BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE RAADSVRAGEN 2017, NUMMER 81 Datum 28 augustus 2017 Van College B&W Behandeld door S. Mateman Doorkiesnummer 030-28 66237 E-mailadres s.mateman@utrecht.nl Kenmerk 4720921 Beleidsveld Werk en Inkomen Geachte leden van de raad, Hierbij ontvangt u de beantwoording van de schriftelijke raadsvragen jaargang 2017 nummer 81 van Heleen de Boer en Ruben Post over Bijverdienen in de bijstand via Flextensie (2). Vraag 1 In de overeenkomst tussen gemeente Utrecht en Flextensie staat dat het contract afloopt op 1 oktober 2017 en dat uiterlijk begin augustus een evaluatie plaatsvindt en een gesprek over eventuele verlenging van het contract. Heeft die evaluatie inmiddels plaatsgevonden? Wat waren daarvan de conclusies? Is het college bereid de evaluatie naar de raad te sturen? Antwoord 1 Ja, er heeft een evaluatiegesprek plaats gevonden. Dit is niet vastgelegd in een evaluatierapport dat als zodanig naar de raad gestuurd kan worden. De conclusies van de evaluatie luiden als volgt: - Flextensie wordt door de uitvoering van Werk en Inkomen ervaren als een nuttig en waardevol reintegratieinstrument; - Hoewel er geen uitstroomdoelstelling aan verbonden is, heeft de inzet van Flextensie (mede) geresulteerd in een uitstroom van 25 personen uit de uitkering. Daarnaast zijn er 70 kandidaten via de flexpool aan het werk geweest. Vraag 2 Als antwoord op eerdere schriftelijke vragen (SV 2016/170) heeft het college aangegeven dat bij de dienstverlening via Flextensie geen sprake is van verdringing van reguliere (uitzend)arbeid. Echter, in de samenwerkingsovereenkomst tussen Flextensie en afdeling de gemeente lezen we (punt 4.6) dat het Werkgevers Service Punt (WSP) tijdelijk opdrachten die door werkgevers bij hen wordt aangemeld, ter invulling neerlegt bij Flextensie. Dit terwijl naar het idee van GroenLinks en de PvdA werkgevers het werk aanmelden als echt werk, dus met normale loonbetaling (en gezagsverhouding). Hoe valt dit te rijmen met de opvatting dat er geen verdringing plaatsvindt? Antwoord 2: Flextensie wordt ingezet voor flexwerk. Het gaat om echt werk, maar altijd om opdrachten van een beperkt aantal uren en/of een zeer korte periode. Flextensie wordt ingezet als re-integratie instrument. Kandidaten vergroten hun werknemersvaardigheden, doen werkervaring op en bouwen aan een netwerk. Er zijn strenge voorwaarden verbonden aan de inzet van Flextensie. Er is een maximale duur van zes maanden dat er via Flextensie gewerkt mag worden, kandidaten ontvangen een premie voor arbeidsinschakeling (waardoor werken loont) en opdrachtgevers betalen een marktconform tarief. In het kader van re-integratie vinden wij deze invulling tijdelijk acceptabel.
Vraag 3 In Hoorn zijn bijvoorbeeld mensen via Flextensie uitgeplaatst naar de Action. Is bekend bij welke werkgevers in Utrecht mensen via Flextensie aan het werk zijn gegaan? Als er geen mensen via Flextensie waren aangeleverd, hoe waren deze (tijdelijke) vacatures naar het oordeel van de gemeente dan ingevuld? Antwoord 3: Ja, dat is bekend. In Utrecht zijn kandidaten ingezet op opdrachten in een veelheid aan sectoren, maar altijd op opdrachten van korte duur en/of weinig uren. Hoe deze opdrachten ingevuld waren zonder inzet van het instrument Flextensie is niet bekend. Vraag 4 In antwoord op SV 2016/170 gaf het college aan dat Flextensie bedoeld is voor mensen uit arrangement 3, om werkervaring op te doen. Echter, in de samenwerkingsovereenkomst met de gemeente staat dat 15% van de deelnemers uit arrangement 1 komt. In arrangement 1 zitten mensen die in beginsel zo aan het werk kunnen. Waarom worden deze mensen dan toch via Flextensie aan het werk gezet? Antwoord 4 Bij de start van de pilot in 2015 is de instroom vanuit arrangement 1 als tijdelijke maatregel toegestaan. Het is altijd de bedoeling geweest Flextensie in te zetten voor arrangement 3. Vraag 5 In de samenwerkingsovereenkomst staat dat per maand 25 mensen in de pool van Flextensie worden gezet. Over een heel jaar (oktober 2016 t/m september 2017) dus 300 personen. Als er na 4 maanden door hen geen opdracht is gedaan, worden ze weer uit de pool gegooid. Hoeveel personen zijn