Lesbrief. Molukkers in Vaassen. In het Museum Vaassen Historie. In het kader van de expositie:



Vergelijkbare documenten
We zijn 2 zusjes Leah en Dika, we komen uit een gezin van 10 kinderen. We zijn in Teuge geboren en opgegroeid, waar we een geweldige jeugd hebben

De Molukse Emigranten

Museum Vaassen Historie Openingstijden: Donderdag en Vrijdag van tot uur Zaterdag van tot uur.

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

Hoofdvraag: in hoeverre is Nederland geschiedkundig met de Molukken verbonden?

verrijking a Familiegeschiedenis Bekijk het fragment en beantwoord de vraag. Wat vind je van zijn verhaal?

65 jaar Molukkers in Nederland Bijzondere band tussen twee volken

Indonesian Times blz. 4 toch niet vrij? en spotprent

De Molukse Emigranten

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Werkblad 1 (Bij bladzijde 2 en 3 van het lesboek)

Eindexamen geschiedenis havo 2008-I

A) Handelsposten. Verovering Makassar door Cornelis Speelman. 4.VELH inv. nr

A L G E M E E N M A A R T

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen.

De koloniale relatie Indonesië Nederland kerndeel antwoorden

Arigato. opdrachtenblad. Regie: Anielle Webster Scenario: Sandra Beerends Jaar: 2012 Duur: 10 minuten

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Samenvatting Moderne Geschiedenis ABC

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Hitler op weg naar de macht Wie was Adolf Hitler?

Bronnen Noem een bron uit de tijd van de wereldoorlogen. Moet op het kaartje staan. Ooggetuigen Voedselbon Monument Museum Oorlogsgraven Filmbeelden

Hoofdstuk 1: Hoe ontwikkelde de VOC kooplieden tot bestuurders en wat zijn de gevolgen?

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

5,1. 1. Het scheppingsverhaal. 2. De verschillende volken. 3. Godsdiensten. Werkstuk door een scholier 3629 woorden 11 mei keer beoordeeld

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

Leerlingen hand-out stadswandeling Amsterdam

Toespraak Staatssecretaris de Vries t.b.v. Nationale Herdenkink bij Nationaal Indië-monument , zaterdag 6 september 2008

7,6. Scriptie door een scholier 4431 woorden 22 juli keer beoordeeld. Geschiedenis

Inleiding Transmigratie (HAVO stof Indonesië)

Naam: NEDERLAND IN OORLOG Begin WO2 (1932 tot 1940)

Praktische opdracht Geschiedenis Nederlands-Indië

Examenopgaven VMBO-GL en TL 2003

MULTATULI. Saïdjah en Adinda

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6: Imperialisme

OORLOG IN OVERIJSSEL 2015

een zee van tijd een zee van tijd Werkblad 17 Ω Over Indië en Suriname Ω Les 1: Van Batavia tot Jakarta Naam:

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Tijdvak I. 31 oktober : 30-10:00.

Zo werden er vanaf 1942 honderden tonnen boeken, brieven en andere geschriften per vrachtwagen naar de Van Gelderfabriek in Wormer vervoerd. Al dat pa

Lesbrief Van Papa, voor Sammie

DEUTSCHE DIENSTPOST NIEDERLANDE Elk land heeft zijn eigen postadministratie: in v r i j

Werkstuk Geschiedenis De betekenis van de VOC voor de Nederlandse economie en de wereldeconomie

Geschiedenisproefwerk groep 7 Hoofdstuk 5 Een nieuwe wereld: Amerika

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

documentaire de oorlog van eric schneider

Lei en griffel: Kinderen schreven met een griffel op een lei. Soms leerden ze lezen met een ABC-boekje.

Eindexamen geschiedenis vwo 2008-II

Dagboek Sebastiaan Matte

Hoofdstuk 2b5. De prijs van vrijheid

Je gaat een kist inrichten met je groepje. Een presentatiekist van hout met glas ervoor

Vanuit Hollandia-Haven langs Kamp Toegoe en APO kamp

Turken in Kreuzberg. Bram Vrielink en Jens Barendsen (2de)

DE DEMOCRATIE-INDEX GROEP 1: Hebben alle partijen min of meer gelijke kansen in de campagneperiode?

