten module 4 derde klas

M & O Case 3.10 Plentium De berekeningen staan in volgorde van hoe het op de begroting en op de balans staat.

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

Cursus Bedrijfseconomie 2 IBK2BEC20. Tentamentraining

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Bovenstaande begrippen worden veelal weergegeven in onderstaand schema of overzicht. We noemen dit overzicht het exploitatieoverzicht.

Vraag Antwoord Scores. x 100% = 55%

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009

a. Stel de beginbalans op 1 januari 2006 samen volgens het model van bijlage I.

Financieel Administratief Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Kostprijscalculatie (KP) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

Financieel 1 Ondernemer / Manager

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x = cijfer 63

TOELATINGSTOETS M&O. Datum

theoretische consumentenprijs

M&O VWO 2011/

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

UITWERKINGEN OPGAVEN

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2

Bedrijfseconomisch rekenen in de retail 1

Overzicht formules. Copyright OVD Educatieve Uitgeverij bv Pagina 1 van 6 VERKOOPSPECIALIST/ EERSTE VERKOPER

BIJLAGE 9.A: OPGAVE a2 UIT DE TEST KENNIS VAN PROCEDURES (Omwille van de leesbaarheid is bij het omzetten naar PDF de gulden vervangen door de.

Beginner. Beginner. Beginner

Eindexamen m&o havo 2007-I

7 Directe en indirecte kosten

Daarna komen de economische levensduur en het afschrijvingsplan nog aan de orde.

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36. Intrest.

(opstartfase) maand totaal

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2

Fabricage kosten Grondstoffen Machinekosten Loon productiepersoneel Hulpafdelingen (onderhoud/magazijn) Deze kosten zijn samen de fabricagekostprijs

Kosten van huisvesting en duurzame productiemiddelen 7

Elobase Detailhandel Ondernemingsbeleid/Organisatiebeleid. Financieel 1 Ondernemer / Manager. Hoofdstuk 2 Consumentenprijs

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36. Intrest

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2

1. Bereken het bedrag aan Deense kronen dat Van den Berg ontvangt.

Eindexamen m&o vwo 2003-I

-> Bereken de brutowinst en de nettowinst van Jeroen.

Examen HAVO. Management & Organisatie (nieuwe stijl) Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. Tijdvak 1 Woensdag 30 mei uur

Het verschil tussen de verkoopopbrengst van de verkochte goederen en de inkoopwaarde van die goederen

DE EENMANSZAAK DEEL 2 VWO SAMENVATTING. Jannes Timmers. De Eenmanszaak deel 2 VWO

Transcriptie:

Elobase Detailhandel Ondernemingsbeleid/Organisatiebeleid Rekenwerkboek Antwoorden rekenopgaven voor het theorie-examen kerntaak 1 Financieel 1 Ondernemer / Manager Dit antwoordboek is van de docent: Telefoonnummer: 1

Examen Exploitatiekosten, Consumentenprijs, Break-even (analyse) Kerntaak 1 Financieel 1 Deel 1: Exploitatiekosten (opgave 1 t/m 50) Kosten van het vermogen: rentekosten Kosten van de diensten van derden Kosten van belastingen Kosten van de goederen Kosten van de menselijke arbeid Gewaardeerd loon Kosten van duurzame bedrijfsmiddelen Deel 2: Consumentenprijs(opgave 51 t/m 80) Directe en indirecte kosten: de primitieve opslagmethode Kostenverdeelstaat Directe en indirecte kosten: de verfijnde opslagmethode Vaste opslagmethode Deel 3: Break-evenanalyse(opgave 81 t/m 125) Kosten nader bekeken De constante kosten Het bezettingsresultaat De variabele kosten Het bepalen van de juiste verkoopprijs Break-even (inleiding) Het bepalen van de break-even afzet De break-even omzet in de detailhandel De veiligheidsmarge Break-even analyse: het nemen van investeringsbeslissingen 2

Antwoorden opgaven Deel 1. Exploitatiekosten: Kostensoorten Kosten van het vermogen: rentekosten Opgave 1 756 1.875 27.651,40 d. 10.724,40 Opgave 2 Let op de juiste afrondingen, het kapitaal moet afgerond worden. 677,03 Let op de juiste afrondingen, het kapitaal moet afgerond worden. 3.064,18 Let op de juiste afrondingen, het kapitaal moet afgerond worden. 9.345,14 Opgave 3 Uitwerking c is juist, namelijk: Opgave 4 d. 3

Opgave 5 Januari: 31 Februari: 29 Juni: 30 September: 30 December: 31 Opgave 6 Aantal rentedagen = 7 + 30 + 31 + 30 + 26 = 124 Formule: Aantal rentedagen = 24 + 28 + 31 + 19 = 102 Bedrag: 550,50 Aantal rentedagen = 9 + 31 + 28 + 5 = 73 Bedrag: 1.649,65 d. Aantal rentedagen = 26 + 30 + 14 = 70 Bedrag: 206,60. Opgave 7 Rentedagen 26 + 30 + 30 + 30 + 4 = 120 (eerste maand: 30 4) Rentedagen: 14 + 30 + 30 + 30 + 30 + 6 = 140 Bedrag: 326,26 Rentedagen: 9 + 30 + 30 + 30 + 30 + 30 + 2 = 161 Bedrag: 273,92 d. Rentedagen: 27 + 30 + 30 + 6 = 93 Bedrag: 957,77 4

Opgave 8 Bij de precieze methode bedraagt het aantal rentedagen: 30 + 28 + 21 = 79. Bij de gemakkelijke methode bedraagt het aantal rentedagen: 29 + 30 + 21 = 80. De precieze rente is als volgt: Hier is dus voor de gemakkelijke methode gekozen. Deze berekeningswijze is in het voordeel van de bank. Opgave 9 16 + 30 + 31 + 31 + 30 + 1 = 139 rentedagen. Te betalen rente: 993,66. 23 + 30 + 31 + 30 + 6 = 120 rentedagen. Te betalen rente: 120 x 7,3 x 131.230/(100 x 365) = 3.149,52. De jaarrente bedraagt 3,1 x 1.200/100 = 37,20. Het geld leent ze echter maar drie maanden, dus: (3/12) x 37,20 = 9,30. d. Marijke betaalt per jaar: 15.000 x 6,2% (0,062) = 930. De lening loopt 4 jaar, dus: 4 x 930 = 3.720. e. Nu betaalt ze 2,75 jaar. Dus: 2,75 x 930 = 2.557,50. Opgave 10 De gewaardeerde interest is de vergoeding voor het Eigen Vermogen. Dit is het bedrag dat de ondernemer als het ware misloopt, doordat hij zijn geld in zijn eigen zaak steekt en niet op de bank zet. Opgave 11 De betaalde rente zijn de kosten die je als ondernemer maakt voor het gebruik van Vreemd Vermogen in de vorm van bijvoorbeeld een lening of een krediet. Ze vallen onder de exploitatiekosten. De gewaardeerde interest is een berekende vergoeding voor het Eigen Vermogen. Opgave 12 Eerst berekenen we het gemiddeld geïnvesteerd Eigen Vermogen: Dit bedraagt: ( 25.000 + 35.000)/2 = 30.000. De rentevergoeding bedraagt 30.000,- x 0,031 x 1 = 930. Opgave 13 De betaalde rente bedraagt 5,8 x 91.000/100 = 5.278. De gewaardeerde interest bedraagt 42.500,- x 0,04 x 1 = 1.700. 5

