~ 1 ~ Functionele taalvaardigheid/ tekstgeletterdheid Eindtermen (P)AV voor 2 de graad SO 3 de graad SO 3 de jaar 3 de graad SO DBSO niveau 2 de graad DBSO niveau 3 de graad DBSO niveau 3 de jaar 3 de graad De lln kunnen uit mondelinge en De lln kunnen uit diverse De lln kunnen informatief luisteren De lln kunnen uit mondelinge en De lln kunnen uit diverse schriftelijke informatie de essentie tekstsoorten relevante informatie en lezen schriftelijke informatie de essentie tekstsoorten relevante informatie halen (LPD 1,5) selecteren. (LPD 1,8,27) (LPD 13,22,23,27) halen. (LPD 2,6) selecteren. (LPD 2,8) De lln kunnen informatief luisteren en lezen (LPD 11,16,17,19) De lln kunnen luisteren in interactie met anderen (LPD 3,12,14,16) De lln zijn mondeling assertief: ze kunnen informatie inwinnen, samenvatten en meedelen. (LPD 1,3,11,14,16,19) De lln kunnen schriftelijk informatie aanvragen en meedelen in herkenbare en concrete situaties (LPD 1,2,3,16,17) De lln kunnen hun eigen mening en gevoelens uiten (LPD 12,13,14) De lln hanteren gepaste taal en omgangsvormen (LPD 3,11,12,14,16 De lln kunnen hulpmiddelen gebruiken om taalvaardig te handelen en hun communicatie te verbeteren (LPD 4,11,12,15,16,24) De lln kunnen over die informatie reflecteren en ze evalueren (LPD 2,3) De lln kunnen ingewonnen informatie mondeling gebruiken. (LPD 4,5,15,18,33) De lln kunnen eenvoudige informatie schriftelijk formuleren (LPD 5,6) De lln kunnen zich mondeling duidelijk uiten (LPD 5,6,7,15,33) De lln kunnen mondeling argumenteren (LPD 15) relevante tekstinformatie praktisch aanwenden. (LPD 3) relevante tekstinformatie kritisch beoordelen. (LPD 5,7) De lln kunnen voor een specifieke opdracht uit verschillende soorten teksten informatie vergelijken en integreren. (LPD 4,27) De lln kunnen beknopt en duidelijk schriftelijk rapporteren. (LPD 2,27) *De lln kunnen over maatschappelijke relevante tekstinformatie een eigen standpunt innemen, rekening houdend met ethische principes. (LPD 6,22) De lln kunnen luisteren in interactie met anderen (LPD 4,14,16,22) De lln zijn mondeling assertief: ze kunnen informatie inwinnen, samenvatten en meedelen (LPD 2,4,13,16,22,27) De lln kunnen schriftelijk informatie aanvragen en meedelen in herkenbare en concrete situaties (LPD 2,3,4,22,23) De lln kunnen hun eigen mening en gevoelens uiten (LPD 14,15,16) De lln hanteren gepaste taal en omgangsvormen (LPD 4,13,14,16,22) De lln kunnen hulpmiddelen gebruiken om taalvaardig te handelen en hun communicatie te verbeteren. (LPD 5,13,14,22,23) De lln kunnen over die informatie reflecteren en ze evalueren. (LPD 3,4) De lln kunnen ingewonnen informatie mondeling gebruiken. (LPD 5,6,17,24,39) De lln kunnen eenvoudige informatie schriftelijk formuleren. (LPD 6,7) De lln kunnen zich mondeling duidelijk uiten. (LPD 6,7,8,17,39) De lln kunnen mondeling argumenteren (LPD 17) relevante tekstinformatie praktisch aanwenden. (LPD 5) relevante tekstinformatie kritisch beoordelen. (LPD 3) De lln kunnen voor een specifieke opdracht uit verschillende soorten teksten informatie vergelijken en integreren. (LPD 4,8) De lln kunnen beknopt en duidelijk schriftelijk rapporteren. (LPD 6,8) De lln kunnen over tekstinformatie een eigen standpunt innemen, rekening houdend met ethische principes. (LPD 7,24)
~ 2 ~ Informatieverwerving en -verwerking Leerplandoelen (P)AV voor 2 de graad SO 3 de graad SO 3 de jaar 3 de graad SO DBSO niveau 2 de graad DBSO niveau 3 de graad DBSO niveau 3 de jaar 3 de graad 1 Zelfstandig en in concrete 1. Zelfstandig en in concrete 2 Onder begeleiding en in concrete 2 Zelfstandig en in concrete 2 Zelfstandig en in concrete vinden en informatie vinden en selecteren vinden en vinden en informatie vinden en selecteren uit: uit: gesproken - diverse tekstsoorten; gesproken - gesproken - diverse tekstsoorten; geschreven - geschreven - geschreven - - ICT-bronnen en ICT-toepassingen; - - ICT-bronnen en ICT-toepassingen; ICT-bronnen; ICT-bronnen; - ICT-bronnen; - 1 