NULMETING WIJK IN BEDRIJF WESTFLANK



Vergelijkbare documenten
Kleinschalige bedrijfshuisvesting

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

Gemengd Amsterdam * in cijfers*

Samenvatting WijkWijzer 2017

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

4. Kans op echtscheiding

2. De niet-westerse derde generatie

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

szw Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid s-gravenhage, 23 november 2000 Aanleiding

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap

Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid

8. Werken en werkloos zijn

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Van baan naar eigen baas

Rapport. van Kamer van Koophandel Nederland. Startersprofiel Datum uitgave. Januari onderwerp Startende ondernemers in beeld

M Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D.

Fact sheet. Ondernemerschap in Oost. Ondernemerschap in Oost. Het aantal vestigingen in stadsdeel Oost groeit sterk. november 2011

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

Uit huis gaan van jongeren

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001

Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht. Rapportage. Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht

Nieuwe dadergroep vraagt aandacht

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Bijlage III Het risico op financiële armoede

Vakantiewerk in het mkb 2004

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Ondernemerschap in Zuidoost-Brabant in perspectief

Evaluatie hinder bij wegwerkzaamheden

1.1 Bevolkingsontwikkeling Bevolkingsopbouw Vergrijzing Migratie Samenvatting 12

10. Banen met subsidie

Langdurige werkloosheid in Nederland

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

De positie van etnische minderheden in cijfers

Ondernemerschap & Ondernemendheid. In de beroepssector handel & de bedrijfstak MITT 2010

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

in het kort OFED Arbeidsmarktmonitor elektrotechnische detailhandel 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

EIM onderdeel van Panteia

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

Rapport. van. Kamer v an Koophandel Nederland. Startersprofiel Datum uitgave Januari onderwerp Startende ondernemers in beeld

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

5. Onderwijs en schoolkleur

Resultaten WO-monitor 2013

M Werkgelegenheid bij startende bedrijven. drs. A. Bruins

Business Barometer. 3 e kwartaal 2005

Regionale verschillen in de vruchtbaarheid van autochtonen en allochtonen

M Parttime van start. drs. A. Bruins

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen

Starten in een dal, profiteren van de top

Factsheet Demografische ontwikkelingen

Regionale verscheidenheid in bevolkingsconcentraties

Huidig economisch klimaat

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie

Starters zien door de wolken toch de zon

Leeswijzer Psychiatrisch Casusregister tabellen

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

11. Stijgende inkomens

FLEVOMONITOR 2006 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop, Susan Place, Marije Wouters & Dirk J. Korf

10. Veel ouderen in de bijstand

Startende ondernemers in Moerdijk 2005

Een eigen bedrijf is leuk!

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Diversiteit in de Provinciale Staten

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Leeswijzer Achmea Health Database tabellen

8. Werken in bestuur en zorg

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek

Meting economisch klimaat, november 2013

Kerncijfers leefstijlmonitor seksuele gezondheid 2017

2. Groei allochtone bevolking fors minder

Samenvatting. Wat is de kern van de Integratiekaart?

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Onderzoek. Diversiteit in de Tweede Kamer 2012

WijkWijzer 2016 De 10 Utrechtse wijken en 5 krachtwijken in cijfers. Utrecht.nl/onderzoek

Fact sheet. Ondernemerschap in West. gen. In stadsdeel West zijn er in Amsterdam als geheel. Zo wordt er bijvoorbeeld

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

12. Vaak een uitkering

Onderzoek Bedrijvenpanel: Ondernemersklimaat

Monitor Krachtwijken 2010 Amsterdam

Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1

Samenvatting Twente Index 2016

Ernst & Young ICT Leadership. Resultaten ICT Barometer over conjunctuur, bestedingen en offshore outsourcing. Jaargang 6 17 mei 2006.

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Samenvatting. Recordaantal ondernemingen in Nederland, aantal zzp ers groeit minder snel, meerderheid parttime starters is vrouw

Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO

Transcriptie:

NULMETING WIJK IN BEDRIJF WESTFLANK

ii

Nulmeting Wijk in Bedrijf Westflank Harry van den Tillaart Erna Bruin Fatih Canak November 2003 ITS Stichting Annifer

iv

Inhoud 0 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 1 1 Opzet en uitvoering van het onderzoek 1.1 Inleiding 1.2 Achtergrond en doel van de Stichting Wijk in Bedrijf Westflank 1.3 De nulmeting: kader en probleemstelling 1.4 Onderzoeksaanpak en onderzoeksopzet Deel A 2 Schets van de ondernemers en hun bedrijven 2.1 Inleiding 2.2 Schets van de ondernemers 2.3 Schets van de bedrijven 2.4 Zelfstandig ondernemerschap versus groot 3 Ontwikkelingen in bedrijvigheid in de periode 1993-2002 3.1 Inleiding 3.2 Ontwikkeling van het aantal starters en van het totaal aantal bedrijven 3.3 Onderwijskansen van starters 4 Bedrijvigheid naar etniciteit 4.1 Inleiding 4.2 Bepaling van etniciteit 4.3 etniciteit van de zelfstandig ondernemers 4.4 Eerste en tweede generatie allochtone ondernemers 4.5 Aantal autochtone en aantal allochtone bedrijven 4.6 Branche-verdeling 5 Ontwikkelingen in autochtone en in allochtone bedrijven 5.1 Inleiding 5.2 Ontwikkeling van het aantal bedrijven 5.3 Overlevingskansen 5.4 Ontwikkelingen in bedrijvigheid v

vi

0 Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Stichting Wijk in Bedrijf Westflank 1. De missie van de stichting Wijk in Bedrijf Westflank is om de komende jaren een duurzame bijdrage te leveren aan het wegwerken van de sociaal-economische achterstand in (delen van) de wijken Noordwest, Overvecht en Zuidwest. De stichting werkt resultaatgericht aan de opbouw van de wijkeconomieën, aan de hand van de volgende doelen:. Stimuleren van starters en ondersteunen van bestaand (allochtoon en autochtoon) ondernemerschap.. Verbeteren organisatiegraad van ondernemers en stimuleren van ondernemersnetwerken.. Activeren van betrokken organisaties in de wijkeconomie door middel van het signaleren van knelpunten en het aandragen van oplossingen. 2. In het Bedrijfsplan (Berenschot, 2002) is een eerste uitwerking gemaakt van de product-marktcombinaties van de stichting Wijk in Bedrijf Westflank. Als doelgroepen markten zijn benoemd: startende (autochtone en allochtone) ondernemers, bestaande ondernemers, gemeente (bestuurders en ambtenaren) en intermediaire organisaties. Als hoofdproducten zijn benoemd: voorlichting, scholing, advisering, coaching, versterken organisatiegraad/belangenbehartiging, kennisoverdracht, beleidsadvisering en doorverwijzing. In het Bedrijfsplan heeft een eerste uitwerking van deze product-marktcombinaties plaatsgevonden. Hierbij is aangegeven dat een verdere detaillering van deze product-marktcombinaties, alsmede een verder uitwerking in concrete activiteiten en de precieze op maat afstemming op de desbetreffende wijken nog moeten plaatsvinden, mede op basis van de uitkomsten van onderzoek in de vorm van een nulmeting. Onderzoek in de vorm van een nulmeting Doelstelling van de nulmeting 3. De nulmeting heeft een tweeledige doelstelling: a. Het in kaart brengen van de huidige stand én gang van zaken binnen het gebied Wijk in Bedrijf Westflank, opdat over enkele jaren bepaald kan worden welke veranderingen zijn gerealiseerd. 1

