Dienst voor onthaalouders Huishoudelijk reglement De dienst voor onthaalouders is erkend en gesubsidieerd door Kind en Gezin en voldoet aan de eisen die de overheid stelt. ALGEMEEN 1. De dienst voor onthaalouders wordt georganiseerd door het OCMW van Laarne. De contactpersoon van het organiserend bestuur is : Heirman Katrien, hoofd maatschappelijk werker van het OCMW Laarne Colmanstraat 51 9270 Kalken Tel. 09/365 46 90 Fax. 09/366 50 43 e-mail: katrien.heirman@publilink.be 2. Bereikbaarheid Het secretariaat van de dienst is gelegen in het administratief centrum van het OCMW, Colmanstraat 51, 9270 Kalken. De dagelijkse leiding is in handen van de dienstverantwoordelijken. Samen begeleiden zij de onthaalouders en onderhouden zij het contact met de ouders, externe instanties en derden. Zij zijn te bereiken op het secretariaat. Zie bijlage. 3. Doelgroepomschrijving De dienst voor onthaalouders staat in voor opvang van kinderen bij onthaalouders. Hoofdzakelijk richten wij ons op kinderen die nog niet naar de basisschool gaan. Deze vorm van opvang is mogelijk tot het kind volledige dagen naar de basisschool gaat. Een aantal van de aangesloten onthaalouders kiest ervoor om schoolgaande kinderen op te vangen. Dit kan zowel voorschools, naschools als op schoolvrije dagen. Deze buitenschoolse opvang kan tot het einde van de basisschool, in afspraak met de onthaalouder. In specifieke situaties kan de dienst voorzien in opvang tijdens het weekend en de nacht. Onze dienstverlening staat open voor alle kinderen maar geeft, zoals beschreven in de regelgeving, voorrang aan kinderen : a) van alleenstaande ouders die door werkomstandigheden of het volgen van een opleiding hun kinderen tijdens de dag niet zelf kunnen opvangen b) van wie de ouders een arbeidsinkomen hebben dat lager is dan een inkomensgrens die elk jaar op 1 juli door de Vlaamse Regering wordt berekend volgens de bepalingen die zijn opgenomen in het Besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 2001, en die door werkomstandigheden of het volgen van een opleiding hun kinderen tijdens de dag niet zelf kunnen opvangen c) van wie ouders een inkomen hebben dat lager is dan een inkomensgrens die elk jaar op 1 juli door de Vlaamse Regering wordt berekend volgens de bepalingen die zijn opgenomen in het Besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 2001, en voor wie kinderopvang belangrijk is met het oog op hun economische en maatschappelijke participatie d) voor wie het vanwege sociale en/of pedagogische motieven wenselijk is dat zij gedurende de dag opvang en begeleiding krijgen buiten het eigen gezin Enkel wanneer de dienst voldoende kinderen uit de voorrangsgroepen opvangt (dit is 20% van de opvangcapaciteit), kan voorrang worden gegeven aan kinderen wiens broertje of zusje door de dienst wordt opgevangen.
4. Verzekeringen De dienst voor onthaalouders heeft een verzekering afgesloten voor de burgerlijke aansprakelijkheid voor de onthaalouders, de kinderen en het personeel van de dienst, alsook tegen lichamelijke ongevallen voor de opgevangen kinderen, tijdens hun verblijf bij de onthaalouder. Aangifte van schade of ongevallen moet binnen de 24u na de feiten gebeuren bij één van de dienstverantwoordelijken. Zij brengt de verzekeringsmaatschappij op de hoogte. 5. Klachtenbehandeling Bij opmerkingen of klachten over een onthaalouder vragen wij u dit te bespreken met de betrokken onthaalouder. Misschien is er sprake van een misverstand dat met een gesprek kan worden rechtgezet. Indien een gesprek niet lukt of het gesprek geen oplossing biedt, kunt u contact opnemen met de dienstverantwoordelijken (Nadine Van Brussel en Anneliese Bauters) van de dienst opvanggezinnen en/of uw klacht op de klachtenkaart (in bijlage) formuleren. Ook met opmerkingen of klachten over de dienstverlening door de dienst voor opvanggezinnen kunt u bij de dienstverantwoordelijken terecht. U kunt hiervoor ook contact opnemen met de hoofd maatschappelijk werker Katrien Heirman en/of uw klacht op de klachtenkaart (in bijlage) formuleren. Wij verbinden ons er toe zo spoedig mogelijk een antwoord te formuleren en in de mate van het mogelijke een gepaste oplossing te vinden. Mocht u niet tevreden zijn met de verdere afhandeling van uw klacht kunt u zich wenden tot Githa Praet, secretaris van het OCMW of tot Kind en Gezin. In bijlage vindt u de contactgegevens van de dienst opvanggezinnen en van Kind en Gezin. De hoofdmaatschappelijk werker (Katrien Heirman) en de secretaris (Githa Praet) kunt u bereiken via het algemeen telefoonnummer van het OCMW Laarne: 09/365.46.90. 6. Opnamebeleid De ouders nemen contact op met de dienst voor onthaalouders. De dienstverantwoordelijke geeft uitleg omtrent de werking van de dienst. Er wordt getracht om aan de ouders verschillende onthaalouders aan te duiden die een plaatsje vrij hebben op het moment dat de opvang zou starten. Ouders bepalen zelf aan wie ze hun kind toevertrouwen. Ook de onthaalouder heeft hierin een belangrijke stem. Een weloverwogen keuze is belangrijk. Beide partijen moeten overtuigd zijn om met elkaar in zee te gaan. Indien er op dat moment geen vrije plaatsen zijn, informeert de dienstverantwoordelijke de ouders hierover en bespreekt met hen de verdere opvolging van hun opvangvraag. Inschrijvingen van kinderen gebeuren enkel via de dienst. Er kunnen geen plaatsingen rechtstreeks met de onthaalouder worden vastgelegd. 7. Openingsdagen en openingsuren De dagen en uren waarop een onthaalouder opvang aanbiedt, worden individueel per onthaalouder vastgelegd. De afspraken met betrekking tot de opvangmomenten van het kind maken deel uit van de schriftelijke overeenkomst tussen de ouders en de dienst. I. INTERN WERKINGSKADER Als dienst voor onthaalouders, erkend door Kind en Gezin waken wij voortdurend over de kwalitatieve uitbouw van onze werking.