tot nu toe in de pool van Flextensie geplaatst? Hoeveel van hen zijn daadwerkelijk via de constructie aan het werk gegaan, hoeveel zijn uitgeplaatst naar regulier werk en hoeveel hebben zonder aan het werk te zijn geweest de pool weer verlaten? En hoe was bij al deze aantallen de verdeling tussen mensen uit arrangement 3 en mensen uit arrangement 1? Antwoord 5 Sinds de start van Flextensie zijn er in totaal 205 kandidaten ingeschreven geweest in de flexpool en zijn er 70 kandidaten op opdrachten geplaatst (peildatum mei 2017). Acht kandidaten zijn uitgestroomd naar een arbeidscontract bij de opdrachtgever waar ze ook via het instrument Flextensie geplaatst zijn geweest. Nog eens 17 zijn uitgestroomd nadat ze, na plaatsing, zijn doorbemiddeld naar een andere baan. Het is ook regelmatig voorgekomen dat kandidaten na het intakegesprek direct zijn voorgesteld voor een opdracht met een regulier arbeidscontract. Wanneer de opstap naar werk niet noodzakelijk blijkt te zijn, probeert de medewerker van het WSP zoveel mogelijk direct te bemiddelen. Wat betreft de verdeling naar arrangement: deze verdeling wordt wel aan de voorkant gehanteerd als selectiecriterium, maar wordt in de administratie van de flexpool niet bijgehouden. Vraag 6 Volgens de werkafspraken tussen Flextensie en W&I is plaatsing via Flextensie een van de opvolgingsinstrumenten na een werkervaringsplaats (WEP). Hebben alle kandidaten die geplaatst zijn inderdaad eerst een werkervaringsplaats gehad? Waarom is na het afronden daarvan opnieuw een instrument gericht op ontwikkeling werknemersvaardigheden en arbeidsritme nodig? Hoe lang wordt hiermee voor de kandidaten de totale termijn van werken zonder loon? Antwoord 6 Deze werkafspraak is begin 2017 geschrapt omdat dit bij nader inzien geen goede werkafspraak was. Conform het beleid van de gemeente Utrecht is de maximale termijn dat mag worden gewerkt met behoud van uitkering zes maanden. Flextensie wordt beschouwd als een werkervaringsplaats en het is niet toegestaan dat die volgt op een andere werkervaringsplaats.
Vraag 7 In de afspraken staat dat deelname aan Flextensie op vrijwillige basis is. Hoe werkt de aanmeldingsprocedure? Wordt met spontane aanmeldingen het aantal afgesproken plekken wel gehaald? Zo nee, moet de gemeente dan toch voor niet ingevulde plekken betalen? Zijn er mensen die een waarschuwing of korting op hun uitkering hebben gehad (maatregel) omdat ze niet (meer) aan het Flextensietraject wilden meewerken? Antwoord 7 De aanmelding voor Flextensie gaat als volgt: Kandidaten melden zichzelf aan, met een inschrijfformulier en hun CV. Na aanmelding volgt er een intakegesprek met een medewerker van het Flextensie. Zowel voor de kandidaat als voor de gemeente is dit een go/no go moment: past Flextensie als re-integratieinstrument bij deze kandidaat? Zo nee, dan wordt de kandidaat doorverwezen naar een passendere voorziening. Het aantal afgesproken plekken in de pool wordt op dit moment niet gehaald. De gemeente hoeft niet te betalen voor niet ingevulde plekken. Omdat deelname aan Flextensie vrijwillig is, is een waarschuwing of maatregel niet aan de orde wanneer iemand niet langer aan de flexpool wil deelnemen. Er zijn hiervoor dus geen waarschuwingen gegeven, noch maatregelen opgelegd. Deelname aan de flexpool is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Kandidaten die Flextensie-opdrachten weigeren worden dan ook uitgeschreven uit de pool. Vraag 8 In een memo van Flextensie van 27-9-2016 berekent Flextensie dat de gemeente door de constructie met Flextensie een positief resultaat behaalt van 89.000 euro per jaar, waar na aftrek van personele kosten 36.500 euro van overblijft. Dit is zonder effecten van verwachte uitstroom (dat zou volgens de memo het resultaat doen toenemen tot 132.000 euro over een jaar). Hoe hoog zijn tot nu toe de werkelijke opbrengsten voor de gemeente geweest van deze constructie, voor en na aftrek van personele kosten? Is hiermee dit instrument niet vooral een verdienmodel voor de gemeente (en Flextensie) in plaats van een zinvol re-integratie-instrument? Antwoord 8 Voor de gemeente Utrecht is de inzet van dit instrument tot nu toe budgetneutraal