Help! De dokter verzuipt Medische aspecten van de vaststelling van letselschade

Vergelijkbare documenten
Ervaringen van rechters met whiplash M R. H. D E H E K 3 0 M A A R T

Whiplashclaims in Deelgeschil

KRINGAVOND 16 MAART WHIPLASH EN LETSELSCHADECLAIMS Munneke Lourens Advocaten Jacquelien Mos

Verschillende soorten medische expertises. Basiscursus NVMSR. prof dr mr A.J. Akkermans De verschillende soorten medische expertises in hun context

Pagina 12 PIV Actualiteitencollege 2016

GEDRAGSCODE voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken. versie 3.7 januari 2012

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

Thema-avond deskundigheidsbevordering

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Juridische aspecten van de behandeling van beroepsziektezaken. mr Veneta Oskam en Derk-Jan van der Kolk NIS, 16 mei 2013

Een nog weinig benutte mogelijkheid

Expertises beroepsziekten en bedrijfsongevallen

IWMD Vraagstelling Causaal verband bij ongeval

Bulletin 6. Hoe ver zijn we met het objectiveren van whiplash(achtige) klachten? Inhoud

ECLI:NL:RBAMS:2008:BH2346

De vraagstelling voor expertises in medische aansprakelijkheidszaken

Deelgeschillen: de ins & outs na 400 zaken

Deelgeschillen: de ins & outs na 400 zaken

De patiëntenkaart in de lagere rechtspraak

Hof van Discipline Zitting van 19 juni 2017 te uur Kenmerk: art. 515 lid 4 Sv en daartoe overwogen:

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

WAA JAARCONGRES 2018

Convenant met BSA Schaderegelingsbureau B.V. inzake het standaardiseren van processen van werkgeversregres

Vraag het aan de deskundige! Maar hoe?

Aspecten van medische aansprakelijkheid

Handleiding herbeoordelingsprocedure bij een vermeende diagnostische fout

HET FONDS MEDISCHE ONGEVALLEN. Jo DE COCK Administrateur-generaal RIZIV KVK 18 juni 2013

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

Rapport. Rapport over een klacht over de Raad voor de Kinderbescherming, Directie Noord-West, Vestiging Amsterdam. Datum: 23 december 2013

ECLI:NL:RBAMS:2015:3633

Erven, belasting en rente. Rapport over een klacht over de voorlichting van de Belastingdienst.

Grip op uw letselschade

Aansprakelijkheid Scholen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen bij de Afdeling bestuursrechtspraak

Tweede Kamer der Staten-Generaal

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

Beoordeling Bevindingen

De kosten van het voorlopige deskundigenbericht bij een beroep op het blokkeringsrecht

Beleidsregel subsidiëring medisch haalbaarheidsonderzoeken in letselschadezaken

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Rolnummer Arrest nr. 21/2009 van 12 februari 2009 A R R E S T

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. M. Veldhuis, secretaris)

beschikking AFSCH In? md, oil P - 101/1 RECHTBANK LIMBURG Burgerlijk recht Zittingsplaats Maastricht zaaknummer: C / HA RK 13-10

Amsterdam, 3 juli Betreft: Reactie VV&A aan MinFin inzake MiFiD II. Geachte heer, mevrouw,

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

De medische expertise bij personenschade: knelpunten en mogelijke oplossingen

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

De patiëntenkaart en de beschikkingen van de Hoge Raad van 22 februari 2008

Expertises beroepsziekten en bedrijfsongevallen

Voorwoord 13. Lijst van gebruikte afkortingen Inleiding Het thema De opzet 26. Deel I 29

Rechtspraak De reikwijdte van het begrip bestand Gepubliceerd in Privacy & Informatie, nummer 5 november 2004

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen. Nico Keijser Secretaris

De kosten van het (voorlopig) deskundigenbericht *

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en mr. C.A. Koopman, secretaris)

Partijdigheid van de gerechtelijk deskundige

Op 25 augustus 2010 is het volgende advies (A10.066) gegeven.

