2012/31 Drisca Koekoek. Samenvatting



Vergelijkbare documenten
2007/1 Cleantec. Beslissing van de Raad voor de Journalistiek inzake de klacht van. Cleantec V.O.F. tegen. de hoofdredacteur van TROS Radar

De zaak is behandeld ter zitting van de Raad van 19 november Partijen zijn daar niet verschenen.

Beslissing van de Raad voor de Journalistiek inzake de klacht van. mr. dr. G.D. Dales. tegen. B. Mullink en de hoofdredacteur van AT5 Nieuws

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de politie Noord-Nederland. Datum: 3 juni Rapportnummer: 2014/055

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Voorafgaand aan de zitting heeft de Raad opnamen van de gewraakte uitzendingen bekeken.

Beweerdelijk optreden voor meerdere partijen tegelijk. Gebreken aan het gekochte bij doorverkoop.

Raad van Discipline. Beslissing. Beslissing van 12 november 2013 in de zaak A naar aanleiding van de klacht van: klaagsters.

LEIDRAAD VAN DE 2015

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 6 mei 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mr. S.N.W. Karreman, secretaris)

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond.

SAMENVATTING ADVIES. A, moeder van B, leerling VMBO klas 3kbad van het C te D, wonende te D, verzoeker, hierna te noemen klaagster

SAMENVATTING Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden.

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

De heer M.E. W., wonende te A, hierna te noemen: klager tegen De besloten vennootschap M MAKELAARDIJ B.V., gevestigd te B, NVM-lid,

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] klaagster,

betreft: [klager] datum: 8 september 2014

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Voorafgaand aan de zitting heeft de Raad een opname van de gewraakte uitzending bekeken.

DE RAAD VAN TOEZICHT EINDHOVEN/MAASTRICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

RAAD VAN DISCIPLINE in het ressort 's-gravenhage

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

Geschatte waarde veel hoger dan andere taxaties. Klacht te vroeg ingediend. Nog geen uitvoering rechterlijk vonnis.

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. tegen: hierna te noemen de tussenpersoon'.

RAPPORT VAN DE OMBUDSCOMMISSIE HOEKSCHE WAARD. (geanonimiseerd)

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Perikelen bij echtscheiding.

VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

OORDEEL OMBUDSCOMMISSIE. Het schriftelijke verzoek van 24 juni 2008 is op 30 juni 2008 ontvangen op het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

2004/50 gegrond. Beslissing van de Raad voor de Journalistiek inzake de klacht van. de Minister van Justitie. tegen

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak

hem niet heeft gehoord, ondanks zijn uitdrukkelijke verzoek daartoe;

Klachtencommissie Huisartsenzorg Uitspraak. Kern: Eenzijdig opzeggen van de behandelingsovereenkomst door de huisarts

Informatie aan niet-opdrachtgever. Aanpassing contractsbepalingen. Terugvorderen van overdrachtsbelasting.

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS. Klacht betreffende een volgens de vader onjuist schoolkeuzeadvies

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

SAMENVATTING ADVIES Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO

Raad van Discipline. adres. tegen:

SAMENVATTING Klacht over informatieverstrekking, ontoereikend veiligheidsbeleid en niet adequate begeleiding; SO

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, is het navolgende gebleken.

10-02 DE RAAD VAN TOEZICHT GRONINGEN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

Optie en Bod. Afbreken onderhandelingen. Contact opnemen met opdrachtgever van collega.

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

ECLI:NL:GHAMS:2016:1333 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

DE RAAD VAN TUCHT VOOR REGISTERACCOUNTANTS EN ACCOUNTANTS-ADMINISTRATIECONSULENTEN TE 'S-GRAVENHAGE

ECLI:NL:TADRARL:2016:162 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van:

vanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus AG BUSSUM T: F:

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016

18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019

JT RAAD VAN TUCHT DEN HAAG EN COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

Echtscheidingsproblematiek. Optreden als makelaar op grond van rechterlijk vonnis. Contact met advocaten van partijen.

1. Bij mailbericht van 29 december 2013 (met 4 bijlagen) hebben klagers bij het College van Toezicht een klacht ingediend tegen verweerder.

