Versie 25 januari 2013 1
2
Het College Weert Cranendonck in Weert en Budel heeft als beleid in te spelen op ontwikkelingen in het onderwijs. Momenteel komen er meer en meer vragen op het gebied van dyscalculie. Het streven is dyscalculische leerlingen zo vroeg mogelijk, in de brugklas, te herkennen en zo goed mogelijk te begeleiden tijdens hun hele schoolloopbaan tot hun eindexamen. Dit kan op beide locaties, van Het College Weert Cranendonck. Het Protocol Dyslexie VO en een aantal internetartikelen zijn als uitgangspunt genomen voor het samenstellen van het Protocol Dyscalculie voor Het College Weert - Cranendonck. Met dit protocol wordt in grote lijnen uiteen gezet hoe dyscalculische leerlingen op Het College Weert - Cranendonck begeleiding kunnen krijgen. Wettelijk zijn er géén richtlijnen voor leerlingen met dyscalculie. De afgelopen jaren is er veel gesproken en geschreven over dyslexie. Veel mensen weten wat dyslexie inhoudt en wat het betekent als je dyslectisch bent. Aan dyscalculie daarentegen is duidelijk minder aandacht besteed. Wat is dyscalculie en hoe vaak komt het voor? Dyscalculie betekent letterlijk: niet kunnen rekenen. Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 2,5% van de Nederlanders grote problemen heeft met rekenen. Hardnekkige rekenproblemen (dyscalculie) komt bij 1 à 2 % van de mensen voor. Niet iedere leerling met rekenproblemen heeft dyscalculie. Problemen met rekenen kunnen veel verschillende oorzaken hebben. Oorzaken rekenproblemen Meestal is er sprake van een wisselwerking tussen schoolfactoren en kindafhankelijke factoren (zie schema). Rekening houdend met de school- en kindfactoren kan een rekenonderzoek richting geven aan de gewenste behandeling van de rekenproblemen. SCHOOLFACTOREN Methodelijn Planning Methodiek Organisatie Didactische handelen KINDFACTOREN Intelligentie Informatieverwerking: Geheugen Taakgerichtheid Verbale vaardigheden 3
Leerlingen, ouders, vakdocenten en mentoren kunnen aangeven dat er een vermoeden is van dyscalculie. De mentor bestudeert: het aanwezige leerling-dossier en het onderwijskundig rapport dat door de basisschool is ingevuld over de leervorderingen van de leerling op de basisschool. Bij een vermoeden van dyscalculie wordt de betreffende leerling aangemeld bij de zorgcoördinatoren. De zorgcoördinatoren bekijken of dit vermoeden onderbouwd is en verwijzen de leerling voor een dyscalculiescreening door naar de dyscalculiespecialist(en). Deze screening wordt uitgevoerd met behulp van het programma Muiswerk. Muiswerk is een programma op de computer welke de rekenvaardigheden van leerlingen kan testen en hier adviezen voor kan geven. Het toetsingsprogramma is op Het College Weert - Cranendonck aanwezig. Informatieverzameling Uit de screening komen een aantal leerlingen naar voren bij wie er sprake kan zijn van dyscalculie. Bestudering van het aanwezige leerling-dossier door de mentor Bestudering van het formulier dat door de basisschool is ingevuld over de leervorderingen van de leerling op de basisschool door zorgcoördinatoren en mentor. Bespreking van de resultaten van de toets met de dyscalculiespecialist, de zorgcoördinatoren en de mentor. Indien nodig zorgt de mentor voor aanvullende informatie door: Een (telefoon) gesprek met (een van) de ouders Een (telefoon) gesprek met de basisschool. Dyscalculie-onderzoek Op basis van alle verzamelde informatie zal de mentor, de ouders een eindadvies geven. Bij een vermoeden van dyscalculie zal dit advies verwijzen naar een officiële externe specialist, een GZpsycholoog of orthopedagoog-generalist, voor het verkrijgen van een definitieve verklaring. De leerling