Daarbij zijn vier pijlers belangrijk : 1. opvoeding en ontplooiing van de kinderen (pedagogisch beleid) 2. de samenwerking met de onthaalouders 3. de samenwerking met de ouders 4. de samenwerking met externen Principes met betrekking tot het gevoerde pedagogisch beleid De dienstverlening omvat de opvoeding en de verzorging van de kinderen. De dienst voor onthaalouders wil een veilig, kindvriendelijk klimaat scheppen dat de ontwikkeling van de kinderen bevordert en hun alle kansen biedt om hun talenten en vaardigheden te ontplooien. Om dit te verwezenlijken baseert de dienst zich op de visietekst, opgenomen in het kwaliteitshandboek van de dienst. Deze is gebaseerd op de eisen van Kind en Gezin. In deze visietekst worden verschillende aspecten inzake de opvang van kinderen en de werking binnen de dienst toegelicht (zie bijlage). De onthaalouders aangesloten bij de dienst bieden een kleinschalige opvang waar huiselijke sfeer en individuele benadering van elk kind centraal staat. Om zich zo optimaal mogelijk te kunnen ontplooien heeft een kind vooral nood aan warmte, affectie, geborgenheid en stimulans. Respect voor de eigenheid van elk kind, regelmaat, het stellen van duidelijke grenzen en regels zijn hierin ook belangrijk. Dit alles draagt bij tot een gevoel van veiligheid en een positief zelfbeeld. Om de kleinschaligheid te kunnen garanderen, kan een onthaalouder niet meer dan 4 voltijdse kinderen per kwartaal opvangen. Eigen kinderen die nog niet naar de kleuterschool gaan worden meegerekend in de bezetting. Er kunnen maximaal 8 kinderen gelijktijdig aanwezig zijn (eigen kinderen die nog niet naar de lagere school gaan worden meegerekend). Bij 2 samenwerkende onthaalouders zijn dat er 14. Het aantal toevertrouwde kinderen wordt in samenspraak met de onthaalouder bepaald, rekening houdend met de geldende reglementering, de draagkracht, de gezinssituatie, de ruimte en accommodatie waarover de onthaalouder beschikt. Samenwerking met ouders De dienstverantwoordelijken willen nauw met je samenwerken. Zij verstrekken je zo veel mogelijk informatie over de dienstverlening. We vragen je dan ook de dienstverantwoordelijke alle inlichtingen te geven die nodig zijn om de opvang af te stemmen op de individuele noden van je kind. Om ons pedagogisch aanbod zo goed mogelijk te laten aansluiten op de ontwikkelingsnoden van je kind zullen we regelmatig de motorische, sociale, emotionele, verstandelijke en taalontwikkeling van je kind observeren als ook het welbevinden in de opvangsituatie. We streven ernaar dat ouders en onthaalouders partners zijn in de opvoeding van het kind. Als je wil samenwerken bij de opvoeding wil dit zeggen dat je geregeld contact moet onderhouden. Ouders en onthaalouder moeten elkaar op de hoogte houden, afspraken maken, zaken overleggen. Een goede communicatie is in het belang van het kind. Op die manier kunnen de twee opvoedingsmilieus elkaar aanvullen en op elkaar afgestemd worden en ontstaat er een betrokkenheid tussen beide. Belangrijk is dat dit kan gebeuren in een open en eerlijke sfeer met respect en waardering voor elkeen. Aspecten van opvang en opvoeding zijn bespreekbaar met de betrokken partijen. Het belangrijkste is dat er naar een oplossing wordt gezocht waar elke partij zich goed bij voelt. We hechten heel veel belang aan de gesprekken tijdens breng- en haalmomenten. Een heen - en weer boekje wordt gebruikt na onderlinge afspraak. Aan de ouders wordt gevraagd de nodige discretie te hanteren tegenover en aangaande de onthaalouder en de andere leden van zijn gezin.
