Cursus Beleggen Week 1

Vergelijkbare documenten
Turbo Daily Commerzbank 10 April 2015 Nummer 1147 Pagina 2 MIDDELLANGE TERMIJN TREND. Steun : Weerstand : 516.8

Turbo Daily Commerzbank 04 September 2015 Nummer 1252 Pagina 2 MIDDELLANGE TERMIJN TREND. Steun : Weerstand : 509.2

Turbo Daily Commerzbank 02 Juli 2015 Nummer Henkel houdt donderdag een beleggersdag.

Beleggen. voor beginners

Turbo s. Brochure bestemd voor particuliere beleggers BASIC. Een onderneming van de KBC-groep

Turbo Daily Commerzbank 24 April 2015 Nummer Italie maakt vrijdag de details bekend van de veiling van 29 april.

Turbo s. Brochure bestemd voor particuliere beleggers BASIC. Member of the KBC group

Aandelenopties in woord en beeld

7,3. Opdracht door een scholier 2133 woorden 14 januari keer beoordeeld. Inleiding

Turbo Daily NASDAQ-100 NIKKEI 225 DOW JONES. Turbo Daily Commerzbank 26 Juni 2015 Nummer 1202 INDICES SLOTKOERS VERSCHIL AEX 492,39-0,05%

Turbo s. Brochure bestemd voor particuliere beleggers BASIC. Een onderneming van de KBC-groep. Gepubliceerd door KBC Securities

OPTIES IN VOGELVLUCHT

Opties. Brochure bestemd voor particuliere beleggers BASIC. Een onderneming van de KBC-groep. Gepubliceerd door KBC Securities

Euronext.liffe. Inleiding Optiestrategieën

Welke soorten beleggingen zijn er?

The good, the bad and the ugly

Strategie André Brouwers

commerzbank Speeders PRODUCTINFORMATIE

High Risk. Equity Interest Other. ING Dutch Plus Note

Week 3.

Optie strategieën. Brochure bestemd voor particuliere beleggers INTERMEDIATE. Een onderneming van de KBC-groep. Gepubliceerd door KBC Securities

Opties. Brochure bestemd voor particuliere beleggers BASIC. Member of the KBC group. Gepubliceerd door KBC Securities in samen werking met Euronext.

Turbo Daily NIKKEI 225 NASDAQ-100 DOW JONES. Turbo Daily Commerzbank 29 April 2015 Nummer 1161 INDICES SLOTKOERS VERSCHIL AEX 501,66-1,49%

Praktische opdracht Economie Beleggen

Werkstuk Economie Beleggen

Risico s en kenmerken van beleggen

ING EN AHOLD FAVORIET BELEGGER

Koersrisico Het koersrisico is het risico dat uw beleggingen minder waard worden.

Kenmerken van effecten en daaraan verbonden specifieke risico s

7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2.

Trendscore J U N RAPPORT

Speeders Limited Speeders. Snel & Simpel

Optie strategieën. Brochure bestemd voor particuliere beleggers INTERMEDIATE. Member of the KBC group

Speeders, BEST Speeders en Limited Speeders

Trade van de Week. Traden, BAM, cashen!

Limited Speeders zijn nieuwe beleggingsproducten waarmee u met een nog grotere hefboom kunt beleggen. Doordat het financieringsniveau gelijk is aan

Binaire opties termen

Inhoud. Commerzbank Turbos s 04. Hoe werkt een Turbo? 05. BEST Turbo s 12. Limited Turbo s 14. Hoe koopt en verkoopt u een Turbo? 16.

De aanpak van Second Stage samengevat

LYNX BELEGGERSDEBAT 2015

Hedging strategies. Opties ADVANCED. Member of the KBC group

Trendscore M R RAPPORT

Trendscore F E B RAPPORT

Cursus Beleggen Week 2

1. De optie theorie een korte kennismaking

Unlimited Speeders. Achieving more together

Opties. Brochure bestemd voor particuliere beleggers INTERMEDIATE. Member of the KBC group

Opties. Brochure bestemd voor particuliere beleggers INTERMEDIATE. Een onderneming van de KBC-groep. Gepubliceerd door KBC Securities

Trendscore F E B RAPPORT

Opties. Brochure bestemd voor particuliere beleggers INTERMEDIATE. Een onderneming van de KBC-groep

