Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 Uw brief Ons kenmerk AM/AMI/05/57085 Doorkiesnummer Onderwerp Systeem van notificatie bij grensoverschrijdende dienstverlening Datum 28 september 2005 Contactpersoon In de brief aan de Tweede Kamer van 26 november 2004 (TK 2004-2005, 29407, nr. 20) heeft het kabinet aangegeven de tewerkstellingsvergunningsplicht bij grensoverschrijdende dienstverlening te vervangen door een handhaafbaar systeem (in lijn met het Europese recht) van notificatie vooraf door de betrokken dienstverlener. In deze brief wordt dit systeem van notificatie uitgewerkt. Tevens worden met deze brief de vragen van de heer Bruls (TK 2004-2005, aanhangsel van de Handelingen, 2040511410) beantwoord of het nieuwe notificatiesysteem door de Europese Commissie wordt geaccepteerd en of verdringing van binnenlands aanbod wordt voorkomen. Systeem van notificatie 1. Voorwaarden In het nieuwe systeem heeft een dienstverlener voor zijn werknemers een vrijstelling van de tewerkstellingsvergunningplicht als - de dienstverlener buiten Nederland is gevestigd in een land waarvoor het vrij verkeer van diensten geldt, en geen postbusonderneming is; - de werkzaamheden die de dienstverlener verricht niet bestaan uit het ter beschikking stellen van werknemers (uitzendarbeid); - de werkzaamheden voor de aanvang daarvan bij de Centrale Organisatie voor Werk en Inkomen (CWI) zijn genotificeerd op de hierna onder 3 aangegeven wijze. Als niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, blijft een tewerkstellingsvergunning (twv) vereist. 2. Reikwijdte De notificatie zal gelden voor alle buitenlandse dienstverleners voor wie het vrij verkeer van diensten geldt, die een dienst in Nederland willen verlenen met eigen werknemers voor wie op enig moment geen vrij verkeer van werknemers met ons land geldt.
2 Het voorgestelde systeem is daarmee voor de lange termijn ontwikkeld. Zolang de overgangstermijn voor het verkeer van werknemers van kracht is, geldt de notificatieplicht ook voor personeel afkomstig uit één van de acht MOE-landen. 3. Aanleveren informatie De dienstverlener of opdrachtgever krijgt 2 mogelijkheden (waaruit hij/zij kan kiezen) om de gevraagde informatie aan te leveren: of door middel van een E-101 verklaring of door het invullen van een door CWI verstrekt formulier met een beperkte set aan gegevens (de naam en het adres van de werkgever, een aanduiding van de aard van zijn onderneming, de registratiegegevens in het land van vestiging, de naam en het adres van degene ten behoeve van wie de dienst wordt verleend, de aard van de te verlenen dienst, waar en wanneer de werknemer de arbeid zal verrichten, alsmede de identiteitsgegevens van de werknemers). Indien bij de dienstverlening werknemers van buiten de EER betrokken zijn moet een duidelijk leesbaar kopie van de arbeidsvergunning en de verblijfsvergunning van de betrokken werknemer(s) in het vestigingsland van het buitenlandse bedrijf worden bijgevoegd. Met het E-101 formulier kunnen de administratieve lasten voor de dienstverlener sterk worden teruggebracht. Daarnaast wordt een belangrijk deel van het verificatiewerk verricht door het daartoe bevoegde orgaan in het land van vestiging van de dienstverlener, dat het best in staat is te beoordelen of er sprake is van een reële onderneming en een reëel en vast dienstverband van de betrokken werknemers. 1 Hoewel het E-101 formulier voordelen heeft voor zowel de dienstverlener als voor de handhaving, krijgt de dienstverlener toch twee mogelijkheden aangereikt. Reden daarvoor is dat niet kan worden gegarandeerd dat de dienstverlener in zijn land van vestiging altijd binnen een redelijke termijn een E-101 kan krijgen. 