Opgave 14 De betaalde rente bedraagt 40.000,- x 0,042 x 4/12 = 560,- De betaalde rente bedraagt 36.000,- x 0,042 x 1 = 1.512,- Kosten van de diensten van derden Opgave 15 premie I: 2,80 x 185 = 518,00 premie G: 3,- x 80 = 240,00+ poliskosten 7,50+ 765,50 assurantiebelasting 21% van 765,50 160,76 + Kosten G/I-verzekering eerste jaar 926,26 premie I: 2,80 x 185 = 518,00 premie G 3,- x 80 = 240,00 + administratiekosten 1,50 + 759,50 assurantiebelasting 21% van 759,50 159,50 + Kosten G/I-verzekering tweede jaar 919,00 Opgave 16 Te verzekeren brutowinst 0,35 x 357.000,- x 100/121 = 103.264,50 premie 2,45 promille 253,00 poliskosten 7,50 + 260,50 assurantiebelasting 21% van 260,50 54,71 + Kosten bedrijfsschadeverzekering 315,21 Opgave 17 elektriciteit 100/121 x 362,95 299,96 excl. btw! gas 100/121 x 773,50 639,26 + telefoon 228,67 + Van Gend & Loos 338,00 + Totale exploitatiekosten 1.505,89 Opgave 18 energienota 0,85 x 100/121 x 238,00 = 167,19 excl. btw! telefoon- en internetkosten 100/121 x 148,75 = + 122,93 Totale bedrijfskosten 290,12 6

Opgave 19 elektriciteit 0,75 x 100/121 x 2.678,50 = 1.660,23 gas en water 0,50 x 100/121 x 1.567,50 = + 647,73 telefoon 0,65 x 325,90 = + 211,84 administratiekosten + 1.634,87 verzekeringskosten + 1.850,75 Totale bedrijfskosten 6.005,22 Kosten van belastingen Opgave 20 aanslag motorrijtuigenbelasting eerste kwartaal 85,- aanslag onroerende zaakbelasting winkelpand + 750,- Te betalen kosten van belastingen van januari 835,- De rest is privé! Opgave 21 aanslag onroerende zaakbelasting - 1.750,- aanslag motorrijtuigenbelasting vierde kwartaal + 560,- kosten van belastingen van oktober 2.310,- De rest is privé! Kosten van goederen Opgave 22 C.O. = 1,21 x 392.000,- = 474.320,- IWO = 0,60 x 392.000,- = 235.200 Fiscale exploitatiekosten zijn: 117.980,- - 575,- = 117.405,- in % van de IWO: 117.405/235.200 x 100% 49,9% Opgave 23 Voorraad 01-01 130.500,- + Inkopen (excl. btw) + 372.000,- Totaal beschikbaar 502.500,- -/- voorraad 31-12 -/- 124.500,- Inkoopwaarde 378.000,- 7

C.O. 708.050,- Omzet (100/121 x 708.250) 585.331,- -/- IWO (antwoord a) -/- 378.000,- Gerealiseerde brutowinst 207.331,- In % van de omzet: 207.331/585.331 x 100% 29,27% Opgave 24 Voorraad 01-01 25.000,- + Inkopen (excl. btw) + 170.000,- Totaal beschikbaar 195.000,- -/- voorraad 31-12 -/- 30.000,- Inkoopwaarde 165.000,- Theoretisch: Omzet = 100/121 x 277.090,- = 229.000,- Brutowinst 30% = 0,30 x 229.000,- = 68.700,- Werkelijk: Omzet = 100/121 x 277.090,- = 229.000,- -/- Gerealiseerde IWO (antwoord a) -/- 165.000,- Gerealiseerde brutowinst 64.000,- d. Lekkage ofwel derving (crimineel en/of niet-crimineel). Opgave 25 Gemiddelde voorraad eerste halfjaar: ( 30.000,- + 40.000,-) / 2 = 70.000,- / 2 = 35.000,- Gemiddelde voorraad tweede halfjaar: ( 40.000,- + 20.000,-) / 2 = 60.000,- / 2 = 30.000,- Gemiddelde voorraad hele jaar: ( 35.000,- + 30.000,-) / 2 = 65.000,- / 2 = 32.500,-. of (½ x begin januari + 1 juli + ½ x eind december) / 2 = ( 15.000,- + 40.000,- + 10.000,-) / 2 = 65.000,- / 2 = 32.500,- IWO = 60% (0,60) x 500.000,- = 300.000,- Voorraad 01-01 30.000,- + Inkopen (excl. btw) 290.000,- + Totaal beschikbaar 320.000,- -/- voorraad 31-12 20.000,- -/- Inkoopwaarde omzet 300.000,- 8

Brutowinst: 40% (0,40) x 500.000,- = 200.000,- Per m2 VVO = 200.000,- : 250 = 800,- Opgave 26 Voorraad 01-01 185.000,- + Inkopen (excl. btw) 441.250,- + Totaal beschikbaar 626.250,- -/- voorraad 31-12 205.000,- -/- Inkoopwaarde 421.250,- Huisvestingskn 100/340 x 36.500,- 10.735,29 excl. btw! Rentekn 195.000 x 0,075 x 1 (KxPxT) + 14.625,- Overige exploitatiekosten + 6.000,- 31.360,29 31.360,29 100 m² 313,60 per m² Opgave 27 Voorraad 01-01 92.800,- + Inkopen excl. btw + 323.565,- Totaal beschikbaar 416.365,- -/- voorraad 31-12 -/- 96.500,- Inkoopwaarde 319.865,- Huisvestingskn 100/125 x 25.000,- 22.000,- Rentekn 0,08 x 94.650,- + 7.572,- Overige kosten + 6.750,- Totale kosten 36.322,- Omzet is 100/64 x 319.865,- = 499.789,06 Voorraadkosten per euro omzet = 36.322/499.789.06 0,0727 9