b. Het inventariseren van de behoeften en wensen van relevante actoren in het gebied van WiB-Westflank, waarbij het met name om starters en bestaande ondernemers gaat. Analyse gegevens Handelsregister 4. Om de huidige stand én gang van zaken in het gebied van WiB-Westflank in kaart te brengen is een analyse gemaakt van de gegevens die voorhanden zijn in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel van. In deze analyse stond uiteraard het gebied van Wijk in Bedrijf Westflank centraal. Om de situatie én de ontwikkelingen in dit gebied goed te kunnen beoordelen zijn deze steeds bekeken tegen de achtergrond van de stand en gang van zaken in de totale gemeente. Centrale vragen in de analyse zijn: a. Hoeveel (allochtone en autochtone) bedrijven zijn er op dit moment en hoe heeft dit aantal zich ontwikkeld in de afgelopen 10 jaar? b. Welke verschuivingen doen zich voor in de periode 1993-2002 wat betreft de spreiding van de bedrijven naar etniciteit, branche en (sub)wijk? c. Hoe ontwikkelt zich het aantal starters in de periode 1993-2002 en welke verschillen tekenen zich hierbij af naar etniciteit, branche en (sub)wijk? d. Welke ontwikkelingen doen zich voor in de overlevingskansen van starters? Is op dit punt sprake van een ontwikkeling in positieve richting en, zo ja, is dit een algemene trend of doet zich deze ontwikkeling uitsluitend voor in bepaalde etnische groepen, branches of (sub)wijken? Enquête onder ondernemers, gevolgd door diepte-interviews 5. Daarnaast is nieuw onderzoek uitgevoerd onder de ondernemers in het gebied van Wijk in Bedrijf Westflank. Alle ondernemers in dit gebied hebben een schriftelijke enquête ontvangen. Op deze manier is elke ondernemer de kans geboden om zijn of haar problemen kenbaar te maken en tevens om aan te geven of zij bij het zoeken van oplossingen een ondersteunende rol voor de stichting Wijk in Bedrijf Westflank zien weggelegd. Uiteindelijk zijn de enquêtevragen beantwoord door 292 ondernemers, van wie er 74 van allochtone herkomst zijn. Vervolgens zijn bijna 40 aanvullende diepte-interviews met ondernemers gehouden waarin nauwkeuriger in beeld is gebracht hoe de ondersteunende rol van de stichting Wijk in Bedrijf Westflank er volgens de ondernemers uit zou kunnen of moeten zien. 2

Uitkomsten van de analyse van het Handelsregister In gemeente is sprake van 15.228 economisch actieve bedrijven, waarvan er 2.325 in gebied Wijk in Bedrijf Westflank zitten 6. In de analyse hebben we ons beperkt tot de economisch actieve bedrijven, dus tot de bedrijven die tegen betaling producten en/of diensten leveren aan particulieren of bedrijven. Bedrijven die dit niet doen zoals pensioen bv s en houdstermaatschappijen zijn, voorzover ze als zodanig herkenbaar zijn, uit de analyse verwijderd. Medio 2003 blijken er in de gemeente 15.228 economisch actieve bedrijven te zijn, waarvan er 2.325 in het gebied van Wijk in Bedrijf Westflank zitten. Van de 2.325 bedrijven in het gebied van Wijk in Bedrijf Westflank zit meer dan de helft in de wijken Overvecht en Ondiep. De precieze aantallen bedrijven per subwijk zijn weergegeven in tabel 1. Tabel 1 Aantal economisch actieve bedrijven in WiB-Westflank, alsmede het aantal dat meegedaan heeft aan de enquête Totaal aantal bedrijven Respons op enquête aantal % aantal % WiB-Westflank* 1. Zuilen 385 17 42 15 2. Pijlsweerd 303 13 44 15 3. Ondiep 548 24 64 22 4. Overvecht Dreven 472 20 57 20 5. Overvecht Bedrijfsgebied 290 12 45 16 6. Kanaleneiland Zuid 143 6 ** 7. Kanaleneiland Noord 184 8 33** 12 totaal 2.325 100 285*** 100 * Zuilen (= CBS-buurt: 16, 17, 20, 22 en 23) Pijlsweerd (= CBS-buurt: 11 en 12) Ondiep (= CBS-buurt: 13, 14, 15 en 24) Overvecht Dreven (= CBS-buurt: 25 t/m 28 en 30) Overvecht Bedrijvengebied (= CBS-buurt: 32) Kanaleneiland Zuid (= CBS-buurt: 70) Kanaleneiland Noord (= CBS-buurt: 71) ** In Kanaleneiland Noord en Kanaleneiland Zuid hebben tezamen in totaal 33 bedrijven aan de enquête meegedaan. Bij de analyse van de enquêtegegevens is vanwege de geringe aantallen geen onderscheid meer gemaakt tussen Kanaleneiland Noord en Kanaleneiland Zuid. *** Bij 7 van de 292 geënquêteerde ondernemers is de wijk van vestiging niet bekend. 3

Ruim driekwart van de bedrijven is in handen van zelfstandig ondernemers 7. Van de 2.325 bedrijven in het gebied van WiB-Westflank gaat bij 1.627 bedrijven (70%) op dat in het Handelsregister een of meer eigenaren staan geregistreerd. Het gaat hierbij om personen die het bedrijf voor eigen rekening en risico voeren en dus als zelfstandig ondernemer aangemerkt kunnen worden. Bij 193 van de 2.325 bedrijven (8%) wordt een of meer bestuurders vermeld. Het kan hierbij gaan om zelfstandig ondernemers die hun bedrijf de juridische vorm hebben gegeven van een besloten vennootschap waarvan zij zelf (groot)aandeelhouder zijn. Het kan echter ook gaan om personen die als directeur functioneren van besloten vennootschappen waarvan zij zelf geen eigenaar zijn. De bedrijfsnamen van de desbetreffende 193 bedrijven indiceren dat vooral van de eerste situatie sprake is en daarom hebben we deze 193 bedrijven tot de categorie (bedrijven van) zelfstandig ondernemers gerekend. Van de bedrijven in WiB-Westflank is dus 78 procent in handen van zelfstandige ondernemers. Overigens gaat dit ook op voor de totale gemeente (zie verder punt 9). Van de zelfstandig ondernemers in WiB-Westflank is 22 procent vrouw 8. Van de 2.325 economisch actieve bedrijven in het gebied van WiB-Westflank worden er dus 1.820 (78%) gerund door zelfstandig ondernemers. Het Handelsregister vermeldt bij deze 1.820 bedrijven in totaal 2.337 ondernemers. Van deze ondernemers is 78 procent man en 22 procent vrouw. De 2.337 ondernemers zijn gemiddeld 41 jaar oud en zij zijn gemiddeld op 35-jarige leeftijd met dit bedrijf gestart. Afwijkingen van totaalbeeld in gemeente hebben te maken met etniciteit 9. Van de 15.228 bedrijven in de gemeente zijn er 11.945 (78%) in handen van zelfstandig ondernemers. In totaal is in deze 11.945 bedrijven sprake van 15.380 ondernemers. Van hen is 74 procent man en 26 procent vrouw. De gemiddelde leeftijd van de ondernemers is 43 jaar en men is gemiddeld op 37-jarige leeftijd van start gegaan. Het aandeel vrouwelijke ondernemers wijkt in de gemeente met 26% niet veel af van het gemiddelde voor heel Nederland (27%). De gemiddelde leeftijd van de ondernemers ligt in met 43 jaar wel lager dan voor Nederland in zijn totaliteit (46 jaar). 10. Onder de zelfstandig ondernemers in het gebied van WiB-Westflank bevinden zich dus relatief minder vrouwen (22%) dan voor de gehele gemeente opgaat (26%) en verder blijkt de gemiddelde (start)leeftijd hier wat lager te liggen. Deze verschillen worden vooral veroorzaakt doordat het aandeel niet-westers allochtone ondernemers zie toelichting bij tabel 2 in het gebied van WiB- Westflank met 23 procent duidelijk hoger ligt dan het geval is in de totale gemeen- 4