4. Sanctionering De sanctie bij niet-naleving van de gestelde voorwaarden zal proportioneel moeten zijn in relatie tot de geconstateerde overtreding. Indien niet aan de vrijstellingsvoorwaarden wordt voldaan, en evenmin over een tewerkstellingsvergunning wordt beschikt, is er sprake van overtreding van het in artikel 2 van de Wet arbeid vreemdelingen neergelegde verbod. Hiervoor zal in beginsel de gebruikelijke boete worden opgelegd van 4.000 per illegaal tewerkgestelde werknemer bij een niet-rechtspersoon of 8.000 per illegaal tewerkgestelde bij een rechtspersoon. In geval de betrokken dienstverlener, in verband met de constatering van de overtreding, achteraf alsnog binnen 2 weken notificeert, en daarbij is geconstateerd dat slechts sprake is van niet-naleving van de plicht tot voorafgaande notificatie, zal de boete worden gematigd tot 1500 (ongeacht het aantal betrokken werknemers). Het aanpassen van de tewerkstellingsvergunningplicht in een systeem van notificatie vergt een aanpassing op AMvB-niveau. Het streven is om de regeling voor 1 december 2005 in werking te laten treden. Acceptatie Europese Commissie 1 Het E-101 formulier is een bestaand EU-document, dat speciaal in het leven is geroepen voor gevallen waarin werknemers tijdelijk arbeid verrichten in een ander land dan waar zij normaal werkzaam zijn. Hiermee kunnen zij aantonen dat ze onderworpen zijn aan het sociale zekerheidsstelsel van het land alwaar zij normaal werkzaam zijn.
3 Naar mijn mening is het beschreven systeem in lijn met het Europees recht. Ik kan echter geen garantie geven dat het beschreven systeem door de Europese Commissie wordt geaccepteerd. Een dergelijke acceptatie is ook niet bepalend voor de vraag, of het stelsel verenigbaar is met de communautaire regels. Uiteindelijk beoordeelt het Hof van Justitie (EG) of er sprake is van een ontoelaatbare beperking van het verkeer van diensten. Er is twee maal overleg geweest met ambtenaren van DG Markt van de Europese Commissie. Hierbij gaven zij aan een systeem van notificatie vooraf als een ernstige inbreuk op het vrij verkeer van diensten te zien, welke slechts onder voorwaarden toelaatbaar is. Uit jurisprudentie van het Hof van Justitie (EG) blijkt dat dergelijke beperkingen zijn toegestaan als er een algemeen belang in het geding is; de maatregelen proportioneel zijn en op de voor de dienstverlener minst belemmerende manier zijn vormgegeven en de maatregelen niet discriminatoir zijn. Het hierboven beschreven systeem voldoet mijns inziens aan de in de jurisprudentie beschreven voorwaarden. De Nederlandse regering is gerechtigd de maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om zeker te stellen dat verstoringen op de arbeidsmarkt en oneerlijke concurrentie kunnen worden voorkomen. Ik ben van mening dat een notificatie voor de start van de werkzaamheden noodzakelijk is voor een effectieve handhaving. Immers, als notificatie kort na de start van de werkzaamheden is toegestaan kan een werkgever bij een bezoek van de inspectie claimen dat zijn werknemers zeer recent aan de werkzaamheden zijn begonnen. Het is dan voor de Arbeidsinspectie vaak lastig vast te stellen of die claim juist is. Zonder de informatie van de notificatie kan niet goed een risico-analyse worden gemaakt. Door de notificatie vooraf kunnen daarnaast de inspectiewerkzaamheden sneller en daarmee op een voor de dienstverlener minder belemmerende manier worden uitgevoerd. Zonder informatie vooraf zal immers een groter deel van de controle op de werkplek moeten plaatsvinden, bijvoorbeeld door bevraging van de werknemers en opdrachtgever en door het vorderen van gegevens van de werkgever. Dat zou tot gevolg hebben dat ook het werkproces van de goedwillende werkgever/dienstverlener onnodig verstoord wordt. Verder sluit het door mij wenselijk geachte stelsel dicht aan bij het Franse systeem (zie bijlage). Ook het Franse systeem kent een verplichte notificatie vooraf. Niet is gebleken dat de Europese Commissie ten aanzien van dat stelsel een infractieprocedure overweegt, of anderszins bezwaren heeft geuit. Handhaafbaarheid