Nr GEMEENTEBLAD Beleidsregels subsidie gemeente Vlissingen Gemeenteblad 2017 nr juli 2017

Vergelijkbare documenten
Beleidsregels gemeente Vlissingen

Beleidsregels. gemeente Vlissingen

Beleidsregels. gemeente Vlissingen. Juni 2017

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht

Subsidie vrijwillige inzet en informele zorg gemeente Ermelo 2016.

Deelverordeningen behorend bij de Algemene Subsidieverordening gemeente Lopik 2018

nr Officiële uitgave van de gemeente Midden-Drenthe d.d. 4 oktober 2017

Subsidieregeling Sociaal Domein gemeente Nieuwkoop 2018

GEMEENTEBLAD. Nr SUBSIDIEREGELING VITALE SAMENLEVING 1. ALGEMEEN

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014

Hoofdstuk 2 Subsidiëring op basis van de programma s Leefomgeving, Sociaal Domein, Leren en leven en Economie.

Wijziging Nadere regels voor subsidieverstrekking Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roosendaal;

Overgangsregelingen. Amateurkunst en volkscultuur. Educatie. Jeugd en Jongeren. Maatschappelijke zorg. Ouderenorganisaties. Buurtverenigingen.

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

gemeente Eindhoven Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten; Gelet op het Subsidiebeleid Welzijn en Participatie gemeente Asten ;

GEMEENTEBLAD. Nr Wijziging Subsidieregeling Vitale Samenleving

Incidentele subsidie voor activiteiten vanuit het aanjaagfonds Cultuur

Beleidsregel activiteitensubsidies Welzijn gemeente Eijsden-Margraten 2017

Beleidsregel Peuteropvang Koggenland 2017.

Nadere regels subsidies vrijwilligersorganisaties gemeente Epe 2016

A. ALGEMENE BEPALINGEN

Aanvraagformulier voor subsidieverlening subsidiejaar 20..

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 juli 2009;

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Montferland; gelet op artikel 3 van de algemene subsidieverordening Montferland 2016;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 februari 2010;

leefbaarheid, sport en cultuur

Subsidieregeling stimuleringsfonds particulier initiatief 2015

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b)

vast te stellen de volgende deelverordening: Deelverordening subsidie cultuur gemeente Nunspeet

Incidentele subsidie voor sportactiviteiten

Gemeente Heerlen - beleidsregel Tenderregeling Community Arts

CVDR. Nr. CVDR610185_1

Basisbedrag Bijdrage huisvesting ,60 27,82. Verenigingen met een kantine 20,60 27,82 Flevo AVN Telstar Voice 2.

GEMEENTEBLAD. Nr HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Het college van burgemeester en wethouders van Borger-Odoorn; gelet op artikel 149 Gemeentewet en artikel 4:23 Algemene wet bestuursrecht

Waarderingssubsidies aan vrijwilligersorganisaties.

Beleidsregels behorende bij de Algemene subsidieverordening gemeente Haaren 2018

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011

Overzicht waarderingssubsidies 2015

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK

Regeling subsidie armoedebeleid gemeente Oisterwijk 2019.

Beleidsregel Participatie bijzondere groepen en versterking verenigingen. Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt verstaan onder:

Subsidieverordening Hollands Kroon

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012

Beleidregels Sociaal Cultureel Werk 2005 (en verder)

Subsidieregeling vrijwilligerswerk en mantelzorg 2002

Nadere regels voor subsidieverstrekking 2019

Incidentele subsidie voor Gezond In Bossenburgh

GEMEENTEBLAD. Nr. 3016

gemeente Eindhoven Subsidieregeling meedoen en maatschappelijke participatie

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerhugowaard;

Subsidiebeleidsregels ten behoeve van het subsidiebeleid Maatschappelijke Ontwikkeling

Deelverordening subsidies amateurkunst gemeente Tiel

Waarderingssubsidies aan vrijwilligersorganisaties.

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen overwegende dat het gewenst is voor subsidiering algemene regels vast te stellen;

AANVRAAGFORMULIER structurele SUBSIDIE gemeente Vlagtwedde

Regeling subsidie sportdeelname jeugd gemeente Oisterwijk 2016

Alleen activiteiten die vrij en openbaar toegankelijk zijn komen voor subsidie in aanmerking

Subsidieprogramma 2017

SUBSIDIEBELEID KUNST EN CULTUUR

Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011

Subsidieregeling Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie

Beleidsregels welzijnssubsidies 2014

Vast te stellen de Subsidieverordening opvang en begeleiding van kwetsbare burgers

Subsidie. Bijlage 1. De definities van de categorieën zijn als volgt:

Subsidieregeling vrijwillige inzet gemeente Deurne Datum :

Subsidieregeling Wmo vernieuwende activiteiten Weert 2017

SUBSIDIEPROGRAMMA De bedragen zijn de subsidieplafonds voor De te verlenen subsidies kunnen lager zijn, niet hoger.

Subsidieregeling Sport en bewegen

BELEIDSREGELS SUBSIDIEVERLENING GEMEENTE WESTERWOLDE Afdeling Samenleving

Regeling subsidie cultuurproducties gemeente Oisterwijk 2016

BELEIDSREGELS SUBSIDIEVERLENING GEMEENTE WESTERWOLDE Afdeling Samenleving

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Voorstel besluit Samenvatting toelichting Toelichting

Het college van burgemeester en Wethouders van de gemeente Waterland,

Budgetsubsidie voor bedragen > ,--

Budgetsubsidie voor bedragen > ,--

gelet op artikel 4:23 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 4 van de Algemene Subsidieverordening Arnhem 2016;

Beleidsregel subsidie Peuteropvang en Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)

Subsidieregeling Vrijwillige ondersteuning en dienstverlening

Uitvoeringsregeling subsidies incidentele activiteiten 2012

Gemeente ^" Albrandsuuaard

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen

Beleidsregel Stimuleringssubside Combinatiefuncties Cultuur gemeente Utrecht

GEMEENTE VEGHEL. gelet op artikel 18 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Veghel 2010 ; b e s l u i t

Subsidieregeling Onderwijsachterstanden

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

Subsidiebeleidsregels sport 2014

Tekst van de geldige Algemene subsidieverordening 2014 gemeente Boekel

Regeling subsidie promotie gemeente Oisterwijk 2016

Beleidsregels Projectsubsidies Cultuur Midden-Drenthe

gemeente Eindhoven Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

ContourdeTwern Preventie KrimpenWijzer, informele zorg door vrijwilligersorganisaties en VOG

Subsidieregels Cultuurfonds

Beleidsregel: Incidentele subsidiëring sociaal culturele en welzij nsactiviteiten Behorende bij de Algemene subsidieverordening gemeente Emmen 2011

513 integratie integratie integratie integratie huishoudelijke hulp toelage huishoudelijke hulp toelage

Transcriptie:

GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Vlissingen Nr. 124236 20 juli 2017 Beleidsregels subsidie gemeente Vlissingen Inhoud 2 Inleiding 3 Beleidsregel 1 Integratie en participatie 4 Beleidsregel 2 Zwembad 5 Beleidsregel 3 Ouderenwerk 7 Beleidsregel 4 Jeugd- en Jongerenwerk 10 Beleidsregel 5 Mensen met beperkingen lotgenoten 13 Beleidsregel 6 Ondersteuning Mantelzorgers 15 Beleidsregel 7 Bevorderen van de leefbaarheid 18 Beleidsregel 8 Maatschappelijke Zorg 20 Beleidsregel 9 Peuterspeelzaalwerk 23 Beleidsregel 10 Onderwijsachterstandenbeleid 25 Beleidsregel 11 Onderwijsbegeleiding 26 Beleidsregel 12 vervallen Beleidsregel 13 Opvang Zwerfdieren 27 Beleidsregel 14 Amateurkunst 28 Beleidsregel 15 Podiumkunsten 31 Beleidsregel 16 Kunsteducatie 32 Beleidsregel 17 Oudheidkunde en museum 34 Beleidsregel 18 Lokale Omroep 36 Beleidsregel 19 Recreatie 37 Beleidsregel 20 Economische Ontwikkeling 38 Beleidsregel 21 Bevordering Toerisme 39 Beleidsregel 22 Verslavingsbeleid 40 Beleidsregel 23 Maatschappelijke Opvang 43 Beleidsregel 24 Vrouwenopvang 45 Beleidsregel 25 Antidiscriminatie 47 Beleidsregel 26 Huiselijk geweld 49 Beleidsregel 27 Armoedebeleid 50 1