ontvangt op dat moment een voorlopige dyscalculieverklaring voor het lopende schooljaar. Gesprekken met leerlingen over hun dyscalculie Na de uitslag van het onderzoek en de afgifte van de (voorlopige) verklaring worden alle nieuwe dyscalculische leerlingen in groepjes of individueel uitgenodigd voor een gesprek met de dyscalculiespecialist. In dit gesprek komen een aantal zaken aan de orde, zoals: Wat is dyscalculie? Wat heb je er in het verleden al van gemerkt? Heb je al extra hulp gehad op de basisschool voor rekenen en/of taal? Hoe kan dyscalculie op de middelbare school voor jou problemen opleveren? Wat zou je zelf kunnen doen om eventuele moeilijkheden als gevolg van dyscalculie zoveel mogelijk te beperken? Uitleg van het bestaande dyscalculiebeleid op Het College Weert-Cranendonck. 4
Er zijn ook leerlingen die al op de basisschool onderzocht zijn en met een dyscalculieverklaring naar de brugklas komen. Geldige dyscalculieverklaring of geldig psychologisch onderzoeksverslag. Er moet een kopie van de dyscalculieverklaring in het leerling-dossier op school aanwezig zijn. Ook een kopie van het psychologische onderzoeksverslag is noodzakelijk. Ook al is de dyscalculieverklaring afgegeven door een bevoegd persoon, het verslag van het dyscalculie-onderzoek moet altijd in het leerling-dossier op school aanwezig zijn. Een geldig psychologisch onderzoek moet voldoen aan een aantal criteria: Het onderzoek moet zijn afgenomen door een erkend en bevoegd persoon, te weten een GZ-psycholoog of een orthopedagoog-generalist. Het onderzoek moet de volgende onderdelen bevatten: - Een hulpvraag - Een onderzoek - Een handelingsgerichte diagnose De conclusie dat er bij de desbetreffende leerling sprake is van dyscalculie. Een (voorlopige) dyscalculieverklaring. 5
De dyscalculielijst bevat namen van alle dyscalculische leerlingen van de school. Aan het begin van ieder schooljaar wordt de lijst bijgewerkt met de namen van nieuwe dyscalculische leerlingen. Leerlingen die van school af zijn, worden van de lijst verwijderd. Tijdens het schooljaar wordt de lijst ook bijgehouden, in het geval dat er nieuwe dyslcalculische leerlingen bijkomen of van school gaan. De dyscalculielijst wordt toegevoegd aan de Zoco-lijst. De docenten krijgen een signaal dat deze lijst is aangevuld en beschikbaar is. Vanaf dat moment worden de docenten geacht te weten dat deze leerlingen dyscalculisch zijn. De docenten moeten in de klas, o.a. bij toetsen en overhoringen, rekening houden met de dyscalculie van de leerlingen in overeenstemming met het bestaande dyslcalculiebeleid op school. VOORBEELD DYSCALCULIEVERKLARING Dyscalculieverklaring Ondergetekende verklaart dat uit psychodiagnostisch onderzoek is gebleken dat bij: Naam leerling, geboren op dyscalculie is vastgesteld volgens de criteria voor onderkenning volgens de DSM-IV-TR ; geconstateerd is dat er, als gevolg van de dyscalculie en gegeven de leeftijd en omstandigheden van de betrokkene, sprake is van ernstige belemmeringen in het dagelijks functioneren, blijkend uit problemen in de volgende contexten: Optellen en aftrekken, vermenigvuldigen en delen, tafels, breuken, procenten, kommagetallen, getallen in en gebruik van metriek stelsel, schatten en meten, hoofdrekenen, aflezen van tabellen en grafieken en kennis en gebruik van rekenregels. Op basis hiervan zijn nodig: A. specialistische hulp in de vorm van: Remedial teaching onder verantwoordelijkheid van een gespecialiseerde remedial teacher. Aandachtspunten hierbij zijn: herhaling en uitleg van de rekenregels, het opstellen van een map waarin de rekenregels en strategieën worden benoemd evenals de