Albert Jellema & Marco Knulst

Beleggen en financiële markten Hoofdstuk 5 Derivaten

Trendscore A U G RAPPORT

Profielwijzer. Profielwijzer - LCE-031 1

ZO KIES JE DE JUISTE BROKER NUBELEGGEN

Eenvoudig beleggen met trackers

Hoofdstuk 20: Financiële opties

Hedging strategies. Opties ADVANCED. Een onderneming van de KBC-groep

Trendscore M E RAPPORT

Beginnen met beleggen

JONG EN OUD BELEGT IN TURBO

Kenmerken financiële instrumenten en risico s

Trendscore J A N RAPPORT

Rabobank (leden)certificaten

Trendscore A P R RAPPORT

BELEGGERS BLIJ NA VIER JAAR RUTTE II

VERTROUWEN BELEGGER VERDER OMHOOG

BELEGGERS BLIJ NA VIER JAAR RUTTE II

BELEGGER BEDUCHT VOOR NEXIT

H A N D L E I D I N G B E L E G G I N G S S P E L V O O R S L I M M E B E L E G G E R S A L L E S WAT U M O E T W E T E N O M T E S P E L E N

Limited Speeders. Achieving more together

1Vermogensbeheer Beleggingsinstrumenten

Samenvatting M&O hoofdstuk

AEGON Bron : VisionEXPERT Symbool : AGN Land : Netherlands

Generali Beleggingsmogelijkheden Pensioen

Binck turbo s. Versneld beleggen op de meest liquide markten

Trendscore O K T RAPPORT

Kenmerken financiële instrumenten en risico s

Beleggingsadvies - Afgeleide producten - Opties - Combinaties

Beleggen. voor uw pensioen

KONINKLIJKE AANDELEN POPULAIR BIJ BELEGGERS

Binck turboxl. Versneld beleggen op de meest liquide markten

Turbo Thema: de basis van Turbo s

Opties: Kansen benutten, risico s begrenzen

Gestructureerde ProductenWijzer

BELEGGERS BLIJ NA VIER JAAR RUTTE II PARTICULIER TERUG NAAR BEURS EN VERDUBBELING ETF-BELEGGERS

Trendscore N O V RAPPORT

Blondjes beleggen beter. Seminar 'Starten Met Beleggen', 23 september 2016

2018: lagere rendementen hogere volatiliteit

Beleggingrisico s. Rendement en risico

Ochtendbericht Analytica Trading 22 juli

Groenbeleggen met de Rabobank

Optie strategieën. Brochure bestemd voor particuliere beleggers BASIC. Een onderneming van de KBC-groep. Gepubliceerd door KBC Securities

Strategieën met Opties

De unieke AutoStop CFD s

4/4/2009 SAXO BANK. Serieus Beleggen, Wereldwijd. Online, Realtime.

Generali beleggingsmogelijkheden pensioen informatie voor de deelnemer

Optie strategieën. Brochure bestemd voor particuliere beleggers BASIC. Member of the KBC group

20 tips over sparen en beleggen.

AEX maandopties op de optiebeurs, de praktijk

Transcriptie:

Cursus Beleggen Week 1 www.cursus-beleggen.net

Inleiding Gefeliciteerd! Met de aanschaf van deze cursus bent u verzekerd van een persoonlijke beleggingsvisie. De komende weken gaat u deze visie stap voor stap vorm geven. Want dat is wat alle succesvolle beleggers gemeen hebben: een goed doordachte beleggingsvisie. Deze cursus geeft u dus geen beleggingsadvies en ook geen zekerheden, maar helpt u een strategie te ontwikkelen om uw financiële wens te bereiken. Bovendien leert u uiteindelijk in de praktijk hoe u beleggingsproducten verhandelt. Maar voordat u actief kunt handelen op de beurs, is het noodzakelijk om de theorie van beleggen onder de knie te hebben. Deze week gaan we dus in op belangrijke basisbegrippen. Daarnaast leert u welke verschillende beleggingsproducten er zijn en hoe deze werken. Ten slotte bekijken we de verschillende beurzen en leggen we uit op welke manieren u de beurs kunt analyseren. Wij adviseren u om tijdens het lezen aantekeningen te maken. Dat helpt u de informatie beter te onthouden. Tijdens de cursus komt u meerdere opdrachten tegen. Neem daarvoor de tijd, schrijf de antwoorden op en bewaar ze. Heeft u tijdens de cursus vragen? De kans is groot dat u de antwoorden vindt in het ledengedeelte. De inloggegevens vindt u in elke e-mail die wij u sturen. Staat uw vraag nog niet in het ledengedeelte, dan kunt u deze eenvoudig aan ons stellen. Veel succes én plezier tijdens het volgen van onze cursus! Inhoudsopgave 1. Visie, Risico & Rendement: Visie / Risico & Rendement 2. Basisbeleggingen: Aandelen / Obligaties / Vastgoed / Opties / Turbo s & Sprinter / Overige beleggingsmogelijkheden 3. Analyse van de beurs: Welke beurzen zijn er? / Fundamentele analyse / Technische analyse