Onder begeleiding en in concrete vinden en gesproken geschreven ICT-bronnen; 2 Onder begeleiding en in concrete gesproken geschreven ICTbronnen; grafieken, diagrammen 2 Over de gevonden informatie reflecteren: informatie uit gesproken informatie uit grafieken, diagrammen 3 De gevonden informatie evalueren: informatie uit gesproken informatie uit grafieken, diagrammen mondeling en schriftelijk essentie uit gesproken essentie uit geschreven essentie uit essentie uit ICT-bronnen; grafieken, diagrammen 2 Zelfstandig en in concrete informatie kritisch beoordelen: - essentie uit 3 Zelfstandig en in concrete informatie vergelijken en integreren: - essentie uit - essentie uit twee of meer computerprogramma s; informatie efficiënt toepassen en - essentie uit 3 Onder begeleiding en in concrete gesproken geschreven ICTbronnen; tabellen, grafieken, diagrammen 3 Over de gevonden informatie reflecteren. - informatie uit gesproken - informatie uit geschreven - informatie uit - informatie uit ICT-bronnen; - informatie uit tabellen, grafieken, diagrammen 4 De gevonden informatie evalueren: informatie uit gesproken informatie uit grafieken, diagrammen mondeling en schriftelijk essentie uit gesproken essentie uit geschreven essentie uit essentie uit ICT-bronnen; grafieken, diagrammen 3 Zelfstandig en in concrete informatie kritisch beoordelen: - essentie uit - essentie uit ICT-bronnen; informatie vergelijken en integreren: - essentie uit - essentie uit twee of meer computerprogramma s; informatie efficiënt toepassen en - essentie uit
~ 3 ~ Maatschappelijke participatie 3 Onder begeleiding en in concrete 4 Onder begeleiding analoge of digitale hulpmiddelen gebruiken om de communicatie en het taalvaardig handelen te optimaliseren, een verklarend woordenboek; een spellingwijzer; een schrijfkader of standaard een spreekkader of standaard software; aangeboden ondersteunend lay-out. 5 Bij het luisteren en het lezen, indien nodig en onder begeleiding, volgende strategieën gebruik maken van aangeboden gebruik maken van de context; het leesdoel bepalen; onduidelijke passages opnieuw 11 Onder begeleiding opdrachten relatief korte duur individueel 6 zelfstandig analoge of digitale hulpmiddelen gebruiken om de communicatie te optimaliseren, een verklarend woordenboek; een spellingwijzer; een schrijfkader of standaard een spreekkader of standaard software; aangeboden ondersteunend lay-out. 7 Bij het luisteren en het lezen, gebruik maken van aangeboden gebruik maken van de context; het leesdoel bepalen; onduidelijke passages opnieuw situaties beknopt en duidelijk rapporteren: - mondeling; - schriftelijk; - grafisch. 7 Zelfstandig hulpmiddelen inzetten: 6 * Bij het verwerven en verwerken van informatie rekening houden met ethische en deontologische principes: - auteursrecht; - het recht op privacy; - de beveiliging van ICT-bronnen; - de publicatie van cijfergegevens. 4 Onder begeleiding en in concrete formele informatie; informele informatie. 5 Onder begeleiding analoge of digitale hulpmiddelen gebruiken om de communicatie en het taalvaardig handelen te verbeteren en te optimaliseren, een woordenboek; een woordenlijst; een spellingwijzer; een schrijfkader of standaard een spreekkader of standaard software; aangeboden ondersteunend lay-out. - zeggen dat men iets niet begrijpt; - vragen wat iets betekent; - vragen om langzamer te spreken; - vragen om iets aan te wijzen; 13 Onder begeleiding opdrachten relatief korte duur individueel 7 Zelfstandig hulpmiddelen - zeggen dat men iets niet begrijpt; - vragen wat iets betekent; - vragen om langzamer te spreken; - vragen om iets aan te wijzen; 6 Zelfstandig en in concrete situaties beknopt en duidelijk rapporteren: - mondeling; - schriftelijk; - grafisch. 8 Zelfstandig hulpmiddelen 7 * Bij het verwerven en verwerken van informatie rekening houden met ethische en deontologische principes: - auteursrecht; - het recht op privacy; - de beveiliging van ICT-bronnen; - de publicatie van cijfergegevens.
