Basiscursus Laptop De Brug Hasselt vzw
De basiscursus laptop is opgesteld door De Brug Hasselt vzw. De Brug Hasselt vzw Pieter Corbeelsstraat 16 bus 1 3500 Hasselt Telefoon: 0477.52.21.70 of 011.74.07.59 E.mail: de.brug.hasselt@telenet.be Hasselt, september 2011 Alles uit deze cursus mag worden verveelvoudigd en of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze en dit zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Wij hopen hiermee als vereniging waar armen het woord nemen een bijdrage te leveren om de digitale kloof te verkleinen. De voorzitter Frieda Claesen 1
Inhoud Basiscursus laptop... 3 Les 1: start!... 3 De computer aanzetten... 3 De muis (touchpad)... 4 Het bureaublad... 5 Opdrachten... 7 Besturingssysteem... 8 Programma openen... 9 Vensters groter of kleiner maken... 10 Extra oefening... 12 Woordenlijst... 12 Les 2: Paint... 13 Tekenen met paint... 13 Opdrachten... 16 Opslaan en openen... 19 Oefening... 22 Les 3: Het toetsenbord... 23 Speciale knoppen... 23 Speciale toetsen... 25 Veranderen van lettertype... 25 Lettertypes groter of kleiner maken... 26 Vet, cursief & onderstrepen... 26 De kleur van het lettertype veranderen... 27 Les 4: het toetsenbord herhaling en oefeningen.... 28 Herhaling... 28 Oefeningen typen... 29 Oefening 1: gewoon typen... 29 Oefening 2: gewoon typen... 29 Oefening 3: gebruik shift... 29 Oefening 4: gebruik shift... 30 Oefening 5: gebruik Alt gr... 30 Oefening 6: gewoon typen shift Alt gr... 30 Oefening 7: gewoon typen shift Alt gr... 31 Oefening 8: spaties... 31 Oefening 9: spaties... 31 Oefening 10: Enter... 32 Oefening 11: Enter... 33 Oefening 12: Backspace... 34 Oefening 13: Backspace... 35 Oefening 14: Fouten verbeteren... 35 Oefening 15: Fouten verbeteren... 36 Oefening 16: Speciale woorden... 36 Oefening 17: Algemene oefening... 37 2
Basiscursus laptop Les 1: start! De computer aanzetten De laptop bestaat uit 2 delen: het scherm en het toetsenbord. Het scherm en het toetsenbord zijn aan elkaar bevestigd zodat het opengeklapt kan worden. Stap 1 Aan de voorkant van de computer zit een klepje waar je op kunt drukken zodat de computer open gaat. Stap 2 Druk op de onderste helft en trek aan het bovenste deel van de laptop. Stap 3 Open het bovenste deel helemaal zodat het scherm een beetje achterover leunt Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Wanneer de computer open staat ziet men een scherm en het toetsenbord. Deze kunnen niet van elkaar gescheiden worden. Stap 5 Om de computer op te starten drukt men op de knop die in het midden, bovenaan het toetsenbord staat. Het duurt meestal een tijdje voor de laptop opgestart en gebruiksklaar is. Stap 6 De computer is opgestart en men kan beginnen. Stap 4 Stap 5 Stap 6 3
Wanneer men de knop heeft ingedrukt verschijnt er een beeld op het scherm. Klik hierbij op het mannetje dat in het midden van het scherm staat. (Het klikken met de muis wordt later uitgelegd. De begeleider helpt u nu verder.) 4
De muis (touchpad) Een muis heeft meestal twee knoppen: bij het touchpad is dit een beetje anders. Deze wordt bedient- met de vingers in plaats van met de hand. Wat kan je met een muis (touchpad) doen? Klikken: een keer klikken op de linkermuisknop. Dubbelklikken: twee keer snel na elkaar klikken met je linkermuisknop. Slepen: je linkermuisknop ingedrukt houden en je vingers over de muis bewegen. Aanwijzen: Met de muis naar iets wijzen. Rechtsklikken: een keer klikken op de rechtermuisknop. Door je vinger op het zwarte vlak onder je toetsenbord te zetten, kun je het pijltje op het scherm laten bewegen. Beweeg je vinger naar rechts of naar links en je ziet dat de pijl zal bewegen. 5