1. Beleggingsvisie Het ontwikkelen van uw beleggingsvisie staat in deze cursus centraal. Een goede visie begint bij de volgende twee vragen: Waar wil ik voor beleggen? Welk rendement en risico past bij mij? Het antwoord op de eerste vraag (uw doel) kan van alles zijn. Een financieel extraatje elke maand, een leuk bedrag voor uw (klein)kinderen of zelfs een vakantiehuisje. Denk na wat u wil, maar ook wat u kunt. Wilt u voor de lange termijn beleggen, maar heeft u geen geduld? Dan gaat dat waarschijnlijk niet werken. Wilt u korte termijnbeleggingen doen, maar heeft u geen tijd om dat bij te houden? Dan wordt dat eveneens geen succes. Daarnaast is het belangrijk dat u uw doel afstemt op uw ervaringsniveau. Kortom, maak uw doel concreet en zorg dat het bij u past. Vervolgens vraagt u zichzelf af welk reëel rendement en welk risico voor u acceptabel is. Wie streeft naar een hoog rendement, moet daar doorgaans ook meer risico voor nemen. Het laatste wat u wilt is wakker liggen omdat u het risico loopt om geld te verliezen op de beurs. Historisch gezien zijn aandelen de afgelopen 50 jaar gemiddeld 7% gestegen in waarde. Dat betekent niet dat iedere belegging 7% rendement heeft opgeleverd. Zeker niet zelfs. Toch is een rendement van 7% acceptabel te noemen als u belegt in aandelen over een looptijd van meer dan 5 jaar.

Risico & Rendement Voor veel mensen is het rendement een vaag begrip. Rendement is de term die door beleggers gebruikt wordt voor de winst op beleggingen. Dit begrip wordt meestal uitgedrukt in een percentage. U zult dit waarschijnlijk herkennen bij de spaarrente van uw bank. De rente die u krijgt over uw spaargeld is eigenlijk het rendement op uw belegging (in dit geval uw spaargeld). Bereken uw rendement Stel u heeft een belegging uitgevoerd ter grootte van 100,- en u heeft deze belegging afgesloten toen het beleggingsproduct 110,- waard was. U berekent uw rendement dan als volgt: ( (afgesloten waarde / begin waarde) -1) x 100 = rendement In dit voorbeeld is uw rendement dus: ( (110/100) -1) x 100 = 10% Met een eenvoudig rekensommetje kom je erachter hoe lang het duurt voordat een bepaald bedrag in waarde is verdubbeld. Gebruik daarvoor de regel van 72. Regel van 72 Deel het getal 72 door het beoogde rendement per jaar. De uitkomst is het aantal jaar dat u moet wachten voordat uw geld in waarde is verdubbeld Voorbeeld Bij een rendement van 10% per jaar, duurt het 7,2 jaar voordat uw geld is verdubbeld. Immers: 10 / 72 = 7,2 Wie belegt, doet dat met de intentie om winst te maken. Deze winst noemen we het rendement. Rendement betekent dat er ook sprake is van risico. Rendement zonder risico bestaat namelijk niet. In de regel geldt: hoe groter het rendement, hoe hoger het risico. Het is belangrijk om met uzelf af te spreken hoeveel risico u bereid bent te lopen. Gebruik daarvoor een risico-rendementsverhouding. Die verhouding geeft aan hoeveel risico u bereid bent te lopen voor een bepaald rendement. Een gangbare risico-rendementsverhouding is 1 op 2,5.