te (12%). Onder de 542 niet-westers allochtone ondernemers in het gebied van WiB-Westflank bevinden zich overigens 354 (65%) Turken en Marokkanen. Met name in deze twee groepen zitten weinig vrouwen in beide groepen hebben zij een aandeel van 15 procent en bovendien starten deze ondernemers op vrij jonge leeftijd: de gemiddelde startleeftijd bij de Turkse ondernemers is 31 jaar en bij de Marokkaanse ondernemers 32 jaar. Bijna een kwart van de 2.325 bedrijven is niet in handen van zelfstandig ondernemers 11. Bij 1.820 van de 2.325 bedrijven in het gebied van WiB-Westflank wordt in het Handelsregister een of meer eigenaren of bestuurders in dit onderzoek ingedeeld in de categorie: zelfstandig ondernemers - vermeld. Bij de overige 505 bedrijven is dit niet het geval. In 35 van deze 505 bedrijven wordt in het Handelsregister wel een of meer functionarissen genoemd, maar niet iemand in de hoedanigheid van eigenaar of bestuurder. In de andere 470 gevallen staat geen enkele functionaris vermeld. Bij deze 505 bedrijven gaat het vooral om vestigingen van het groot(winkel)bedrijf 12. Deze 505 bedrijven wijken op enkele punten duidelijk af van de 1.820 door zelfstandig ondernemers gerunde bedrijven. Deze 505 bedrijven hebben veel vaker dan de 1.820 zelfstandigen:. de rechtsvorm van een besloten vennootschap (80% versus 16%). 5 of meer werkzame personen (40% versus 9%). de vorm van een nevenvestiging of filiaal (60% versus 0%). een groot- of detailhandelsfunctie (46% versus 24%). Deze opsomming maakt duidelijk dat het bij deze 505 bedrijven voor een belangrijk deel gaat om filialen en vestigingen van het groot(winkel)bedrijf. Loopt men door de lijst met namen van deze 505 bedrijven dan komt men onder andere de volgende namen meer dan eens tegen: Albert Heijn, Aldi-Markt, Bart Smit, Blokker, D-Reizen Vakantie Winkels, Hema, Nationale Nederlanden, Zeeman Textiel Supers, etc. In WiB-Westflank relatief meer allochtone bedrijven en relatief meer winkels, garages en aannemers 13. Het aandeel bedrijven gerund door zelfstandig ondernemers is in het gebied van WiB-Westflank hetzelfde als in de totale gemeente, namelijk 78 procent. Binnen de categorie zelfstandige bedrijven zijn er echter verschillen in etniciteit van de bedrijven tussen het gebied van WiB-Westflank en de totale gemeente. Het aandeel westers allochtone bedrijven is bijna hetzelfde, maar het aandeel niet-westers allochtone bedrijven is in WiB-Westflank duidelijk groter dan het geval is in de totale gemeente. Met name het aandeel Turkse en Ma- 5

rokkaanse bedrijven is in het gebied van WiB-Westflank duidelijk groter (zie ook tabel 2). 14. Een ander verschil tussen de bedrijven in het gebied van WiB-Westflank in vergelijking met de situatie in de totale gemeente is de branchespreiding van de bedrijven. Het aandeel zakelijke dienstverlening is in WiB-Westflank kleiner (29%) dan in de totale gemeente (39%). In het gebied van WiB-Westflank zitten daarentegen relatief meer bouwbedrijven (10 versus 7%), garages (5 versus 2%) en detailhandelsbedrijven (20 versus 15%). Tabel 2 Aantal bedrijven in de gemeente en in het gebied van WiB- Westflank, naar etniciteit totaal gemeente waarvan in gebied WiB-Westflank abs % abs % A: Niet-westers allochtoon* 1. Turkije 398 3 163 9 2. Marokko 352 3 131 7 3. Suriname 255 2 65 4 4. Ned. Antillen/Aruba 71 1 7 0 5. overig niet-westers 440 4 88 5 (subtotaal niet-westers allochtoon) (1.516) (13) (454) (25) B: Westers allochtoon* 6. doelgroepen integratiebeleid 170 1 31 2 7. Oost Europa 84 1 17 1 8. Indonesië 423 4 36 2 9. overig westers 751 6 89 5 (subtotaal westers allochtoon) (1.428) (12) (173) (10) C: Autochtoon 10. Nederland 8.998 75 1.191 66 totaal 11.942** 100 1.818** 100 * Deze indeling is conform de standaarddefinitie en standaardindeling van allochtonen van het CBS. Volgens deze definitie worden tot de allochtonen gerekend:. Zij die zelf in het buitenland zijn geboren en van wie ten minste één ouder eveneens in het buitenland is geboren (eerste generatie);. Zij die in Nederland zijn geboren en van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren (tweede generatie). Het CBS maakt verder een onderscheid in westers en niet-westers allochtonen. Tot de westerse landen worden in dit verband gerekend alle landen in Europa (met uitzondering van Turkije), Noord-Amerika, Oceanië, Japan en Indonesië (met inbegrip van voormalig Nederlands-Indië). De niet-westerse landen bestaan uit Turkije en alle landen in Afrika, Latijns- Amerika en Azië (met uitzondering van Japan en Indonesië). ** Het totaal aantal is kleiner dan 15.228, respectievelijk 2.325 omdat de bedrijfsetniciteit alleen bepaald is voor de bedrijven gerund door zelfstandig ondernemers. De vestigingen van het groot(winkel)bedrijf zijn in deze analyse buiten beschouwing gelaten. 6

Voor de rest wijkt bedrijfsprofiel in WiB-Westflank niet af van totaalbeeld in gemeente 15. Zowel in het gebied van WiB-Westflank als in de totale gemeente gaat het meestal om:. Bedrijven met de juridische status van een eenmanszaak of een besloten vennootschap (steeds 83 à 84%).. Bedrijven gerund door een zelfstandig ondernemer (steeds 78%).. Bedrijven met hooguit 4 werkzame personen (steeds 73 à 74%).. Hoofdvestigingen (steeds circa 90%).. Bedrijven die in 2000 of eerder gestart zijn (steeds 70 à 75%). Wel verschillen in bedrijfsprofiel tussen subwijken van WiB-Westflank 16. Tussen de subwijken van het gebied van WiB-Westflank bestaan duidelijke verschillen ten aanzien van:. De rechtsvorm van de bedrijven.. Het aandeel bedrijven dat gerund wordt door zelfstandig ondernemers versus het aandeel filialen/vestigingen van het groot(winkel)bedrijf.. De gemiddelde bestaansduur van de huidige bedrijven.. De branchering.. Het aandeel allochtone bedrijven. 17. Vooral de bedrijven in Bedrijvengebied Overvecht vertonen een profiel dat afwijkt van dat in de andere subwijken van WiB-Westflank. In deze subwijk gaat het vaak om wat grotere industriële, auto- of groothandelsbedrijven. Overigens bestaan er ten aanzien van de branchering ook aanzienlijke verschillen tussen de andere subwijken. Zo varieert het aandeel detailhandel van nauwelijks meer dan 10 procent in Zuilen en Pijlsweerd tot ruim 40 in Kanaleneiland Noord. Verder valt op dat 77 procent van de bedrijven in Overvecht Bedrijvengebied de juridische status van een besloten vennootschap heeft, iets wat bij de bedrijven in de andere subwijken veel minder voorkomt. Daar varieert dit namelijk van 32 procent in Kanaleneiland Noord tot 16 procent in Zuilen. Bovendien gaat voor bijna de helft van de bedrijven in Overvecht Bedrijvengebied op dat zij een filiaal of nevenvestiging van een ander bedrijf zijn. In de andere subwijken varieert dit van 35 procent in Kanaleneiland Noord tot 7 procent in Zuilen. Allochtone ondernemers komen in de subwijk Overvecht Bedrijvengebied betrekkelijk weinig voor. Niet-westers allochtone bedrijven hebben hier een aandeel dat nauwelijks groter is dan 10 procent, terwijl dit aandeel in Kanaleneiland Zuid 40 procent bedraagt en in Kanaleneiland Noord zelfs 57 procent. 7

