1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 4 1.3 Gebruikte gegevens 4



Vergelijkbare documenten
De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

Grondwatereffectberekening Paleis het Loo. 1. Inleiding. 2. Vraag. Datum: 16 september 2016 Goswin van Staveren

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N BTM-V

Projectnummer: D Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24

kade Peil vaart -0.4 Gws binnen kuip -3.9 Waterdruk die lek veroorzaakt

Projectnummer: C /LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: :0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

De locatie Het ontwerp van het winkelcentrum en directe omgeving is opgenomen in figuur 1.

BARRIEREWERKING NIEUWBOUW KENNISCLUSTER RIJNBOOG TE ARNHEM

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Memo. Algemeen. drs. D.H. Edelman. Datum 5 maart 2012 Onderwerp Ontwatering Wienercomplex. Van

Ons Kenmerk: IBZ7339. Versie. Definitief. Datum: 1 mei Kopiën aan:

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Geohydrologisch advies bestemmingsplan Clarenburg 1 te Leusden

Watertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld

E Van. Hydrologisch onderzoek invloed bemaling tunnelbak op VOCL verontreiniging

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

De duiker bevindt zich globaal op de volgende coördinaten: X = en Y =

Startpunt Wonen. Caspar Cluitmans Bert Hage (verificatie) Peter Geerts (validatie)

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat

MEMO. winkelcentrum Leidsenhage. Hoogheemraadschap van Rijnland. Gijsbert van Heest

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM

Het centrum van het bouwrijp te maken gebied ligt op de coördinaten: X = , Y =

Kloosterstraat. Loon op Zand. Geohydrologisch onderzoek en waterparagraaf SAB. juli 2009 concept

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen

Verdiepte ligging N18 ter hoogte van de Museumbuurtspoorlijn / Geukerdijk Effecten water

Fugro GeoServices B.V. Hydrologie. BK Bodem bv T.a.v. de heer E. van der Most Koraalrood SB ZOETERMEER :

Verslag bewonersavond 24 november 2016

Freatische bemaling fundaties bestaande brug over de Gaasp (KW022) fase 2

Het centrum van het gebied is gelegen op de coördinaten: X = en Y =

Betreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde).

Invloed damwand Meers-Maasband op grondwaterstroming

DE EGYPTISCHE POORT TE BLADEL

BUREAUSTUDIE FASE 1 BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD EN VREGELINKSHOEK WATER

2. KORTE TOELICHTING EERDERE ONDERZOEKEN

BIJLAGE BIJ BRIEF (MET ALS KENMERK: ) Opdrachtgever: Project: Gemeente Nijkerk Historisch onderzoek aan de Stoutenburgerlaan Amersfoort/

Geohydrologische effecten afgraven voorland en terugstorten in diepe delen Gijster

Ontdek de ondergrond. 3D informatie toegepast in het veenweidegebied Roula Dambrink, Jan Stafleu

Notitie. De kamp. Figuur 1 Locatie De Kamp in Cothen. Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen

Notitie. Gemeente Amsterdam Ingenieursbureau. Land & water. I. Calvelage.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = en Y =

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree)

1 Inleiding en projectinformatie

NIEUWBOUW INSULINDEWEG TE AMSTERDAM

1 Aanleiding. Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water

Memo. ing. S.M.H.G. Rijken. Vermunt. Toon Thijs, gemeente Halderberge. Frans Verheijen, Breijn. Foto: bestaande situatie

Achtergrondartikel grondwatermeetnetten

Waterparagraaf Heistraat Zoom

grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast?

Notitie. Aan : Jorg Pieneman, Irene Quakkelaar. Kopie aan : Jasper Overbeeke, Albert Kemeling. Datum : 9 maart 2017

Beïnvloedt een diepwand op de Noord-boulevard de drinkwaterproductie?