Dat betekent dat u bij elke 2,5% rendement bereid bent om 1% risico te lopen. Wanneer u bijvoorbeeld streeft naar een rendement van 100 euro, dan bent u bij een risico-rendementsverhouding van 1 op 2,5 bereid om maximaal 40 euro te verliezen. Dit klinkt misschien ingewikkeld, maar het is vooral belangrijk dat u begrijpt dat er geen rendement bestaat zonder risico. Als u een belegging plaatst, doet u dat altijd met een daarbij behorende verwachting. Deze verwachting is uw beoogde rendement. Bijvoorbeeld dat het aandeel 2,5% meer waard wordt. In het voorbeeld vertegenwoordigt deze stijging een waarde van 100,-. Bij een risicorendementsverhouding van 1 op 2,5 loopt u dan dus een risico van 40,-. Dat is het risico dat u in dat geval maximaal bereid bent te verliezen. Hoe u dit instelt en verwerkt bij uw beleggingen volgt later in de cursus. Deze risico-rendementsverhouding is slechts een voorbeeld. Iedereen is bereid andere risico s te lopen. Bepaal dus welk risico bij u past. Hoe u dat bepaald? Daar is geen trucje voor. Stel uzelf de vraag: hoeveel ben ik bereid te verliezen? Stopt u ergens 1,- in met een bijbehorende verwachting, hoeveel wilt u dan maximaal kunnen verliezen? Een cent, tien cent of een kwartje? Dat zou betekenen dat u hier bereid bent om respectievelijk een negatief rendement te behalen van -1%, -10% of -25%. Het is belangrijke om te beseffen dat naarmate uw belegging groeit, uw geaccepteerde verlies meegroeit. De risico-rendementsverhouding helpt u om grenzen te bewaken. Concreet kunt u de formule bijvoorbeeld toepassen tijdens het actief verhandelen van aandelen. Met uw risico-rendementsverhouding weet u namelijk precies hoeveel een aandeel maximaal in waarde mag zakken, voordat u het met verlies verkoopt. Dit voorkomt dat u meer geld verliest dan u zou willen.

Samenvatting In dit hoofdstuk heeft u geleerd wat een visie is en met welke vragen u een goed doel voor zichzelf creëert. Daarnaast las u wat een risico en rendement is en hoe deze zich tot elkaar verhouden. Nu is het tijd om te beginnen met het vormgeven van uw visie. Denk na over de volgende vragen en schrijf de antwoorden voor uzelf op. Natuurlijk kunt u de antwoorden later altijd bijstellen. Wat is mijn beleggingsdoel? Hoe lang wil ik gaan beleggen of hoeveel tijd heb ik om mijn doel te halen? Hoeveel tijd wil ik per week/maand/kwartaal aan mijn beleggingen besteden? Welk reëel rendement verwacht ik te behalen? Welk risico loop ik dan? Welk gevoel heb ik over het risico dat ik loop? Wat is mijn risico-rendementsverhouding? Wat vind ik tot nu toe van mijn visie? Heb ik tot nu toe vertrouwen in mijn visie?

2. Beleggingssoorten Beleggen is een heel ruim en algemeen begrip. Het is daarom goed om te weten welke verschillende beleggingsvormen er allemaal zijn. Hieronder vindt u de meest voorkomende beleggingssoorten. Er zijn dus nog meer beleggingsvormen, maar deze worden in deze cursus niet behandeld. Dit zijn vaak afgeleiden van de hieronder aangegeven meest voorkomende beleggingsvormen. Aandelen Een aandeel is een (klein) stukje van een beursgenoteerd bedrijf. Een beursgenoteerd bedrijf is een bedrijf dat genoteerd staat aan een aandelenbeurs ergens ter wereld. Dit houdt in dat de aandelen van het bedrijf verhandeld worden op de betreffende beurs. Een bedrijf geeft aandelen uit om geld op te halen. Met een aandeel wordt u aandeelhouder (eigenaar) van de onderneming en omdat u investeert in de onderneming, heeft u recht op zeggenschap en een deel van de winst. Als particuliere belegger en aandeelhouder is de zeggenschap binnen het bedrijf meestal niet zo interessant. Beursgenoteerde bedrijven hebben vaak miljoenen aandelen uitstaan. Zelfs met 50 aandelen, is uw zeggenschap dan nog steeds kleiner dan 0,001%. Toch bent u onverminderd welkom op de aandeelhoudersvergaderingen. Wat is voor u als aandeelhouder dan wel interessant? U heeft recht op een deel van de winst. Als het bedrijf winst maakt, kan het besluiten om de aandeelhouders een deel van de winst uit te betalen. Dit noemen we dividend. Niet alle winst wordt uitgekeerd, omdat de onderneming natuurlijk ook financiële middelen moet reserveren voor bijvoorbeeld toekomstige investeringen. Dividend kunt u zien als een vergoeding voor het risico dat u loopt op het geld dat u in de onderneming heeft geïnvesteerd. Het ene bedrijf geeft veel meer dividend over zijn aandelen dan het andere bedrijf. De aandelen van bedrijven die relatief veel dividend uitkeren, noemen we dividendaandelen. Sommige beleggers hebben voornamelijk dividendaandelen in bezit en behalen daarmee hun rendement.