In WiB-Westflank in afgelopen 10 jaar relatief grotere toename van starters dan gemiddeld in de gemeente 18. Met starters bedoelen we in dit rapport steeds: nieuwe bedrijven. In 1993 waren er in het gebied van WiB-Westflank 162 starters. In 2002 waren dit er 326. In de periode 1993-2002 is in dit gebied sprake van een trapsgewijze groei van het aantal starters: het aantal starters is steeds ongeveer gelijk aan of groter dan het aantal starters in het jaar daarvoor (zie tabel 3). Tabel 3 Ontwikkeling van het aantal starters en van het totaal aantal bedrijven in de gemeente en in het gebied WiB-Westflank, absolute aantallen totaal gemeente aantal starters aantal bedrijven waarvan in: WiB-Westflank aantal starters aantal bedrijven zelfstandige starters in WiB-Westflank** aantal autochtone starters aantal nietwesterse allochtone starters 1993 995 8.132 162 1.265 92 28 1994 1.098 9.034 223 1.448 135 45 1995 1.174 9.563 224 1.522 104 61 1996 1.254 10.232 238 1.622 112 51 1997 1.278 10.885 220 1.694 120 49 1998 1.278 11.596 217 1.791 126 48 1999 1.528 12.407 240 1.876 139 50 2000 1.899 13.575 339 2.054 195 83 2001 1.740 14.593 335 2.255 169 103 2002 1.631 15.357* 326 2.395 152 100 index 1993-2002 171 189 201 189 165 357 (1993=100) * Eerder is vermeld dat er op het moment van meting medio 2003 in de gemeente sprake is van 15.228 bestaande, economisch actieve bedrijven. Het in de tabel voor 2002 genoemde aantal bedrijven ligt met 15.357 wat hoger. Dit komt omdat het aantal van 15.228 gebaseerd is op een momentopname, terwijl de aantallen in tabel 3 gebaseerd zijn op cohortanalyses. Bij deze cohortanalyses worden alle bedrijven meegeteld, ook de bedrijven die in het desbetreffende jaar maar een gedeelte van dat jaar hebben bestaan. Voorbeeld: een bedrijf dat in februari 2002 is gestart en in mei 2002 weer is opgeheven, is in de momentopname van medio 2003 niet meegeteld. In de cohortanalyse is dit bedrijf echter wél meegeteld in het cohort 2002-bedrijven. ** De niet-zelfstandige bedrijven veelal filialen/vestigingen van het groot(winkel)bedrijf zijn hier buiten beschouwing gelaten. Vanwege de vrij geringe aantallen starters in deze categorie zijn ook de westers allochtone starters in deze tabel buiten beschouwing gelaten. Dit is de reden dat de cijfers in de 2 laatste kolommen niet optellen tot het totaal van kolom 3 (alle starters in WiB-Westflank). 8

19. In de totale gemeente is in de periode 1993-2002 eveneens sprake van een duidelijke toename van het aantal starters, maar deze stijging is naar verhouding kleiner dan het geval is in het gebied van WiB-Westflank. Vooral in de periode 1993-2000 stijgt het aantal starters in de gemeente (zie tabel 3). In 2001 en 2002 neemt het aantal starters echter weer af, een bekend verschijnsel bij een neergaande conjunctuur. Relatief grotere starterstoename in gebied WiB-Westflank komt vrijwel volledig op conto van niet-westers allochtone starters 20. In het gebied van WiB-Westflank is het aantal starters in de afgelopen 10 jaar dus sneller gestegen dan gemiddeld in de gemeente (zie indexcijfers in tabel 3). De relatief grotere starterstoename in het gebied van WiB-Westflank wordt vrijwel volledig veroorzaakt doordat steeds meer allochtonen en dan met name niet-westers allochtonen de weg naar het ondernemerschap ontdekken. De toename van het aantal autochtone starters in het gebied van WiB-Westflank is namelijk maar weinig groter dan in de rest van de gemeente het geval is. Naar verhouding is het aantal niet-westers allochtone starters in het gebied van WiB-Westflank veel sterker gestegen dan in de rest van de gemeente. In 1993 was 1 op de 6 starters in WiB-Westflank een niet-westers allochtoon. Vorig jaar 2002 ging dit op voor 1 op de 3 starters in het gebied van WiB-Westflank. Ook in de rest van de gemeente hebben de niet-westers allochtone starters hun aandeel in de periode 1993-2002 uitgebreid, namelijk van 1 op de 9 starters in 1993 naar 1 op de 7 in 2002. Naar verhouding is deze toename echter beduidend geringer dan die in het gebied van WiB-Westflank. Niet-westers allochtonen laten zich minder remmen door conjunctuur 21. Niet-westers allochtonen laten hun ondernemingszin minder remmen door conjuncturele tegenwind dan autochtonen. Onder de autochtonen in het gebied WiB- Westflank neemt het aantal starters in 2001 en 2002 af, terwijl dit bij de nietwesters allochtonen niet of nauwelijks het geval is (zie ook tabel 3). Lagere drempels om te starten spelen ongetwijfeld een rol 22. Waarom nu die extra grote toename van het aantal niet-westers allochtone starters in het gebied van WiB-Westflank? Eén belangrijke oorzaak is ongetwijfeld dat in dit gebied de drempels om te starten lager zijn, vooral omdat hier meer winkel- en bedrijfspanden beschikbaar zijn tegen lagere (huur)prijzen dan gemiddeld in de gemeente het geval is. De conjunctuur speelt hierbij mogelijk ook nog in die zin een rol dat allochtone starters de laatste jaren minder concurrentie om de 9

beschikbare vestigingsplaatsen ondervinden, omdat autochtone starters bij een verslechterende conjunctuur eerder geneigd zijn hun plannen (voorlopig) op te geven. Ondiep, Overvecht en Zuilen leveren meeste starters, maar in Kanaleneiland Noord en Pijlsweerd is relatieve toename van starters het grootste 23. Met name Ondiep, Overvecht Dreven en Zuilen leveren een groot deel van de starters. Voor elk van de jaren 1993-2002 gaat op dat deze 3 subwijken goed zijn voor circa tweederde deel van de starters in het gebied van WiB-Westflank. Tegelijkertijd gaat echter op dat Kanaleneiland Noord en Pijlsweerd de gebieden zijn waar in relatieve zin het aantal starters in de periode 1993-2002 het sterkste is toegenomen. Sterkere toename van starters in het gebied van WiB-Westflank wordt niet verzilverd in een evenredige groei van het aantal bedrijven 24. Het aantal bedrijven neemt van jaar op jaar toe en dat is zowel het geval in de gemeente in zijn totaliteit als in het gebied van WiB-Westflank (zie ook tabel 3). Opmerkelijk is echter dat de toename van het aantal bedrijven in het gebied van WiB-Westflank naar verhouding niet groter is dan in de gehele gemeente. Gezien de snellere toename van het aantal starters in het gebied van WiB- Westflank zou dit namelijk wél voor de hand liggen. Overlevingskansen van starters in het gebied van WiB-Westflank minder gunstig dan gemiddeld in de gemeente 25. Door beschouwing van de jaarlijkse uitval onder starters kan worden vastgesteld in welke mate ondernemers erin slagen om een levensvatbaar bedrijf neer te zetten. Tot uitval rekenen we alleen bedrijfsopheffingen, al dan niet als gevolg van faillissement. Veranderingen van vestigingspunt, etc. worden dus niet tot uitval gerekend. Een eerste conclusie is dat starters in het gebied van WiB-Westflank steeds, dus ongeacht het specifieke jaar dat men bekijkt, een lagere kans hebben om het eerste jaar te overleven dan de starters elders in. Van de 162 1993-starters in het gebied van WiB-Westflank slaagt 22 procent er niet in het eerste jaar te overleven, terwijl dit cijfer voor de rest van de gemeente 11 procent is. Ook in de jaren daarna is er steeds een verschil in overlevingsfracties tussen de starters in het gebied van WiB-Westflank en de overige -starters, waarbij het verschil steeds in het nadeel van WiB-Westflank is 10

