Gemeente Utrechtse Heuvelrug T.a.v. Burgemeester, wethouders en leden van de gemeenteraad Postbus 200 3940AE Doorn Leersum: 10 januari 2017 Betreft: Zienswijze Bewonerscomité Leersum-Zuid aangaande ontwerp bestemmingsplan Nieuwe Steeg 4-8a (291116) Geachte Burgemeester, wethouders en leden van de raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, Graag delen wij onze zienswijze, vragen en bezwaren aangaande het ontwerpbestemmingsplan Nieuwe Steeg 4-8a in Leersum. Wij zijn het bewonerscomité Leersum Zuid en voortgekomen uit het actiecomité Nieuwe Steeg. Als actiecomité Nieuwe Steeg vertegenwoordigden wij een achterban van 128 leden, inwoners van Leersum Zuid die de bouw van nieuwbouw woningen ten zuiden van de Nieuwe Steeg niet in de gemeentelijke Structuurvisie 2030 vonden passen. Onze bezwaren tegen deze nieuwbouw zijn door de raad in april 2016 gehonoreerd. Het doel dat wij ons als bewonerscomité Leersum Zuid hebben gesteld, is de gemeente Utrechtse Heuvelrug ondersteunen bij het uitvoeren van de uitvoeringsprojecten S en K, Le1 van haar eigen Structuurvisie 2030. Wij willen bewerkstelligen dat er een lange termijn visie komt voor het gebied Leersum Zuid en dat deze visie tot stand komt met inbreng van alle betrokkenen bij dit gebied. Voor deze lange termijn activiteiten zijn de eerste contacten tussen het bewonerscomité Leersum Zuid en de gemeente Utrechtse Heuvelrug gemaakt. Nu hebben wij echter kennisgenomen van het ontwerp bestemmingsplan Nieuwe Steeg 4-8a en presenteren wij bij deze onze zienswijze op dit plan. Liever hadden wij dit niet hoeven doen. Veel beter was geweest als de gemeente het plan zelf had kunnen toetsen aan een gezamenlijk gedeelde visie over dit gebied en zelf had kunnen constateren dat dit plan niet past in de Structuurvisie 2030 en daaruit voortvloeiende bestemmingsplannen (het resultaat van projecten S en K, Le1) Met deze zienswijze doen wij wederom een dringend verzoek om u aan uw eigen structuurvisie te houden waar de uitgangspunten voor gebied Leersum Zuid als volgt luiden: - Structuurvisie 2030 is het kompas voor de toekomst, daarin ligt vast: o Behoud van openheid van het landschap staat voorop o Bouwmogelijkheden in het gebied blijven beperkt tot rechten in vigerende bestemmingsplannen o Er is geen sprake van een uitbreidingslocatie ten zuiden van Leersum - Raad en College geven prioriteit aan de in de structuurvisie opgenomen uitvoeringsprojecten S en K, Le 1 - Breed draagvlak onder de bewoners van Leersum - Betrokkenheid van landschappelijke organisaties en lokale belangenverenigingen - Betrokkenheid van lokale boeren, grondeigenaren en ondernemers - Integrale aansluiting bij erkende natuurgebieden: Nationaal Park Utrechtse Heuvelrug, Natura 2000, Kolland, Broekhuizen, Ameronger Bovenpolder, Langbroekerwetering enz. enz... Wij menen dat het uitbreiden naar een grootschalige industriële, intensieve veehouderij NIET in deze vastgestelde structuurvisie past. Wij erkennen dat de aanwezigheid van agrarische landbouw bijdraagt 1
aan aantrekkelijkheid van het landschappelijk gebied, maar zijn verontrust door de wijze waarop deze agrarische landbouw vorm krijgt in de vorm van intensieve veehouderij. Wij zien niet hoe deze intensieve veehouderij past binnen de Structuurvisie van de gemeente Utrechtse Heuvelrug; groen, en dus vitaal en haar zes aansprekende thema s: Natuur over de heuvels, Op de schouders van ons erfgoed, Duurzaam bereikbaar, Leefbare dorpen, Vrije tijd op de Utrechtse Heuvelrug en Maatwerk voor wonen en werken. Ook had de gemeente dit plan veel zorgvuldiger aan de Provincie Ruimtelijke Verordening 2013 van de provincie Utrecht ( PRV2013) moeten toetsen. Wij zien niet aangetoond hoe deze intensieve veehouderij, en de daarvoor benodigde uitbreiding, bijdraagt aan vermindering van de milieubelasting en bijdraagt aan verbetering van de volksgezondheid. Dat