Bronnenboekje examen VMBO-KB 2003

Het onderstaande is een samenvatting van de geschiedenis van de Molukse Nederlanders en van de Molukkers woonachtig in Woerden in het bijzonder.

Verslag van het nationaal archief Den Haag

Speech tijdens opening tentoonstelling Oorlog! Van Indië tot Indonesië , Bronbeek.

Het land op de kaart

Werkstuk Geschiedenis Treinkaping bij Wijster

Waar gebeurde het? Korte omschrijving. Lesdoel. Lesbeschrijving. Materiaal. Docentenblad

Samenvatting Gouden Eeuw ABC

TREFWOORDEN INDISCHE DVD S

35 oefenvragen over de Tweede Wereldoorlog 1

2 maart maart Leerlingen groep 7 en 8 De Meeander Heelweg

UITWERKING OEFENVRAGEN NEDERLAND EN INDONESIE VIER EEUWEN CONTACT EN BEINVLOEDING GESCHIEDENIS

Praktische opdracht Geschiedenis De Molukken Historische Achtergronden

Wie kwamen, wie zagen, wie schreven?

geschiedenis en staatsinrichting CSE KB

Bijlage VMBO-GL en TL

Toespraak Jet Bussemaker, Lid College van Bestuur van de UvA/Hva en voormalig staatssecretaris van VWS, op 11 april 2012.

een zee van tijd een zee van tijd Ze laten zien dat ze geen leger meer willen. Werkblad 12 Ω De Tweede Wereldoorlog Ω Les 1: Wat er vooraf ging Naam:


Examen VMBO-GL en TL 2005

Werkblad: Slag om de Schelde en de invloed op het Nieuwe land. 1

De Molukse geschiedenis in beeld

Ronde Indonesië. De antwoorden

Het mysterie: Moord op Lumumba

Toespraak G. Verbeet Zwolle, 15 augustus 2016

JR van Nieuwkerk, Nieuwe plaatsnamen tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië

Toevoegingen afgegeven door de Raad voor Rechtsbijstand te Amsterdam 1. Heden tweeduizend vijftien

Tijdvak II. november : 30-10:00.

Stortingslijst van het archief van Centrale van Belgische Metaalbewerkers ( ) (S/1985/020) Rik De Coninck

Examen HAVO. Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Vertaling Geschiedenis Molukse treinkaping

Ontstaan van de Gouden Eeuw ( )

Wat denken de jongens? Trek een lijn naar het denk-wolkje. Het is niet eerlijk, ik ben arm en hij is rijk. Ik wil graag vrienden blijven

Eindexamen geschiedenis havo 2008-II

Kwestie Vught (1951) Zwarte bladzijde in onze gezamenlijke geschiedenis moedig omgeslagen. Nu is het tijd voor een nieuw begin.

7,1. Praktische-opdracht door een scholier 3377 woorden 25 mei keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Inleiding

Geschiedenis van Suriname : Suriname van Engelse naar Nederlandse landbouwkolonie

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Module 5 Geschiedenis en geografie

geschiedenis en staatsinrichting CSE GL en TL

Verenigde Staten Ontwikkeling van de burgerrechten

Herdenking vanuit het oogpunt van Japanse Nakomelingen. Aya Ezawa, Universiteit Leiden

Begraven op de drempel van Japan

Transcriptie:

Lesbrief In het kader van de expositie: Molukkers in Vaassen In het Museum Vaassen Historie Van mei t/m oktober 2010

