V$bii. Morra park. Voorlopige resultaten grond- en oppervlaktewater meetnet. M.P.T. Arts en R. Dijksma. RAPPORT 65 November 1995

Vergelijkbare documenten
Grondwaterstanden juni 2016

Notitie. HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning

Vergelijk resultaten van twee modelstudies voor de polder Quarles van Ufford

Notitie HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Onderwerp: Ontwerpnotitie De Run 1. Doelstelling 2. Informatiebehoefte

Extreme droogte 2018 Vechtstromen snakt (nog steeds) naar water

Kwetsbaarheid veenbasis: labmetingen en modelmatige evaluatie. Rob Hendriks

Donderdag 28-jan 6:30 8:27 11:54 12:54 15:34 17:23 19:20

Nederlandse droogteperiodes vanaf 1906 in beeld Bart Vreeken, Logboekweer.nl

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

Karla Kampman, Pepijn Abink Spaink, Gerard Bloemhof (gemeente Delft)

grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast?

5. Verdamping 1 91/ dag Maand Jan feb Mrt Apr Mei Jun Jul Aug Sep Okt Nov Dec

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.

Komende en volgende week blijft het warm en vrijwel droog. De neerslag zal onvoldoende zijn om het neerslagtekort niet verder op te laten lopen.

Waterbeheer. Semester 3 periode 1, minor water. Docent: E. Jonker. Datum: Gemaakt door: Lútsen Bonekamp. Johannes Woudsma.

Komende en volgende week blijft het warm en vrijwel droog. De neerslag zal onvoldoende zijn om het neerslagtekort niet verder op te laten lopen.

LMM e-nieuws 9. Inhoud. Modelleren van grondwateraanvulling. Neerslag vult vanaf de herfst het grondwater aan

Hydrologische mogelijkheden voor opzet van het zomerpeil op het IJsselmeer

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Kernboodschap: Waterbeheerders houden rekening met aanhoudende droogte

Bestemd voor : Van Dun advies B.V., t.a.v. de heer P. Monster, Dorpsstraat 54, 5113 TE ULICOTEN. Van : ing. G. Spruijt Paraaf :

Extra WKC bericht. Situatie: Aanhoudende droogte. Datum:

ICW-nota 1310 Team Integraal Waterbeheer Alterra-WUR

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem

Met vriendelijke groet,

Rioleringsadvies. Stadspark s-heerenberg. 20 juli Definitief

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

Bergingsberekeningen en controle afvoercapaciteit Plangebied Haatland

C.O.L.N. 60 JAAR LATER:

Toelichting partiële herziening peilbesluit Oude en Nieuwe Broekpolder - peilgebied ONP V

Maandoverzicht van het weer in Nederland. juli 2008

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.

Maandoverzicht van het weer in Nederland. augustus 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. maart 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. augustus 2009

Maandoverzicht van het weer in Nederland. mei 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. juni 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. oktober 2008

Limburg Waterproof Klimaat, water en landbouw

EFFECTEN PEILVERHOGING watergang langs het voormalige DEK terrein nabij Oostersingel en Vlietsingel te MEDEMBLIK

Maandoverzicht van het weer in Nederland. februari 2008

Maandoverzicht van het weer in Nederland. september 2008

RENHEIDE OP PEIL Doel pilot Beoogde effecten Maatregelen

Waterbalans kuststreek Is het water aan de kust in balans?

Watergebiedsplan Dorssewaard Terugkoppel avond. 1 januari 2010

Toepassing van instrumenten uit handboek op NATURA2000-gebied Boetelerveld

HUISSENSCHE WAARDEN AANVULLENDE GRONDWATERBEREKENING

Betreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde).

5/26/2008. Blokkeren maaiveldafvoer. Uitmijnen: P in grondwater. Maaiveldhoogte grasperceel a. Voorspelling oppervlakkige afvoer.