E Van. Advies toekomstige hemelwaterberging en afvoer

Geohydrologie en Geotechniek

1 Kwel en geohydrologie

Geohydrologische adviezen De Wehme a/d Nieuwstad te Vorden

DOORLATENDHEID BARTOK TE ARNHEM

Inhoudsopgave. 1 Inleiding 3

Documentnummer AMMD

Oplegnotitie waterhuishoudingsplan 2012 Bedrijvenpark A1 Bijlage 8b exploitatieplan

Oriënterend bemalingsadvies ten behoeve van: Nieuwbouw villa, Larikslaan kavel 6 te Amsterdam

In deze notitie wordt de bepaling van de waterbergingsopgave toegelicht en wordt aangegeven hoe deze ingevuld kan worden.

Wateradvies Oosterdokseiland- Zuid

Bedrijventerrein Kasteelsestraat

Grondwatereffecten door aanleg van de tunneltraverse A2

Memo. Inleiding. Huidige situatie

Opbarstrisico in kaart

Gebiedsgericht Grondwaterbeheer pilot Botlek

1. INLEIDING 1.1 ALGEMEEN. 1.2 DE WATERTOETS. NOTITIE

Rapport Infiltratiegeschiktheidsadvies Nieuwbouw Brede school Coevering aan de Amundsenstraat te Geldrop

Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1

Freatische bemaling fundatie brug over de Gaasp (KW022)

: BügelHajema (Linda Smoors, Hermien Kerperien) : Evert de Lange : Waterschap Veluwe (Wietske Terpstra), 03-Projectontwikkeling (René Kroes)

Bestemd voor : Van Dun advies B.V., t.a.v. de heer P. Monster, Dorpsstraat 54, 5113 TE ULICOTEN. Van : ing. G. Spruijt Paraaf :

Waterparagraaf. Perron 073 Den Bosch. ing. J.A. Wemekamp. Definitief. Auteur

BODEMOPBOUW EN INFILTRATIECAPACITEIT VLASSTRAAT/BRIMWEG, SOMEREN

MEMO DHV B.V. Logo. : SAB Arnhem : Michiel Krutwagen. : St Elisabethgaarde Winterswijk : Watertoetsnotitie. Datum : 13 januari 2012

Stromingsbeeld Rotterdam

Bodemverontreiniging en grondwaterbeheerssysteem Chemours, Baanhoekweg Dordrecht.

Onderwerp: Hydrologische effecten aanleg bevaarbaar water langs Rondweg Van der Gootplantsoen Beulakerpolder te Giethoorn. K.J.

Figuur 1: Hoogteligging plangebied ( AHN, Rijkswaterstaat)

HISTORISCH BODEMONDERZOEK AAN HET JULIALAANTJE 28 TE RIJSWIJK

NOT a 12 september 2013 Water Bij elke ruimtelijke ontwikkeling is het opstellen van een waterparagraaf verplicht gesteld, mede in relatie

Doorsnede parkeergarage en beschermingszone primaire kering (bron: bestemmingsplan)

SAMENVATTING. en funderingen

Geohydrologisch onderzoek Mr.Treublaan 1-3 te Amsterdam

Bijlage VI Watertoets. - Watertoets, d.d. 14 juni Memo Antea group, Invloed op de waterhuishouding, 13 augustus 2014

Historisch onderzoek Harderwijkerweg 134a te Ermelo

Gemeente Amsterdam Ingenieursbureau

Natuurbegraafplaats Fryslan-west

Watertoets voor de ontwikkeling van verblijfsrecreatie aan de Fazantenweg te Dongen

: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier : Andries van Houwelingen : Ilse Hergarden, Carola Hesp

Notitie Tennispark Haelen Watertoets ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing

Bijlage 5 Wateradvies Wetterskip

WATERPARAGRAAF SLAAKDAM 2A DE HEEN (STEENBERGEN)

Transcriptie:

Pagina 2 van 12 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 4 1.3 Gebruikte gegevens 4 2 Geologie 5 2.1 Opbouw 5 2.1.1 Boringen 5 2.1.2 Sonderingen 6 2.2 Doorlatendheden 7 2.3 Ondergrond van de projectlocatie 7 3 Grondwater 8 3.1 Grondwaterkaart 8 3.2 Grondwatergegevens voor de projectlocatie 9 3.2.1 Grondwaterstroming 9 3.2.2 Parameters 9 4 Potentieel grondwateroverlast 10 5 Grondwatermodel 11 5.1 Inleiding 11 5.2 Indicatie waterbezwaar 11 5.3 Aanbevelingen bij bemaling 11

