Politieke participatie

Vergelijkbare documenten
Politieke participatie

Politieke participatie

Kiezersvoorkeuren in Amsterdam

Uitslagen Drechtsteden Verkiezing Tweede Kamer

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden

Resultaten 3e peiling Provinciale Statenverkiezingen februari 2011

Nut en noodzaak buurtkranten. Onderzoek, Informatie en Statistiek

[Geef tekst op] Onderzoek, Informatie en Statistiek

Jongeren en politiek

Verkiezingsuitslagen. Drechtsteden

Verkiezingsuitslagen Drechtsteden

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

De laatste peiling voor de verkiezingen en de prognose

GEMEENTERAADS- VERKIEZINGEN 2018

Resultaten 2e peiling Provinciale Statenverkiezingen februari 2011

Inventarisatie geografie van de niet-stemmer

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Interpretatie van de uitslag van de tussentijdse Gemeenteraadsverkiezingen

NEDERLANDERS PER SALDO NOG STEEDS VOOR SLEEPWET

De Stemming van 9 juni 2019

Werkloosheid 50-plussers

Verkiezingsuitslagen Drechtsteden

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

ANALYSE FORUM VOOR DEMOCRATIE

De stemming van 15 juli 2012, speciaal thema: Determinanten van het stemgedrag

It s the economy stupid

Ontwikkeling politieke voorkeur in 2015

De Stemming van 8 april 2018

Verder zien we ook nog een licht herstel bij D66. De 11 waarop deze partij staat is nog steeds 8 minder dan bij TK2017. Versch. t.o.v. 4 aug.

Het geheugenverlies van de kiezer en het effect daarvan op de peilingen

Persoonlijke gegevens van Wethouders

Hoe zou de Deense aanpak electoraal voor de PvdA kunnen uitwerken?

De Rol van de Lokale Media: Langedijk. De Regio Vecht Terug 25 april 2018

Voorlopige uitslag Amsterdam. Project: Verkiezingen Tweede Kamer 2012 In samenwerking met: Dienst Basisinformatie/Bureau Verkiezingen

Verkiezingsuitslagen Drechtsteden

Vlugschrift gemeenteraadsverkiezing 21 november 2018

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie

De Stemming van 23 juni 2019

Homoseksuelen in Amsterdam

Verleden en toekomst in Oud-West

Verkiezingsuitslagen Drechtsteden

Verkiezingen Gemeenteraad 19 maart 2014

Persoonlijke gegevens van wethouders

Verkiezingen Tweede Kamer, voorlopige uitslag. Onderzoek, Informatie en Statistiek

De Politieke Barometer Onderwijs. (meting oktober 2010)

De Stemming van 26 juni 2016

Persoonlijke gegevens raadsleden

OP NAAR DE GEMEENTERAADS- VERKIEZINGEN

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Verkiezingsuitslagen Drechtsteden

Diversiteit in Provinciale Staten

De Amsterdamse Burgermonitor 2010

Stadsmonitor. -thema Bestuur- Modules. Datum: februari Stadsmonitor -thema Bestuur- 1. Samenvatting 2 Oordeel over het bestuur 3

Gebruikers gemeentelijke media Onderzoek, Informatie en Statistiek

Resultaten 1e peiling Provinciale Statenverkiezingen jan

Wat zegt de Tilburgse kiezer?

Onderzoeksrapport: Vrouwen in de gemeenteraden

EP2019: Analyse van het Opkomst- en het Timmermans-effect

BREXIT: NEDERLANDERS ZIEN VOORAL NADELEN VOOR NEDERLAND

De Stemming van 19 mei 2019

Opkomst en stemgedrag van Amsterdammers met een migratieachtergrond tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart 2018

Opkomst en stemgedrag van Amsterdammers met een migratie-achtergrond tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

Interactief bestuur. Omnibus 2015

Monitor jeugdwerkloosheid over. Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid. Onderzoek, Informatie en Statistiek

ALTERNATIEVEN VOOR DE LOKALE DEMOCRATIE?