Projectnummer: C /LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: :0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Potenties voor vegetaties van Natte duinvalleien in het plangebied Hanenplas

Peilbesluit Horstermeerpolder en Meeruiterdijkse polder

Waterparagraaf Heistraat Zoom

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

WaterWerkplaatsen. Slimme oplossingen voor een klimaatrobuuster watersysteem. WaterWerkplaats voor bestuurders 1 november 2016

Inhoudsopgave hoofdstuk 15

Veerse Meer Metingen grondwaterstanden Landbouw

Amsterdam In de peilfilters zijn de grondwaterstanden waargenomen. Dit is met

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011

Samenstelling Levensloop Platina Fonds in 2015

Impact van éénmalige organische bemesting op de stikstofnalevering in meerjarige sierteelten

Actueel Waterbericht Week 3 Jaar 2015

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2012

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

1 Kwel en geohydrologie

Kort door de bocht, kunnen we zeggen dat eendenkroos vier dingen nodig heeft om te groeien: dat is water, zonlicht, warmte en nutriënten.

RISICOSIGNALERING Droogte

Nadere informatie. Weersverwachting

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Januari 2012

De warmteverliescoëfficiënt van een begane grondvloer bij toepassing van Drowa chips als bodemisolatie in kruipruimtes bij een tussenwoning

Slimme oplossingen voor een klimaatrobuuster watersysteem Gaat u mee op reis? ALV BPG 11 november 2016

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.

Erfafspoeling en groene zuivering

Bijlage 13-1: Stedelijke wateropgave Bargermeer noord

Memo. 1 Inleiding. 2 Eindprotocol

Fosfaatroutes van boerenperceel naar sloot

Onderzoek hoge grondwaterstanden regio zuid Kennemerland afgerond.

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

Maatregelen en voorontwerp Peilbesluit Walcheren. 5 september 2017

Projectplan Spoorsloot De Reigerstraat Delden

Huidige situatie en verwachtingen voor rivierafvoeren, (water)temperaturen en grondwater

BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN

Herinrichten van diepe plassen door hergebruik baggerspecie: Voor en nadelen voor de visstand. Joke Nijburg

Effecten van sedimentatie en erosie op de hoogteligging van het wad bij Paesens. Tussentijdse rapportage periode september 2003-december 2006

wiskunde A havo 2018-II

9:45 Overzicht van de KNMI 06 klimaatscenario s. neerslag en potentiele verdamping. Aad van Ulden en Geert Lenderink

Geohydrologisch rapport. stopproef winning weerseloseweg te Enschede

Presentatie tekst Velddag. Verdrogingsbestrijding Groote Peel. Peilopzet in combinatie met peilgesturde drainage

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Memo. Algemeen. drs. D.H. Edelman. Datum 5 maart 2012 Onderwerp Ontwatering Wienercomplex. Van

Bodem en Water, de basis

Kleine Beerze. Bijeenkomst. 13 juli 2017

GRONDWATERMEETNET. Schinveld, gemeente Onderbanken. Monitoringsrapportage 08 en grote onderhoudsronde. Periode maart 2015 april 2016

Kennisvraag: wat waren de herhalingstijden van de neerslag-, afvoer- en grondwatersituatie? In beeld brengen situatie zoals die buiten geweest is.

Vergelijking van het Nieuw Limburgs Peil met het Waterbeheerplan van waterschap Peel en Maasvallei

Peilregime Hoge Boezem van de Overwaard na aanpassing afsluitmiddel

Schieraalmigratie vanuit de Zwarte Sluispolder naar de Westerschelde. Johan Coeck, David Buysse, Ans Mouton

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam

Memo. Figuur 1 Overzicht plangebied en omgeving (bron: googlemaps) blad 1 van 7

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

Transcriptie:

Morra park Voorlopige resultaten grond- en oppervlaktewater meetnet M.P.T. Arts en R. Dijksma RAPPORT 65 November 1995 Vakgroep Waterhuishouding Nieuwe Kanaal 11, 6709 PA Wageningen ISSN 0926-230X V$bii

INHOUDSOPGAVE pag 1 INLEIDING 1 2 AFVOER OVERTOLLIG WATER 3 3 GRONDWATERSTAND 5 4 OPPERVLAKTE WATER PEIL 6 5 OPPERVLAKTE WATERKWALITEIT 7 6 CONCLUSIES 8 LITERATUUR 8 BIJLAGE 9 Bijlage 1 Q-h relatie meetstuw FIGUREN Figuur 1 Het grond- en oppervlakte water meetnet 2 Figuur 2 Neerslag versus afvoer 3 Figuur 3 Maandoverzicht neerslag, verdamping en afvoer 4 Figuur 4 Grondwaterstanden ten opzichte van peil in vijver 2 5 Figuur 5 Peilen van 2 vijvers in het Morra Park 6 Figuur 6 Elektrisch Geleidings Vermogen op verschillende lokaties in het Morra Park 7 TABELLEN Tabel 1 Grove waterbalans Morra Park (maart 94-mei 95) 4

