SAP BusinessObjects Business Intelligence-platform Documentversie: Samenwerkingstoepassingen integreren

Vergelijkbare documenten
SAP BusinessObjects Documentversie: Gebruikershandleiding voor Dashboards Batch Utility

Updatehandleiding voor SAP Business Intelligence Suite patch 11.x

ondersteunde platforms...5 Installatie en activering...7 Integratie met SAP BusinessObjects-platform...11 Integratie met SAP-systemen...

Uw gebruiksaanwijzing. HP proliant ml310 g4 server

Handleiding account instellen in Outlook 2016

SSL VPN. In deze handleiding zullen wij onderstaande SSL mogelijkheden aan u uitleggen. - SSL VPN account/groep creëren.

Single Sign-On in ZIVVER met Microsoft ADFS

Kurzweil 3000 v15 voor Windows Netwerk

VMware Identity Manager Desktop gebruiken. VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1

Gebruikershandleiding widgets voor SAP BusinessObjects Business Intelligence-platform

Dynamic DNS Wat is DNS? Wat is Dynamic DNS? Hoe krijgt u een domeinnaam? Welke DNS providers zijn er?

Gebruiksaanwijzing. Gebruikershandleiding

SSL VPN. In deze handleiding zullen wij onderstaande SSL mogelijkheden aan u uitleggen. - SSL VPN account/groep creëren.

Gebruikershandleiding voor Business Intelligence-platform

HANDLEIDING SMTP DIENST BEDRIJVENWEB NEDERLAND B.V.

bizhub Evolution INSTALLATIE bizhub Evolution Installatiehandleiding Versie: 1.1

Handleiding Solera Digitaal Paspoort

Installatiehandleiding. ZorgMail Secure . Veilig, snel en efficiënt communiceren met uw ketenpartners!

Zakelijk Exchange Online

Installatiehandleiding Office 365 Exchange Online. Microsoft Outlook 2007, 2010, 2013, Mac OS X Mail, Android, ios, BlackBerry

Instructies Microsoft Outlook Express Pagina 1

Novell Vibe-invoegtoepassing

VMware Identity Manager Desktop Client gebruiken. September 2017 VMware Identity Manager 3.0 VMware AirWatch 9.2

Dell Command Integration Suite for System Center

Instructies Microsoft Outlook 2003 Pagina 1

Fiery Remote Scan. Verbinden met Fiery servers. Verbinding maken met een Fiery server bij het eerste gebruik

Handleiding ABZ Digitaal Paspoort

Handleiding voor de overdracht Overstappen van Norman Endpoint Protection op Avast Business Antivirus Pro Plus

Single Sign-On in ZIVVER met Microsoft ADFS

Altijd en overal toegang tot en documenten. MijnOffice365 Beheerdershandleiding

VMware Identity Manager voor Windows migreren naar Mei 2018 VMware Identity Manager 3.2

Perrit Installatiehandleiding Hosted Exchange - Outlook 2007 Automatisch - Outlook 2007 Handmatig

Online delen 2.0 Nokia N76-1

Handleiding VPI. Beheer VPI Accounts. Aanmaken en wijzigen. Opgesteld door : VolmachtBeheer BV Datum : 2 maart 2017 Versie : 3.2

Handleiding InCD Reader

How To Do Gebruikersbeheer mbconnect24 V2

Bluetooth koppelen. Gebruikershandleiding

Instructies Windows Live Mail Pagina 1

Qlik Sense Cloud. Qlik Sense Copyright QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden.

Instructies Microsoft Outlook 2007 Pagina 1

Handleiding Coligo Connect installatie en gebruik

DrayTek Vigor IPv6 TSPC tunnel (Freenet6)

Handleiding Nero ImageDrive

NACSPORT TAG&GO HANDLEIDING Eigenschappen knop

Handleiding account instellen in Outlook 2013

P-touch Editor starten

Resusci Anne Skills Station

How To Do Gebruikersbeheer remote service portaal mbconnect24

Handleiding instellen

MijnOffice365 Beheerdershandleiding.