Tijdens de permanentie kunnen ouders bij de dienstverantwoordelijken terecht. Een afspraak thuis of op kantoor kan geregeld worden. Samenwerking met onthaalouders De dienstverantwoordelijke staat in voor zowel de rekrutering en de aansluiting van de onthaalouders, als de professionele begeleiding. Door begeleiding en vorming van de onthaalouders, kunnen wij een meerwaarde geven aan de opvang. Tijdens deze begeleidingsmomenten kan de onthaalouder zijn of haar vragen of ideeën bespreken met de dienstverantwoordelijke. De dienstverantwoordelijke gaat regelmatig bij de onthaalouder op huisbezoek, meestal onaangekondigd. Alle begeleidingsaspecten waaronder aandacht voor de volledige ontwikkeling van het kind, de opvoedingsmethode en aanpak, de voeding en de veiligheid worden tijdens deze bezoeken opgevolgd. Ook de contacten tussen ouders en onthaalouder komen regelmatig aan bod. De onthaalouders staan er niet alleen voor. Ze kunnen met alle problemen en vragen rond de opvang steeds bij de dienstverantwoordelijke terecht. Tijdens vormingen wordt meestal onder leiding van een deskundige een thema uitgediept. Als dienst zorgen wij voor de administratieve en materiële ondersteuning van de onthaalouders. Er kunnen enkel kinderen opgevangen worden die via de dienst zijn ingeschreven. De opvang dient steeds een akkoord te zijn tussen drie partijen : de ouders, de onthaalouder en de dienst. Wij zorgen voor de maandelijkse uitbetaling van de onkostenvergoeding van de onthaalouders en de volledige administratieve invulling van de sociale zekerheid van de onthaalouders. Onthaalouders kunnen beroep doen op de uitleendienst van basismateriaal (bedjes, parken ). Zij kunnen speelgoed ontlenen bij de spelotheek die door het OCMW voor de aangesloten onthaalouders werd opgericht. Samenwerking met externen De dienst neemt deel aan het Lokaal Overleg Kinderopvang van de gemeente. Ook is er regelmatig overleg met de andere diensten voor onthaalouders van Oost-Vlaanderen. De dienst wordt in haar werking ondersteund door het samenwerkingsverband- diensten voor onthaalouders VVSG vzw. Indien het, na overleg met de ouders, de onthaalouder en dienstverantwoordelijke, zinvol blijkt voor de ondersteuning en begeleiding van ouders en kind, kan er contact gelegd worden met medische of pedagogische of sociale organisaties. II. WEDERZIJDSE AFSPRAKEN TUSSEN OUDERS EN DIENST Keuze van de onthaalouder Ouders die op zoek zijn naar opvang voor hun kind kunnen bij de dienstverantwoordelijke terecht. Aan de hand van de wensen van de ouders en de beschikbare plaatsen geeft de dienstverantwoordelijke de namen en adressen van de onthaalouders door. De ouders krijgen de kans om met deze onthaalouders kennis te maken en zelf een keuze te maken. Als ouders en onthaalouder voor elkaar kiezen, wordt de dienstverantwoordelijke op de hoogte gebracht door de ouders en wordt de plaats gereserveerd.
Het opvangplan De startdatum van de opvang en de individuele dag- en uurregeling worden in een schriftelijke overeenkomst vastgelegd. Bij de inschrijving wordt het opvangplan, nl. de afgesproken opvangdagen en uren, opgemaakt. Dit wordt zoveel mogelijk ingevuld op weekbasis. Onregelmatige opvang is mogelijk. Afwijkingen van deze overeenkomst kunnen enkel in overleg met de onthaalouder. Definitieve wijzigingen dienen eveneens aan de dienst doorgegeven te worden. Wanneer de opvang definitief of voor een langere periode wijzigt, wordt een nieuwe schriftelijke overeenkomst opgemaakt. De dienst vraagt de ouders dat de afgesproken uren van het opvangplan gerespecteerd worden. Het feit dat de onthaalouder thuis opvang garandeert en dus in principe flexibel kan zijn, mag dit niet beïnvloeden. De onthaalouder deelt tijdig haar verlofkalender mee aan de ouders. Bijkomende sluitingsdagen worden, behoudens overmacht, vooraf meegedeeld aan de ouders. Breng- en haalmomenten Ouders brengen en halen hun kind volgens de afgesproken uren. Tijdens de breng en haalmomenten kan je informatie uitwisselen met de onthaalouder. Wanneer ouders door omstandigheden uitzonderlijk hun kind pas later kunnen afhalen dan voorzien, dienen zij zo spoedig mogelijk de onthaalouder te verwittigen. Wanneer ouders hun kind later dan het afgesproken uur komen afhalen, zonder overmacht te kunnen bewijzen, kan er een uitzonderlijke bijdrage worden aangerekend van 12,50 euro. De onthaalouder vertrouwt je kind alleen toe aan de ouders. Wanneer derden je kind afhalen, verwittig je de onthaalouder vooraf, en bij voorkeur schriftelijk. Treedt er in de loop van de opvang een wijziging op in het ouderlijk gezag of het verblijfs- of bezoekrecht, dan moet je dit onmiddellijk melden aan de onthaalouder en de dienstverantwoordelijke. Afwezigheid wordt steeds op voorhand gemeld aan de onthaalouder. Indien