geweest. Uitstroom uit de uitkering resulteert als gevolg van het verdeelmodel en de vangnetregeling voor de BUIGmiddelen niet direct in een besparing. Uit de gesprekken met Flextensie hebben wij begrepen dat het project in Utrecht voor Flextensie tot nu toe verliesgevend is geweest. Het instrument is daarmee zeker niet voornamelijk een verdienmodel, maar voornamelijk een reintegratieinstrument dat kandidaten met een relatief lange afstand tot de arbeidsmarkt en een relatief lage uitstroomkans weer perspectief geeft op deelname aan de arbeidsmarkt. In totaal is er vanaf oktober 2016 tot en met juli een bedrag van 103.000 aan omzet uit plaatsingen geweest. Hieruit zijn ook de premies en de reiskostenvergoeding voor kandidaten gefinancierd. Het risico voor de personele kosten van een intercedent Flextensie bij het WSP ligt gedurende dit project geheel bij Flextensie b.v.. Vraag 9 Is er al een onomkeerbaar besluit genomen over het al dan niet na 1 oktober 2017 verlengen van de overeenkomst met Flextensie? Zo nee, is de wethouder dan bereid contact op te nemen met zijn collega De Jong in Hoorn om van haar de precieze overwegingen te vernemen om van verdere samenwerking af te zien en om de raad te informeren over de uitkomsten hiervan? Antwoord 9 Nee, er is nog geen onomkeerbaar besluit genomen om verder te gaan met Flextensie. Ook het college kijkt kritisch naar de inzet van Flextensie en hecht er aan om verdringing te voorkomen. Een recente ontwikkeling is dat het instrument Flextensie per 1 oktober in het publieke domein wordt gebracht doordat het wordt overgenomen door de Nederlandse Vereniging voor Sociale Innovatie (NVSI). Als het college door wil gaan met Flextensie, moet de gemeente lid worden van deze vereniging. De gemeenten die lid zijn van de NVSI stellen samen de kaders vast voor de inzet van
Flextensie. De gemeente wil deze mogelijkheid onderzoeken en eerst bespreken met de Cliëntenraad, waarbij de gemeente inzet op de volgende eisen om verdringing tegen te gaan: - Maximale duur inzet kandidaten via Flextensie is zes maanden, of drie maanden zodra 20 uur of meer per week wordt gewerkt. - Doelgroep is mensen die niet job-ready zijn. Voor Utrecht is dat arrangement 3. - Inzet Flextensie mag niet binnen een half jaar vóór of na inzet op een reguliere (onbetaalde) werkervaringsplaats. - Premie voor arbeidsinschakeling is 2 euro per uur. - Het tarief van Flextensie voor opdrachtgevers wordt gesteld op het wettelijk minimumloon vermeerderd met de werkgeverslasten, tenzij deelnemers via Flextensie werken in een branche of bedrijf waarvoor een CAO geldt. Dan moet het tarief aangepast worden aan die CAO. - Betaald werk gaat voor. Deelnemers flexpool houden status beschikbaar voor werk. Indien de leden van de NVSI bij meerderheidsbesluit tot ruimere voorwaarden besluiten zal Utrecht er in beginsel voor kiezen geen gebruik meer te maken van Flextensie. De door de gemeenteraad van Hoorn aangenomen motie treft u aan in de bijlage. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Utrecht, de secretaris, de burgemeester,
SV van Heleen de Boer (GroenLinks) en Ruben Post (PvdA): Bijverdienen in de bijstand via Flextensie (2) In Trouw van 12 juli lazen de fracties van GroenLinks en de PvdA het volgende bericht: Hoorn wil stoppen met bemiddelaar Flextensie De gemeenteraad van Hoorn dringt er in overgrote meerderheid op aan te stoppen met de samenwerking tussen sociaal werkbedrijf Werksaam Westfriesland en het bedrijf Flextensie dat uitkeringsgerechtigden verhuurt voor rond de 12 euro per uur. Die werkwijze lijkt te veel op een uitzendbureauconstructie, vindt de raad. Ze acht de constructie omstreden omdat de uitkeringsgerechtigden er financieel weinig mee opschieten en het lijkt of er verdringing optreedt. Bij de Action in Zwaag, nabij Hoorn, werken 24 medewerkers via Flextensie. Wethouder Judith de Jong gaat er bij de zes andere gemeenten in de regio op aandringen het contract met Flextensie te beëindigen. Naar aanleiding hiervan en op grond van opgevraagde achterliggende stukken, hebben de fracties van GroenLinks en de PvdA - als vervolg op de eerdere SV de volgende vragen: 1. In de overeenkomst tussen gemeente Utrecht en Flextensie staat dat het contract afloopt op 1 oktober 2017 en dat uiterlijk begin augustus een evaluatie plaatsvindt en een gesprek over eventuele verlenging van het contract. Heeft die evaluatie inmiddels plaatsgevonden? Wat waren daarvan de conclusies? Is het college bereid de evaluatie naar de raad te sturen? 