Het bureaublad Nu is de computer opgestart en staat hij klaar om te beginnen. Op het bureaublad zie je allemaal tekeningetjes met tekst onder, dit zijn de icoontjes. Door te dubbelklikken op een icoontje kan je een programma starten. Beneden aan het scherm zie je een blauwe balk. Dit is de taakbalk. Linksonder zie je de groene knop START en rechtsonder de tijd en nog enkele icoontjes. 6
Opdrachten 1. Aanwijzen Wijs met je muis naar de tijd. Wat zie je? Wijs met je muis naar de startknop. Wat zie je? Wijs met je muis naar het icoontje: Mijn documenten. Wat zie je? Door te wijzen met je muis, krijg je informatie. Als je niet weet wat iets betekent, kan gewoon wijzen met de muis al helpen! 2. Klikken Klik op de knop START. Wat gebeurt er? Klik weer ergens op het bureaublad waar niets staat. Wat gebeurt er? Door te klikken met de muis kunnen er verschillende dingen gebeuren. Je selecteert iets, of er gaat een menu open. Je doet de selectie weg door te klikken waar niets staat. Je doet een menu ook weer weg door te klikken waar niets staat. 3. Dubbelklikken Dubbelklik op dit icoontje Klik op het rode kruisje rechtsboven (zo kan je het geopende venster weer sluiten). 4. Slepen Ga op een icoontje staan op het bureaublad en sleep het naar de andere kant. Doe dit met 3 icoontjes. 7
5. Scrollen Dubbelklik op dit icoontje in het menu start: Ga midden in het venster staan en scroll. Door te scrollen kan je alles zien wat er in een venster is. Een programma openen en sluiten Met een programma kan je iets doen op je computer. Er zijn programma s om teksten mee te maken: tekstverwerkers bv. Microsoft Word, OpenOffice Writer. Er zijn programma s waar je mee kan spelen: spelletjes. Er zijn programma s waar je de boekhouding mee kan bijhouden. Er zijn programma s om mee te rekenen bv. Rekenmachine, Microsoft Excel, OpenOffice Calc. Er zijn programma s om mee te tekenen bv. Paint. Je kunt het zo gek niet bedenken of er bestaat wel een programma voor! Besturingssysteem Op je computer staat ook een besturingssysteem. Dit is Windows XP, Windows Vista of Windows 7. Het besturingssysteem is nodig om te kunnen werken met de computer. Het onthoudt waar je iets bewaard, zodat je het later nog kan terugvinden. Het zorgt dat je met een programma kan werken. Het zorgt ook dat je een computer goed kan starten en afsluiten. 8
Programma openen We openen het programma Paint. Klik op de groene knop START (linksonder). Ga met de muis naar: Alle programma s, dit wordt donkerblauw. Ga over het donkerblauw naar het volgende menu. Ga naar bureauaccessoires, dit wordt donkerblauw. Ga over het donkerblauw naar het volgende menu. Klik op Paint. 9
Vensters groter of kleiner maken Probeer in Paint je naam te schrijven met het potlood! In de rechterbovenhoek zie je drie vierkantjes. Wijs met je muis naar het kruisje. Je ziet: sluiten! Je weet ondertussen al dat je met het kruisje je venster kan sluiten. Wijs naar het streepje. Je ziet: minimaliseren. Als je hier op klikt, gaat je programma niet helemaal dicht, maar verdwijnt het wel naar de taakbalk. Kijk maar naar beneden, ergens naast start in de blauwe balk. Als je op deze knop klikt, gaat Paint weer vanzelf open! Wijs naar het middelste vierkantje: er komt verkleinen of maximaliseren. Klik hier eens op en zie wat er gebeurt! Klik op verkleinen. Ga met je muisaanwijzer op de rand van het venster staan. Je muisaanwijzer wordt nu een dubbele zwarte pijl. 1 0
Door te slepen kan je nu je venster breder of smaller maken. Hou je linkermuisknop ingedrukt en schuif met je vinger over de muis van je laptop. Je kan dit ook doen met de onderste rand van het venster. Als je precies in de hoek van het venster gaat staan en sleept kan je de hoogte en breedte tegelijk aanpassen. Maak nu een klein venster. Ga met je muisaanwijzer in de blauwe titelbalk staan. Door te slepen kan je nu het venster met Paint over het ganse scherm verplaatsen! 1 1
Extra oefening De mensen die al goed met de muis kunnen werken kunnen nu naar een website gaan om een puzzel te maken. Ga naar http://www.spelletjes.nl/spel/santa-jigsaw-puzzle.html en probeer de puzzel af te maken. Woordenlijst Bureaublad: Eerste venster dat je ziet als je je computer opstart. Icoontje: Tekeningetje op het bureaublad. Taakbalk: Balk beneden aan je scherm met de startknop links, en de tijd rechts. Titelbalk: Blauwe balk bovenaan je venster, waar je ziet waarmee je aan het werken bent. Je ziet er ook de knoppen: minimaliseren, maximaliseren of verkleinen, en sluiten. Klikken: Een keer duwen op de linkermuisknop Dubbelklikken: Twee keer snel na elkaar klikken op de linkermuisknop. Rechtsklikken: Een keer duwen op de rechtermuisknop Slepen: De linkermuisknop ingedrukt houden en bewegen door met je vinger over de muis te gaan. Aanwijzen: Met de muisaanwijzer iets aanwijzen op het scherm. Scrollen: Omhoog of omlaag bewegen in een venster met de linkermuisknop ingedrukt en met je vinger over de muis bewegen. Muisaanwijzer: Pijltje dat beweegt als je met de muis beweegt, en dat een andere vorm kan aannemen. Programma: Waar je mee werkt op de computer. Maximaliseren: Je venster zo groot mogelijk maken. Verkleinen: Je venster kleiner maken. Minimaliseren: Je venster naar de taakbalk brengen. Venster: Rechthoek waarin je bepaalde taken kan doen. Scherm: Deel van je computer. 1 2
Les 2: Paint Tekenen met paint Open het programma Paint (je kan dit doen zoals in de vorige les). In Paint heb je twee werkbalken om mee te werken: De werkset: hiermee kan je kiezen hoe je lijnen er gaan uitzien. De kleurenset: hiermee kan je de kleur kiezen waarmee je gaat werken. Als je Paint opent, is standaard de knop met het potlood ingedrukt. Als je sleept over het tekenblad krijg je dus een dunne lijn. Deze lijn heeft de kleur van het bovenste vierkantje links in de kleurenset. Wil je een andere kleur, dan klik je op die kleur. Het bovenste vierkantje krijgt nu de kleur waarop je hebt geklikt! Schrijf je naam in potlood. Gebruik voor iedere letter een andere kleur. 1 3
Met de kwast kan je dikkere lijnen tekenen. Hoe dik en welke vorm dat de lijnen hebben kies je zelf. Voor we een nieuwe tekening kunnen maken, moeten we eerst een nieuw blad nemen: Klik op BESTAND in de menubalk. Klik op NIEUW. De computer vraagt nu of je de wijzigingen wil opslaan. Hij vraagt dus of je deze tekening wil bewaren om er later nog iets mee te doen. Klik op nee. 1 4
Nu heb je een nieuw blad! Schrijf je naam met de kwast. Gebruik voor iedere letter een andere vorm, een andere dikte en een andere kleur! In de werkset zie je ook een verfpot. Als je met de muis deze verfpot aanwijst, zegt de computer: opvullen. Met deze verfpot kan je dus een vlak een kleur geven! Neem een nieuw blad. Klik op de kwast. Klik op een kleur. Teken een cirkel op het blad. Klik op een andere kleur. Klik op de verfpot. Klik nu in de cirkel. 1 5
Soms krijgt je hele blad de kleur die je gekozen hebt. Dan zit er een gaatje in de cirkel! Klik op bewerken in de menubalk. Klik op ongedaan maken. Dat wat je het laatst gedaan hebt, verdwijnt nu. Je kan dit 3 keer doen. Daarna wordt ongedaan maken lichtgrijs. Je kan het nu niet meer gebruiken! Opdrachten Teken een huis! Teken met de kwast in het lichtblauw een horizon. Vul met de verfpot de bovenste helft in het lichtblauw en de onderste helft in het groen. 1 6
Selecteer het potlood. Teken met rood een rechthoek midden over de horizon. Dit is je huis. Vul de rechthoek op met rood. Teken met bruin het dak op je huis. 1 7
Vul dit op met bruin. Teken nu ook de ramen met wit en vul deze op met wit. Teken een deur met blauw en vul deze op met blauw. 1 8
Teken een schoorsteen met rood en vul deze op met rood. Laat met de spuitbus en de kleur grijs, rook uit de schoorsteen komen. Heb je nog tijd over, versier dan verder je huis. Je kan bloemen tekenen, een zon, een boom, Opslaan en openen De tekening van dit huis gaan we bewaren. Op de computers in het leslokaal hebben jullie allemaal een eigen map. De lesgever zegt jullie welke naam deze map heeft. In deze cursus heet dit verder jouw map. Thuis kan je gewoon opslaan onder Mijn Documenten. Eerst moet je een naam bedenken voor je tekening. Je moet deze tekening na een langere tijd ook nog kunnen terug vinden. Je noemt dus niet tekening 1 of eerste tekening. Wel een goede naam is: huis, huis met blauwe deur, Wij kiezen voor deze oefening huis met blauwe deur als naam. Klik op Bestand. Klik op Opslaan als Er gaat een venster open: De computer wil onze tekening opslaan in mijn afbeeldingen. Jij wil dat jouw tekening bewaart wordt in jouw map. Klik in de linker kolom op mijn documenten. 1 9
klik daarna op nieuwe map maken (dit is het mapje met het oranje sterretje). Hier kun je een map aanmaken met jouw naam zodat je je tekening er in kunt opslaan. Noem deze map cursus laptop + jouw naam. Bv cursus laptop put danny. Klik op de naam van jouw map. De naam wordt nu donkerblauw. Klik dan op Openen. Je moet jouw map opendoen, voor dat je er iets in kan bewaren (dubbelklikken op de map)! De naam van jouw map komt nu weer bovenaan staan. Klik achter naamloos. Naamloos wordt nu donkerblauw. Typ nu: huis met blauwe deur (naamloos verdwijnt vanzelf!). Klik dan op Opslaan. Je tekening is nu bewaard in jouw map (cursus laptop + jouw naam), onder mijn documenten op de computer. Je kan het ook zien in de titelbalk. In plaats van naamloos paint staat er nu huis met blauwe deur paint. Sluit nu Paint. We gaan onze tekening terug openen. 2 0
Je bent nu terug op het bureaublad. Dubbelklik op Mijn Documenten. Dubbelklik op de naam van jouw map (cursus laptop + jouw naam). Dubbelklik op huis met blauwe deur. Het programma Paint en jouw tekening gaan open! Om een wijziging aan te brengen moet je eerst op het pictogram rechts onder de afbeelding klikken. Je herkent het aan een tekening met een potlood. Hier moet je 1x op klikken Je kan nu verder werken! 2 1
Maak met de verfpot de deur geel. Klik op Bestand Klik op Opslaan als Je krijgt nu dit scherm De computer gaat nu dadelijk naar jouw map, omdat je daar het laatst een tekening hebt in opgeslagen. De computer denkt dat je dat nu ook weer wil doen. Je was aan het werken in een tekening die al opgeslagen was. De computer wil je veranderingen opslaan over deze tekening. Als je de naam niet verandert, dan wordt je nieuwe tekening (met gele deur) bewaard als huis met blauwe deur. De tekening met de blauwe deur ben je dan kwijt! Wil je alle twee de tekeningen houden, dan moet je nu een andere naam geven. Noem deze tekening: huis met gele deur. Klik op opslaan. Sluit Paint. Dubbelklik op Mijn Documenten. Dubbelklik op Jouw Map (cursus laptop + jouw naam). Je ziet nu de twee tekeningen staan! Oefening In de werkset zie je ook een lijn, een rechthoek en een ovaal staan. Probeer met deze knoppen en de kleuren een huisje te maken met rechte lijnen, en sla dit op in jouw mapje onder een andere naam. 2 2
Les 3: Het toetsenbord Speciale knoppen 9 8 4 6 2 1 1 3 5 7 7 7 7 1. Shift 2. Shiftlock/Capslock 3. Spatiebalk 4. Tabtoets 5. Alt GR 6. Enter 7. Pijltjestoetsen 8. Backspace 9. Delete De Shift-toets Met deze toets kan je hoofdletters typen. Hoe doe je dit? Hou de shift-toets ingedrukt. Typ de letter. Laat de shift-toets los. De Shift Lock of Caps Lock-toets Als je deze toets één maal indrukt, dan wordt alles in hoofdletters getypt. Deze toets is een slot op je hoofdlettertoets. 2 3
Als het middelste groene lichtje links van de startknop brandt, dan staat je Shift Lock aan. Je zet het af door de Shift Lock nog een keer in te drukken. Lukt dit niet (het groene lichtje gaat niet uit), druk dan een keer op de Shift knop. De spatiebalk (= lange balk onderaan je toetsenbord) Deze toets dient om een spatie (= kleine witte ruimte) tussen woorden te typen. De TAB toets De toets werkt bijna hetzelfde als de spatiebalk maar in plaats van 1 opening te laten, laat deze 7 openingen met één druk op de toets. De Entertoets Met deze toets begin je een nieuwe lijn. De pijltjestoetsen Deze toetsen vervangen de muis. Ze dienen om de cursus in een tekst te verplaatsen. De Backspace-toets Met deze toets kun je fouten verbeteren. (Links van de cursor = van achter naar voor.) De Delete-toets Met deze toets kun je fouten verbeteren. (Rechts van de cursus = van voor naar achter.) 2 4
Speciale toetsen Sommige toetsen hebben 2 tekens: Het bovenste teken 8 is zoals een hoofdletter, je drukt op de shift-toets en op de 8 (tegelijk). Je zal zien dat de 8 op het blad verschijnt. Het onderste teken! is een gewone letter. Niet de 8 verschijnt maar het uitroepteken. Er zijn ook toetsen met 3 tekens: Het bovenste teken 2 is zoals een hoofdletter, je drukt op de shift-toets en op de 2 (tegelijk). Het onderste teken aan de linkerkant é is een gewone letter. Het onderste teken aan de rechterkant @ is een speciaal teken, dat je vormt door de ALT GR toets tegelijk in te drukken. Hoe doe je dit? Hou de Alt Gr toets ingedrukt, druk op de toets, laat dan de Alt Gr toets pas los. Je kunt dus zeggen dat: Alle tekens in de linkerbovenhoek met de shifttoets gebruikt moeten worden. Alle tekens in de linkeronderhoek gewoon getypt kunnen worden. Alle tekens in de rechteronderhoek met de Alt Gr toets gebruikt moeten worden. Veranderen van lettertype We kunnen het lettertype ook veranderen. Binnen open office kan men vele stijlen van lettertypen terugvinden, waarmee je je tekst mooier kan maken. Open in jouw map de tekst computercursus. Wanneer deze open is selecteer je het woord computerlessen. Ga naar lettertype. Hier zie je dat je als stijl Times New Roman hebt staan. Klik op de blauwe pijl en dit springt open. 2 5
Nu kan je een nieuwe stijl kiezen. Wanneer men een andere stijl kiest zal men zien dat de tekst verandert in de stijl die jij gekozen hebt. Kies nu verschillende stijlen en kijk wat er met je geselecteerde tekst gebeurt. Lettertypes groter of kleiner maken Net zoals je van lettertype of stijl kunt verander en kan je ook de grootte van de letters veranderen. Ga naar tekengrootte. Dit staat naast lettertype. Wanneer men op de blauwe pijl klikt, zal dit ook openspringen. Binnen dit kader kun je dan de grootte van het lettertype kiezen. Kies lettertype 24 en kijk wat er gebeurt. Verander dit naar een grootte die je zelf wil. Vet, cursief & onderstrepen Naast de grote van het lettertype vind je nog 3 tekens. Hiermee kun je letters VET drukken, cursief (scheef) drukken en iets onderlijnen. Zet het woord computerlessen nu in het vet, cursief en onderlijn het, door op elk van de 3 tekens te klikken. (Je moet natuurlijk eerst het woord selecteren.) 2 6
De kleur van het lettertype veranderen Je kunt de kleur van letters of woorden ook veranderen. Klik op tekstkleur. Klik op het blauwe pijltje naast de A. Er gaat een kader open met een heel palet van kleuren. Kies een van deze kleuren en kijk wat er met je tekst gebeurt. Nu kan je de hele tekst aanpassen zoals jij het graag zou hebben en wat jij mooi vind. Pas de hele tekst aan zodat jij de opmaak mooi vind. 2 7