CR 12/2424 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

IV.9 SEKSUEEL MISBRUIK IN PASTORALE EN GEZAGSRELATIES (SMPR) B. KLACHTENREGELING BIJ SEKSUEEL MISBRUIK IN PASTORALE- EN GEZAGSRELATIES

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

2. Bij verweerschrift van 24 april 2013 heeft [verweerder] verweer gevoerd.

Meetinstructie. Geen informatie verstrekt over positie van medewerker van makelaarskantoor.

Te hoge huurprijs vastgesteld? Summiere onderbouwing taxatierapport. Gebrek aan communicatie.

Rapport. Datum: 16 november 2006 Rapportnummer: 2006/368

Rapport. Datum: 13 juli 2006 Rapportnummer: 2006/242

Onzorgvuldig en onvolledig taxatierapport. Ontvankelijkheid klager.

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr.dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. D.J. Olthoff, secretaris)

Belangenbehartiging opdrachtgever. Onvoldoende belangenbehartiging. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Onafhankelijkheid.

De Raad van Toezicht Utrecht van de Nederlandse Vereniging van Makelaars in Onroerende Goederen NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 11 november 2009

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. B.F. Keulen, voorzitter en mr. E.H.C. Vos, secretaris)

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

SAMENVATTING Klacht over niet adequate lessenvervanging, optreden op ouderavond en handelen jegens leerling; VO

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

Bij van 21 juni 2014 heeft beklaagde een verweerschrift ingediend bij de Raad.

09-22 Verzorging Opvangvorm Kinderdagverblijf. Betreft Verzorging. Inleiding. De klacht

ADVIES / advies d.d. 6 februari 2018 pagina 1 van 5

Uitspraak Commissie AedesCode d.d. 15 mei 2015

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. dr. S.O.H. Bakkerus, voorzitter en mr. R.G. de Kruif, secretaris)

SAMENVATTING. de heer A te B, ouder van C, een leerling op de regionale scholengemeenschap D, klager

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Overdrachtsbelasting. Art. 13 wet op belastingen van rechtsverkeer.

DE RAAD VAN TOEZICHT NOORD VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil

Rapport. Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344

Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil Geschilnummer:

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Transcriptie:

2012/31 Drisca Koekoek Samenvatting De klacht betreft een uitzending van Opgelicht?! waarin aan de orde is gesteld dat klaagster diverse levenspartners emotioneel en financieel zou hebben geschaad. Kern van de klacht is dat verweerder klaagster niet op deugdelijke wijze gelegenheid tot wederhoor heeft geboden, maar in plaats daarvan zich heeft bediend van overval-journalistiek. Verweerder heeft niet op de klacht gereageerd. De Raad overweegt dat in de uitzending verschillende personen aan het woord komen, die ernstige beschuldigingen uiten aan het adres van klaagster. Zij krijgen daarbij ruim de gelegenheid om hun grieven jegens klaagster naar voren te brengen. In de uitzending wordt daarop voortgebouwd door de voice-over en in de studio door de presentatrice. Uit het beschikbare materiaal maakt de Raad op dat klaagster op straat onvoorbereid is gevraagd te reageren op de vragen van de verslaggever. Aldus is sprake van overval-journalistiek. Deze werkwijze kan vanwege het intimiderende karakter ervan slechts dan geoorloofd zijn als die onontbeerlijk is om in het algemeen belang ernstige misstanden aan het licht te brengen en daarvoor geen ander middel openstaat. Niet aannemelijk is geworden dat, ook als sprake zou zijn van een of meer misstanden, dit alleen langs deze weg bij klaagster aan de orde gesteld had kunnen worden. Voorts kan het op straat onvoorbereid met draaiende camera aan een betrokkene vragen om een reactie, in beginsel vanwege het intimiderende karakter ervan niet worden aangemerkt als een serieuze manier tot het bieden van een gelegenheid tot wederhoor. Een dergelijke werkwijze kan de beschuldigde juist weerhouden van het beantwoorden van de op dat moment gestelde vragen en moet terughoudend worden toegepast. Van belang is verder dat de cameraploeg klaagster is blijven achtervolgen, ook nadat klaagster duidelijk te kennen had gegeven dat zij niet wenste dat opnamen werden gemaakt. Uit de uitzending kan de Raad niet opmaken dat klaagster met de gang van zaken heeft ingestemd, ondanks het feit dat zij op enkele vragen heeft gereageerd. Van een behoorlijke toepassing van wederhoor is dan ook geen sprake. Het voorgaande klemt te meer, nu het gezien de uitspraken die een van de betrokkenen in een vooraf opgenomen gesprek heeft gedaan te weten dat klaagster naar zijn mening erg ziek is in haar hoofd (de medewerkers van) verweerder duidelijk had moeten zijn dat klaagster mogelijk extra kwetsbaar was. Dit blijkt overigens ook uit de in beeld gebrachte suggestie van de verslaggever dat klaagster zich zou moeten laten helpen. Verder is nog relevant dat klaagster heeft aangevoerd dat haar raadsman in een telefoongesprek ruim vóór de uitzending aan de redactie heeft meegedeeld dat klaagster haar verhaal wilde doen. Uit de uitzending is niet gebleken dat aan klaagster c.q. haar raadsman ook nog op een andere, aanvaardbare wijze om een reactie is gevraagd. Verweerder heeft bovendien geen verweer willen voeren en heeft derhalve niet aangetoond dat op andere wijze wederhoor bij klaagster c.q. haar raadsman is toegepast dan wel aannemelijk gemaakt dat er geen andere mogelijkheid was om met klaagster in contact te komen. De Raad komt dan ook tot de conclusie dat verweerder, door zo te handelen en na te laten, journalistiek onzorgvuldig heeft gehandeld. (zie punten 2.1.6. en 2.3.1. van de Leidraad van de Raad en vgl. onder meer RvdJ 2010/50) Beslissing van de Raad voor de Journalistiek inzake de klacht van H.G. Koekoek tegen de hoofdredacteur van Opgelicht?! (TROS)