Museum Vaassen Historie Dorpsstraat 73, 8171 BM, Vaassen Website: Email: www.vaassenhistorie.nl info@vaassenhistorie.nl Openingstijden: Donderdag 14.00 tot 17.00 uur Vrijdag 14.00 tot 17.00 uur Zaterdag 11.00 tot 16.00 uur Op afspraak is het museum voor groepen en scholen ook buiten deze tijden te bezoeken. Correspondentie: Secretaris Stichting Vaassen Historie Hommelbrinkstede 111 8171 JA Vaassen. Lesbrief t.b.v. thema-expositie in het Museum Vaassen Historie Pagina 2

Molukkers in Vaassen In Vaassen wonen veel mensen van Molukse afkomst. Hoe deze uit Indonesië afkomstige families hier in Vaassen kwamen, wordt in deze lesbrief duidelijk. Ruim driehonderd jaar is Nederland de baas geweest in Indonesië. Indonesië, dat toen Nederlands-Indië heette, was een Nederlandse kolonie. De Nederlanders kwamen daar omdat er veel kruiden groeiden waar in Europa veel geld mee was te verdienen. Peper, nootmuskaat, enz. waren in Europa heel duur, want ze werden over land via een lange weg aangevoerd. Toen de Nederlanders merkten dat de Portugezen er met een schip heen vaarden om ze te halen, dachten zij dat kunnen we zelf ook. Na een oorlog met Portugal en Spanje werden de Portugezen uit Indië gejaagd en waren de Nederlanders de baas. De Verenigde Oost Indische Compagnie (VOC), zette overal handelsposten op en bouwde op veel eilanden forten. In Batavia (nu Jakarta) op het dichtstbevolkte eiland Java kwam de gouverneur die Nederlands Indië bestuurde te wonen. De specerijen (=kruiden) kwamen vooral van de Molukse eilanden Ambon, Saparua en Haruku). Kruidnagelboom Alleen die delen van de Indische archipel (= eilandengroep) die voor het controleren van de handel van belang waren, werden echt bezet. De rest werd min of meer met rust gelaten. Maar in de tweede helft van de 19 e eeuw veranderde de situatie. Andere Europese wilden ook graag delen van Indië inpikken. Daarom werd de gehele archipel gaandeweg door Nederland met de nodige strijd bezet. Nederlands-Indië werd een kolonie. In 1864 werd de specerijen monopolie op de Molukken afgeschaft, dat betekende dat ook in andere delen van Indië en zelfs in het Caribische gebied specerijen mochten worden gekweekt. De prijzen die de Molukse boeren voor hun kruiden kregen, daalden daardoor heel erg en velen raakten werkloos. De Nederlanders namen toen veel (christelijke) Molukkers in dienst als ambtenaar, onderwijzer, hulpprediker en vooral als militair. Veel Ambonezen, zoals Molukkers naar het hoofdeiland Ambon vaak worden genoemd, gingen van vader op zoon in het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL). KNIL militairen werden in heel Nederlands Indië ingezet om de orde te handhaven. Toen in 1942 Nederlandse Indië door Japan werd bezet (Tweede Wereldoorlog) was Nederland deze kolonie kwijt. Alle militairen en hun vrouwen werden in Japanse werkkampen gezet en velen stierven door het zware werk en het slechte eten. De Japanners riepen: Azië voor de Aziaten en probeerden zo de Indische bevolking tegen de Nederlanders op te zetten. Lesbrief t.b.v. thema-expositie in het Museum Vaassen Historie Pagina 3