2. Als antwoord op eerdere schriftelijke vragen (SV 2016/170) heeft het college aangegeven dat bij de dienstverlening via Flextensie geen sprake is van verdringing van reguliere (uitzend)arbeid. Echter, in de samenwerkingsovereenkomst tussen Flextensie en afdeling de gemeente lezen we (punt 4.6) dat het Werkgevers Service Punt (WSP) tijdelijk opdrachten die door werkgevers bij hen wordt aangemeld, ter invulling neerlegt bij Flextensie. Dit terwijl naar het idee van GroenLinks en de PvdA werkgevers het werk aanmelden als echt werk, dus met normale loonbetaling (en gezagsverhouding). Hoe valt dit te rijmen met de opvatting dat er geen verdringing plaatsvindt? 3. In Hoorn zijn bijvoorbeeld mensen via Flextensie uitgeplaatst naar de Action. Is bekend bij welke werkgevers in Utrecht mensen via Flextensie aan het werk zijn gegaan? Als er geen mensen via Flextensie waren aangeleverd, hoe waren deze (tijdelijke) vacatures naar het oordeel van de gemeente dan ingevuld? 4. In antwoord op SV 2016/170 gaf het college aan dat Flextensie bedoeld is voor mensen uit arrangement 3, om werkervaring op te doen. Echter, in de samenwerkingsovereenkomst met de gemeente staat dat 15% van de deelnemers uit arrangement 1 komt. In arrangement 1 zitten mensen die in beginsel zo aan het werk kunnen. Waarom worden deze mensen dan toch via Flextensie aan het werk gezet? 5. In de samenwerkingsovereenkomst staat dat per maand 25 mensen in de pool van Flextensie worden gezet. Over een heel jaar (oktober 2016 t/m september 2017) dus 300 personen. Als er na 4 maanden door hen geen opdracht is gedaan, worden ze weer uit de pool gegooid. Hoeveel personen zijn tot nu toe in de pool van Flextensie geplaatst? Hoeveel van hen zijn daadwerkelijk via de constructie aan het werk gegaan, hoeveel zijn uitgeplaatst naar regulier werk en hoeveel hebben zonder aan het werk te zijn geweest de pool weer verlaten? En hoe was bij al deze aantallen de verdeling tussen mensen uit arrangement 3 en mensen uit arrangement 1?
6. Volgens de werkafspraken tussen Flextensie en W&I is plaatsing via Flextensie een van de opvolgingsinstrumenten na een werkervaringsplaats (WEP). Hebben alle kandidaten die geplaatst zijn inderdaad eerst een werkervaringsplaats gehad? Waarom is na het afronden daarvan opnieuw een instrument gericht op ontwikkeling werknemersvaardigheden en arbeidsritme nodig? Hoe lang wordt hiermee voor de kandidaten de totale termijn van werken zonder loon? 7. In de afspraken staat dat deelname aan Flextensie op vrijwillige basis is. Hoe werkt de aanmeldingsprocedure? Wordt met spontane aanmeldingen het aantal afgesproken plekken wel gehaald? Zo nee, moet de gemeente dan toch voor niet ingevulde plekken betalen? Zijn er mensen die een waarschuwing of korting op hun uitkering hebben gehad (maatregel) omdat ze niet (meer) aan het Flextensietraject wilden meewerken? 8. In een memo van Flextensie van 27-9-2016 berekent Flextensie dat de gemeente door de constructie met Flextensie een positief resultaat behaalt van 89.000 euro per jaar, waar na aftrek van personele kosten 36.500 euro van overblijft. Dit is zonder effecten van verwachte uitstroom (dat zou volgens de memo het resultaat doen toenemen tot 132.000 euro over een jaar). Hoe hoog zijn tot nu toe de werkelijke opbrengsten voor de gemeente geweest van deze constructie, voor en na aftrek van personele kosten? Is hiermee dit instrument niet vooral een verdienmodel voor de gemeente (en Flextensie) in plaats van een zinvol re-integratie-instrument? 9. Is er al een onomkeerbaar besluit genomen over het al dan niet na 1 oktober 2017 verlengen van de overeenkomst met Flextensie? Zo nee, is de wethouder dan bereid contact op te nemen met zijn collega De Jong in Hoorn om van haar de precieze overwegingen te vernemen om van verdere samenwerking af te zien en om de raad te informeren over de uitkomsten hiervan?