Kosten van menselijke arbeid Opgave 28 Brutoloon 12 x 1.418,- 17.016,- Vakantietoeslag 8% (van 17.016,-) + 1.361,28 18.377,28 Ov.t + Pr SWV 17,6% (van 18.377,28) + 3.234,40 Reiskosten + 416,00 Betaalde loonkosten 22.027,68 Opgave 29 Brutoloon 52 x 320,- 16.640,- Vakantietoeslag 8% (van 16.640,- ) + 1.331,20 Kerstuitkering + 150,- 18.121,20 Ov.t + Pr SWV 17,6% (van 18.121,20) + 3.189,33 Reiskosten + 420,- Totaal loonkosten 21.730,53 Opgave 30 Truus: 1.250,- (per maand) x 12 (=per jaar) / 52 (=per week) / 40 7,21 per uur. Joke: 150,- (per maand) x 12 (=per jaar) / 52 (=per week) / 10 3,46 per uur. 2.175,- x 1,08 x 1,176 2.762,42. Opgave 31 Brutoloon Denise 52 x 12 x 3,80 2.371,20 Brutoloon Robert 52 x 275,- + 14.300,- Totaal brutoloon 6.671,20 Vakantietoeslag 8% + 1.333,70 18.004,90 Ov.t + Pr SWV 17,6% + 3.168,86 Reiskosten Denise 52 x 10,- + 520,- Reiskosten Robert 12 x 35,- + 420,- Totaal loonkosten 22.113,76 Opgave 32 Stijging brutoloon Pascal 6 x 108,- 648,- + Brutoloon fulltimer 6 x 1.470,- 8.820,- + Brutoloon parttimer 6 x 750,- 4.500,- Totaal brutoloon 13.968,- + Vakantietoeslag 8% + 1.117,44 15.085,44 + Ov.t + pr.swv 18% + 2.715,38 Stijging loonkosten dit jaar 7.800,82 10

Gewaardeerd loon Opgave 33 Basisloon 30.000 15% x ( 100.000,- - 37.500,-) 9.375 9% x 50.000,- 4.500 Totaal gewaardeerd loon 43.875 Basisloon 30.000 15% x ( 100.000,- - 37.500,-) 9.375 9% x 100.000,- 9.000 5% x 20.000,- 1.000 Totaal gewaardeerd loon 49.375 Basisloon 30.000 15% x ( 100.000,- - 37.500,-) 9.375 9% x 100.000,- 9.000 5% 300.000,- 15.000 4% x 140.000,- 5.600 Totaal gewaardeerd loon 68.975 Opgave 34 950.000 125.000 = 7,6 fte 4 fte 53.000 = ( 65.000,- - 53.000,- ) x 3,6 / 6 4.800 Totaal gewaardeerd loon 57.800 Opgave 35 Gerealiseerde brutowinst = 0,35 x 902.000,- = 315.700,- Basisloon 30.000 15% x ( 100.000,- - 37.500,-) 9.375 9% x 100.000,- 9.000 5% 115.700,- 5.785 Totaal gewaardeerd loon 54.160 aantal fte's = gerealiseerde omzet 902.000 = branchegemiddelde omzet per fte 205.000 = 4,4 fte 4 fte 53.000 = ( 65.000,- - 53.000,- ) x 0,4 / 6 533 Totaal gewaardeerd loon 53.533 11

Opgave 36 omzet per m² wvo: 467.000 245 m² = 1.906,12 omzet per fte: 467.000 1,7 274.706 omzetsnelheid: gemiddelde voorraad eerste half jaar: ( 75.200,- + 67.550,-) / 2 = 142.750,- / 2 = 71.375,- gemiddelde voorraad tweede half jaar: ( 67.550,- + 79.240,-) / 2 = 146.790,- / 2 = 73.395,- Gemiddelde voorraad afgelopen jaar: ( 71.375,- + 73.395,-) / 2 = 144.770,- / 2 = 72.385,- of (½ x begin januari + 1 juli + ½ x eind december) / 2 = ( 37.600,- + 67.550,- + 39.620,-) / 2 = 144.770,- / 2 = 72.385,- IWO = 62% (0,62) x 467.000,- = 289.540,- Per m² wvo is er te weinig omzet, terwijl er minder personeel nodig is dan in de branche. De omzetsnelheid is hoger. 12

Kosten van duurzame bedrijfsmiddelen Opgave 37 Aanschafwaarde (excl. btw) = 484,- : 1,21 (of x100/121) = 400,- Aanschafwaarde 400,00 -/- afschrijvingskosten eerste jaar 65,00 boekwaarde na 1 jaar 335,00 -/- afschrijvingskosten tweede jaar 65,00 boekwaarde na 2 jaar 270,00 -/- afschrijvingskosten derde jaar 65,00 boekwaarde na 3 jaar 205,00 enzovoort Opgave 38 Aanschaf waarde (excl. btw) = 1.530,- : 1,21 (of x100/121) = 1.264,46 aanschafwaarde 1.264,46 -/- afschrijvingskosten eerste jaar 178,24 boekwaarde na 1 jaar 1.068,22 -/- afschrijvingskosten tweede jaar 178,24 boekwaarde na 2 jaar 907,98 -/- afschrijvingskosten derde jaar 178,24 boekwaarde na 3 jaar 729,74 enzovoort Opgave 39 Boekwaarde na 1 jaar: 6.300,- - 587,- = 5.713,- Boekwaarde na 4 jaar: 6.300,- - (4 x 587,-) = 3.952,- Boekwaarde na 8 jaar: 6.300,- - (8 x 587,-) = 1.604,- 13

Opgave 40 Aanschafwaarde (excl. btw): 1.799,74 : 1,21 1.487,39 Afschrijvingsbedrag per jaar: 10% x 1.487,39 148,74 Boekwaarde na 2 jaar: 1.487,39 - (2 x 148,74) = 1.189,91 Restwaarde na 7 jaar: 1.487,39 - (7 x 148,74) = 446,21 Opgave 41 Boekwaarde na 4 jaar = 500,- Boekwaarde na 5 jaar (restwaarde = 250,- Vast afschrijvingsbedrag per jaar = 500,- - 250,- = 250,- Aanschafwaarde = Restwaarde + Totale afschrijvingen over de gehele levensduur: 250,- + (5 x 250,-) = 1.500,- 250,- / 1.500,- x 100% 16,7% Afschrijven met een vast percentage van de boekwaarde Opgave 42 aanschafwaarde 16.000,00 -/- afschrijvingskosten eerste jaar ( 10% van 16.000,00 1.600,00 boekwaarde na 1 jaar ( 14.400,00 -/- afschrijvingskosten tweede jaar ( 10% van 14.400,00 1.440,00 boekwaarde na 2 jaar (d. 12.960,00 Opgave 43 aanschafwaarde 32.000,00 -/- afschrijvingskosten eerste jaar 20% van 32.000,00 6.400,00 boekwaarde na 1 jaar 25.600,00 -/- afschrijvingskosten tweede jaar 20% van 25.600,00 5.120,00 boekwaarde na 2 jaar 20.480,00 -/- afschrijvingskosten derde jaar 20% van 20.480,00 4.096,00 boekwaarde na 3 jaar 16.384,00 Boekwaarde na 1 jaar is 80% van de aanschafwaarde. Na 5 jaar is de restwaarde: 0,80 x 0,80 x 0,80 x 0,80 x 0,80 x 32.000,- = 10.485,76 14

