UIL IN. 1069085 f QSMT 2 8?«VROM-Inspectie ;:; Ministerie van Volkshuisvesting,.. Ruimtelijke Ordening en MlieübehËet (\ > Retouradres Postbus 850 5600 AW Eindhoven Het college van burgemeester en wethouders van de gemeenteoosterhout Postbus 10150 4900 GB Oosterhout VROM-Inspectie Directie Uitvoering Regionale Afdeling Zuid Kennedyplein 7-13 Postbus 850 5600 AW Eindhoven www.vrom.nl Contactpersoon drs. W.H.K. Hoogenberk Datum 2 1 SEP, Betreft vooroverleg tüèsféfnmingsplan "Locatie Beneluxweg" (H34539) Geacht college, Op 6 augustus 2010 heb ik uw verzoek ontvangen om advies op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening over het voorontwerpbestemmingsplan "Locatie Beneluxweg". T 040-265 29 11 F 040-265 30 30 viz-ruimtelijkeplannen @minvrom.nl Kenmerk 20100055547WHO34539 Beneluxweg Uw kenmerk STO/RdV/BNtyVO/05082 010 Versienummer 5 augustus 2010 Kopie aan GS van Noord-Brabant In de brief van 26 mei 2009 aan alle colleges van burgemeester en wethouders heeft de minister van VROM aangegeven over welke nationale belangen uit de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB, TK2007-2008, 31500 nr 1) gemeenten altijd vooroverleg moeten voeren met het Rijk. Gemeenten verzoeken zelfde afzonderlijke rijksdiensten om advies. De VROM-Inspectie coördineert vervolgens de rijksreactie over voorontwerpbestemmingsplannen, - projectbesluiten en -structuurvisies richting gemeenten. Het bovengenoemde plan geeft aanleiding tot het maken van de volgende opmerkingen, gelet op de nationale belangen zoals die zijn verwoord in de RNRB. Het nummer achter het nationaal belang verwijst naar het nummer in de RNRB. Nationaal belang 2: Verbetering van de basiskwaliteit van de gehele hoofdinfrastructuur In het concept Stedenbouwkundig plan (pagina 29 rechtsonder) wordt gesproken over een mogelijke waterpartij voor de geluidswal (aan de kant van de rijksweg). Indien er voor deze optie wordt gekozen, zal de gemeente ook maatregelen moeten treffen om het aantal faunaslachtoffers tot een minimum te beperken. Ik adviseer u om hier een groenstrook te ontwikkelen. De plangrens (pagina 8 linksonder) loopt vlak langs de teen van het landhoofd van het kunstwerk Seters (Viaduct burgemeester Materlaan). Ik verzoek u hier minimaal 3 meter afstand te houden in verband met beheer en onderhoud. De maaigang langs de sloot langs de A27 dient intact te blijven. Het wildraster langs de A27 ter hoogte van het te ontwikkelen gebied dient te worden gehandhaafd. Pagina 1 van 2
Contactpersoon: de heer K. van der Logt van Rijkswaterstaat Noord-Brabant, telefoon: 063-6817835 Nationaal belang 09: Milieukwaliteit en externe veiligheid In het concept Stedenbouwkundig plan is geen aandacht besteed aan het aspect externe veiligheid. Door het ontbreken van relevante gegevens over het aspect externe veiligheid kan ik niet beoordelen of de nationale belangen in het plan zijn meegenomen. Ik verzoek u deze alsnog inzichtelijk te maken en te betrekken bij uw besluitvorming. vrom-mspectie Directie Uitvoering Regionale Afdeling zuid Kenmerk 20100055547WHO34539 Beneiuxweg Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de contactpersoon, die in de tekst is vermeld, of met de contactpersoon die in het briefhoofd is vermeld. Ik vertrouw erop dat u de opmerkingen op een adequate wijze zult verwerken in het bestemmingsplan. Deelname webenquête VROM doet onderzoek naar het gebruik van de Handreiking Ruimtelijke Ordening en Milieu. U kunt via een webenquête uw mening geven over deze handreiking. VROM hoort graag uw mening en nodigt u uit om de webenquête in te vullen. In de bijlage treft u een toelichting aan met meer informatie over de webenquête. Indien u al heeft deelgenomen, wil ik u bedanken voor uw medewerking. Hoogachtend, de directeur-inspecteur regio Zuid, dr. J. Blenkers Pagina 2 van 2