Grip op uw letselschade

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

: beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten

Rechtbank Maastricht 26 oktober 2011, nr. HA RK 11-88, LJN BU7197 (mr. J.F.W. Huinen, mr. T.A.J.M. Provaas en mr. E.J.M. Driessen)

INFORMATIE VOOR CLIENTEN DIE ALS GEVOLG VAN EEN SCHADE VEROORZAKENDE GEBEURTENIS LETSEL HEBBEN OPGELOPEN

Ambulancezorg Nederland, hierna te noemen de werkgeversvertegenwoordiging, enerzijds

Klachtenbehandeling, procedure

mr. A. Rutten-Roos, mr. A. Bus, mr. C.A. Joustra, mr. F.J.H. Mijnssen en mr. F. Peijster.

Zelfredzaamheid Persoonlijke verzorging en algemene dagelijkse levensverrichtingen. De zelfredzaamheid valt niet onder de norm huishoudelijke hulp.

ECLI:NL:RBMNE:2015:4984 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/16/ / HA RK

Verbeterde vraagstelling voor medische expertises

Knelpunten bij de particuliere arbeidsongeschiktheidsverzekering

JURIDISCHE POSITIE WHIPLASH-PATIENT MET CLAIM STAND VAN ZAKEN 2015

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Basiscursus NVMSR. Prof mr A.J. Akkermans De expertise bij wettelijke aansprakelijkheid ( letselschade )

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Kamer onafhankelijk deskundigen onderzoek inzake het medisch handelen binnen de NVMSR. Roger Devilee Orthopedisch chirurg Bestuurslid NVMSR

Letselschade whiplash; deelgeschil; bestaan van klachten; causaal verband tussen klachten en ongeval

Rb. 's-gravenhage 6 juli 2012, LJN BX2021, JA 2012/183. Trefwoorden: Sommenverzekering, Voordeelstoerekening, Eigen schuld

ECLI:NL:RBOBR:2017:3330

Begroting van de kosten van de deelgeschilprocedure

Rapport. Rapport over een klacht over Huurcommissie te Den Haag. Datum: 14 september Rapportnummer: 2012/146

Datum 8 juni 2011 Onderwerp De op het goed werkgeverschap gebaseerde verzekeringsplicht

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over de directeur Belastingen van de Belastingdienst niet gegrond.

PREJUDICIËLE VRAGEN PRAKTISCH

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de gemeente Wierden. Datum: 22 januari Rapportnummer: 2014/004

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen ingediend door mr. C. Berendse, advocaat te Amsterdam. Datum: 20 juni 2012

ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1890

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Samenvatting. Samenvatting 7

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter en mr. M.G. de Vries, secretaris)

Een onderzoek naar de verwerking van een adreswijziging van een burger.

REGLEMENT GESCHILLENCOMMISSIE POST per 1 april 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Grip op uw letselschade. Waar vind ik objectieve informatie? Letselschade, wat is dat eigenlijk? Wat mag ik van de schadeafhandeling verwachten?

Whiplash: de hypothetische situatie zónder ongeval

Opinie inzake Voorzieningenrechter Rechtbank Utrecht 17 augustus 2007, LJN: BB1867 (Sint Antonius Ziekenhuis)

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Rapport. Datum: 31 januari 2011 Rapportnummer: 2011/032

Samenvatting Masterclass

ECLI:NL:RBNHO:2016:11026

Transcriptie:

[ARTIKEL 4] Help! De dokter verzuipt Medische aspecten van de vaststelling van letselschade Mirella Hartman en Bojan P. Dekker 1 Inleiding De letselschadepraktijk bestrijkt verschillende terreinen van het aansprakelijkheidsrecht (verkeer, arbeid, gezondheidszorg, producten). Maar of het nu gaat om een verkeersongeval, om blootstelling aan asbest, om een fout van een dokter of om een gebrekkig product, inherent aan letselschadezaken zijn de medische aspecten. De rechter is om die reden in veel gevallen aangewezen op een medische deskundige. Vrouwe Justitia en Hippocrates vormen wat dat betreft een onafscheidelijk paar: zonder hem ziet zij niks en is zij niet in staat tot het nemen van rechtvaardige beslissingen. Probleem is, dat het stel de nodige communicatieproblemen kent. Die problemen lijken vooral te worden veroorzaakt door de verwarring die regelmatig ontstaat over de rolverdeling tussen de rechter en de medische deskundige. Het moet voor de deskundige duidelijk zijn dat van hem uitsluitend feitelijke informatie wordt gevraagd. Hij wordt ingeschakeld om de rechter (en partijen) voor te lichten over de aard en ernst van het letsel, de klachten en afwijkingen en de daarmee verbandhoudende beperkingen en voorts om antwoord te geven op de vraag wat de situatie zou zijn geweest wanneer de schadeveroorzakende gebeurtenis wordt weggedacht. Van de medische deskundige wordt geen normatief oordeel gevraagd. Dat is voorbehouden aan de rechter. Waar het volgens ons uiteindelijk op aankomt, is de wijze waarop de door de medische deskundige te beantwoorden vragen worden geredigeerd. Er dient voorkomen te worden dat de dokter verzuipt in een brij van juridische terminologie. Ons artikel maakt deel uit van een verzameling artikelen over vaststelling van schade en de rol van de deskundige daarin. Wij beperken ons tot de medische aspecten van de personenschade 2 en de rol van de onafhankelijke, medische deskundige. 3 Wij beperken ons verder tot twee almaar terugkerende discussiepunten die naar onze mening de kern van het probleem vormen: de discussie over de persoon van de deskundige en de discussie over de door de medische deskundige te beantwoorden vragen. Die discussies spelen op vergelijkbare wijze in procedures ex artikel 202 Rv en in bodemzaken, 4 maar ook vaak in 1 Beide auteurs zijn advocaat bij Beer advocaten te Amsterdam. 2 R.M.J.T. van Dort behandelt elders in dit themanummer rekenkundige aspecten van letselschadezaken. 3 De medicus komt in verscheidene stadia van de behandeling van letselschadezaken in beeld (als behandelend arts van het slachtoffer, als medisch adviseur van partijen, als partijdeskundige); voor ons is vooral de arts als deskundige interessant, benoemd door de rechter of aangezocht door beide partijen. 4 De aard van de in deze procedures uit te brengen deskundigenberichten verschilt, in die zin dat het deskundigenrapport ex artikel 202 Rv er (vooral) toe strekt om verzoeker zijn kansen in rechte te laten inschatten, terwijl het deskundigenrapport dat in het kader van een bodemprocedure wordt bevolen bedoeld is ter voorlichting van de rechter. Voor het onderwerp van dit artikel speelt dit principiële verschil geen rol. Wij laten dat onderwerp daarom thans onbesproken. 1

de buitengerechtelijke fase (wanneer partijen trachten in der minne tot overeenstemming te komen over de persoon van de deskundige en de door hem te beantwoorden vragen). Persoon van de deskundige Kenmerkend voor het medische deskundigenbericht is de grote mate van subjectiviteit daarvan. In medische aansprakelijkheidszaken waarin de deskundige gevraagd wordt informatie te verstrekken in verband met het handelen van een vakgenoot uit dat zich doordat de ene dokter de lat nu eenmaal hoger legt dan de andere. Dat brengt het risico met zich mee dat persoonlijke voorkeuren en overtuiging van de medische deskundige de uitkomst van de procedure of onderhandelingen bepalen. In medische aansprakelijkheidszaken is het bovendien vaak moeilijk om een deskundige te vinden die zijn nek durft uit te steken of een deskundige die niet een al te nauwe band heeft met de arts wiens handelen ter discussie staat. Bij een ziekte als RSI, bij pijnsyndromen (als het post-whiplashsyndroom) of bij ziektes die nogal eens als vaag worden betiteld (denk aan een myopathie van het niet nader omschreven soort), kan beslissend zijn of de te benoemen deskundige behoort tot de school van de believers of de non-believers, om maar eens een begrippenpaar van Spier te lenen. 5 Of er bestaat discussie over de vraag of het te beoordelen medische geschilpunt tot de competentie van de desbetreffende deskundige behoort, een discussie die thans voor beroepsziekten actueel is. 6 Een disclosure statement naar Engels model is een voor de hand liggend, maar weinig gebruikt middel om een deel van de problemen rond de persoon van de deskundige weg te nemen. De suggestie om deskundigen openheid van zaken te laten geven door informatie te geven over opleiding, ervaring, werkgever(s), opdrachtgevers, eerdere deskundigenberichten en medisch-wetenschappelijke opvattingen dateert al van jaren geleden, 7 maar het is onze ervaring dat rechters en (vooral) deskundigen er niet aan willen. De Stichting Opleiding en Registratie van Medisch Deskundigen (ORMED) had zich het bundelen van de opleiding en registratie van medische deskundigen en het bevorderen van de kwaliteit van medische deskundigenrapporten ten doel gesteld. 8 Een goed initiatief, dat echter op een dood spoor is beland. Dat zal te maken hebben met de omstandigheid dat het Ministerie van Justitie zich heeft voorgenomen te komen tot een landelijk register van gerechtelijke deskundigen; initiatieven spitsen zich vooralsnog echter toe op de deskundige in het strafproces. 9 Het Gerechtshof Arnhem definieerde de ideale deskundige als volgt: Een te benoemen deskundige dient een persoon te zijn van wie mag worden verwacht dat hij een onafhankelijk en onpartijdig oordeel kan geven, die zelfs niet de schijn van partijdigheid 5 Zie daarvoor de conclusie van A-G J. Spier onder HR 20 mei 2005, LJN: AS4406. 6 B. Sorgdrager, Beoordeling beroepsgebondenheid van de gezondheidschade, TVP 2007, nr. 2, p. 50 e.v. 7 J.L. Smeehuizen, Wie is de deskundige eigenlijk? Pleidooi voor een disclosure statement, TVP 2003, nr. 4, p. 126 e.v. 8 Zie J.M. van de Laar, Opleiding en registratie van medisch deskundigen, een breed gedragen initiatief, TVP 2003, nr. 4, p. 120 e.v. 9 Voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot verbetering van de regeling van de positie van de deskundige in het strafproces, TK 2006-2007, 31116. 2