Dit geldt zowel voor autochtone als voor allochtone starters 26. De kansen van starters om het eerste jaar te overleven zijn in het gebied van WiB- Westflank dus ongunstiger dan gemiddeld opgaat voor de gemeente. Dit geldt zowel voor allochtone als voor autochtone starters. Voor beide categorieën geldt dat de kans op overleving bij een start in het gebied van WiB-Westflank kleiner is dan bij een start elders in de gemeente. Maar overlevingskansen van niet-westers allochtone starters zijn systematisch kleiner dan die van westers allochtone starters en autochtone starters 27. Tegelijkertijd gaat op dat de kansen van starters om het eerste jaar te overleven bij niet-westers allochtonen kleiner zijn dan bij westers allochtonen en autochtonen (tussen beide laatste groepen bestaan op dit punt nauwelijks verschillen). Dit gaat zowel op voor het gebied van WiB-Westflank als voor de rest van de gemeente. Wel zijn binnen het gebied van WiB-Westflank de verschillen in overlevingskansen tussen niet-westers allochtone starters enerzijds en westers allochtone starters en autochtone starters anderzijds vrijwel elk jaar groter dan in de rest van de gemeente. Eerder zie punt 20, 21 en 22 is aangegeven dat met name niet-westers allochtone starters gebruik maken van de vrij lage startdrempels in dit gebied. Het ligt voor de hand dat de concurrentiedruk hierdoor toeneemt, zeker wanneer de grote starterstoename vooral bestaat uit meer van hetzelfde (kopieergedrag) in plaats van vooral uit nieuwe en goed doordachte bedrijfstypen en bedrijfsconcepten. Het Handelsregister bevat geen informatie over concurrentiedruk. In de telefonische enquête onder ondernemers, die gevestigd zijn in het gebied Wijk in Bedrijf Westflank, hebben we hierover wel informatie verzameld. Zo is aan de desbetreffende ondernemers gevraagd hoeveel bedrijven met een zelfde soort product of dienst er in hun omgeving zitten. Bijna een op de vijf (19%) van de ondervraagde ondernemers geeft te kennen dat het om drie of meer soortgelijke bedrijven gaat, maar dit varieert als volgt:. autochtone ondernemers 14% met 3 of meer concurrenten. Turkse ondernemers 39%. Marokkaanse ondernemers 32%. overig allochtone ondernemers 24% Met name Turkse en Marokkaanse ondernemers hebben dus met (vrij) veel concurrentie in de omgeving te maken. Ook binnen de categorie niet-westers allochtone starters nog verschillen in overlevingskansen 28. Ook binnen de categorie niet-westers allochtonen zijn er echter nog verschillen in overlevingskansen tussen Turkse, Marokkaanse en Surinaamse starters. Surinaam- 11

se starters slagen er vaker in het eerste jaar te overleven dan Turkse en Marokkaanse starters, Kijken we niet alleen naar het eerste jaar na de start, maar volgen we de starters langer in de tijd dan blijken de Turkse starters op den duur niet onder te doen voor de Surinaamse starters. Op basis van deze uitkomsten kan gesteld worden dat de Surinaamse starters het beste scoren wat betreft overlevingskans en de Marokkaanse het minst goed, terwijl de Turkse starters een tussenpositie innemen. Geen tendens richting verbetering of verslechtering 29. Wat betreft de overlevingskansen van starters doen zich in de periode 1993-2002 wel verschuivingen voor, maar er is geen evidente tendens richting verbetering of verslechtering bespeurbaar. Deze conclusie geldt zowel voor starters in het gebied van WiB-Westflank als voor starters elders in de gemeente en eveneens zowel voor autochtone als voor allochtone starters. Samenhang tussen overlevingskans van starters en branchekeuze geldt vooral algemeen 30. De branche waarin men van start gaat, blijkt een rol te spelen bij de overlevingskansen. Met name van de starters in de groothandel valt een relatief groot deel al in het eerste jaar uit. Dit geldt zowel voor het gebied van WiB-Westflank als voor de rest van de gemeente. De kansen voor starters om het eerste jaar te overleven zijn relatief gunstig in zowel de zakelijke als de persoonlijke dienstverlening. Ook dit geldt niet alleen voor het gebied van WiB-Westflank, maar eveneens voor de rest van de gemeente. Het ligt voor de hand dat hierbij onder andere de aanvangsinvesteringen een rol spelen. In sommige branches zijn bij de start aanzienlijke investeringen in bedrijfspand, voorraad, inventaris, etc. nodig, terwijl men in andere branches van huis uit kan starten, terwijl ook anderszins de aanloopkosten (vrij) beperkt gehouden kunnen worden. Perspectief voor starters in vervoersbedrijf en garagebedrijf in gebied WiB-Westflank zeker niet slechter dan elders in gemeente 31. De kansen van starters om het eerste jaar te overleven liggen in het gebied van WiB-Westflank systematisch lager dan in de rest van de gemeente. Dit patroon herhaalt zich min of meer in de verschillende economische sectoren. Er lijkt echter sprake te zijn van enkele uitzonderingen. Dit gaat op voor de vervoersbranche, maar duidelijker nog voor de branche van de garagebedrijven. Starters in deze branche blijken in het gebied van WiB-Westflank zeker zo vaak het eerste jaar te overleven dan het geval is bij starters in deze branche elders in de gemeente. 12

Binnen WiB-Westflank verschillen de overlevingskansen per subwijk en de variatie in etnische achtergrond van de starters vormt een deel van de verklaring 32. De starters uit Bedrijvengebied Overvecht behalen de beste score op het punt van overlevingskansen, gevolgd door de starters uit Zuilen en Pijlsweerd. De meest ongunstige score is van toepassing op Kanaleneiland Zuid. Eerder is vermeld dat de overlevingskansen van niet-westers allochtone starters kleiner zijn dan die van autochtone en westers allochtone starters. Het ligt voor de hand dat dit gegeven een van de verklaringen voor de uiteenlopende overlevingskansen in de subwijken van WiB-Westflank is. Dit speelt inderdaad een rol. Bedrijvengebied Overvecht heeft de meest gunstige score voor overlevingskansen van starters en tevens het kleinste aandeel niet-westers allochtone bedrijven. Kanaleneiland heeft de minst gunstige score en tevens het grootste aandeel niet-westers allochtone bedrijven. Tabel 4 Overlevingskansen van starters in de periode 1993-2002 in de diverse subwijken van WiB-Westflank Zuilen Ondiep Pijlsweerd Overvecht Dreven Bedrijfsg ebied Overvecht Kanalen eiland Zuid Kanalen eiland Noord totaal 1. Rangorde score overlevingskansen in periode 1993-2002* 2 3 4 6 1 7 5 2. Etniciteit ondernemers. autochtoon 71% 72% 67% 63% 81% 45% 34% 66%. westers allochtoon 8% 11% 8% 11% 8% 15% 9% 10%. niet-westers allochtoon 21% 17% 25% 26% 11% 40% 57% 25% totaal (abs=100%) 357 255 448 347 168 124 119 1.818 * Hoe lager de score des te groter de overlevingskansen. 33. Tegelijkertijd komt in de analyse naar voren dat het aandeel niet-westers allochtone bedrijven niet de alles bepalende factor is. Kanaleneiland Noord heeft namelijk een beduidend hoger aandeel niet-westers allochtone bedrijven dan Overvecht Dreven, terwijl de score voor overlevingskansen van starters in Kanaleneiland Noord toch iets gunstiger is dan die in Overvecht Dreven. Alleen kwantitatieve of ook kwalitatieve veranderingen in bedrijvigheid? 34. Eerder is vermeld dat er zowel in het gebied van WiB-Westflank als in de totale gemeente in de periode 1993-2002 een forse groei is opgetreden van het 13