VROM-Irtspectie Ministerievan Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Datum 1 september 2010 Webenquête Handreiking RO en Milieu VROM doet onderzoek naar het gebruik van de Handreiking Ruimtelijke Ordening en Milieu. U kunt via deze webenquête uw mening geven over deze handreiking. VROM hoort graag uw mening en nodigt u uit om de webenquête in te vullen. Handreiking RO en Milieu VROM biedt iedereen die actief betrokken is bij het invullen van de openbare ruimte de digitale Handreiking RO en Milieu aan. Deze handreiking presenteert onderwerpen uit de ruimtelijke ordeningspraktijk waar de relatie ruimtelijke ordening en milieu (in brede zin) aan de orde is. Toegelicht wordt waarom en hoe de verschillende milieuonderwerpen doorwerken in ruimtelijke plannen, bestemmingsplannen. Dit alles op hoofdlijnen. Waar kan ik de Handreiking RO en Milieu vinden? De Handreiking RO en Milieu is te vinden op: wjfvwjnfongjuilzpnderwerpen/ruimte/ruimteli Invullen webenquête VROM wil graag weten of u bekend bent met de handreiking en in hoeverre de Handreiking aansluit bij uw wensen als gemeente of adviesbureau. Daarom wil ik u vragen om een webenquête in te vullen. U kunt de webenquête invullen tot en met 16 oktober 2010. Waar kunt u de webenquête vinden? De webenquête Staat Op vvww.infomil.nl/onderaerpen/ruimte/ruiroteiiike-grderrinq (bij de Handreiking) en bevat zes vragen. Het kost ongeveer 5 minuten van uw tijd om deze vragen in te vullen. Resultaten onderzoek De resultaten gebruikt VROM om de handreiking te verbeteren. Aan het eind van dit jaar worden de resultaten van dit onderzoek op de website van Infomil geplaatst. Pagina I van I
Waterschap IN.1068209 Brabantse Deaa Ill Water kleurt het leven GEMEENTE OOSTFBHCIJT 1 3 SEP. 2010 :nr. t«r ben. kopte Gemeente Oosterhout De heer De Vries Postbus 10150 4900 GB OOSTERHOUT Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Barcode Behandeld door Doorkiesnummer Datum Verzenddatum 5 augustus 2010 STO/RdV/BNU VO/05082010 *10UT009376* mevrouw N. Rijsdijk 076 564 15 97 9 september 2010 1 0 SEP. 2010 Onderwerp: reactie concept stedenbouwkundigplan Kantorenpark Beneluxweg Geachte heer De Vries, Op 5 augustus 2010 heeft u het concept stedenbouwkundigplan Kantorenpark Beneluxweg (31 mei 2010) toegestuurd met het verzoek om een reactie zodat deze kan worden meegenomen in het ontwerp bestemmingsplan voor deze ontwikkeling. Naar aanleiding van het concept stellen wij voor de onderstaande op- en aanmerkingen te verwerken in het ontwerp bestemmingsplan: Beleid Nationaal Bestuursakkoord Water In het kader van het Nationaal Bestuursakkoord Water dient in de toekomst ondermeer de wateropgave (zowel in het stedelijk als ook in het landelijk gebied) te worden uitgewerkt. Hierbij zijn de genoemde werknormen, die afhankelijk zijn van het grondgebruik, maatgevend. Ten behoeve van deze wateropgave kan in de toekomst ruimte voor waterberging benodigd zijn binnen de bestemmingsplangrenzen. Op basis van de thans beschikbare informatie is echter hiervoor nog geen ruimtelijke reservering voorzien. In voorkomende gevallen zal de gemeente deze mogelijke functieveranderingen (bijvoorbeeld dubbelbestemming) door middel van een 'partiële herziening' of een 'vrijstelling' wijzigen. Op deze wijze is het aspect water ook in de toekomst op een zorgvuldige wijze ingebed in het bestemmingsplan. Indien sprake is van nieuw verhard oppervlak, wordt op basis van de werknormen in het 'Nationaal Bestuursakkoord Water', voor het stedelijk gebied T=100 geëist. Het is het meest voor de handliggend dat deze wordt meegenomen in de aan te leggen infiltratie/retentievoorziening. Het is alleen toegestaan om deze retentie te realiseren in groenstroken en op straat, als er geen afwenteling plaatsvindt op andere gebieden en geen wateroverlast optreedt in woningen en bedrijven. Waterschap Voor werkzaamheden die in, op, onder of naast oppervlaktewaterlichamen en waterkeringen (dijken) worden uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld het aanleggen van een dam met duiker en het leggen van kabels door de zonering van een waterkering, dient vaak een Watervergunning aan te worden gevraagd bij het waterschap. Voor het brengen van water naar en onttrekken uit oppervlaktewaterlichamen dient vanaf bepaalde hoeveelheden een Watervergunning te worden aangevraagd. Bij het verlenen van Watervergunningen hanteert het waterschap beleid waarin staat in welke situaties een Watervergunning kan worden verleend, waarop een aanvraag wordt getoetst en welke voorwaarden aan de Watervergunning worden verbonden. De basis voor de Watervergunning zijn de Waterwet en de Keur van het waterschap. Beide bevatten regels met betrekking tot het watersysteem (inclusief grondwater en de waterbodem) en alles wat daarbij hoort, zoals bijvoorbeeld een duiker. Waterschap Brabantse Delta Postbus 5520, 4801DZ Breda T 076 564 10 00 F 076 564 10 11 E info@brabantsedelta.nl I www.brabantsedelta.nl Bankrekening 63.67.59.202
