Gedichten gemaakt door groep 5 /6: Ik ben Douwe. Ik ben grappig, leuk en aardig. Ik zit in een trekker. Ik zie een trekker. Er komt een trekker aan. Ik zit in de trekker. Ik lach. Ik geef gas!!!! Ik voel me leuk. Ik geef gas!!!! Het lijkt alsof ik grappig ben. Ik ben leuk. trekker en een auto. Het lijkt alsof ik grappig ben. Ik voel me grappig. Trekker en auto. Ik zie een trekker. Ik voel me grappig. Ik ben Douwe. Ik ben grappig, leuk en aardig. Ik ben Jimte. Ik ben lief, behulpzaam, creatief. Ik ben op het strand. Ik zie zand. Sinterklaas komt voorbij. Ik ren op het strand. Ik lach. Ik voel me verast. Ik ren naar hem toe en ik ren naar hem toe. Ik voel me verast. Ik ren naar hem toe. Ik denk dat ik droom. Sinterklaas, strand. Ik denk dat ik droom. Ik voel me fijn. Ik zie zand. Fijn, ik voel me fijn. Ik ben Jimte. Ik ben lief, behulpzaam, creatief. Ik ben Jens. Ik ben aardig en behulpzaam. Ik zit op een boom. Ik zie een dier. Er komt een lopende boom aan. Ik voel me heel goed! Ik doe een stap achteruit. Ik doe een dans. Er komt een lopende boom aan. Het lijkt als ik dans. Ik voel me heel goed. Boom, tak. Het lijkt als alles glimt. Dit is heel vantasties. Ik zie een dier. Dit is heel fantasties. Ik ben Jens. Ik ben aardig en behulpzaam. Ik ben Jurre. Ik ben nieuwsgierig, blij en stout. Ik stond in het groen. Ik zie allemaal groen. Er komt een wandelende boom aan. Ik sta in het groen. Ik voel me niet veileg. Rennen! Rennen! Ik voel me niet veileg. Dit voelt niet goet. Rennen! Het lijkt alsof ik ren. Dit volet niet goed. Het lijkt alsof ik ren. Dit is spannend. Wandelen, dingen. Ik zie allemaal groen. Dit is spanend. Ik ben Jurre. Ik ben nieuwsgierig, blij en stout.
Ik ben Bauke. Ik ben stoer, aardig en grappig. Ik ren in de Amsterdam Arena. Ik zie een voetballende aap. Ik ren in de Amsterdam Arena. Ik voel me trots. Ik heb weer energie genoeg. Ik scoor 5 hatricks tegen Feynoord. Ik voel me trots. Ik vindt het leuk. Ik scoor 5 hatricks tegen Feynoord. Het lijkt als ik tegen schildpadden moet voetballen. Ik vindt het leuk. Amsterdam Arena, voetballen. Het lijkt als ik tegen schildpadden moet voetballen. Dit is saai. Amsterdam Arena voetballen. Ik zie een voetballende aap. Dit is saai. Ik ben Bauke. Ik ben stoer, aardig en grappig. Ik ben Fardau. Ik ben lief, behulpzaam en fantasie rijk. Ik ben in een landschap met een waterval. Ik zie de bergen in de wolken. Opeens zie ik een zwart paard. Ik ben in een landschap met een waterval. Ik lag en loop naar hem toe. Het paard loopt ook naar mij toe. Dit is luek. Het paard loopt ook naar mij toe. Dat is leuk. Landschap, dromen. Het lijkt asof ik droom Dat is leuk. Landschap, dromen. Ik zie de bergen in de wolken. Dat is leuk. Ik ben Fardau. Ik ben lief, behulpzaam en fantasie rijk. Ik ben Wilco. Ik ben blij, boos, stout. Ik ben op Terschelling en ik sta te voetballen. Ik zie een groot voetbalveld met spelers. En er komt een voetbalspeler. Ik ben blij boos verdrietig. Ik voel me lekker. Ik doe een duik maken. Ik ben boos blij grappig. Ik voel me lekker. Ik maak een duik. Het lijkt alsof ik een voetbalspeler ben. Ik voel me lekker. Doelpunt 1-1. Het lijkt alsof ik een voetbalspeler ben. Hoe voelt dat leuk!!!! Doelpunt 1-1. Ik zie een grote voetbalveld met spelers. Hoe voelt dat leuk!!! Ik ben Wilco de Wolf 2007-29-07. Ik ben blij, boos, stout. Ik ben Chamila. Ik ben grappig, blij, verlegen. Ik ben in movieland. Ik zit in een achtbaan. Ik zie mensen. Een grapige pop. Ik ben in movieland. Ik zit in een achtbaan. Ik voel me een beetje bang en toch blij. Ik lach maar toch tril ik. Ik knuffel mijn vader maar ik kijk naar de pop. Ik voel me bang maar toch blij. Ik vind dit leuk. Ik knuffel mijn vader en kijk naar de pop. Het lijkt wel of ik zweef. Ik vind dit leuk. Ik heb vlinders in me buik. Het lijkt wel of ik zweef. Het voelt grapig. Ik heb vlinders in me buik. Ik ben Chamila. Ik ben grappig, blij, verlegen.