Naast de Nederlanders hadden ook veel (voornamelijk christelijke) Molukkers het moeilijk. Ze waren in de ogen van de Japanners een gevaar, vanwege hun trouw aan het Nederlandse gezag. Een aantal Molukse militairen kwam daarom ook in interneringskampen terecht. Er waren ook Molukkers die een actieve rol speelden in het verzet tegen de Japanners. Velen vielen in handen van de Kenpeitai (de Japanse geheime politie) en werden gemarteld of gedood. Na de oorlog, toen het Britse leger ook Nederlandse Indië van de Japanse bezetting hadden bevrijd, dacht Nederland Nederlandse Indië weer te kunnen overnemen. Maar in dat land waren veel mensen alle bezetters beu en wilden graag een eigen land Indonesië. Nederland probeerde in 1945 zo snel mogelijk weer vaste voet te krijgen in Indonesië. In het oosten - waaronder de Molukken - lukte dat redelijk. Maar er waren ook gebieden waar de Republik Indonesia (RI) de baas bleef. Nederland zei dat het Indonesië op termijn wel onafhankelijkheid wilde geven, maar dat het eerst zelf de orde en rust wilde herstellen. De kans om de macht van de RI te beteugelen kreeg de Nederlandse regering pas toen na verloop van tijd Nederlandse troepen het geallieerde leger in Indië aflosten. Voor het herstel van het Nederlandse gezag werd het KNIL ingezet. Maar ook werden vele tienduizenden militairen, meest dienstplichtigen, uit Nederland gehaald. Door grootscheepse militaire inzet lukte het in 1947/48 om het land weer grotendeels onder controle te krijgen. Vooral de Verenigde Staten oefenden sterke druk uit op Nederland om met de Indonesische leiders te onderhandelen. Nederland zwichtte toen de Amerikanen dreigden hun financiële steun (Marshallhulp) voor de wederopbouw van Nederland in te trekken. Onder die druk droeg Nederland op 29 december 1949, na een Rondetafelconferentie in Den Haag met Indonesische vertegenwoordigers, de soevereiniteit over aan Indonesië. Indonesië zou een Verenigde Staten van Indonesië (Republik Indonesia Serikat: RIS) worden, maar vooral Soekarno wilde vanuit Java een eenheidsstaat: Republik Indonesia. (RI) De provincie Oost Indonesia wilde geen eenheidsstaat maar een federatie, omdat zij bang waren dat andere de moslims het in heel Indonesië voor het zeggen kregen. In Oost Indonesië woonden immers veel christenen. Op 25 april 1950 werd in Ambon de Republik Maluku Selatan (RMS) uitgeroepen. De eerste dagen na de proclamatie verkeerden veel - vooral christelijke - Molukkers op Ambon in een juichstemming: ze hadden hun eigen staat. Ze geloofden op grond van de RTCakkoorden de steun te krijgen van Nederland en de Verenigde Naties. Maar dat gebeurde niet. Indonesië noemde de RMS-proclamatie een afscheidingspoging en verzette zich. Op 15 augustus 1950 was de eenheidsstaat een feit en was het RI leger bijna overal de baas. Op 28 september werd het eiland Ambon zelf, kern van het RMS-gebied, aangevallen. Er werd hard gevochten en de verliezen waren hoog. Van Molukse kant werd taai verzet geboden. Daarin hadden jonge vrijwilligers (de 'sukarela's') een belangrijk aandeel. Maar de overmacht was te groot. Lesbrief t.b.v. thema-expositie in het Museum Vaassen Historie Pagina 4