De echte landelijke uitslag van de Gemeenteraadsverkiezingen van 2010

Verkiezingsuitslagen Drechtsteden

De Amsterdamse Burgermonitor 2009

OP NAAR DE GEMEENTERAADS- VERKIEZINGEN

29 november Onderzoek: Kloof tussen burger en politiek?

Stemmotieven bij de gemeenteraadsverkiezingen

Interactief bestuur. Omnibus 2017

De PVV in het land en in de peiling

Hoofdstuk 21. Functioneren B&W en Raad

De Amsterdamse Burgermonitor 2005

De week waarin alles anders werd (of niet?)

GEMEENTERAADS- VERKIEZINGEN 2018

Gemeenteraadsverkiezingen 2014

TILBURG HEEFT IETS TE KIEZEN

Twee bepalende kenmerken voor het stemgedrag bij PS2019

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Jeugdwerkloosheid. achtergronddocument

Stemgedrag verkiezingen Provinciale Staten 20 maart 2019

Verkiezingen Provinciale Staten (nog) geen referendum

16 januari Onderzoek: Partijen uitsluiten bij formatie?

Oordeel over de positie van ouderen in Nederland in 2013

De Rol van de Lokale Media: Almere. De Regio Vecht Terug 25 april 2018

De Amsterdamse Leefsituatie-index

Slotpeiling PS: vijf partijen zeer dicht bij elkaar

PERCEPTIE EN WENSELIJKHEID SOC- ECONOMISCHE VERSCHILLEN

68% van de ondervraagden vindt dat de Arabische landen Israel moeten erkennen als staat voor het Joodse volk.

Atlas voor gemeenten 2013: de positie van Utrecht. notitie van Onderzoek.

HET REFERENDUM OVER DE ASSOCIATIE- OVEREENKOMST MET OEKRAÏNE

OOK ONDER KIEZERS VERDEELDHEID OVER NIEUWE DONORWET

Onderzoek verkiezingsthema Europa

VVD EN PVV WEER GELIJK AAN KOP

DE VROUWELIJKE KIEZER

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Transcriptie:

12 Politieke participatie De Tweede Kamerverkiezingen van 17 hebben voor grote verschuivingen gezorgd in Amsterdam. De uitkomsten van deze verkiezingen komen uitgebreid aan bod in dit hoofdstuk. Verder komt ook de interesse van Amsterdammers in de politiek aan de orde, hun politiek zelfvertrouwen en hun inzet voor buurt en stad.

128 De Staat van de Stad Amsterdam IX Kernpunten De Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart 17 hebben voor grote verschuivingen gezorgd. Net zoals bij de Gemeenteraadsverkiezingen van 14 is de PvdA de positie van grootste partij kwijt. GroenLinks kwam bij de parlementsverkiezingen als grootste uit de bus in Amsterdam. Amsterdam