Les 4: het toetsenbord herhaling en oefeningen. Herhaling Gewoon typen Om gewoon te typen kan men alle letters van het alfabet gebruiken. Maar ook de tekens die linksonder op een toets staan kunnen gebruikt worden (bekijk de 2de rij toetsen van het toetsenbord). Shifttoets Met deze toets kan men extra tekens gebruiken. Bij een gewone computer heeft men een apart toetenbord. Bij deze laptop niet. Wanneer men cijfers wil gebruiken moet men de shiftknop indrukken en gelijktijdig het cijfer indrukken dat men wil gebruiken. Alt GR toets Met de Alt GR toets kan men enkele speciale tekens gaan gebruiken. Deze tekens herkent men omdat ze rechts onder op een toets staan. 2 8
Oefeningen typen Oefening 1: gewoon typen Typ de tekens die je in het groen ziet staan 3 keer over. Elke keer staat in een nieuw kadertje. Klik eerst in het kadertje. Begin dan te typen. k & = a < )! h f ç é $ ù, à 1. 2. 3. Roep je begeleider als je klaar bent. Oefening 2: gewoon typen Typ de tekens die je in het groen ziet staan 3 keer over. Elke keer staat in een nieuw kadertje. Klik eerst in het kadertje. Begin dan te typen. a b c d e f g h I j k l m n o p q r s t u v w x y z 1. 2. 3. Roep je begeleider als je klaar bent. Oefening 3: gebruik shift Typ de tekens die je in het groen ziet staan 3 keer over. Elke keer staat in een nieuw kadertje. Klik eerst in het kadertje. Begin dan te typen. A 8 / 5? * R 1 L > _ G 1. 2. 3. Roep je begeleider als je klaar bent. 2 9
Oefening 4: gebruik shift Typ de tekens die je in het groen ziet staan 3 keer over. Elke keer staat in een nieuw kadertje. Klik eerst in het kadertje. Begin dan te typen. A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z 1. 2. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1. 2. Roep je begeleider als je klaar bent. Oefening 5: gebruik Alt gr Typ de tekens die je in het groen ziet staan 3 keer over. Elke keer staat in een nieuw kadertje. Klik eerst in het kadertje. Begin dan te typen. \ @ [ { ^ # ] } 1. 2. 3. Roep je begeleider als je klaar bent. Oefening 6: gewoon typen shift Alt gr Typ de tekens die je in het groen ziet staan 3 keer over. Elke keer staat in een nieuw kadertje. Klik eerst in het kadertje. Begin dan te typen. M 6 # k : $ > B = @! 9 F, 1. 2. 3. Roep je begeleider als je klaar bent. 3 0
Oefening 7: gewoon typen shift Alt gr Typ de tekens die je in het groen ziet staan 3 keer over. Elke keer staat in een nieuw kadertje. Klik eerst in het kadertje. Begin dan te typen. { µ è V & 8 \ $ D 6 ù < +? 1. 2. 3. Roep je begeleider als je klaar bent. Oefening 8: spaties Maak de tekst juist. Zet de spaties tussen de woorden. De groene zin is juist. De zwarte zin moet je verbeteren. 1. Mijn naam is Veerle. MijnnaamisVeerle. 2. Ik kom elke week naar de les. Ikkomelkeweeknaardeles. 3. Werken met de computer is plezant. Werkenmetdecomputerisplezant. Roep je begeleider als je klaar bent. Oefening 9: spaties Maak de tekst juist. Zet de spaties tussen de woorden. De groene zinnen zijn juist. De zwarte zinnen moet je verbeteren. 3 1
1. Vandaag werk ik op de computer. Met de computer werken is fijn. Ik ga elke week naar de les. Vandaagwerkikopdecomputer. Metdecomputerwerkenisfijn. Ikgaelkeweeknaardeles. 2. Mooi weer vandaag. De zon schijnt. Dat maakt me blij. Ik ga naar buiten. Mooiweervandaag. Dezonschijnt. Datmaakt meblij. Ikganaarbuiten. Roep je begeleider als je klaar bent. Oefening 10: Enter Maak de tekst juist. Zet de zinnen onder mekaar. De groene zinnen zijn juist. De zwarte zinnen moet je verbeteren. 1. Vandaag werk ik op de computer. Met de computer werken is fijn. Ik ga elke week naar de les. Vandaag werk ik op de computer.met de computer werken is fijn.ik ga elke week naar de les. 3 2