Ik ben Sven. Ik ben grappig, aardig en slim. Ik sta in voetballand. Ik zie allemaal stadions. Er komt een bbq uit de lucht vallen. Ik sta in voetballand. Ik voel me gelukig. Dit is zo leuk. Ik ben aan het barbiequen. Ik voel me gelukig. Ik ben aan het barbiequen. Het lijkt alsof ik alles kan wensen. Leuk, voetbal. Het lijkt alsof ik alles kan wensen. Heerlijk. Leuk voetbal. Ik zie allemaal stadions. Heerlijk. Ik ben Sven. Ik ben grappig, aardig en slim. Ik ben Carmen. Ik ben behulpzaam, eigenwijs en creatief. Ik sta in de turnhal. Ik zie heel veel mensen reuzen. Romynke, Isa en Jennifer komen er aan. Ik sta in de turnhal. Ik ben heel heel heel blij. Ik ren naar hun toe. Ik ben aan het turnen. Ik ben heel heel heel blij. Dit is een heerlijk gevoel. Ik ben aan het turnen. Het lijkt als het de leukste dag van mijn lefen is. Dit is een heerlijk gevoel. Turnen met vriendinnen. Het lijkt als het de leukste dag van mijn lefen is. Turnen met vriendinnen. Ik zie heel vele mensen reuzen. Ik ben Carmen. Ik ben behulpzaam, eigenwijs en creatief. Ik ben Germ. Ik ben blij en behulpzaam en lief. Ik ben in lefland. Ik zie iedereen iets nieuws proberen. Ik zag een geest tevorschijn komen. Ik ben in lefland. Dit maakt mij blij. Ik ga met hem praaten. Het lijkt of ik droom. Het is gwedig. Proberen, leuk. Ik zie iedereen iets nieuws proberen. Het is gewedig. Ik ben Germ. Ik ben blij en behulpzaam en lief. Ik ben Willem. Ik ben sterk, behulpzaam, grappig. Ik stond naast een boerderij. Ik zie een boerderij. Er komt een trekker aan. Ik stond naast een boerderij. Ik voel me heel blij. Ik moet aan het werk. Ik ga aan het werk. Dit is mijn ding. Ik moet aan de slag. Het lijkt wel een droom. Dit is mijn ding. Trekker, boerderij. Het lijkt wel een droom. Trekker, boerderij. Ik zie een boerderij. Ik ben Willem. Ik ben sterk, behulpzaam, grappig.
Ik ben Ynze. Ik ben stoer, ardig en grappig. Ik ben nu in het camp nau. Ik zie een voetbal stadion. Er komt een profvoetbaler Messi. Ik ben nu in het camp nau. Ik voel me nu heel blij. Ik ben blij en ik spring in de lucht. Ik scoor in de kruising. Ik voel me heel blij. Ik ben blij en ik spring in de lucht. Ik scoor in de kruising. Het lijkt dat Messi me wil scouten. Het lijkt dat Messi me wil scouten. Stadion en Messi. Ik zie een voetbalstadion. Ik ben Ynze. Ik ben stoer, ardig en grappig. Ik ben Jesse. Ik ben slim en aardig en grappig. Ik sta in het bos. Ik zie bomen. Een indiaan komt eraan rennen. Ik sta in het bos. Ik voel me heel gespanen. Ik ren heel hard weg. Ik stop even. Ik voel me heel gespanen. Dit voelt niet leker. Ik stop even. Het lijkt dat ik moet kotsen. Dit voelt niet leker. Ik sta in het bos. Het lijkt dat ik moet kotsen. Dit Een indiaan komt eraan rennen. is niet leuk. Een indiaan en het bos. Ik zie bomen. Dit is niet leuk. Ik ben Jesse. Ik ben slim en aardig en grappig. Ik ben Jorrit. Ik ben leuk, aardig en blij. Ik loop op het strand. Ik zie golven. Er komt een golf op me af. Ik loop op het strand. Ik lach en geniet. Ik wil in de zee springen. Ik vind het leuk. Ik wil in de zee springen. Het lijkt dat ik in een paradijs ben. Ik vind het leuk. Leuk en gelukkig. Het lijkt dat ik in een paradijs ben. Ik voel me fijn. Ik zie golven. Dat voelt fijn. Ik ben Jorrit. Ik ben leuk, aardig en blij. Ik ben Lisanne. Ik ben behulpzaam, aardig en creatief. Ik sta in de voetbalhut. Ik zie hutten. En een grote vogel. Ik sta in de voetbalhut. Dit maakt mij rustig. Ik lach. Ik ga verder bouwen. Dit maakt mij rustig. Dit vind ik leuk. Ik ga verder bouwen. Dit vind ik leuk. Natuurlijk, cool. Dit is fijn. Natuurlijk, cool. Ik zie hutten. Dit is fijn. Ik ben Lisanne. Ik ben behulpzaam, aardig en creatief.
