ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.



Vergelijkbare documenten
PARATE KENNIS CHEMIE 6 de JAAR

PARATE KENNIS CHEMIE 5 e JAAR

Scheikunde Samenvatting H4+H5

29ste VLAAMSE CHEMIE OLYMPIADE EERSTE RONDE

Stoffen, structuur en bindingen

Klas 4 GT. Atomen en ionen 3(4) VMBO-TG

5 Formules en reactievergelijkingen

Atoommodel van Rutherford

1) Stoffen, moleculen en atomen

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 en 2

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 + 2

gelijk aan het aantal protonen in de kern. hebben allemaal hetzelfde aantal protonen in de kern.

Deel 2. Basiskennis chemie

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 2: ATOOMBOUW EN CHEMISCHE BINDING

INTRODUCTIECURSUS BOUWCHEMIE HOOFDSTUK 1: INLEIDING MOLECULEN EN ATOMEN

Wednesday, 28September, :13:59 PM Netherlands Time. Chemie Overal. Sk Havo deel 1

I. Basiskennis. Zuivere stof*: Is materie die uit 1 stof bestaat en niet meer gescheiden kan worden door fysische scheidingstechnieken.

3 Atoommodellen Waaruit bestaat een atoom? Rangschikking van de elementen Atoommassa, molecuulmassa en molaire massa...

Hoofdstuk 17 Redoxreacties

1. Elementaire chemie en chemisch rekenen

universele gasconstante: R = 8,314 J K -1 mol -1 Avogadroconstante: N A = 6,022 x mol -1 normomstandigheden:

Niet-metalen + metalen. Uit welk soort atomen is een ionbinding opgebouwd? Geef de chemische formule van gedemineraliseerd water.

Wat zijn anorganische of minerale stoffen? In hoeveel stofklassen zijn de anorganische stoffen in te delen?

Samenvatting Scheikunde H3 Reacties

Voorkennis chemie voor 1 Ba Geografie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

Chemie: oefeningen zuren, hydroxiden en zouten

4. Van twee stoffen is hieronder de structuurformule weergegeven.

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 3

Mens erger je niet: chemistry edition

7. Chemische reacties

Samenvatting Scheikunde H3 Door: Immanuel Bendahan

Hoofdstuk 8. Redoxreacties. Chemie 6 (2u)

Periodiek Systeem en Nuttige gegevens zie achteraan in deze bundel.

Scheikunde Chemie overal Week 1. Kelly van Helden

Schrap wat niet past: Een ionverbinding met grote roosterkrachten heeft een kleine/grote ionstraal en een kleine/grote ionlading.

26ste Vlaamse Chemie Olympiade

Uitwerkingen van de opgaven uit: CHEMISCHE ANALYSE ISBN , 1 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 15 Elektrochemie bladzijde 1

7.0 Enkele belangrijke groepen van verbindingen

Het smelten van tin is géén reactie.

Eindexamen scheikunde havo 2006-I

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

Deze Informatie is gratis en mag op geen enkele wijze tegen betaling aangeboden worden

Opgave 1. n = m / M. e 500 mg soda (Na 2CO 3) = 0,00472 mol. Opgave 2. m = n x M

met voorbeelden en aan de hand van de begrippen molecule en atoom, uitleggen wat een formule is;

Eindexamen scheikunde havo 2006-II

Elementen; atomen en moleculen

THEORIE UIT EXPERIMENTEN TABELLEN SCIENCE / NATUURKUNDE / SCHEIKUNDE

Oefenvragen Hoofdstuk 3 Bouwstenen van stoffen antwoorden

3. Welke van onderstaande formules geeft een zout aan? A. Al 2O 3 B. P 2O 3 C. C 2H 6 D. NH 3

Hoofdstuk 4 Kwantitatieve aspecten

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 1 t/m 4

Een neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil.

Een neutraal atoom van een element bezit 2 elektronen in de K-schil, 8 elektronen in de L-schil en 8 elektronen in de M-schil.

