Jaarverslag 2007. Vogelbescherming Nederland



Vergelijkbare documenten
Jaarverslag 2007 It Eibertshiem.!

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting

Het Brabantse natuurbeleid onder de loep Bijstelling noodzakelijk?

Naar een goed weidevogelbeheer. Cees Witkamp Senior beleidsmedewerker boerenlandvogels Vogelbescherming Nederland

STADSVOGELPRIJS 2009 Juryrapport

Selectief maar voortvarend investeren in effectief agrarisch natuurbeheer

WEIDEVOGELS LOPIKERWAARD

Nieuwe bedrijfslocaties

TOELICHTING WEIDEVOGEL- LEEFGEBIEDEN

Bewonersvereniging Noordwest

Even wachten met maaien voor de gruttokuikens

Beste Randy, Bedankt voor de medewerking. Met vriendelijke groet, Danny Eijsackers.

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Natuurbescherming in Nederland

Natura 2000 en weidevogels

De kern ligt bij plasdras

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

Pilots natuurinclusieve landbouw in het nieuwe GLB

Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie

Feitenrelaas: beanwoording aanvraag Midden-Delfland aan de criteria

Toekomst agrarisch natuur- en landschapsbeheer rond Winterswijk. Jan Stronks

Meerjarenvisie Samenvatting. SOVON Vogelonderzoek Nederland. Meerjarenvisie

ANTWOORDNOTA Ontwerp Natuurbeheerplan Flevoland 2016

Actieplan bedreigde vogels. Bescherming van 11 bijzondere soorten

ffi SrnTEN '?",iffhorrand ETf,E Lid Gedeputeerde Staten 2,0 MEI 1016 Nulmeting Aan Provinciale Staten

FACTSHEET. Hoe denken Nederlanders over natuur van het boerenland, in de stad en natuurgebieden?

Aantal gevonden legsels in 2008

Agrarisch Natuurbeheer: wat kost het, wat levert het op, hoe kan het beter? David Kleijn

Het boerenland bij u in de buurt

Albert Vliegenthart De Vlinderstichting

Mededeling. Onderwerp Resultaten agrarisch natuurbeheer. Registratienummer Datum 9 september 2013 Auteur ing. A.B. de Graaf Afdeling/Bureau RM

Notitie. 1 Aanleiding

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen

Heeft u besloten om het erfgoed object waaraan u bent verbonden te verduurzamen, bijvoorbeeld middels duurzame energieopwekking of -besparing?

Koppel kuifeenden. Kuifeenden

Brussel op afstand? Tegen deze achtergrond is het doel van deze studie is om:

Alle soorten tellen Mee!

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zuid-Hollandse weide- en akkervogels in de knel, hernieuwde aanpak nodig

Actieplan Groene Vrijwilligers

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

akkerbouw. Meest verbouwde gewassen zijn granen (vooral wintertarwe), aardappels, suikerbieten en uien. Bij het selecteren van de bedrijven voor deze

JAARVERSLAG STICHTING GEEFEROM

De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra

Vacature projectleider landelijke voedsel community building / campagne

Jagersvereniging vraagt aandacht voor de leefbaarheid van Limburg tijdens de komende College-onderhandelingen

Gaat het goed komen met het AGRARISCH NATUURBEHEER?

Leeswijzer internationale doelen binnen het gebiedsproces van agrarisch natuurbeheer Versie mei 2014

VOORAANKONDIGING. Najaarsconferentie. Europese Eemland Conferentie EUROPESE EEMLAND CONFERENTIE VEELZIJDIG PLATTELAND! Het platteland leeft!

Formulier ten behoeve van het indienen van schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 37 van het Reglement van Orde Verenigde Vergadering Delfland

GANZEN IN NEDERLAND OVERZOMERENDE GANZEN

Waken over het Fochteloërveen

AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR

Naar een écht groen Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Programma van Eisen - Beheerplannen

Rol PBL in het natuurbeleid Netwerk Land en Water. Petra van Egmond 21 maart 2014

De nieuwe Wet natuurbescherming in vogelvlucht

Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland

Provinciaal weidevogelonderzoek in de regio Amstel-, Gooi- en Vechtstreek Uit het Jaarboek Weidevogels 2007

Ruimte voor vogels Samenvatting van het beheerplan Leekstermeergebied. Concept

61% Nederlanders wil natuur in nieuwe regeerakkoord

Mensen en Natuur PLANNEN MET NATUUR! Inleiding

NIEUWSBRIEF FEBRUARI 2014 NR. 2

P a r a g r a a f e c o l o g ische inventa r is a tie J a d e A en C B e i len

Onderzoek flora en fauna

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Profielschets. Directeur-bestuurder Woningstichting Putten

Datum 18 december 2014 Betreft Aansluiting vergroening GLB en agrarisch natuur- en landschapsbeheer

Bureauonderzoek Flora en fauna

Vogels van weide/boerenland en plas-dras

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

Juridische reis door de Nederlandse natuurbescherming

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder

Symposium Zoogdiervereniging De toekomst van de Natuursector 27 januari 2012

Gedeputeerde Staten van Overijssel Eenheid Natuur en Milieu Postbus GB Zwolle

Basiskwaliteit. meten? kwaliteit? benchmarken? relatieve trends en absolute referenten? Robert Kwak / 25 jan 2016

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

Meerjarenvisie In het kort

De waardering voor en de perceptie van problemen, oplossingen en verantwoordelijkheden rondom veenweide onder het Nederlandse publiek in kaart

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

Vraag en antwoord Ecologische Hoofdstructuur

Weidevogelpact Midden-Delfland

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

Samen Ontwikkelen. Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart i.o. 19 september 2012 / concept

Eindrapportage. Project Verbreding augustus 2008 juli 2012

Herstel biodiversiteit in Noord-Brabant,

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

B&W-Aanbiedingsformulier

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

1 Natuur in de Krimpenerwaard

Welkom. Voorlichting mogelijkheden beheer 2017 en verder

Nationale Tuinvogeltelling 2011 enkele cijfers en getallen op een rij

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (Partij voor de Dieren) (d.d. 27 september 2011) Nummer 2553

Uitvoeringsprogramma Biodiversiteit en Leefgebieden

JAARVERSLAG Inhoud. 1. Stichting Part-Ner. 2. Belangrijkste werkzaamheden Samenwerking met andere organisaties. 4.

Transcriptie:

Jaarverslag 2007 Vogelbescherming Nederland

Jaarverslag 2007

Inhoud Voorwoord 1 Het jaar 2007 en het werk van Vogelbescherming 2 Plattelandsontwikkeling voor vogels 3 Vogels en het stedelijk woonklimaat 4 Natuur die zichzelf kan zijn 5 Internationaal beschermingswerk 6 Communicatie en ontwikkeling van de vereniging 7 Bestuur, ledenraad & bureau 8 Jaarrekening 5 6 12 18 24 30 36 48 55

rosse grutto s

Voorwoord In 2007 haalden enkele rosse grutto s prominent het nieuws. De vogels, uitgerust met een satellietzender, vlogen non-stop van Alaska naar Nieuw-Zeeland. Een recordvlucht van meer dan 10.000 kilometer over de Stille Oceaan. Zo n fascinerend bericht is karakteristiek voor de wereld van de vogeltrek. De aarde wordt omringd door allerlei belangrijke vogeltrekroutes. Het is een indrukwekkende verzameling van routes en tussenstations, steeds beter in kaart gebracht dankzij gedegen en intensief onderzoek van zowel amateurs als professionals. Tijdens de vogeltrek, waar ook ter wereld, ondervinden vogels talloze bedreigingen. Zoals de intensieve jacht op Malta en Cyprus. Of olierampen zoals in het najaar van 2007 in de Zwarte Zee en bij Korea. Maar de belangrijkste bedreiging ligt wel in het verdwijnen van geschikte leefgebieden waar trekvogels van afhankelijk zijn. Zoals pleisterplaatsen onderweg, waar vogels kunnen uitrusten en bijtanken. Maar ook op de uiteindelijke plaats van bestemming moet voldoende voedsel, veiligheid en rust gewaarborgd zijn. Dat geldt voor de tropische bossen of wetlands rond de evenaar, maar ook voor waddengebieden als de Gele Zee bij China. Veel van deze natuurgebieden dreigen hun waarde voor (trek)vogels te verliezen door grootschalige menselijke activiteiten, zoals ontbossing en inpoldering. Vogelbescherming staat daarom al jaren op de bres voor de status van de Waddenzee en de Westerschelde als belangrijke Nederlandse vogelgebieden. Ze zijn niet alleen onmisbaar voor onze eigen broed- en standvogels. De gebieden vormen ook een essentiële schakel in de Oost-Atlantische Flyway, de trekroute van de Arctische gebieden tot aan West-Afrika. Het zijn plekken, die wereldwijd gezien tot de top tien van getijdengebieden behoren en waar we dus veel zuiniger op moeten zijn dan nu de praktijk is. Het is van belang om ons met andere BirdLife-partners voor nationale en internationale leefgebieden van vogels langs de vele trekroutes in te blijven zetten. Dat was een thema van 2007 en de jaren daarvoor; en dat zal nadrukkelijk de agenda van de komende jaren mede bepalen. Dat zijn we aan de vogels verplicht, maar dat is ook onze verantwoordelijkheid in een wereld waar de relaties tussen landen steeds hechter en intensiever worden. Mr. M. (Maarten) Brabers, voorzitter Ir. A.J.M. (Fred) Wouters, directeur