aandachtspunten bij het uitrekenen van bepaalde opgaven. Belangrijk is dat de remedial teacher (Naam) begeleidt in het rekenproces bij het kiezen van de strategie en het uitvoeren van de berekening. B. als materiele en immateriële voorzieningen: Het gebruik van de rekenmachine en het bieden van extra tijd bij toetsen en opgaven. Tevens kan (Naam) gebruik maken van een map die met een remedial teacher is samengesteld. Hierin kan hij opzoeken welke rekenregels wanneer gebruikt kunnen worden en wat de aandachtspunten bij bepaalde opgaven zijn. C. de volgende dispensaties: Vermindering van het aantal opgaven bij toetsen, afgestemd op het niveau van (Naam) 6
In het landelijk Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs worden aanbevelingen gedaan voor het dyslexiebeleid dat scholen kunnen volgen met betrekking tot dyslexie. Er zijn momenteel géén richtlijnen voor leerlingen met dyscalculie. Wel zijn er diverse personen en instanties welke adviezen hebben gegeven voor begeleiding van leerlingen met dyscalculie. Onder andere de vereniging Balans, Dhr. Braam en enkele uitgevers. Daarnaast zijn er op internet diverse stukken te vinden, waarin de uitleg staat over dyscalculie en hoe scholen hiermee om kunnen gaan. Ook daarin worden tal van suggesties gedaan voor begeleiding van dyslcalculische leerlingen. Ten aanzien van de omgang met dyscalculische leerlingen wil Het College Weert-Cranendonck op de volgende wijze werken: Extra tijd Waar mogelijk en waar nodig probeert de docent aan de dyscalculische leerling extra tijd te geven bij toetsen. Extra tijd geven is bijvoorbeeld mogelijk door leerlingen nog even in de pauze te laten doorwerken. Extra tijd kan ook al op een eenvoudige manier aan dyscalculische leerlingen worden gegeven door hun het eerst de toetsen te geven en hun toetsen als laatste op te halen. Tijdens de toetsweek krijgen de leerlingen extra tijd voor het maken van hun toets. o Bij een reguliere toets van 60 minuten krijgt een leerling 15 minuten extra tijd. o Bij een reguliere toets van > 60 minuten krijgt een leerling 30 minuten extra tijd. Tijdens de toetsweek kunnen dyscalculische leerlingen, voor toetsen waar rekenen een belangrijke rol speelt, gebruik maken van het daarvoor bestemd lokaal. Andere mogelijkheden Gebruik van een rekenmachine (niet bij rekenen i.v.m. Centraal Examen) Gebruik van kladbladen, Gebruik van markeerstiften, Het afdekken van opdrachten, etc. 7
Behalve de bovengenoemde afspraken, is het zeer belangrijk dat bij docenten voldoende kennis over dyscalculie aanwezig is. Door middel van gesprekken en publicaties probeert Het College Weert- Cranendonck de kennis van en het begrip voor dyscalculie zoveel mogelijk te vergroten. Hierbij kan gedacht worden aan: Dyscalculie is blijvend. Dyscalculische leerlingen kunnen in de loop van de jaren gedemotiveerd raken. Dyscalculische leerlingen hebben vaak meer tijd nodig om informatie te verwerken. Er bestaat niet één type dyscalculische leerling. Dyscalculische leerlingen reageren vaak langzamer dan leeftijdgenoten op klassikaal gestelde vragen. Dyscalculische leerlingen hebben soms moeite met het onder woorden brengen van wat ze precies bedoelen. Ze hebben vaak woordvindingsproblemen. Controleer, indien mogelijk, het gemaakte huiswerk. Benadruk wat de leerlingen wel kunnen (geldt eigenlijk voor iedere leerling). Maak binnen de secties afspraken over het hanteren van aangepaste cijferberekeningen t.b.v. rapporten etc. Wijs de leerlingen op de mogelijkheid om gebruik te maken van hulpmiddelen, specifiek voor het betreffende vak. Gebruik duidelijk taalgebruik, het liefst met praktische voorbeelden. Vraag aan de leerling waarom het wel of niet goed is gegaan. 8