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

Samenvatting Scheikunde Hoofdstuk 9, 10, 11 Zuren/Basen, Evenwichtsconstanten

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?

Wat is de formule van het metaalchloride waarin M het symbool van het metaal voorstelt?

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat uit twintig vragen

Basis chemie Chemie 6 (2u)

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

ßCalciumChloride oplossing

32 ste Vlaamse Chemie Olympiade

Voorstelling van moleculen en atomen in chemische symbolentaal

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14

Samenvatting Scheikunde Hfst. 6 Chemie en schoonmaken

Cursus Chemie 5-1. Hoofdstuk 5: KWANTITATIEVE ASPECTEN VAN CHEMISCHE REACTIES 1. BELANGRIJKE BEGRIPPEN Relatieve Atoommassa (A r)

Vlaamse Chemie Olympiade Eerste ronde

Frank Povel. a. Fe + 2H + Fe 2+ + H 2 Er zullen gasbelletjes te zien zijn en de oplossing zal licht groen worden.

27ste Vlaamse Chemie Olympiade

Module 2 Chemische berekeningen Antwoorden

Toets HAVO 4 Chemie Hfdst. 2 Schatkamer aarde

5-1 Moleculen en atomen

33 ste Vlaamse Chemie Olympiade

Scheikunde Samenvatting H4 t/m H6

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 5 OPGAVEN

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Dit examen bestaat voor iedere kandidaat uit 8 OPGAVEN

Rekenen aan reacties (de mol)

Atomen en elementen. Edelgasconfiguratie zouten en verbindingen. Inhaallessen Basis chemie 15/01/2012

Tabellen. Thermodynamica voor ingenieurs, Tabellen 1

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?

Wat is de verhouding tussen de aantallen atomen van de elementen Mg, P en O in magnesiumfosfaat?

Basisscheikunde voor het hbo ISBN e druk Uitgeverij Syntax media

NATIONALE SCHEIKUNDEOLYMPIADE 2016

Elektronenoverdracht (1)

Uitwerkingen van de opgaven uit: BASISCHEMIE voor het MLO ISBN , 3 e druk, Uitgeverij Syntax Media Hoofdstuk 18 Oxidimetrie bladzijde 1

Eindexamen scheikunde havo II

Wat is elektrische stroom? Geleiden samengestelde stoffen in vaste toestand de elektrische stroom wel of niet?

Basiskennis 5 chemie 1. I. Basiskennis

1 Si + 1 O 2 1 SiO 2 4 Al + 3 O 2 2 Al 2 O 3 4 Fe + 3 O 2 2 Fe 2 O 3 2 Mg + 1 O 2 2 MgO

1. Geef bij de volgende reactievergelijkingen steeds aan:

SEPTEMBERCURSUS CHEMIE HOOFDSTUK 3: STOICHIOMETRIE

Fosfor kan met waterstof reageren. d Geef de vergelijking van de reactie van fosfor met waterstof.

Curie Hoofdstuk 6 HAVO 4

Eindexamen scheikunde havo 2001-II

Transcriptie:

PARATE KENNIS CHEMIE 4 e JAAR SCHEMA ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. MENGSEL bestaat uit meerdere zuivere stoffen, de kooktemperatuur, massadichtheid, zijn afhankelijk van de samenstelling van het mengsel. ENKELVOUDIGE STOF Een stof die is opgebouwd uit één atoomsoort SAMENGESTELDE STOF Een stof die is opgebouwd uit meerdere atoomsoorten ANALYSE een reactie waarbij een stof ontleed wordt in nieuwe stoffen SYNTHESE een reactie waarbij stoffen worden samengevoegd tot een nieuwe stof BOUW VAN EEN ATOOM Een atoom bestaat uit: een kleine, massieve, positieve kern (protonen en neutronen) een grote, ijle, negatieve elektronenmantel. kern lading proton (p + ) +1 neutron (n o ) 0 mantel elektron (e ) 1 ATOOM Kleinste deeltje waaruit een stof is opgebouwd ELEMENTEN H Li Be B C N O F Na Mg Al Si P S Cl K Ca Cr Mn Fe Co Ni Cu Zn Ge As Br Ag Cd Sn Sb I Ba Pt Au Hg Pb U Pu He Ne Ar Kr Xe Rn 1