Ik ben Pascal. Ik ben lief, grappeg en hulpzaam. Ik ben op safari. Ik zie een leeuw. Ik lag. Ik rij. Ik rij op een leeuw. Dat ik op de weg. Ik ben Pascal. Ik ben lief, grappeg en hulpzaam. Ik ben Marcus. Ik ben aardig, nieuwsgierig, slim. Ik zit op een stoel voor de bbq. Ik zie worsten, speklappen en hamburgers. Er komt een reuze worst aan. Ik zit op de stoel voor de bbq. Ik word hongerig. Ik wil eten. Ik eet een speklap. Ik word hongerig. Dat is lekker. Ik eet een speklap. Het lijkt dat ik ziek word. Dat is lekker. Worst, bbq. Het lijkt of ik ziek word. Leuk. Worst, bbq. Ik zie worsten, speklappen en hamburgers. Leuk. Ik ben Marcus. Ik ben aardig, nieuwsgierig, slim. Ik ben Hieke. Ik ben behulpzaam, leuk en lief. Ik zit in een dorp aan het lopen. Ik zie een huis en een reuzenrad. Ik zie een huis met familie van mij. Ik zit in een dorp aan het lopen. Ik doe een vreugde dansje. Ik vint het leuk. Ik doe een vreugde dansje. Ik vind het leuk. Leuk, blij. Het lijkt als of ik droom. Heel vijn. Ik zie een huis en een reuzenrad. Heel vijn. Ik ben Hieke. Ik ben behulpzaam, leuk en lief.. Ik ben Jayden Steenwijk. Ik ben blij en aardig. Ik ben op school en ik schrijf. Ik zie veel mensen. Er komt een kroketmonster langs. Ik ben op school aan het schrijfen. Blij. Het lijkt net alsof ik zweef. Er komt een kroketmonster. Het lijkt alsof ik zweef. Het is geweldig. Er komt een kroketmonster. Ik zie veel mensen. Het is geweldig. Ik ben Jayden Steenwijk. Ik ben blij en aardig.
Ik ben Harm. Ik ben blij, dun en slim. Ik lig. Ik zie lego. Er komt een reuzen lego robot aan. Ik lig. Ik ga naar die gene toe. Ik ga met diegene praten. Ik ga met die gene praten. Het lijkt krekt als je zweeft. Lego en bouwen. Het lijkt als ik zweef. Het voelt lekker. Lege en bouwen. Ik zie lego. Het voelt lekker. Ik ben Harm. Ik ben blij, dun en slim. Ik ben Eline. Ik ben behulpzaam, aardig en eigenwijs. Ik sta op een boerderij. Ik zie een roze koe en een blauwe paarden. Er komt een paard voorbij. Ik sta op de boerderij. Ik voel me vrolijk. Ik gil OMG! Ik stap op het paard. Ik voel me vrolijk. Ik stap op het paard. Het lijkt alsof ik zweef. Heerlijk, cool. Het lijkt alsof ik zweef. Het voelt geweldig. Heerlijk, cool. Ik zie een roze koe en een blauw paard. Het voelt geweldig. Ik ben Eline. Ik ben behulpzaam, aardig en eigenwijs. Ik ben Hiltsje. Ik ben blij, behulpzaam en nieuwsgierig. Ik zit thuis op de bank. Ik zie de t.v. Hylkje komt voorbij en springt in mijn gezigt. Ik zit thuis op de bank. Ik voel me verdrietig. Ik pak hem. Ik zet hem buiten. Ik voel me verdrietig. Dit is niet leuk. Ik zet hem buiten. Dit is niet leuk. Hylkje huis. Hylkje huis. Ik zie d etv. Ik ben Hiltsje. Ik ben blij, behulpzaam en nieuwsgierig.