buizerd 1 Het jaar 2007 en het werk van Vogelbescherming De steun voor groene organisaties lijkt op te leven. Daar December 2007, vlak voor kerst, kwam teletekst is ook alle reden toe. Naast zorgen over het klimaat staan met een verrassend bericht: Aanhang groene organisaties in Nederland stijgt. Ruim 4 miljoen mensen zijn lid van een natuur-, vogel- of ook vogelsoorten en hun leefgebieden onder grote druk. De noodzakelijke bescherming van vogels en natuur gaat milieuorganisatie, zo blijkt uit een onderzoek niet vanzelf. Vogelbescherming voert uiteraard haar eigen van VARA s Vroege Vogels. Sommige organisaties zitten in de lift, andere verliezen leden, maar beschermingsprogramma, in Nederland en daarbuiten via de groene achterban als geheel laat over 2007 BirdLife International. Maar daarnaast is een belangrijke rol weer groei zien. En dat is goed nieuws na enkele weggelegd voor het beleid van de Nederlandse overheid en jaren van stabilisatie. van de Europese Unie. Vogelbescherming mag zich verheugen tot de groeiers te behoren. Schommelde het ledenaantal van de vereniging tussen 2000 en 2005 rond de 125.000, inmiddels telt Vogelbescherming eind 2007 ruim 135.000 volwassen leden en donateurs. In 2007 groeide het aantal met zo n 8,5%. Vogelbescherming mag hieruit concluderen dat zij gezien en gehoord wordt en dat een groeiend aantal mensen haar acties en stellingnamen onderschrijft. Vogels liften mee met klimaat Je vraagt je wel af waarom de steun voor groene organisaties zo stijgt. Het kan bijna niet liggen aan een overmatige media-aandacht voor natuur. Ook de politiek loopt niet erg voorop met het etaleren van haar prioriteiten van natuurbeleid. Of begint nú pas het ongemakkelijke uit Al Gore s boodschap van eind 2006 door te klinken in een groeiende steun aan groene organisaties in Nederland? Feit is wel dat klimaat en vooral de gevolgen van klimaatverandering als thema op alle agenda s hoog scoort. Ook het nieuwe kabinet gaf aan hier op te willen inspelen. Na honderd dagen dialoog met de samenleving publiceerde het kabinet haar beleidsvoornemens in Samen werken, samen leven. Daarin

lezen we onder meer over het stimuleren van verantwoord omgaan met energie en grondstoffen en over duurzaam waterbeheer. Aandacht is er ook voor een integrale klimaatbestendige inrichting van gebieden van nationaal belang zoals het Groene Hart, de kust en het rivierengebied. Al is de bescherming van vogels hierin niet het primaire motief, de vogels zullen hier wél van profiteren. Tot zover goed. In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen, eind 2006, voerde Vogelbescherming samen met andere organisaties een lobby onder het motto Natuurlijke klimaatbuffers: natte natuur voor droge voeten. De aanbieding van een rapport over klimaatbuffers aan alle lijsttrekkers leverde bijzonder positieve reacties op. Dit heeft in elk geval doorgewerkt tot in de beleidsvoornemens van dit kabinet. Want in 2007 werd een bedrag van 5 miljoen vrijgemaakt op de begroting van het ministerie van VROM voor extra pilots voor klimaatbuffers en het opstellen van een definitiestudie Natuurlijke Klimaatbuffers. Natura 2000: moeizaam proces Daarnaast hamerde Vogelbescherming bij politici op het belang van een snelle realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en van Natura 2000. Echter, in 2007 al bleek de praktijk van beleidsuitvoering weerbarstig. Het wringt onder meer bij onvoldoende middelen. Zo moet conform de Europese Vogel- en habitatrichtlijn de achteruitgang van onder andere vogelsoorten in 2010 zijn gestopt. Dit vraagt om actief soortenbeleid met gedegen gebiedsbescherming en leefgebiedplannen. Dit wordt uitgevoerd onder de titel van Natura 2000 met instrumenten als de natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Maar er is té weinig geld vrijgemaakt om deze belangrijke doelstelling met voortvarendheid te kunnen realiseren. Bij de uitvoering wringt het eveneens. Zo droeg het Rijk belangrijke bevoegdheden op het gebied van natuurbeleid over aan de provincies. Vogelbescherming constateert daarbij dat de kwaliteit van de uitvoering van dat beleid onvoldoende is verankerd. Zo is de realisatie van Natura 2000 verspreid over veel bestuurslichamen. Dit komt noch de snelheid, noch de consistentie ten goede. Ook signaleert Vogelbescherming de tendens van een afnemend enthousiasme bij overheden voor inspraakprocedures. Het lijkt politieke bestuurders steeds slechter uit te komen als burgers en maatschappelijke organisaties als Vogelbescherming zich in dergelijke procedures mengen. Terwijl dit toch een democratisch middel bij uitstek is om de belangen van natuur in het algemeen en van vogels in het bijzonder in het publieke domein te verdedigen. De wens van sommige Tweede Kamerfracties om de Natuurbeschermingswet af te zwakken is daar een voorbeeld van. Daarnaast treedt in Nederland steeds sterker het Not In My Backyard-effect op. De emoties rond het ten uitvoer brengen van Natura 2000 spreken boekdelen. Vogelbescherming heeft in 2007 vol energie de positieve kanten van Natura 2000 bepleit. Zoals de kansen en openingen die Natura 2000 kan bieden in het opkrikken van de kwaliteit van leefgebieden voor zowel mensen als voor vogels. Kortom, het jaar 2007 laat een paradoxaal beeld zien. Enerzijds zien we een groeiende aanhang voor groene organisaties en goede voornemens van het kabinet. En anderzijds is er een weerbarstige uitvoeringspraktijk waarin politiek en burgers niet vanzelfsprekend de natuur omarmen. 2007 in vogelvlucht Vogelbescherming was in 2007 op vele fronten actief om de belangen van vogels en hun leefgebieden te behartigen. Daarvoor zette de vereniging verschillende middelen in. Zo was Vogelbescherming actief met lobby, voorbeeldprojecten, het stimuleren van onderzoek, voorlichting, intensief overleg, campagnes en soms juridische inzet. Enkele van de belangrijke aandachtspunten in 2007 waren Natura 2000, het Europees landbouwbeleid, de Waddenzee en stadsvogels. Het betrekken van een breed publiek bij vogels en natuur liep ook in 2007 als een rode draad door ons werk. Dat sprak veel nieuwe leden aan. Bij jongeren tussen de 8 en 16 jaar ligt dat een stuk moeilijker. De jeugdorganisatie WILDzoekers heeft daarom in 2007 een nieuwe richting gekozen om de komende jaren meer jeugdleden aan te trekken.