is wel de eis die de PRV 2013 in artikel 4.13 stelt. Wij zijn bezorgd dat de milieubelasting juist zal toenemen en de gezondheid van de omwonenden juist zal verminderen. Wij zien dat het plan tot uitbreiding inhoudt dat er nu buiten de rode contouren gebouwd gaat worden, dat is niet conform de Structuurvisie en dit vinden wij ook zeer ongewenst. Het past ook niet in de besluitvorming van de raad in april jongstleden. Ons vertrouwen heeft een knauw gekregen op het moment dat de initiatiefnemer in een brief aan bewoners aan de Nieuwe Steeg aangeeft dat zijn plannen gepaard gaan met het houden van iets meer vee om vervolgens in het ontwerpbestemmingsplan te lezen dat hij het aantal dieren verdubbelt en wij over de komst van een megastal kunnen spreken: Van 240 naar 396 melkkoeien en 55 jongvee Van 640 naar 2048 gespeende biggen Van 2171 naar 4170 vleesvarkens Wij maken ons ook zorgen over de uitbreiding van het vrachtverkeer, de verkeersveiligheid en geluidsoverlast als gevolg van het transport van de varkens, het benodigde voer en van de afvoer van de mest in dit officiële Stiltegebied. Daarbij hebben we twijfels over de gehanteerde berekeningen. De uitleg van de heer Wesseling op dinsdagavond 20 december 2016 heeft onze twijfels en ongerustheid niet weggenomen. Onze bezwaren en vragen Het voorontwerpbestemmingsplan is getoetst aan de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013 (PRV) en daaruit bleek dat het plan niet voldeed aan enkele gestelde voorwaarden. Als reactie daarop heeft de initiatiefnemer zijn plan drastisch gewijzigd. Toetst de Provincie dit nieuwe plan aan de PRV? En wanneer kunnen we de resultaten daarvan ontvangen? Waarom geldt voor dit nieuwe plan geen voorontwerpbestemmingsplan? De uitgangspunten van dit plan zijn toch drastisch anders dan het vorige voorontwerpbestemmingsplan? Is bij het beoordelen van het nieuwe plan en de berekeningen omtrent geur- en luchtkwaliteit, rekening gehouden met het feit dat op circa 100 meter afstand van dit plan een andere intensieve varkenshouderij op de Nieuwe Steeg 2 gevestigd is? Er is daar in 2011 een nieuwe stal gebouwd en vergunning verleend voor het houden van 2424 vleesvarkens, 1673 gespeende biggen, 160 zeugen, 103 opfokzeugen, 391 guste/dragende zeugen en 11 beren. 2
De beloofde afname van de stank door betere ventilatie wordt daar niet waar gemaakt. De omwonenden ervaren dat de stank is toegenomen na de laatste uitbreiding. De bewoners zullen de effecten van deze twee veehouderijen als één intensieve veehouderij ervaren. mede als gevolg van de heersende westelijke en zuidwestelijke wind. Blijven dan de waarden voor geur en milieu (stikstofdioxide, fijnstof en ammoniak) binnen aanvaardbare normen? Waar kunnen we lezen dat de gewenste uitbreiding noodzakelijk is voor de voortzetting en toekomstbestendigheid van het agrarische bedrijf? (voorwaarde Provinciale Structuurvisie) Wat zijn de alternatieven die de initiatiefnemer heeft bekeken om de voortzetting van het agrarische bedrijf te waarborgen? Tegen welke meetlat heeft hij deze alternatieven gehouden? Het is voor ons onduidelijk op basis van welke uitgangspunten het beoogde luchtwas-systeem afgestemd gaat worden. Op basis van welke uitstoot wordt het beoogde biologische luchtwas-systeem geïnstalleerd? Heeft de gemeente Utrechtse Heuvelrug een leidraad handhaving aangaande biologische luchtwassystemen voor de veehouderij? Hoe wordt gehandhaafd dat geur- geluid- en luchtkwaliteit binnen de normen blijven? De bewoners ervaren meer last van een slechtere geur-geluid- en luchtkwaliteit. Eerdere beloftes en berekeningen van normen voor de nabijgelegen varkenshouderij worden in de beleving van de omwonende niet nagekomen noch gehandhaafd. Wij achten een milieu effect rapportage (MER) noodzakelijk die de effecten van de twee naast elkaar gelegen intensieve veehouderijen meet of berekent. Het