dit niet mogelijk is, uiterlijk vóór 8 u s morgens de dag zelf. Indien het kind, zonder te verwittigen, niet wordt aangeboden, heeft de dienst het recht een reservatiegeld van 25% x normaal eisbaar bedrag ( met de minimumouderbijdrage als absoluut minimum ) x het aantal afwezige dagen, te innen. Documenten bij inschrijving Enkele formulieren worden in onze dienst gebruikt bij de inschrijving van een kind. Overeenkomst met de ouders Pas na de geboorte van je kind, ongeveer een maand vòòr de start van de opvang, wordt op het secretariaat van de dienst of tijdens een huisbezoek een definitieve afsprakenregeling opgemaakt in tweevoud. Dit geldt als definitieve inschrijving. Dit moet in orde zijn vóór de eerste opvangdag. Gezinsdossier In dit document worden informatieve gegevens ingevuld rond, gewoontes en eigenheden van het kind, telefoonnummers waarop ouders bereikbaar zijn, belangrijke medische gegevens enz
Afspraken rond voeding De onthaalouder staat in voor een gezonde, verse en gevarieerde voeding, aangepast aan de leeftijd van het kind. Afhankelijk van het tijdstip en de duur van de aanwezigheid van je kind in de opvang verstrekt de onthaalouder de gepaste maaltijd. Speciale wensen (vb. potjesvoeding, natuurvoeding, dieetvoeding enz )zijn ten laste van de ouders. Je bezorgt als ouder best informatie over het product en de bereidingswijze. Voor dieetproducten bezorg je best ook medische achtergrondinformatie. Flesvoeding voor baby s wordt meegebracht door de ouders. De ouders brengen voldoende gesteriliseerde flessen mee bij de onthaalouder met de gepaste hoeveelheid water. Het melkpoeder wordt in gepaste dosis per fles in een zuiver recipiënt meegegeven. De fles wordt juist vóór het drinken op hygiënische wijze door de onthaalouder bereid. Ontbijt is ten laste van de ouders. Afspraken rond kledij en verzorging Het ochtendtoilet gebeurt thuis. Je kind wordt gewassen en gekleed naar de onthaalouder gebracht. De ouders zorgen voor voldoende reservekledij (onder- en bovenkledij, kousjes) en ook voor aangepaste kledij om buiten te spelen, aangepast aan het seizoen. Je zorgt er voor dat er steeds een voldoende aantal luiers bij de onthaalouder in voorraad is. In de loop van de dag krijgen de kinderen alle nodige verzorging. De nodige verzorgingsproducten breng je zelf mee. De onthaalouder zorgt voor materiaal (bed, stoel, relax, park.), voor speelgoed, lakentjes en dekentjes. In het kader van wiegendoodpreventie willen we de mogelijke risicofactoren uitschakelen. Zo wordt een kind steeds op de rug te slapen gelegd. Indien je als ouder vraagt je kind een andere slaaphouding te geven, nl. buik- of zijligging moet dit gestaafd worden door een medisch attest. Vaccinaties In België is alleen het vaccineren van jonge kinderen tegen polio verplicht. Het is echter sterk aanbevolen om je kind te vaccineren volgens het vaccinatieschema van de Hoge Gezondheidsraad, dat Kind en Gezin toepast. Een onvoldoende immuniteit voor difterie, kinkhoest, klem, hersenvliesontsteking door Haemophilus influenza B, hersenvliesontsteking of bloedvergiftiging door meningokokken C, mazelen, bof, rode hond en hepatitis B, kan immers ernstige verwikkelingen voor je kind tot gevolg hebben. Bovendien lopen andere kinderen, de onthaalouder en zijn gezinsleden het risico om besmet te worden (bv. jonge baby's die nog niet gevaccineerd werden, zwangere vrouwen). Afspraken rond opvang van een ziek kind Zieke kinderen kunnen niet bij de onthaalouder terecht. Daarom verzoeken wij je reeds op voorhand een oplossing te zoeken voor het geval je kind 's ochtends ziek zou zijn en er dringend alternatieve opvang nodig is. Hierbij willen we onderstrepen dat enerzijds het belang van het kind vooropstaat en dat anderzijds ook rekening gehouden wordt met het belang van de andere opgevangen kinderen en de extra werkbelasting die de zorg van het ziek geworden kind met zich meebrengt. Kinderen die volgende ziektetekens vertonen worden niet toegelaten in de opvang:
- diarree : lopende of waterige ontlasting waarbij ook koorts of bloederige ontlasting aanwezig is. In dit geval kan het kind pas weer in de opvang als het klachten vrij is. - braken in combinatie met algemeen ziek zijn; oppassen voor uitdroging - zeer zware hoest in combinatie met algemeen ziek zijn, koorts of ademhalingsmoeilijkheden - meer dan 38 C gepaard met keelpijn, braken, diarree, oorpijn, prikkelbaarheid, verwardheid, rode huiduitslag. - een gele huid of geel oogwit : in dit geval moet het kind eerst door een arts onderzocht worden voordat het kan terugkomen naar de opvang Een kind wordt eveneens geweigerd in de opvang: - wanneer het niet kan deelnemen aan de normale activiteiten van de kinderopvang wegens ziektetoestand - wanneer het zo veel aandacht vraagt dat de gezondheid of