Het ontvangen van dividend is voor de meeste beleggers slechts een leuke bijkomstigheid. Stel u ontvangt jaarlijks 1% dividend, dan weegt dat niet op tegen het risico van een eventuele waardedaling van uw aandelen. Als aandeelhouder mag u verwachten dat uw aandelen in waarde stijgen. U loopt als aandeelhouder namelijk meer risico dan een spaarder. De waarde van uw aandelen stijgt en daalt constant. Dit komt doordat het aandeel over de hele wereld wordt verhandeld door kopers en verkopers. Zijn er meer kopers dan verkopers, dan stijgt de koers. Zijn er meer verkopers dan kopers, dan daalt de koers. Er zijn altijd kopers en verkopers actief. Iedereen heeft namelijk zijn eigen argumenten om een aandeel te kopen of verkopen. Zelfs beursanalisten, banken en beleggingsgoeroes verschillen daarover van mening. Uiteindelijk bepalen al deze verschillende meningen wat een bedrijf waard is, in de vorm van een koers. Het verschil tussen de waarde van de koers waar u het aandeel als belegger voor heeft gekocht en de waarde waarvoor u het aandeel heeft verkocht, is uw rendement. In hoofdstuk 1 leest u meer over het begrip rendement.

Obligaties Een obligatie is een lening voor een bepaalde tijd aan een overheid of onderneming. Omdat u geld uitleent, krijgt u hier een vaste vergoeding voor. Dat noemen we rente en dat is uw rendement. Als de obligatie is aangegaan met een betrouwbare partij, die waarschijnlijk niet failliet gaat, is een obligatie een relatief veilige belegging. Aan het einde van de looptijd betaalt de partij netjes het geleende geld terug en heeft u jaarlijks een rentevergoeding ontvangen voor uw geleende geld. De waarde van een obligatie verandert alleen als u de obligatie op de beurs verhandelt. Daar is de waarde van de obligatie namelijk afhankelijk van de marktrente. Dit is de rente die door bijvoorbeeld de Europese Centrale Bank wordt bepaald. Belangrijk om te weten De waarde van uw obligatie verandert alleen als u de betreffende obligatie wilt verhandelen op de beurs. Als u de obligatie niet verhandelt op de beurs, zal de waarde van uw obligatie niet veranderen, tenzij de partij waaraan u het geld geleend heeft failliet gaat. Als de marktrente daalt, stijgt de waarde van uw obligatie, omdat u een hogere rentevergoeding krijgt dan op dat moment gebruikelijk is in de markt. Echter, als de rente stijgt, dan daalt de waarde van uw obligatie. Beleggers kunnen hun vermogen dan namelijk elders tegen een hogere rentevergoeding onderbrengen. Voorbeeld: hoe werkt marktrente? Stel dat u een obligatie heeft met een rentevergoeding van 4% en een looptijd van 10 jaar. Stel dat in jaar 1 de marktrente 2% betreft. Uw obligatie geeft dan (4% - 2% =) 2% meer rendement dan de huidige marktrente. Dit vertegenwoordigt op dat moment een bepaalde waarde op de obligatiemarkt. De precieze waarde is in dit voorbeeld niet van belang, omdat het om het principe gaat. Stel dat door de economische welvaart de marktrente in jaar 5 stijgt naar 5%. Uw obligatie geeft dan (4% - 5% =) -1% rendement. Minder dus dan de huidige marktrente. De waarde van uw obligatie op de obligatiemarkt is nu lager, omdat het rendement minder aantrekkelijk is dan in jaar 1.

Dit zijn de belangrijkste verschillen tussen aandelen en obligaties: Obligatiehouders ontvangen jaarlijks een vaste vergoeding. Aandeelhouders zijn niet verzekerd van dividend. Obligatiehouders profiteren niet van de waardestijging van de betreffende onderneming. Aandeelhouders profiteren daar wel van. Obligatiehouders hebben geen zeggenschap in de onderneming. Aandeelhouders hebben dat wel. Bij een faillissement krijgen obligatiehouders eerder hun geld terug dan aandeelhouders.