kent een geheel andere uitslag dan landelijk en er zijn opmerkelijke verschillen met de andere grote steden In Amsterdam behalen de VVD, de PVV en het CDA veel minder stemmen dan landelijk, terwijl Groen- Links, D66 en de Partij voor de Dieren bovengemiddelde scores behalen. De nieuwe partijen DENK en Artikel 1 hebben relatief veel succes in Amsterdam, vooral respectievelijk in Nieuw-West en in Zuidoost. De opkomst was duidelijk hoger dan bij de verkiezingen van 12, en veel hoger dan bij de Gemeenteraadsverkiezingen. Dat geldt niet alleen in Amsterdam maar ook elders in Nederland. Amsterdammers blijven net als in voorgaande jaren verdeeld over de politieke invloed die zij hebben. Vooral hoger opgeleiden, jongeren en Amsterdammers van Nederlandse herkomst zijn van mening dat hun stem invloed heeft. Een kwart van de Amsterdammers zet zich in, alleen of met anderen, voor de buurt of de stad. Er zijn grote verschillen daarin tussen de stadsdelen en tussen de 22 gebieden. Met de Tweede Kamerverkiezingen van 17 is veel veranderd in Amsterdam: de opkomst was heel hoog, GroenLinks werd de grootste partij, nieuwe partijen kregen relatief veel steun, en met de uitslag onderscheidt Amsterdam zich van Nederland als geheel en van de andere grote steden. In dit hoofdstuk worden deze uitkomsten van de laatste Tweede Kamerverkiezingen geanalyseerd. Verder gaan we in op de verschillen tussen Tweede Kamerverkiezingen en Gemeenteraadsverkiezingen in Amsterdam. Vervolgens kijken we naar interesse in de politiek, politiek zelfvertrouwen van Amsterdammers en hun inzet voor buurt en stad. Grote verschuivingen bij de Tweede Kamerverkiezingen 17 Op 15 maart 17 vonden de Tweede Kamerverkiezingen plaats. Bij een hogere opkomst (78,9) dan in 12 (69,9) werden GroenLinks en D66 in Amsterdam de grote winnaars. GroenLinks verviervoudigde haar aanhang ten opzichte van de verkiezingen van 12 naar 19,8. D66 groeide van 15,2 naar 18,9. Grote verliezer was de PvdA, die in 12 met ruim een derde van de stemmen de grootste was en nu met 8,4 de vierde partij werd. Ook de VVD verloor, maar bescheiden, zeker in vergelijking met coalitiegenoot PvdA. Afb. 12.1 Grootste partij per wijk bij de Tweede Kamerverkiezingen van 17 Grootste partij TK 17 Art. 1 PVV VVD DENK D66 GL bron: afd. Basisinformatie/ bewerking OIS