aantal bedrijven. Is er nu ook sprake van kwalitatieve veranderingen en zo ja gelden die alleen voor het gebied van WiB-Westflank of ook voor de rest van de gemeente? Groeiend aandeel dienstverlening is algemene trend 35. Het is bekend dat de bedrijvigheid en de werkgelegenheid verschuift naar de dienstverlenende sector. Dit gaat ook op in de gemeente. De zakelijke en persoonlijke dienstverlening heeft het aandeel in de bedrijvigheid zien stijgen van 37 procent in 1993 naar 52 procent in 2002. In het gebied van WiB-Westflank zijn deze cijfers respectievelijk 27 en 40 procent. Handel vooral detailhandel en horeca hebben terrein verloren in deze periode. Trend naar meer allochtone bedrijven sterker in gebied WiB-Westflank 36. Het aandeel niet-westers allochtone bedrijven is in het gebied WiB-Westflank in de periode 1993-2002 bijna verdubbeld. Op dit moment is bijna één op de vijf bedrijven in dit gebied in handen van niet-westers allochtonen. De relatieve toename van niet-westers allochtone bedrijven in de totale gemeente is minder groot. Hier gaat op dat één op de tien bedrijven in handen is van een niet-westers allochtoon. Verdeling van bedrijven over (sub)wijken vooral stabiel 37. De verdeling van de bedrijven over de diverse hoofdwijken van de gemeente, respectievelijk over de diverse subwijken van het gebied WiB-Westflank verandert in de periode 1993-2002 nauwelijks. Kijken we naar de totale gemeente dan zien we dat Stadscentrum wat terrein verloren heeft, vooral aan Leidsche Rijn en Vleuten/De Meern. Binnen het gebied WiB-Westflank heeft Overvecht Bedrijvengebied wat terrein verloren, vooral ten opzichte van Kanaleneiland Noord. Handelsregister geeft vooral aantallen en in mindere mate verklaringen 38. Het Handelsregister biedt vooral cijfers op grond waarvan ontwikkelingen en de stand van zaken geschetst kunnen worden. Dit levert op zich veel inzicht op. Zo is op basis van deze cijfers het aantal bedrijven in het gebied WiB-Westflank in kaart gebracht, alsmede de ontwikkelingen in het aantal starters en hun overlevingskansen. Bovendien zijn de cijfers voor het gebied van WiB-Westflank steeds geanalyseerd tegen de achtergrond van de cijfers voor de gehele gemeente. Zodoende werd duidelijk dat in het gebied van WiB-Westflank in de afgelopen periode van 10 jaar een snellere toename van het aantal starters is opgetreden dan gemiddeld in de gemeente. Tegelijkertijd kwam naar voren dat deze grotere 14

startersgroei niet in evenredige mate heeft geleid tot een grotere toename van de bedrijvigheid, vooral omdat de overlevingskansen van starters in het gebied van WiB-Westflank minder gunstig zijn dan gemiddeld in de gemeente. Waarom dit zo is wordt echter niet goed duidelijk, al komt in de analyse wel naar voren dat hierbij een rol speelt dat zich in het gebied van WiB-Westflank onder de starters relatief veel niet-westers allochtonen bevinden. En deze categorie starters heeft een geringere overlevingskans dan autochtone starters. Hiermee is echter zeker niet het hele verhaal verteld. In de analyse kwam immers eveneens duidelijk naar voren dat ook de autochtone starters hier in het gebied van WiB-Westflank een kleinere overlevingskans hebben dan de autochtonen die elders in de gemeente de stap naar het ondernemerschap zetten. Aanbevelingen Op basis van de resultaten van de op het Handelsregisterbestand uitgevoerde analyses kunnen de volgende aanbevelingen geformuleerd worden: a. Een van de doelstellingen van de stichting Wijk in Bedrijf Westflank is Het stimuleren van starters en ondersteunen van bestaand ondernemerschap. Een belangrijke conclusie in de uitgevoerde analyses is echter dat er in het gebied van Wijk in Bedrijf Westflank al sprake is van een grote animo om een bedrijf te starten. Het probleem in dit gebied zit dan ook niet zozeer in een gebrek aan starters, maar veel meer in het feit dat vrij veel starters het maar betrekkelijk korte tijd volhouden als ondernemer. Een eerste aanbeveling is dan ook om niet veel energie te steken in het stimuleren van mensen om ondernemer te worden, maar wél veel in het coachen, begeleiden en trainen van pas gestarte ondernemers én personen met ondernemersaspiraties (préstarters) ten einde op deze manier de relatief grote uitval in de beginjaren van het ondernemerschap terug te dringen. b. In de analyse komt naar voren dat in het gebied van WiB-Westflank nietwesters allochtonen een steeds groter deel van de starters vormen. Tegelijkertijd blijkt dat hun overlevingskansen (nog) ongunstiger zijn dan die van autochtone starters. Een tweede aanbeveling is daarom bij het coachen, begeleiden en trainen van starters en personen met ondernemersaspiraties extra aandacht te besteden aan allochtonen. Hoewel er in de analyse geen hard bewijs voor aan te dragen is het Handelsregister bevat hieromtrent geen informatie lijkt het erop dat de relatief lage startdrempels in het gebied van WiB-Westflank met name bij de niet-westers allochtone starters nogal eens ten koste gaan van een grondige voorbereiding. Dit vergroot het risico dat de grotere bedrijvigheid vooral bestaat uit meer van hetzelfde, met als gevolg (nog) meer concurrentie en afname van de overlevingskansen. Hier ligt een belangrijk aangrijpingspunt voor de stichting Wijk in Bedrijf Westflank. 15