OPPERVLAKTEWATER IN HET MORRAPARK. Stroomrichting oppervlaktewater Figuur 1 : Het grond-enoppervlaktewater meetnet. vijver 1, vijver 2: PB 1..4: WK 1..5: meetpunten voor peilhoogte meting peilbuizen voor meting grondwaterstand tussen 2 watergangen monsterpunten waterkwaliteit Dit rapport geeft de eerste (voorlopige) resultaten van dit project weer. In hoofdstuk 2 zijn de gegevens over het peil in twee vijvers uitgewerkt, in hoofdstuk 3 de gegevens van de waterkwaliteit, in hoofdstuk 4 de afvoer, in hoofdstuk 5 de grondwaterstanden en in hoofdstuk 6 worden de conclusies beschreven.

2 AFVOER OVERTOLLIG WATER Het neerslagoverschot dat niet geborgen wordt in de systeem, wordt afgevoerd via het gescheiden rioolwaterstelsel en via een scherpe V-vormige overlaat in de zuidwestelijke hoek van het Morra Park (zie figuur 1). Van de afvoer via het rioolwaterstelsel zijn geen gegevens bekend. De afvoer over de V-vormige overlaat is elke 15 minuten gemeten met behulp van peilregistratie. DeQ-h relatie voor de V- vormige overlaat staat beschreven in bijlage 1. In figuur 2 is de afvoer van de V- vormige overlaat uitgezet tegen de neerslaggegevens van het KNMI weerstation Drachten. De afvoer is uitgedrukt in een waterschijf over het Morra Park, oppervlakte 9,7 ha.. Afvoer vindt voornamelijk plaats als het systeem verzadigd is. Dit is af te leiden uit de geringe afvoer tijdens de zomermaanden en de grote afvoer bij neerslagpieken tijdens de wintermaanden. Verder is een duidelijk na-ijlingseffect van de extreem natte winter van 1993-1994 waar te nemen in het voorjaar van 1994 wanneer er gedurende een lange periode afvoer plaats vindt. DATUM dagdabletoverlaat neerslag I Figuur 2: Neerslag versus de afvoer

Met behulp van de afvoergegevens van Morra Park, de neerslag gegevens van Drachten en de verdampings gegevens van Leeuwarden is een grove waterbalans opgesteld. In figuur 3 zijn de cumulatieve maandsommen tegen elkaar uitgezet. Uit figuur 3 blijkt dat maar een klein gedeelte van het neerslagoverschot (neerslag - verdamping) door de V-vormige overlaat afgevoerd wordt. E223 neerslag ^ ^ verdamping afvoer 31-Mar-94 31-May-94 31-Jul-94 30-Sep-94 30-NOV-94 31-Jan-95 31-Mar-95 31-May-95 30-Apr-94 30-Jun-94 31-Aug-94 31-Oct-94 31-D8C-94 28-Feb-95 30-Apr-95 DATUM Figuur 3: Maandoverzicht neerslag, verdamping en afvoer De waterbalans is berekend door de verdamping, afvoer door de V-vormige overlaat en aanvoer uit de boezem, van de neerslag af te trekken. Tabel 1 geeft een overzicht van de cumulatieve waarden over de periode; maart 1994 t/m mei 1995. NEERSLAG VERDAMPING AFVOER (11716m 3 ) AANVOER uit boezem WEGZIJGING (426 dagen) 1439 mm 919mm 121 mm Omm 399mm 0,94 mm/d Tabel 1 : Grove waterbalans Morra Park (maart 94 - mei 95) De afvoer van overtollig water door het rioolstelsel is niet in de berekening meegenomen omdat gegevens omtrent die afvoer ontbreken. De wegzijging naar de ondergrond zal dus lager zijn dan 0,94 mm/d. In midden Friesland is een dergelijke wegzijging naar de ondergrond, reëel.