Opgave 44 Als er 30% per jaar van de boekwaarde afgaat, blijft er aan het einde van het jaar 70% van de boekwaarde over. Na vier jaar is dit dan: 0,70 x 0,70 x 0,70 x 0,70 x 15.420,- : 1,21 = 3.059,78 of aanschafwaarde (excl. btw) 12.743,80 -/- afschrijvingskosten eerste jaar 30% van 12.743,80 3.823,14 boekwaarde na 1 jaar 8.920,66 -/- afschrijvingskosten tweede jaar 30% van 8.920,66 2.676,20 boekwaarde na 2 jaar 6.244,46 -/- afschrijvingskosten derde jaar 30% van 6.244,46 1.873,34 boekwaarde na 3 jaar 4.371,12 -/- afschrijvingskosten vierde jaar 30% van 4.371,12 1.311,34 boekwaarde na 4 jaar 3.059,78 Opgave 45 41.640,- : 1,21 x 0,90 x 0,90 = 27.874,71 27.875,- of aanschafwaarde (excl. btw) 34.413,22 afschrijvingskosten eerste jaar 10% van 34.413,22 3.441,32 boekwaarde na 1 jaar 30.971,90 afschrijvingskosten tweede jaar 10% van 30.971,90 3.097,19 boekwaarde na 2 jaar 27.874,71 Opgave 46 19.635,- : 1,21 x 0,25 x 9/12 = 3.042,61 Opgave 47 Terugrekenen: 686,- : 0,70 : 0,70 : 0,70 = 2.000,- Bewijs: aanschafwaarde (excl. btw) 2.000,00 -/- afschrijvingskosten eerste jaar 30% van 2.000,00 600,00 boekwaarde na 1 jaar 1.400,00 -/- afschrijvingskosten tweede jaar 30% van 1.400,00 420,00 boekwaarde na 2 jaar 980,00 -/- afschrijvingskosten derde jaar 30% van 980,00 294,00 boekwaarde na 3 jaar 686,00 15

Opgave 48 Afschrijvingskosten per jaar: 18.700,- 6.100,- = 2.100,- per jaar. 6 + Rentekosten per jaar: 4% van 18.700,- + 6.100,- = 496,-.per jaar (0,04 x) 2 + Complementaire kosten: 1.850,- per jaar Totale kosten koelmeubel in het eerste boekjaar: 4.446,- Opgave 49 aanschafwaarde (excl. btw) 3.600,00 + afschrijvingskosten eerste jaar 25% van 3.600,00 900,00 boekwaarde na 1 jaar 2.700,00 Afschrijvingskosten eerste jaar: 900,- + Rentekosten eerste jaar: 3.600,- + 2.700,- 132,30 4,2% van (0,042 x) 2 + Complementaire kosten: 200,- Totale kosten kassaregister in het eerste boekjaar: 1.232,30 boekwaarde na 1 jaar 2.700,00 afschrijvingskosten tweede jaar 25% van 2.700,00 675,00 boekwaarde na 2 jaar 2.025,00 Afschrijvingskosten tweede jaar: 675,- + Rentekosten eerste jaar: 4,2% 2.700,- + 2.025,- 99,23 van (0,042 x) 2 + Complementaire kosten: 200,- Totale kosten kassaregister in het tweede boekjaar: 974,23 Opgave 50 8 Aanschafwaarde (excl. btw) 9.600,- + 800,- 10.400,- + installatiekosten Afs = 10.400,- 400,- 8 1.250,- per jaar. Rentekosten per jaar: 5% van (0,05 x) 10.400,- + 400,- 2 270,-. per jaar 16

Antwoorden opgaven Deel 2: Consumentenprijs: Directe en indirecte kosten Primitieve opslagmethode Opgave 51 Kostprijs = 600 + 240 (40% x 600) = 840 Kostprijs = 900 + 116 (40% x 290) = 406 Opgave 52 Kostprijs = 2,59 + 0,82 (31,6% x 2,59) = 3,41 Opgave 53 35 x 50% = 17,50 52,50 ( 35 + 17,50) x 60% = 31,50 BTW = 84 ( 52,50 + 31,50) x 21% = 17,64 Consumentenprijs = 84 + 17,64 = 101,64 Opgave 54 inkoopprijs 0,75 opslagpercentage indirecte kosten 70% x 0,75 0,53 + kostprijs 1,28 winstopslag 40% x 1,28 0,51 + verkoopprijs 1,79 btw 6% x 1,79 0,11 + theoretische consumentenprijs 1,90 17

Opgave 55 Opslagpercentage voor de exploitatiekosten = 47,0% inkoopprijs één paar laarzen 30,00 + opslagpercentage exploitatiekosten 47% 14,10 kostprijs 44,10 + winstopslag 40% 17,64 verkoopprijs 61,74 + btw 21% 12,97 theoretische consumentenprijs 74,71 Opgave 56 Opslagpercentage indir. Kosten = 47,4% inkoopprijs één kilo kabeljauw 3,75 + opslagpercentage exploitatiekosten 47,4% 1,78 Kostprijs één kilo kabeljauw 5,53 inkoopprijs 1 makreel 1,05 + opslagpercentage exploitatiekosten 47,4% 0,50 kostprijs 1 makreel 1,55 Opgave 57 Totale exploitatiekosten: 92.600,- + 6.650,- + 32.500,- + 10.000,- + 34.000,- = 175.750,- inkoopprijs één luxe setje (95%) 19,00 + opslagpercentage exploitatiekosten 57,9% 11,00 Kostprijs één luxe setje 30,00 18