Beleidsregel 28 Vakanties minima 51 Beleidsregel 29 vervallen Beleidsregel 30 Volkscultuur 52 Beleidsregel 31 Milieu- informatie en educatie 53 Beleidsregel 32 Vluchtelingenwerk 54 Beleidsregel 33 Bijzondere WMO-activiteit 55 Beleidsregel 34 NASB Voortgezet onderwijs in Vlissingen 56 Beleidsregel 35 Buurtbemiddeling 59 Beleidsregel 36 Sport 61 Beleidsregel 37 Aanjaagfonds Cultuur 2017 63 Beleidsregel 38 Gezond in Bossenburgh 64 Beleidsregel 39 Weerbaarheidslessen primair onderwijs 66 Beleidsregel 40 Algemene voorziening in het kader van de wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) 68 Laatste wijziging: december 2016Inleiding Na de vaststelling van de Algemene Subsidieverordening Vlissingen 2008 (ASV) door de raad is de verdere juridische vertaling van het beleid in de Beleidsregels gevolgd. In eerste aanleg zijn de beleidsregels opgenomen naar de beleidsterreinen die in de subsidieplafonds 2008 waren opgenomen met in enkele gevallen een nadere specificatie en uitsplitsing naar activiteiten en professionele instellingen en vrijwilligersorganisaties. Alle kennen immers hun eigenheden en eigen eisen. Daarnaast is een aantal aanvullingen opgenomen betreffende specifieke deelbeleidsterreinen. Met betrekking tot het beleidsterrein Cultuur geldt het volgende: De structurele cultuursubsidies worden in de periode 2016 tot en met 2018 afgebouwd en in 2019 afgeschaft. Binnen de beleidsregels wordt een duidelijke scheiding aangebracht tussen de waarderingsubsidies, de lagere subsidiebedragen, en de budgetsubsidies. Waarderingsubsidies M.b.t. de waarderingssubsidies wordt waar maar mogelijk uitgegaan van genormeerde (vastgestelde) bedragen als tegemoetkoming in de te maken kosten en uiteindelijk de ontstane exploitatietekorten. Het is de bedoeling dat per (deel)beleidsterrein zoveel mogelijk identieke normbedragen gaan ontstaan. Daarbij geldt in de eerste plaats niet het berekende exploitatietekort maar het bedrag dat door het college als redelijk wordt ingeschat als tegemoetkoming in het tekort. Budgetsubsidie Iedere besluitvorming moet deugdelijk zijn gemotiveerd. Om daartoe voldoende informatie te kunnen verkrijgen als subsidieverstrekker moeten professionele instellingen hun Diensten Activiteiten Producten (DAP-en) transparant in beeld brengen. Deze informatie wordt, zowel bij de aanvraag tot subsidieverlening als de aanvraag tot subsidievaststelling, op een DAP-kaart gezet die ook de basis is voor de onderhandelingen tussen gemeente en instelling over de ingediende subsidieaanvragen. De kaart geeft een duidelijk inzicht in prestaties, kosten, baten en effecten. De inhoud van de DAP-kaart kan sterk per soort instelling variëren: bij het sociaal-cultureel werk is immers sprake van andere beleidsdoelstellingen en verhoudingen qua inkomsten en uitgaven dan bij een filmfestival of een museum. 2

Incidentele subsidie Voor initiatieven die gedurende het jaar ontstaan is er op alle beleidsterreinen de mogelijkheid om een aanvraag tot incidentele subsidieverlening in te dienen. De hoogte van het budget wordt per jaar vastgesteld en is beperkt. De aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Beleidsregel 1 Integratie en participatie a. Beleid Het bieden van mogelijkheden tot het doen plaatsvinden van activiteiten die gericht zijn op kennismaking en acceptatie om te komen tot participatie van mensen van verschillende etniciteit en/of seksuele voorkeur. Daaronder vallen niet de activiteiten die zijn gericht op het in standhouden van de zogeheten eigen cultuur. 1. Doelstelling activiteiten a.het bieden van een ontmoetingsplaats voor inwoners van een verschillende etniciteit en/of sexuele voorkeur om zo, via een nadere kennismaking en acceptatie te komen tot participatie 2. Producten / activiteiten / diensten b.educatieve, recreatieve en ontmoetingsactiviteiten 3. Subsidiesoort c.waarderingsubsidie 4. Subsidiegrondslagen d. Activiteitenplan met begroting e. Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond f. Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag 1) De standaard gehanteerde waarderingssubsidie per gesubsidieerde vrijwilligersorganisatie 2) Huisvestingslasten subsidiabel voor een jaarlijks door het college te bepalen percentage en maximum 3) Incidentele activiteitensubsidie op basis van een genormeerd subsidiebedrag g. Verdeelsleutel: Naar rato 5. Nadere subsidievoorwaarden: h. Er moet sprake zijn van tenminste 6 activiteiten per jaar tenzij er als uitgangspunt sprake is van een lager aantal activiteiten op jaarbasis i. De genoemde activiteiten moeten in groepsverband plaatsvinden met tenminste 10 deelnemers per activiteit j. De deelnemers moeten zowel een westerse als een niet-westerse etniciteit hebben en/of verschillende sexuele voorkeuren hebben. 6. Nadere vereisten bij de aanvraag Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren Beleidsregel 2 Zwembad a. Beleid Het bieden van mogelijkheden tot het beoefenen van de zwemsport 1. Doelstelling activiteiten a.het bevorderen van het beoefenen van de zwemsport door het bieden van onderdak aan alsmede het organiseren en faciliteren van aan zwemmen gerelateerde activiteiten 2. Producten / activiteiten / diensten 1 Zwemonderwijs 2 Verenigingsactiviteiten betreffende de zwemsport 3

3 Vrij zwemmen 4 Overige aan de zwemsport gerelateerde activiteiten 3. Subsidiesoort b.budgetsubsidie 4. Subsidiegrondslagen c. Activiteitenplan met productbegroting d. Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond e. Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag f. Verdeelsleutel: 1.Tender a.op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs g. Achtereenvolgens worden de volgende kostensoorten ten laste gebracht van het subsidiebudget: 5 De vaste lasten (kapitaallasten, onderhoud, organisatie- en bestuurskosten [niet activiteit gebonden]) 6 Per activiteit de variabele lasten nadat per activiteit de baten per activiteit zijn toegerekend 2. Zwemonderwijs aan kinderen tot 12 jaar 3. Zwemonderwijs aan overige leeftijdsgroepen 4. Zwemactiviteiten voor specifieke doelgroepen: b. Senioren c. Minderheden d. Mensen met beperkingen 5. Verenigingsactiviteiten die zijn gerelateerd aan de zwemsport 6. Vrij zwemmen voor kinderen en jongeren 7. Vrij zwemmen voor de overige leeftijdscategorieën 7 Overige activiteiten 5. Nadere subsidievoorwaarden: h.de activiteiten moeten worden ingeroosterd volgens de volgende volgorde: 8 Zwemonderwijs aan kinderen tot 12 jaar 9 Zwemonderwijs aan overige leeftijdsgroepen 10 Zwemactiviteiten voor specifieke doelgroepen: a. Senioren b. Minderheden c. Mensen met beperkingen 11 Verenigingsactiviteiten die zijn gerelateerd aan de zwemsport 12 Vrij zwemmen voor kinderen en jongeren 13 Vrij zwemmen voor de overige leeftijdscategorieën 14 Overige activiteiten i. De organisatie, de inrichting en de personele inzet moeten voldoen aan de daaraan gestelde wettelijke en anderszins gestelde eisen 1. Nadere vereisten bij de aanvraag Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren 1.Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie De hoogte van de eigen bijdragen moet allereerst dekkend zijn ten opzichte van de directe lasten 1.Prestaties Het zwembad moet tenminste 6 dagen per week open zijn voor publiek 4