Instructies Microsoft Entourage Pagina 1

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Documentoverdracht beveiligen met SecureDocXpress

INSTALLATIE-INSTRUCTIE VIDA INHOUD

Snel op weg met webworxx

2 mei Remote Scan

Zakelijk Exchange Online Standaard met archivering Handleiding voor Exchange Online op het Office 365 platform

2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Nokia, Nokia Connecting People en Nseries zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia

SURFFEDERATIE HANDLEIDING AD FS 2.0

Uw gebruiksaanwijzing. NOKIA TME-3

Naslagkaart voor registraties, bedoeld voor medewerkers/associates

NETWERKHANDLEIDING. Afdruklogboek op netwerk opslaan. Versie 0 DUT

Chatten. Verbinding maken met een chatserver. Chatinstellingen wijzigen. Chatinstellingen ontvangen. Chatten

Net2WebServer. Installatie handleiding

Adobe -volumelicenties

Handleiding Zakelijk Exchange Online. Versie maart 2014

Instructies Microsoft Outlook 2013 Pagina 1

NAS 321 Meerdere websites hosten met een virtuele host

Intranet Instructie ICT dienstverlening

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

Online delen. Bestanden uploaden. Aan de slag. Online delen

Gebruikershandleiding E-Zorg Remote Access op Android.

Tool Calculeren voor Bouwkosten.nl en BeheerEnOnderhoudkosten.nl Handleiding

Office 365 gebruiken en beheren

Coligo conne ct. Gebruikershandleiding

Verificatiemethoden voor gebruikers in ELMS 1.1

Cloudplatform. Versie 1.0. Gebruikershandleiding

VIDA ADMIN SNELGIDS INHOUD

Handleiding Online Boekhouden

Configuratie. EasySecure International B.V. +31(0) Support.EasySecure.nl. v1.0 MSL

SAP Crystal Reports voor Enterprise Documentversie: Installatiehandleiding voor SAP Crystal Reports voor Enterprise

NAS 106 NAS gebruiken met Microsoft Windows

PersonalSign 3 Pro. Handleiding voor het aanvragen en installeren van certificaten

Instellingen voor Scannen naar

Handleiding Instellen Account In Microsoft Outlook 2007

Gebruikershandleiding

Snel aan de slag met Cisco Unity Connection Postvak IN Web (versie 9.x)

System Updates Gebruikersbijlage

Smart-VPN app voor ios

Inhoudsopgave. versie 0.8

Single Sign-On in ZIVVER met Microsoft Azure AD

HandleidingNero BurnRights

GEBRUIKERSHANDLEIDING VAN DE UBO APPLICATIE VERSIE WETTELIJKE VERTEGENWOORDIGER

Syslog / Mail Alert Setup

Formulieren en favorieten

1 School aanmaken. 1.1 Directeur aanmelden

Van Dale Elektronisch groot woordenboek versie 4.5 activeren en licenties beheren

Handleiding (Verzender Ontvanger)

Handleiding ZorgMail Secure - Outlook

bla bla Messenger Gebruikershandleiding

Transcriptie:

SAP BusinessObjects Business Intelligence-platform Documentversie: 4.2 2015-11-12 Samenwerkingstoepassingen integreren

Inhoud 1 Documentgeschiedenis.... 3 2 Integratie van samenwerkingstoepassingen beheren.... 5 3 Vereisten voor samenwerking....6 4 BI-platformconfiguratie....7 4.1 Opties voor samenwerkingsconfiguratie.... 7 4.2 Samenwerking inschakelen en configureren in de CMC....8 5 SAP Jam-configuratie....10 5.1 Een nieuwe, door SAML vertrouwde IDP voor SAP registreren...10 5.2 Een OAuth-client voor SAP Jam maken....11 6 SAP StreamWork-configuratie....12 6.1 Afbeelding van SAP StreamWork-integratie....12 6.2 Een OAuth-consumentensleutel voor SAP StreamWork maken....13 6.3 SAP StreamWork toevoegen aan een BI-werkruimte....14 2 rechten voorbehouden. Inhoud