Vogelbescherming Nederland is een onafhankelijke, landelijke natuurbeschermingsorganisatie. Een actieve vereniging van ruim 135.000 leden en donateurs die ook gesteund wordt door diverse bedrijven en instellingen. Vogelbescherming is de Nederlandse partner van BirdLife International, de organisatie die wereldwijd opkomt voor vogels en hun leefgebieden. Door gerichte beschermingsprogramma s, intensieve samenwerking, politieke lobby, juridische actie, duidelijke voorlichting en effectieve campagnes zet Vogelbescherming zich in voor de bescherming van vogels in Nederland en wereldwijd. Bij het beschermingswerk maakt de vereniging gebruik van de beste wetenschappelijke inzichten. Vogelbescherming werkt met een Strategisch Meerjaren Programma (SMP) dat, aangevuld met de actualiteit, vertaald wordt in jaarplannen. Het huidige meerjarenprogramma loopt van 2005 tot 2009 en is ambitieus in zijn doelstellingen. Dat is ook niet zonder reden. Mondiaal gezien gaat het ronduit slecht met veel vogelsoorten. Maar liefst 12% van de wereldwijd voorkomende soorten verkeert in de gevarenzone. Belangrijkste oorzaken daarvan zijn het verdwijnen van bijzondere leefgebieden zoals regenwouden en kwetsbare wetlands. Daarnaast eisen overbevissing, infrastructurele werken en intensieve landbouw hun tol. Ook in ons land gaat het met veel vogels niet goed. Er staan 78 soorten op de Rode Lijst van bedreigde Nederlandse broedvogels. Vooral vogels van het agrarisch gebied zijn in de verdrukking, maar ook bijvoorbeeld de vogels van kust en duin. Vogelbescherming volgt in haar werkwijze de volgende hoofdlijnen uit de strategie van BirdLife International. - Het uitsterven van soorten moet worden voorkomen. - Soorten moeten in levensvatbare populaties kunnen blijven voortbestaan. - Bescherming van soorten die kenmerkend zijn voor biotooptypen. Belangrijke instrumenten hierbij zijn de Rode Lijsten, zoals de Wereld Rode Lijst en de in 2004 herziene Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. - BirdLife-partners stellen op grond van internationale criteria lijsten op van de belangrijke gebieden voor vogels, de zogenaamde Important Bird Areas (IBA s). Met ondersteuning van vrijwillige IBA-caretakers, bij ons de WetlandWachten, wordt de natuurlijke kwaliteit van die gebieden nauwlettend bewaakt. - Veel soorten zijn in de dagelijkse beleving niet echt zeldzaam. Des te meer reden om dat ook zo te houden, is de filosofie van BirdLife: keep common birds common. Allereerst om te voorkomen, dat ook deze soorten eens op de Rode Lijst verschijnen. Maar daarnaast ook, omdat sommige op het eerste gezicht nog algemeen voorkomende vogels tóch aantoonbaar onder druk staan. De kievit bijvoorbeeld, bij ons nog geen Rode Lijstsoort, terwijl hij plaatselijk toch zorgwekkend in aantal achteruit gaat. - Samen voor vogels en mensen luidt de missie van BirdLife International. Vogels beschermen is mensenwerk; en vogelbeschermers zoeken de samenwerking. Voor de vogels, maar ook voor de mensen. Vanuit een ecologische visie, want een wereld zonder vogels is ondenkbaar. Maar ook uit overwegingen van een voor mensen leefbare wereld. Maatschappelijk draagvlak en een goede communicatie met de leden zijn daarbij essentieel. Uiteraard kijkt Vogelbescherming verder dan de landsgrenzen omdat vogels zich daar nu eenmaal niet aan houden. Daarom ook is Vogelbescherming opgenomen in het BirdLife International partnership. Daarbinnen ondersteunt Vogelbescherming drie landen in het bijzonder te weten Oekraïne, Indonesië en Burkina Faso. Op internationaal vlak heeft Vogelbescherming zich in 2007 samen met haar Indonesische partner, Burung Indonesia, sterk gemaakt om grote stukken tropisch regenwoud te vrijwaren van kap. Behalve dat daarmee een belangrijk leefgebied voor vogels werd behouden, draagt het ook bij aan beperking

van het CO ² probleem. Daarnaast kwam met steun van Vogelbescherming een BirdLife-partnerorganisatie in Marokko van de grond. Het zijn slechts enkele van de vele activiteiten waar Vogelbescherming in 2007 succesvol in was en waarmee vooraf gestelde doelstellingen werden bereikt. De Sallandse heuvelrug is één van de 47 gebieden waarvoor Vogelbescherming een zienswijze indiende op het concept-aanwijzingsbesluit Natura 2000. Zo mist Vogelbescherming een hersteldoel voor de grauwe klauwier (inzet), een soort waarvoor het gebied nadrukkelijk wél potentie heeft. Niet gerealiseerd in 2007 Niet álle doelstellingen voor 2007 vertaalden zich in concrete resultaten. Zo vroeg een aantal onderwerpen meer tijd dan aanvankelijk was voorzien, zoals klimaat en Westerschelde. Ook werd veel capaciteit van het bureau gevraagd voor een inbreng in het Waddenfonds. Dit fonds voor natuurherstel van de Waddenzee werd eind 2006 ingesteld. Vogelbescherming besteedde veel tijd aan het indienen van een baanbrekend internationaal project (zie hoofdstuk 4). Deze extra inspanningen gingen noodgedwongen ten koste van onderwerpen waar in 2007 voortgang mee zou worden geboekt. Zo is een visie op het IJsselmeer vanuit de vogelproblematiek nog niet gerealiseerd. Ook werd de presentatie van het Beschermingsplan Duin & Kust uitgesteld tot voorjaar 2008. Hier lagen ook nieuwe ontwikkelingen rond de Westerschelde en de Waddenzee aan ten grondslag. De coalitie Boerenland-Vogelland, waar in 2006 veel van werd verwacht, kwam in 2007 niet van de grond. Dit ging overigens niet ten koste van de voortzetting van het weidevogelbeschermingswerk. Tot slot liep een belangrijk klimaatproject in de Ooijpolder vertraging op door vergunning- en bezwaren procedures. Vooruitblik op 2008 Naast de geplande activiteiten volgens het Strategisch Meerjarenprogramma zullen enkele onderwerpen in 2008 meer aandacht vragen dan aanvankelijk was voorzien. Zo is rond het thema klimaat in 2007 een aanvraag ingediend bij de Nationale Postcode Loterij voor een project in Indonesië ter bescherming van tropisch regenwoud. Begin 2008 werd deze aanvraag gehonoreerd, zodat het project van start kan gaan (zie ook hoofdstuk 5). Daarnaast zijn activiteiten rond de Oost-Atlantische vogeltrekroute geïntensiveerd en zal Vogelbescherming zich extra inspannen voor trekvogels als verbinding tussen natuurorganisaties uit diverse landen in Europa en Afrika. Om de koppeling tussen soort- en gebiedsbescherming, draagvlak en de inhoudelijke programma s te kunnen realiseren, werkt Vogelbescherming met een grove indeling van Nederland in cultuurlandschap (boerenland), stedelijke milieus en natuurgebieden, aangevuld met de activiteiten over de grens (internationaal). Daarnaast is er een programma dat zich richt op versterking van de vereniging en het maatschappelijk draagvlak voor bescherming van vogels. Vanuit soortgroepen bekeken is deze opzet logisch en waarborgt het een efficiënte werkwijze voor hun bescherming. Bovendien volgt de indeling de gangbare ruimtelijke ordening in ons land en vertaalt het hoe de meeste mensen het landschap ervaren. Enkele thema s staan los van deze indeling zoals klimaat, luchtvaart en politieke lobby.