heeft en tegen wiens benoeming geen van partijen in redelijkheid bezwaar kan hebben. 10 Het is de vraag of deze deskundige bestaat. Een zekere vorm van vooringenomenheid zal niet te voorkomen zijn, zeker niet bij de beoordeling van medische aspecten waarover binnen de beroepsgroep grote verdeeldheid bestaat. Maar indien de deskundige zijn mening geeft, zou hij tevens moeten aangeven of er dissenting opinions zijn en zou hij ook de visies van andere scholen moeten verwoorden. Wij willen nog verder gaan: het is mooi als de medische deskundige onafhankelijk en onpartijdig is, maar in feite zou dit niet moeten uitmaken, zolang de deskundige in staat is objectieve informatie te verstrekken. En dat is voor een belangrijk deel afhankelijk van hetgeen aan de deskundige wordt gevraagd. Vragen aan de deskundige De redactie van de vraagstelling is voor ons een hardnekkiger probleem dan het gebakkelei over de persoon van de deskundige. Met het medische deskundigenrapport gaat het mis wanneer de deskundige wordt gevraagd een normatief oordeel te geven. Want wat een arts redelijk vindt, is voor een jurist bij lange na niet redelijk genoeg. Waar voor de arts de causa proxima voorop staat, wil de jurist het ruimer zien. Daarom is het van belang dat de formulering van de vraagstelling zodanig is, dat die uitsluit dat de medische deskundige om een normatief en dus in feite om een juridisch oordeel wordt gevraagd. Aldus zou de persoon van de deskundige minder omstreden moeten zijn. Het is belangrijk dat de rechter begrijpt wat de medische deskundige bedoelt en omgekeerd. Het klassieke arrest Zwolsche Algemeene/De Greef 11 bevestigde dat de begrippenkaders van artsen en juristen niet gelijk zijn. Het draaide in die zaak om de gevolgen van een verkeersongeval. Door het hof waren twee deskundigen benoemd, een neuroloog en een orthopedisch chirurg, die een aantal vragen voorgelegd hadden gekregen. Beide deskundigen concludeerden dat er geen objectiveerbare stoornissen waren, maar rapporteerden (wel) dat de klachten waren ontstaan in aansluiting op het ongeval. Het hof overwoog dat de deskundigen het begrip stoornis in beperktere zin hadden opgevat dan door het hof was bedoeld, nu het hof niet enkel het oog had op stoornissen in de zin van medisch waarneembare beschadigingen, afwijkingen of gebreken, maar ook op het bestaan van klachten die weliswaar naar hun aard subjectief van aard zijn doch waarvan niettemin objectief vastgesteld kan worden dat zij aanwezig, reëel, niet ingebeeld, niet voorgewend, en niet overdreven zijn. Door te vragen naar stoornissen (een begrip dat voor medische deskundigen kennelijk een andere betekenis heeft dan voor juristen) werd de medische deskundige door de rechter op het verkeerde been gezet. De problematiek die in Zwolsche Algemeene/De Greef speelde komt mooi uitgewerkt terug in een vonnis van de Rechtbank Zwolle. 12 Aan de deskundigen (een neuroloog en neuropsycholoog) werd, kort samengevat, gevraagd welke klachten, afwijkingen en beperkingen het slachtoffer ondervindt die in redelijkheid beschouwd kunnen worden als gevolg van het ongeval. De neuropsycholoog rapporteerde dat er geen indicaties [zijn] 10 Hof Arnhem 17 maart 1998, VR 1998, 123. 11 HR 8 juni 2001, NJ 2001, 433. 12 Rb Zwolle 24 maart 2004, NJF 2004, 387. 3

voor specifieke posttraumatische neuropsychologische functiestoornissen welke rechtstreeks en uitsluitend herleid kunnen worden tot het ongeval, dat het massale persisterende klachtenpatroon mede [wordt] bepaald door de functionele en af en toe bewuste aggravatie en dat het algehele functioneren [tevens] nadelig [wordt] beïnvloed door de preëxistente en niet ongevalsgerelateerde psychologische factoren, samenhangend met de persoonlijkheidsstructuur. De neuroloog concludeerde dat het pijnsyndroom en het posttraumatisch stresssyndroom [ ] als partieel gevolg van het ongeval [zouden] kunnen worden beschouwd, maar voegde daaraan toe dat de overige klachten [ ] bijzonder moeilijk als een gevolg van het ongeval [kunnen] worden beschouwd. De rechtbank overwoog dat bij de juridische beoordeling van een medisch deskundigenrapport terughoudendheid is geboden wanneer het gaat om aspecten van dat rapport die liggen op het terrein van de deskundige, medisch technische aspecten dus. Die terughoudendheid geldt niet als het gaat om juridisch getinte oordelen in dat deskundigenrapport. De rechtbank oordeelde daarover als volgt: In situaties waarin een medische expertise heeft plaatsgevonden (mede) met het oog op de vaststelling van causaal verband tussen ongeval en klachten, is de kans aanwezig dat het rapport niet alleen een medisch oordeel, maar ook een juridisch oordeel over de causaliteit bevat. Dat is zeker het geval wanneer de vraagstelling over het causaal verband gebaseerd is op het juridische causaliteitscriterium, dat doorgaans afwijkt van het medische causaliteitscriterium. In dat geval is de kans groot dat de (medische) deskundige een vraag over de (juridische) causaliteit beantwoordt aan de hand van een medisch causaliteitscriterium. Het gevolg daarvan is dat aan de conclusies over het causaal verband die de deskundige verbindt aan de door hem vastgestelde feiten in een geschil tussen partijen slechts betrekkelijke, en zeker geen doorslaggevende, betekenis kan worden toegekend. De rechtbank liep vervolgens de criteria uit Zwolsche Algemeene/De Greef na en constateerde dat uit de deskundigenrapporten niet blijkt dat de klachten irreëel, overdreven of voorgewend zijn en voorts dat er sprake is van een ongeval met een forse geweldsinwerking. De rechtbank stelde vast dat er vóór de datum van het ongeval geen vergelijkbare klachten waren geweest en overwoog dat er geen al te strenge eisen mogen worden gesteld aan het causaal verband tussen het ongeval enerzijds en de klachten anderzijds. Zij nam vervolgens causaal verband aan. Dergelijke uitspraken maken duidelijk dat de redactie van de vragen nauw luistert en dat rechters en partijen zich bewust moeten zijn van de omstandigheid dat artsen en juristen bepaalde begrippen soms verschillend uitleggen. Dit probleem werd onderkend door de Projectgroep medische deskundigen in de rechtspleging van de Vrije Universiteit. 13 In samenwerking met de Interdisciplinaire Werkgroep Medisch Deskundigen (IWMD) 14 wordt getracht een voor allen bruikbare standaardvraagstelling te ontwikkelen waarmee zowel arts als jurist uit de voeten kunnen. Het (voorlopige) resultaat kent als uitgangspunt dat vragen zoveel mogelijk moeten worden ontdaan van het normatieve karakter. Er moet om die reden niet worden gevraagd of iets het redelijkerwijs te verwachten gevolg van een 13 Zie onder meer A.J. Akkermans en A.J. Van, De medische expertise bij personenschade: knelpunten en mogelijke oplossingen, TVP 2002, nr. 2, p. 57 e.v. en A.J. Van, Vraag het aan de deskundige! Maar hoe?, TVP 2003, nr. 4, p. 105 e.v. Zie ook www.rechten.vu.nl/iwmd. 14 IWMD is een werkgroep waarin door wetenschappers, rechters, advocaten, medisch adviseurs en verzekeraars wordt nagedacht over de wijze waarop rapporten van medische deskundigen tot stand moeten komen. 4

bepaald incident is. En omdat dokters en juristen elkaar niet verstaan, moeten begrippen die voor artsen een andere betekenis (kunnen) hebben dan voor juristen, worden vermeden. De deskundige wordt in een toelichting verteld hoe juristen naar het causaal verband kijken en benadrukt wordt dat juristen niet verwachten dat de deskundige altijd 100% zekerheid kan geven. Daarna wordt de deskundige slechts gevraagd de bestaande situatie met en de verwachte situatie zonder ongeval zo gedetailleerd mogelijk in kaart te brengen. Op basis van die informatie is het dan aan de juristen om de causaliteitsvraag te beantwoorden. In medische aansprakelijkheidszaken gaat het erom dat de rechter het handelen van de betrokken arts toetst aan de norm of er gehandeld is met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend arts verwacht mocht worden. 15 Wij hebben eerder 16 gesteld dat de vraag of er al dan niet overeenkomstig deze norm is gehandeld, niet door de medische deskundige beantwoord dient te worden. Het is immers niet aan een arts om het litigieuze handelen aan een juridische norm te toetsen. Dat is aan de rechter voorbehouden, al was het maar omdat arts en jurist elkaar niet verstaan. Door dat onbegrip komt het met grote regelmaat voor - omdat het in de praktijk te vaak gebeurt dat een deskundige toch daarnaar wordt gevraagd - dat een antwoord op deze vraag niet strookt met de overige inhoud van het deskundigenrapport. 17 Dat is niet in het belang van partijen: het leidt tot een eindeloze discussie, die naar onze mening achterwege was gebleven als de deskundige zich tot het verstrekken van feitelijke en medische informatie had moeten beperken. Wederom blijkt de vraagstelling cruciaal bij het verstaanbaar maken van de deskundige. Het zou goed zijn wanneer de deskundige anders dan in praktijk gebeurt zou worden ingelicht over het toetsingskader van de rechter. Dat schept duidelijkheid, ook ten aanzien van zijn rol. Bovendien verwachten wij als prettig neveneffect dat het aantal artsen dat in dergelijke zaken als deskundige wil optreden daardoor zal toenemen. In het kader van die voorlichtingscampagne stelden wij, in navolging van de IWMDmethodiek, 18 voor om de door de medische deskundige te beantwoorden vragen vooraf te doen gaan van een korte uitleg over de rolverdeling tussen de rechter en de medische deskundige. 19 15 HR 9 november 1990, NJ 1991, 26. 16 Bojan P. Dekker en Mirella Hartman, Dan gaat de rechter op de stoel van de dokter zitten Over de vraagstelling en de rol van de deskundige in medische aansprakelijkheidszaken, Letsel & Schade 2006, nr. 4, p. 6 e.v. 17 Zie bijvoorbeeld Rechtbank s-gravenhage 17 maart 1999, NP 2000, nr. 9, p. 7 e.v. 18 Ook wanneer de causale relatie tussen arbeidsomstandigheden en beroepsziektes (RSI, burn-out, mesothelioom) wordt onderzocht, zou aansluiting kunnen worden gezocht bij de IWMD-methodiek. 19 De door ons gesuggereerde toelichting luidt als volgt: Als iemand door letsel schade lijdt dan dient hij in beginsel zijn eigen schade te dragen, tenzij iemand anders aansprakelijk is voor die schade. In dat geval moet de aansprakelijke partij de schade vergoeden. Ons hoogste rechtscollege, de Hoge Raad, heeft in 1990 uitgemaakt dat een arts aansprakelijk is voor de schade van een patiënt indien hij niet heeft gehandeld met de zorgvuldigheid die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend arts in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht. Dit is derhalve de juridische norm waaraan de rechter het handelen van de arts toetst om te bepalen of er al dan niet een fout is gemaakt. Bij deze toetsing spelen ervaring, staat van dienst, onderscheidingen, et cetera geen rol. Voordat er een schadevergoedingsvordering wordt ingesteld, toetsen de juridisch adviseurs van de patiënt en het ziekenhuis het handelen van de betrokken arts aan deze norm, om te bezien wat de kansen van hun cliënten in rechte zijn. Om die toetsing te kunnen doen dienen beide partijen (en de rechter) te worden voorgelicht door een medische deskundige, die hen voorziet van feitelijke informatie betreffende de medische praktijk. 5

Inmiddels is dit voorstel in het kader van procedures ex artikel 202 Rv aan een aantal rechters voorgehouden. Die staan niet te springen. De Rechtbank s-hertogenbosch overwoog dat de door verweerster voorgestelde herformulering van de vragen 2 tot en met 5 [ ] op bezwaren van verzoekster [stuiten] omdat deze te normatief zijn geredigeerd, terwijl het erom gaat dat de te benoemen medische deskundige feitelijke en concrete informatie verstrekt. 20 De rechtbank gaf aan verzoekster op dit punt te volgen en de vraagstelling van verzoekster in overwegende mate over te nemen. Van de door namens verzoekster gesuggereerde inleiding gelijkluidend aan onze inleiding hiervoor bleef evenwel weinig over: Wilt u vanuit uw kennis en ervaring op uw vakgebied onderstaande vraagstelling beantwoorden naar de stand van de wetenschap in 2002 en zo mogelijk onder verwijzing naar relevante literatuur?. De Rechtbank Arnhem hield het op het volgende: Van u wordt geen juridisch oordeel verwacht. 21 Wij hebben het idee dat deze zin voor de medische deskundige alleen maar meer vragen oproept. Hoe weet een medische deskundige zonder nadere uitleg wat een juridisch oordeel is? En hoe weet hij zonder nadere uitleg wat dan wel van hem wordt verwacht? De rechtbank overwoog dat een vonnis of beschikking [ ] niet de juiste plaats [lijkt] om aan de deskundige een uiteenzetting te geven over de juridische context van het deskundigenbericht. Wij vragen ons af wat dan wel de juiste plaats is. De medische deskundige gaat bij het opstellen van zijn rapport immers uit van de beschikking of het tussenvonnis van de rechter daarin moeten dus de grenzen van zijn opdracht duidelijk worden gemaakt. Conclusie De onafhankelijke medische deskundige is onontbeerlijk bij de oplossing of beslechting van letselschadezaken. De persoon van de deskundige en zijn mening speelt geen rol van betekenis wanneer voor hem duidelijk is wie wat doet: de deskundige geeft feitelijke informatie en de rechter geeft op basis daarvan een oordeel. Wanneer de medische deskundige met een van normatieve elementen ontdane vraagstelling en met enige sturing bij zijn leest wordt gehouden, verdrinkt hij niet en zal hij voor de rechter (en partijen) kunnen dienen als baken in onbekend vaarwater. De medische deskundige wordt niet gevraagd om te oordelen over de aansprakelijkheid. De vraag of er sprake is van een fout, is uiteindelijk voorbehouden aan de rechter. In dit kader worden u onderstaande vragen gesteld. Het zal niet altijd mogelijk zijn om deze vragen met zekerheid te beantwoorden. Van u wordt ook niet gevraagd zekerheid te geven. Wel wordt gevraagd of u, vanuit uw kennis en ervaring op uw vakgebied, de geformuleerde vragen wilt beantwoorden, zo mogelijk onder verwijzing naar relevante literatuur en naar de stand van wetenschap in het jaar waarin de medische behandeling plaats had. 20 Rb s-hertogenbosch 22 maart 2007, rekestnummer 150161 / EX RK 06-246, niet gepubliceerd. 21 Rb Arnhem 20 juni 2007, rekestnummer 155496 / HA RK 07-143, niet gepubliceerd. 6