1 Documentgeschiedenis De volgende tabel geeft een overzicht van de belangrijkste documentwijzigingen. Tabel 1: Versie Datum Beschrijving SAP BusinessObjects Business Intelligence Platform 4.1 Mei 2013 Ondersteuning voor SAP Jam toegevoegd. Bij integratie van SAP Jam worden functies voor sociale media en samenwerking toegevoegd aan BI-startpunt. Extra toegangsrechten voor SAP Streamwork zijn toegevoegd voor gebruikers en groepen. Het venster voor de SAP Streamwork-feed bevat een vervolgkeuzelijst met exemplaren en tijden en een knop waarmee een abonnement op een feed kan worden genomen of worden opgezegd. Volg automatisch alle verwante exemplaren wanneer u een sjabloondocument in SAP StreamWork volgt. Opmerkingen op exemplaren worden alleen gepost voor het exemplaar in SAP Streamwork. U kunt OpenDocument-koppelingen naar documenten en exemplaren openen op een tabblad of via de koppeling. Wanneer u een document of exemplaar weergeeft via een OpenDocument-koppeling, opent u het venster met de SAP StreamWork-feed om een documentfeed te controleren of erop te antwoorden. Er is een selectievakje Bestandsextensie toevoegen toegevoegd aan het dialoogvenster Doelen. Documentgeschiedenis rechten voorbehouden. 3

Versie Datum Beschrijving Ondersteuningspakket 1 van SAP BusinessObjects Business Intelligence-platform 4.1 augustus 2013 Deze handleiding is bijgewerkt met de volgende informatie: Opmerking U kunt één sessie van BI-startpunt tegelijk uitvoeren. Gebruik tabbladen (of vensters, afhankelijk van uw configuratie) om meerdere objecten en toepassingen weer te geven. Ondersteuningspakket 3 van SAP BusinessObjects Business Intelligence-platform 4.1 SAP BusinessObjects Business Intelligence Platform 4.2 Maart 2014 November 2015 Er is een opmerking toegevoegd waarin wordt aangegeven dat SAP Jam Microsoft Internet Explorer 11 niet ondersteunt. Handleiding bijgewerkt met merkwijzigingen. 4 rechten voorbehouden. Documentgeschiedenis

2 Integratie van samenwerkingstoepassingen beheren Deze handleiding is bedoeld voor beheerders van het BI-platform die het BI-platform integreren met de samenwerkingstoepassing SAP Jam of SAP StreamWork. Gebruik het gebied Toepassingen van de CMC (Central Management Console) in het BI-platform om samenwerking in te schakelen en te configureren. De volgende aanvullende configuratie is vereist in de Enterprise-agent van de samenwerkingstoepassing: Een HTTPS-verbinding met een serviceprovider tot stand brengen Voldoen aan vereisten voor verificatie Wanneer SAP Jam of SAP StreamWork is geconfigureerd, zijn feeds van de samenwerkingstoepassing beschikbaar in het BI-startpunt. SAP Jam biedt geen ondersteuning voor Microsoft Internet Explorer 11. Integratie van samenwerkingstoepassingen beheren rechten voorbehouden. 5

3 Vereisten voor samenwerking Aan de vereisten voor samenwerking moet worden voldaan voordat u het BI-platform integreert met een samenwerkingstoepassing. Het BI-platform moet met ten minste één CMS (Central Management Server) worden geïnstalleerd. De samenwerkingstoepassing (SAP Jan of SAP StreamWork) moet zijn geconfigureerd in de CMC (Central Management Console). Er moet een Enterprise-organisatie voor de samenwerkingstoepassing (SAP Jam or SAP StreamWork) worden gedefinieerd. SAP Jam- of SAP StreamWork-gebruikers moeten tot de Enterprise-organisatie behoren. Een SAP Jam- of SAP StreamWork Enterprise-agent is vereist voor het toewijzen van gebruikers via een lokale LDAP-/AD-directoryservice. 6 rechten voorbehouden. Vereisten voor samenwerking