de veiligheid van de andere kinderen niet meer gegarandeerd kan worden - als de andere kinderen een risico lopen (vb bij besmettelijke ziekten) Na herstel kan een doktersattest gevraagd worden, waarin bevestigd wordt dat je kind genezen is. Wij vragen je met aandrang om eventuele, niet onmiddellijk zichtbare medische problemen van je kind te signaleren; wanneer deze bijzondere waakzaamheid vergen of een gevaar kunnen betekenen voor anderen. Dit met het oog op het preventief beschermen van je eigen kind, de onthaalouder en zijn of haar gezinsleden en andere kinderen in de kinderopvang en om onnodige risico's zoveel mogelijk uit te sluiten. Afspraken in geval een kind ziek wordt of een ongeval krijgt tijdens de opvang Als je kind in de loop van de dag ziek wordt of een ongeval krijgt, neemt de onthaalouder contact op met jou. Samen wordt dan naar een passende oplossing gezocht. De onthaalouder kan, na overleg met jou, wanneer je kind (ouder dan 3 maanden) koorts heeft en er verder geen alarmsignalen zijn maximaal één dosis paracetamol geven in de vorm van siroop, zonder het advies van een arts. Indien je niet bereikbaar bent doet de onthaalouder een beroep op de behandelende arts van het kind, of, indien deze niet bereikbaar is, op de arts aangesteld door het OCMW. Eventuele medische kosten, zijn ten laste van de ouders. De beste oplossing is in de meeste gevallen dat het kind zo snel mogelijk wordt opgehaald, dit in belang van het kind zelf en ook in het belang van de andere kinderen in de opvang. In noodgevallen dient de onthaalouder de eerste zorgen toe. In ernstige gevallen wordt de hulpdienst verwittigd of wordt je kind naar het ziekenhuis gebracht.. Als ouder wordt je zo snel mogelijk verwittigd. Afspraken rond medicatie We gaan er vanuit dat voorgeschreven medicatie zoveel mogelijk thuis wordt toegediend. Indien het kind medicatie nodig heeft, ook al wordt dit enkel thuis toegediend, vragen wij met aandrang de onthaalouder hiervan op de hoogte te stellen, teneinde mogelijke reacties te kunnen duiden. Wanneer de medicatie toch bij de onthaalouder moet toegediend worden, vragen we een attest van de dokter of de apotheker waarop duidelijk het volgende vermeld staat : - naam van de medicatie - naam van de arts of apotheker
- naam van het kind - dosering en wijze van toediening - einddatum en duur van de behandeling Deze informatie kan eveneens door de arts genoteerd worden in het volgboekje of in het gezondheidsboekje van je kind. Medicatie dient in de originele verpakking, met bijsluiter, te worden meegebracht. Meer informatie over koorts en medicatie in bijlage. Continuïteit van de opvang Indien wegens ziekte in het gezin van de onthaalouder, verlof, stopzetting van de onthaalouder je kind niet bij de onthaalouder (tijdelijk of definitief) terecht kan, kan u beroep doen op de dienstverantwoordelijke om samen een oplossing te bespreken. Opzegmodaliteiten door de ouders Normaal loopt de overeenkomst tot het kind naar school gaat. Deze datum wordt door de ouders geruime tijd (minstens 3 maand) vooraf meegedeeld aan de onthaalouder zodat het een ander kind kan aannemen. Bij stopzetting van de opvang in andere gevallen, dienen de ouders de onthaalouder en de dienst 1 maand vooraf te verwittigen. Stopzetting door de onthaalouder wordt, behoudens overmacht, minstens 1 maand vooraf aan de ouders en de dienst gemeld. De ouders kunnen dan met de dienst een andere oplossing bespreken. Opzegmodaliteiten voor de voorziening De dienst voor onthaalouders kan de opvang eenzijdig schorsen of beëindigen wanneer je het huishoudelijk reglement of de individuele overeenkomst niet naleeft of wanneer je geen gevolg geeft aan de mondelinge en schriftelijke verwittigingen van de dienst. De opzegging of schorsing worden per aangetekende brief meegedeeld met vermelding van de reden en de ingangsdatum. Buitenschoolse opvang Alle bepalingen van het huishoudelijk reglement zijn eveneens van toepassing voor kinderen die in buitenschoolse opvang verblijven. Volgende onderwerpen zijn specifiek : - een ziek kind Een kind dat te ziek is om naar school te gaan kan niet bij de onthaalouder terecht voor opvang. - vervoer van en naar school In principe staat de onthaalouder niet in voor het vervoer van/naar school. Indien dit wel kan geregeld worden, moet dit op een veilige manier gebeuren, en mits schriftelijke toestemming van de ouders. De verkeerswetgeving is hier van toepassing. Naleving van de wet op bescherming van de persoonlijke levenssfeer Overeenkomstig het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 betreffende de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden kan de dienst voor onthaalouders bij de inschrijving en tijdens het hele verblijf van je kind bij de onthaalouder persoonsgegevens opvragen.