gedurende 51 weken per jaar. 1. Uitvoeringsovereenkomst is van toepassing 2. Nadere voorwaarden: Als uitgangspunt wordt een convenant gesloten waarin de intentie wordt uitgesproken een subsidierelatie aan te gaan voor een nader te bepalen meerdere jaren omspannende periode Beleidsregel 3 Ouderenwerk 1. Doelstelling activiteiten a.volwassenen vanaf 65 jaar 1. Algemeen: Het langer zelfstandig kunnen functioneren en wonen van mensen van 65 jaar en ouder in het kader van het bevorderen van de zelfredzaamheid van mensen in deze leeftijdscategorie. 2. Professionele instellingen: 1. Signaleren en activeren van ouderen 1. Voorlichting en advies aan ouderen 1. Ondersteuning van ouderen in groepsverband 1. Ondersteuning ouderenorganisaties op afroep 2. Bevorderen langer zelfstandig wonen en functioneren door o.a.: Signalerende en activerende huisbezoeken en Meer bewegen voor Ouderen 3. Vrijwilligersorganisaties: 1. Ouderenbonden en -verenigingen a. Bieden van mogelijkheid tot ontmoeting b. Belangenbehartiging 2. Seniorenadviesraad: Het geven van gevraagd en ongevraagd advies aan overheden en belanghebbenden 1.Diensten / Activiteiten / Producten: a.algemeen: Belangenbehartiging van hen die tot de doelgroepen behoren a.volwassenen van 65 jaar en ouder: b1. Professionele instellingen b2. Meer bewegen voor Ouderen: Bewegingbevorderende activiteiten c. Vrijwilligersorganisaties: 1. Ouderenbonden a. Educatieve en recreatieve activiteiten a. Belangenbehartiging 1. Seniorenadviesraad a.adviezen 2. Ouderenverenigingen b.educatieve en recreatieve activiteiten 1. Subsidiesoort b. Vrijwilligersorganisaties: Waarderingsubsidie c. Professionele instellingen: Budgetsubsidie 2. Subsidiegrondslagen d. Vrijwilligersorganisaties: 5

2. Activiteitenplan met begroting 3. Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond 4. Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag 5. Verdeelsleutel: Naar rato a. Professionele instellingen: 1. Activiteitenplan met bijbehorende productbegroting op basis van baten en lasten 2. De niet integrale kostprijs van de producten (verdeling naar vaste en variabele lasten) 1. Inzicht in de algemene huisvestingslasten 2. Inzichten in de overige overheadkosten 3. De kosten en tekorten per dienst / activiteit / product 4. Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond 5. De verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs 6. Achtereenvolgens worden bij de subsidieverstrekking de volgende kostensoorten ten laste gebracht van het subsidiebudget: 3. De vaste lasten (kapitaallasten, onderhoud, organisatie- en bestuurskosten [niet activiteit gebonden]) 4. Per activiteit de variabele lasten nadat per activiteit de baten per activiteit zijn toegerekend 3. Nadere subsidievoorwaarden: a.algemeen: 1.Vrijwilligersorganisaties: De afdrachten aan de landelijke bonden zijn niet subsidiabel 1. Minimaal 50 leden per organisatie 1. inimaal 6 activiteiten op jaarbasis; dit met uitzondering van de organisaties die een ander aantal activiteiten op jaarbasis als uitgangspunt hebben 1. Minimaal 15 deelnemers aan iedere activiteit 2. Professionele instellingen: 1. De formatieve inzet vanuit de overhead mag niet meer bedragen dan een nader door het college te bepalen percentage van de totale personeelsformatie 2. Er wordt uitgegaan van een gemiddelde van 1.125 (inclusief 10% seniorenverlof) - 1.350 productieve uren binnen een fte op jaarbasis., dit nader te definiëren naar activiteiten en de aard van de gewenste inzet, de inschaling en de verdere effecten van de geldende CAO 3. Inschaling en honorering conform de CAO Welzijn en maatschappelijke dienstverlening 4. Bij inzet ten behoeve van de ondersteuning van vrijwilligersorganisaties: De vraag / behoefte vanuit de vrijwilligersorganisatie is leidend 5. De inzet moet zijn gericht op het bevorderen van de taakvolwassenheid van het vrijwilligerskader binnen de vrijwilligersorganisaties 2. Nadere vereisten bij de aanvraag Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren 1.Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie De kosten van de consumpties (zoals de inkoop ervan en de overige directe kosten) en de materiaalkosten moeten worden opgebracht door de deelnemers en zijn niet subsidiabel. 1.Prestaties Professionele instellingen: De te leveren prestaties worden jaarlijks vastgesteld in de beschikking tot subsidieverlening en / of de uitvoeringsovereenkomst 6

1.Uitvoeringsovereenkomst van toepassing bij professionele instellingen Beleidsregel 4 Jeugd - en jongeren werk 1.Doelstelling activiteiten Ontplooiing van de eigen mogelijkheden van jeugd en jongeren tot 23 jaar door middel van educatieve en recreatieve activiteiten (ontmoeting en ontspanning). 1. Diensten / Activiteiten / Producten a. Algemeen professioneel jeugd- en jongerenwerk: 1. Accommodatiegebonden jeugd en jongerenwerk 1. Informatie en advies 2. Activiteiten 3. Vakantiewerk 2. Ambulant jeugd- en jongerenwerk 4. Signaleren 5. Doorgeleiden naar accommodatiegebonden jeugd- en jongerenwerk, activiteiten in de openbare ruimte, school en / of zorg b. Vrijwilligersactiviteiten: 3. Scouting 4. Vakantieactiviteiten 5. Speeltuinactiviteiten 6. Overige activiteiten 1. Subsidiesoort a. Professionele instellingen: Budgetsubsidie b. Vrijwilligersorganisaties: Waarderingsubsidie en Structurele activiteitensubsidie 1. Subsidiegrondslagen a.professionele instellingen: 1. Activiteitenplan met bijbehorende productbegroting op basis van baten en lasten 2. De niet integrale kostprijs van de producten (verdeling naar vaste en variabele lasten) 1. Inzicht in de algemene huisvestingslasten 2. Inzichten in de overige overheadkosten 3. De kosten en tekorten per dienst / activiteit / product 4. Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond 5. De verdeelsleutel:tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs 2. Nadere subsidievoorwaarden b. Professionele instellingen algemeen: 6. De activiteiten vinden plaats binnen de gemeente 7. Er wordt uitgegaan van een gemiddelde van 1.125 (inclusief 10% seniorenverlof) 1.350 productieve uren binnen een fte op jaarbasis, dit nader te definiëren naar activiteiten en de aard van de gewenste inzet, de inschaling en de verdere effecten van de geldende CAO 8. De verschillende producten worden vertaald naar niet integrale kostprijzen per activiteit: 3. Variabele lasten: baten en lasten resulterend in een tekort per activiteit 4. De toedeling van de vaste lasten naar die activiteit met vermelding van de grondslag c. Professionele instellingen voor jeugd- en jongerenwerk 9. De activiteiten moeten plaatsvinden binnen de gemeente 7