De belangrijkste beleidsregels zijn de 'Beleidsregel toepassing Waterwet en Keur' (vastgesteld 15 december 2009) en de "Beleidsregel hydraulische randvoorwaarden"(vastegesteld mei 2010). In laatste genoemde beleidsregel zijn de regels ten aanzien van kwantiteitsaspecten opgenomen, welke zijn gebaseerd op de normen uit het NBW. Het waterschap heeft als beleid dat nieuwe ontwikkelingen waterneutraal moeten worden uitgevoerd, waarbij zoveel mogelijk moet worden gestreefd naar het behoud of herstel van de natuurlijke waterhuishoudkundige situatie. - Kwantiteit Op basis van de Keur is een vergunning noodzakelijk voor het lozen op oppervlaktewater van hemelwater dat afkomstig is van een verhard oppervlak van 2.000 m 2 of meer. Bij kleinere oppervlaktes volstaat een melding aan het waterschap. Indien door de ontwikkeling het verhard oppervlak met meer dan 2.000 m 2 toeneemt eist het waterschap compensatie voor de uitbreiding van verharding. Dit heeft als doel te voorkomen dat de ontwikkeling leidt tot een versnelde en/of vergrote afvoer van hemelwater uit het gebied. Voor het aanleggen van een overstort-/lozingsconstructie moet nog wel een ontheffing in het kader van de Keur worden aangevraagd. Compensatie dient plaats te vinden volgens de voorkeursvolgorde: Infiltreren Retentie binnen het plangebied Retentie buiten het plangebied Berging in bestaand watersysteem Bij het dimensioneren van de retentie-/infiltratievoorziening dient rekening te worden gehouden met het hele frequentiebereik van neerslaghoeveelheden met een herhalingstijd van 1 tot 100 jaar. Aangezien de retentiebehoefte het grootst is bij T = 100 is deze waarde maatgevend. Hierbij dient in zandgebieden minimaal 780 m 3 per ha verhard oppervlak retentie te worden gerealiseerd uitgaande van de landbouwkundige afvoernormen. In gebieden met klei in de bovengrond volstaat een benodigde retentie van 604 m 3 per ha verhard oppervlak. - Kwaliteit De samenstelling van het afvloeiende hemelwater bepaalt mede de wijze waarop met de afvoer van het hemelwater wordt omgegaan. De bestemming van het water volgt uit de lokale situatie. Hierbij gelden geen dogma's: lozing in de bodem is niet altijd goed en afvoer naar de rwzi is niet altijd slecht. Schoon hemelwater, dat wil zeggen hemelwater dat afvloeit van oppervlakken in de verontreinigingscategorie "gering", kan direct worden geloosd op het oppervlaktewater. Hemelwater dat afstroomt van oppervlakken in de verontreinigingscategorie "matig" kan worden geïnfiltreerd, of na zuivering worden geloosd op het oppervlaktewater. Deze zuivering kan lokaal of centraal worden vormgegeven. Hemelwater dat afstroomt van oppervlakken in de verontreinigingscategorie "groot" dient afgevoerd te worden naar de rwzi. Er dient dan bij voorkeur te worden afgevoerd via een verbeterd gescheiden rioolstelsel (VGS), waarbij het waterschap voor matig en zwaar verontreinigde oppervlakken uitgaat van een berging van 2-4 mm en een pompovercapaciteit van 0,2 mm/uur. Huidige situatie Het plangebied Beneluxweg ligt in het zuidelijk deel van de strook tussen de snelweg A27 en de Beneluxweg aan de zuidoostzijde van de gemeente Oosterhout. Het plangebied beslaat het terrein tussen de A27, de Burgemeester Materlaan, de Beneluxweg en het terrein van de nieuwe moskee aan de noordzijde van de locatie en is 8,7 hectare groot. Het perceel ligt momenteel braak en is in de huidige situatie volledig onverhard. Het plangebied is gelegen in rioleringsgebied Oosterheide. In dit rioleringsgebied is een gemengd rioolstelsel aanwezig. Het plangebied ligt niet in kwetsbaar gebied. Gegevens over de bodemgesteldheid en grondwaterstanden in het plangebied ontbreken. Indien deze gegevens wel bekend zijn, deze opnemen in het ontwerp bestemmingsplan. Toekomstige situatie In de toekomstige situatie wordt op het plangebied een kantorenpark gerealiseerd. Het oppervlak van de kantoren bedraagt circa 2,21 hectare inclusief verhard parkeerterrein. Dit betekent dat het verhard oppervlak ten opzichte van de huidige situatie met circa 22.100 m 2 toeneemt.