Het betreft administratieve gegevens van het kind, de ouders en het gezin, financiële gegevens over de ouders, en medische gegevens over het kind. Voor zover relevant voor de opvang kan de dienst ook sociale gegevens of medische inlichtingen van andere gezinsleden registreren. Medische gegevens kunnen enkel opgevraagd worden onder de verantwoordelijkheid van een arts. Administratieve en sociale gegevens worden opgevraagd en verwerkt onder de verantwoordelijkheid van de dienstverantwoordelijke. Overeenkomstig de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer heb je als ouder recht op toegang tot de administratieve gegevens die je kind, jezelf of je gezin betreffen en kan je verbetering ervan vragen. De dienstverantwoordelijke en de onthaalouder delen geen informatie over je kind of zijn verblijf bij de onthaalouder, mee aan derden. Zij nemen hieromtrent de nodige discretie in acht. III. GELDELIJKE BEPALINGEN Financiële bijdrage van gezin De dienst vraagt aan de ouders, als deelname in de opvangkosten, een financiële bijdrage. Deze bijdrage wordt berekend op basis van het inkomen van het gezin, overeenkomstig de bepalingen die zijn opgenomen in het ministerieel besluit van 17 maart 2008 tot bepaling van de financiële bijdrage van de gezinnen voor de opvang van kinderen in erkende kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders. Hieronde vind je de messt actuale versie. De dienstverantwoordelijke kan je alle nodige informatie over de financiële bijdrage, het berekeningssysteem en de toegekende vermindering voor gezinnen met meerdere kinderen ten laste verstrekken. Je kan ook zelf je ouderbijdrage berekenen op www.kindengezin.be. Financiële bijdrage van het gezin op basis van het inkomen 1. Bij de start van de opvang Bij de start van de opvang wordt het inkomen van het gezin vastgesteld op basis van het geldend aanslagbiljet. Het geldend aanslagbiljet is het Belgisch aanslagbiljet personenbelasting en aanvullende belastingen over de inkomsten van het kalenderjaar twee jaar voorafgaand aan 1 oktober.afhankelijk van wanneer de opvang start in de loop van het jaar, moet een andere 1 oktober als uitgangspunt genomen worden. Start de opvang tijdens de periode van 1 januari tot en met 30 september, dan is 1 oktober van het vorig kalenderjaar de basis. Start de opvang tijdens de periode 1 oktober tot en met 31 december, dan is 1 oktober van het lopende jaar de basis. Het betreft het Belgisch aanslagbiljet van het gezin. Dit is de persoon die het kind ten laste heeft en de persoon die er mee gehuwd is of ermee samenwoont samenwonende verwanten tot en met de vierde graad worden niet in aanmerking genomen. Samenwonen moet hier gelezen worden als zijnde domicilie hebben op hetzelfde adres. De dienst gaat er van uit dat de persoon die het kind inschrijft voor opvang door de dienst, de persoon is waar het kind verblijft en de persoon is die financiële verantwoordelijkheid opneemt voor het kind. Dit houdt concreet in dat het inkomen van het gezin van die persoon de basis is voor de berekening van de financiële bijdrage van het gezin, tenzij duidelijk blijkt dat een andere persoon het kind inschrijft. Bij twijfel of onduidelijkheid daarover en over de gezinssamenstelling in het algemeen kan de dienst een officieel document opvragen over de gezinssamenstelling.
Indien je gezin of één van de personen van het gezin geen dergelijk geldend aanslagbiljet kan voorleggen of als het inkomen van het betreffende jaar niet vermeld wordt op het aanslagbiljet, wordt voor de betreffende perso(o)n(en) van het gezin rekening gehouden met het inkomen van de maand waarin de opvang start, vastgesteld op basis van loonfiches en/of bewijzen van officiële instanties. Dat maandinkomen wordt door de dienst omgezet naar een jaarinkomen volgens een wettelijk bepaalde formule. Uiterlijk vóór de startdatum van de opvang bezorg je de dienst het geldend aanslagbiljet van de persoon bij wie het kind verblijft en die de financiële verantwoordelijkheid draagt voor het kind. Is deze persoon gehuwd of samenwonend, dan moet ook het aanslagbiljet van de partner worden bezorgd. Dit is met uitzondering van samenwonende personen die verwant zijn tot en met de vierde graad. Indien je geen aanslagbiljet hebt ontvangen of als het inkomen van het betreffende jaar niet vermeld wordt op het aanslagbiljet, zorg je voor een loonfiche of een bewijs van een officiële instantie van de maand waarin de opvang start. Let wel, dit dient het volledige inkomen van die maand te zijn. Deze wordt aan de dienst bezorgd uiterlijk eind van de maand volgend op de maand waarin de opvang start. Indien je nog geen loonfiche of bewijs van een officiële instantie kan voorleggen bij de start van de opvang, wordt de ouderbijdrage voorlopig bepaald met vroegere loonfiches of bewijzen van officiële instanties (o.a. attest werkgever of sociaal secretariaat) die de huidige situatie benaderen. De eigenlijke bijdrage wordt dan berekend op het moment dat de correcte bewijsstukken worden ingediend. De ouderbijdrage wordt dan ook aangepast Deze wordt aan de dienst bezorgd uiterlijk eind van de maand volgend op de maand waarin de opvang start. Lever je geen bewijs van inkomsten (aanslagbiljet of bewijs van een officiële instantie), dan rekenen we de maximale bijdrage aan. Deze maximale financiële bijdrage van het gezin blijft gelden tot en met de maand waarin je de bewijsstukken inlevert. Bij uitzonderlijke financiële omstandigheden kan de dienst beslissen om een sociaal tarief toe te passen (zie verder: sociaal tarief) Indien er reeds een kind van het gezin wordt opgevangen door de dienst en het inkomen dus al werd vastgesteld geldt datzelfde eerder vastgestelde inkomen bij de start van de opvang. Wendagen worden niet beschouwd als de start van de opvang, maar als een aanloop naar de start van de opvang. 2. Jaarlijks op 1 oktober Jaarlijks per 1 oktober wordt door de dienst het inkomen van het gezin opnieuw vastgesteld op basis van het geldend aanslagbiljet. Opnieuw wordt het op dit aanslagbiljet gezamenlijk belastbare beroepsinkomen als basis genomen. Indien je als gezin dit aanslagbiljet niet kan voorleggen, wordt rekening gehouden met het inkomen van het gezin in de maand september. Dit op basis van loonfiches en of bewijzen van officiële instanties. Dit maandinkomen wordt dan omgezet naar een jaarinkomen. 3. Het inkomen van het gezin is meer dan 20% gedaald Wanneer het huidig inkomen van het gezin minstens 20% is gedaald ten opzichte van het inkomen van het gezin dat als basis werd genomen voor de berekening van de bijdrage, kan je het inkomen terug laten vaststellen door de dienst. Belangrijk hier is dat het inkomen van het ganse gezin minstens 20% moet gedaald zijn. Op basis van loonfiches en/of bewijzen van officiële instanties die betrekking hebben op de maand van de melding kan je je huidig inkomen bewijzen. Het is jouw verantwoordelijkheid als gezin een eventuele inkomensdaling te melden. De maand van de melding is cruciaal! De bijdrage wordt immers aangepast vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de melding van de daling aan de voorziening, op voorwaarde dat de bewijsstukken (tijdig) zijn binnengebracht en dar er effectief een daling is van het inkomen met 20%. Je moet als gezin binnen de 2 maand na het moment van de melding de nodige bewijsstukken binnenbrengen. Zo niet, wordt de bijdrage niet aangepast.