Realisatie in 2006 van belangrijke doelstellingen uit Het schema schetst de hoofdpunten uit het Strategisch Meerjarenprogramma, de vertaling daarvan in het jaarplan 2007 en de realisatie daarvan. In de vervolghoofdstukken komen de werkzaamheden in detail aan bod. Soort Doelstellingen SMP Doelstellingen Jaarplan 2007 Landelijk gebied Uitbreiding werkzaamheden voor vogels van het boerenland. Weidevogels behouden hoge prioriteit. Meer aandacht voor akkervogels en vogels van het kleinschalig cultuurlandschap. Weidevogelbescherming hoog op de politieke agenda en focus op gebiedsbenadering voor weidevogelbeheer. Vervolg experimenten en onderzoek akkervogels. Opstarten projecten voor vogels van kleinschalige cultuurlandschappen. Uitvoering beschermingsplan kwartelkoning. Stedelijke milieus Natuurgebieden Internationaal Vereniging & draagvlak De rol van de bebouwde omgeving als leefgebied voor vogels wordt breed erkend. Bewoners, gemeenten, woningcorporaties en bedrijven zijn zich ervan bewust dat ze kunnen bijdragen aan vogelvriendelijke steden. Bredere erkenning belang Nederland voor moerasvogels en uitbreiding moerasareaal met goede waterkwaliteit. Beschermingsprogramma kust- en duinvogels. Speciale aandacht voor grote belangrijke vogelgebieden als Waddenzee. Programma gericht op Flyways, specifiek Oost-Atlantische trekroute. Focus op Afrikaanse landen langs trekroute. Speciale steun aan Indonesië en Oekraïne. Actief in BirdLife Europa rond de onderwerpen Vogel- en Habitatrichtlijn, landbouw en water. Groei aantal volwassen leden tot 140.000 eind 2009. Vergroting band tussen vereniging en leden. Transparantie van de organisatie verbeteren. Campagnes die maatschappelijk draagvlak voor bescherming van vogels vergroten. Groei inkomsten uit verschillende bronnen. Pilot stadsvogelmonitoring gestart. Onderzoek naar kennislacunes en beschermingsprioriteiten uitgevoerd. Vogelvide in vier steden getest. Met vijf gemeenten intensieve samenwerking rond stadsvogels opgezet. Onderzoek naar besluitvormingsprocessen op lokaal niveau uitgevoerd. Ontwikkeling BirdLife-visie Waddenzee samen met Duitse en Deense BirdLife-partner. Flyway-denken (trekroutes) staat centraal, ook in beleidsbeïnvloeding. Continuering beleidsbeïnvloeding Schelde (Tweede kamer en Provinciale Staten). Bescherming moerasvogels breder ingekaderd in thema s water, schaal en verbinding moerasgebieden en rietbeheer. Toetsing concept-aanwijzingsbesluiten Natura 2000-gebieden Nachtzwaluw leidende soort bij projecten heide/hogere zandgrond. Ondersteuning BirdLife-partners NATURAMA (Burkina Faso), Burung Indonesia (Indonesië) en USPB (Oekraïne) bij verbetering organisatie, ledenservice en marketing. Oprichting BirdLife-organisatie Marokko. Institutionele ondersteuning BirdLife Malta bij terugdringen jacht op trekvogels. Oplevering nieuwe inzichten lange-afstandstrekkers (steltlopers) via Global Flyway Network. Groei aantal volwassen leden en donateurs tot 135.000. Vergroting van de band tussen leden en vereniging door versterking vrijwilligersbeleid en verbetering aanbod passend bij ledenprofielen. Start geïntegreerd Servicecentrum (ledenadministratie en vogelinformatiecentrum). Internetcampagne Beleef de Lente om nieuwe doelgroepen aan te spreken. Implementatie nieuwe statuten. Speciale aandacht klimaatproblematiek. Bijdragen aan versterking BirdLife op communicatiegebied.

het Strategisch Meerjarenprogramma (SMP) 2005-2009 Realisatie Vogelbescherming participeert in Weidevogelverbond. Mede door lobby Vogelbescherming extra overheidsgeld voor beheermaatregelen en onderzoek. Gebiedsgerichte aanpak centraal in het nieuwe weidevogelbeleid. Veldexperimenten & onderzoek voortgezet naar effectiviteit veldleeuwerikbroedplotjes en naar broedsucces in verschillende typen gras- en akkerland. Projecten succesvol uitgevoerd voor ooievaar en steenuil (kwaliteit leefgebied). Uitvoering beschermingsplan kwartelkoning, internationaal symposium kwartelkoning en aanvullend onderzoek naar effectiviteit beheersmaatregelen. Inzet Vogelbescherming leidt tot betere bescherming grauwe gans als broedvogel. Meetnet Urbane Soorten (M.U.S.) i.s.m. SOVON met succes gestart. Eerste resultaten stadsvogelmonitoring gepresenteerd. Onderzoek kennislacunes en beschermingsprioriteiten afgerond en gepresenteerd. Vogelvide getest in vier steden als voorbereiding op productie. Succesvolle stadsvogelconferentie met 200 deelnemers. Intensieve samenwerking met vier gemeenten die een succesvolle stadsvogelcampagne voeren. Krachtenveldanalyse uitgevoerd dat inzicht geeft in de belangrijkste actoren voor verbetering stedelijk gebied voor vogels. Ecologische knelpunten Duitse en Deense Waddenzee geanalyseerd. Uitwerking in gezamenlijke BirdLife-strategie voor bescherming Waddenzee/trekvogels. Voorbereidingen trekvogelcampagne Vogelbescherming en Duitse/Deense BirdLifepartners. Aanvraag Waddenfonds ingediend versterking Waddenzeenatuur in combinatie met bescherming in West-Afrika. Lobbytraject ratificatie Scheldeverdragen met Vlaanderen geïntensiveerd, inclusief verplichting tot herstel van getijdennatuur. Succesvolle lobby vogelvriendelijk rietbeheer in Weerribben en noordelijke Randmeren. Zenderproject purperreiger van start. Moerasprojecten in Flevoland en Weerribben afgerond. Samenwerking met Waterschap in twee moerasprojecten. Voor 47 aanwijzingsbesluiten Natura 2000-gebieden formele zienswijze ingediend voor betere garanties voor de bescherming van vogels. Jaar van de Nachtzwaluw genereerde aandacht bescherming heidevogels. Workshop Jaarplannen georganiseerd voor NATURAMA (BirdLife-partner Burkina Faso). Samenwerking Vogelbescherming en NATURAMA op praktisch, resultaatgericht niveau vastgelegd. Werkbezoek van bestuur BirdLife Oekraïne. BirdLife-organisatie Marokko opgericht. Ultimatum Europese commissie aan Malta voor stoppen voorjaarsjacht. Rapportages Global Flyway Network tonen extremen van vogeltrek; rosse grutto s vliegen non-stop van Nieuw-Zeeland (wintergebied) naar de arctische broedgebieden. In BirdLife-verband raamwerk Flyway-campagne ontwikkeld. Aantal volwassen leden en donateurs gegroeid van 126.818 naar 135.338. Vrijwilligersbeleid opgezet en geïmplementeerd, groei aantal vrijwilligers in het land van 10 naar 60, excursieprogramma ontwikkeld. Extra aanbod tijdschriften VogelNieuws (beschermingsachtergronden) en WorldBirdWatch aan leden met gerichte interesse. Ledenadministratie en vogelinformatiecentrum succesvol geïntegreerd. Campagne Beleef de Lente uitgevoerd met goede resultaten (243.000 unieke bezoekers, 1,3 miljoen bezoeken aan site). In overleg met ledenraad en bestuur nieuwe statuten verder geïmplementeerd. Aandacht voor klimaatbuffers en gevolgen klimaatverandering voor vogels, o.a. Vogelfestival in teken klimaat. Initiatief genomen tot speciale workshop marketing-communicatie voor Europese BirdLife-partners en steun opbouw partners Indonesië en Burkina Faso.