MOLECULE Groepering van atomen INDEX aantal keer dat een atoom voorkomt in een molecule COEFFICIENT geeft het aantal moleculen of atomen weer NAAM ENKELVOUDIGE STOFFEN H 2 N 2 O 2 F 2 Cl 2 Br 2 I 2 O 3 S 8 P 4 DIATOMISCHE MOLECULEN H 2 N 2 O 2 F 2 Cl 2 Br 2 I 2 INFORMATIE UIT HET PERIODIEK SYSTEEM KUNNEN OPZOEKEN atoomnummer (Z) massagetal (A) A elektronegatieve waarde Z X groep & periode GROEP elementen behoren tot eenzelfde groep als ze evenveel valentieelektronen bezitten PERIODE elementen met evenveel gevulde schillen behoren tot dezelfde periode BELANGRIJKE GROEPEN IN HET PERIODIEK SYSTEEM Alkalimetalen Aardalkalimetalen Aardmetalen Koolstofgroep Stikstofgroep Zuurstofgroep Halogenen Edelgassen NAAM EN LADING VAN DE BELANGRIJKSTE POLYATOMISCHE IONEN Naam van het ion Formule hydroxide OH nitraat NO 3 nitriet NO 2 chloraat ClO 3 2 sulfaat SO 4 2 sulfiet SO 3 2 carbonaat CO 3 3 fosfaat PO 4 bromaat BrO 3 jodaat IO 3 + ammonium NH 4 2

ENKELE BELANGRIJKE TRIVIALE NAMEN HClopl. zoutzuur HNO 3 opl. salpeterzuur H 2 SO 4 opl. zwavelzuur HNO 2 salpeterigzuur H 2 SO 3 zwaveligzuur H 3 PO 4 fosforzuur H 2 O water H 2 CO 3 koolzuur NH 3 ammoniak CH 4 Methaan VALENTIEELEKTRONEN elektronen op de buitenste schil OCTETSTRUCTUUR = EDELGASCONFIGURATIE 8 elektronen op de buitenste schil ELEKTRONEGATIEVE WAARDE (ENwaarde e.n.w.) De elektronegatieve waarde is een maat voor de kracht waarmee een gebonden atoom de bindingselektronen aantrekt. Metalen hebben een kleine ENwaarde; ze geven dus gemakkelijk elektronen af. Nietmetalen hebben een grote ENwaarde; ze trekken gemakkelijk elektronen aan. IONVERBINDING Verbinding tussen positieve en negatieve ionen. Verbinding tussen een metaal (positief ion) en een nietmetaal (negatief ion). Bij een ionverbinding is het verschil in ENwaarde groter dan of gelijk aan 1,6. Metaaloxiden, zouten en basen zijn ionverbindingen. COVALENTE VERBINDINGEN (ATOOMVERBINDING) Verbinding tussen nietmetalen. Bij een covalente verbinding is het verschil in ENwaarde kleiner dan 1,6. Nietmetaaloxiden en zuren zijn covalente verbindingen ATOOMMASSAEENHEID massa van 1 proton of 1 neutron (1 u = 1,66.10 27 kg) MOLAIRE MASSA (M) massa van één mol deeltjes (uitgedrukt in g/mol), zie PSE HOEVEELHEID STOF (n) uitgedrukt in mol 1 mol = 6,02.10 23 deeltjes n = m/m GETAL VAN AVOGADRO 6,02.10 23 deeltjes MOLAIRE CONCENTRATIE (C) Aantal mol opgeloste stof per liter oplossing (mol/l) c= n/v 3