Pagina 3 van 12 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op het zogenaamde GZG terrein in de historische kern van s-hertogenbosch wordt een bouwlocatie voor onder andere woningen ontwikkeld. Onder deze woningen is een parkeerkelder voorzien. Breijn heeft een waterhuishoudkundige onderzoek (WHO) voor de civieltechnische voorbereiding van het bestemmingsplan GZG-terrein te s-hertogenbosch opgesteld. Naast het GZG terrein ligt het gebouw de Arena. Na de bouw van de Arena is in de kelder van het pand aan het Burgemeester Loeffplein 14-52 (zie figuur) wateroverlast ontstaan. De gemeente heeft in het kader van het WHO gevraagd om deze wateroverlast nader te onderzoeken. Doel is om te voorkomen dat soortgelijke klachten bij de bouw van de parkeerkelder onder het GZG-terrein ontstaan. Tevens is in deze rapportage een eerste indicatie gegeven van het te verwachten waterbezwaar indien de bouw volledig in den droge wordt uitgevoerd. Hierbij wordt opgemerkt dat de bouwwijze nog onderdeel is van nader onderzoek. Hierbij valt te denken aan onderwaterbeton of beperken oppervlak parkeerkelder. In onderstaande tabel zijn uit de WHO een aantal basisgegevens van het plangebied overgenomen. Het gebied heeft in de huidige situatie de functie ziekenhuis en wonen en wordt aangemerkt als toekomstig woon- en werkgebied. Locatiegegevens Provincie Waterschap Gemeente Locatie Oppervlakte X coördinaten (RD stelsel) 149.323 tot 149.457 Y coördinaten (RD stelsel) 411.476 tot 411.300 Z coördinaten (m + NAP) 5,90 tot 6,50 Noord-Brabant Aa en Maas s-hertogenbosch Zuid-Willemsvaart, Nieuwstraat, Burgemeester Loeffplein en Tolburgstraat ca. 6,7 ha

Pagina 4 van 12 1.2 Doel In deze rapportage wordt ingegaan op de algemene geologische situatie en het grondwaterregime rondom van de projectlocatie en de omgeving. Vervolgens wordt de overlast bij het pand aan het Burgemeester Loeffplein 14-52 nader beschouwd en worden eventuele maatregelen voor de parkeergarage van het GZG terrein voorgesteld. Tevens worden aanbevelingen gedaan voor noodzakelijke onderzoeken indien er voor de bouw van de parkeergarage wordt gekozen voor een bemaling. Tot slot wordt het mogelijke waterbezwaar berekend dat ontstaat indien onder de projectlocatie een parkeergarage wordt aangelegd. Het doel van deze rapportage is de mogelijke oorzaak van de wateroverlast door de bouw van de Arena te onderzoeken en eventuele maatregelen voor te stellen om deze met de bouw van de parkeergarage van het GZG terrein te voorkomen. 1.3 Gebruikte gegevens Voor het opstellen van deze rapportage is gebruik gemaakt van de volgende gegevens bronnen: 1. Boringen, sonderingen en grondwatermetingen opgenomen in het DINOLoket van TNO bouwen ondergrond. 2. De rapportage Geohydrologische aspecten parkeergarage Hekellaan te Den Bosch van Fugro, referentienr. I-5768, 14 december 2000. 3. Sonderingen uit de directe omgeving afkomstig uit de archieven van Fugro gezet tussen 1975 en 2000. 4. Sonderingen gezet op de projectlocatie door Fugro in 2010. 5. De rapportage Bodemverontreiniging Burgemeester Loeffplein / hoek Pastoor de Kroonstraat te s-hertogenbosch, saneringsplan van Hofstede CS, 9 april 2003. 6. De notitie Sanering bodemverontreiniging Burgemeester Loeffplein / hoek Pastoor de Kroonstraat te s-hertogenbosch tussentijds evaluatierapport- eerste jaar (2004), van Hofstede CS, 22 maart 2005. 7. De Grondwaterkaart van Nederland. Kaartbladen 45 west en 45 oost van Dienst Grondwaterverkenning TNO, juli 1974. 8. De rapportage Waterhuishoudkundig onderzoek GZG terrein te Den Bosch van Breijn, kenmerk 1409054, 9 juli 2010. 9. Het proefschrift van J. Schokker, Patterns and processes in a Pleistocene fluvio-aeolian environment uit 2003.