De neerslag die afvloeit van "schone" oppervlakken (daken, schone verharding) dient afzonderlijk ingezameld te worden. Aangezien het verhard oppervlak bij de ontwikkeling met meer dan 2.000 m 2 toeneemt, dient voor de afvoer van het hemelwater van het verharde oppervlak een vergunning te worden aangevraagd bij waterschap Brabantse Delta. Hierbij stelt het waterschap een retentievoorziening van 780 m 3 per ha verhard oppervlak verplicht. Dit betekent dat binnen de plangrenzen minimaal 1.724 m 3 (=2,21 ha * 780 mm) water geborgen moet kunnen worden zonder dat er wateroverlast optreedt ter plaatse van de bebouwing. De retentievoorziening dient te worden voorzien van een overlaat conform de landelijke afvoer naar de nabijgelegen categorie A watergang. Het hemelwater vanuit de retentie moet gedoseerd geloosd worden met een afvoer van 1,36 l/s per verharde hectare. In het stedenbouwkundigplan wordt aangegeven dat het hemelwater afkomstig van verharde oppervlakken van daken en terreinverharding wordt afgevoerd naar wadi's, aan te leggen watergangen en waterberging. Het plan bevat geen gegevens over de bodemgesteldheid (doorlatendheid) en grondwaterstanden zodat niet kan worden getoetst of infiltratie (in de wadi;'s) mogelijk is. Tevens bevat het plan geen dimensionering van de aan te leggen wadi's, watergangen en waterberging. Hierdoor is onduidelijk of het waterhuishoudkundig systeem voldoende ruim is gedimensioneerd. Het huishoudelijk afvalwater van de toekomstige bebouwing dient met aparte vuilwaterleidingen afgevoerd te worden op de aanwezige riolering. Ten aanzien van het materiaalgebruik dienen geen uitlogende bouwmaterialen zoals lood, koper, zink en zacht PVC te worden toegepast. Dit om verontreiniging van het hemelwater te voorkomen. Eén en ander dient langs privaatrechtelijke weg te worden geregeld. Randvoorwaarden voor de ontwikkeling 1. Conform de Keur van het waterschap is voor de toekomstige situatie een vergunning vereist gelet op: de toename aan het verhard oppervlak met meer dan 2.000 m 2 de lozing van hemelwater op de bestaande categorie A watergang het aanbrengen van een duiker 2. Per hectare verharding dient 780 m 3 water binnen het plangebied te kunnen worden geborgen zonder overlast te veroorzaken en met een gereguleerde afvoer naar het oppervlaktewater. Dit betekent dat er binnen het plangebied ruimte moet zijn voor 1.724 m 3 retentie. 3. Nader onderzoek naar de bodemdoorlatendheid en aanwezige grondwaterstanden is noodzakelijk gelet op de infiltratievoorziening (wadi's) die worden aangelegd. 4. De dimensionering van de geplande watergangen, waterberging en wadi's dient nader te worden uitgewerkt zodat het waterhuishoudkundig systeem kan worden getoetst. 5. Het huishoudelijk afvalwater dient middels aparte vuilwaterleiding te worden afgevoerd naar de aanwezig gemengd riolering. 6. Ten aanzien van het materiaalgebruik dienen geen uitlogende bouwmaterialen zoals lood, koper, zink en zacht PVC te worden toegepast. Dit om verontreiniging van het hemelwater te voorkomen. Eén en ander dient langs privaatrechtelijke weg te worden geregeld. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de mevrouw N.Rijsdijk. Zij is bereikbaar op telefoonnummer 076 564 15 97. Hoogachtend, Namens het dagelijks bestuur, Hoofd afdeling^pdantoetsing & vergunningen