Vastgoed Vastgoedbeleggers hebben echt iets tastbaars in bezit. In tegenstelling tot beleggers in aandelen of obligaties. Vastgoed heeft doorgaans een vaste waarde, die niet snel stijgt en daalt zoals aandelen dat doen op de beurs. Heeft u een eigen huis? Dan bent u waarschijnlijk al een belegger, zonder dat u zich daarvan bewust bent. U belegt dan namelijk in vastgoed. Stiekem hopen we allemaal dat we ons huis op termijn met winst kunnen verkopen. Beleggen in vastgoed kan op verschillende manieren: U kunt een woning aankopen om dit vervolgens te verhuren als woonruimte aan particulieren of als werkruimte aan bedrijven. U kunt een bouwval kopen, dit (laten) opknappen en vervolgens met winst verkopen. U kunt een aandeel kopen in een specifiek vastgoedproject. Zoals bijvoorbeeld de ontwikkeling van een hotel. U ontvangt dan geen rente over het geleende geld, maar deelt mee in de uiteindelijke winst. Let op: aan de bovenstaande beleggingen in vastgoed zijn vaak grote financiële risico s verbonden. Laat u altijd goed voorlichten door uw financiële tussenpersoon, makelaar of bank voordat u overgaat tot de aanschaf van dergelijke beleggingen. Als beginnende belegger is een belegging in vastgoed waarschijnlijk een (te) grote stap. Heeft u wel vertrouwen in de vastgoedsector, dan kunt u hierin ook beleggen op de beurs. Dit doet u door vastgoedfondsen te verhandelen. U koopt dan een aandeel in een bedrijf dat primair handelt in vastgoed.

Opties Relatief veel Nederlanders beleggen in opties. De risico s van dat product zijn velen malen groter dan beleggen in aandelen. Opties zijn beleggingsproducten die je pas koopt na een afgesproken periode. Vooraf spreek je af welke prijs je voor de opties gaat betalen. Het is dus de kunst om in te schatten welke opties na de afgesproken periode meer waard zijn dan de vooraf afgesproken prijs. Elke transactie kent een koper en een schrijver. Als koper betaal je een optiepremie en mag je de optie na de looptijd voor de afgesproken prijs kopen. De schrijver (die de opties uitgeeft) ontvangt de optiepremie en is verplicht de optie te leveren als de koper dat wil. De koper is niet verplicht om de optie na de looptijd te kopen. Als het product minder waard is dan de vooraf afgesproken prijs, zal hij van de koop afzien. De koper is dan wel verplicht om de optiepremie te betalen aan de schrijver. Een optiecontract bestaat uit de volgende eigenschappen: Onderliggende waarde: de waarde van bijvoorbeeld een aandeel dat op de beurs verhandeld wordt. Contractgrootte: 1 optiecontract vertegenwoordigt 100 aandelen. Dit is de wereldwijde standaard. Let dus goed op, voordat u een verplichting aangaat die u niet kunt betalen. Een optie met een contractgrootte van 1 met een onderliggende waarde van 10 euro, vertegenwoordigt dus een belegging met een waarde van 1000 euro. Soort optie: call of put. Een call-optie geeft het recht om te kopen tegen een vooraf bepaalde prijs. U speculeert dan dat de koers van het product in waarde stijgt. Een put-optie geeft het recht om te verkopen tegen een vooraf bepaalde prijs. U speculeert dan op een dalende koers. Uitoefenprijs: dit is de waarde van de optie die u vooraf afspreekt om de onderliggende waarde tegen te kopen of verkopen als het optiecontract afloopt. Er zijn diverse uitoefenprijzen, elk met hun eigen premiehoogte. Einddatum: een optiecontract heeft altijd een einddatum. Dit kan een maand, kwartaal of jaar zijn. Opties lopen altijd af op de 3e vrijdag in de maand. Als belegger bent u opzoek naar een call-optie waarbij de uitoefenprijs van het aandeel lager is dan de huidige prijs. Andersom ziet u bij een put-optie graag dat uitoefenprijs hoger is dan de werkelijke prijs.