De omzetting van de twv-plicht in dit notificatie-systeem zorgt voor een verschuiving van de toetsing vooraf naar handhaving door inspecties achteraf. Hiermee wordt het eenvoudiger voor dienstverleners om met personeel, waarvoor het vrij verkeer van werknemers geldt, diensten te komen uitvoeren. Deze versoepeling zal het risico van mogelijk misbruik en daarmee verdringing in zekere mate vergroten. Een effectieve handhaving moet worden bereikt door gericht te inspecteren bij potentiële overtreders en door een goed werkend boetesysteem. Uit het boetesysteem volgt dat een boete kan worden opgelegd als is aangetoond dat een werkgever arbeid heeft laten verrichten zonder twv, terwijl niet wordt voldaan aan de vrijstellingsvoorwaarden (waaronder een tijdige en volledige notificatie). Er is bijna altijd een
4 werkplekcontrole noodzakelijk voordat een boete voor niet- of niet-volledige notificatie kan worden opgelegd. Door de invoering van de bestuurlijke boete en de forse toename van het aantal inspecties is de kans op detectie van (schijn)constructies door de Arbeidsinspectie vergroot waardoor deze voor werkgevers een stuk minder aantrekkelijk worden. Het aantal inspecties gaat naar verwachting omhoog van ca. 3900 in 2003 naar ca. 8.000 in 2005 en gaat in 2006 verder omhoog naar ca. 11.000. Daarnaast is de Arbeidsinspectie bezig om de risico-analyse verder te verbeteren, zodat nog gerichter zal worden geïnspecteerd. Bij de risico-analyse wordt ook gebruik gemaakt van de door de dienstverleners aangeleverde informatie. Tevens ben ik voornemens om een nauwere samenwerking aan te gaan met instanties in Polen en andere MOE-landen, met het oog op een snelle uitwisseling van gegevens. Het systeem heeft hiermee een maximale handhaafbaarheid binnen de grenzen van de Europese wetgeving. Ik ben van mening dat met het voorgestelde systeem een balans is gevonden tussen aan de ene kant de wenselijkheid dat grensoverschrijdende dienstverlening zo min mogelijk wordt beperkt en aan de andere kant de wenselijkheid om marktverstoringen c.q. oneerlijke concurrentie te voorkomen. De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (H.A.L. van Hoof)
5 Bijlage 1 Franse systeem In Frankrijk kan een buitenlands bedrijf onder de volgende voorwaarden personeel uitzenden: het bedrijf moet een concrete activiteit in het land van oorsprong uitvoeren; de uitzending is van tijdelijke aard en begrensd door de duur van het contract de werknemers moeten gedurende de gehele periode van uitzending juridisch in dienst van het bedrijf zijn. Het bedrijf moet ook voor werknemers waarvoor het vrij verkeer van werknemers geldt - voorafgaand aan de uitvoering van het contract een verklaring bij de arbeidsinspectie indienen waarin het volgende wordt vermeld: De gegevens van het bedrijf (naam, juridische vorm, registratienr. bij branche organisatie / KvK in het land van oorsprong); de naam van de vertegenwoordiger van het bedrijf in het land van oorsprong als ook van de vertegenwoordiger die in Frankrijk werkzaam zal zijn; de plaats waar het contract wordt uitgevoerd, de verwachte duur, de namen, de nationaliteit en de datum van indiensttreding van de werknemers. De sanctie bij overtreding van de notificatieverplichting is maximaal 750. De Fransen overwegen om voor bepaalde beroepsgroepen (zoals management) en voor bepaalde duur (minder dan 30 dagen per jaar) geen notificatieverplichting meer op te leggen. De voorstellen voor het Nederlandse systeem van notificatie sluiten aan bij het Franse systeem van notificatie: - er moet vooraf worden genotificeerd; - de procedure van de aan te leveren gegevens in het Nederlandse systeem is lichter; - de sanctie bij niet notificeren is vergelijkbaar. Het verschil is dat in het Franse systeem ook dienstverleners moeten notificeren die diensten verlenen met werknemers waarvoor het vrij verkeer van werknemers geldt.