Kostenverdeelstaat Opgave 58 ijzerwaren: 60 / 300 x 50.000,- = 10.000,- sanitair: 35 / 300 x 50.000,- 5.833,- hout: 85 / 300 x 50.000,- 14.167,- diversen: 120/ 300 x 50.000,- = 20.000,- Opgave 59 Food: 25.000 / 30.000 x 480.000,- = 400.000,- Non-food: 5.000 / 30.000 x 480.000,- = 80.000,- Opgave 60 Indirecte loonkosten: dames- en herenkleding 5 / 25 x 30.000,- = 6.000,- sportartikelen 6 / 25 x 30.000,- = 7.200,- schoenen 8 / 25 x 30.000,- = 9.600,- lederwaren en reisartikelen 6 / 25 x 30.000,- = 7.200,- Huisvestingskosten: dames- en herenkleding 170 /500 x 92.400,- = 31.416,- sportartikelen 90 /500 x 92.400,- = 16.632,- schoenen 130 /500 x 92.400,- = 24.024,- lederwaren en reisartikelen 110 /500 x 92.400,- = 20.328,- Overige exploitatiekosten: dames- en herenkleding 410.000,- / 1.460.000,- x 160.600,- = 45.100,- sportartikelen 300.000,- / 1.460.000,- x 160.600,- = 33.000,- schoenen 390.000,- / 1.460.000,- x 160.600,- = 42.900,- lederwaren en reisartikelen 360.000,- / 1.460.000,- x 160.600,- = 39.600,- dames- en sport- schoenen lederwaren totaal herenkleding artikelen x 1,- x 1,- x 1,- x 1,- x 1,- inkoopwaarde 300.000 200.000 260.000 240.000 1.000.000 directe loonkosten 110.000 100.000 130.000 120.000 460.000 totale directe kosten 410.000 300.000 390.000 360.000 1.460.000 indirecte loonkosten 6.000 7.200 9.600 7.200 30.000 huisvestingskosten 31.416 16.632 24.024 20.328 92.400 overige exploitatiekosten 45.100 33.000 42.900 39.600 160.600 19

Opgave 61 Loonkosten: herenkleding: 3.000 / 8.000 x 120.000,- = 45.000,- dameskleding: 4.000 / 8.000 x 120.000,- = 60.000,- kinderkleding: 1.000 / 8.000 x 120.000,- = 15.000,- Huisvestingskosten: herenkleding: 80 /160 x 240.000,- = 120.000,- dameskleding: 50 /160 x 240.000,- = 75.000,- kinderkleding: 30 /160 x 240.000,- = 45.000,- Overige exploitatiekosten: herenkleding: 400.000,- / 1.000.000,- x 200.000,- = 80.000,- dameskleding: 500.000,- / 1.000.000,- x 200.000,- = 100.000,- kinderkleding: 100.000,- / 1.000.000,- x 200.000,- = 20.000,- Herenkleding: Dameskleding: Kinderkleding: Opgave 62 Loonkosten: keuken: 10.000 / 40.000 x 640.000,- = 160.000,- slaapkamer: 14.000 / 40.000 x 640.000,- = 224.000,- woonkamer: 16.000 / 40.000 x 640.000,- = 256.000,- Huisvestingskosten: keuken: 120 /900 x 630.000,- = 84.000,- slaapkamer: 360 /900 x 630.000,- = 252.000,- woonkamer: 420 /900 x 630.000,- = 294.000,- Overige exploitatiekosten: keuken: 1.200.000,- / 5.000.000,- x 500.000,- = 120.000,- slaapkamer: 1.500.000,- / 5.000.000,- x 500.000,- = 150.000,- woonkamer: 2.300.000,- / 5.000.000,- x 500.000,- = 230.000,- 20

Keuken: Slaapkamer: Woonkamer: inkoopprijs keuken 4.200,00 + opslagpercentage exploitatiekosten 20,6% 865,20 + kostprijs keuken 5.065,20 + winstopslag 15% 759,78 + verkoopprijs 5.824,98 + btw 21% 1.223,25 + theoretische consumentenprijs 7.048,23 inkoopprijs slaapkamer 3.500,00 + opslagpercentage exploitatiekosten 35,4% 1.239,00 + kostprijs slaapkamer 4.739,00 + winstopslag 17,5% 829,33 + verkoopprijs 5.568,33 + btw 21,0% 1.169,35 + theoretische consumentenprijs 6.737,68 inkoopprijs bankstel 2.840,00 + opslagpercentage exploitatiekosten 44,1% 1.252,44 + kostprijs bankstel 4.092,44 + winstopslag 20,0% 818,49 + verkoopprijs 4.910,93 + btw 21,0% 1031,30 + theoretische consumentenprijs 5.942,23 21

Opgave 63 Exploitatiekosten afdeling buitensport: loonkosten: 2,45 x 30.000,- = 73.500,- huisvestingskosten: 200 x 750,- = 150.000,- Totaal: 223.500,- Inkoopwaarde van de omzet dit jaar: 1,05 x 350.000,- = 367.500,- inkoopprijs "Lamar Storm" 199,00 + opslagpercentage exploitatiekosten 60,8% 120,99 + kostprijs "Lamar Storm" 319,99 Opgave 64 Exploitatiekosten afdeling AGF: loonkosten: 3,87 x 29.500,- 114.165,- huisvestingskosten: 70 x 600,- 42.000,- Overige indirecte kosten: 78.675,- + Totaal 234.840,- Inkoopwaarde van de omzet dit jaar: 1,14 x 200.000,- = 228.000,- inkoopprijs kropsla 0,30 + opslagpercentage exploitatiekosten 103,0% 0,31 + kostprijs kropsla 0,61 22

Directe en indirecte kosten: de verfijnde opslagmethode Opgave 65 Opslagpercentages Voor de huisvestingskosten: Voor de indirecte loonkosten: Voor de overige indirecte kosten: Inkoopprijs 1.830,00 Direct loon 300,00 + 2.130.00 Indirecte kosten: huisvestingskosten 24,4% van 1.830,00 446, 52 Indirecte loonkosten 28,9% van 300,00 86,70 Overige indirecte kosten 25,9% van 2.130.00 551,67 + Kostprijs 3.214.89 Opgave 66 Opslagpercentages indirecte kosten: 23

Opgave 67 Opslagpercentages indirecte kosten: inkoopprijs 10,- + direct loon 12% - 1,20 totale directe kosten 11,20 indirecte kosten: + Loonkosten (40% x 1,20) - 0,48 + Huisvestingskosten (8% x 10,-) - 0,80 + Overige expl.kstn (17% x 11,20) - 1,90 kostprijs 14,38 + winstopslag 20% - 2,88 verkoopprijs 17,26 + btw 21% 21,0% - 3,62 (theoretische) consumentenprijs 20,88 Opgave 68 24

Vaste opslagmethode Opgave 69 omzet 100% -/- lekkage 10% omzet na lekkage 90% -/- inkoopwaarde (0,85 x 0,90) 76,5% brutowinst (0,15 x 0,90) 13,5% Opslagpercentage (in % van de iwo) Opgave 70 omzet 100% -/- lekkage 8% omzet na lekkage 92% -/- inkoopwaarde (0,80 x 0,92) 73,6% brutowinst (0,20 x 0,92) 18,4% Opslagpercentage (in % van de iwo) Opgave 71 Opslagpercentage (in % van de iwo) Omrekenfactor: 1,802 x 1,21 2,18. ofwel met de formule: 100/92,5 x 100/60 x 121/100 2,18 Opgave 72 met de formule: 100/97 x 100/71,4 x 121/100 1,7 25