CHEMISCH REKENEN Massa (m) gram X M : M Hoeveelheid stof (n) mol : N A x N A Aantal deeltjes : V X V Molaire concentratie (c) EXO EN ENDOENERGETISCHE REACTIES exoenergetische reactie: reactie waarbij energie vrijkomt endoenergetische reactie: reactie waarbij energie nodig is REACTIEVERGELIJKINGEN UITBALANCEREN REACTIEVERGELIJKINGEN OPSTELLEN AAN DE HAND VAN GEGEVEN FORMULES NEUTRALISATIEREACTIE Een neutralisatiereactie is een reactie tussen een zuur en een base met vorming van een zout en water. EEN NEERSLAGREACTIE een neerslagreactie is een reactie tussen stoffen waarbij een onoplosbare stof wordt gevormd. Gebruik van de oplosbaarheidstabel EEN GASVORMINGSREACTIE Een gasvormingsreactie is een reactie tussen 2 stoffen waarbij een gasvormige stof ontstaat. De belangrijkste gassen : CO 2, H 2 S, NH 3, SO 2 phschaal: INDICATOREN: indicator Kleur in zuur milieu Kleur in basische milieu lakmoes rood blauw fenolftaleine kleurloos paars methyloranje rood geel H 2 knalgas O 2 nodig voor de verbranding 4

REDOXREACTIE Een redoxreactie is een elektronenuitwisselingsreactie. Hierbij treedt steeds een reductie en een oxidatie op. OXIDATIE Een chemische reactie waarbij de oxidatiegetal (OG) stijgt. Tijdens een oxidatie worden er elektronen afgestaan. REDUCTIE Een chemische reactie waarbij de oxidatiegetal (OG) daalt. Tijdens een reductie worden er elektronen opgenomen. REDUCTOR Een stofdeeltje dat elektronen afgeeft. e reductor OXIDATOR Een stofdeeltje dat elektronen opneemt. Aan de hand van de tabel OG kunnen gebruiken e oxidator POLAIRE VERBINDINGEN Polaire verbindingen zijn verbindingen waaraan we een positieve en een negatieve pool kunnen onderscheiden. Water (H 2 O) is een polair oplosmiddel. Zuren, zouten, hydroxiden zijn polaire verbindingen. Polaire verbindingen lossen op in polaire oplosmiddelen. APOLAIRE VERBINDINGEN Aan apolaire verbindingen kan men geen positieve en negatieve pool onderscheiden. Ether, CCl 4, whitespirit zijn apolaire oplosmiddelen. Olie (vet) is een apolaire verbinding. Apolaire verbindingen lossen op in apolaire verbindingen. ELEKTROLYT Elektrolyten zijn stoffen die in opgeloste toestand en gesmolten toestand vrije ionen vormen en daardoor de elektrische stroom geleiden. Zuren, hydroxiden en zouten zijn elektrolyten. Alcohol en suiker zijn voorbeelden van nietelektrolyten. ANORGANISCHE VERBINDINGEN Algemene formule Zuur Base metaaloxide Nietmetaaloxide Zout H x Z M (OH) y M x O y NM x O y M x Z y NH 4 OH Formulevorming: aan de hand van de tabel met OG. ORGANISCHE VERBINDINGEN Alkanen zijn opgebouwd uit verzadigde koolwaterstoffen 5

NAAM EN LADING VAN DE BELANGRIJKSTE MONOATOMISCHE IONEN; deze tabel kunnen gebruiken. waterstof natrium kalium zilver magnesium calcium barium aluminium kwik tin koper lood ijzer fluoride chloride bromide jodide oxide sulfide Naam van het ion H + Na + K + Ag + Mg 2+ Ca 2+ Ba 2+ Al 3+ Hg +, Hg 2+ Sn 2+, Sn 4+ Cu +, Cu 2+ Pb 2+, Pb 4+ Fe 2+, Fe 3+ F Cl Br IŌ2 S 2 Symbool met bijhorende lading 6