2. Aandelen 2.1. Enkele algemeenheden 2.1.1. Omschrijving Aandelen zijn risicokapitaal. Wie een aandeel koopt, is voor een klein deel mede-eigenaar van het bedrijf. De aandeelhouder profiteert mee wanneer het bedrijf in goede doen is, want dan wordt zijn aandeel uiteraard ook meer waard. Dit impliceert echter eveneens dat hij de gevolgen zal moeten dragen wanneer het bedrijf het minder goed doet. In het allerslechtste geval riskeert hij zelfs de totale inzet van zijn kapitaal kwijt te spelen. Wie een aandeel koopt, heeft in principe recht op twee zaken: enerzijds is er recht op (een deel van de) winst en anderzijds is er (een beperkt) recht op zeggenschap. 2.1.2. Het rendement Dividend De aandeelhouder heeft recht op een dividend. Wanneer een bedrijf in goede doen is en er veel winst wordt gemaakt, kan de onderneming hiermee twee dingen doen. Ofwel reserveert ze die en houdt ze de winsten in de onderneming (om ze opnieuw te investeren), ofwel stelt ze de winst (geheel of gedeeltelijk) ter beschikking van de aandeelhouders. In dit laatste geval wordt er een dividend uitgekeerd. De meeste beleggers houden ervan dat het bedrijf jaar na jaar een continu, licht stijgend dividend uitkeert. Het wordt door de markt aanzien als een teken van stabiliteit en het zorgt voor het nodige vertrouwen. Koerswinst - koersverlies Wanneer een aandeel hoger noteert ten opzichte van de aankoopkoers, is er sprake van koerswinst. Is de prijs op de beurs lager dan op het moment van de aankoop, dan is er koersverlies. Rendement Het totale rendement wordt gevormd door het dividend vermeerderd met de koerswinst (of verminderd met het koersverlies). Hierbij vormt het dividend doorgaans slechts een klein deel van het totale rendement. De koersstijging (of -daling) is veel meer uitgesproken. Overigens is er een link tussen de koers en het (verwachte) dividend. Wanneer de markt er immers van uitgaat dat het toekomstige dividend hoger zal uitvallen, is de kans reëel dat de koers van het aandeel hoger gaat. 24
DUS Bij een aandeel is niet enkel de koerswinst van belang. Sommige aandelen staan ervoor bekend royale dividenden uit te keren. Deze aandelen houden doorgaans beter stand in tijden van crisis. Het dividend legt m.a.w. als het ware een bodem onder de koers. RISICO: HOOG 2.2. Beurzen De laatste jaren werden de beurzen geconfronteerd met een aantal uitdagingen. Enerzijds werden beleggers steeds veeleisender. De roep om een snelle uitvoering te kennen van de beursorders nam toe. Dit betekent dat de diverse handelsplatforms geweldige investeringen moesten doorvoeren op het gebied van informatica en op technisch vlak om te voldoen aan de verzuchtingen van de beleggers en de handelaars. - Wegwijs in beleggersland Tegelijkertijd werden ook de openingsuren verlengd en lieten veel aandelenbeurzen ook buitenlandse bedrijven noteren op hun nationale markt. Het is in dat kader dat de vele fusies en overnames gezien moeten worden tussen en van de verschillende aandelenbeurzen. Elke beurs heeft ook een eigen beursindex. Deze index geeft de stemming weer op een bepaalde markt. Eén blik op de index en de beleggers weten of de markt stijgende (à la hausse) dan wel dalende is (à la baisse). Deze sterindex is veelal samengesteld uit de belangrijkste beursgenoteerde bedrijven. Bij wijze van voorbeeld vindt u hieronder de samenstelling van de belangrijkste Belgische beursgenoteerde bedrijven, de Bel20. Ackermans & van Haaren Agfa Gevaert Bekaert Belgacom CNP/NPM Cofinimmo Colruyt Delhaize Dexia Fortis GBL Inbev KBC Mobistar Omage Pharma Solvay Suez UCB Umicore Weetje Hoewel de Bel20 suggereert dat de index 20 aandelen bevat, telt de Brusselse sterindex er vandaag nog slechts 19. Dit is het gevolg van de vele overnames die er de voorbije jaren zijn gebeurd in ons land. Tal van beursgenoteerde ondernemingen, zoals Petrofina, Royale Belge of nog BBl, werden opgekocht door buitenlandse bedrijven en werden van de koerstabellen geschrapt. 25