Moeilijke keuze voor Molukse militairen op Java De ongeveer 12.500 Molukkers die in 1951 naar Nederland zouden komen, waren bijna allemaal ver van de Molukken verwijderd, toen eind 1949 het Nederlandse gezag over Indië werd overgedragen aan Indonesië. De meeste mannen onder hen waren als militairen met hun gezinnen ingekwartierd in kazernes (tangsi's), verspreid over andere delen van Indonesië. Verreweg de meeste Molukse militairen behoorden tot het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Bij de soevereiniteitsoverdracht hadden Nederland en Indonesië afgesproken dat het KNIL op 26 juli 1950 zou worden opgeheven. Voor Nederlandse militairen betekende de opheffing dat ze naar de Molukken zouden worden gebracht. De Molukse (en andere inheemse) militairen konden kiezen: óf gedemobiliseerd worden op een 'plaats naar keuze binnen Indonesië' óf de overstap maken naar de APRIS, het leger van de Verenigde Staten van Indonesië. Voor de meerderheid van de Molukse KNIL-militairen was overgang naar de voormalige vijand een moeilijke stap. Toch werd het idee niet direct afgewezen. Wel stelden de militairen een aantal voorwaarden. Zo wilden ze niet afzonderlijk, maar als eenheden overstappen naar de APRIS, en wel onder hun eigen officieren. Bovendien wilden zij in Oost-Indonesië gelegerd worden, zoals ook door Oost-Indonesische politici werd gewenst. De onderhandelingen over een overstap waren nog in volle gang, toen in april 1950 op Ambon de Republik Maluku Selatan (RMS) werd uitgeroepen. De meeste Molukse militairen kozen toen de kant van de RMS. Demonstraties in Jakarta en elders waren het gevolg. Zelfs kwam het in Makassar tot gewapend treffen tussen Molukse KNIL-soldaten en de APRIS. Met deze verscherping van de tegenstellingen was overstappen naar het Indonesische leger van de baan. De Molukse militairen wilden nu gedemobiliseerd worden. Demobilisatie - maar waar? Al van oudsher stond in de regels van het KNIL dat militairen bij hun demobilisatie zelf mochten kiezen waar zij ontslagen wilden worden. Wel moest die 'plaats van keuze' liggen binnen de grenzen van Nederlands-Indië. De Molukse militairen op Java en elders die medio 1950 gedemobiliseerd wilden worden, wezen onomwonden Ambon aan als plaats van demobilisatie. Niet alleen om zo 'thuis' te zijn, maar - na 25 april 1950 - ook om daar de RMS te gaan steunen. Reden genoeg voor Indonesië om de keuze voor Ambon als plaats van demobilisatie te blokkeren. Nederland had op grond van de akkoorden met Indonesië overeenstemming nodig met de Indonesische regering over de plaats van demobilisatie. Toen Ambon voor Indonesië onaanvaardbaar was, kozen de meeste militairen voor Nederlands Nieuw-Guinea. De omstandigheid dat dit gebied Nederlands bleef en aan de Molukken grensde, speelde daarbij een grote rol. Maar dat was voor Indonesië opnieuw een reden om tegen deze optie te zijn. Wel was de regering in Jakarta bereid de Molukkers naar Ambon te laten gaan toen dit eiland op de RMS veroverd was. Heel even leek het erop dat de Molukse militairen hierop in zouden gaan. Tenminste, als zij garanties zouden krijgen dat het Indonesische leger hen daar na hun demobilisatie met rust zou laten. Lesbrief t.b.v. thema-expositie in het Museum Vaassen Historie Pagina 5

Tijdelijk naar Nederland als alternatief Het was eind 1950, een jaar nadat de soevereiniteit aan Indonesië was overgedragen. Maar er was nog steeds een Nederlands leger van 9.000 man op Java aanwezig. Dat bestond uit ongeveer 4.000 Molukse militairen wachtend op demobilisatie, plus ongeveer 5.000 Nederlandse militairen van de Koninklijke Landmacht. De laatsten fungeerden als buffer tussen de Molukse militairen en hun gezinnen enerzijds en de Indonesische omgeving anderzijds. Toen de rechter in Den Haag eind 1950 demobilisatie op Java had verhinderd, werd de impasse nog groter. De Molukse militairen wilden naar een gebied dat onder controle stond van de RMS, of naar Nederlands Nieuw-Guinea. Maar Indonesië stond geen van beide toe. En ontslag ter plekke was door het verbod van de Nederlandse rechter ook geen optie meer. Om uit de impasse te komen, besloot de Nederlandse regering de Molukse militairen tijdelijk naar Nederland te halen. Dan konden de Nederlandse dienstplichtigen op Java eindelijk ook naar huis. De Molukse militairen in de doorgangskampen kregen het bevel te kiezen uit de volgende opties: overgang naar het Indonesische leger demobilisatie op Java tijdelijke overbrenging naar Nederland. Het eerste transport vertrok op 20 februari 1951 van Java. Op 21 juni 1951 arriveerde het laatste transport in Nederland. In een tijdsbestek van vier maanden werden zo ongeveer 12.500 Molukkers overgebracht naar Nederland. Behalve ex-knil-militairen en hun gezinnen bevond zich hieronder ook Moluks personeel van de Koninklijke Marine en van de politie van de voormalige deelstaat Oost-Indonesië. Vertrek van de Kota Inten uit Ambon, 1950. Op 21 maart 1951 arriveerde de Kota Inten als eerste schip met Molukkers in de Rotterdamse haven. Maar een prettige ontvangst viel de groep niet ten deel. Kort na aankomst kregen de militairen te horen dat zij 'gedemilitariseerd' waren - oftewel: ze waren ontslagen. Volgende groepen Molukse militairen kregen hun ontslagbericht soms al tijdens de reis uitgereikt. Lesbrief t.b.v. thema-expositie in het Museum Vaassen Historie Pagina 6

