HET TICKBUSTERS SURVEY Jesse Lenssen, Michiel Wijnveld, Annemarie Conijn, Abbey Luijten en Frans Jongejan Utrecht Centrum voor Teken-gebonden Ziekten (UCTD) Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht, Yalelaan 1, 3584 CL Utrecht 1
In 2005 ging het zg Tickbusters project van start, een initiatief van het Utrecht Centrum voor Teken-gebonden Ziekten (UCTD) van de Faculteit Diergeneeskunde. Hierbij worden in het bijzonder dierenartsen, maar ook diereigenaren, in Nederland verzocht verwijderde teken op te sturen naar het UCTD. Het project werd in eerste instantie gefinancierd door de commissie Preventieve Gezondheidszorg Gezelschapsdieren van de KNMvD en vervolgens door verschillende farmaceutische bedrijven. Directe aanleiding voor het project waren 23 gevallen van autochtone babesiose bij de hond in 2004, alsmede de ontdekking van de eerste Nederlandse populaties van Dermacentor reticulatus teken, de vector van o.a. Babesia canis (1, 2). Sinds de start van het Tickbusters project zijn pakketten met folders over het Tickbusters onderzoek, speciale tekenverzamelbuisjes en inzendformulieren naar de meeste dierenartsenpraktijken in Nederland verzonden (Fig 1). Op de formulieren is informatie gevraagd omtrent de gastheer waarvan de teek is verwijderd, alsmede de locatie, datum, eventuele buitenlandanamnese en gebruik van ectoparasitica. De ingezonden teken zijn gedetermineerd, voorzien van een uniek Tick-ID nummer en vervolgens opgeslagen in de tekencollectie in 70% ethanol. De determinatiegegevens zijn vervolgens opgeslagen in een speciale database en de resultaten naar de dierenartspraktijken of eigenaren teruggekoppeld. Figuur 1: links: Locaties van dierenartspraktijken die deelnemen aan het tickbusters survey; Figuur 1: rechts: Cover van de folder van de nationale tickbusters campagne Tussen mei 2005 en mei 2011 heeft het UCTD maar liefst 41.344 teken in ontvangst mogen nemen dankzij de enthousiaste medewerking van een groot aantal dierenartspraktijken. De meeste teken werden verwijderd van honden en katten. Daarnaast zijn er ook veel teken ingestuurd die aangetroffen werden op allerlei verschillende gastheren, waaronder paarden, rundvee, wildlife, bijzondere dieren en ook van de mens. Het aantal inzendingen varieert sterk van jaar tot jaar. De meeste teken werden ingezonden in het jaar 2008. Toen waren dit er 7.105. In figuur 2 is het totaal aantal teken en het aantal teken per soort uitgezet tegen de tijd, met een tabel met absolute aantallen teken. De teken die verzameld werden in het kader van speciale projecten (bv LNV piroplasmose survey bij 2
paarden, een survey onder wilde hoefdieren en FleaTickRisk, een project van Merial waarin teken werden verzameld van de vegetatie), zijn niet in figuur 2 opgenomen. Ook teken die lastig te identifieren waren, bijvoorbeeld door beschadiging van de monddelen, zijn niet in figuur 2 opgenomen. Figuur 2: Het aantal teken dat per jaar en per soort door het UCTD in ontvangst is genomen. Uit figuur 2 komt duidelijk naar voren dat gastheren in Nederland overwegend geïnfesteerd worden door I. ricinus. Daarnaast komt I. hexagonus, de egelteek, opvallend veel voor. Om iets te kunnen zeggen over verschuivingen in het voorkomen van verschillende tekensoorten op gastheren, kan gekeken worden naar de percentages van de verschillende soorten teken ten opzichte van het totaal aantal ingestuurde teken. Er is bijvoorbeeld sprake van een stijging van het relatieve aantal I. ricinus teken (van 63,3% in 2005 naar 86,0% in 2010). Het relatieve aantal I. hexagonus teken neemt af van 10,9% in 2005 tot 1,9% in 2009 en stijgt vervolgens weer naar 3.5% in 2010. Hierbij moet worden opgemerkt dat hier geen sprake is van een gestructureerd survey en dat veel afhangt van de bereidheid om teken in te sturen. 3
Figuur 3. Links: Ixodes ricinus. Rechts: Ixodes hexagonus In tabel 1 is het aantal I. hexagonus teken uitgezet per gastheer en per jaar. Het aantal ingezonden I. hexagonus teken is teruggelopen van 313 teken in 2005 naar 106 teken in 2010. Opvallend is dat in het jaar 2005 meer dan de helft van het aantal ingezonden I. hexagonus teken afkomstig is van egels, terwijl in 2009 meer dan de helft van de teken afkomstig is van honden. In 2007 waren de meeste I. hexagonus teken afkomstig van katten. De egelteek blijkt dus minder gastheerspecifiek te zijn en wordt dus regelmatig aangetroffen op gezelschapsdieren. Daarnaast blijkt I. hexagonus zich ook te voeden op fretten, reeën, wezels, dassen, schapen, bunzings, duiven en zefs op de mens. Jaar 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Gastheer Bunzing 2 - - - - - Das - - - 4 - - Duif - - 1 - - - Egel 173 64 25 11 4 8 Fret 7 7 - - - 9 Hond 57 60 54 102 68 46 Kat 40 54 57 57 33 31 Mens 1-1 - 2 - Ree - - - 1 8 - Schaap - - - 2 - - Wezel - - - - - 6 Onbekend 33 20 17 5 1 6 Totaal 313 205 155 182 116 106 Tabel 1: Ixodes hexagonus teken gevonden op verschillende gastheren tussen 2005 en 2010. 4