4 BI-platformconfiguratie 4.1 Opties voor samenwerkingsconfiguratie Samenwerkingsopties worden weergegeven in het dialoogvenster Eigenschappen: Samenwerking in de CMC (Central Management Console) in het BI-platform. Als u het dialoogvenster Eigenschappen: Samenwerking wilt openen, klikt u op het tabblad Toepassingen in de CMC op Samenwerking en selecteert u Beheren Eigenschappen. Tabel 2: Optie Samenwerking inschakelen Verbindings-URL Id voor provider unieke identiteit Base64- certificaat van identiteitsprovide r OAuthconsumentensleu tel Verbinding maken met proxy Beschrijving Schakel dit selectievakje in en selecteer SAP Jam of SAP StreamWork. Voer de URL naar de samenwerkingstoepassing in. Voer een unieke waarde voor uw implementatie van het BI-platform in. De waarde moet worden gekoppeld aan het certificaat dat gebruikt wordt om integratie met de beheerconsole van de samenwerkingstoepassing te configureren. De toepassing die een identiteit voor eenmalige aanmelding bevestigt moet als OAuth-beheertoepassing zijn geconfigureerd. Als u op Genereren klikt, wordt een certificaat in dit vak gecreëerd. Gebruik dit certificaat in de beheerconsole van de samenwerkingstoepassing om een OAuth-consumentensleutel te genereren. Het certificaat brengt de vertrouwensrelatie tussen de samenwerkingstoepassing en het BI-platform tot stand. De externe identiteitsprovider wordt zelf geïdentificeerd met een X509-certificaat, waarmee alle identiteitsbevestigingen worden ondertekend. Het certificaat moet van Base64-codering zijn voorzien. Voer de OAuth-consumentensleutel in die vanuit de beheerconsole van de samenwerkingstoepassing is gegenereerd. Selecteer dit selectievakje in om een verbinding via proxy in te schakelen en informatie over de proxyhost in de vakken Host van HTTP-proxy en Poort in te voeren. Als u inkomende verbindingen vanaf samenwerkingstoepassingsservers naar uw bedrijfsnetwerk wilt toestaan, moet er een omgekeerde proxy aanwezig zijn in de DMZ. Als u een vertrouwd certificaat van een SSL-certificaataanbieder aan uw omgekeerde proxy wilt toevoegen, moet uw omgekeerde proxy een domein- of subdomeinnaam hebben. BI-platformconfiguratie rechten voorbehouden. 7

Optie Beschrijving Host van HTTPproxy In de configuratie van de omgekeerde proxy voert u een extern adres in dat toegankelijk is voor de samenwerkingstoepassing. Gebruik bijvoorbeeld https:// <ReverseProxy>/; hierbij is <ReverseProxy> de domein- of subdomeinnaam van uw omgekeerde proxy. De samenwerkingstoepassing gebruikt dit adres om informatie naar het BI-platform te sturen. De omgekeerde proxy gebruikt dit adres om gegevens die vanaf de samenwerkingstoepassing zijn ontvangen, door te sturen naar de computer met de Enterpriseagent van de samenwerkingstoepassing. Poort De Enterprise-agent van de samenwerkingstoepassing is geconfigureerd om te luisteren naar poort 8443. 4.2 Samenwerking inschakelen en configureren in de CMC Voor deze taak is een geldige verbinding met de beheerconsole van de samenwerkingsverbinding (SAP Jam of SAP StreamWork) vereist. U moet beveiligingsgegevens van de console doorgeven en ophalen. Om veiligheidsredenen kunnen de volgende standaardaccounts geen inhoud naar SAP Jam of SAP StreamWork verzenden of plannen: Gast SMAdmin Beheerder WaaWSServletPrincipal 1. Ga in de CMC (Central Management Console) in het BI-platform naar het gebied Toepassingen en dubbelklik op Samenwerking. 2. Schakel in het dialoogvenster Eigenschappen: Samenwerking het selectievakje Samenwerking inschakelen in en selecteer SAP Jam of SAP StreamWork. 3. Voer in het vak Verbindings-URL de URL naar de samenwerkingstoepassing in. 4. Voer in het vak Id voor provider unieke identiteit een waarde voor de unieke identiteitsprovider in voor uw BIplatformimplementatie. Maak een aantekening van de waarde van de identiteitsprovider; u hebt deze nodig wanneer u de toepassingssamenwerking configureert. 5. Klik op Genereren (of Opnieuw genereren als er al eerder een certificaat is gegenereerd). In het vak Base64-certificaat van identiteitsprovider wordt het certificaat weergegeven. U gebruikt het certificaat om de samenwerkingstoepassing te configureren. 6. Voer in het vak OAuth-consumentensleutel de OAuth-consumentensleutel in. 7. Als u via proxy verbinding maakt met de server waarop SAP Jam of SAP StreamWork wordt uitgevoerd, voert u de volgende acties uit: a. Schakel het selectievakje Verbinding maken met proxy in. b. Voer in het vak Host van HTTP-proxy de proxyhostnaam van de server in. 8 rechten voorbehouden. BI-platformconfiguratie

c. Voer in het vak Poort het poortnummer van de server in. 8. Klik op Opslaan en sluiten. BI-platformconfiguratie rechten voorbehouden. 9