is van belang dat de cumulatieve uitstoot wordt bepaald en dat zou met een MER voor beide bedrijven moeten kunnen worden vast gesteld. Wij verzoeken derhalve dat een MER, objectief uitgevoerd door een ter zake kundige instantie, het effect van beide bedrijven meeneemt maar ook zaken als gezondheid en veiligheid. Het is zeer aan te bevelen dat de gemeente zich daarbij laat adviseren door de Commissie MER, een onafhankelijke organisatie die ook deze taak heeft. Wij benadrukken dat ook als er geen wettelijke MER-plicht zou zijn dat het dan toch aangewezen is om een MER te maken, gezien de kwetsbaarheid van het gebied en de risico s voor gezondheid en milieu. De initiatiefnemer belooft in het plan ten aanzien van dierenwelzijn voorzieningen te treffen, die uitstijgen boven hetgeen wettelijk vereist is. In hoeverre is gegarandeerd, dat deze maatregelen ook werkelijk getroffen worden, als ten tijde van de uitvoering van het plan mocht blijken dat de kosten hiervan te hoog gevonden worden en teruggegaan wordt naar het wettelijk minimaal vereiste niveau van voorzieningen? Hoe groot wordt het uiteindelijke bouwvlak in de nieuwe situatie? Hoe denkt de initiatiefnemer zijn bijdrage te leveren aan project K van de structuurvisie? Hoe kunnen we de plannen van de initiatiefnemer meenemen in het proces van de gemeente om project S van de structuurvisie vorm te geven? Is dit plan tot uitbreiding duurzaam? Valt dit plan daadwerkelijk binnen de drie pijlers van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie van een duurzame leefomgeving, vitale dorpen en steden, landelijk gebied met kwaliteit. Is dit de kwaliteit die de provincie voor ogen heeft? 3
Loopt het broedgebied van de steenuil echt geen gevaar door dit ontwerpbestemmingsplan? Is het plaatsen van een grootschalige industriële, intensieve veehouderij aan de rand van het dorp, op de grens van de bebouwde kom, de meest geschikte locatie? Is de locatie wel toekomstbestendig? De praktijk wijst namelijk uit dat om deze vorm van veehouderij toekomstbestendig te laten zijn, ook in latere jaren uitbreidingsmogelijkheden aanwezig moeten zijn. Bij >200 melkvee runderen dier categorie A1 en A3 moet volgens de WABO een toetsing worden gedaan en moet er een omgevingsvergunning worden afgegeven. In het plan wordt niet gesproken over deze omgevingsvergunning. Wij vragen ons af, of deze vergunning al verleend is. Over het gezondheidsrisico zijn geen duidelijke uitspraken te doen. Waarom geeft de provincie dan toch aan dat het risico op een aanvaardbaar niveau is? Er staat extra voer- en mestopslag in het plan. Een deel van de mest wordt uitgereden op eigen terrein. Moet dit verkeer over de Nieuwe Steeg? Onduidelijk is ook hoe de mestscheiding en -verwerking plaatsvindt. En is hier controle op? Is de ammoniak emissie gecontroleerd? Emissie per dier is verlaagd, door de verbeteringen van de stallen, maar er is ook een flinke toename van dieren. Hoe wegen deze tegen elkaar op? Hoe wordt de ammoniak emissie gemonitord en hoe wordt het gecontroleerd? Is dat de verantwoordelijkheid van de Provincie of de gemeente? Het rapport over de bedrijfsvoering is in algemene termen beschreven. De heer Wesseling werkt 80 uur per week. Hoe staat het met de continuïteit en veiligheid als hij uitvalt? Hoe is gekeken naar een van de belangrijkste pijlers van de vergunning; de toekomstige exploitatie van het bedrijf. Welk criterium weegt het zwaarst bij het toekennen van een vergunning? De hoogte van de uitstoot of de haalbaarheid van een gezond bedrijf? Bij grootschalige nieuwbouw, die niet past binnen het huidige bestemmingsplan, is onzer inziens een meer dan zorgvuldige ruimtelijke inpassing in het landschap vereist. Dit geldt ook voor de inrichting van het erf met alle andere bouwwerken die geen gebouw zijn. Om deze reden vragen wij om een uitgebreid beeldkwaliteitsplan en een gedetailleerder