Bij brief van 22 maart 2012 heeft mr. J.C. Debije, advocaat te Rotterdam, namens H.G. Koekoek (hierna: klaagster) een klacht ingediend tegen de hoofdredacteur van Opgelicht?! (hierna: verweerder). Bij brief van 6 april 2012 heeft mw. mr. A. van Tricht, Hoofd Juridische Zaken van de TROS, laten weten dat verweerder niet inhoudelijk op de klacht zal reageren. De zaak is behandeld ter zitting van de Raad van 27 april 2012 in aanwezigheid van voornoemde mr. Debije. Voorafgaand aan de zitting heeft de Raad de gewraakte uitzending bekeken. DE FEITEN Op 21 februari 2012 is in het televisieprogramma Opgelicht?! een item uitgezonden over klaagster, waarin aan de orde is gesteld dat klaagster diverse levenspartners emotioneel en financieel zou hebben geschaad (hierna: de uitzending). De presentatrice leidt het item als volgt in: Soms komen er verhalen voorbij waarvan je denkt: dit kan werkelijk niet waar zijn. Tot je alle betrokkenen spreekt. Nadat enkele citaten van geïnterviewden zijn getoond, vervolgt de presentatrice: Ze is zo lief, aanhankelijk, betrouwbaar en zorgzaam. We hebben het over Drisca Koekoek. De forse Rotterdamse valt op vrouwen. Christina van Duijn is dan ook maar wat blij als ze Drisca leert kennen. Maar wat begint als een sprookje, verandert in een hel. Drisca Koekoek weet van aanpakken. De slopershamer en de pletwals komen te voorschijn. Arme Christina. Vervolgens doet Christina van Duijn haar verhaal en wordt door een voice-over bericht over de achtergrond van klaagster. De voice-over zegt onder meer: Bij Drisca lopen fantasie en werkelijkheid door elkaar, zeggen familieleden. Ze zeggen ook dat ze zich inbeeldt dat haar tante haar moeder is. Haar tante en andere naaste familieleden benadrukken dat ze nooit kinderen heeft gehad. De kinderen die Drisca zegt te zijn verloren, zijn in werkelijkheid de kinderen van haar tante, die verdrinken tijdens een tragisch ongeluk met een binnenvaartschip in Duitsland. Later in de uitzending zegt een van de betrokkenen: Ik denk dat Drisca heel erg ziek is. Dat ze heel erg ziek is in haar hoofd. Hierna zegt de presentatrice: Tsja, wat kan je zeggen, na al deze verhalen wil je nog maar een ding: wat vindt Drisca hier zelf allemaal van? Tijd om haar op te zoeken. We ontmoetten haar bij de Euromast. Hierna worden beelden getoond van een confrontatie tussen medewerkers van verweerder en klaagster, die eerst haar hand voor haar gezicht opsteekt en aan de cameraploeg meedeelt dat ze niet gefilmd wil worden. Klaagster beantwoordt een aantal vragen en zegt verder onder meer Ik wil praten, maar niet op deze manier, Ik zeg dat je me niet moet filmen, niet vervelend gaan doen, ga maar naar de politie voor me. en Ik stop hier nu mee. Op een vraag van klaagster Hoelang ga je me nou lopen tergen?, antwoordt de verslaggever Ik ga net zo lang door totdat ik antwoorden krijg op de vragen. Vervolgens wordt in beeld gebracht dat klaagster door de stad loopt vergezeld door de cameraploeg, waarbij zij reageert op diverse vragen van de verslaggever. Ze zegt onder meer dat ze beseft dat er dingen zijn gebeurd, die moeten worden rechtgezet, maar dat ze daarvoor nu de middelen niet heeft. Later in het gesprek suggereert de verslaggever dat klaagster zich moet laten helpen, waarop klaagster meedeelt dat ze iedere week naar therapie gaat. De uitzending wordt afgesloten in de studio, waarbij de presentatrice aan een van de betrokkenen vraagt: Wat zou nou het beste zijn voor haar en voor de samenleving? De betrokkene antwoordt hierop: Ja, hoe zal ik dat netjes vertellen. Drisca moet gewoon opgenomen worden en onder ter beschikking gesteld worden. Anders blijft het door gaan. De presentatrice vraagt: En behandeld worden?