boerenzwaluw 2 Plattelandsontwikkeling voor vogels De landbouw is beeldbepalend voor het Nederlandse Landschap. Daarnaast vertegenwoordigt het platteland van ouds- agrarische bestemming. Daarmee is de land- Ongeveer 70% van ons landoppervlak heeft een bouw beeldbepalend voor het grootste deel van her belangrijke natuurwaarden. De karakteristieke vogelbevolking van weiden en akkers staat al jaren onder grote druk. zeer gevarieerd is, van kleinschalig en besloten het Nederlandse landschap. Een landschap dat tot weidse akkers en graslanden. Het landelijk van de natuurkwaliteiten van het platteland is niet alleen gebied is van oudsher domein van karakteristieke vogelsoorten als grutto, kievit, patrijs, essentieel om vogelsoorten voor ons land te behouden. Ook veldleeuwerik, steenuil en boerenzwaluw. Ook veel mensen zoeken juist op het boerenland ontspanning en soorten die broeden in natuurgebieden zijn voor beleving van natuur. hun voedsel mede afhankelijk van landelijk gebied, zoals purperreiger, lepelaar en zwarte stern. De kwaliteit van het boerenland voor flora en fauna is de afgelopen 50 jaar drastisch achteruit gegaan. Illustratief daarvoor is dat maar liefst 47 van de 78 soorten van de Rode Lijst afhankelijk zijn van het landelijk gebied. Het Strategisch Meerjarenprogramma van Vogelbescherming voorziet daarom in een uitbreiding van beschermingsactiviteiten voor het landelijk gebied. Zo kwamen naast de weidevogels en ganzen ook akkervogels en vogels van kleinschalige cultuurlandschappen nadrukkelijker op de agenda. De activiteiten zijn soms gericht op de bescherming van één specifieke soort, zoals de kwartelkoning. Maar steeds meer werkt Vogelbescherming aan maatregelen om een leefgebied als geheel te verbeteren, vaak wel met één soort als symbool. Beleidsbeïnvloeding speelt bij dit deel van ons werk een grote rol. Want het is op de niveaus van provincie, Rijk en Europese Unie dat beslissingen worden genomen over zaken als agrarisch natuurbeheer, voedselproductie, braaklegging en plattelandsontwikkeling. De tijd dat beleidsmakers landbouw uitsluitend als productiesector beschouwden ligt achter ons. En dat is winst. Maar er is nog een lange weg te

gaan voordat de natuurwaarden echt volwaardig worden meegewogen in de soms ingewikkelde politieke besluitvorming. Dit is echter wel noodzakelijk om de negatieve trend die vele vogelsoorten van het boerenland laten zien te keren. Omdat de landbouwpolitiek vanuit de Europese Unie zoveel landen raakt, is dit ook een thema waarbij Europese BirdLife-partners zich gezamenlijk laten gelden. Weidevogels In het weidevogelwerk is de grutto al jaren beeldbepalend. Niet zonder reden, want jaar na jaar blijken de aantallen broedparen weer minder. Inmiddels staat de soort ook op de IUCN Wereldlijst van bedreigde soorten. De jarenlange inzet voor deze soort door vele organisaties, boeren en vrijwilligers hebben deze negatieve trend op nationaal niveau vooralsnog niet kunnen keren. En in het kielzog van de grutto nemen ook tal van andere karakteristieke weidevogels in aantal af. De afgelopen jaren werkte Vogelbescherming in een breed samenwerkingsverband aan het project Nederland-Gruttoland. Doel was om de bescherming van de grutto in te passen in de gangbare bedrijfsvoering van de moderne melkveehouderij. Met de kennis en ervaringen die het project opleverde, werkt Vogelbescherming verder aan oplossingen om het tij te keren. Inzet op effectieve maatregelen De lering uit de afgelopen jaren is dat de doelstellingen voor het weidevogelbeheer onder andere het keren van de negatieve trend van de grutto in uiterlijk 2010 alleen realistisch zijn als de inspanningen zich vooral concentreren op de meest kansrijke gebieden. Daarvoor is de gruttokaart die Vogelbescherming samen met SOVON in 2005 uitbracht indicatief. Naar de overtuiging van Vogelbescherming moeten in een selectie van deze gebieden de weidevogels centraal staan en de bedrijfsvoering daaraan zijn aangepast. Want in de gangbare bedrijfsvoering van de meeste moderne melkveehouderijen blijkt het gewenste en noodzakelijke weidevogelbeheer niet voldoende inpasbaar. Vogelbescherming maakt zich hier ook sterk voor in het weidevogelverbond. Weidevogelverbond Onder leiding van toenmalig minister Veerman riep het ministerie van LNV in 2006 het weidevogelverbond in het leven. Er werd een ambitieus actieprogramma opgesteld om de achteruitgang van weidevogelpopulaties te stoppen, onder meer door het realiseren van 280.000 hectare goed weidevogelgebied. De regiegroep weidevogelverbond, waarin ook Vogelbescherming participeert, geeft verdere invulling aan de uitvoering van dit programma. Dankzij lobby van verschillende organisaties, waaronder Vogelbescherming, was er in 2007 voldoende budget om delen van het actieprogramma uit te kunnen voeren. Zo financierde het weidevogelverbond diverse herstelmaatregelen in weidevogelreservaten, zoals in de Ronde Hoep bij Ouderkerk aan de Amstel. Daarnaast is er ecologisch onderzoek gefinancierd en uitgevoerd door de kenniskring weidevogels. Samenwerking, onderzoek & projecten Tot 2007 was Vogelbescherming met diverse betrokken partijen vooral actief in het uitvoeren van proefprojecten (onder andere Nederland-Gruttoland), het stimuleren van weidevogelbeheer en het financieren van ecologisch onderzoek. Dit werk, en dan vooral verbreed naar andere vogelsoorten van het boerenland, kreeg in 2007 een vervolg in de coalitie Boerenland-Vogelland, een voortzetting van het project Nederland-Gruttoland. Begin 2007 werd in dit coalitieverband een prijsvraag uitgeschreven voor vogelvriendelijke ideeën (highlight 1). Wegens onvoldoende (financiële) middelen kwam de coalitie niet goed

1 Prijswinnaars Geef boerenlandvogels een kans Een coalitie van natuur- en landschapsorganisaties, waaronder Vogelbescherming, organiseerden een ideeënwedstrijd voor het behoud van vogels van het agrarisch cultuurlandschap. Dat het onderwerp bij boeren leeft bleek uit de vele enthousiaste inzendingen. De agrarische natuurvereniging Wierde & Dijk uit Groningen viel tweemaal in de prijzen. 2 Krimpenerwaard vogelrijker De Krimpenerwaard behoort tot een van de landschappelijke parels van Nederland. Gesteund door het Louisa van der Veldenfonds werkt Vogelbescherming er met diverse partijen samen aan een veelbelovend project voor weide- en moerasvogels. De grutto s profiteerden in 2007 van optimaal grasbeheer en zwarte sterns keerden na jaren afwezigheid in het projectgebied terug. van de grond. Met de partijen Landschapsbeheer Nederland en Natuurlijk Platteland Nederland zet Vogelbescherming de samenwerking voor grutto s in 2008 voort. Doel is om de aandacht voor de grutto op peil te houden met onder meer lobby en voorlichting. Daarnaast was Vogelbescherming betrokken bij enkele kansrijke veldprojecten, zoals in de Krimpenerwaard en het Ilperveld (highlight 2 en 3). In 2007 zijn onderzoeken gepubliceerd over de voedselsituatie van gruttokuikens en over het gebruik van ruige stalmest veel voordelen op voor de weidevogels. De nieuwe potstal in het Ilperveld, najaar 2007 geopend, levert via de rijstvelden in West-Afrika door grutto s (highlight 4 en 5). De ooievaar kreeg als soort van het agrarisch gebied specifieke aandacht. Het betrof activiteiten die voortvloeiden uit de decennialange betrokkenheid van Vogelbescherming bij deze soort. Dit heeft erin geresulteerd dat de ooievaar in Nederland rond 1970 nét niet verdween en er inmiddels weer zo n 600 broedparen rondvliegen. De aandacht van Vogelbescherming concentreert zich nu vooral op verbetering van de habitat en bescherming tijdens de trek. Daartoe financierde de vereniging in 2007 twee biotoopherstelprojecten in Nederland (highlight 6) en hield zij een fondswerving onder haar leden voor beschermingsprojecten op de trekweg. Akkervogels De aandacht voor akkervogels nam de afgelopen jaren sterk toe. Dit geldt onder meer voor de kwartelkoning, waarvoor de activiteiten zich uitstrekken naar zowel akkers, hooilanden als uiterwaarden. Vogelbescherming voert hiervoor samen met SOVON Vogelonderzoek Nederland een soortbeschermingsplan uit (2004-2008). Behalve het reguliere opsporen en beschermen van nesten (highlight 7) 3 Potstal voor weidevogels Ilperveld Vogelbescherming droeg financieel bij aan de bouw van een potstal in het Ilperveld. Deze voorziening is essentieel om de veenweiden geschikt te houden voor weidevogels. Het gebied behoort tot een van de rijkste weidevogelgebieden van ons land. Meer informatie over deze highlights op www.vogelbescherming.nl/ jaarverslag2007 kwartelkoning