12 Politieke participatie 129 Aanzienlijke winst is er verder voor de Partij voor de Dieren (van 3 naar 6). De PVV groeide licht van 6,1 naar 6,8. De nieuwe partijen DENK en Artikel 1 zijn relatief succesvol in Amsterdam, met respectievelijk 6,9 en 2,5. Fragmentatie partijkeuze op stadsdeel- en wijkniveau Wanneer de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen op stadsdeelniveau wordt bekeken, is een duidelijke fragmentatie zichtbaar. In Nieuw-West is DENK met bijna veruit de grootste. In Centrum, West, Oost, Noord en in Zuidoost is GroenLinks de grootste. In Zuid behaalde de VVD de meeste stemmen. Afbeelding 12.1 geeft per wijk weer welke partij als grootste uit de bus is gekomen bij de Tweede Kamerverkiezingen van 17. Deze kaart laat zien hoezeer de stad verdeeld is in de politieke voorkeuren. Ook binnen stadsdelen zijn grote verschillen zichtbaar. Zo is in Noord GroenLinks de grootste, maar is de PVV in zes van de 15 wijken de grootste, de VVD in twee wijken en DENK en D66 elk in een wijk. 17 vormt trendbreuk in historisch perspectief Over een langere periode bekeken is de uitslag van 17 vooral opvallend omdat de PvdA van grootste partij gedurende ruim 3 jaar nu de vierde partij is. Verder is in afbeelding 12.2 te zien dat de score van de VVD het meest stabiel is, terwijl er voor andere partijen veel schommelingen zijn in het electoraal succes. Onder de noemer overige partijen vallen steeds andere partijen, met wisselend succes. Meer GroenLinks- en minder PVV-stemmers dan elders Vergeleken met Rotterdam, Den Haag en Utrecht (de andere grote steden) en met Nederland als geheel vallen aan de Amsterdamse uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen een paar zaken op. Ten eerste: alleen in Amsterdam is GroenLinks de grootste. De score van GroenLinks in Amsterdam is twee keer zo hoog als landelijk en als in Rotterdam en Den Haag. Daarentegen behaalt de PVV in Amsterdam minder stemmen dan in de andere grote steden en dan in heel Nederland. Verder valt op dat de nieuwe partij DENK in Amsterdam ruim drie keer zo groot is als landelijk, maar relatief iets minder stemmen behaalt dan in Rotterdam en Den Haag. Afbeelding 12.3 laat verder zien dat de partijkeuze in Utrecht en Amsterdam redelijk overeen komt, en daarmee verschilt van de uitslag in Rotterdam en Den Haag. De vier grote steden verschillen in partijkeuze weer duidelijk van het landelijk niveau: Amsterdam en Utrecht stemmen relatief meer op D66 en GroenLinks, Rotterdam en Den Haag relatief meer op de PVV. De VVD en de SP doen het in de G4 relatief slechter dan in heel Nederland, terwijl D66, GroenLinks en DENK maar ook de PvdA in de G4 relatief meer steun hebben dan landelijk. Afb. 12.2 Uitslag Tweede Kamerverkiezingen in Amsterdam, 1981-17 (procenten) 5 3 1 1981 1982 1986 1989 1994 1998 2 3 6 1 12 17 VVD PvdA PVV SP D66 GL PvdD overige partijen Opkomst gestegen, veel hoger dan bij Gemeenteraadsverkiezingen De opkomst bij de Tweede Kamerverkiezingen van 17 was duidelijk hoger dan in 12 en de jaren daarvoor. De opkomst was nog nooit zo hoog sinds 1981. Ook in dit opzichte vormen de laatste Tweede Kamerverkiezingen in Amsterdam een trendbreuk. De opkomst was daarnaast duidelijk hoger dan bij de laatste Gemeenteraadsverkiezingen. Dat is geen nieuw fenomeen: het verschil in opkomst tussen de twee soorten verkiezingen is over een lange periode goed te zien (afbeelding 12.4). Dat is ook landelijk een belangrijk verschil tussen Gemeenteraads- en Tweede Kamerverkiezingen. 1 Dat geldt ook in veel andere westerse landen. In Amsterdam is de opkomst zowel bij Gemeenteraadsverkiezingen als bij Tweede Kamer-verkiezingen steevast lager dan gemiddeld in Nederland. In de enquêtes van de Staat van de Stad en de Amsterdamse Burgermonitor is gevraagd naar de stem intentie als er Gemeenteraadsverkiezingen zouden zijn. Uit de Burgermonitor van 15 2 blijkt dat twee derde van de Amsterdammers aangeeft zeker te gaan stemmen. Dit aandeel is in de afgelopen 15 jaar stabiel gebleven, op een veel hoger niveau dan de daadwerkelijke opkomst bij de Gemeente- bron: afd. Basisinformatie/ bewerking OIS Afb. 12.3 Uitslag Tweede Kamerverkiezingen 17 in de vier grote steden en in Nederland (procenten) Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Nederland 1 3 5 6 7 8 9 1 VVD overig PVV CDA D66 SP GrL PvdA DENK bron: NOS/ bewerking OIS