Turbo s & Sprinters Dit zijn relatief nieuwe beleggingsmogelijkheden, die in korte tijd razend populair zijn geworden bij speculatieve beleggers. Het geeft u als particuliere belegger de mogelijkheid om sterk te profiteren van kleine koersschommelingen. De werking van turbo s en sprinters is wellicht wat ingewikkeld. We leggen daarom eerst puntsgewijs de kenmerken uit en geven daarna een voorbeeld met bijbehorende toelichting. Turbo s en sprinters hebben de volgende kenmerken: Soort turbo of sprinter: long of short. Koopt u long, dan speculeert u op een waardestijging. Koopt u short, dan speculeert u op een waardedaling. Financieringsniveau: de uitgever van turbo s en sprinters financiert een deel van de koerswaarde. Dit is meestal de bank. Daarvoor betaalt u een premievergoeding. Heeft het aandeel een koerswaarde van 5 euro en een financieringsniveau van 4 euro, dan betaalt u zelf nog slechts 1 euro om het aandeel te kopen. Hefboom: de uitgever van turbo s en sprinters stellen een hefboom vast. Een hefboom van 20 is normaal. De hefboom versnelt uw rendement bij een koersstijging, maar ook uw verlies bij een koersdaling. Zie hiervoor onderstaand voorbeeld. Stop loss-niveau: dit is een veiligheidsconstructie, bepaald door de bank, die ervoor zorgt dat een product automatisch verkocht wordt als het teveel in waarde daalt of stijgt. Meer dan de eigen inleg kan (bijna) nooit verloren worden. Stel dat de waarde onder het financieringsniveau zakt, dan betaalt de bank dat deel. Ratio: het aantal turbo s dat u moet kopen om één aandeel te kopen. Rekenvoorbeeld Stel u koopt een turbo met een waarde van 5 euro, een financieringsniveau van 4 euro, een hefboom van 20, een stop loss-niveau van 4,50 euro en een ratio van 10. Dan kost deze turbo: 5,- (waarde) - 4,- (financieringsniveau) / 10 (ratio) = 0,10 per aandeel. Stijg het aandeel naar 5,10, dan zou u als gewone aandelenbezitter 2% rendement hebben. Immers: 5,10-5 = 0,10 (winst per aandeel) 0,10 / 5 (oorspronkelijke waarde) x 100% = 2% rendement Als turbobezitter heeft u echter een rendement van 10%. Uw daadwerkelijke belegging bedraagt namelijk maar 1,- per aandeel. Het rendement is daardoor hoger. Immers: 5,10 (waarde) - 4,- (financieringsniveau) / 10 (ratio) = 0,11-0,10 (oorspronkelijke waarde) = 0,01 (winst per aandeel) 0,01 / 0,10 (oorspronkelijke waarde) x 100% = 10% rendement

De formules in het rekenvoorbeeld zijn wellicht wat ingewikkeld. Het is belangrijk om te weten dat het verschil in rendement voornamelijk wordt bepaald door de prijs die per aandeel wordt betaald. Een koersstijging van 0,10 is relatief gezien veel groter als je er geen 5,- (aandelenbezitter), maar slechts 0,10 (turbobezitter) per aandeel voor hebt betaald. Turbo s en sprinters kunnen erg snel in waarde stijgen én dalen. Deze producten kennen dus een relatief groot risico. Overige beleggingsmogelijkheden De hiervoor besproken beleggingsproducten zijn slechts een kleine greep uit de mogelijkheden om te beleggen. Andere manieren om te beleggen zijn bijvoorbeeld: Edelmetalen: zoals goud, zilver of koper Grondstoffen: zoals olie, koffie, rijst of graan Valuta: zoals dollars of euro s

Samenvatting Beleggen kan op heel veel manieren. De populairste en toegankelijkste producten zijn aandelen, obligaties, opties, turbo s en sprinters. Ontwikkel uw visie verder door antwoord te geven op de volgende vragen. Welke beleggingsvormen passen bij mij? Waarom passen deze beleggingen bij mij? Welke risico s verwacht ik hiermee te lopen? Welke beleggingen en beleggingsvormen passen absoluut niet bij mij? Passen de antwoorden op deze vragen in mijn huidige visie? Denk ik nog steeds hetzelfde over mijn eerder gegeven antwoorden?