Uitkomsten enquête onder ondernemers 39. Om meer zicht te krijgen op de problemen waarmee de ondernemers in het gebied van WiB-Westflank worstelen en om te achterhalen op welke punten en op welke manier zij daarbij ondersteund zouden willen worden, hebben we een enquête onder de ondernemers uitgevoerd. In totaal zijn 292 ondernemers uit het gebied WiB-Westflank geënquêteerd. Een belangrijke vraag is uiteraard in hoeverre deze groep van 292 representatief is voor alle ondernemers in het gebied. Voorzover we dit hebben kunnen nagaan lijkt dit in orde. Wat betreft de verdeling over de 7 subwijken vormen de 292 ondernemers een vrij getrouwe afspiegeling van de totale populatie (zie tabel 1). Ook op andere punten zoals de getalsmatige verhouding tussen mannen en vrouwen, eigenaren en niet-eigenaren, de gemiddelde leeftijd en de gemiddelde startleeftijd is er nauwelijks verschil tussen de geënquêteerde groep van 292 ondernemers en de totale ondernemerspopulatie in het gebied van WiB-Westflank. Meerderheid ondernemers vindt dat collectieve belangenbehartiging voor verbetering vatbaar is 40. Tweederde deel van de geënquêteerde ondernemers vindt dat de ondernemers in hun wijk onvoldoende opkomen voor hun gemeenschappelijke belangen. Per subwijk is vrijwel steeds 65 tot 80 procent van de ondernemers deze mening toegedaan. Alleen in Overvecht Bedrijvengebied ligt dit met 47 procent duidelijk lager, maar gaat het altijd nog op voor bijna de helft van de ondernemers. Naar etniciteit bestaan geen grote verschillen: zowel van de autochtone als van de allochtone ondernemers vindt een ruime meerderheid dat de ondernemers in hun wijk onvoldoende voor hun gemeenschappelijke belangen opkomen. 41. Vooralsnog is er ook nauwelijks een basis voor een dergelijke gemeenschappelijke belangenbehartiging. Praktisch de helft van de ondernemers heeft geen contact met collega s in de wijk. De rest heeft af en toe (33%) of regelmatig (18%) contact met de collega s. Dit laatste is in Overvecht Dreven en Bedrijfsgebied Overvecht wat vaker het geval dan in de andere subwijken. In de twee genoemde subwijken hebben deze contacten tevens wat vaker plaats in georganiseerd verband dan in de andere subwijken, maar ook hier is dit eerder uitzondering dan regel. Verder gaat op dat voorzover autochtone ondernemers contact hebben deze meestal (74%) beperkt blijven tot andere autochtone ondernemers. De rest heeft vrijwel steeds ook contact met allochtone ondernemers. Van de allochtone ondernemers met contacten heeft 43% vooral contact met allochtone collega s, 39 procent heeft contact met zowel allochtone als autochtone ondernemers en de rest (18%) heeft vooral contact met autochtone ondernemers. 16

42. Ruim de helft van de ondernemers (53%) geeft aan ideeën te hebben over de manier waarop de stichting Wijk in Bedrijf Westflank de situatie terzake zou kunnen verbeteren, maar dit loopt in de verschillende subwijken nogal uiteen. In Ondiep zegt driekwart van de ondernemers over ideeën te beschikken en in Zuilen gaat dit op voor weinig meer dan eenderde deel. De andere subwijken zitten hier ergens tussenin. Aansluitend op de telefonische enquête zijn met een 40-tal ondernemers aanvullende diepte-interviews gehouden. Vooruitlopend op de uitkomsten van deze gesprekken zie verderop in deze samenvatting kunnen we hier overigens al wel melden dat de desbetreffende ondernemers meestal beter in staat waren de problemen helder te schetsen dan concrete oplossingsrichtingen te formuleren. Meest genoemde problemen hebben met externe ontwikkelingen te maken 43. In de enquête is de ondernemers gevraagd wat hun belangrijkste problemen zijn. Zij konden hierbij zelf de problemen noemen die hen het meest hinderen, met een maximum van drie per ondernemer. In totaal noemen 170 van de 292 ondernemers een of meer van dergelijke problemen. In totaal noemen deze 170 ondernemers 286 problemen, als volgt:. veiligheid, criminaliteit, overlast (90 keer genoemd). teruglopende economie (61 keer genoemd). verpaupering van de wijk (32 keer genoemd). parkeerproblemen (26 keer genoemd). bereikbaarheid bedrijf (19 keer genoemd). overheidsoptreden (17 keer genoemd). samenstelling bevolking van wijk c.q. ontwikkelingen hierin (12 keer genoemd). huisvesting (huurprijs, ruimte) (12 keer genoemd). problemen ten aanzien van krijgen van goed personeel (12 keer genoemd). samenstelling winkel-/bedrijvenbestand (5 keer genoemd) 44. Aansluitend op deze open vraag is de ondernemer vervolgens een aantal mogelijke problemen voorgelegd en gevraagd of hij hier (over-)last van ondervindt. Tevens is gevraagd of hij een rol voor de stichting Wijk in Bedrijf Westflank ziet bij het oplossen of verminderen van de problemen. Een en ander leidt tot de volgende conclusies:. Er is een grote mate van overeenkomst tussen de antwoorden op de open vraag naar problemen en de voorgestructureerde vraag: veiligheid, uitstraling van de wijk en parkeerproblemen vormen de top-3 problemen die de ondernemers in WiB-Westflank in hun wijk ervaren. 17

. Tussen de subwijken zijn er wel accentverschillen. Veiligheid wordt vooral in Kanaleneiland en Overvecht Dreven als verbeterpunt geprioriteerd. Het verbeteren van de uitstraling van de wijk wordt vooral als actiepunt benoemd in Overvecht Dreven en in Ondiep. Parkeerproblemen en bereikbaarheid worden vooral door ondernemers uit Overvecht Bedrijvengebied als actiepunten benoemd. Leegstand van panden wordt betrekkelijk weinig als verbeterpunt geventileerd, maar het meest nog in Zuilen. Afstemming van openingstijden wordt vooral als probleem genoemd door de ondernemers in Kanaleneiland, Overvecht Dreven en Ondiep.. De subwijken waar de ondernemers prioriteit willen geven aan het verbeteren van veiligheid en uitstraling zijn tevens de subwijken waar de overlevingskansen van starters het meest ongunstig zijn. De subwijken waar de ondernemers minder prioriteit aan deze zaken geven, zijn juist de wijken waar de overlevingskansen van starters gunstig zijn.. Een meerderheid van de ondernemers (60%) zou graag zien dat de stichting Wijk in Bedrijf Westflank actie onderneemt om de geventileerde problemen op te (laten) lossen. Meeste ondernemers zijn zich bewust dat zij zelf rol kunnen en moeten spelen 45. De meeste ondernemers zijn zich bewust dat zij het oplossen van de problemen met betrekking tot veiligheid en uitstraling van de wijk niet volledig kunnen externaliseren, maar dat zij daarbij ook zelf een rol hebben. Een duidelijke meerderheid van zowel de autochtone als de allochtone ondernemers geeft namelijk te kennen dat men binnen de eigen wijk meer zou moeten samenwerken om problemen rond criminaliteit, veiligheid en uitstraling van de wijk effectief aan te pakken. Benodigde samenwerking is echter nog verre van aanwezig 46. Op dit punt moet echter nog veel gebeuren. Nauwelijks meer dan een kwart van de ondernemers is lid van een plaatselijke ondernemersvereniging. Dit gaat zowel op voor autochtone als voor allochtone ondernemers. De mate waarin ondernemers aangesloten zijn bij plaatselijke ondernemingsverenigingen varieert wél sterk per subwijk. In Pijlsweerd is dit cijfer met 7% het laagste en in Overvecht Dreven is het met 48% het hoogste. Plaatselijke ondernemersverenigingen vallen bovendien niet steeds samen met wijkindelingen. In feite blijkt weliswaar iets meer dan eenderde deel van de ondernemers met andere ondernemers samen te werken, maar in amper de helft van deze gevallen heeft deze samenwerking ook of vooral betrekking op wijkniveau. 18

47. Bijna tweederde deel van de ondernemers is van mening dat de stichting Wijk in Bedrijf Westflank dergelijke samenwerking zou moeten bevorderen en dit varieert van 85% in Kanaleneiland tot 42% in Overvecht Bedrijvengebied. 48. Overigens dient dit meer in te houden dan alleen het werven van nieuwe leden voor ondernemersverenigingen. Van belang is tevens dat de desbetreffende verenigingen voldoende actief zijn en daarbij adequaat opereren. Op de vraag aan de geënquêteerde ondernemers of zij tevreden zijn over de hulp/ondersteuning door ondernemersverenigingen antwoordt bijna tweederde deel dat dit in hun geval niet van toepassing is omdat zij geen beroep op een dergelijke vereniging hebben gedaan. Van de ondernemers die dit wel gedaan hebben zijn er bijna evenveel ontevreden als tevreden over de verkregen hulp/ondersteuning (zie tabel 5). Vooral boekhouder/accountant en Kamer van Koophandel zijn belangrijke aanspreekpunten 49. Op de vraag of de ondernemer een persoon of instantie kan noemen waaraan hij de afgelopen 1 à 2 jaar veel heeft gehad, antwoordt de helft bevestigend. Hierbij worden door de ondernemers vooral hun boekhouder/accountant en de Kamer van Koophandel genoemd. Van de ondernemers heeft 30% geen beroep op de Kamer van Koophandel gedaan. De rest heeft dit wel gedaan en meestal is men tevreden over de ondersteuning die men van die kant gehad heeft. Dit geldt overigens in beduidend sterkere mate voor autochtone dan voor Turkse en Marokkaanse ondernemers. Voor zoverre deze allochtone ondernemers een beroep hebben gedaan op de Kamer van Koophandel circa tweederde deel heeft dit gedaan zijn de meningen verdeeld over de mate adequaatheid van de verkregen ondersteuning. Ook voor de hulp/ondersteuning door de gemeente zijn de Turkse en Marokkaanse ondernemers veel vaker niet dan wel tevreden. Tegenover elke ondernemer die tevreden is staan er bij de Turken twee en bij de Marokkanen zelfs drie die niet tevreden zijn over de dienstverlening door de gemeente. 19

Tabel 5 Tevredenheid ondernemers over hulp/ondersteuning door respectievelijk Kamer van Koophandel, Gemeente en ondernemersvereniging, naar subwijk Zuilen Ondiep Pijlsweerd Overvecht Dreven Bedrijfs gebied Overvecht Kanaleneiland totaal % ondernemers dat tevreden is over hulp/ondersteuning van: a. Kamer van Koophandel. tevreden 49 65 48 51 51 55 53. niet tevreden 22 21 21 9 16 19 17. n.v.t. 30 14 31 40 33 26 30 totaal (abs = 100%) (37) (43) (62) (55) (45) (31) (273) b. Gemeente. tevreden 22 21 21 30 20 31 24. niet tevreden 31 35 39 30 36 34 34. n.v.t. 47 44 40 41 44 34 42 totaal (abs = 100%) (36) (43) (62) (54) (45) (32) (272) c. Ondernemersvereniging. tevreden 8 10 23 20 27 39 21. niet tevreden 16 10 18 22 22 16 18. n.v.t. 76 81 59 58 51 45 62 totaal (abs = 100%) (38) (42) (61) (55) (45) (31) (272) Bij Turkse en Marokkaanse ondernemers méér informatielacunes 50. Tijdens de enquête is de ondernemers een aantal zaken voorgelegd waarbij steeds de vraag is gesteld of zij hierover meer informatie zouden willen krijgen. In de analyse komt naar voren dat hierbij zowel de subwijk van vestiging als de etniciteit van de ondernemer een rol speelt. De etniciteit van de ondernemers is hierbij echter veel bepalender dan de subwijk waarin ze gevestigd zijn. Met name bij de Turkse en de Marokkaanse ondernemers blijkt een brede vraag naar informatie te bestaan (zie ook tabel 6). 20

Tabel 6 Informatiebehoefte naar etniciteit van de ondernemer autochtoon (N=218) Turk (N=33) Marokkaan overig allochtoon (N=20) (N=21) totaal (N=292) % ondernemers dat meer informatie zou willen over:. ruimtelijke ordening/- 35 42 35 52 37 bestemmingsplan. afnemersmarkt/klanten 32 45 70 29 36. samenwerking 29 42 30 43 32. promotie/reclame 28 48 40 24 31. belastingen 25 52 45 33 30. bedrijfshuisvesting 23 52 25 38 28. sociale zekerheid 20 58 50 24 26. vergunningen 22 39 45 29 26. administratie 15 58 45 14 22. inkoop/leveranciers 11 58 50 29 21. gebruik computer 8 55 55 10 17. personeelsbeleid 11 39 35 24 17. internationale contacten 11 42 35 24 17. overige 6 15 0 5 6 In Ondiep en Overvecht Dreven willen ondernemers informatie over bestemmingsplan 51. Bekijkt men de informatiebehoefte van de ondernemers naar subwijk dan komen eveneens grote verschillen naar voren. Deze verschillen hebben echter praktisch steeds te maken met de verschillende samenstelling van de ondernemerspopulatie wat betreft etniciteit. Er is echter één uitzondering op deze regel, namelijk de informatiebehoefte ten aanzien van ruimtelijke ordening/bestemmingsplan. In totaal heeft 37% van de ondernemers behoefte aan meer informatie op dit punt, maar dit varieert als volgt per subwijk:. Zuilen 24%. Pijlsweerd 34%. Ondiep 47%. Overvecht Dreven 50%. Bedrijfsgebied Overvecht 33%. Kanaleneiland 29% In Ondiep en Overvecht Dreven hebben dus duidelijk meer ondernemers behoefte aan informatie over het bestemmingsplan dan in de andere subwijken van WiB- Westflank het geval is en dit staat los van de etniciteit van de ondernemers. 21

Communicatie met overheid moet beter 52. De communicatie tussen overheid en ondernemers verloopt volgens de ondernemers niet in alle gevallen goed. Bijna een kwart van zowel de autochtone als de allochtone ondernemers meldt dat zij in de afgelopen 1 à 2 jaar problemen hebben gehad met overheidszaken/regelgeving. Inhoudelijk gaat het dan meestal over ruimtelijke ordeningszaken, vergunningen, bouwverordeningen en belastingen. Daarnaast is 40 procent van de ondernemers maar dit varieert van weinig meer dan eenderde bij de autochtone ondernemers tot bijna de helft bij de Marokkaanse en zelfs tweederde deel bij de Turkse ondernemers van mening dat zij onvoldoende informatie krijgen over overheidszaken/regelgeving die hun onderneming of hun wijk aangaat. Het gaat hier in de ogen van de ondernemers om een belangrijk punt. Voor zoverre de ondervraagde ondernemers een beroep gedaan hebben op de gemeente dit is in 58 procent van de ondervraagde ondernemers het geval overheerst onvrede over de manier waarop de gemeente op dit verzoek heeft gereageerd (24% is tevreden en 34% is ontevreden; zie ook tabel 5). Eerder zie onder punt 49 is vermeld dat met name de Turkse en Marokkaanse ondernemers ontevreden zijn over de dienstverlening door de gemeente. 53. Op de vraag hoe men meestal informatie krijgt over overheidszaken/regelgeving, noemen de ondernemers:. via op naam gestelde brief (39%). via ongeadresseerde brief (25%). via krant (24%). via brochure (17%). via internet (11%). via radio/tv (9%). via themabijeenkomst (6%). via persoonlijk gesprek (5%) 54. Op de vraag hoe men deze informatie het liefst zou krijgen scoren bij de autochtone en de westers allochtone ondernemers vooral drie methoden, namelijk via op naam gestelde brief, via ongeadresseerde brief en via internet. In de ogen van deze ondernemers zou internet dus meer gebruikt moeten worden en vooral in de plaats moeten komen van informatieverstrekking via kranten en radio/tv. Bij de Turkse en Marokkaanse ondernemers ligt dit voor een deel anders. Zij hebben met de autochtone en de westers allochtone ondernemers gemeen dat zij kranten en radio/tv geen goede media vinden voor informatie-overdracht aan ondernemers. In de voorkeuren die zij uitspreken wijken zij echter duidelijk af van de autochtone en de westers allochtone ondernemers. Gevraagd naar hun voorkeur noemen Turken en Marokkanen vooral informatie-overdracht via brochures. Daarnaast bestaat met name bij de Turkse ondernemers een voorkeur voor mondelinge informatie- 22