Figuur 4: Links: Dermacentor reticulatus. Rechts: Rhipicephalus sanguineus Van de ingezonden D. reticulatus teken zijn de meesten afkomstig uit de provincies Zeeland (685/846), Zuid-Holland (76) en Noord-Brabant (39). Deze tekensoort, die pas in 2004 in Nederland is ontdekt, werd vooral gevonden op rundvee (659 teken), maar ook honden (116), paarden (13) en katten (2) en zelfs mensen (35) raakten geïnfesteerd. Van belang is dat slechts 5 van de 116 honden de teken in het buitenland had opgelopen. Van de meeste honden (14 van de 19) waarop R. sanguineus teken werden aangetroffen, was geen buitenlandanamnese bekend. Wel hadden twee honden een tijd in Thailand gewoond, twee anderen waren kort voor de vondst van de teken in Frankrijk geweest en één hond kwam uit Spanje. Wanneer echter bij een negatieve buitenlandanamnese geen navraag wordt gedaan bij de praktijk of eigenaar kan dit leiden tot een verkeerde conclusie. De benadering die gebruikt is binnen het tickbusters onderzoek, waarbij de medewerking met vele dierenartspraktijken essentieel is, heeft al navolging gekregen in Engeland, Duitsland en Belgie. Helaas is het door het grote aantal inzendingen niet mogelijk geweest om alle teken te onderzoeken op de aanwezigheid van pathogenen. Dergelijk onderzoek is wel gedaan aan een selectie van teken op basis van gastheer of tekensoort. Afhankelijk van vragen uit de praktijk kan de besmettingsstatus van teken bepaald worden met behulp van PCR en reverse line blot hybridisatie (RLB). In tabel 2 is aangegeven welke pathogenen er inmiddels zijn aangetoond. Bovendien kunnen ingezonden teken getest worden op een veel breder scala aan pathogenen, hetgeen relevant is om mogelijke introductie van exotische pathogenen op te sporen (tabel 2). Momenteel wordt een deel van de teken uit 2010 onderzocht op pathogenen in samenwerking met Novartis Consumer Health. Bovendien is er dit jaar in samenwerking met het RIVM een start gemaakt met het omzetten van de beschikbare gegevens uit de tickbusters database in geografische distributiekaartjes om zodoende een beter beeld te krijgen omtrent de dynamiek van de tekenpopulatie op gezelschapdieren in Nederland. Om een bijdrage te leveren aan het onderzoek kunnen de speciale tekenbuisjes plus formulieren en folders worden aangevraagd en de buisjes met teken worden opgestuurd naar: Utrecht Centrum voor Teken-gebonden Ziekten (UCTD), t.a.v. de tickbusters (Jesse Lenssen) Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht, Yalelaan 1, 3584 CL Utrecht E-mail: tickbusters@uu.nl 5
Pathogeen Ixodes ricinus Ixodes hexagonus 1. Anaplasma/Ehrlichia catch-all Dermacentor reticulatus + + + - 2. Anaplasma centrale -- - - 3. Anaplasma marginale - - - - 4. Anaplasma + + + - phagocytophilum Rhipicephalus sanguineus 5. Anaplasma bovis - - - - 6. Ehrlichia canis - - - + 7. Ehrlichia chaffeensis - - - - 8. Ehrlichia ruminantium - - - - 9. Babesia catch-all probe + + + - 10. Babesia canis - - + - 11. Babesia vogeli - - - + 12. Babesia rossi - - - - 13. Babesia caballi - - + - 14. Babesia felis - - - - 15. Babesia divergens + + - - 16. Babesia microti + - - - 17. Babesia bigemina - - - - 18. Babesia venatorum + - - - (=Babesia EU 1) 19. Babesia bovis - - - - 20. Babesia major - - - - 21. Babesia bicornis - - - - 22. Theileria catch-all + - - - 23. Theileria equi - - + - 24. Theileria annulata - - - - 25. Theileria parva - - - - 26. Theileria orientalis - - - - 27. Theileria annae - + - - 28. Theileria cervi - - - - 29. Borrelia burgdorferi catch- + + - - all probe 30. Borrelia afzelii + - - - 31. Borrelia burgdorferi s.s. + - - - 32. Borrelia garinii + - - - 33. Borrelia valaisiana + - - - 34. Rickettsia catch-all probe + - + - 35. Rickettsia helvetica + + - - 36. Rickettsia raoultii - - + - 37. Rickettsia massiliae - - - - 38. Rickettsia conorii - - - - 39. Bartonella henselae - - - - 40. Coxiella burnetii - - - - Tabel 2. Lijst van 40 pathogenen waarvoor elke teek kan worden getest. ( +) = aangetoond in het tickbusters survey) 6
Literatuur 1. Lange, T. de, Nijhof, A., Taoufik, A., Houwers, D., Teske, E., Jongejan, F. (2005). Autochtonous babesiosis in dogs in The Netherlands associated with local Dermacentor reticulatus ticks. Tijdschrift voor Diergeneeskunde, 130(8), 234-238 2. Bodaan, C., Nijhof, A., Postigo, M., Nieuwenhuijs, H., Opsteegh, M., Franssen, L., Jebbink, F., Jansen, S., Jongejan, F. (2007). Teken en door teken overdraagbare pathogenen bij gezelschapsdieren in Nederland. Tijdschrift Diergeneeskunde, 132(13), 517-523 7