4 De voedselsituatie van gruttokuikens Grutto s hebben in ons land een zorgelijk lage reproductie. Het is daarom van groot belang de leefcondities voor gruttokuikens zo gunstig mogelijk te maken. Een in 2007 gepubliceerd onderzoek in opdracht van Vogelbescherming werpt daar licht op. De kuikens zijn het meest gebaat bij kruidenrijke percelen met lichte bemesting die uiteraard laat worden gemaaid. steenuil werd in 2007 een start gemaakt met onderzoek om de effectiviteit van beheermaatregelen voor de kwartelkoning te meten (highlight 8). Najaar 2007 werd het vijfde internationale symposium over de bescherming van de kwartelkoning georganiseerd (highlight 9). Van sommige soorten is de ecologische kennis nog onvoldoende om effectieve maatregelen te nemen. Dan laat Vogelbescherming onderzoek verrichten, zoals naar veldleeuwerik (inclusief veldexperimenten) en patrijs (highlight 10 & 11). Een effectieve bescherming van akkervogels vereist een goede samenwerking met boeren. Daarnaast is het van groot belang dat de natuurwaarden van akkers verankerd worden in het beleid van provincies, de nationale overheid en de Europese Unie. Ook daar maakt Vogelbescherming zich sterk voor (zie kader pag. 16). Een concrete kwestie in 2007 betrof de afschaffing van de zogenaamde braaklegregeling. Deze EU-regeling van begin jaren negentig moest de overproductie van akkerbouwproducten tegengaan. De braaklegging van delen van het akkerareaal resulteerden in een ongekende opleving van natuurwaarden. De afschaffing ervan zou de akkernatuur een enorme stap terugbrengen. Daar verzet Vogelbescherming zich met BirdLife International fel tegen (highlight 12). 5 Grutto-onderzoek West- Afrika De zorgwekkende situatie van de grutto in Nederland noodt tot divers onderzoek dat kan bijdragen aan een betere bescherming. In 2007 werden de gegevens gepubliceerd van een door Vogelbescherming gefinancierd onderzoek naar overwinterende grutto s in West- Afrika. Het onderzoek brengt de overwinteringslocaties in kaart en legt knelpunten bloot. Vogels van kleinschalig cultuurlandschap Een deel van de agrarische Rode-Lijstsoorten vinden we vooral in kleinschalig agrarisch gebied. Soorten als steenuil, ringmus, grauwe vliegenvanger en spotvogel zijn kenmerkend voor gevarieerde boerenerven en het omringende land. Daar moeten ze binnen een beperkte straal alles kunnen vinden wat ze nodig hebben zoals voldoende voedsel, veilige broedplaatsen en beschutting. Gelukkig zetten veel landschaps- en natuurorganisaties zich actief voor dit type landschap in. Vogelbescherming sluit haar beschermingsactiviteiten daar zoveel mogelijk bij aan. Zoals bij het meerjarige project Naar een aantrekkelijk leefgebied voor mens én steenuil. In dit in 2006 gestarte project werkt Vogelbescherming samen met Landschapsbeheer Nederland, Steenuiloverleg Nederland (STONE) en SOVON Vogelonderzoek Nederland. Het project richt zich in beginsel op alle vogels van kleinschalige cultuurlandschappen met de steenuil als symboolsoort. Brede voorlichting en concrete uitvoering van steenuilvriendelijke maatregelen zijn er onderdeel van. 6 Verbetering leefgebied ooievaars Het leefgebied van de ooievaar kan nog steeds veel aan kwaliteit winnen. Bij Haastrecht en Gorssel werden in 2007 projecten voor biotoopherstel uitgevoerd. Meer informatie over deze highlights op www.vogelbescherming.nl/ jaarverslag2007

7 Voorspoedige zomer kwartelkoning De bescherming van broedende kwartelkoningen op agrarisch land is maatwerk. In 2007 spoorden vrijwilligers 280 tot 330 broedterritoria op, beduidend meer dan voorgaande jaren. Dankzij goed overleg met boeren en terreinbeheerders over uitstel van de maaiwerkzaamheden kwamen veel nesten succesvol uit. 8 Zenderonderzoek kwartelkoning Een aangepast maairegime is essentieel in de bescherming van de kwartelkoning. Onderzoek in 2007 met gezenderde kwartelkoningen laat zien dat een veel toegepaste maatregel van 100 meter ongemaaide vegetatie rond het nest té weinig soelaas biedt. 9 Symposium kwartelkoning Vogelbescherming was medeorganisator van een symposium over de kwartelkoning. Specialisten uit verschillende landen wisselden kennis en ervaringen uit. Doel is met vereende krachten de sterk bedreigde kwartelkoning in Europa betere perspectieven te bieden. Grote delen van het Europese platteland tonen hetzelfde beeld: een verarming van de flora en fauna en een toenemend aantal vogelsoorten dat sterk in de verdrukking raakt. Het zijn de onbedoelde - neveneffecten van een landbouw die zich heeft ontwikkeld tot een bijzonder efficiënte en productieve bedrijfstak. Met het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid is de EU en de voorlopers daarvan van grote invloed geweest op die ontwikkeling. Geleidelijk is ook het besef doorgedrongen dat dit beleid grote negatieve gevolgen had voor milieu, landschap en biodiversiteit. Er kwam beleidsmatig meer aandacht voor het vergroten van de leefbaarheid van plattelandsgebieden en voor agrarisch natuurbeheer. Maar het blijkt vooralsnog onvoldoende voor een dusdanige opleving van de natuurwaarden in het landelijk gebied, dat het ook kwetsbare vogelsoorten weer perspectief biedt. Het Europese landbouwbeleid biedt de kaders en stelt spelregels op voor het Nederlandse beleid voor het landelijke gebied. Het grootste deel van de beheermaatregelen voor vogels en natuur op het Europese en Nederlandse platteland wordt gefinancierd vanuit het Gemeenschappelijke Landbouwbeleid. Daarom is het van het grootste belang dat vanuit dit beleid een visie wordt ontwikkeld en meer middelen beschikbaar worden gesteld die ten goede komen aan de natuurwaarden van het platteland. Daartoe oefenen Vogelbescherming en haar Europese BirdLifepartners invloed uit. Bijvoorbeeld met een in september 2007 gepresenteerde visie Publiek geld voor publieke goederen op de toekomst Op 3 oktober 2007 ontving Mariann Fischer Boel (Eurocommissaris van het Europese landbouwbeleid. Daarin voor landbouw en plattelandsontwikkeling) de visie van BirdLife geeft Vogelbescherming zes aanbevelingen International over een nieuw Gemeenschappelijk Europees voor een nieuw landbouwbeleid. Centraal Landbouwbeleid voor de periode na 2013. Ze is het eens met daarin staat een overheid die het accent legt BirdLife dat de thema s klimaatverandering en water sterker naar bij het zorg dragen voor publieke belangen in voren moeten komen in het nieuwe beleid en onderkent dat het landelijk gebied zoals milieu, landschap en niet alle maatschappelijke diensten vanuit de markt betaald kunnen worden. In november publiceerde Vogelbescherming een biodiversiteit in plaats van het geven van inkomenssteun aan boeren. Vogelbescherming zal Nederlandse uitwerking van de BirdLife visie. Een kwestie van zich hier de komende jaren samen met BirdLife Europese en Nederlandse beleidsbeïnvloeding waar we in de voor blijven inzetten. komende jaren veel aandacht aan blijven besteden. 10 Alles op alles voor de veldleeuwerik Vogelbescherming participeert sinds 2006 in een driejarig project voor de veldleeuwerik. Onderzoek en praktijkexperimenten moeten leiden tot maatregelen waarmee de dramatische achteruitgang van de soort kan worden gekeerd. Meer informatie over deze highlights op www.vogelbescherming.nl/ jaarverslag2007 Het project loopt vanaf 2006 in zes gebieden (Friesland, Drenthe, Gelderland (2x), Noord-Holland en Zeeuws-Vlaanderen). Binnen deze gebieden wordt op grote schaal voorlichting gegeven en met bewoners besproken hoe het erf aantrekkelijker kan worden voor gemaakt voor steenuilen en andere vogels. Tevens is voorbereidend werk gedaan voor een in 2008 te verschijnen steenuilpresentatie met tekst en beelden die vrijwilligers kunnen gebruiken bij lezingen. Voor de boerenzwaluw voert Vogelbescherming een internationaal beschermingsproject uit (zie hoofdstuk 5). In 2007 zijn voorts de voorbereidingen gestart voor een in 2008 te publiceren beschermingsbrochure voor boerenzwaluwen in Nederland. Faunabeheer en ganzen Nederland behoort een gastvrij land te zijn voor de grote aantallen ganzen, smienten en zwanen die hier overwinteren. Ook zou het vanzelfsprekend moeten zijn dat de grauwe gans als inheemse broedvogel de ruimte krijgt. Toch is dit niet de praktijk. Vogelbescherming ziet zich dan ook jaar in jaar uit genood-