Opgave 73 met de formule: 100/97,5 x 100/74 x 106/100 1,5 Opgave 74 met de formule: 100/95 x 100/67,5 x 121/100 1,89 Opgave 75 consumentenprijs = 2,5 x 190,40 = 476,- verkoopprijs = 476,- : 1,21 = 393,- verkoopprijs inkoopprijs = brutomarge: 393,- - 190,40 = 202,60 Opgave 76 met de formule: 100/95 x 100/60 x 106/100 1,86 consumentenprijs = 0,65 : 1,06 x 1,86 1,12 12.000 x 1,69 : 2,50 x 1,06 8.599,- 26

d. Omzet - Kosten = Winst (verkoopresultaat) Inkoopprijs 8.000 kg tomaten: 8.599,- : 1,06: 12.000 x 8.000 = 5.408,18 inkoopprijs 5408,18 + opslagpercentage exploitatiekosten 60% 3.244,91 + kostprijs tomaten 8.653,09 Consumentenomzet 8.000 kg x 1,69 13.520,00 -/- btw 6% 765,28 - Omzet 12.754,72 Verkoopresultaat tomaten: 12.754,72-8.653,09 = 4.101,63 Opgave 77 Omrekenfactor: 100/88 x 100/75 x 121/100 1,8 Consumentenprijs: 1,8 x 8,25 = 14,85 Maximale inkoopprijs: 15,-/ 1,8 = 8,33 d. Ja, de inkoopprijs bedraagt 8,25 en dat is minder dan de maximaal toegestane inkoopprijs van 8,33. Opgave 78 Resultaat 40.000,- + Exploitatiekosten 266.675,- Brutowinst exclusief lekkage 306.675,- + Inkoopwaarde 471.650,- Omzet na lekkage 778.325,- 95,5% + Lekkage 36.675,- 4,5% Omzet inclusief lekkage 815.000,- 100% Te calculeren brutowinst: gebudg. brutowinst + lekkage: 306.675,- + 36.675,- = 343.350,- Het opslagpercentage is dan (in % van de inkoopprijs!): 27

Inkoopprijs 32,50 + Opslag 72,80% 23,66 Verkoopprijs 56,16 + Btw 21% 11,79 Theoretische consumentenprijs 67,95 Opgave 79 Methode 1: Nettowinst 38.435,- + Exploitatiekosten 431.440,- Brutowinst exclusief lekkage 469.875,- + Inkoopwaarde 822.000,- Omzet na lekkage 1.291.875,- 97,5% + Lekkage 33.125,- 2,5% Omzet inclusief lekkage 1.325.000,- 100% Omzet, incl. lekkage 1.291.875 0,975 = 1.325.000,- Gecalculeerde brutowinst: gebudgetteerde brutowinst + lekkage 469.875,- + 33.125,- = 503.000,- Opslagpercentage 503.000,- voor de te cal brutowinst: 822.000,- Omrekenfactor = 1,6119 x 1,21 1,95. x 100% 61,19% Methode 2: Gebudg. IWO% = (in % van de omzet na lekkage!) 822.000,- 1.291.875,- x 100% 63,63% Met de formule: 100/97,5 x 100/63,63 x 121/100 1,95 Opgave 80 Resultaat 38.000,- + Exploitatiekosten 160.400,- Brutowinst exclusief lekkage 198.400,- + Inkoopwaarde 403.000,- Omzet na lekkage 601.400,- 97% + Lekkage 18.600,- 3% Omzet inclusief lekkage 620.000,- 100% Te calculeren brutowinst: gebudgetteerde brutowinst + lekkage: 198.400,- + 18.600,- = 217.000,- 28

Het opslagpercentage is dan (in % van de inkoopprijs!): Inkoopprijs 1,50 + Opslag 53,85% 0,81 Verkoopprijs 2,31 + Btw 6% 0,14 Theoretische consumentenprijs 2,45 Kortweg: (en preciezer, want alleen het eindresultaat wordt afgerond): 1,50 x 1,5358 x 1,06 2,44 29

Deel 3: Break-even(analyse) Opgave 81 Kosten die niet veranderen Huur Abonnement telefoon Verzekeringen Rente Kosten die wel veranderen Alg. levensonderhoud > eten, drinken > ontspanning Opgave 82 Constante kosten Variabele kosten Gemengde kosten Huur Verpakkingsmateriaal Gas/ Licht/ Water Kosten vast personeel Kosten van oproepkrachten Autokosten Verzekeringen Inkoop goederen Rente Afschrijvingskosten Constant = kosten die niet veranderen als de bedrijfsdrukte verandert. Variabel = kosten die wel veranderen als de bedrijfsdrukte verandert. Gemengd = kosten die deels constant, deels variabel zijn. Opgave 83 Constante kosten Variabele kosten Huur 23.500 Energie 12x = 9.840 Afschrijving bus 1.400 Brandstof 12x = 1.500 Afschrijving inventaris 3.300 Onderhoud bus 450 Rente 4.600 IWO 89.000 Verzekeringen 540 Verkoopkosten 2.800 Personeel 21.350 Verzekering bus 375 Houdersch.belasting 290 Reclame 4.600 Totale kosten 59.955 Totale kosten 103.590 30

De constante kosten Opgave 84 1. Marktonderzoek 2. Omzetverwachting 3. Bedrijfsgrootte 4. Vaste of constante kosten Opgave 85 60.000,- Deze stijgen naar 100.000,- Opgave 86 26.250/175.000 = 0,15 of 15% 175.000,- x 1,09 = 190.750,- Een kiosk brengt weinig vaste kosten met zich mee. Opgave 87 78.000 = 0,30 of 30% 275.600,-/106 x 100 = 260.000 Opgave 88 381.150 x 100 = 315.000 x 0,28 = 88.200,- 121 Opgave 89 30% 26,5% 22 % Opgave 90 Als de werkelijke omzet (W) lager is dan de normale omzet (N), dan verdient de ondernemer de vaste kosten niet terug. 31