Je kan dan eventueel een nieuwe melding van daling gezinsinkomen doen. VOORBEELD Bijvoorbeeld: een gezin meldt op 27 januari een daling van hun inkomsten. De bijdrage wordt herberekend op basis van het inkomen van januari, op voorwaarde uiteraard dat de daling in de maand januari minstens 20% bedraagt. De aangepaste bijdrage start vanaf februari. Weliswaar op voorwaarde dat het gezin ook tijdig de nodige bewijsstukken aan de dienst heeft bezorgd, dit is voor 27 maart. 4. Bij wijziging van de gezinssamenstelling Indien er een wijziging is in de samenstelling van het gezin op het niveau van de personen die het kind ten laste hebben (bijvoorbeeld een echtscheiding, een domiciliëring van een nieuwe partner enz), moet je dit zo snel mogelijk melden aan de dienst. In dat geval is er immers een nieuwe vaststelling van de financiële bijdrage van het gezin, rekening houdend met het inkomen van het gezin volgens de nieuwe samenstelling. De bijdrage wordt aangepast vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de melding van de wijziging van de samenstelling van het gezin. Het is aan jou, als gezin een wijziging gezinssamenstelling te melden aan de dienst! Het inkomen wordt vastgesteld op basis van het aanslagbiljet of bij afwezigheid hiervan op basis van loonfiches of andere bewijzen van officiële instanties. Indien je gezin of één van de personen van het gezin geen dergelijk aanslagbiljet kan voorleggen of als het inkomen van het betreffende jaar niet vermeld wordt op het aanslagbiljet, wordt voor de betreffende perso(o)n(en) van het gezin rekening gehouden met het inkomen van de maand waarin de wijziging van de samenstelling van het gezin is gemeld, vastgesteld op basis van loonfiches en/of bewijzen van officiële instanties. Dat maandinkomen wordt door de dienst omgezet naar een jaarinkomen volgens een wettelijk bepaalde formule. Berekening van de financiële bijdrage van het gezin 1. Bepaling van de bijdrage De berekeningswijze van de financiële bijdrage van het gezin - zowel wanneer deze is gebaseerd op het Belgisch aanslagbiljet, op loonfiches en/of bewijzen van officiële instanties als voor beginnende zelfstandigen en beginnende meewerkende echtgenoten - is vastgelegd in het Ministerieel besluit van 17 maart 2008 tot bepaling van de financiële bijdrage van de gezinnen voor de opvang van kinderen in erkende kinderdagverblijven en diensten voor onthaalouders. De te betalen bijdrage staat in verhouding tot de verblijfsduur van je kind in de opvang. De berekende bijdrage is de bijdrage voor een verblijf die minstens 5 uur en minder dan 12 uur duurt per dag per kind of voor een verblijf van minder dan 13 uur per nacht per kind. Voor een verblijfsduur die meer of minder bedraagt, gelden volgende percentages: - 40% voor een opvang van minder dan 3 uur per dag; - 60% voor een opvang van 3 tot minder dan 5 uur per dag; - 160% voor een opvang van 12 uur of meer per dag; - 160% voor een aaneensluitende dag- en nachtopvang van minder dan 24 uur; - 160% voor een nachtopvang van 13 uur of meer. Indien de opvang van je kind over meerdere momenten per dag is gespreid worden de verblijfstijden per dag opgeteld. Indien de opvang bestaat uit zeer kortstondige opvangmomenten van minder dan één uur per dag, worden voor de berekening van de ouderbijdrage de verblijfstijden per week samengeteld.