5 SAP Jam-configuratie 5.1 Een nieuwe, door SAML vertrouwde IDP voor SAP registreren U moet iedere gebruiker registreren met een uniek e-mailadres dat overeenkomt met het Enterprise-e-mailadres van de gebruiker in het BI-startpunt. De e-mailadressen worden toegewezen tussen het BI-platform en SAP. Voordat u een nieuwe SAML-vertrouwde IDP kunt registreren: Uw bedrijf moet toegevoegd zijn aan en geconfigureerd zijn in SAP. U moet een geldige SAP-gebruikersaccount hebben die aan uw bedrijf in SAP is gekoppeld. U moet bedrijfsbeheerrechten hebben voor uw bedrijf in SAP en volledige beheerdersrechten in het BIplatform en BI-startpunt. BI-startpunt moet zijn geregistreerd als een OAuth-client die fungeert als vertegenwoordiger van het startpunt binnen SAP. SAP Jam biedt geen ondersteuning voor Microsoft Internet Explorer 11. 1. Selecteer in de rechterbovenhoek van de Central Management Console (CMC) in het BI-platform de optie Beheerder en daarna Beheer. Informatie over uw bedrijf wordt weergegeven, inclusief uw licenties voor SAP. Noteer of onthoud de informatie. 2. Selecteer uit het menu Beheer de optie Door SAML vertrouwde ID s en klik op Registreer uw identiteitsprovider. U moet de IDP registreren die u in het BI-startpunt hebt gemaakt. 3. Voer in het vak IDP ID de waarde van de unieke identiteitsprovider in die is gemaakt toen SAP werd geconfigureerd in het BI-platform. Als u de waarde niet hebt, neemt u contact op met de beheerder van uw externe toepassing. Bijvoorbeeld: voer <Bedrijfsnaam>_<Systeem-ID>_<Client> in. 4. Voer in het vak URL voor eenmalige aanmelding de URL in waarmee SAP rechtstreeks wordt opgeroepen. SAP gebruikt deze URL voor eenmalige aanmelding met de unieke identiteitsprovider. 5. Voer in het vak URL voor eenmalige afmelding de URL in die moet worden weergegeven nadat is afgemeld bij SAP. SAP gebruikt deze URL voor eenmalige afmelding bij de unieke identiteitsprovider. 6. Voer in het vakje Default Name ID Format (Standaardnotatie van naam-id) de notatie van de naam-id die in verificatieverzoeken moet worden gebruikt. 7. Voer in het vakje Default Name ID Policy SP Name Qualifier (Standaardbeleid voor naam-id Kwalificatie van SP-naam) de kwalificatie van de SP-naam in die in verificatieverzoeken moet worden gebruikt. 8. Selecteer in de lijst Allowed Assertion Scope (Toegestaan bevestigingsbereik) de optie Users in my company (Gebruikers in mijn bedrijf). Deze optie geeft de reeks gebruikers op waarvoor SAP bevestigingen van de IDP accepteert. 10 rechten voorbehouden. SAP Jam-configuratie