De meest gevolgde internationale indexen worden hieronder weergegeven. LAND INDEX België Bel20 Frankrijk CAC 40 Nederland AEX Duitsland DAX Italië MIB Spanje MSE Verenigde Staten Dow Jones Verenigde Staten Nasdaq Finland HEX Japan Nikkei - Wegwijs in beleggersland 2.3. Fundamentele analyse Teneinde zich een oordeel te kunnen vormen over de duurte van een bepaald aandeel, berekenen de financiële analisten een hele reeks parameters. 2.3.1. Koers/boekwaarde De boekwaarde van een aandeel is (in vereenvoudigde termen) de waarde die we in de balans van de onderneming kunnen berekenen door het totale zgn. eigen vermogen van de onderneming te delen door het aantal uitstaande aandelen. Het eigen vermogen is het kapitaal dat de aandeelhouders in de onderneming geïnvesteerd hebben. Als we een recente koers nemen van het aandeel B, 40, en we delen die door de boekwaarde, bv. 10, dan vinden we een koers/boekwaarde van 4. 2.3.2. Koers/winstverhouding Koers/winstverhouding van een individueel aandeel Om de prestaties van een beursgenoteerd bedrijf te evalueren, wordt er gebruik gemaakt van de koers/ winstverhouding: dit is de koers van het aandeel gedeeld door de te verwachten winst per aandeel van dat bedrijf. Stel, onderneming A heeft 10 miljoen aandelen op de beurs, die noteren aan 80. De winst van dit bedrijf voor 2008 wordt geschat op 40 miljoen. De winst per aandeel is dus 40 miljoen / 10 miljoen = 4 en de K/W-verhouding is dan 80 / 4 = 20. Meestal berekent men deze verhouding op de toekomstige winstverwachting zodat er gesproken wordt van de prospectieve of de verwachte koers/winstverhouding. Naargelang van de sector waarin het bedrijf actief is, zal men bepaalde koers/winstverhoudingen (K/W) als duur dan wel als goedkoop beschouwen. Groeibedrijven worden gekenmerkt door een hoge K/W, bedrijven actief in een sector met weinig groeipotentieel noteren met een lage K/W. 26
Koers/winstverhouding van een beurs Om de prijs van een héle aandelenbeurs te evalueren, gebruiken we eveneens de K/W-ratio. Die wordt dan berekend als: de waarde van de beursindex (bv. de Bel20 voor de Belgische beurs) gedeeld door de verwachte winst van de onderliggende aandelen. DUS Om te bepalen of een aandeel duur of goedkoop staat, is het nuttig om de koers/winstverhouding van het bedrijf te vergelijken met de koers/winst van haar concurrenten, evenals met de koers/winstverhouding van de aandelenbeurs. Ook is het interessant om de K/W-verhouding van het bedrijf uit te zetten op een tijdsas. Zo krijgt u meteen een volledig plaatje. 2.3.3. PEG-ratio Om afzonderlijke aandelen te beoordelen, kijkt u het best naar de PEG-ratio. Deze ratio relateert de koers/winst aan de toekomstige groei. Algemeen gesproken zijn bedrijven die noteren tegen een PEG van 1 of minder dan 1 interessant geprijsd. Beursgenoteerde ondernemingen met een PEG die groter is dan 1, worden doorgaans als duur bestempeld. Een bedrijf met een K/W-verhouding van bv. 45 moet zijn winst minstens met eveneens 45% per jaar zien stijgen. Zo niet is het aandeel overgewaardeerd en is het dus te duur. Belangrijker nog is de vraag of die winstgroeivoet gehandhaafd kan worden. Een winstgroei van 45 is mogelijk voor jonge bedrijven, maar geen jaren aan een stuk. Een jaarlijkse groei van bijvoorbeeld 15% en dus ook een K/W-ratio van 15 is op lange termijn al een stuk realistischer. 