Opgave 91 Bepaal het constante-kostentarief dat Marloes hanteert. 95.700 = 0,29 330.000 ( 345.000-330.000) = 1.5000 overbezetting Ja, want er is een overbezetting Werkelijke, terugverdiende C = 345.000 x 0,29 = 100.050,- Geplande C = 330.000 x 0,29 = 95.700,- Verschil 4.350 d. 1.5000 overbezetting x 0,29 = 4350,- Opgave 92 117.800 = 0,31 380.000 ( 400.000-380.000) x 0,31 = 6.200,- overbezetting. Bij een omzet van 300.000,- is er een onderbezetting. ( 300.000-380.000) x 0,31 = - 24.800,- Zij heeft dan geen 117.800,- aan constante kosten terugverdiend, maar 117.800,- - 24.800 = 93.000,- Opgave 93 66.500,- = 0,19 423.500,- x 100 = 350.000,- (N) 121 ( 300.000-350.000) x 0,19 = - 9.500,- Bij een onderbezetting worden de constante kosten niet terugverdiend. 32

De variabele kosten Opgave 94 Grafiek Opgave 95 Progressief variabel: 10.000 km a 0,25 = 2.500 40.000 km a 0,30 = 12.000 Degressief variabel: 10.000 km a 0,25 = 2.500 40.000 km a 0,20 = 8.000 Het totaalbedrag wordt wel groter, maar per km zijn de kosten lager! Opgave 96 Schets. Opgave 97 6.000 = 0,02 300.000 5.500 = 0,02 275.000 Dit is proportioneel. 20.650 x 100% = 3,5% 590.000 Dit is proportioneel. Omzet Personeelskosten 170.000, 22.100, = 0,13 200.000, 30.000, = 0,15 225.000, 36.000, = 0,16 Dit is progressief. 33

Het bepalen van de juiste verkoopprijs Opgave 98 Brutowinst De inkoopprijs Opslag voor constante kosten Opslag voor nettowinst NVP 100 % Btw + 21 % + De consumentenprijs 121 % Opgave 99 117.800, = 0,31 of 31 % 380.000, De inkoopprijs 22, 44 % Constante kosten (Tc) 31 % Netto winst 25 % + De netto verkoopprijs NVP 50,- 100 % De btw 10,50 + 21 % + Consumentenprijs 60,50 121 % Hint: 22, x 100 % = 50,- de verkoopprijs 44 % + Opgave 100 Nettowinst Constante kosten Tc + 25 % 31 % Inkoopprijs 44 % Brutowinst + 56 % Verkoopprijs 100 % Opgave 101 156.800 = 0,28 677.600 x 100 = 560.000,- 121 De inkoopprijs 8,95 57 % Constante kosten (Tc) 28 % Netto winst 15 % + De netto verkoopprijs NVP 15,70 100 % De btw 21 % + Consumentenprijs 19,00 121 % 34

15 % nettowinst van 15,70 = 2,36 d. TC = 28 % + Nettowinst 15 % = 43 % brutowinst e. Werkelijke omzet = 732.050 x 100 = 605.000,- 121 ( 605.000-560.000) x 0,28 = + 12.600,- Opgave 102 116,60 x 100 = 106 Inkoopprijs = 110,- = 65 % + Tc = C = 59.800 N 260.000 = 23 % + Nettowinst 12 % Netto verkoopprijs 169,23 100 % 110,- x 100 = 65 169,23 1 bloemkool kost dus 179,38: 100 stuks = 1,79 Tc = 23% + Nettowinst 12 % = 35% + btw 6 % Consumentenprijs 179,38 106 % 95,40 x 100 = 90,- (NVP) 106 90,- x 65 = 58,50 : 100 stuks = 0,59 inkoopprijs per stuk 100 35

Break-even inleiding Opgave 103 Totalen: Eric: 21.500 Anouk: 14.300 Eric: 21.500 Anouk: 14.300 Eric: 21.500 = 12,65 1.700 Anouk: 14.300 = 8,41 1.700 Het bepalen van de break-even afzet Opgave 104 12.000,- = 7.058,8 = 7.059 stuks 2,50-0,80 Afronden op hele getallen naar boven! 7.059 x 2,50 = 17.647,50 Afzet is in stuks, omzet in euro s d. 7.059 x 2,50 17.647,50 Var. Kosten 7.059 x 0,80 5.647,20 Constante kosten 12.000,00 Totale kosten 17.647,20 Verschil, winst/verlies 0,30 Opgave 105 P = 1,04 x 100 121 5.500 = 15.299 stuks 0,8595-0,50 (verschil = 0,3595) 14.844 flessen x 0,8739 = 12.972,17 36

Te groot assortiment met zeer uiteenlopende producten. Opgave 106 Emmer = 50 stuks x 1,50 = 75,- 350,- 75,- - 12,50 = 5,6 = 6 hele emmers Afronden op hele emmers naar boven! 6 emmers x 50 haringen x 1,50 = 450,- 13 emmers 6 emmers = 7 emmers x 50 haringen x 1,50 = 525,- Opgave 107 Afschrijving auto 21.000,- - 5.000 = 4.000,- 4 jaar Rente 7% van 13.000 910,- Verzekering etc 1.290,- Totaal 6.200, 6.200,- 0,28-0,12 = 38.750 km 60.000 km 38.750 km = 21.250 km meer 21.250 km x 0,28 = 5.950,- Variabele kosten 21.250 km x 0,12 = 2.550,- Over 3.400,- Opgave 108 3.000 1,80-0,90 = 5.000 km Nee, Heije rijdt per jaar rond de 4.200 km en dat is minder dan het omslagpunt (break-even). Opgave 109 600 0,07-0,02 = 12.000 kopieën Ja, er worden meer dan 12.000 kopieën gemaakt. 37

De break-even omzet in de detailhandel Opgave 110 94.300 x 100 = 230.000 41 Huur(huisvesting) Afschrijving Rentekosten Autokosten Administratiekosten Personeelskosten Vaste reclame kosten Inkoop (IWO) Verpakkingskosten Oproepkrachten personeel d. Ze verkoopt verschillende artikelen. Opgave 111 162.400,- x 100 = 290.000,- 56 BEO is 290.000,-, terwijl de werkelijke omzet lager was, met 275.000,- Verlagen van de vaste of constante kosten minder of jonger personeel op zoek naar goedkopere locatie verminderen van de reclamekosten Verhogen van de brutowinst door minder derving e.d. Opgave 112 Huur/huisvesting 55.000,- Personeel 42.000,- Afschrijving 10% van 75.000 7.500,- Rente 6,5% van 75000 + 15000 2.925,- 2 Overige kosten 17.000,- Totale vaste kosten 124.425,- 38