Pagina 5 van 12 2 Geologie 2.1 Opbouw 2.1.1 Boringen In het DINOloket van TNO bouw- en ondergrond zijn in de buurt van de projectlocatie een aantal diepere boringen beschikbaar. Op basis van deze boringen is de opbouw van de ondergrond van de projectlocatie als volgt te beschrijven: Laag Diepte t.o.v. NAP Grondslag 1 +6/0 Afwisseling van zandlagen, kleilagen en veenlagen. Lokaal volledig kleiig ontwikkeld, lokaal volledig opgebouwd uit (fijn) zand 2 0/-10 Afwisseling van matig fijn tot matig grof zand, lokaal met dunne klei- of veenlagen 3-10/-15 Matig grove tot grove zandlagen 4-15/-19 Zandige klei met veenlagen 5-19/-60 Grof zand met grindlagen, lokaal matig fijn tot matig grove zandlagen De locatie van de beschikbare boringen is opgenomen in figuur 2.1 Figuur 2.1 beschikbare boringen in de omgeving van de projectlocatie (rood omkaderd)

Pagina 6 van 12 2.1.2 Sonderingen Voor dit project zijn een aantal sonderingen gezet. Deze sonderingen bevestigen de opbouw die uit de boringen naar voren is gekomen. Hiernaast zijn in de nabijheid van de projectlocatie in de DINOloket database twee sonderingen opgenomen, S45C00282 en S45C00281. Uit deze twee sonderingen blijkt dat op deze locatie de zandige kleilaag (leemlaag) op -15 tot -19 meter ten opzichte van NAP relatief zandig ontwikkeld is. De weerstand tegen verticale grondwaterstroming is hierdoor beperkt. Op de locatie van de parkeergarage Hekellaan [lit 2] is nader onderzoek naar deze leemlaag gedaan. Ook op deze locatie werd de leemlaag niet als waterremmend onderkend. Schokker heeft in zijn proefschrift deze laag als herkenbaar onderdeel van de Boxtelformatie onderkend en de naam Bestmember gegeven. Volgens dit proefschrift ligt de noordelijke grens van de Bestmember ter hoogte van de projectlocatie. Meer naar het zuiden is de Bestmember dikker en kleiiger ontwikkeld. Figuur 2.2 Sonderingen in de omgeving van de projectlocatie

Pagina 7 van 12 2.2 Doorlatendheden Op basis van gegevens opgenomen in het DINOloket en van gegevens afkomstig uit de Grondwaterkaart van Nederland, kan een indicatieve schatting worden gemaakt van de doorlatendheden van de verschillende pakketten. In de onderstaande tabel zijn de k-waarde (de doorlatendheid in meter per dag) en de daarbij behorende KD-waarde (k-waarde vermenigvuldigd met de dikte van de laag) in m 2 per dag, of de weerstand van de waterremmende laag in dagen. Laagnr. K-waarde KD-waarde / weerstand 1 4*10-3 [m/dag] 1200 [dagen] 2 7 [m/dag] 72 [m 2 /dag] 3 16 [m/dag] 80 [m 2 /dag] 4 7*10-3 [m/dag] 900 [dagen] 5 40 [m/dag] 1600 [m 2 /dag] 2.3 Ondergrond van de projectlocatie Op basis van de beschikbare gegevens blijkt dat aan de zuidzijde van de projectlocatie de kleilaag aan het maaiveld (laagnr. 1) vrijwel ontbreekt. Naar de noordzijde en de westzijde neemt de dikte van deze laag toe tot 5 meter. Onder de naastgelegen locatie Arena is deze laag 4 meter dik. Boven deze laag kan regenwater stagneren waardoor een schijngrondwaterspiegel kan ontstaan.

Pagina 8 van 12 3 Grondwater 3.1 Grondwaterkaart Op basis van gegevens opgenomen in de DINOdatabase kan per meetpunt in de omgeving van de projectlocatie de relevante grondwaterparameters worden bepaald. Op basis van deze gegevens kan een isohypsekaart van de relevante grondwaterparameters worden gemaakt. Deze kaart wordt gebruikt om de grondwaterparameters voor de projectlocatie te bepalen. In figuur 3.1 zijn de isohypsen voor de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) opgenomen. Hieruit komt naar voren dat bij hoge grondwaterstanden het grondwater onder de projectlocatie nauwelijks een verhang kent. Stroming van het grondwater vindt nauwelijks plaats. Figuur 3.1 Isohypsekaart (groene lijnen) voor de GHG in meter ten opzichte van NAP.

Pagina 9 van 12 3.2 Grondwatergegevens voor de projectlocatie 3.2.1 Grondwaterstroming Op basis van de isohypsekaarten is de overheersende grondwaterstroming naar het westen gericht. Nabij de projectlocatie lijkt een depressie in de grondwaterstanden voor te komen waarmee (een deel) van de projectlocatie lijkt te fungeren als een lokaal inzijgingsgebied naar de diepere zandlagen toe. Dit komt overeen met de afwezigheid van de kleilagen bovenin het bodemprofiel op deze locatie. 3.2.2 Parameters Voor de projectlocatie zijn de volgende parameters voor het grondwater bepaald: Gemiddeld hoogste grondwaterstand GHG +2,0 tot +2,3 meter ten opzichte van NAP Gemiddelde grondwaterstand GG +1,8 tot +2,1 meter ten opzichte van NAP Gemiddeld laagste grondwaterstand GLG +1,7 tot +2,0 meter ten opzichte van NAP Het geringe verschil tussen de hoogste en de laagste grondwaterstand is kenmerkend voor het bebouwde gebied in de nabijheid van peilbeheerste watergangen. De waterstand in de zuidelijker gelegen Binnendieze ligt op +2,2 meter ten opzichte van NAP. De Zuid-Willemsvaart heeft een peil van circa +2,4 tot +2,5 meter ten opzichte van NAP. In het WHO is uitgegaan van een iets hogere GHG voor de projectlocatie, dit heeft als reden dat deze mede gebaseerd was op de peilstanden in de nabijgelegen Zuid-Willemsvaart.

Pagina 10 van 12 4 Potentieel grondwateroverlast Na aanleg van de parkeerkelder de Arena is volgens de gemeente lokaal (grond)wateroverlast ontstaan. Het betreft het pand aan het Burgemeester Loeffplein 14-52. Bovendien bleek er een vervuiling van bodem en grondwater te zijn [lit 4 en 5]. In de kelder van het pand hangt een pomp die ervoor zorgt dat hier geen water in komt te staan. Het is onduidelijk wanneer de (grond)wateroverlast optreedt en wat de herkomst van het water is. Mogelijk betreft de wateroverlast stagnerend regenwater op de bovenste kleilaag. Het is op basis van de beschikbare gegevens niet mogelijk om vast te stellen of de bouw van de parkeerkelder onder de Arena de voorheen vrije afstroming van dit water boven de kleilaag heeft geblokkeerd. Wel is het op basis van de isohypsenkaart niet onaannemelijk. Door de aanleg van de parkeerkelder werd de afstroom over de kleilaag naar het centrum van de grondwaterdepressie (zie hoofdstuk 3.1) beperkt waarna het water, in natte perioden, boven de kleilaag lokaal kon gaan opstuwen. Aanbevolen wordt om watermonsters van de overlast te nemen om te bepalen of hier daadwerkelijk sprake is van afstromend regenwater (licht zuur water met weinig opgeloste stoffen) of van omhoogkomend grondwater (waarschijnlijk licht basisch water met meer opgeloste stoffen). Tevens dient gemonitoord te worden wanneer de overlast optreedt. Verder wordt aanbevolen de aanwezige kleilaag te draineren door middel van de aanleg van een doorlatende laag (bijvoorbeeld een grindkoffer) langs de wand van de parkeerkelder. Zo wordt de connectie tussen de onderliggende zandlaag en de lagen boven de kleilaag opengehouden. Door deze aanpak wordt een vergelijkbare mogelijke grondwateroverlast bij de aanleg van deze parkeerkelder voorkomen.