VOORBEELD Een kind komt naschools naar een onthaalouder en dit op maandag, dinsdag en donderdag van 15u45 tot 16u30. Zowel op maandag, als op dinsdag, als op donderdag, blijft het kind dus nooit langer dan 1 uur in de opvang. De verblijfstijden mag je dan ook per week optellen De bijdrage dekt het geheel van de verblijfskosten, met uitzondering van de bijdragen die als deelname in specifieke opvangkosten wordt gevraagd en/of bepaalde zaken zoals luiers en voldoende reservekleding die je als gezin zelf meebrengt naar de opvang. 2. Vermindering voor kinderen ten laste Gezinnen met meerdere kinderen ten laste genieten een korting op de berekende financiële bijdrage van het gezin per extra kind ten laste. Een kind ten laste is een kind waarvoor het gezin financiële verantwoordelijkheid opneemt, m.a.w. waarvoor het gezin instaat voor de courante kosten voor de opvoeding. De regelgeving bepaalt geen maximumleeftijd. Bij twijfel en wanneer een gezin niet duidelijk kan aantonen dat ze voor een ouder kind nog de financiële verantwoordelijkheid dragen, kan eventueel uitgegaan worden van de maximumleeftijd voor de kinderbijslag, zijnde 25 jaar. Gezinnen met een of meer meerlingen ten laste - ook hier gaat het om het opnemen van financiële verantwoordelijkheid krijgen één aanvullende vermindering, ongeacht het aantal meerlingen in het gezin. Indien in de loop van de opvang het aantal kinderen ten laste toeneemt vragen we om dit zo snel mogelijk te melden! De vermindering gaat in vanaf de eerste dag van de maand volgend op de vaststelling van de toename. Het kortingsbedrag voor vermindering voor kinderen ten laste wordt elk jaar per 1 oktober geïndexeerd. De dienst deelt via een brief in de maand september dit geïndexeerde bedrag mee aan de gezinnen. 3. Sociaal tarief Het toekennen van een sociaal tarief is mogelijk voor gezinnen in een uitzonderlijke financiële situatie. Het regelgeving omschrijft drie soorten uitzonderlijke financiële situaties die in aanmerking komen om een sociaal tarief toe te kennen: - Het gezin heeft een inkomensdaling ten opzichte van het inkomen waarop de bijdrage werd berekend, waarbij de bijdragehoogte die daaruit volgt, het gezin in financiële problemen brengt. - Het gezin heeft financiële problemen die niet blijken uit het aanslagbiljet, loonfiches en/of bewijzen van officiële instanties. - Het gezin heeft geen inkomen of een bewijs van inkomen, en zou door het gebrek aan inkomensgegevens de maximale bijdrage betalen, waarbij die bijdrage het gezin in financiële problemen brengt. Indien je vermoedt dat je als gezin je in één van bovenstaande situaties bevindt, kan je aan de dienst een sociaal tarief vragen. Na onderzoek kan de dienst een verminderde bijdrage aanrekenen, dit is ofwel - 75% van de berekende of toegepaste bijdrage - 50% van de berekende of toegepaste bijdrage - 25% van de berekende of toegepaste bijdrage - De minimumbijdrage - Een 0-tarief Facturatie Je ontvangt maandelijks een gedetailleerde rekening op basis van het aanwezigheidsblad dat de onthaalouder invult en ter ondertekening voorlegt aan de ouders. De rekening dient binnen de 8 dagen na ontvangst vereffend te worden. De bijdragen worden rechtstreeks aan het OCMW betaald, nooit aan de onthaalouder.
Bij laattijdige betaling of niet betaling zal het OCMW de nodige stappen ondernemen om de verschuldigde bijdragen te innen. Mochten er financiële moeilijkheden aan de basis liggen van vertraagde betalingen, dan kan je steeds met de dienstverantwoordelijke contact opnemen, om een oplossing te zoeken. Fiscaal attest De kosten gemaakt voor kinderopvang tot 12 jaar zijn fiscaal aftrekbaar. De dienst verbindt er zich toe na het verlopen jaar een correct fiscaal attest af te leveren in het eerste semester van het volgende jaar. De op het fiscaal attest vermelde bedragen zijn de effectieve betaalde fiscaal aftrekbare financiële bijdragen. Regeling in geval van fouten en/of valse verklaringen Foute berekeningen Als er een fout in de berekening wordt vastgesteld moet de dienst dit rechtzetten. Bijvoorbeeld de ouderbijdrage is verkeerd berekend en is te hoog. Tenzij het gezin te weinig heeft betaald door een fout, wordt de fout rechtgezet met terugwerkende kracht tot het moment van het begaan van de fout. Valse verklaringen Indien een gezin valse verklaringen heeft afgelegd of moedwillig bepaalde zaken verzwegen heeft die een gevolg hebben voor de ouderbijdrage, kan de dienst de maximale ouderbijdrage aanrekenen. Deze wordt dan aangerekend met terugwerking tot het moment waarop de valse verklaringen werden afgelegd. Voorwaarde voor de rechtzetting en de toepassing van de maximale bijdrage is dat het kind nog bij de onthaalouder wordt opgevangen op het ogenblik dat de fout of de valse verklaring wordt vastgesteld. SLOTBEPALINGEN Verder zijn alle regels bindend die in het Besluit van de Vlaamse Regering van 23 februari 2001 en de wijzigingsbesluiten, alsook het Ministerieel besluit van 17 maart 2008 betreffende de financiële bijdrage van de gezinnen. Bindend zijn evenzeer alle ministeriële besluiten en richtlijnen vanwege Kind en Gezin die in de toekomst uitgevaardigd zullen worden met betrekking tot de door Kind en Gezin erkende diensten voor onthaalouders. Van belangrijke wijzigingen zullen ouders en onthaalouders op de hoogte worden gebracht. Alle punten die niet in het reglement zouden zijn opgenomen (uitzonderingen, afwijkingen,...) worden met de verantwoordelijke van de dienst besproken. Ook het kwaliteitshandboek ligt ter inzage op de dienst.