zaakt het beleid van Rijk en provincies kritisch te volgen, telkens haar standpunt naar voren te brengen en desnoods juridische procedures aan te gaan. Vogelbescherming sluit niet de ogen voor landbouwschade die ganzen veroorzaken, maar pleit wel voor goede, verantwoorde oplossingen daarvoor. Overwinterende ganzen Voor de winterganzen zijn de afgelopen jaren per provincie foerageergebieden aangewezen. Boeren kunnen binnen die gebieden op vrijwillige basis beheerovereenkomsten afsluiten of schadevergoeding accepteren. Buiten de foerageergebieden worden grauwe ganzen, kolganzen en smienten verjaagd met ondersteunend afschot. Zo werden in de winter van 2005/2006 buiten de foerageergebieden maar liefst 60.000 ganzen en smienten geschoten. Vogelbescherming vindt dit onacceptabel en acht het aantal in geen verhouding tot het doel, namelijk het verjagen van ganzen naar de foerageergebieden. Ook twijfelt Vogelbescherming aan de effectiviteit van deze verjaagmethode. De vereniging vroeg daarom de minister van LNV om opheldering. In haar antwoord verwijst de minister naar de beleidsevaluatie die eind 2008 uitkomt. 11 Biotoopverbetering patrijs Een in 2007 gepubliceerd onderzoek in opdracht van Vogelbescherming leert ons veel over de patrijs. Niet alleen over de oorzaken van achteruitgang, maar ook over effectieve maatregelen om de soort te helpen. Broedende grauwe ganzen In oktober 2006 plaatste de minister van LNV de overzomerende, broedende grauwe gans op de vrijstellingslijst. De soort zou daarmee haar beschermde status verliezen en in feite vogelvrij zijn. Protest van Vogelbescherming leidde ertoe dat dit werd teruggedraaid. In ruil daarvoor vroeg de minister alle belanghebbenden om tot een goed alternatief voorstel te komen om de schade, veroorzaakt door deze soort, binnen de perken te houden. Daardoor bleef voorlopig het systeem van kracht dat provincies ontheffing konden verlenen om gewasschade door ganzen te bestrijden met afschot. Bij sommige provincies leidde dat in 2007 tot disproportioneel en ongecoördineerd afschot. Tegen de provincie Zuid- Holland startte Vogelbescherming een juridische procedure (highlight 13 & 14). 12 Europa maakt akkers minder vogelvriendelijk Vanaf 2008 zijn akkerbouwers niet meer verplicht een deel van hun land braak te laten liggen. Slecht nieuws voor allerlei kwetsbare akkervogels, die juist van dat onbebouwde land profiteerden. Vogelbescherming en BirdLife lobbyen daarom voor een regeling die ook de akkernatuur ten goede komt. 13 Bezwaar tegen afschot grauwe ganzen Vogelbescherming tekende bezwaar aan tegen een ontheffing van de provincie Zuid- Holland voor afschot van niet minder dan 9.000 broedende grauwe ganzen. De vereniging vindt dat niet alleen disproportioneel, het is ook tegen de geest van de wet. 14 Nieuw beleid broedende grauwe ganzen Vogelbescherming zet zich al jaren in voor een evenwichtiger en gansvriendelijker beleid. Zij zag dit eind 2007 gehonoreerd in nieuwe spelregels rond broedende grauwe ganzen in relatie tot schade aan landbouwgewassen. grauwe ganzen Meer informatie over deze highlights op www.vogelbescherming.nl/ jaarverslag2007

roodborst 3 Vogels en het stedelijk woonklimaat Vogelbescherming wil, samen met andere partijen, een forse De bebouwde omgeving is een ontmoetingsplek impuls geven aan de verbetering van het stedelijk milieu voor bij uitstek voor mensen en vogels. Het stedelijk gebied herbergt niet zozeer veel bedreigde vogelsoorten, maar wel een aantal soorten die karak- vogels. Ook is de vereniging op allerlei manieren actief om mensen voor de vogels in hun omgeving te enthousiasmeren. teristiek zijn voor dit type biotoop. Dit geldt met Dit betrekkelijk nieuwe aandachtsveld kwam in 2007 goed name voor het binnenstedelijk gebied. De broedverspreiding van een klein aantal soorten beperkt van de grond. Vier gemeenten werkten enthousiast mee om zich zelfs vrijwel uitsluitend tot binnensteden, stadsvogels breed in de samenleving te brengen. zoals die van de gierzwaluw en de Turkse tortel. Daarnaast is er het suburbane gebied (buitenwijken) dat algemeen gerekend kan worden tot één van de meest vogelrijke biotopen. Het gaat hier vooral om zeer algemene soorten zoals merel, koolmees en winterkoning. Het verdwijnen van de huismus uit de grote steden is echter een belangrijk signaal dat de vogelbevolking zichzelf niet automatisch in stand houdt. Want een gewone stadsvogel kan in aantal achteruitgaan en kwetsbaar worden of bedreigd, zoals de huismus. De BirdLife slogan keep the common birds common is daarom bij uitstek van toepassing op het stedelijk gebied. Voor de vogels in stedelijke milieus stelt Vogelbescherming zich twee hoofddoelen: het verbeteren van het leefklimaat voor vogels in de bebouwde omgeving; het enthousiasmeren van mensen voor (stads)vogels. Bij de verbetering van het leefklimaat voor vogels streeft Vogelbescherming ernaar dat mensen die op wat voor manier dan ook betrokken zijn bij de ruimtelijke ordening, zich bewust worden van hun eigen rol. De keuzes van bijvoorbeeld een stedenbouwkundige, een medewerker van de plantsoendienst of een architect bepalen voor een belangrijk deel welke vogels er kunnen voorkomen of juist verdwijnen. Vogelbescherming wil hierin ook een voorlichtende rol spelen en initieert divers onderzoek om kennisleemtes op te vullen.