Pagina 11 van 12 5 Grondwatermodel 5.1 Inleiding Voor de aanleg van de parkeergarage onder de projectlocatie kan met behulp van een grondwatermodel (Modflow) een berekening worden gemaakt van het te verwachten waterbezwaar. Hierbij wordt opgemerkt dat het berekende waterbezwaar een indicatie betreft. Bovendien wordt nog nader onderzocht hoe enerzijds de bestaande ondergrondse parkeergarage wordt gesloopt en anderzijds de nieuwe ondergrondse parkeergarage wordt gebouwd. Hierbij kan de sloop in den droge of in den natte worden uitgevoerd en kan de bestaande vloer van de parkeergarage wellicht gehandhaafd blijven. Voor de nieuwe parkeergarage wordt onderzocht of deze enkel- of dubbellaags wordt uitgevoerd. En ook hier moet nog een keuze worden gemaakt voor aanleg in den droge of in den natte. De ontwikkelaar beseft zich dat bij het toepassen van een bemaling aspecten als bemalingshoeveelheid, mogelijke vervuilingen, archeologie en mogelijke zettingen een grote rol spelen. 5.2 Indicatie waterbezwaar Voor deze modelstudie is gebruik gemaakt van de ondergrond gegevens zoals beschreven in hoofdstuk 2 en 3 van deze rapportage. De afmetingen van de parkeerkelder bedragen circa 140 bij 90 meter, de diepte van een dubbellaags parkeerkelder wordt op 10 meter onder maaiveld (wat op +6,0 meter ten opzichte van NAP ligt) gesteld. Dit betekent dat bij een grondwaterstand op +2,0 meter ten opzichte van NAP het grondwater verlaagd dient te worden tot -4,5 meter ten opzichte van NAP (bodem parkeerkelder op -4,0 meter ten opzichte van NAP vermeerderd met 0,5 meter extra ontwatering onder de bouwkuip om droog te kunnen werken). Op het moment van deze rapportage zijn de exacte dimensies van de parkeerkelder niet bekend. De aanlegduur is evenmin bekend. Het berekende waterbezwaar dient dan ook als indicatie gezien te worden. Het waterbezwaar zou bij de gegeven afmetingen 6900 m 3 per dag, 200.000 m 3 per maand (circa 290 m 3 per uur) bedragen bij een ontgraving onder talud. Bij het toepassen van damwanden wordt het waterbezwaar circa 20% gereduceerd. Deze waarden liggen boven de vergunningsgrens die het Waterschap hanteert (deze ligt op 50.000 m 3 per maand). Indien de aanleg langer duurt dan 6 maanden is een vergunning verplicht. De dan te onttrekken hoeveelheden dienen volledig te worden geretourneerd in de laag waaruit onttrokken wordt. 5.3 Aanbevelingen bij bemaling Indien gekozen wordt om bemaling toe te passen voor of de sloop van de bestaande parkeerkelder of voor de realisatie van de nieuwe parkeerkelder moet rekening worden gehouden met de volgende aspecten. 1. Het uitvoeren van een grondwatermodellering, zowel kwantitatief als kwalitatief, om de invloed op de omgeving in beeld te brengen. 2. Inzichtelijk maken van de effecten van de bemaling op (bodem)vervuilingen. 3. Inzichtelijk maken van de effecten van de bemaling op archelogie. 4. Inzichtelijk maken van de effecten van de bemaling op funderingen. 5. Inzichtelijk maken van de effecten van de bemaling op andere bemalingen.

Pagina 12 van 12 6. De onttrekking dient gemonitoord te worden, zowel kwantitatief als kwalitatief. 7. Indien er gedurende de bemaling calamiteiten optreden dient er een terugvalscenario duidelijk en mogelijk te zijn. Bovenstaande keuzes kunnen worden gemaakt zodra duidelijk is voor welke bouwwijze van de parkeerkelder wordt gekozen.