bestemmingsplan. Wij maken ons zorgen over een welstandstoets aan het huidige algemeen opgestelde welstandsbeleid, met als basis een min of meer vrijblijvend bestemmingsplan. In dit beeldkwaliteitsplan, maar ook in de bestemmingsplan voorschriften, moet nauwkeurig beschreven staan hoe de beoogde gebouwen eruit mogen zien, welke dakhelling zij hebben (geen platte daken), nokhoogte, kleurstelling en dergelijke. Maar ook aan de inrichting van het erf en aan de installaties voor gebouwen met vee moeten omwille van het ruimtelijk beeld, zeker vanaf de Nieuwe Steeg gezien, eisen gesteld kunnen worden. Concluderend op hoofdlijnen Het plan past niet binnen de gemeentelijke Structuurvisie en niet binnen het bestemmingsplan. De conclusie dat dit plan voldoet aan de Provinciale Ruimtelijke Verordening 2013 en passend is binnen de Provinciale structuurvisie delen wij niet en de onderbouwing dat het zou passen ontbreekt. Wij maken bezwaar over de wijze waarop de gemeente de conclusies trekt in het voordeel van de initiatiefnemer, zelfs waar deskundigen, geselecteerd door de initiatiefnemer, aangeven dat gevolgen niet gemeten kunnen worden, concludeert de gemeente (gemeentelijke ambtenaar) dat er geen probleem is. Bijvoorbeeld: In het ontwerp bestemmingsplan blz. 24, par. 3.2.2 e) staat dat 4
Geconcludeerd kan worden dat de stand van de wetenschap op dit moment tekort schiet om duidelijke uitspraken over gezondheidsrisico s te doen voor omwonenden van een veehouderij etc Daarna worden maatregelen genoemd die genomen kunnen worden. De conclusie is daarna dat met deze maatregelen en werkwijzen de risico s voor de volksgezondheid beperkt kunnen worden tot een aanvaardbaar niveau... Maar hoe kan deze conclusie getrokken worden als de beschikbare onderzoeken onvoldoende inzicht geven? En waarom wordt niet meer onderzoek gedaan? De gemeente dient zich als het gaat om zaken betreffende de volksgezondheid, goed te laten informeren door ter zake kundige instanties, in dit geval bijvoorbeeld door de GGD. Het is de taak van de gemeente en de gemeenteraadsleden om de belangen van alle bewoners in uw gemeente te behartigen. In dit ontwerp bestemmingsplan worden de belangen van de omwonenden niet op objectieve wijze behartigd. Wij maken bezwaar tegen de conclusie dat het saneren van asbest daken verlaging van gezondheidsrisico s tot gevolg heeft. Dit is alleen van toepassing als de stallen waarin asbest is toegepast door brand zouden worden verwoest, maar het saneren van asbest daken heeft geen enkele betekenis als het gaat om de dagelijkse emissie van het bedrijf. Wij vinden de plannen verontrustend en maken er bezwaar tegen. De volksgezondheid komt in het geding door een toename van fijnstof, ammoniak, stikstofdioxide en stank. Wij zien ook geen vermindering maar een toename van de milieubelasting. Er dient met het oog hier op een MER gebied opgesteld te worden. Wat wij verwachten Dat het bestemmingsplan niet vastgesteld wordt zonder nader onderzoek en beantwoording van onze vragen en zorgen. Dat de Gemeente Utrechtse Heuvelrug zich houdt aan de eigen Structuurvisie en voldoet aan de PRV. Dat een Milieu Effect Rapportage wordt opgesteld voor beide veehoudersbedrijven aan de Nieuwe Steeg. Dat mocht het plan (uiteraard dan wel in gewijzigde vorm) instemming krijgen: er een beeldkwaliteitsplan komt met als basis nauwkeuriger bestemmingsplanvoorschriften. Dat de gemeente de belangen van de inwoners van haar gemeente, van gezondheid en woongenot zwaar laten tellen. Individuele bewoners aan de Nieuwe Steeg en omgeving zullen nog eigen zienswijzen indienen van vergelijkbare strekking. Wij verzoeken deze zienswijzen mede te zien als onderdeel uitmakend van onze zienswijze. Namens het Bewonerscomité Leersum Zuid Ruud Schothorst (Voorzitter) Nieuwe Steeg 69 3956 RB Leersum mob: 0654-374580 email: actiecommitenieuwesteeg@gmail.com 5