Het ontslag uit militaire dienst sloeg in als een bom. Wel hadden de Molukse militairen altijd geweten dat de status van militair bij de Koninklijke Landmacht hen slechts tijdelijk was toegekend. Maar zij waren er steeds van uitgegaan, dat ze pas op de plaats van hun keuze zouden worden gedemobiliseerd. En die plaats van keuze was in elk geval niet Nederland. Nu waren de Molukkers werkloos, in een vreemde omgeving, aan de andere kant van de wereld - terwijl ze aanvankelijk ook niets anders mochten gaan doen. De Molukse militairen voelden zich verraden door hun werkgever. Dit gevoel werd des te intenser ervaren, omdat zij vonden dat ze in de oorlog en tijdens de dekolonisatietijd hun leven voor Nederland hadden geriskeerd. De eerste opvang Voordat de Molukkers in Nederland aankwamen, was hard gewerkt om voldoende huisvesting voor hen te vinden. Als gevolg van de Tweede Wereldoorlog was er een grote woningnood. Gewone huizen waren voor de nieuwkomers dus niet beschikbaar. Maar de overheid wilde de Molukkers ook niet in gewone huizen onderbrengen. Ze wilde hen zoveel mogelijk bij elkaar houden, weg van de Nederlandse samenleving. Het was namelijk niet de bedoeling dat ze hier zouden integreren. Wel dat ze zo snel mogelijk terug zouden gaan naar Indonesië. Daarom werd een groot aantal complexen dat in gebruik was bij het Rijk vrijgemaakt en omgebouwd tot Molukse woonoorden. De diversiteit was groot: kazernes, opleidingsinstituten, gevangenissen en kampementen van de werkverschaffing. Er waren óók twee terreinen bij die door de Duitsers als concentratiekamp waren gebruikt: Kamp Vught (omgedoopt tot woonoord Lunetten) en Kamp Westerbork (omgedoopt tot woonoord Schattenberg). Ook enkele kloosters en villa's werden gebruikt. De woonoorden lagen over heel Nederland verspreid. De meeste bevonden zich echter niet in het dichtbevolkte westen van het land. Ook waren ze in de regel buiten de bebouwde kom van dorpen en steden gesitueerd. In de woonoorden werden door de overheid kampraden ingesteld. In deze Molukse raden zaten meestal de hoogsten in (gewezen) militaire rang. De raden waren bedoeld als schakel tussen overheid en kampbewoners. Daarmee dacht de overheid haar maatregelen beter te kunnen uitvoeren en binnen de kampen ingang te laten vinden. Lesbrief t.b.v. thema-expositie in het Museum Vaassen Historie Pagina 7

Molukkers naar Vaassen Tussen 1950 en 1960 was er veel industriële bedrijvigheid in en om Vaassen. Grote fabrieken als de NV Industrie en de Vulcanus hadden veel werk en zochten daarom werknemers. Bij de Industrie werkten eind jaren vijftig rond de 1000 mensen en bij de Vulcanus ruim 600. Aan meer personeel komen wilde wel, maar er waren te weinig huizen voor hen. De directie van de Industrie liet het College van Burgemeester en Wethouders van Epe weten dat het bedrijf in problemen zou komen, als er geen werknemers konden worden aangenomen. Ook Vaassense bedrijven als Machinefabriek Van Rijssen, Papierfabriek NV Jan van Delden, NV Venz en de VMI in Zuuk lieten in brieven aan het gemeentebestuur van Epe weten meer personeel te willen aannemen. De gemeente Epe mocht van de provincie Gelderland maar weinig huizen bouwen. Dat aantal was niet genoeg om alle arbeiders die men in dienst wilde nemen te late wonen In 1954 meldde burgemeester Renken de gemeenteraad dat Gedeputeerde Staten van Gelderland de gemeente Epe toestemming gaf voor het bouwen van slechts 14 woningen. Daarop werd een beroep gedaan op het Ministerie van Economische Zaken. Het Ministerie van Economische Zaken schreef op 29 mei 1954 dat het Departement van Sociale Zaken en Volksgezondheid zou proberen een woonoord voor Ambonezen in of nabij Vaassen gevestigd te krijgen. Woonoord in Vaassen De kosten van de aanleg van het woonoord kwamen voor rekening van de staat. In 1955 werd aan architectenbureau ir. H. Lammers opdracht gegeven tekeningen te maken met als resultaat, dat het hoofdzakelijk uit hout opgetrokken gebouwencomplex in juli 1957 werd aanbesteed. De kosten van het gehele complex met terreinaanleg, riolering, enz. bedroegen ongeveer 2,5 miljoen gulden. De gemeente zocht vervolgens aan de rand van Vaassen een goede locatie. Aan de Woestijnweg werd van de gebroeders Rondhuis een stuk grond gekocht. Het complex werd gebouwd net achter de stortplaats van de IJzergieterij Vaassen en omvatte 27 barakken voor 6 gezinnen, 3 barakken voor 4 gezinnen, een barak voor de twee beheerdersgezinnen, een kerk, een kantine, een gebouw voor de kleuter- en lagere school, een ziekenhuis, een kantoor en een badhuis. Voor feesten was er ook een grote centrale keuken. Naast het centrale badhuis was er gelegenheid om de was te doen in het washok. Het woonoord had een eigen dokter. Lesbrief t.b.v. thema-expositie in het Museum Vaassen Historie Pagina 8

Een barak was opgedeeld in een aantal kamers (woningen). Een gezin kreeg één woning, die bestond uit een aantal slaapkamers met bedden of stapelbedden en houten kasten, een woonkamer met kolenkachel een tafel en enkele stoelen, een kookgelegenheid met een butagasstel, pannen, servies en bestek en een toiletruimte met hurktoilet. De grootte van een woning bedroeg 6 bij 8 meter. Door verschillende indelingen kwamen er woningen voor kleine, middelgrote en grote gezinnen. De douche- en wasgelegenheid was op een centraal punt in een apart gebouw ondergebracht. Dit badhuis werd tegen de kraamkliniek gebouwd en was van steen. Lesbrief t.b.v. thema-expositie in het Museum Vaassen Historie Pagina 9

Door een grote brand woonden er in kamp Schattenberg veel gezinnen bij elkaar in heel kleine woningen. Veel families van Schattenberg verhuisden daarom in 1958 naar Vaassen, waar het woonoord op door Koningin Juliana officieel werd geopend. Toen koningin Juliana op 10 september 1958 het woonoord aan de Woestijnweg bezocht, woonden er 133 gezinnen met in totaal 763 personen. De lagere school op het woonoord had 200 leerlingen en de kleuterschool was vol met 70 kinderen. Voor koningin Juliana was het de eerste keer dat zij een Moluks woonoord bezocht. Veel Molukse ouders stuurden hun kinderen ook naar de Kosterstraatschool en de Kouwenaarschool om hen ook met Nederlandse kinderen te laten spelen. Enkele mannen werkten in de Vaassense bedrijven als de Industrie en de Vulcanus. De meesten gingen in Deventer werken bij de blikindustrie van Tomassen en Drijver. In 2008 werden feestelijkheden gehouden om te herdenken dat 50 jaar geleden de Molukkers in Vaassen kwamen wonen. Lesbrief t.b.v. thema-expositie in het Museum Vaassen Historie Pagina 10

Vragen 1. Waarom hadden de Hollanders veel belangstelling voor de Molukse eilanden? 2. Wat betekent de VOC? 3. Hoeveel jaar zijn de Hollanders in Indië de baas geweest? 4. Welke Europeanen waren hen al voorgegaan en zijn door de Hollanders daar weg gejaagd? 5. Welk land bezette Nederlands Indië en in welk jaar was dat? 6. Indonesië zou na de Tweede Wereldoorlog een federatie worden. Welke Indonesische leider wilde een eenheidsstaat? 7. Waarom wilde de provincie Oost Indonesië dat niet? 8. Toen de eenheidsstaat een feit was, konden de KNIL militairen niet meer naar de Molukken. Waarom niet? 9. In welk land kwamen de KNIL militairen en hun gezinnen (totaal 12.880 mensen) uiteindelijk tijdelijk terecht? 10. Waar werden zij ondergebracht? 11. Hoe werd de plek genoemd waar de Molukkers in Vaassen in 1958 kwamen wonen? 12. Nu staan daar stenen huizen. Hoe heet de wijk nu? 13. Wie heeft het kamp in 1958 geopend en wanneer? 14. Hoeveel gezinnen en in totaal hoeveel mensen kwamen er te wonen? Lesbrief t.b.v. thema-expositie in het Museum Vaassen Historie Pagina 11

Lesbrief t.b.v. thema-expositie in het Museum Vaassen Historie Pagina 12

Antwoorden 1. Waarom hadden de Hollanders veel belangstelling voor de Molukse eilanden? Daar groeiden kruiden als peper en nootmuskaat waar in Europa veel geld mee was te verdienen. 2. Wat betekent de VOC? Verenigde Oost-Indische Compagnie 3. Hoeveel jaar zijn de Hollanders in Indië de baas geweest? Drie eeuwen (300 jaar). 4. Welke Europeanen waren hen al voorgegaan en zijn door de Hollanders daar weg gejaagd? De Spanjaarden en de Portugezen. 5. Welk land bezette Nederlands Indië en in welk jaar was dat? Japan bezette Nederlandsch Indie in 1942. 6. Indonesië zou na de Tweede Wereldoorlog een federatie worden. Welke Indonesische leider wilde een eenheidsstaat? Soekarno wilde een eenheidsstaat (Republik Indonesia) 7. Waarom wilde de provincie Oost Indonesië dat niet? Ze waren bang dat de moslims dan de regels zouden bepalen. 8. Toen de eenheidsstaat een feit was, konden de KNIL militairen niet meer naar de Molukken. Waarom niet? Soekarno was bang dat de militairen dan de RMS gingen helpen tegen de RI. 9. In welk land kwamen de KNIL militairen en hun gezinnen (totaal 12.880 mensen) uiteindelijk tijdelijk terecht? In Nederland. 10. Waar werden zij ondergebracht? In concentratiekampen, waar in de tweede wereldoorlog de Joden door de Duitsers werden vastgezet. Vught werd Lunetten genoemd en Westerbork werd Schattenberg. En ook in leegstaande gebouwen waar werklozen hadden gewoond. 11. Hoe werd de plek genoemd waar de Molukkers in Vaassen in 1958 kwamen wonen? Het Ambonezenkamp. Lesbrief t.b.v. thema-expositie in het Museum Vaassen Historie Pagina 13

12. Nu staan daar stenen huizen. Hoe heet de wijk nu? De wijk heet nu Berkenoord2. 13. Wie heeft het kamp officieel geopend en wanneer? Koningin Juliana op 10 september in 1958. 14. Hoeveel gezinnen en in totaal hoeveel mensen kwamen er te wonen? Er woonden op 1 april 1959 175 gezinnen en 23 alleenstaanden. In totaal 1017 bewoners. Lesbrief t.b.v. thema-expositie in het Museum Vaassen Historie Pagina 14