10. De activiteiten moeten zijn gericht op de gemiddelde deelname van ten minste 15 deelnemers bij wekelijkse / tweewekelijkse activiteiten en op ten minste 25 deelnemers bij incidentele activiteiten. Als de genoemde aantallen volgens de desbetreffende instelling niet haalbaar zijn in casu dat daarvan moet worden afgeweken moet dit gemotiveerd worden aangegeven op basis van een situationele aanpak. 1. Iedere activiteit moet worden geleid door minimaal twee daartoe gekwalificeerde volwassenen. 1. Daar waar dit volgens de leiding noodzakelijk is, moet gebruik (kunnen) worden gemaakt van professionele ondersteuning. De vraag / behoefte vanuit de vrijwilligersorganisaties is daarbij leidend (indien van toepassing) b. Vrijwilligersorganisaties: 1. De activiteiten moeten plaatsvinden binnen de gemeente 2. De activiteiten moeten zijn gericht op deelname van ten minste 15 deelnemers bij wekelijkse / tweewekelijkse activiteiten en op ten minste 25 deelnemers bij incidentele activiteiten Als de genoemde aantallen volgens de desbetreffende instelling niet haalbaar zijn in casu dat daarvan moet worden afgeweken moet dit gemotiveerd worden aangegeven op basis van een situationele aanpak. 1. Iedere activiteit moet, als uitgangspunt, worden geleid door ten minste twee volwassenen. Alleen als het werken met minder dan twee volwassen leidinggevenden geen risico s oplevert is dit toegestaan. Een en ander ter beoordeling van de instelling. 1. Daar waar dit volgens de leiding noodzakelijk is, moet gebruik (kunnen) worden gemaakt van professionele ondersteuning. De vraag / behoefte vanuit de vrijwilligersorganisaties is daarbij leidend. 2. Nadere vereisten bij de aanvraag Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren 1.Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie De kosten van de consumpties (zoals de inkoop ervan en de overige directe kosten) en de materiaalkosten moeten worden opgebracht door de deelnemers en zijn niet subsidiabel. 1.Prestaties a.professioneel jeugd- en jongerenwerk: De te leveren prestaties worden jaarlijks vastgesteld in de beschikking tot subsidieverlening en / of de uitvoeringsovereenkomst a.vrijwilligersorganisaties: N.v.t. 1.Uitvoeringsovereenkomst a.professionele instellingen: Van toepassing a.vrijwilligersorganisaties: N.v.t. Beleidsregel 5 Mensen met beperkingen lotgenoten 1.Doelstelling activiteiten 8

a. Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke en sociale verkeer van de tot de doelgroep behorende personen b. Het bevorderen van de weerbaarheid en de toerusting van hen die in hun dagelijkse leven de zorg hebben voor dan wel worden geconfronteerd met mensen met beperkingen c. Samenwerkingsverband aangepaste sporten: Mogelijkheid bieden tot sportbeoefening aangepast aan de fysieke en / of psychische mogelijkheden a.overige onder deze categorie vallende activiteiten: Bevorderen van de participatie van mensen met beperkingen en lotgenoten 1.Diensten / Activiteiten / Producten: a.algemeen: 1 Belangenbehartiging van hen die tot de doelgroep behoren 2 Sportbeoefening aangepast aan de fysieke en / of fysieke mogelijkheden van de mensen met beperkingen 3 Gesprekken en andere op ontmoeting gerichte activiteiten voor hen die de zorg hebben voor dan wel worden geconfronteerd met mensen met beperkingen. Daartoe behoren de lotgenotencontacten 1. Subsidiesoort a. Vrijwilligersorganisaties: Waarderingssubsidie b. Professionele instellingen: Budgetsubsidie 2. Subsidiegrondslagen c. Vrijwilligersorganisaties: 1. Activiteitenplan met begroting 2. Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond 3. Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag 4. Verdeelsleutel: Naar rato d. Professionele instellingen: 5. Activiteitenplan met productbegroting 6. Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond 7. Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag 8. Verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs e. Achtereenvolgens worden de volgende kostensoorten ten laste gebracht van het subsidiebudget: 9. De vaste lasten (kapitaallasten, onderhoud, organisatie- en bestuurskosten [niet activiteit gebonden]) 10. Per activiteit de variabele lasten nadat per activiteit de baten per activiteit zijn toegerekend 3. Nadere subsidievoorwaarden: f.vrijwilligersorganisaties:de afdrachten aan de landelijke bonden zijn niet subsidiabel a. Mensen met beperkingen: 1. Minimaal 10 leden per organisatie 9

1. Minimaal 4 activiteiten op jaarbasis met gem. 10 deelnemers tenzij er als uitgangspunt sprake is van een lager aantal activiteiten op jaarbasis b. Professionele instellingen: 2. De formatieve inzet vanuit de overhead mag niet meer bedragen dan een nader door het college te bepalen percentage van de totale personeelsformatie 3. Er wordt uitgegaan van een gemiddelde van 1.125 (inclusief 10% seniorenverlof) - 1.350 productieve uren binnen een fte op jaarbasis., dit nader te definiëren naar activiteiten en de aard van de gewenste inzet, de inschaling en de verdere effecten van de geldende CAO 4. Inschaling en honorering conform de CAO Welzijn en maatschappelijke dienstverlening 5. Bij inzet ten behoeve van de ondersteuning van vrijwilligersorganisaties is de vraag / behoefte vanuit de vrijwilligersorganisatie leidend 6. De inzet moet zijn gericht op het bevorderen van de taakvolwassenheid van het vrijwilligerskader binnen de vrijwilligersorganisaties 2. Nadere vereisten bij de aanvraag Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren 1.Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie De inkomsten vanuit de deelnemersbijdragen (en andere inkomsten) moeten als uitgangspunt dekkend zijn ten opzichte van het onderdeel materiaalkosten bij de begrotingspost directe / variabele lasten 1.Prestaties Professionele instellingen: De te leveren prestaties worden jaarlijks vastgesteld in de beschikking tot subsidieverlening en / of de uitvoeringsovereenkomst 1.Uitvoeringsovereenkomst: a. Vrijwilligersorganisaties: 1.N.v.t. b. Professionele instellingen: 2.Van toepassing Beleidsregel 6 Ondersteuning mantelzorgers en vrijwilligers 1. Doelstelling activiteiten a.mantelzorgactiviteiten te ondersteunen die gericht zijn op het waarderen, stimuleren en ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers, zoals beschreven in de nota Onbetaalbare Kracht. 2. Diensten / (ondersteunings)activiteiten / Producten: Mantelzorgers moeten kunnen rekenen op een goed aanbod van ondersteuning. a. Diensten gericht op informatie, advies en begeleiding, emotionele steun, educatie, praktische hulp, respijtzorg en materiele hulp. a. Het aangaan van bondgenootschappen met andere partijen om samen mantelzorg en vrijwilligerswerk te versterken. b. Activiteiten gericht op specifieke doelgroepen: Het bereiken en begeleiden van jonge mantelzorgers. Het ondersteunen van mantelzorgers die zorg en werk combineren. Het bereiken van allochtone mantelzorgers. c. Activiteiten gericht op het uitbreiden van het eigen netwerk en het gebruik van het netwerk van de mantelzorger. d. Jaarlijkse activiteit voor het organiseren van de dag van de mantelzorg. e. Activiteiten gericht op herkenning van mantelzorgers door de eerstelijnszorg. f. Activiteiten voor het ondersteunen van mantelzorgers door de inzet van zorgvrijwilligers. 10

g. Activiteiten die gericht zijn op het stimuleren van Maatschappelijk Betrokken Ondernemen. 1. Subsidiesoort a. Vrijwilligersorganisaties: 1.Waarderingssubsidie b. Professionele instellingen: 2. Budgetsubsidie 3. Structurele activiteiten subsidie 2. Subsidiegrondslagen c. Vrijwilligersorganisaties: 4. Activiteitenplan met begroting 5. Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond 6. Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag 7. Verdeelsleutel: 1.Naar Tender d. Professionele instellingen: 8. Activiteitenplan met productbegroting 9. Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond 10. Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag 11. Verdeelsleutel: 2.Tender a.op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs e. Achtereenvolgens worden de volgende kostensoorten ten laste gebracht van het subsidiebudget: 12. De vaste lasten (kapitaallasten, onderhoud, organisatie- en bestuurskosten [niet activiteit gebonden]) 13. Per activiteit de variabele lasten nadat per activiteit de baten per activiteit zijn toegerekend 3. Nadere subsidievoorwaarden: f.professionele instellingen: 14. De formatieve inzet vanuit de overhead mag niet meer bedragen dan een nader door het college te bepalen percentage van de totale personeelsformatie 15. Er wordt uitgegaan van een gemiddelde van 1.125 (inclusief 10% seniorenverlof) - 1.350 productieve uren binnen een fte op jaarbasis, dit nader te definiëren naar activiteiten en de aard van de gewenste inzet, de inschaling en de verdere effecten van de geldende CAO 16. Inschaling en honorering conform de CAO VVT (Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg) dan wel een andere op de uitvoerende instelling betrekking hebbende CAO 4. Nadere vereisten bij de aanvraag g.er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren 5. Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie h.n.v.t. 6. Prestaties i.professionele instellingen: 17.De te leveren prestaties worden jaarlijks vastgesteld in de beschikking tot subsidieverlening en / of de uitvoeringsovereenkomst Uitvoeringsovereenkomst: a. Vrijwilligersorganisaties: 1.N.v.t. b. Professionele instellingen: 1.Van toepassing 2. Nadere voorwaarden: c.n.v.t. 11

Beleidsregel 7 Bevorderen van de leefbaarheid / participatie a. Beleid Het met inzet van subsidiemiddelen: a. stimuleren en ondersteunen van de leefbaarheid in de wijken en leefgebieden b. leggen van een goede verbinding tussen wijk en gemeente Het beleid is verwoord in de beleidsnota Welzijn Nieuwe Stijl, vastgesteld in de raadsvergadering van 20 december 2012. Dit beleid richt zich op alle wijkbewoners van en in de wijken in de gemeente Vlissingen. Het beleidsdoel voor de leefbaarheid is het versterken van de sociale infrastructuur. Dit wordt bereikt door het vergroten van de onderlinge betrokkenheid in de samenleving en met de buurt én het bevorderen van de kwaliteit van de woon- en leefomgeving in de meest brede zin van het woord. Wijkbewoners worden aangesproken op hun betrokkenheid bij en inzet voor hun eigen leefomgeving. Voor de leefbaarheid en het versterken van de sociale infrastructuur hebben de wijkorganisaties een centrale positie en rol. Onder de sociale infrastructuur wordt het geheel van voorzieningen, diensten en organisaties verstaan die het mogelijk maakt dat wijkbewoners elkaar ontmoeten en in sociale verbanden participeren. Wijkorganisaties werken aan de leefbaarheid, onder andere te bereiken door het aantrekken van vrijwilligers, het bereiken van wijkbewoners, het in stand houden of verbeteren van het imago van de wijk, uitvoeren van op leefbaarheid gerichte wijkactiviteiten en het uitvoeren van participatiewerkzaamheden. 1. Doelstelling Het versterken van de sociale infrastructuur, te bereiken door: a. het stimuleren van initiatieven tot het oprichten en in stand houden van wijkorganisaties in de 6 wijken of leefgebieden in de gemeente: Binnenstad/Scheldebuurt, Middengebied, Paauwenburg, Groot- Lammerenburg, Oost-Souburg en Ritthem; b. het stimuleren van leefbaarheidactiviteiten in de wijken en leefgebieden door die wijkorganisaties. 2. Producten / activiteiten / diensten a. het werken aan de leefbaarheid in de wijk of leefgebied door middel van bewonersorganisatie, ontmoeting, activering en opbouw; b. de behartiging van algemene, niet tot individuele personen terug te brengen belangen van de wijk of het leefgebied. 3. Subsidiesoort Waarderingssubsidie voor de wijkorganisaties. 4. Subsidiegrondslagen 1. Het beoordelen van een subsidie-aanvraag gebeurt op basis van: a. de doelstelling van de wijkorganisatie, blijkende uit de oprichtingsakte; b. plan van werkzaamheden en activiteiten met begroting; c. het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond. 2. De volgende kosten zijn subsidiabel: basis- en organisatiekosten: maximaal 500,-- per jaar; per activiteit: maximaal 300,--; totaal maximaal 2.000,-- per wijk per jaar. 5. Nadere subsidievoorwaarden a. de wijkorganisatie is een bij authentieke akte opgerichte rechtspersoon en wordt bestuurd door ten minste 3 personen; b. de werkzaamheden en activiteiten zijn gericht op het versterken van de sociale infrastructuur, op het bevorderen van de leefbaarheid in een wijk of leefgebied, voor en met alle leeftijdscategorieën en geledingen binnen een wijk of leefgebied en zijn algemeen toegankelijk; c. werkzaamheden en activiteiten kunnen zijn gericht op gedeelten van een wijk of leefgebied. 6. Nadere vereisten bij de aanvraag Er wordt gebruik gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaan- vraagformulieren. De aanvraag moet voldoen aan het beleid, de doelstelling, en de doelgroep van aanvragers zoals opgenomen in deze beleidsregel. Vastgesteld door burgemeester en wethouders van Vlissingen d.d. 22 oktober 2013, nr. 532264 Beleidsregel 8 Maatschappelijke zorg a. Beleid 12

Algemeen Maatschappelijk Werk / Schoolmaatschappelijk Werk: Het bieden van een preventief en curatief aanbod aan diensten die ten doel hebben dat alle inwoners van de gemeente zelfstandig kunnen functioneren binnen onze samenleving. Het accent ligt daarbij vooral op diegenen die zich in een kwetsbare situatie bevinden dan wel zich daarin dreigen te gaan bevinden. Slachtofferhulp: Het verlenen van praktische, juridische en emotionele hulp aan slachtoffers van misdrijven en ongevallen 1.Doelstelling activiteiten a.algemeen Maatschappelijk Werk (AMW) Inwoners van de gemeente door middel van maatschappelijke hulpverlening in staat te stellen zelfstandig te participeren in de samenleving a.schoolmaatschappelijk werk: Kinderen en jongeren tot 23 jaar door middel van schoolmaatschappelijke werk in staat stellen beter / goed te participeren binnen hun leef- en schoolomgeving a.slachtofferhulp (SH) Het bieden van praktische, juridische en emotionele hulp na een misdrijf of een verkeersongeluk 1.Producten / activiteiten / diensten a. Algemeen Maatschappelijk Werk: 1. Basisvoorziening 1 e lijnpsychosociale hulpverlening 1. Begeleiding en behandeling (trajecten) 2. Informatie, Ondersteuning en Advies (concrete dienstverlening) 3. Spreekuren 2. Crisishulpverlening 7 dagen per week 24 uur b. Groepsmaatschappelijk Werk 3. Bijeenkomsten 4. Signalering 5. Toegangsfunctie 6. Onderzoek en rapportage 7. Bemiddeling 8. Crisismanagement en interdisciplinair overleg 9. Deelname aan netwerken e.d. tot een maximum aantal uren per jaar (nader door het college te bepalen) a. Schoolmaatschappelijk werk: 1. Signalering 2. Aanmelding en intake 3. Begeleiding ouders 4. Informatie en Advies 5. Coördinatie en interdisciplinair overleg 6. Netwerken tot een maximum aantal uren per jaar (nader door het college te bepalen) b. Sociaal Raadslieden Werk c. Sociaal Juridische Ondersteuning 7. Signalering 8. Informatie en Advies 9. Belangenbehartiging 10. Bemiddeling 11. Ondersteuning 13

12. Netwerken tot een maximum aantal uren per jaar (nader door het college te bepalen) d. Slachtofferhulp: Groepsgerichte en individuele opvang en ondersteuning van slachtoffers van misdrijven en ongevallen a.slachtofferhulp: 1. Openstelling d.m.v. telefonische, elektronische en fysieke bereikbaarheid 1. Verwerking en doorgeleiding van meldingen 1. Subsidiesoort a. Professionele instelling voor AMW: Budgetsubsidie b. Professionele instelling voor Slachtofferhulp: Waarderingssubsidie op basis van een bedrag per inwoner 2. Subsidiegrondslagen c.algemeen: Activiteitenplan met bijbehorende productbegroting op basis van baten en lasten a. Professionele instelling voor AMW: 1. Inzicht in de niet integrale kostprijs van de producten (verdeling naar vaste en variabele lasten) 1. Inzicht in de algemene huisvestingslasten 1. Inzichten in de overige overheadkosten 2. De kosten en tekorten per dienst / activiteit / product 3. Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond 4. De verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs b. Professionele instelling voor Slachtofferhulp: Aantal inwoners 2. Nadere subsidievoorwaarden c.professionele instelling voor AMW: De activiteiten vinden plaats binnen de gemeente 5. Er wordt gewerkt volgens de Kwaliteitseisen van de MO Groep m.b.t.: 2. Dossiervorming 3. Voortgang hulpverlening 4. Landelijke Kwaliteitsnormen 6. De formatieve inzet vanuit de overhead mag niet meer bedragen dan een nader door het college te bepalen percentage van de totale personeelsformatie 7. Er wordt uitgegaan van een gemiddelde van 1.125 (inclusief 10% seniorenverlof) - 1.350 productieve uren binnen een fte op jaarbasis., dit nader te definiëren naar activiteiten en de aard van de gewenste inzet, de inschaling en de verdere effecten van de geldende CAO 8. Inschaling en honorering conform de CAO Welzijn en maatschappelijke dienstverlening 9. De verschillende producten worden vertaald naar niet integrale kostprijzen met als de kosten die zijn verbonden aan de uitvoerende uren en bijkomende direct activiteit gerelateerd kosten 10. De subsidie betreffende de component overhead heeft als maximum 33% van de totale begroting. 3. Nadere vereisten bij de aanvraag Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren 1. Prestaties a. Professionele instelling voor AMW: 1. De wachttijd tussen de aanmelding en het intakegesprek is vraagafhankelijk en mag maximaal 3 maanden bedragen 2. Het aantal trajecten psychosociale hulpverlening op jaarbasis 3. Het aantal afgesloten en lopende trajecten 4. Bereikbaarheid crisishulpverlening gedurende 7 dagen per week gedurende 24 uur per dag 14

b. Schoolmaatschappelijk werk: Nader door het college te bepalen c. Sociaal Raadslieden Werk: Nader door het college te bepalen d. Sociaal Juridische Dienstverlening: Nader door het college te bepalen 2. Uitvoeringsovereenkomst e. Professionele instelling voor AMW: Van toepassing f. Overige instellingen: N.v.t. Beleidsregel 9 Peuterspeelzaalwerk a. Beleid: Het verhogen van de kwaliteit en de uniformiteit van het peuterspeelzaalwerk. Peuterspeelzaalwerk 1. Doelstelling activiteiten a. Het door middel van spelen en ontmoeten zowel actief als passief ontwikkelen van sociale, cognitieve en motorische vaardigheden en taalgebruik b. Het signaleren en ondersteunen van positieve en minder positieve elementen betreffende de ontwikkelingen van kinderen tussen de 2 en 4 jaar 2. Producten / activiteiten / dienstenpeuterspeelzalen en peuterspeelzaalplaatsen 3. SubsidiesoortBudgetsubsidie c. Subsidiecomponent ten behoeve van de huisvestingslasten (100%) d. Subsidiecomponent ten behoeve van de overheadkosten (een nader door het college te bepalen percentage) e. Subsidiecomponenten ten behoeve van het tekort per groep (variabel) 4. Subsidiegrondslagen f. Activiteitenplan met productbegroting met scheiding van de volgende kostencomponenten: 1. Huisvesting 1. Algemene / bestuurlijke en coördinatiekosten 2. Activiteitenkosten per peuterspeelzaalgroep g. Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond h. Het in het Subsidieprogramma opgenomen maximale subsidiebedrag i. Verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs 5. Nadere subsidievoorwaarden j. De activiteiten moeten binnen de gemeente worden aangeboden k. De leiding van de peuterspeelzaalgroep berust bij een peuterspeelzaalleidster die qua opleiding en ervaring voldoet aan de voorwaarden zoals deze in de CAO Welzijn zijn opgenomen m.b.t. peuterspeelzaalleidster 1 dan wel op een gelijkwaardig niveau l. De honorering van de leidster is conform CAO Welzijn dan wel op een gelijkwaardig niveau m. Bij 9 of meer kinderen in de groep: 2 professionele / betaalde peuterspeelzaalleidsters per groep; bij 8 kinderen of minder 1 professionele / betaalde leidster per groep met één volwassen assistent-leidster n. Een peuterspeelzaalgroep telt gemiddeld 13 kinderen tussen de 2 en 4 jaar. In bijzondere gevallen, een en ander ter beoordeling van het college, kan het gemiddelde aantal kinderen per groep op basis van de demografische situatie binnen een kern, worden bijgesteld. o. De openstelling van het peuterspeelzaalwerk loopt qua aantal weken en qua periode gelijk met het basisonderwijs p. Per week wordt uitgegaan van twee dagdelen openstelling per week met een minimum van 2,5 uur per dagdeel q. De inrichting van de binnen- en buitenruimte voldoet aan de daaraan door het college te stellen voorwaarden r. Er is sprake van een pedagogisch werkplan s. Er zijn reguliere contacten met het primair onderwijs t. Voor het overige zijn de in de verordening peuterspeelzaalwerk opgenomen kwaliteitsregels van toepassing 6. Nadere vereisten bij de aanvraag 15

Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren 1.Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie a. Ouderbijdragen: 1. De ouderbijdragen kennen een zodanig getrapt systeem, minimaal 3 treden, dat het ook de lagere inkomengroepen mogelijk is gebruik te maken van de door de gemeente gesubsidieerde peuterspeelzaalvoorzieningen 2. De te hanteren ouderbijdragen behoeven de instemming van het college (artikel 4:71 Awb) 3. De ouderbijdragen dragen voor een door het college vast te stellen percentage bij in de salariskosten van de leidsters. Voor het resterende deel kan een beroep worden gedaan op gemeentelijke subsidie. b. Alternatieven / specifieke situaties: 4. Uniforme ouderbijdrage; lagere inkomens kunnen gebruik maken van de Bijzondere Bijstand. 5. Bij VVE: als de gemeente bepaalt dat bepaalde groepen conform VVE moeten worden opgevangen compenseert de gemeente in beginsel de daaruit voortvloeiende meerkosten vanuit aanvullende subsidie. Beleidsregel 10 Onderwijs achterstandenbeleid a. B eleid Uitvoering Onderwijs Achterstanden Beleid De nota Onderwijsachterstandsbeleid is concreet ingevuld tot op beleidsregelniveau en is rechtstreeks te vertalen naar de beschikkingen tot subsidieverlening en de uitvoeringsovereenkomsten. 1.Doelstelling activiteiten Na vroegtijdige signalering komen tot een verbeteren van de startcondities op het gebied van de Nederlandse Taal. 1. Producten / activiteiten / diensten a. Voor- en Vroegschoolse Educatie VVE b. Taalbeleid c. Voorkomen Vroegtijdig schoolverlaten 2. Subsidiesoort : Budgetsubsidie 3. Subsidiegrondslagen d. Activiteitenplan met productbegroting e. Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond f. Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag g. Verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs 4. Nadere vereisten bij de aanvraag Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren 1.Prestaties Nader per activiteit op basis van de nota en de besprekingen met het onderwijsveld en de betrokken instellingen tot op leerling- en schoolniveau te bepalen. Beleidsregel 1 1 Onderwijsbegeleiding a. Beleid 16

Na de beleidswijziging met betrekking tot de financiering van de Onderwijsbegeleiding is er voor gekozen in de toekomst niet de vragende scholen zelf te subsidiëren maar de aanbiedende schoolbegeleidingsdienst. Dit ook omdat daarmee voorkomen wordt dat een deel van het budget moet worden besteed aan BTW (inkoop van diensten vanuit de scholen bij de schoolbegeleidingsdiensten). 1.Doelstelling activiteiten Het bevorderen van de kwaliteit van het onderwijs door middel van het subsidiëren van diensten op het gebied van de educatie en leerlingenzorg voor leerlingen van het primaire onderwijs binnen de gemeente. 2. Producten / activiteiten / diensten ten behoeve van leerlingen met achterstanden: 1. Systeembegeleiding 2. Individuele begeleiding 3. Leerplanontwikkeling 4. Projecten 3. Subsidiesoort : Structurele activiteitensubsidie 4. Subsidiegrondslagen a. Activiteitenplan met productbegroting b. Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond c. Het in het Subsidieprogramma opgenomen maximale subsidiebedrag d. Verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs e. De subsidie dient te worden aangewend voor de leerlingenbegeleiding,met betrekking tot zorg, taal en VVE. f. Er kan steekproefsgewijs onderzoek worden gedaan naar de tevredenheid bij de scholen en overige klanten over de kwaliteit van de in het kader van de schoolbegeleiding uitgevoerde activiteiten. 5. Nadere vereisten bij de aanvraag Er moet bij de aanvragen tot subsidieverlening en vaststelling gebruik worden gemaakt van het door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulier. 7. Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie a. Rijksbijdrage aan de scholen. 8. Prestatiesworden jaarlijks vastgelegd in de beschikking tot subsidieverlening Beleidsregel 1 3 Opvang zwerfdieren a. Beleid Het opvangen van zwerfdieren conform de daaraan door wet- en regelgeving gestelde eisen 1.Doelstelling activiteiten Het opvangen van zwerfdieren binnen onze gemeentegrenzen 1.Producten / activiteiten / diensten Het bieden van adequate opvang ten behoeve van zwerfdieren 1. Subsidiesoort : Budgetsubsidie 2. Subsidiegrondslagen a. Activiteitenplan met productbegroting b. Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond c. Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag d. Verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs 3. Nadere subsidievoorwaarden: 17

e. Binnen de bij aanvragen voor subsidieverlening respectievelijk subsidievaststelling geleverde stukken moet een expliciet onderscheid worden gemaakt tussen de wettelijke taken betreffende opvang van zwerfdieren en de overige activiteiten zoals een pensionvoorziening f. Alle directe kosten alsmede dat aandeel in de overige kosten dat is verbonden aan de pensionopvang moet volledig worden bekostigd vanuit de opbrengsten uit de pensionvoorziening g. De subsidiemiddelen mogen in beginsel pas ten gunste komen aan de laatstgenoemde activiteiten als daartoe door het college voorafgaand toestemming is verleend h. Er moet volstrekt de hand worden gehouden aan de geldende milieuvoorschriften (in het bijzonder die betreffende de geluidsoverlast) i. Er moet ten minste één maal per jaar overleg worden gepleegd met de omwonenden binnen een straal van 1 kilometer 4. Nadere vereisten bij de aanvraag Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren 1.Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie Bij het afhalen van zwerfdieren moet door de afhalende persoon een bijdrage worden betaald die gelijk is aan de kosten van de overdracht (zoals het chippen, inenten en dergelijke) 1.Uitvoeringsovereenkomst: Van toepassing Beleidsregel 1 4 Amateurkunst (Nader in te vullen ) a. Beleid : In het kader van het eenvoudiger maken van de subsidiesystematiek en het scheiden van de verantwoordelijkheden tussen gemeente (college) en subsidieontvangers is afgestapt van het subsidiëren op basis van instrumenten, uniformen, leden enzovoorts. Het is meer de eigen verantwoordelijkheid van de subsidieontvanger de subsidiemiddelen in te zetten waar nodig. Zo kan de ene vereniging kiezen voor mooiere (duurdere) instrumenten, een ander voor een betere (duurdere) dirigent en weer een andere voor professionele (duurdere) lessen aan de leden. Er wordt uitgegaan van een waarderingssubsidie per discipline als tegemoetkoming in het totaal aan kosten. De hoogte van de waarderingssubsidie kan variëren per discipline. Toelichting = HAFA (Harmonie- en Fanfare): Veel muziekverenigingen baseren hun subsidieaanvraag graag op de z.g. SONMO / NIB normen (de toenmalige landelijke koepels die indertijd de normen hebben vastgesteld). Dat zijn normen per lid, uniform, instrument e.d. die door de landelijke koepels zijn vastgesteld. Een niet onbelangrijk nevendoel van deze adviezen is een hogere subsidie te verwerven: de bedragen liggen in de meeste gemeenten ver boven de uiteindelijk verstrekte subsidiebedragen. Het staat gemeenten immers vrij de hoogte van de subsidiebedragen zelf te bepalen. T.a.v. de Amateurkunst zet de gemeente in op het zo veel mogelijk deel laten nemen van jeugd en jongeren. Vandaar dat de gemeente als subsidievoorwaarde een minimum aantal jeugdleden hanteert. Dit aantal kan overigens nog variëren per kern op basis van de demografische situatie in die kern. Daarnaast hecht de gemeente sterk aan de inbreng vanuit de muziekverenigingen aan bijeenkomsten als Nationale feestagen en herdenkingen zonder welke deze activiteiten veel aan glans verliezen. De basis voor de subsidieverstrekking is een activiteitenplan waarin wordt voldaan aan de door de gemeente geformuleerde prestaties. De manier waarop die worden gerealiseerd is voor de hoogte van de subsidie niet van belang. Als de prestaties niet worden gerealiseerd is er geen grondslag voor subsidieverstrekking. Omdat deelname aan de activiteiten centraal staat en de kwaliteit wordt gewaarborgd door de eisen die aan de leiding worden gesteld, is er vanuit gemeentelijke optiek geen belang (meer) bij deelname aan concoursen. 18

Uiteraard is iedere vereniging vrij daaraan deel te nemen maar daarvoor is geen subsidiebudget beschikbaar. = Koorzang T.a.v. de Amateurkunst zet de gemeente vooral in op het zo veel mogelijk deel laten nemen van jeugd en jongeren. Bij koren is het echter niet mogelijk als subsidievoorwaarde een minimum aantal jeugdleden te hanteren. Redenen hiervoor zijn de stembreuk en het feit dat het repertoire van het gemiddelde koor is gericht op de gemiddelde leeftijd en daarmee niet echt appelleert aan de smaak van de gemiddelde jeugd. De basis voor de subsidieverstrekking is een activiteitenplan waarin wordt voldaan aan de door de gemeente geformuleerde prestaties. De manier waarop die worden gerealiseerd is voor de hoogte van de subsidie niet van belang. Omdat deelname aan de activiteiten centraal staat en de kwaliteit wordt gewaarborgd door de eisen die aan de leiding worden gesteld, is er vanuit gemeentelijke optiek geen belang bij deelname aan concoursen. Uiteraard is iedere vereniging vrij daaraan deel te nemen. Er is echter geen subsidiebudget beschikbaar. = Toneel T.a.v. de Amateurkunst zet de gemeente in op het zo veel mogelijk deel laten nemen van jeugd en jongeren. Vandaar dat de gemeente als subsidievoorwaarde een minimum aantal jeugdleden hanteert. De basis voor de subsidieverstrekking is een activiteitenplan waarin wordt voldaan aan de door de gemeente geformuleerde prestaties. De manier waarop die worden gerealiseerd is voor de hoogte van de subsidie niet van belang. Conform de uitgangspunten van de Awb, omdat het hanteren van de ledensubsidie conflicteert met de beperkingen vanuit de Wet Bescherming Persoonsgegevens en omdat meer leden in beginsel eerder meer inkomsten dan uitgaven inhoudt, de vaste lasten(dirigent, huur ruimte e.d.) blijven immers gelijk, wordt de subsidieverstrekking gekoppeld aan activiteiten. 1. Doelstelling activiteiten De inwoners van de gemeente de mogelijkheid te bieden de amateurkunst te beoefenen in georganiseerd en groepsverband 2. Producten / Activiteiten / Diensten a. Harmonie, Fanfare, Brass Band, Tamboer-fanfarecorps b. Koorzang c. Toneel d. Overige 3. Subsidiesoort e. Harmonie, Fanfare, Brass Band, Tamboer-fanfarecorps 1. Waarderingssubsidie 2. Incidentele activiteitensubsidie voor eenmalige evenementen, maximaal één maal per 3 jaar te verstrekken f. Koorzang 3. Waarderingssubsidie 4. Incidentele activiteitensubsidie voor eenmalige evenementen, maximaal één maal per 3 jaar te verstrekken g. Toneel 5. Waarderingssubsidie 6. Incidentele activiteitensubsidie voor eenmalige evenementen, maximaal één maal per 3 jaar te verstrekken h. Overige : nader door het college te bepalen 4. Subsidiegrondslagen i. Activiteitenplan met begroting 19

j. Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond k. Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag l. Verdeelsleutel: naar rato van het aantal aanvragen 5. Nadere subsidievoorwaarden m. Harmonie, Fanfare, Brass Band, Tamboer-fanfarecorps 7.De organisatie moet: 1. Tenminste 25 in de gemeente woonachtige musicerende en contributie betalende leden tellen 2. Twee openbare optredens per jaar binnen de gemeente verzorgen 3. Repetities en optredens moeten plaatsvinden onder professionele leiding. Dit betekent het afgesloten hebben van een daarop betrekking hebbende professionele opleiding op Hbo-niveau n. Koorzang 8.De organisatie moet 4. Tenminste 15 in de gemeente woonachtige musicerende en contributie betalende leden tellen 5. Een openbaar optreden per jaar binnen de gemeente verzorgen o. Toneel 9.De organisatie moet 6. Tenminste 15 in de gemeente woonachtige spelende en contributie betalende leden tellen 7. Minimaal één openbaar optreden per jaar binnen de gemeente verzorgen p. Overige Door het college nader te bepalen 1.Nadere vereisten bij de aanvraag Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren 1. Subsidiegrondslagen a. Waarderingssubsidie per organisatie b. Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond c. Verdeelsleutel: Naar rato 2. Aanvullende voorwaarden d.de organisaties moeten, indien daartoe door het college uitgenodigd, medewerking verlenen aan herdenkingen en vieringen zoals 30 april alsmede 4 en 5 mei. Beleidsregel 1 5 Podiumkunsten (Nader in te vullen) a. Beleid Het bieden van een mogelijkheid zich te presenteren voor de professionele en de niet-professionele podiumkunsten. s 1. Doelstelling activiteiten a. Het bieden van een gevarieerd aanbod een professionele podiumkunsten b. Het bieden van een podium voor niet-professionele podiumkunsten 2. Producten / activiteiten / diensten Een programma dat aansluit op de vraag en behoefte van de bevolking 1. Subsidiesoort : Budgetsubsidie 2. Subsidiegrondslagen a. Activiteitenplan met productbegroting met scheiding van de volgende kostencomponenten: 1. Huisvesting 20

1. Algemene / bestuurlijke en coördinatiekosten 1. Activiteitenkosten per peuterspeelzaalgroep b. Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond c. Het in het Subsidieprogramma opgenomen maximale subsidiebedrag d. Verdeelsleutel: Tender, op basis van de verhouding tussen kwaliteit, kwantiteit, prestaties en prijs 1. Nadere vereisten bij de aanvraag Er moet gebruik worden gemaakt van de door het college vastgestelde subsidieaanvraagformulieren 1.Eigen bijdragen / andere inkomsten dan subsidie De subsidie is niet bestemd voor het dekken van de tekorten die voortvloeien uit het contracteren van de kunstenaars (uitkoop en partageregeling) 1.Prestaties Er moet sprake zijn van tenminste 8 producties / voorstellingen op jaarbasis m.b.t. amateurinstellingen Beleidsregel 1 6 Kunsteducatie (Nader in te vullen) a. Beleid :In de eerste plaats jongeren, en vervolgens volwassenen, actief in aanraking te brengen met en deel te laten nemen aan activiteiten op het terrein van de beeldende vorming, fotografie, literatuur / schrijven, dans en toneel en film. 1. Doelstelling activiteiten a. Primair: Kennis maken alsmede actief en passief bezig zijn met diverse van de genoemde kunstvormen voor kinderen en jongeren tot 23 jaar b. Secundair: Kennis maken alsmede actief en passief bezig zijn met de genoemde kunstvormen van de beeldende kunst voor volwassenen 2. Producten / activiteiten / diensten c. Activiteiten in cursorisch verband d. Projecten 3. Subsidiesoort : Budgetsubsidie 4. Subsidiegrondslagen e.m.b.t. de genoemde kunstvormen: 1. Het activiteitenplan met productbegroting 2. Een subsidiebedrag ter dekking van een nader door het college te bepalen deel van de vaste lasten (inclusief overheadkosten) 3. Een nader door het college te bepalen aantal klokuren aan cursorische activiteiten 4. Per klokuur waarvoor een aanvraag tot subsidieverlening wordt ingediend moet gemiddeld sprake zijn van minimaal 12 betalende deelnemers per klokuur dat woonachtig is binnen onze gemeente 5. Een klokuur cursus dat voldoet aan de genoemde voorwaarden f.algemeen: 1. Het jaarlijks door het college vastgestelde subsidieplafond 2. Het in het subsidieprogramma voor deze activiteit opgenomen maximale subsidiebedrag 3.Verdeelsleutel m.b.t. de overheadlasten: naar rato van het aantal inwoners binnen het verzorgingsgebied van de desbetreffende instelling 1. Nad ere subsidievoorwaarden a. De onderdelen binnen de jaarstukken (activiteitenplan & begroting alsmede jaarverslag & jaarrekening die betrekking hebben op de gemeente Vlissingen moeten separaat worden opgenomen. b. De begroting en jaarrekening moeten zijn opgesplitst in de volgende componenten: 1. Vaste lasten - algemene, niet activiteitgerelateerde kosten 21