3 GRONDWATERSTAND De grondwaterstand tussen twee watergangen is gemeten in een raai van 4 peilbuizen (zie figuur 1). In figuur 4 zijn de grondwaterstanden van de 4 peilbuizen uitgezet ten opzichte van het peil in vijver 2. De grondwaterstand en in mindere mate het peil van de vijver volgen duidelijk de seizoensinvloeden. De onderlinge verschillen tussen de peilbuizen worden waarschijnlijk deels veroorzaakt door de heterogeniteit van de bodem. Verder blijkt uit figuur 4 dat de opbolling van de grondwaterstand tussen beide sloten niet steeds lensvormig is. De grondwaterstand aan de randen (peilbuis 1 en 4) is soms hoger dan de peilbuizen daartussen. De afvoer van het neerslagoverschot geschiedt dus niet alleen door de watergangen maar ook via het grondwater. Uit de grondwaterstand ten opzichte van het maaiveld blijkt dat de grondwaterstand in de wintermaanden het maaiveld nadert. Dit was bij het ontwerp van het park voorzien en daarom is gekozen om voor een kruipruimteloze bouw. De ontwateringsnorm voor woningbouw (0,70 m-maaiveld) met kruipruimte hoeft daarom niet te worden gehaald. 0,8 0,6 _ maaiveld 0,75 m +NAP A^> a ) 0,4 ] 0,2 0 0,2 0,4 tï \=4 l/\l \ f -B- PEILB 1 - - PEILB2 -A- PEILB 3 -e- PEILB4-0- PEIL VIJVER 2 0,6 0,8 03-Mar-94 19-Apr-94 05-Jun-94 22-Jul-»4 07-Sap->4 24-Oct-M 10-DM-M 26-JMVSS Datum 14-MW-96 30-Apr-95 16-Jun-95 Figuur 4: Grondwaterstanden tenopzichtevanpeilvijver 2.

4 OPPERVLAKTE WATER PEIL Het peil van het oppervlakte water in het Morra Park is op twee lokaties gemeten met behulp van peilschalen. De gegevens van de peilen staan beschreven in figuur 5. De peilfluctuaties van vijver 1 zijn tijdens de gehele meetperiode vrij gering. Het peil in vijver 1 wordt bepaald door een combinatie van factoren; de neerslag, de windmolen en pomp die de circulatie van het oppervlakte water moeten verzorgen en de stuwen die stroomafwaarts van de vijver 1 gesitueerd zijn. Het peil in vijver 2 mag representatief worden verondersteld voor de rest van het open water in het Morra Park. Het peil varieert tijdens de meetperiode tussen ± -0,65 m+nap en -0,35 m+nap (bodemniveau -1.00 m+nap). Dit ondanks de droge zomer van 1994 en de extreme winter van 1994-1995. De water buffering tijdens de wintermaanden is dus voldoende om het droogvallen tijdens de zomermaanden tegen te gaan. In deze meetperiode is het niet nodig gebleken om gebiedsvreemd water het Morra Park in te laten om het peil te verhogen. In de wintermaanden en tijdens extreme neerslagpieken wordt het overtollige water afgevoerd bij een afvoerpunt van ± -0,56 m+nap. VIJVER 1 VIJVER 2 03-Mar-94 19-Apr-94 OS-Jun-94 22-JJ-94 07-Sap-M 24-Oct-M 10-Dac-M 26-JH1-95 14-Mar-»5 30-Apr-95 16-Jun-95 DATUM Figuur 5: Peilen van 2 vijvers in het Morra Park.