De betrokkene reageert: Ja. De presentatrice: Want gewoon een klein beetje vrijwillig is niet goed genoeg? De betrokkene: Nee, dat werkt niet, totaal niet. HET STANDPUNT VAN KLAAGSTER Klaagster stelt dat zij in de uitzending is neergezet als een nietsontziende oplichtster, waarbij verweerder zich heeft gebaseerd op klachten die hij over klaagster heeft ontvangen en verklaringen van geïnterviewde personen, die in de uitzending zijn te zien. Klaagster betwist de verwijten en aantijgingen aan haar adres nadrukkelijk. Haar klacht heeft echter geen betrekking op feitelijk onjuiste berichtgeving, maar op de wijze waarop verweerder te werk is gegaan. Volgens klaagster is haar geen serieuze gelegenheid tot wederhoor geboden. In plaats daarvan is zij op 8 december 2011 onder valse voorwendselen te weten: middels een afspraak die zij via een datingsite had gemaakt naar een plek gelokt. Terwijl zij daar wachtte op de persoon met wie zij de afspraak had gemaakt, is zij door medewerkers van verweerder met draaiende camera s overvallen. Zij is op deze manier geheel onvoorbereid geconfronteerd met flarden uit hetgeen personen over haar hebben verklaard en haar is onverwijld weerwoord gevraagd. Als gevolg van de confrontatie was zij echter niet in staat om een serieus te nemen weerwoord te geven. Dit geldt temeer, nu al hetgeen zij antwoordde direct door de medewerkers van verweerder werd afgedaan als onwaar en leugenachtig. Op de uitdrukkelijk door haar gedane suggestie om haar kant van het verhaal op een andere, rustiger wijze te doen, werd niet ingegaan. Vervolgens bleef de cameraploeg van verweerder haar gedurende ruim een half uur hinderlijk volgen door de stad, ook nadat zij zeer nadrukkelijk had laten weten dat zij er niet van was gediend dat zij werd gevolgd. Klaagster stelt verder dat verweerder haar ook na de confrontatie op geen enkele wijze heeft gevraagd om haar reactie en lezing op de verwijten en aantijgingen aan haar adres. Zij wijst er in dit verband op dat haar raadsman contact heeft gezocht met de redactie en op 6 februari 2012 dus ruimschoots vóór de uitzending werd teruggebeld met de mededeling dat nog niet bekend was of, en zo ja: wanneer, de uitzending van het item zou plaatsvinden. Verweerder was er dus van op de hoogte dat zij door haar raadsman werd bijgestaan. Niettemin heeft verweerder niet de geringste moeite gedaan om bijvoorbeeld via haar raadsman te vernemen, wat haar visie op de verklaringen van de geïnterviewden was. Als gevolg van de handelwijze van verweerder is klaagster onder vermelding van haar naam en volledig herkenbaar in beeld gebracht op basis van eenzijdige en onjuiste verklaringen ten onrechte als een oplichtster aan de schandpaal genageld. Dit effect is nog vergroot door de wijze waarop verweerder haar op 8 december 2011 onvoorbereid heeft geconfronteerd met een cameraploeg. Daarbij komt dat verweerder zich ervan bewust is geweest dat klaagster ziek is en zich ook gerealiseerd zal hebben dat haar ziektebeeld haar gestelde praktijken kunnen hebben veroorzaakt. Volgens klaagster heeft verweerder met deze werkwijze journalistiek onzorgvuldig gehandeld. Verweerder had, alvorens tot uitzending over te gaan, zorgvuldiger dienen te onderzoeken of voor de verwijten en aantijgingen een deugdelijke grondslag bestond, met name door op een fatsoenlijke manier bij klaagster wederhoor toe te passen. Klaagster meent dat sprake is van overval-journalistiek met een intimiderend karakter, terwijl voor het bieden van wederhoor andere middelen open stonden. Ten aanzien van haar geschonden belangen wijst klaagster er nog op dat zij dakloos is, daarom noodgedwongen veel in de openbaarheid op straat verblijft en als gevolg van de uitzending sindsdien erg vaak herkend en beschimpt wordt. Doordat zij niet in de gelegenheid is gesteld op een fatsoenlijke manier haar verhaal te plaatsen tegenover de verwijten en aantijgingen, is haar de gelegenheid ontnomen het door verweerder kennelijk beoogde schandpaaleffect te nuanceren. Ten slotte wijst klaagster erop dat haar raadsman zich bij brief van 29 februari 2012 bij verweerder heeft beklaagd over de werkwijze, maar daarop geen inhoudelijke reactie heeft ontvangen.