3. Analyse van de beurs Voordat we ingaan op het analyseren van de beurs, is het fijn om te weten welke beurzen er zijn. Over de hele wereld zijn er verschillende aandelenbeurzen. Vrijwel elk groot land in West-Europa heeft een eigen aandelenbeurs. In Nederland is dat bijvoorbeeld de AEX. Daarin zitten de 25 grootste beursfondsen die op de Nederlandse aandelenmarkt worden verhandeld. Naast een hoofdbeurs heeft bijna elk land ook een small beurs. Daarop staan de kleinere beursgenoteerde bedrijven van een land. In Nederland heet deze beurs de Midkap. De huidige AEX is als volgt samengesteld: Aegon, Ahold, Air France-KLM, Akzo Nobel, Gemalto, ArcelorMittal, ASML, Imtech, Corio, DSM, Fugro, Heineken, ING Group, KPN, Phillips, PostNL, Randstad Holding, Reed Elsevier, Royal Dutch Shell, SBM Offshore, TNT Express, Unibail-Rodamco, Unilever, Wolters Kluwer en Ziggo. Naast de aandelenbeurzen zijn er onder meer oliebeurzen, valutabeurzen en grondstofmarkten. Dit zijn wereldwijd de belangrijkste beurzen: Verenigde Staten Dow Jones: de 30 grootste Amerikaanse bedrijven Nasdaq: alle grote ICT- en technologiebedrijven S&P 500: de 500 grootste Amerikaanse bedrijven Europa CAC 40 (Frankrijk): de 40 grootste Franse bedrijven DAX 30 (Duitsland): de 30 grootste Duitse bedrijven FTSE 100 (Engeland): de 100 grootste Engelse bedrijven Tegenwoordig kunt u wereldwijd beleggen vanuit huis. Het is zelfs mogelijk om onderweg te beleggen door middel van een mobiele app. Volgende week gaan we dieper in op de verschillende aanbieders die het mogelijk maken om aandelen te verhandelen op de beurs. Dan leert u ook hoe u aandelen koopt.

Beursanalyse Er zijn verschillende manieren om naar de beurs te kijken. We noemen dat analyseren. Er zijn twee totaal verschillende manieren van analyseren: Fundamentele analyse Technische analyse Fundamentele analyse Tijdens een fundamentele analyse kijkt u puur naar de prestaties van het bedrijf. Uiteraard met een kritische blik. Bijvoorbeeld aan de hand van de kwartaalcijfers, eventueel in verhouding tot andere bedrijven in dezelfde branche. Dit lijkt ingewikkeld, maar als u begrijpt hoe u sommige cijfers moet interpreteren, bent u al een heel eind. Volgende week leert u meer over deze fundamentele analyse. Technische analyse Zonder emotie kijkt u naar de waardestijging en -daling van een aandeel. Met een paar handige trucjes bent u in staat om te bepalen wanneer u een aandeel moet kopen of juist verkopen. Deze technische analyse is voor iedereen toegankelijk en helemaal niet moeilijk om aan te leren. Het gaat bij de technische analyse vooral om timing. Volgende week leert u wat het juiste moment is om een aandeel te kopen of te verkopen. Beide manieren zijn zeer verschillend. Er is geen goede of foute manier. De fundamentele analist kijkt naar het bedrijf en voert grondige cijferanalyses uit om zijn adviezen te bepalen. De technische analist gaat er van uit dat belangrijke factoren al verwerkt zijn in de koers. Natuurlijk kunt u ook beide analyses combineren. U bepaalt dan als fundamentele analist of u het betreffende aandeel wil kopen en bepaalt vervolgens als technische analist wanneer u het best de aankoop kunt uitvoeren.

Samenvatting Beleggen kan op beurzen over de hele wereld. Het analyseren van die beurzen kan op twee manieren: met een fundamentele of technische analyse. Om uw visie verder vorm te geven kunt u de reeds beantwoorde vragen aanvullen met antwoord op deze vragen: Op welke beurzen wil ik beleggen? Blijf ik in Nederland of wil ik ook over de landsgrenzen beleggen? Welke vorm van analyseren past bij mij? Of wil ik beide analysen gebruiken om mijn doel te behalen?

4. Samenvattend U heeft de eerste stappen gezet op weg naar een goede beleggingsvisie. Het bepalen van een visie begint met een doel. Aan de hand van de vragen die u zichzelf heeft gesteld, bent u een visie aan het vormen. Verspreid over de cursus heeft u verschillende vragen beantwoord voor uzelf. Schrijf de antwoorden op deze vragen voor uzelf op. Het is goed om er later deze week nog eens naar te kijken. Voelt u zich nog steeds op uw gemak bij de antwoorden? Indien u van mening bent veranderd, kunt u uw antwoord altijd aanpassen. Het is immers uw beleggingsvisie. In het volgende deel van de training gaan we dieper in op de fundamentele en technische analyse. Daarnaast gaan we oefenen met het vaststellen van de beste momenten om aandelen te kopen en verkopen.