~ 4 ~ realiseren via volgende stappen: de organisatie; de uitvoering; de reflectie; de bijsturing. 12 Onder begeleiding opdrachten relatief korte duur in groep realiseren via volgende stappen : het overleg; de organisatie; de uitvoering; de reflectie; de bijsturing. 13 De eigen mening en gevoelens uiten. 14 Gepast ageren: formele en informele afspraken, regels en procedures volgen; gepast taalgebruik hanteren; hulp inroepen. 16 In functie van vakantiewerk volgens de gangbare procedures solliciteren: een formulier invullen; een eenvoudig sollicitatiegesprek voeren. 17 Onder begeleiding formulieren lezen, invullen en controleren. 19 Zich situeren, oriënteren en verplaatsen door gebruik te maken van gepaste informatie. 27 Belangrijke wereldproblemen bondig omschrijven 30 * Bereidheid en durf tonen om het taalgebruik te verzorgen 15 Mondeling argumenteren. 22 *Bereid zijn een eigen standpunt in te nemen, te nuanceren en te beargumenteren. 18 Volgens de gangbare 33 * Bereidheid en durf tonen om het taalgebruik te verzorgen 26* Bereidheid en durf tonen om: het taalgebruik te verzorgen. realiseren via volgende stappen: - de organisatie; - de uitvoering; - de reflectie; - de bijsturing. 14 Onder begeleiding opdrachten van beperkte omvang van relatief korte duur in groep realiseren via volgende stappen: - het overleg; - de organisatie; - de uitvoering; - de reflectie; - de bijsturing. 15 De eigen mening en gevoelens uiten. 16 Gepast ageren: - bewuste keuzes maken; - sociale en maatschappelijke leefregels, normen en gedrag respecteren; - formele en informele afspraken, regels en procedures volgen; - gepast taalgebruik hanteren; - hulp inroepen. 22 Volgens de gangbare 23 Onder begeleiding formulieren lezen, invullen en controleren. 27 Zich situeren, oriënteren en verplaatsen door gebruik te maken van gepaste informatie. 17 Mondeling argumenteren. 23 Volgens de gangbare 39 * Bereidheid en durf tonen om : - te luisteren, te spreken, - het taalgebruik te verzorgen. 24 *Bereid zijn een eigen standpunt in te nemen, te nuanceren en te beargumenteren.