OPPERVLAKTEWATERKWALITEIT De kwaliteit van het oppervlakte water in Morra Park wordt op twee manieren gemeten. De provincie Friesland neemt 6 keer per jaar monsters in het Morra Park en analyseert deze op: Zuurstof Chloride Kjeldahl EGV Temperatuur Nitraat Ortho fosfaat Ammonium ph Nitriet Totaal fosfaat De provincie Friesland bemonstert 2 keer per jaar de waterbodems. Het Waterschap het Koningsdiep meet op 5 lokaties (zie figuur 1) in en rond het Morra Park het Elektrisch Geleidings Vermogen (EGV). Voor de resultaten van de waterkwaliteitsbemonstering wordt verwezen naar het rapport 'Kwaliteit oppervlakte water Friesland 1994' van het Waterschap Friesland; november 1995. De metingen van de EGV zijn weergegeven in figuur 6. Gedurende de meetperiode is de variatie in de tijd groter dan de verschillen tussen de meetpunten onderling. Het lijkt erop dat vooral in het voorjaar van 1995 duidelijke verschillen in de EGV optreden. Dit kan veroorzaakt worden door het biezenfilter. Het biezenfilter is in 1994 nog niet zo goed ontwikkeld dan in 1995 waardoor de reinigende werking minder groot is. Vooral in het voorjaar worden nutriënten uit het oppervlakte water opgenomen die vervolgens gedurende de zomerperiode worden omgezet in biomassa. Over het algemeen ligt de EGV van het Morra Park hoger dan dat van de boezem waar meer oppervlakte water verdunning optreedt. Maar de verschillen zijn marginaal. De reinigende werking van het riet en biezenveld werkt dus naar wens. 500 ro Siemens/cm) g s E 200 > UJ - ^ e ^ \^^#\ A Vf ^v ' s^=^^^^v!/0 \\ / W LJUi N^J/ ^ %n\ïï 2 *- J< sjv 100 22-Apr-94 03-Jun-94 15-Jul-94 26-Aug-94 07-Oct-94 18-NOV-94 30-Dec-94 10-Feb-95 24-Mar-95 05-May-95 16-Jun-eS -m- vijver 1 -e- sloot bij houten fietsbrug -0- vijver 2 -e- boezem -A- slootbij betonnenbrug Figuur 6: Elektrisch Geleiding Vermogen op verschillende lokaties in het Morra Park.

6 CONCLUSIES Op basis van de korte meetreeks kunnen de volgende voorlopige conclusies worden getrokken: De buffering van het overtollige regenwater is voldoende geweest om het peil en de oppervlakte waterkwaliteit in het Morra Park binnen aanvaardbare grenzen gehouden. Ondanks het extreme neerslagtekort tijdens de zomer van 1994 en 1995 is het niet nodig gebleken om gebiedsvreemd water in te laten. Afvoer van het oppervlakte water treedt alleen op wanneer het systeem verzadigd is. Bij hoge grondwaterstanden en veel neerslag wordt overtollig water afgevoerd via de V-vormige overlaat. In de wintermaanden kan het grondwaterpeil tussen de watergangen het maaiveld naderen en daarmee kunnen de vloeren van de huizen nat worden. De doelstellingen die opgesteld zijn tijdens het ontwerp van Morra Park worden dus tijdens de eerste meetperiode gehaald. LITERATUUR 1 Boom, Milieukundig Onderzoek en Ontwerp Büro et. al, MORRA PARK, Water in de woonomgeving, april 1991, pag 1-2. 2 Boiten W. et.al, Discharge Measurement Structures, 1978, pag 159, 164 3 Waterschap Friesland, Kwaliteit oppervlakte water Friesland 1994, nov 1995, impress 8

BIJLAGE 1 Q-h RELATIE MEETSTUW De afvoer van water is gemeten met behulp een meetstuw zie figuur 1. De scherpe V-vormige overlaat heeft een overstorthoogte van maximaal 6 cm daarna wordt de meetstuw rechthoekige. Figuur 1 : Meetstuw Voor de V-vormige overlaat, tot 6 cm overstorthoogte is de volgende Q-h relatie genomen, (lit: Discharge measurements structures, Boiten et. al.,1978) Q. c e x ±* fö x tan( )x (hfk h ) 2-5 O) Q = debiet (l/s) Ce = effectief debiet coëfficiënt = 0,579 O = hoek overlaat = 53,8 h e = (h 1+ K h ) h 1 = overstorthoogte K h = effecten van de viscositeit = 1,4 mm Voor de rechthoekige overlaat, boven een overstorthoogte van 6 cm is de volgende Q-h relatie genomen, (lit: Discharge measurements structures, Boiten et. al.,1978) Q-C e * I* v/2g * ß e * CV**) 1 ' 5 (2) Q = debiet (l/s) Ce = effectief debiet coëfficiënt = 0,602 + 0,075 * h/p p = kruinhoogte =0,223 m B e = effectieve breedte = 1 K = (h 1+ K h ) h 1 = overstorthoogte K h = effecten van de viscositeit = 0,001 mm