Ter zitting voegt de raadsman van klaagster hieraan toe, dat hij in het telefoongesprek kort aan de redactie heeft laten weten dat tegenover de beschuldigingen aan het adres van klaagster een heel ander verhaal van klaagster stond, dat die beschuldigingen in een heel ander daglicht zou plaatsen. Omdat het ten tijde van dat telefoongesprek nog zo onduidelijk was of het item wel zou worden uitgezonden, heeft hij toen niet direct aangedrongen op een gesprek. Wel heeft hij expliciet gezegd dat klaagster haar verhaal wilde doen. Vervolgens werden klaagster en haar raadsman verrast door de uitzending. Verder deelt klaagsters raadsman desgevraagd mee dat de confrontatie tussen klaagster en de cameraploeg ongeveer een half uur heeft geduurd en dat klaagster in het gesprek wel tien keer heeft meegedeeld, dat zij niet op die manier wilde meewerken. Op sommige vragen heeft zij wel iets gezegd, maar van écht wederhoor is geen sprake geweest. Ten slotte benadrukt de raadsman van klaagster dat de klacht betrekking heeft op de werkwijze van verweerder. BEOORDELING VAN DE KLACHT Kern van de klacht is dat verweerder klaagster niet op deugdelijke wijze gelegenheid tot wederhoor heeft geboden, maar in plaats daarvan zich heeft bediend van overval-journalistiek. De Raad zal zich tot die kern beperken. In de uitzending heeft verweerder aandacht besteed aan het feit dat klaagster diverse levenspartners emotioneel en financieel schade zou hebben berokkend. De Raad overweegt in dat verband dat het maatschappelijk relevant en journalistiek geboden kan zijn om journalistiek onderzoek te verrichten naar (vermeend) onoorbaar handelen van klaagster. Het is immers een taak van de pers om misstanden aan de kaak te stellen. Dat neemt echter niet weg dat een journalist bij zijn onderzoek zorgvuldig te werk moet gaan. Daartoe behoort dat hij, indien dit redelijkerwijs mogelijk is, wederhoor dient toe te passen bij degene die door een publicatie wordt gediskwalificeerd. De beschuldigde dient voldoende gelegenheid te krijgen om, zonder onredelijke tijdsdruk, bij voorkeur in dezelfde publicatie te reageren op de aantijgingen. (zie punt 2.3.1. van de Leidraad van de Raad) In de uitzending komen verschillende personen aan het woord die ernstige beschuldigingen uiten aan het adres van klaagster. Zij krijgen daarbij ruim de gelegenheid om hun grieven jegens klaagster naar voren te brengen. In de uitzending wordt daarop voortgebouwd door de voice-over en in de studio door de presentatrice. Uit het beschikbare materiaal maakt de Raad op dat klaagster op straat onvoorbereid is gevraagd te reageren op de vragen van de verslaggever. Aldus is sprake van overval-journalistiek. Volgens het vaste oordeel van de Raad kan deze werkwijze, vanwege het intimiderende karakter ervan, slechts dan geoorloofd zijn als die onontbeerlijk is om in het algemeen belang ernstige misstanden aan het licht te brengen en daarvoor geen ander middel openstaat. De Raad overweegt dat niet aannemelijk is geworden dat, ook als sprake zou zijn van een of meer misstanden, dit alleen langs deze weg bij klaagster aan de orde gesteld had kunnen worden. Voorts kan het op straat onvoorbereid met draaiende camera aan een betrokkene vragen om een reactie, in beginsel vanwege het intimiderende karakter ervan niet worden aangemerkt als een serieuze manier tot het bieden van een gelegenheid tot wederhoor. Een dergelijke werkwijze kan de beschuldigde juist weerhouden van het beantwoorden van de op dat moment gestelde vragen en moet terughoudend worden toegepast. De Raad acht verder van belang dat de cameraploeg klaagster is blijven achtervolgen, ook nadat klaagster duidelijk te kennen had gegeven dat zij niet wenste dat opnamen werden gemaakt. Uit de uitzending kan de Raad niet opmaken dat klaagster met de gang van zaken heeft ingestemd, ondanks het feit dat zij op enkele vragen heeft gereageerd. Van een behoorlijke toepassing van wederhoor is dan ook geen sprake. Het voorgaande klemt te meer, nu het gezien de uitspraken die een van de betrokkenen in een vooraf opgenomen gesprek heeft gedaan te weten dat klaagster naar zijn mening erg ziek is in haar hoofd (de medewerkers van) verweerder duidelijk had moeten zijn dat klaagster mogelijk extra kwetsbaar was. Dit blijkt overigens ook uit de in beeld gebrachte suggestie van de verslaggever dat klaagster zich zou moeten laten helpen.