~ 5 ~ Functionele taalvaardigheid/ functionele geletterdheid Wat zegt MaVo? 1ste graad 2 de graad 3 de graad 3 de jaar 3 de graad 8.1 Functionele taalvaardigheid 8.1 Functionele taalvaardigheid De leerlingen De leerlingen kunnen 1 kunnen informatief luisteren en 1 uit mondelinge en schriftelijke informatie de 2 kunnen luisteren in interactie met anderen; essentie halen. 3 zijn mondeling assertief: ze kunnen informatie 2 over die informatie reflecteren en ze evalueren. inwinnen, samenvatten en meedelen; 3 ingewonnen informatie mondeling gebruiken. 4 kunnen schriftelijk informatie aanvragen en 4 mondeling argumenteren. meedelen in herkenbare en concrete situaties; 5 eenvoudige informatie schriftelijk formuleren. 5 kunnen hun eigen mening en gevoelens uiten; 6 zich mondeling duidelijk uiten. 6 hanteren gepaste taal en omgangsvormen; 7 kunnen hulpmiddelen gebruiken om taalvaardig te handelen en hun communicatie te verbeteren. Functionele taalvaardigheid Hebben jongeren in deze tijd genoeg vaardigheden om actief deel te nemen aan de samenleving? De klassieke probleemomschrijving van niet kunnen lezen en schrijven voldoet niet meer. Functionele taalvaardigheid ontwikkelt 'kennis en vaardigheden die een persoon in staat stellen om (geschreven) taal te gebruiken als middel voor communicatie en informatieverwerking'. Voor een jongere betekent dit een lees- en schrijfvaardigheid die past bij de eigen leeftijd en de levensomstandigheden, bijvoorbeeld een uitnodiging voor een verjaardagsfeestje kunnen ontcijferen, informatie kunnen lezen en invullen op documenten en formulieren, opdrachten interpreteren en verwerken, het kunnen lezen van de ondertiteling van films op televisie, globaal een krant kunnen lezen, enz. Afspraken en samenwerking met de vakgroep Nederlands Domein functionele taalvaardigheid: 39 de lln kunnen hun eigen mening over actuele gebeurtenissen geven en beargumenteren Heel veel functionele taalvaardigheid zit ook onder de domeinen functionele informatieverwerving, maatschappelijk en ethisch bewustzijn en organisatiebekwaamheid Ondersteunende basisvaardigheden: 1 Onder begeleiding relevante en toegankelijke informatie vinden, selecteren en gebruiken. 4 Onder begeleiding eenvoudige zakelijke opdrachten van beperkte omvang organiseren, uitvoeren, evalueren. 5 Onder begeleiding groepsopdrachten uitvoeren. Ondersteunende basisvaardigheden: 1 Zelfstandig en in concrete vinden. 2 Zelfstandig en in concrete selecteren. 3 Zelfstandig en in concrete gebruiken. 5 Opdrachten individueel of in groep realiseren. 12 Leren gebruik maken van enkele belangrijke maatschappelijke voorzieningen (formulieren en procedures in verband met het gebruik van enkele belangrijke maatschappelijke voorzieningen) 13 Kunnen solliciteren. In de basisvorming van het derde leerjaar van de derde graad bso zijn er 4 lestijden Project algemene vakken (PAV) of 2 lestijden Nederlands en 2 lestijden Maatschappelijke vorming (MAVO) opgenomen. Dit leerplan is bestemd voor de leraar Nederlands en/of MAVO als voor de leraar PAV Voor MAVO en Nederlands werden geen aparte eindtermen ontwikkeld. De eindtermen PAV van het derde leerjaar van de derde graad zijn in de leerplandoelen opgenomen. 8.1 Functionele tekstgeletterdheid De leerlingen kunnen 1 uit diverse tekstsoorten relevante informatie selecteren. 2 voor een specifieke opdracht uit verschillende soorten teksten informatie vergelijken en integreren. 3 beknopt en duidelijk schriftelijk rapporteren. 4 tekstinformatie praktisch aanwenden. 5 tekstinformatie kritisch beoordelen. 6* over maatschappelijke relevante tekstinformatie een eigen standpunt innemen, rekening houdend met ethische principes. Leerplandoelen: 1 Zelfstandig en in concrete situaties informatie vinden en selecteren. 5 Beknopt en duidelijk rapporteren. 7 Een eigen standpunt innemen, nuanceren en beargumenteren. 8 Zelfstandig een probleem onderkennen en omschrijven. 13 Met een team overleggen en onderhandelen om een doel te bereiken. 15 Over eigen bijdrage, teamwerking en groepsresultaat verslag uitbrengen. Leerlijnen: In het leerplan van het derde jaar van de derde graad is de voorkeur gegeven aan het samenbrengen van de doelstellingen voor MAVO en voor Nederlands. Met name voor Nederlands betekent dit dat de taalvaardigheidsdoelen m.b.t. luisteren, spreken, lezen, schrijven, kijken nu deel uitmaken van de geïntegreerde aanpak die al uitgesproken aan bod komt in de leerplannen MAVO van de tweede en derde graad.