124.425,- x 100 = 355.500,- 35 De break-even omzet, is de omzet waarbij je alle kosten terugverdient. Deze moet dus verlaagd worden om levensvatbaar te zijn. Opgave 113 N = 484.000 x 100 = 400.000 121 84.000 = 0,21 of 21% 400.000 (380.000 400.000) x 0,21 = - 4.200,- (negatief) 84.000,- x 100 = 215.400,- (niet afgerond 215.384,62) 39 W = 380.000 > 215.400, dus Sander heeft winst gemaakt. d. BEO neemt toe, dit is ongunstig. 84.000,- + 10% = 92.400,- x 100 = 236.924,- BEO 39 Overige variabele kosten Opgave 114 165.000 x 100 = 500.000,- 37-4 BEO 500.000,- Brutowinst 37% van 500.000 = - 185.000,- Vaste kosten 165.000,- Var. Kosten 4% van 500.000 = 20.000,- Totale kosten 185.000,- 0 39

Gebudgetteerde omzet 800.000,- Brw 37% 296.000,- Vaste kosten 165.000,- Var. Kosten 4% van 800.000 = 32.000,- 197.000,- Nettowinst 99.000,- Opgave 115 Omzet = 484.000,- x 100 = 400.000,- 121 Brw 39% van 400.000,- = 156.000,- Vaste kosten =.? ( 100.000,-) Var.kosten 5% x 400.000,- = 20.000,- Nettowinst (156.000 120.000) 36.000,- 100.000 x 100 = 295.000,- BEO 39-5 100.000,- = 0,25 of 25% 400.000,- 40

De veiligheidsmarge Opgave 116 79.800,- x 100 = 190.000,- 42 250.000,- - 190.000,- x 100% = 24% 250.000,- De werkelijke omzet kan met 24% dalen. d. Werkelijk omzet 100% Veiligheidsmarge 36% BEO 64% 190.000,- x 100(W) = 296.875,- 64(BEO) e. Terugbrengen van de vaste kosten: Personeel inkrimpen Overige vaste uitgaven verminderen Het terugbrengen van de variabele kosten is dus geen oplossing! Opgave 117 BEO = 140.400,- x 100 = 360.000,- 39 VM 680.000,- - 360.000,- x 100% = 48% 680.000,- BEO = 156.000,- x 100 = 400.000,- 39 W = 100% VM 48% BEO 52% = 400.000,- 400.000,- x 100(W) x 1,21 (btw) = 931.000,- 52(BEO) 41

Opgave 118 Het VK% = 8.500 170.000 = 5% Break-even omzet = Vaste exploitatiekosten x 100 = 36.000 BW% - VK% 35% - 5% x 100 = 120.000,- Veiligheidsmarge = 170.000,- - 120.000,- 170.000,- Werk.omzet - Breakeven omzet Werk.omzet x 100% 29,4% x 100% Omzet 170.000,00 100% - IWO Brutowinst 38% - variabele kosten 5% Dekkingsbijdrage 56.100,00 33% - Constante kosten 36.000,00 Bedrijfsresultaat 20.100,00 Per maand is dit: 20.100,- 12 = 1.675,- Conclusie: Ja, dit gaat lukken. Opgave 119 Het VK% = 300 5.000 = 6% Break-even omzet = Vaste exploitatiekosten x 100 = 1.360,- BW% - VK% 40% - 6% x 100 = 4.000,- Veiligheidsmarge = 5.000,- - 4.000,- 5.000,- Werk.omzet - Breakeven omzet Werk.omzet x 100% 42

Omzet 5.000,00 100% - IWO Brutowinst 40% - variabele kosten 6% Dekkingsbijdrage 1.700,00 34% - constante kosten 1.360,00 Bedrijfsresultaat 340,00 Conclusie: Ja, dit gaat lukken. Opgave 120 Het Vk% = 10.000 1.000.000 = 1% Break-even omzet = Vaste exploitatiekosten 230.000,- x 100 = BW% - VK% 30% - 1% x 100 794.000,- NB: naar boven afronden! Veiligheidsmarge = 1.000.000,- - 793.000,- 1.000.000,- Werk.omzet - Break-even omzet x 100% Werk.omzet x 100% Omzet 122.413,79 100% - IWO Brutowinst 30% - variabele kosten 1% Dekkingsbijdrage 355.000,00 29% - Constante kosten 230.000,00 Bedrijfsresultaat 125.000,00 NB: naar boven afronden! 122.413,79 123.000,- 43

Break-even analyse: het nemen van investeringsbeslissingen Opgave 121 Afschrijving 40.000,- = 5.000,- 8 jaar Rente 6,8% van 40.000,- + 0,-(RW) = 1.360,- 2 Bijkomende kosten = 1.000,- Totale extra kosten investering: 7.360,- Deze kosten moeten dus met extra omzet terugverdiend kunnen worden. 7.360,- x 100 = 18.400,- extra omzet nodig 40 Opgave 122 Afschrijving 4.680,- = 1.560,- 3 jaar Rente 7% van 4.680,- + 0,- = 163,80 2 Totale vaste kosten 1.723,80 1.723,80 x 121(btw) = 5.214,50 extra consumentenomzet 40 De verhoging is jaarlijks! De jaarlijkse kostenstijging door alarminstallatie 1.723,80 De jaarlijkse premiestijging verzekering 2.000,- Dus alarminstallatie aanleggen is goedkoper! Opgave 123 Investering ex. btw 60.500,- x 100 = 50.000,- 121 Afschrijving: 50.000,- = 5.000,- 10 jaar Toename loonkosten 15.000,- Rente 6,3% van 50.000 + 0,- 1.575,- 2 Complementaire kosten 1.825,- Totale extra kosten investering 23.400,- 23.400,- x 100 = 46.800,- 900,- x 1,21(btw) = 1.089,- 50 52 weken Geplande omzetstijging per week: 1.250,- Noodzakelijk extra omzet per week 1.089,- Voordeel: 161,- OK! 44

Opgave 124 (Oude situatie) C = 130.000,- = 0,25 of 25% N 520.000,- (Oude situatie) ( 550.000,- - 520.000,-) x 0,25 = 7.500,- Overbez. Winst (Oude situatie) Let op: Gewoon 40% Brutowinst% gebruiken. 130.000,- x 100 = 325.000,- 40 d. (Oude situatie) 550.000,- - 325.000,- x 100% = 40,9% 550.000,- e. Kostenstijging 12% van 130.000,- = 15.600,- 15.600,- x 100 = 39.000,- extra omzet nodig per jaar 40 Begroot is een omzetstijging van 7% van 520.000,- = 36.400,- De investering in de badmode levert dus te weinig extra omzet op en gaat niet door. Opgave 125 Extra exploitatiekosten: 5.675,- - 0,- Afschrijvingskosten = Rentekosten per jaar = 5 5.675,- + 0,- 2 = 1.135,00 x 4% = 113,50 Abonnement = 750,00 Surveillance 12 x 500,- = 6.000,00 Totaal 7.998,50 Minimaal benodigde extra omzet: Break-even omzet = Vaste exploitatiekosten x 100 = 7.998,50 BW% 29 x 100 = 27.581,03 45