Leerlingen die in het bezit zijn van een geldige dyscalculieverklaring mogen gebruik maken van de faciliteiten volgens de regels van CE. Dit houdt concreet in dat de leerlingen, die in het bezit zijn van een geldige dyscalculieverklaring tijdens hun eindexamen alleen gebruik kunnen maken van extra eindexamentijd. 9
Om het protocol volledig te maken hierbij ook een aantal tips en adviezen voor leerlingen. Deze kunnen aan leerlingen met een dyscalculieverklaring overhandigd worden. Zelfstandigheid Werk zelf aan je dyscalculie. Met dyscalculie heb je meer tijd voor je huiswerk nodig dan je klasgenoten. Houd daar met je planning van huiswerk voldoende rekening mee. Richt je zoveel mogelijk op het leggen van verbanden, concentreer je niet op feitjes, maar probeer de grote lijn van de tekst te begrijpen. Dyscalculie is geen excuus om minder te doen, zoek wat voor jou de beste manier van leren is. Vraag hulp als het nodig is. Vraag zonodig een kopie van de ingevulde werkboeken van een andere leerling en gebruik deze voor het leren van je toetsen. Effectief studeren Neem voor het studeren de tijd. Probeer uit hoe je het beste kunt leren. Studeer en werk op een zo rustig mogelijke plek. Ga in de klas vooraan zitten. Studeer in de stilste kamer (desnoods met oordoppen in). Neem de leerstof op verschillende manieren op. Lees, spreek uit, schrijf op en stel je iets voor. Lees, spreek uit en luister naar jezelf. Schrijf het woord op en fantaseer over de betekenis. Maak gebruik van de software die bij je studieboeken wordt geleverd. Maak gebruik van websites die bij je studieboeken horen en waarop vaak veel extra oefeningen en toetsen staan. Vat lessen samen en leer je eigen samenvatting. Oefen extra. Sommige dingen, zoals sommen, worden door oefening geleerd. Dyscalculici krijgen wat langzamer de nodige routine. Maak bijvoorbeeld wat meer oefensommen dan de anderen. Vraag aan de docent welke oefensommen je nog meer kunt maken. Later kun je de sommen beter gebruiken dan veel anderen. Probeer vooruit te werken. Vraag om een lijst met te verwachten moeilijke woorden. Leer toetsen en toetsen zo lang mogelijk van te voren. Herhaal ze nog een keer tussendoor. Vraag om het huiswerk ruim van te voren op te geven. Je toekomst Keuze van je beroeps- of vervolgstudie. Misschien is het nu nog niet belangrijk, maar houd rekening met je dyscalculie. Zowel bij de keuze van je vakkenpakket, als voor je toekomstplannen. Bespreek de mogelijkheden met je mentor of decaan. 10
Dit document is het uitgangspunt voor het dyscalculiebeleid voor de komende jaren. De dyscalculiespecialist(en) trachten via abonnementen en internetartikelen op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen ten aanzien van dyscalculie. Dit document dient eenmaal per twee schooljaren volledig herzien te worden. De eerstvolgende keer is in 2015. Het protocol is opgebouwd uit eigen teksten, bestaande protocollen en internetartikelen. In de toekomst zou het raadzaam zijn dit protocol ter bespreking in te brengen bij alle andere voscholen binnen het Samenwerkingsverband Weert e.o. Indien er in het gehele Samenwerkingsverband eenduidige afspraken in de aanpak van dyscalculie gemaakt kunnen worden, zal dit de begeleiding van dyscalculische leerlingen alleen maar optimaliseren / ten goede komen. Januari 2013 S. Kessels, dyscalculiespecialist. 11
1. Dyscalculie in discussie Maarten Dolk en Mieke van Groenenstijn Uitg. van Gorcum 2. Dyscalculiemap b.o. Frederique Geerlings en Ingrid Nauta Uitg. Eduforce 3. Kinderen met dyscalculie Uitg. Balans 4. Diverse internetartikelen. 12