9. Voer in het vakje X509-certificaat (Base64) de waarde van het Base64-certificaat in die is gegenereerd toen SAP in het BI-platform is geconfigureerd. Als u de waarde niet hebt, neemt u contact op met de beheerder van uw externe toepassing. 10. Klik op Register. 5.2 Een OAuth-client voor SAP Jam maken Voordat u een OAuth-consumentensleutel kunt maken: Uw bedrijf moet toegevoegd zijn aan en geconfigureerd zijn in SAP Jam. U moet een geldige SAP Jam-gebruikersaccount hebben die aan uw bedrijf in SAP Jam is gekoppeld. U moet bedrijfsbeheerrechten hebben voor uw bedrijf in SAP Jam en volledige beheerdersrechten in het BIplatform en BI-startpunt. BI-startpunt moet zijn geregistreerd bij SAP Jam als een OAuth-client die fungeert als vertegenwoordiger van het startpunt binnen SAP Jam. Iedere gebruiker moet in SAP Jam zijn geregistreerd met een uniek e-mailadres dat overeenkomt met het Enterprise-emailadres van de gebruiker in het BI-startpunt. De e-mailadressen worden toegewezen tussen het BI-platform en SAP Jam. SAP Jam biedt geen ondersteuning voor Microsoft Internet Explorer 11. 1. Selecteer in SAP Jam in het menu Administrator (Beheerder) in de rechterbovenhoek de optie Admin (Beheer). Informatie over uw bedrijf wordt weergegeven, inclusief uw licenties voor SAP Jam. 2. In het menu Beheer selecteert u OAuth-clients en klikt u op OAuth-client toevoegen. 3. Voer in het dialoogvenster Een nieuwe OAuth-client registreren in het vakje Naam de waarde van de unieke identiteitsprovider in die is gemaakt toen SAP Jam in het BI-platform werd geconfigureerd. Als u de waarde niet hebt, neemt u contact op met de beheerder van uw externe toepassing. SAP Jam geeft de naam van de toepassing weer als een hyperlink (naar de ingevoerde URL) wanneer actie wordt genomen uit naam van een gebruiker. Bijvoorbeeld: voer <Bedrijfsnaam>_<Systeem-ID>_<Client>_<Toepassing> in. 4. Voer in het vak Integratie-URL de URL voor het BI-startpunt in. SAP Jam geeft de naam van de toepassing weer als een hyperlink naar de URL wanneer actie wordt genomen uit naam van een gebruiker. 5. Voer in het vakje X509-certificaat (Base64) de waarde van het Base64-certificaat in die is gegenereerd toen SAP Jam in het BI-platform is geconfigureerd. Als u de waarde niet hebt, neemt u contact op met de beheerder van uw externe toepassing. Als u dit vakje leeglaat, levert SAP Jam een consumentengeheim. 6. Klik op Opslaan. De OAuth-consumentensleutel wordt gegenereerd. Maak een aantekening van de OAuthconsumentensleutelwaarde zodat de BI-platformbeheerder deze kan gebruiken. SAP Jam-configuratie rechten voorbehouden. 11

6 SAP StreamWork-configuratie 6.1 Afbeelding van SAP StreamWork-integratie In dit diagram ziet u de vereiste onderdelen BI-platform, SAP StreamWork en SAP StreamWork Enterprise-agent voor integratie met SAP StreamWork. In de werkstroom worden de stappen beschreven voor integratie van de systemen, evenals een overzicht van de acties die gebruikers na de integratie kunnen uitvoeren: In de SAP StreamWork Enterprise-agent kunnen gebruikers Enterprise-gebruikers van LDAP toewijzen aan SAP StreamWork. In de Central Management Console (CMC) in het BI-platform kunnen beheerders gebruikers maken en toewijzen aan Enterprise-gebruikers. In het BI-startpunt kunnen gebruikers activiteiten maken en deze in een browser weergeven zonder een account te maken of zich aan te melden bij SAP StreamWork. In het BI-startpunt kunnen gebruikers SAP StreamWork-feeds bekijken en erop reageren. 12 rechten voorbehouden. SAP StreamWork-configuratie

Grafische weergave 1:Systeemlandschap 6.2 Een OAuth-consumentensleutel voor SAP StreamWork maken Voordat u een OAuth-consumentensleutel kunt maken, moet u over beheerdersrechten voor de SAP StreamWork Enterprise-organisatie beschikken. 1. Selecteer in de SAP StreamWork-beheerconsole op het tabblad Admin (Beheer) de optie SAML Trusted IDPs (SAML-vertrouwde IDP's) en meld u aan bij SAP StreamWork met een account die is aangewezen als Enterprise-organisatiebeheerder. 2. Klik op Register your identity provider (Uw identiteitsprovider registreren). 3. Selecteer Click here to create a new administrative OAuth application (Klik hier om een nieuwe OAuthbeheerderstoepassing te maken) en accepteer de overeenkomst met gebruiksvoorwaarden. 4. Voer de volgende acties uit in het venster Register a new Application OAuth application (Een nieuwe OAuthbeheerderstoepassing registreren): a. Voer in het vakje Application Name (Naam van toepassing) de naam van het toepassingsexemplaar in dat in de integratie moet worden gebruikt. SAP StreamWork-configuratie rechten voorbehouden. 13