Het opwekken van enthousiasme voor vogels kan soms al heel simpel worden gerealiseerd door mensen kennis te laten maken met vogels dicht bij huis en hen te stimuleren de directe (woon)omgeving aan-antrekkelijker te maken voor vogels. Hierbij zet Vogelbescherming tal van middelen in. Zo verschijnen en er regelmatig artikelen in kranten en tijdschriften over vogels dicht bij huis en wat mensen zelf kunnen doen om hun omgeving vogelvriendelijker te maken. Eenzelfde doel had de zesdelige Teleac-serie Een tuin vol vogels die vanaf eind 2007 werd uitgezonden. De serie werd gemaakt in nauwe samenwerking met Vogelbescherming en er verscheen een gelijknamig boek. Ook speciale themadagen van de winkel van Vogelbescherming brengen vogels dichter bij de mensen, zoals de week van de nestkast (voorjaar 2007) en de tuinvogeldagen (najaar 2007). En bij diverse gelegenheden blijkt de brochure Meer vogels in de tuin telkens weer te voldoen aan de vraag van mensen hoe ze zelf iets voor vogels kunnen doen. Voorts werd in 2007 een digitale nieuwsbrief over stadsvogels gelanceerd. Hiermee blijven gemeenten en andere geïnteresseerden op de hoogte van al het nieuws rond stadsvogelvriendelijke initiatieven. Al met al zijn in het programma stadsvogels beschermingsdoelstellingen sterk verweven met diverse vormen van communicatie, waarbij mensen in het algemeen ook een goed gevoel bij vogels krijgen. Samen met Nederlandse gemeenten Vogelbescherming voert een algemeen stimuleringstraject richting de Nederlandse gemeenten. Zo zijn alle 470 gemeenten aangespoord deel te nemen aan de stadsvogelprijs en ontvingen zij alle een uitnodiging voor de stadsvogelconferentie. Naast dit algemene traject werkte Vogelbescherming in 2007 intensief samen met de vier gemeenten Amersfoort, Dordrecht, Hardenberg en Zoetermeer. Wethouder Gerda Eerdmans van Amersfoort deelt bij de start van de Deze vier Nederlandse gemeenten hadden in stadsvogelcampagne nestkasten uit aan bewoners. 2007 de primeur als eerste een plaatselijke stadsvogelcampagne te voeren. Daartoe werden eerst samen met verschillende betrokkenen de ambities geformuleerd en de daaruit voortvloeiende acties voor de periode van één jaar. Via verschillende stappen kwamen deze vier gemeenten tot hun eigen actieplan voor een vogelvriendelijk beleid en beheer in hun stad. Dat plan omvat de vier aandachtsvelden groen, water, gebouwen en communicatie. Op 13 juni 2007 vond een zogenaamde kennissessie plaats, georganiseerd door Vogelbescherming. Daarbij presenteerden de vier gemeenten hun actieplannen, er werd over en weer kennis en informatie gedeeld en er waren vier afzonderlijke workshops over de aandachtsvelden. Stadsvogelprijsvraag 2007 De stadsvogelprijs van Vogelbescherming, in 2007 voor het eerst uitgereikt, is één van de middelen om álle Nederlandse gemeenten bij stadvogels te betrekken. De prijs heeft tot doel om gemeenten te motiveren goede initiatieven op te zetten voor vogels in het stedelijk gebied. Het gaat daarbij om projecten waarbij naast de gemeente ook verschillende andere partijen betrokken zijn. De gemeenten konden hun beste, reeds uitgevoerde, projecten inzenden en meedingen naar de hoofdprijs: een bedrag van 20.000 euro te besteden aan een nieuw stadsvogelproject. Enkele belangrijke beoordelingscriteria waren: een voorbeeldfunctie; daadwerkelijke bijdrage aan de bescherming van stadsvogels; vernieuwing, voorlichtingsaspecten en enthousiasmering van burgers; samenwerking met lokale partijen; monitoring. 1 Meppel wint stadsvogelprijs Het project Berggierslanden (gemeente Meppel) laat een nieuwbouwwijk harmonieus overlopen in de omringende natuur. Het is een schoolvoorbeeld voor de integratie tussen mensen én vogels. Bewoners zullen niet raar opkijken, als straks in hun achtertuin een dodaars opduikt. 2 Laag- en Hoog-Nederland volgens MUS Maar liefst 360 enthousiaste vogelaars inventariseren de stedelijke vogelbevolking voor het vogelmeetnet MUS (Meetnet Urbane Soorten). De gegevens lenen zich voor allerlei bewerkingen. Zo blijken de watervogels veel aanwezig in de stedelijke milieus van Laag-Nederland. De bosvogels domineren daarentegen in de stedelijke omgeving van het hogere oostelijke deel van ons land. 3 ZoeterMeerVogels De stadsvogelcampagne van Zoetermeer is onderdeel van het project Duurzaam Zoetermeer. Een speciale film, schoolprojecten, vogelvriendelijk groenbeheer en een stadsvogeldag zijn enkele van de vele activiteiten die Zoetermeer onderneemt voor de vogels in haar gemeente. Met een sterk accent op de communicatie met de bewoners. Meer informatie over deze highlights op www.vogelbescherming.nl/ jaarverslag2007

4 Burgemeesterdag, vogeldag in Hardenberg Na afloop van de Overijsselse burgemeestersdag, 30 januari te Hardenberg, ging iedereen naar huis met een nestkast onder de arm. Geert Jansen, Commissaris van de Koningin in Overijssel, riep de burgemeesters op het voorbeeld van vogelvriendelijk Hardenberg te volgen en bij ontwikkelingen meer rekening te houden met de stadsvogels. 5 Dordtse Vogelbuurt: voor mensen én vogels Dordrecht geeft invulling aan de stadsvogelcampagne met onder meer een uniek wijkproject. Vogels vormen daarin het verbindende element tussen groepen bewoners die eigenlijk min of meer langs elkaar leven. En voor de stad als geheel krijgt het vele water in de gemeente speciale aandacht. Met natuurvriendelijke oevers wordt het voor vogels een stuk aantrekkelijker. 6 Amersfoort foldert voor stadsvogels Amersfoort is veelzijdig actief voor de stadsvogels. Eén van de initiatieven is een speciale folder voor vogelvriendelijk bouwen. Deze krijgt iedereen die een aanvraag indient voor een bouwvergunning. De folder informeert over de bescherming van vogels en hoe je daar met toepassingen in de bouw rekening mee kunt houden. Meer informatie over deze highlights op www.vogelbescherming.nl/ jaarverslag2007 In september riep de onafhankelijke jury onder voorzitterschap van Jan Jaap de Graeff, directeur Natuurmonumenten, het project Berggierslanden van de gemeente Meppel uit tot winnaar (highlight 1). Stadsvogelconferentie Het grootste evenement van het stadsvogelprogramma is de stadsvogelconferentie. In 2007 vond de tweede conferentie plaats op 8 november in Amersfoort. De stadsvogelconferentie is een podium voor stadsvogelonderzoekers en de vier gemeenten uit het intensief samenwerkingstraject. Daarnaast is het een plek om kennis op te doen over stadsvogel onderwerpen en om medespelers in het veld te ontmoeten en samen nieuwe plannen te smeden (zie kader pag. 21). Onderzoek De vogelbevolking in dorpen en steden is sterk in ontwikkeling. Voor bijna alle soorten geldt echter dat we te weinig weten over de trends in stedelijk gebied en over de rol van de mens daarbij. Het programma stedelijke milieus voorziet daarom ook in een aantal onderzoeken. Doel is het vergroten van kennis over verspreiding, aantalontwikkelingen en dichtheden per stadstype en regio. Deze informatie is essentieel voor het effectief beschermen van onze stadsvogels. Ook liet Vogelbescherming onderzoek doen naar de diverse partijen die een rol kunnen spelen bij het vogelvriendelijker maken van de stedelijke omgeving. MUS MUS staat voor Meetnet Urbane Soorten. Het is een door SOVON in opdracht van Vogelbescherming ontwikkelde laagdrempelige methode voor het inventariseren van vogels in stedelijk gebied. Bebouwing is bij vogelaars niet erg in trek en de in ons land gangbare methode om broedvogels te tellen is in stedelijk gebied bovendien relatief moeilijk uitvoerbaar. Daarnaast wordt het vaak als te arbeidsintensief ervaren. Mede daarom is in maart 2007 de nieuwe methode MUS gelanceerd met landelijke mediaaandacht. Voor het project meldden zich maar liefst 560 vrijwilligers aan. Niet eerder werd het stedelijk gebied in Nederland op deze schaal geïnventariseerd op broedvogels! Het is een bemoedigend 140 stadsvogels per subbiotoop signaal en geeft ook aan dat het onderwerp leeft 120 onder de stedelingen. Behalve dat dit meetnet 100 op termijn waardevolle informatie geeft over 80 ontwikkelingen in de vogelstand, zijn er dankzij 60 de vele gegevens meteen al aardige conclusies 40 te trekken over bijvoorbeeld verspreiding (highlight 2). 20 0 Dé stad bestaat niet Om meer te weten te komen over de kansen en bedreigingen van vogels in stedelijk gebied, is het belangrijk een overzicht te hebben van welke informatie over stadsvogels beschikbaar is en hoe bruikbaar deze informatie is voor analyse en toepassing in bijvoorbeeld een beschermingsplan. Vogelbescherming verleende Bureau Waardenburg de opdracht om een overzicht samen te stellen van de huidige kennis van vogels in het stedelijk gebied in Nederland. Het onderzoek maakt in eerste instantie duidelijk hoe gemiddeld aantal broedpaar per 10 ha binnenstad verdichte wijk tuinwijk stadspark hoogbouw villawijk nieuwbouwwijk bedrijfsterrein met gesloten huizenblokken, kleine achtertuinen, geen voortuinen en weinig openbaar groen binnentuinen en voortuinen en relatief veel openbaar groen de selectie zijn ook begraafplaatsen en sportparken opgenomen plantsoenen en relatief veel ander openbaar groen, zoals speeltuinen en plantsoenen geprivatiseerd groen