13 De Staat van de Stad Amsterdam IX Afb. 12.4 Opkomst bij Gemeenteraads- en Tweede Kamerverkiezingen in Amsterdam, 197-17 (procenten) 1 8 6 197 1971 1972 1974 1977 1978 1981 1982 1986 1989 199 1994 1998 2 3 6 1 12 14 17 Gemeenteraadsverkiezingen Tweede Kamerverkiezingen bron: afd. Basisinformatie/ bewerking OIS raadsverkiezingen maar iets lager dan de opkomst bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen. Verder laat de Burgermonitor zien dat er determinanten zijn voor stemintentie: Amsterdammers met Afb. 12.5 Opkomst bij Tweede Kamerverkiezingen naar stadsdeel*, 1, 12 en 17 (procenten) 1 1 8 6 Centrum West Nieuw-West 1 12 17 Zuid Noord Zuidoost Amsterdam * in Centrum was de opkomst in 17 hoger dan 1, omdat bron: afd. Basisinformatie/ bewoners van andere delen van de stad kiezen voor populaire bewerking OIS stemlokalen in dat stadsdeel, zoals CS, het Stadhuis of de OBA. Oost Afb. 12.6 Aandeel Amsterdammers dat geïnteresseerd is in Amsterdamse gemeentepolitiek naar leeftijd, opleidingsniveau en achtergrond, 15 (procenten) 55 jaar en ouder 72 3-54 jaar 16-29 jaar 54 68 interesse in de lokale politiek, hoogopgeleiden, mensen van 55 jaar en ouder en Amsterdammers zonder migratie-achtergrond geven relatief vaak aan dat zij zullen stemmen. Zo zei 8 van de hoog- en middelbaaropgeleide Amsterdammers van 55 jaar en ouder dat zij zouden stemmen als er Gemeenteraadsverkiezingen zouden zijn, tegenover een op de vijf laagopgeleide jongeren. In landelijk onderzoek komt een zelfde profiel naar voren, voor zowel landelijke als lokale verkiezingen. Zo staat in het Lokaal Kiezersonderzoek 16: Ouderen, hoger opgeleiden, mensen met hogere inkomens, veel politieke kennis, interesse en vertrouwen, stemmen zowel lokaal als nationaal vaker dan hun tegenhangers. 3 De auteurs signaleren dat de groep die wel bij landelijke verkiezingen gaat stemmen maar niet bij lokale verkiezingen relatief vaker jong zijn en relatief minder vaak interesse hebben in de politiek. De aanhang van de PVV en de SP en van nieuwe partijen gaat relatief vaker alleen bij landelijke verkiezingen stemmen. Dat lijkt in lijn met het feit dat de opkomst bij de Tweede Kamerverkiezingen van 17 in alle Amsterdamse stadsdelen gestegen is vergeleken met de verkiezingen van 12, maar relatief het meest in Nieuw-West, Noord en Zuidoost (afbeelding 12.5). In die drie stadsdelen is de bevolking relatief laag opgeleid, en in Nieuw-West en Zuidoost ook relatief jonger. in Nieuw-West, Noord en Zuidoost hebben de nieuwe partijen DENK en Artikel 1 hoge scores behaald. hoog opgeleid midden opgeleid laag opgeleid westerse migratieachtergrond niet-westerse migratieachtergrond gemiddeld 65 1 3 5 6 7 8 bron: ABM 15/OIS 5 49 58 71 75 74 Twee derde Amsterdammers geïnteresseerd in lokale politiek Uit de Amsterdamse Burgermonitor 4 blijkt dat twee derde van de Amsterdammers aangeeft interesse te hebben in de lokale politiek. Dat aandeel is redelijk stabiel over de jaren heen. Ook stabiel zijn de verschillen tussen groepen in de stad. Zo tonen hoogopgeleide Amsterdammers, mensen met een relatief hoog inkomen, 55-plussers en personen van Nederlandse herkomst relatief meer interesse in de lokale politiek dan gemiddeld.