2.3.4. Koers/cashflowverhouding Cashflow kan gedefinieerd worden als de winst vermeerderd met de afschrijvingen van investeringen (en desgevallend met alle voorzieningen en waardeaanpassingen). Afschrijvingen zijn op zich immers geen uitgaven, maar een fiscale en boekhoudkundige uitdrukking van de waardevermindering van de investeringen. Waarderingen op basis van de cashflow in plaats van op de winst hebben dit voordeel dat de cashflow een minder manipuleerbaar element is dan de winst. Met afschrijvingen, waardeverminderingen en provisioneringen die wel een invloed hebben op de winst, maar niet op de cashflow, kan er naar hartenlust gegoocheld worden. Winstcijfers geven m.a.w. mogelijk een vertekend beeld van de onderneming en met de koers/cashflowratio wordt dit probleem opgevangen. Nochtans kunnen bedrijven die veel investeren hieronder wat lijden. Deze investeringen uiten zich immers in verhoogde afschrijvingen die in een eerste fase een negatieve invloed hebben op de winst. Op langere termijn zullen ze meestal een positieve invloed hebben. 2.3.5. Dividend discount model Aan de hand van het zgn. dividend discount model, kortweg DDM, kunt u nagaan wat de échte waarde van een aandeel is. Ligt de huidige koers veel lager dan deze waarde, dan is het aandeel goedkoop. Ligt de koers veel hoger, dan is het aandeel duur. 27
Formule van DDM De formule van het DDM ziet eruit als volgt: D / (r - g) Aandeel Z noteert momenteel 282. Is dit nu duur of niet? We zullen de diverse componenten uit de formule kort bespreken. Brutodividend (D in de formule) Het principe dat achter het DDM schuilt, is eenvoudig: de waarde van een aandeel is gelijk aan alle toekomstige dividenden die uitgekeerd zullen worden. Laat ons even veronderstellen dat het eerstkomende dividend van aandeel Z dat zal worden uitbetaald 12,65 bedraagt. D is dus 12,65 Groei van het dividend (g in de formule) In het verleden heeft onderneming Z haar dividend elk jaar met 3,5% à 4% verhoogd. Voor de volgende jaren rekenen we voorzichtigheidshalve op 3,5%. G is dus 3,5% Actualisatie (r in de formule) Wanneer het gaat over toekomstige dividenden, moeten deze dividenden worden geactualiseerd. Men berekent met andere woorden de huidige waarde van de toekomstige dividenden. Deze actualisatie gebeurt op basis van het rendement van de tienjarige Belgische staatslening. Veronderstellen we even dat die momenteel 5% bedraagt. In het DDM wordt er bij die 5% nog eens een risicopremie van 3% bijgeteld. We besparen u de technische details, maar dit heeft te maken met het feit dat aandelen een risicovollere belegging zijn dan obligaties. In totaal wordt de actualisatievoet dus 8%. De formule Het DDM bepaalt de waarde van een aandeel als D / (r - g). Voor bedrijf Z vindt men bijgevolg als waarde 12,65 / (0,080-0,035) = 281. Het aandeel is dus correct gewaardeerd (beurskoers 282 - berekening via DDM 281). Niet voor alle aandelen! Vermits het dividend discount model zich hoofdzakelijk baseert op dividenden, is het niet geschikt voor de waardebepaling van groeiaandelen. Dergelijke aandelen keren immers zelden of nooit een dividend uit. Alle winst wordt namelijk geherinvesteerd. Het DDM mag enkel gebruikt worden om de waarde van ondernemingen te bepalen die elk jaar weer een dividend uitkeren. 2.4. Technische analyse In tegenstelling tot de fundamentele analyse is de technische analyse een louter subjectieve aangelegenheid. 28