2. Mooi weer vandaag. De zon schijnt. Dat maakt me blij. Ik ga naar buiten. Mooi weer vandaag.de zon schijnt.dat maakt me blij.ik ga naar buiten. Roep je begeleider als je klaar bent. Oefening 11: Enter Maak de tekst juist. Zet de zinnen onder mekaar. Laat telkens 1 regel open. De groene zinnen zijn juist. De zwarte zinnen moet je verbeteren. 1. Vandaag werk ik op de computer. Met de computer werken is fijn. Ik ga elke week naar de les. Vandaag werk ik op de computer. Met de computer werken is fijn. Ik ga elke week naar de les. 2. Mooi weer vandaag. De zon schijnt. Dat maakt me blij. Ik ga naar buiten. Mooi weer vandaag. De zon schijnt. Dat maakt me blij. Ik ga naar buiten. Roep je begeleider als je klaar bent. 3 3
Oefening 12: Backspace Maak de tekst juist. Zet de zinnen onder mekaar. De groene zinnen zijn juist. De zwarte zinnen moet je verbeteren. 1. Vandaag werk ik op de computer. Met de computer werken is fijn. Ik ga elke week naar de les. Vandaag werk ik op de computer. Met de computer werken is fijn. Ik ga elke week naar de les. 2. Mooi weer vandaag. De zon schijnt. Dat maakt me blij. Ik ga naar buiten. Mooi weer vandaag. De zon schijnt. Dat maakt me blij. Ik ga naar buiten Roep je begeleider als je klaar bent. 3 4
Oefening 13: Backspace Maak de tekst juist. Zet de zinnen achter mekaar. De groene zinnen zijn juist. De zwarte zinnen moet je verbeteren. Ik ben Veerle. Ik ga elke week naar de computerles. Er zijn tien mensen in de les. We leren elke week veel bij. De ene keer is het al moeilijker dan de andere. Het is belangrijk dat we goed oefenen om alles onder de knie te krijgen. Ik ben Veerle. Ik ga elke week naar de computerles. Er zijn tien mensen in de les. We leren elke week veel bij. De ene keer is het al moeilijker dan de andere. Het is belangrijk dat we goed oefenen om alles onder de knie te krijgen. Roep je begeleider als je klaar bent. Oefening 14: Fouten verbeteren Doe de fouten weg. Rechts staat het juiste woord. Links staat het foute woord. De fout is rood. Doe de foute letter weg. Je kan je fouten wegdoen met : Backspace: ga achter de letter staan. Delete: ga voor de letter staan. fout geschreven Comptuter Mvuis Stoell Qprinter Scheerm Leraares Interanet juist geschreven computer muis stoel printer scherm lerares internet 3 5
Tekenprogrammma Tekstvervwerking harde schijfv tekenprogramma tekstverwerking harde schijf Roep je begeleider als je klaar bent. Oefening 15: Fouten verbeteren Doe de foute letter weg en zet de juiste in de plaats. Rechts staat het juiste woord. Links staat het foute woord. De foute letter is groen. Je kan je fouten wegdoen met : Backspace: ga achter de letter staan. Delete: ga voor de letter staan. Compuder Nuis Stoet Brinter Scherw Lorares Interbet Tekenproframma Tekstverkerking harze schijf computer muis stoel printer scherm lerares internet tekenprogramma tekstverwerking harde schijf Roep je begeleider als je klaar bent. Oefening 16: Speciale woorden Typ de groene woorden 3 keer over. ë: duw shift + Typ: e ë komt op je scherm ñ: - duw alt gr + ~ typ: n ñ komt op je scherm ê : - duw ^ typ e ê komt op je scherm 3 6
België señor fenêtre Roep je begeleider als je klaar bent. Oefening 17: Algemene oefening Typ de groene tekst over. Typ in het kadertje. Het kadertje wordt vanzelf groter als je typt. In België kan je niet skiën. De temperatuur zakt bijna nooit onder de 0 Celsius. SPIJTIG! Het teken # heet hekje; @ is de apenstaart. Er staan 2 schuine strepen op het toetsenbord: / en \. (4,5,6,) >>>>> fenêtre, Italië, señorita. Roep je begeleider als je klaar bent. 3 7