12 Politieke participatie 131 Minder lokale partijen bij lokale verkiezingen dan elders Eerder is opgemerkt dat de omvang van de opkomst een belangrijk verschil is tussen Gemeenteraads- en Tweede Kamerverkiezingen. Het tweede belangrijke verschil dat uit landelijk onderzoek naar voren komt tussen Gemeenteraads- en Tweede Kamerverkiezingen is dat er bij Gemeenteraadsverkiezingen ook lokale partijen meedoen, die over het algemeen tussen een vijfde en een kwart van de stemmen weten te behalen. 5 Dat is niet zo in Amsterdam, waar lokale partijen samen minder dan een tiende van de stemmen behalen, verdeeld over veel verschillende lokale partijen. Er is geen gebrek aan aanbod (in 14 deden acht partijen mee waarvan in het partijprogramma verwezen werd naar Amsterdam) maar deze lokale Amsterdamse partijen weten weinig kiezers te trekken (afb. 12.7). Amsterdammers verdeeld over de eigen politieke invloed Aan de hand van drie stellingen kan een maat worden berekend voor wat het politiek zelfvertrouwen wordt genoemd. Het gaat hierbij om het oordeel over de eigen invloed op de politiek. De eerste stelling is De politieke partijen in Amsterdam zijn alleen maar geïnteresseerd in mijn stem en niet in mijn mening : 29 van de Amsterdammers is het daarmee eens, 22 oneens. De tweede stelling luidt: Mensen zoals ik hebben wel degelijk invloed op de gemeentepolitiek ; 29 is het daarmee eens en 27 oneens. Met de laatste stelling, Raadsleden bekommeren zich niet om de mening van mensen zoals ik, is 23 het eens en 29 oneens. Afbeelding 12.8 laat de verdeling van de antwoorden zien op de drie stellingen. Daarmee wordt duidelijk dat de meningen verdeeld zijn, en dat grote groepen zich niet uitspreken. De antwoorden op deze stellingen zijn stabiel vergeleken met 12 en 14. De stellingen zijn samengevoegd tot een schaal voor politiek zelfvertrouwen van 3 (weinig vertrouwen) tot 9 (veel vertrouwen). Gemiddeld scoren Amsterdammers 6, op de schaal, met andere woorden neutraal. In 1, 12 en 14 was de uitkomst vergelijkbaar met 5,9. We zien wel verschillen tussen Amsterdamse gebieden. Het vertrouwen is lager dan gemiddeld in Osdorp (4,8), Noord-West (5,1) en in Geuzenveld/ Slotermeer (5,3). In Watergraafsmeer (6,8), Centrum- Oost (6,7) en de Pijp/Rivierenbuurt (6,7) is het politiek zelfvertrouwen juist hoger dan gemiddeld. De mate van politiek zelfvertrouwen vertoont een samenhang met andere vormen van politieke participatie, zoals stemintentie, partijkeuze en interesse in de politiek. Zo hebben niet-stemmers minder politiek zelfvertrouwen (4,6) dan Amsterdammers die zeker denken te gaan stemmers (6,3). Verder hebben Amsterdammers die D66 zouden stemmen gemiddeld Afb. 12.7 Score van lokale partijen bij Gemeenteraadsverkiezingen in Nederland en in Amsterdam, 1994-14 (procenten) 5 3 1 1994 Amsterdam 1998 Nederland 2 6 het hoogste politiek zelfvertrouwen (7,), terwijl de groep die niet weet wat ze zouden stemmen relatief laag scoort op de schaal voor politiek zelfvertrouwen (5,4). Er is ook een relatie tussen politiek zelfvertrouwen en interesse in de lokale politiek. Amsterdammers die niet geïnteresseerd zijn in de lokale politiek hebben relatief weinig politiek zelfvertrouwen (4,6). Het politiek zelfvertrouwen verschilt daarnaast net als in voorgaande jaren naar demografische kenmerken. Politiek zelfvertrouwen is het laagst onder Amsterdammers met een niet-westerse migratieachtergrond (5,3), vergeleken met Amsterdammers met een (6,3) en een westerse migratieachtergrond (6,4). De verschillen zijn nog pregnanter als we een vergelijking maken tussen opleidingsniveaus: onder laagopgeleiden is het politieke zelfvertrouwen gemiddeld 5, en onder hoogopgeleiden 6,8. Afbeelding 12.9 laat zien wat het politiek zelfvertrouwen is, uitgesplitst naar opleidingsniveau en migratieachtergrond. De figuur laat zien dat lager opgeleiden altijd een lager politiek zelfvertrouwen hebben dan middelbaar en hoger opgeleiden, ongeacht herkomst. Toch laat de figuur ook zien dat bij een middelbaar en vooral bij een hoog opleidingsniveau de verschillen groter zijn tussen herkomstgroepen dan onder laag opgeleiden. 1 Afb. 12.8 Antwoorden op stellingen politiek zelfvertrouwen (procenten) 14 bron: Kiesraad / bewerking OIS Raadsleden bekommeren zich niet om de mening van mensen zoals ik Mensen zoals ik hebben wel degelijk invloed op de gemeentepolitiek De politieke partijen in Amsterdam zijn alleen maar geïnteresseerd in mijn stem en niet in mijn mening 6 8 1 mee eens mee oneens niet mee eens, mee oneens weet niet/ geen antwoord

132 De Staat van de Stad Amsterdam IX Kwart Amsterdammers zet zich in voor buurt en stad Van alle Amsterdammers heeft 24 zich in het afgelopen jaar alleen of samen met anderen ingezet voor of tegen een onderwerp dat met het wonen in de buurt of de stad te maken heeft. In 12 en 14 bedroeg dit aandeel 22. Vooral hoger opgeleiden zetten zich relatief vaak in voor buurt en stad. Van hen heeft 31 zich het Afb. 12.9 Score op schaal voor politiek zelfvertrouwen naar opleidingsniveau en migratieachtergrond* hoog opgeleid middelbaar opgeleid laag opgeleid niet-westerse migratieachtergrond 6, westerse migratieachtergrond niet-westerse migratieachtergrond westerse migratieachtergrond niet-westerse migratieachtergrond 3 4 5 6 7 8 9 * er zijn te weinig laag opgeleide respondenten met een westerse migratieachtergrond om de score voor deze groep te berekenen. Afb. 12.1 Aandeel dat zich inzet voor buurt of stad, per stadsdeel, 16 (procenten) 4,8 5, 5,4 Centrum 32 West Nieuw-West Zuid Oost Noord Zuidoost Amsterdam 19 22 22 23 24 26 1 3 5 29 6,1 6,1 6,9 7, afgelopen jaar ingezet voor of tegen een onderwerp dat met het wonen in de buurt of de stad te maken heeft. Onder lager opgeleiden is dit aandeel twee keer zo laag. Daarnaast speelt leeftijd een rol: jongeren tot en met 24 jaar zetten zich bijna half zo vaak in voor buurt en stad als Amsterdammers tussen 35 en 54 jaar. Verder geldt dat Amsterdammers die actief lid zijn van een vereniging zich vaker inzetten dan anderen. Er zijn ook grote verschillen tussen de stadsdelen in de mate waarin bewoners zich inzetten voor buurt en stad. Zo is de inzet van bewoners van Centrum en Zuidoost relatief hoog, terwijl het in Zuid relatief laag is. Voor een deel is dit de weerslag van de bevolkingssamenstelling (in Centrum zijn veel bewoners hoog opgeleid bijvoorbeeld) maar de verschillen maken ook duidelijk dat er binnen de stadsdelen een eigen dynamiek is (in Zuid zijn bewoners ook hoog opgeleid). De inzet voor buurt en stad is stabiel over de jaren heen, behalve in Noord (waar het is gestegen van 21 in 12 naar 26 in 16) en Zuidoost (van 19 in 12 naar 29 in 16). Binnen de stadsdelen zijn er bovendien grote verschillen in de inzet voor stad en buurt tussen gebieden. Zo is de inzet van bewoners in Westerpark (West) met 34 relatief hoog, terwijl het in hetzelfde stadsdeel in Bos en Lommer met 12 laag is. Amsterdammers die regelmatig contact hebben met hun buren zetten zich vaker in voor hun leefomgeving dan anderen (29). Van degenen die dergelijke contacten niet hebben, zet 17 zich in voor buurt of stad. Ook zien we een samenhang tussen de inzet voor buurt of stad en stemintentie: 27 van de Amsterdammers die zou gaan stemmen bij verkiezingen, zet zich in voor buurt of stad, tegenover 13 van de niet-stemmers. Als we kijken naar de politieke interesse dan is de samenhang met inzet voor buurt of stad nog iets sterker: van de politiek zeer geïnteresseerden zet 35 zich in voor buurt of stad, tegenover 17 van de mensen die aangeeft niet politiek geïnteresseerd te zijn. Noten 1 Bron: Steenvoorden, E. en J. van der Waal, Stemgedrag bij gemeenteraadsverkiezingen, in: T. van der Meer en H. van der Kolk (red.), Democratie dichterbij: Lokaal Kiezersonderzoek 16, Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 16. http://kennisopenbaarbestuur.nl/rapportenpublicaties/democratie-dichterbij-lokaalkiezersonderzoek-16. 2 Bron: OIS. De Amsterdamse Burgermonitor 15. Amsterdam, 17. http://www.ois.amsterdam.nl/pdf/17_ amsterdamse_burgermonitor_15.pdf. 3 Bron: Steenvoorden, E. en J. van der Waal, zie noot 1. 4 Bron: OIS, zie noot 2. 5 Bron: Steenvoorden, E. en J. van der Waal, zie noot 1.