Deze informatie geeft aan welke toepassing is vereist om actie te ondernemen uit naam van een gebruiker, bijvoorbeeld om SAP StreamWork-feeds voor een gebruiker te posten. Gebruikers moeten de naam van deze toepassing kunnen herkennen. b. Voer in het vak Integratie-URL de URL voor het BI-startpunt in. c. Voer in het vakje Base64 X509 Certificate de Base64-certificaatwaarde in die is gegenereerd toen SAP StreamWork werd geconfigureerd in de CMC (Central Management Console) in het BI-platform. Als u de waarde niet hebt, neemt u contact op met de beheerder van uw externe toepassing. 5. Klik op Register. De OAuth-consumentensleutel wordt gegenereerd. Maak een aantekening van de OAuthconsumentensleutelwaarde zodat de BI-platformbeheerder deze kan gebruiken. 6. Klik op Back (Vorige) om de door SAML-vertrouwde identiteitsproviders weer te geven. 7. Voer in het venster Register a new SAML Trusted Identity Provider (Een nieuwe SAML-vertrouwde identiteitsprovider registreren) de volgende acties uit: a. Voer in het vakje Display Name (Weergavenaam) een naam in voor de BI-platformimplementatie. Deze naam wordt weergegeven in SAP StreamWork. b. Voer in het vakje IDP ID de waarde van de unieke identiteitsprovider in die is gemaakt toen SAP StreamWork werd geconfigureerd in het BI-platform. Als u de waarde niet hebt, neemt u contact op met de beheerder van uw externe toepassing. c. Voer in het vakje Base64 X509 Certificate de waarde van het Base64-certificaat in die is gegenereerd toen SAP StreamWork in het BI-platform werd geconfigureerd. Als u de waarde niet hebt, neemt u contact op met de beheerder van uw externe toepassing. 8. Klik op Register. 6.3 SAP StreamWork toevoegen aan een BI-werkruimte SAP StreamWork is verborgen en moet handmatig worden weergegeven in de lijst met modules voor BI-startpunt die u aan een BI-werkruimte kunt toevoegen. 1. Ga naar C:\BusinessObjects\tomcat\work\Catalina\localhost\BOE\eclipse\plugins \webpath.performancemanagement\web\web-inf\lib\aasdk-ivdm_ext.jar\conf-syst\confsyst\home-analyticlist.xml. De inhoud van het bestand moet met de volgende tekst beginnen: <?xml version="1.0" encoding="utf-8"?> <CHOICE> <!--<SW_ACTIVITIES NAME="$MSG_SW_ACTIVITIES$" DESCRIPTION="$MSG_SW_ACTIVITIESDESC $"/>--> <!--SW_FEED NAME="$MSG_SW_FEED$" DESCRIPTION="$MSG_SW_ACTIVITIESDESC$"/--> <HOMEINBOX NAME="$MSG_HOMEINBOX$" DESCRIPTION="$MSG_HOMEINBOXDESC$"/> <HOMEAPPLICATIONS NAME="$MSG_HOMEAPPLICATIONS$" DESCRIPTION="$MSGHOMEAPPLICATIONSDESC$"/> <HOMERECENTLYRUNDOCS NAME="$MSG_HOMERECENTLYRUNDOCS$" DESCRIPTION="$MSG_HOMERECENTLYRUNDOCSDESC$"/> <HOMERECENTDOCS NAME="$MSG_HOMERECENTDOCS$" DESCRIPTION="$MSG_HOMERECENTDOCSDESC $"/> <HOMEALERTS NAME="$MSG_ALERTNOTIFICATIONS$" DESCRIPTION="$MSG_ALERTNOTIFICATIONSDESC$"/> </CHOICE> 14 rechten voorbehouden. SAP StreamWork-configuratie

2. Verwijder!-- uit de regels SW_ACTIVITIES NAME= en SW_FEED NAME=. 3. Start de Tomcat-server opnieuw. SAP StreamWork-dfeed wordt weergegeven in de lijst BI-startpuntmodules in de modulebibliotheek voor BIwerkruimten in het BI-startpunt SAP StreamWork-configuratie rechten voorbehouden. 15

Belangrijke disclaimers en juridische informatie Codingvoorbeelden De softwarecode en/of coderegels of delen daarvan ("Code") die deel uitmaken van deze documentatie zijn uitsluitend voorbeelden en niet bedoeld voor gebruik in een productiesysteem. De Code is alleen bedoeld om de syntax en formulering van bepaalde codering duidelijk en inzichtelijk te maken. SAP geeft geen garantie voor juistheid en volledigheid van de verstrekte Code, en SAP kan niet aansprakelijk worden gesteld voor fouten of schade die wordt veroorzaakt door gebruik van de Code, behoudens indien deze schade werd veroorzaakt door SAP opzet of grove nalatigheid. Toegankelijkheid De informatie in de SAP-documentatie geeft de huidige opvatting van SAP weer inzake toegankelijkheidscriteria op de datum van publicatie, en is in geen geval bedoeld als bindende richtilijn over het realiseren van toegankelijke softwareproducten. SAP aanvaardt in het bijzonder geen enkele aansprakelijkheid in verband met dit document. Deze disclaimer is echter niet van toepassing in gevallen van opzettelijke fouten of grove nalatigheid van SAP. Verder ontstaan er geen directe of indirecte contractuele verplichtingen van SAP voortvloeiend uit dit document. Genderneutraal taalgebruik Voorzover mogelijk is SAP-documentatie genderneutraal. Al naar gelang de context wordt de lezer aangesproken met "u", of wordt er een genderneutraal zelfstandig naamwoord (bijv. "verkoper" of "werkdagen") gebruikt. Indien echter bij verwijzing naar leden van beide geslachten de derde persoon enkelvoud niet kan worden vermeden of er geen genderneutraal zelfstandig naamwoord bestaat, behoudt SAP zich het recht voor de mannelijke vorm van voornaamwoord en zelfstandig naamwoord te gebruiken. Het doel hiervan is ervoor te zorgen dat de documentatie begrijpelijk blijft. Internethyperlinks SAP-documentatie kan hyperlinks naar het internet bevatten. Deze hyperlinks zijn bedoeld als aanwijzing voor het vinden van gerelateerde informatie. SAP geeft geen garantie voor beschikbaarheid en juistheid van deze gerelateerde informatie of de mate waarin deze informatie een bepaald doel kan dienen. SAP kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade ontstaan door gebruik van gerelateerde informatie tenzij zulke schade is veroorzaakt door ernstige nalatigheid of bewuste roekeloosheid van de zijde van SAP. Alle links zijn voor transparantie gecategoriseerd (zie: http://help.sap.com/disclaimer). 16 rechten voorbehouden. Belangrijke disclaimers en juridische informatie

Belangrijke disclaimers en juridische informatie rechten voorbehouden. 17

www.sap.com/contactsap rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag in welke vorm of voor welk doel dan ook worden vermenigvuldigd of overgedragen zonder de uitdrukkelijke toestemming van SAP SE of een aan SAP gelieerde onderneming. De informatie in deze publicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Sommige softwareproducten die door SAP SE en haar distributeurs op de markt worden gebracht, bevatten merkspecifieke softwareonderdelen van andere softwareleveranciers. Productspecificaties kunnen per land verschillen. Deze materialen worden uitsluitend ter informatie geleverd door SAP SE of een aan SAP gelieerde onderneming, zonder dat hier enige rechten aan kunnen worden ontleend en zonder garantie van enige aard, en SAP en de aan haar gelieerde ondernemingen zijn niet aansprakelijk voor fouten of omissies met betrekking tot de materialen. De enige garanties voor producten en diensten van SAP of een aan SAP gelieerde onderneming zijn de garanties in de uitdrukkelijke garantieverklaringen die bij dergelijke producten en diensten worden geleverd, indien van toepassing. Niets hierin mag worden opgevat als een aanvullende garantie. SAP en andere SAP-producten en -diensten die hierin worden genoemd, evenals de respectieve logo's, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van SAP SE (of een aan SAP gelieerde onderneming) in Duitsland en andere landen. Alle andere genoemde namen van producten en diensten zijn handelsmerken van de desbetreffende ondernemingen. Zie http://www.sap.com/corporate-en/legal/copyright/index.epx voor aanvullende informatie en kennisgevingen over handelsmerken.