H.322959.0715 Standsafwijking van het been
Inleiding U ondergaat binnenkort een operatie voor correctie van de stand van het been (valgiserende tibiakop operatie). Hiervoor wordt u drie tot vier dagen in het ziekenhuis opgenomen. Uw behandelend arts heeft enkele zaken al met u besproken. Verhindering Mocht u verhinderd zijn voor de operatie, dan neemt u contact op met uw behandelend specialist of de orthopedie verpleegkundige. (0523) 276312 De operatie kan niet doorgaan wanneer u voor de operatie op of in uw lichaam infecties/ontstekingen (waar u wel of geen antibiotica voor gebruikt) of wondjes ontdekt in welke vorm dan ook bijvoorbeeld: smetplekken opengekrabde insectenbeten schimmelinfecties koorts, griep Het kniegewricht De knie vormt een scharnier tussen het bovenbeen en het scheenbeen. De knieschijf beweegt voorlangs het bovenbeen. Het bovenbeen, scheenbeen en de knieschijf zijn bekleed met een laagje kraakbeen. In de knie zit zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde een meniscus. Ze dienen als schokbrekers en als opvulstukken tussen het bovenbeen en het scheenbeen. De kniebanden zorgen dat het kniescharnier stabiel blijft.
Wat is de oorzaak van knieslijtage Gewrichtsslijtage is een natuurlijk proces. Bij het ouder worden vermindert de kwaliteit van het kraakbeen en het kraakbeen slijt dan sneller af. Ook overgewicht is een belangrijke boosdoener. Kraakbeen kan vroegtijdig worden aangetast door bijvoorbeeld reuma, een ongeval of een overmatige standsafwijking. Wanneer in het verleden de meniscus is verwijderd, is de kans op slijtage groter. Meestal is de oorzaak echter onduidelijk. In de knie ontstaat vaak alleen slijtage aan de binnenkant. Hierdoor ontstaat een O- been. Normaal ligt de heupkop precies boven het midden van de knie en de enkel. De knie wordt dan aan beide kanten evenveel belast. Bij een O- of X-been wordt de binnen- of buitenkant meer belast en slijt eerder. Vooral bij jongere mensen kan een operatie, welke de stand van het been corrigeert, zinvol zijn. Het inbrengen van een kunstknie kan hierdoor uitgesteld of zelfs vermeden worden. Wat zijn de klachten Pijn bij het opstaan uit een stoel, (trap)lopen en lang staan. Vochtophoping en stijfheid in de knie. Bewegingsbeperking. Vervorming van de knie (O- of X-been) met zwikken en instabiliteit. Uitstralende pijn in het been. Pre operatief onderzoek in het ziekenhuis Van de poli pre-operatief onderzoek ontvangt u de folder Anesthesie en pijnbestrijding rondom uw operatie of behandeling met de daarbij behorende afspraken. In deze folder leest u wat er poliklinisch nog gedaan moet worden, voordat u opgenomen wordt voor uw operatie.
Voorbereiding thuis U blijft nuchter, volgens de aanwijzingen in de folder Anesthesie en pijnbestrijding rondom uw operatie of behandeling. U zorgt voor elleboogkrukken. Deze kunt uzelf aanschaffen, of huren (vergelijk de prijzen van kopen en huren). Gebruik vanaf twee dagen voor de operatie geen bodylotion en op de dag van de operatie geen make-up en nagellak. U mag het te opereren gebied niet scheren. Draag geen sieraden of piercings. Laat waardevolle spullen thuis. U mag zelf niet autorijden na de operatie. Vraag of iemand u ophaalt. Geadviseerd wordt om het roken voor en na de operatie te staken in verband met een verhoogde kans op het niet goed vastgroeien van de botdelen na standcorrectie. Wat neemt u mee Uw patiëntenkaart. Actueel medicatieoverzicht, deze kunt u opvragen bij uw apotheek. Elleboogkrukken, deze kunt u huren bij de thuiszorg. Waar meldt u zich De dag van opname meldt u zich bij de receptie. De afdeling Op de afdeling vult de verpleegkundige samen met u een vragenlijst in. De verpleegkundige vertelt u hoe de dag verder verloopt. De operatie Via een gebogen snee van 10 cm aan de buitenzijde van de knie wordt het scheenbeenbot doorgezaagd. Hierna wordt het been in de juiste stand gezet. In de gecorrigeerde stand worden de botstukken aan elkaar vastgezet met een metalen plaat en schroeven. Direct na de operatie wordt een stevige kous om het been aangebracht. De ingreep duur ongeveer anderhalf uur.
Mogelijke complicaties Ondanks alle zorg die aan de operatie wordt besteed, kunnen er toch complicaties optreden in de vorm van: Een nabloeding. Een infectie. Tijdelijke of blijvende zenuwbeschadiging waardoor een klapvoet of gevoelsstoornis ontstaat. Traag of niet aan elkaar groeien van het bot. Patiënten die roken hebben hierop een verhoogd risico, u wordt geadviseerd te stoppen met roken. Spierinklemming (Compartiment syndroom). Trombose. Nabehandeling De eerste dag na de operatie wordt gestart met fysiotherapie. Afhankelijk van de operatie mag u het been gedeeltelijk belasten. Dit zal u goed worden uitgelegd. Ongeveer twee maanden na de ingreep heeft u geen loophulpmiddelen meer nodig. Controle U krijgt na de operatie een afspraak mee of toegestuurd voor poliklinische controle na zes tot acht weken. Vragen Als u vragen heeft, kunt u bellen met de polikliniek orthopedie. Maandag tot en met vrijdag 09.00 uur tot 12.00 uur 14.00 uur tot 16.00 uur (0523) 276319 Heeft u dringende vragen buiten kantooruren, dan kunt u bellen met de verpleegafdeling. (0523) 276822