Verder acht de Raad nog relevant dat klaagster heeft aangevoerd dat haar raadsman contact met de redactie heeft opgenomen en in een telefoongesprek van 6 februari 2012 en dus ruim vóór de uitzending aan de redactie heeft meegedeeld dat klaagster haar verhaal wilde doen. Uit de uitzending is niet gebleken dat aan klaagster c.q. haar raadsman ook nog op een andere, aanvaardbare wijze om een reactie is gevraagd. Verweerder heeft bovendien geen verweer willen voeren en heeft derhalve niet aangetoond dat op andere wijze wederhoor bij klaagster c.q. haar raadsman is toegepast dan wel aannemelijk gemaakt dat er geen andere mogelijkheid was om met klaagster in contact te komen. De Raad komt dan ook tot de conclusie dat verweerder, door te handelen en na te laten als hiervoor bedoeld, grenzen heeft overschreden van hetgeen gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid maatschappelijk aanvaardbaar is. (zie punt 2.1.6. van de Leidraad van de Raad en vgl. onder meer RvdJ 2010/50) BESLISSING De klacht is gegrond. De Raad verzoekt verweerder bij voorkeur aan deze beslissing aandacht te besteden in een uitzending van Opgelicht?! en anders deze beslissing integraal of in samenvatting op zijn website dan wel in een ander daartoe geëigend medium te publiceren. Aldus vastgesteld door de Raad op 29 mei 2012 door mr. V.H.G. Lebesque, voorzitter, M.C. Doolaard, ir. B.L. Hooghoudt, drs. ir. M.C.N. Mokveld en mw. drs. F. Santing, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris.