Rapportage cultuuronderzoeken Uitkomsten van het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie en de publieksonderzoeken bij de culturele podia

Vergelijkbare documenten
Publieksonderzoek Doornroosje

Publieksonderzoek de Stadsschouwburg

Publieksonderzoek De Vereeniging

Rapportage cultuuronderzoeken Uitkomsten bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie en publieksonderzoeken culturele podia

Cultuur I.W AT DOET DE N IJMEGENAAR AAN

Publieksonderzoeken Nijmeegse podia

Publieksonderzoek LUX

Publieksonderzoek Lindenberg Theater

De cultuurparticipatie van de Nijmegenaren in beeld gebracht. Een synthese van de in 2002 verrichte cultuuronderzoeken

Grafiek 23.1a Bezoek aan culturele voorstellingen en voorzieningen de afgelopen 12 maanden, % 26% 26% 26% 19% 17% 12% 10%

Cultuur I.W AT DOET DE N IJMEGENAAR AAN

Stadsmonitor. -thema Cultuur- Modules. Datum: Stadsmonitor -thema Cultuur- 1

Vergelijkingstabellen publieksonderzoeken culturele podia 2002

Publieksonderzoek Podia Nijmegen

Stadsmonitor. -thema Cultuur- Modules. Versie: 3 oktober 2014

Hoofdstuk 21. Cultuur

Hoofdstuk 22. Cultuur

Samenvatting onderzoek cultuurparticipatie 2010

Publieksonderzoek Steigertheater

Hoofdstuk 37. Cultuurparticipatie

CULTUURPARTICIPATIE (2015)

Publieksonderzoek Stadsschouwburg

Publieksonderzoek concertgebouw De Vereeniging

Stadsmonitor. -Cultuur- Modules. Definitieve versie: februari Samenvatting 2 Cultuurdeelname 3 Cultuurproductie 12 Cultuurhistorie 13 Bronnen 14

Publieksonderzoek LUX

LelyStadsGeluiden. De mening van de inwoners gepeild. Theaterbezoek van Lelystedelingen in 2006

De mening van de inwoners gepeild. Cultuurpeiling gemeente. Onderzoek en Statistiek November 2011

Hoofdstuk 17 Cultuurparticipatie

Publieksonderzoek De Lindenberg

Cultuurparticipatie van Rotterdammers, 2011

LelyStadsGeluiden. De mening van de inwoners gepeild. Cultuurpeiling 2007

Cultuur in cijfers Leiden 2011

Beleidskader Kunst & Cultuur Stadspanel Den Haag, ronde voorjaar 2011

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Cultuurparticipatie in Delft Een onderzoek naar deelname van Delftenaren aan cultuur in 2017

Rapport Beleidskader Kunst & Cultuur

Onderzoek Inwonerspanel: Cultuurbeleving

Cultuurparticipatie in Delft Een onderzoek naar deelname van Delftenaren aan cultuur in 2015

CULTUURPARTICIPATIE IN EDE 2006

worden gerealiseerd om betrouwbare uitspraken te kunnen doen. Resultaten Brabantpanel-onderzoek Brabantse Cultuur Monitor november 2007

Publieksonderzoek Doornroosje

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten eindmeting, januari 2006

Gemeente Lelystad, team Onderzoek 1

ONDERZOEKSVERANTWOORDING VRAGENLIJSTFREQUENTIES

Cultuurpodia in Enschede September 2011

Bioscoopbezoek. Algemeen cultuurparticipatiecijfer (samenstelling van meer dan 40 activiteiten concerten, festivals, podium, musea, film)

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

Eerste resultaten cultuursurvey Maastricht 2017 versie mei 2018

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

De slag om de vrije tijd

Cultuur Bereik Maastrichtenaren 2005

Digipanel Theater aan de Parade

Sportparticipatie Volwassenen

Peiling over Europa en EDIC

Kunst- en Cultuurmonitor Amsterdam 2006

Culturele activiteiten in Noord

Praktische opdracht Maatschappijleer Cultuurdeelname

Het Rotterdamse Stadspanel over het kunst- en cultuurbeleid en bezuinigingen daarop

ontwikkeling, ontspanning

Evenementen, voorstellingen en concerten alle VSCD podia (x1000)

HET BURGERPANEL OVER CULTUUR

De mening van de inwoners gepeild. Cultuurpeiling 2015

Participatie in sport, hobby s en cultuur

Landelijke peiling Nijmegen Resultaten tussenmeting, begin juli 2005

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Amateurkunst & publiek

Onderzoek Marktbeschrijving Podiumkunsten 2006

Peiling cultuurparticipatie Deventer 2010

Tabellen cultuurparticipatie s-hertogenbosch 2001, 2004 en 2006

Tabellen cultuurparticipatie s-hertogenbosch 2001, 2004, 2006 en 2008

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Cultuur- en uitgaansmonitor 2008

Hoofdstuk 9. Gemeentelijke website

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Factsheet cultuur 2014

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Hoofdstuk 8 Binnenstad van Leiden

Samenvatting 2-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder autochtone Nederlanders

Interactief bestuur. Omnibus 2015

Stadsmonitor. -Samenvatting- Modules. Datum: februari Stadsmonitor -Samenvatting- 0

Studenten aan lerarenopleidingen

Stadsmonitor. -thema Stad en Buurt- Modules. Datum: Stadsmonitor -thema Stad en Buurt- 1

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016

Evaluatie bibliotheekvestigingen op maat. Onderzoek in Neerbosch Oost en Oosterhout

ontwikkeling, ontspanning STATISTISCH JAARBOEK

EERSTE RESULTATEN LANDELIJK PUBLIEKSONDERZOEK NEDERLANDSE POPPODIA

Resultaten Brabantpanel-onderzoek Brabanders en Cultuur juli 2010

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

De mening van de inwoners gepeild. Leefbaarheid 2015

Hoofdstuk 22. Openbare Bibliotheek

Mediamix 2014 Peiling onder de Deventer bevolking. Januari 2015

8. Werken en werkloos zijn

ontwikkeling, ontspanning

De Staat van de Stad Amsterdam V. Ontwikkelingen in participatie en leefsituatie

Het Rotterdamse Stadspanel over het kunst- en cultuuraanbod in Rotterdam

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

Transcriptie:

Rapportage cultuuronderzoeken 007 Uitkomsten van het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie en de publieksonderzoeken bij de culturele podia O&S Nijmegen mei 008

Inhoudsopgave Samenvatting. Inleiding. Uitkomsten bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie. Uitkomsten publieksonderzoeken bij culturele podia 7 Inleiding. Aanleiding voor de cultuuronderzoeken. Onderzoeksvragen. Opzet rapportage Resultaten bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie. Inleiding. Bezoek culturele voorstellingen.. Bezoek culturele voorstellingen in Nijmegen.. Bezoek culturele voorstellingen buiten Nijmegen 5.. Gerichtheid op Nijmegen per genre 6.. Belemmeringen voor bezoeken culturele voorstellingen 7. Bekendheid van en bezoek aan gesubsidieerde podia 8.. Bekendheid van podia 8.. Bezoek aan podia 8.. Overlap tussen bezoekers 0.. Bezoekers van buiten Nijmegen. Bezoek musea.5 Bezoek bibliotheek.6 Deelname aan kunstzinnige vorming.7 Amateurkunstbeoefening.8 Bekendheid en gebruik Uitburo.9 Verschillen naar deelgroepen.9. Verschillen naar opleiding 5.9. Verschillen naar leeftijd 7.9. Verschillen naar etniciteit 9.0 Verschillen naar stadsdelen. Geen actuele stedenvergelijking mogelijk Samenvatting publieksonderzoeken bij gesubsidieerde podia. Inleiding. Publieksonderzoek De Vereeniging.. Beschrijving publiek.. Werking keuzegedrag.. Oordeel over aanbod 5

Inhoudsopgave (vervolg).. Oordeel over accommodatie en service 6..5 Bestedingen bezoekers 6. Pubieksonderzoek de Stadsschouwburg 6.. Beschrijving publiek 7.. Werking keuzegedrag 7.. Oordeel over aanbod 8.. Oordeel over accommodatie en service 9..5 Bestedingen bezoekers 9. Publiekonderzoek LUX 0.. Beschrijving publiek 0.. Werking keuzegedrag.. Oordeel over aanbod.. Oordeel over accommodatie en service..5 Bestedingen bezoekers.5 Publieksonderzoek Doornroosje.5. Beschrijving publiek.5. Werking keuzegedrag 5.5. Oordeel over aanbod 6.5. Oordeel over accommodatie en service 6.5.5 Bestedingen bezoekers 7.6 Publieksonderzoek Lindenberg Theater 7.6. Beschrijving publiek 8.6. Werking keuzegedrag 8.6. Oordeel over aanbod 9.6. Oordeel over accommodatie en service 50.6.5 Bestedingen bezoekers 50.7 Overeenkomsten en verschillen tussen de podia 5.7. Kenmerken bezoekers 5.7. Bezoekbelemmeringen 5.7. Informatie over aanbod 5.7. Oordeel over aanbod 5.7.5 Oordeel over accommodatie en service 5.7.6 Bestedingen bezoekers 5.8 Bestedingen in de stad door podiabezoekers 5 5 Bijlage: overzicht vergelijking podia 55

Samenvatting Samenvatting. Inleiding In 00 voerde de afdeling Onderzoek en Statistiek (O&S) voor het eerst uitgebreid onderzoek naar de cultuurparticipatie bij volwassen Nijmegenaren uit. Tegelijkertijd werden voor het eerst met een standaardvragenlijst publiekonderzoeken bij de culturele podia uitgevoerd, zodat de uitkomsten voor de afzonderlijke podia goed met elkaar vergeleken konden worden. De onderzoeken vloeiden voort uit de in 00 verschenen gemeentelijke cultuurvisie Cultuur aan de Waal. In 007 zijn deze onderzoeken in opdracht van de Directie Inwoners van de gemeente en in samenwerking met de culturele podia en het gemeentelijke programmateam cultuur herhaald. De onderzoeken geven inzicht in wie er gebruik maken van het culturele aanbod in Nijmegen en de heid over dat aanbod. Hieronder zijn de bevindingen samengevat. Nieuwe gegevens over de cultuurdeelname bij de Nijmeegse jeugd zullen opgenomen worden in de rapportage van de onlangs uitgevoerde Jeugdmonitor. Deze verschijnt naar verwachting in augustus 008. In paragraaf. zijn de uitkomsten van het bevolkingsonderzoek samengevat en in paragraaf. de uitkomsten van de publieksonderzoeken bij de culturele podia.. Uitkomsten bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie Blijvende hoge cultuurparticipatie Net als in 00 zien we dat een ruime meerderheid van de volwassen Nijmegenaren culturele voorstellingen in de stad bezoekt: als we filmvoorstellingen niet meerekenen, heeft 6% in de voorgaande maanden minimaal culturele voorstelling in Nijmegen bezocht; als we filmvoorstellingen wel meerekenen, heeft 77% in de voorgaande maanden minimaal culturele voorstelling in Nijmegen bezocht; 66% heeft in de voorgaande maanden minimaal filmvoorstelling in Nijmegen bezocht; 67% heeft in de voorgaande maanden minimaal van de 5 gesubsidieerde podia in Nijmegen bezocht. In 00 werden ongeveer dezelfde percentages gemeten. Als we nader inzoomen op de verschillende genres, zien we een aantal verschuivingen ten opzichte van 00. De grootste veranderingen zijn dat meer Nijmegenaren in hun stad een bezoek brengen aan pop- en/of wereldmuziekconcerten (0% tegenover % in 00), cabaret-/kleinkunstvoorstellingen (% tegenover 8% in 00) en toneelvoorstellingen (% tegenover 9% in 00). Voor enkele genres geldt dat men de voorstellingen/activiteiten vooral in Nijmegen bezoekt: filmhuisfilms, debatten en literaire bijeenkomsten. Musicals bezoekt men relatief veel buiten Nijmegen.

Een gebrek aan tijd en de kosten weerhouden Nijmegenaren van frequenter voorstellingenbezoek Ruim zestig procent van de volwassen Nijmegenaren zou vaker naar culturele voorstellingen of evenementen willen gaan dan men in de voorgaande maanden is geweest. De belangrijkste reden om niet vaker te gaan is dat men te weinig tijd heeft. Op de tweede plaats vormen de kosten een belemmering (te duur). In vergelijking met 00 is dit tweede punt wat meer genoemd, namelijk door % tegenover 7% in 00. Nijmegenaren met een laag inkomen geven vaker aan de kosten als een bezoekbelemmering te zien (%). Hierbij hoort wel de nuancering dat de kosten naar verhouding vaak als bezoekbelemmering worden genoemd door personen die al frequent naar voorstellingen gaan. Van de personen, die nooit naar culturele voorstellingen gaan, noemt 0% de kosten als een bezoekbelemmering. Het voorstellingenaanbod zien minder Nijmegenaren als een bezoekbelemmering. Bij op de Nijmegenaren is het aanbod de reden waarom men niet vaker naar culturele voorstellingen gaat. Bekendheid en bereik culturele podia (licht) gestegen In vergelijking met 00 is de bekendheid van Doornroosje en LUX bij de Nijmeegse volwassenen duidelijk toegenomen. Ook de bekendheid van de Keizer Karel Podia is nog wat verder toegenomen. Het nieuwe Lindenberg Theater is reeds bij een ruime meerderheid van de volwassen Nijmegenaren bekend, waarbij een rol zal spelen dat de nieuwe naam op de oude lijkt. Van de culturele podia heeft LUX het grootste bereik onder de Nijmegenaren: ruim de helft van de volwassen Nijmegenaren geeft aan dit podium in de voorgaande maanden bezocht te hebben. Bij Doornroosje is het bereik onder de volwassen Nijmegenaren het sterkst toegenomen: van 5% in 00 naar 9% in 007. Ook het bereik van LUX en de Stadsschouwburg nam toe. Percentage dat Nijmeegse musea bezoekt niet veranderd Circa 0% van de volwassen Nijmegenaren heeft in de voorgaande maanden één of meer Nijmeegse musea bezocht. Een groot deel daarvan heeft Museum Het Valkhof bezocht. Ten opzichte van 00 is dat geen verandering. Wel veranderd is het aandeel dat buiten Nijmegen naar musea gaat. In 00 gaf % aan in de voorgaande maanden één of meer musea buiten Nijmegen bezocht te hebben. Nu is dat %. Aandeel bibliotheekbezoekers bij jongvolwassenen afgenomen Het aandeel bibliotheekbezoekers onder de volwassen Nijmegenaren is afgenomen van 5% in 00 naar % in 007. De daling van het aandeel bibliotheekbezoekers in Nijmegen is het scherpst bij de jongvolwassenen (8- jaar), terwijl er bij de 5- plussers nauwelijks sprake is van een daling. Het aantal bibliotheekleden is in Nijmegen op peil gebleven, onder meer door het verstrekken van de Cultuurpas CJ aan middelbare scholieren. Met deze gratis pas zijn zij automatisch lid van de bibliotheek. De nieuwe, kleinere wijkvestigingen - gericht op een aantal doelgroepen - blijken vooral kinderen en hun ouders aan te trekken. Evaluatie bibliotheekvestigingen op maat; Onderzoek in Neerbosch-Oost en Oosterhout, O&S, december 007

Samenvatting In de periode 000-005 nam het jaarlijks aantal uitleningen in Nijmegen met 6% af naar iets minder dan,5 miljoen per jaar. Maar in 006 lag het aantal uitleningen weer boven de,5 miljoen. Landelijk namen het aantal bibliotheekleden en het aantal uitleningen in de periode 000-005 met 9 respectievelijk 7% af. Eerste indruk van gebruik Uitburo Sinds september 006 is in de Nijmeegse Stadsschouwburg het Uitburo Nijmegen gevestigd. Mensen kunnen daar terecht voor kaartjes voor voorstellingen of concerten in Nijmegen of elders in het land. Om een eerste beeld van de bekendheid en het gebruik te krijgen, zijn in het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie enkele vragen opgenomen. Het onderzoek is in de eerste vijf maanden van 007 uitgevoerd. Één op de drie volwassen Nijmegenaren bleek het Uitburo te kennen. Een kwart daarvan wist echter niet waar het gevestigd is. Bijna op de 0 Nijmegenaren had gebruik gemaakt van het Uitburo. In het bevolkingsonderzoek is ook gevraagd naar de websites www.uitburo.nl en www.nijmeegsuitburo.nl ; % kende deze aan elkaar gekoppelde sites en 7% had er gebruik van gemaakt. Uit de in het najaar 007 uitgevoerde publiekonderzoeken bij de podia blijkt dat niet veel podiabezoekers de betreffende sites als een belangrijke informatiebron zien. Bij de vraag hoe men over het algemeen op de hoogte blijft van de programmering van het podium, heeft à % van de bezoekers internetsite (Nijmeegs) Uitburo aangekruist. De eigen sites van de podia daarentegen worden door veel bezoekers gebruikt, variërend van % van de bezoekers van De Vereeniging en het Lindenberg Theater tot 6% van de bezoekers van Doornroosje. Cultuurparticipatie duidelijk hoger bij hoogopgeleiden Van de hoogopgeleiden bezoekt een ruime meerderheid culturele voorstellingen (76% als we filmvoorstellingen niet meerekenen) en gesubsidieerde podia (8%). Van de laag- en middelbaar opgeleiden doet ongeveer de helft dat. Verder is het aandeel hoogopgeleiden dat Nijmeegse musea bezoekt circa twee keer zo groot als bij de laagen middelbaar opgeleiden. En ook het aandeel dat de bibliotheek bezoekt is bij de hoogopgeleiden duidelijk groter. Dergelijke verschillen zagen we ook in 00. Voor de meeste genres geldt dat de belangstelling bij hoogopgeleiden duidelijk groter is dan bij laag- en middelbaar opgeleiden. Maar bij de belangstelling voor musicals, harmonieën/fanfares en dance zijn de verschillen naar opleiding veel kleiner. Van de laag- en middelbaar opgeleiden geeft een grotere groep geen belangstelling te hebben om vaker naar voorstellingen te gaan (8% tegenover 0% van de hoogopgeleiden). Een relatief klein deel van de laag- en middelbaar opgeleiden mist een bepaald cultuuraanbod in Nijmegen (7% tegenover % van de hoogopgeleiden). Verschillen in belangstelling voor culturele genres tussen jongvolwassenen en 5-- jarigen niet groot Het percentage van de 8--jarigen dat culturele voorstellingen bezoekt is net zo hoog als bij de 5--jarigen. Ook bezoekt een ruime meerderheid van hen gesubsidieerde podia. Voor de Nijmeegse musea is de belangstelling bij de 8--jarigen minder groot dan bij de oudere leeftijdsgroepen. Dit beeld komt overeen met wat we in 00 zagen. Tussen de 8--jarigen en de 5-5-jarigen zijn de verschillen in de belangstelling voor de diverse genres niet heel groot, met uitzondering van dance dat vooral iets voor de jongvolwassenen is. 5

De groep van 5 jaar en ouder heeft duidelijk meer belangstelling voor klassieke muziek en kooruitvoeringen dan de leeftijdsgroepen daaronder. Bij de 8--jarigen vormen de kosten de belangrijkste belemmering voor het vaker naar voorstellingen gaan. Maar ook een gebrek aan tijd speelt een rol. Bij de leeftijdgroep daarboven (5- jaar) is dit laatste de belangrijkste bezoekbelemmering, gevolgd door de kosten en het moeten regelen van een oppas voor de kinderen. Bij de 5-plussers zien we relatief het meest dat ze niet vaker naar voorstellingen willen gaan. Percentage voorstellingenbezoekers bij niet-westerse allochtonen afgenomen Niet-westerse allochtonen gaan naar verhouding minder naar culturele voorstellingen, gesubsidieerde podia en musea in Nijmegen dan de westerse allochtonen en de autochtone Nijmegenaren. Voor het filmbezoek is het verschil kleiner. Niet-westerse allochtonen gaan minder naar filmhuisfilms, maar wat meer naar films in commerciële bioscopen. Het percentage dat de bibliotheek bezoekt, is bij de niet-westerse allochtonen relatief wat hoger dan bij de andere groepen. Deze verschillen hebben meer met andere achtergrondkenmerken - opleiding, inkomen, leeftijd en huishoudensituatie - dan met etniciteit te maken. In vergelijking met 00 is de cultuurdeelname bij de niet-westerse allochtonen op een aantal punten afgenomen; een iets kleiner deel bezoekt in Nijmegen filmvoorstellingen (6% tegenover 65% in 00), overige culturele voorstellingen (% tegenover 9% in 00) en musea (7% tegenover 0% in 00). Als het gaat om de belemmeringen voor meer voorstellingenbezoek zien we weinig verschil tussen de niet-westerse allochtonen en de andere groepen (westerse allochtonen en autochtonen). Voor alle groepen geldt dat een gebrek aan tijd de belangrijkste belemmering is, gevolgd door de kosten die het voorstellingenbezoek met zich meebrengt. Circa op de 5 allochtonen mist iets in het culturele aanbod in Nijmegen. Bij de autochtonen geldt dat voor op de 7 à 8. Voor beide groepen geldt dat er geen wensen zijn, die bij grotere groepen mensen leven. Vooral mensen die al veel gebruik maken van cultureel aanbod hebben aanbodwensen Van de volwassen Nijmegenaren mist 5% een bepaald cultuuraanbod in Nijmegen. In 00 gold dat nog voor 6%. Er zijn geen aanbodwensen die bij bredere groepen leven. Net als in 00 zijn het vooral de frequente voorstellingenbezoekers, die zaken in het cultuuraanbod missen. Van de mensen, die geen culturele voorstellingen bezoeken, mist % een bepaald aanbod. Bij de mensen, die meer keer per maand voorstellingen bezoeken, geldt dat voor ruim een derde. Samenstelling bevolking en afstand tot stadscentrum van invloed op aandeel voorstellingenbezoekers per stadsdeel Het opleidingsniveau is een belangrijke factor voor cultuurdeelname. Daarmee samenhangend zien we een lagere cultuurdeelname in de stadsdelen waar relatief veel laag- en middelbaar opgeleiden wonen (Oud- en Nieuw-West, Zuid, Dukenburg en Lindenholt). Maar ook de nabijheid van het culturele aanbod speelt een rol. Zo zien we De percentages voor 00 zijn herberekend. Tegenwoordig werken we met de CBS-definitie van niet-westerse allochtonen; in 00 werd nog de wat ruimere VNG-definitie gehanteerd. 6

Samenvatting dat Dukenburg en Lindenholt de stadsdelen met het laagste aandeel frequente voorstellingenbezoekers zijn.. Uitkomsten publieksonderzoeken bij culturele podia Verschillende publieksgroepen Doornroosje heeft een relatief jong publiek, De Vereeniging en de Stadsschouwburg hebben een relatief oud publiek en LUX en het Lindenberg Theater hebben qua leeftijd een meer gemengd publiek. Het Nijmeegse deel van het publiek van de Stadsschouwburg is tamelijk evenredig over de Nijmeegse stadsdelen verdeeld. In iets mindere mate geldt dat ook voor De Vereeniging. Bij de andere podia zien we een oververtegenwoordiging van bezoekers uit Nijmegen-Oost in combinatie met een ondervertegenwoordiging van bezoekers uit Dukenburg en Lindenholt. Doornroosje trekt naar verhouding de meeste niet-westerse allochtonen. Doornroosje is het enige podium waarvoor geldt dat het aandeel niet-westerse allochtonen onder de Nijmeegse bezoekers even hoog is als het aandeel niet-westerse allochtonen onder de Nijmeegse bevolking. Voor de publieksgroepen van de andere podia geldt een ondervertegenwoordiging van niet-westerse allochtonen. Podia trekken veel bezoekers van buiten de stad Voor De Vereeniging, de Stadsschouwburg en Doornroosje geldt dat ruim de helft van de bezoekers van buiten de stad komt. Bij De Vereeniging en de Stadsschouwburg gaat het vooral om bezoekers uit de regio, bij Doornroosje gaat het vaker om bezoekers van verder weg. Het aandeel bezoekers van buiten de stad in LUX is toegenomen van % in 00 naar % in 007. Aantal bezoeken toegenomen Het totale aantal voorstellingenbezoeken in de gesubsidieerde podia is gestegen van circa 55.000 in 00 tot circa 70.000 in 006. Met name bij de Stadsschouwburg en Doornroosje is het aantal bezoekers toegenomen. Het Steigertheater fuseerde in 006 met De Lindenberg; najaar 006 ging het Lindenberg Theater open. In 007 trok het theater circa.500 bezoekers. Dat is beduidend meer dan De Lindenberg en Het Steigertheater voorheen gezamenlijk trokken (circa.000 bezoekers). De bezoekcijfers van LUX zijn door de jaren heen vrij stabiel, met een dip in het aantal filmbezoeken in 005. 7

Oordeel over programma-aanbod positiever dan in 00 Voor alle podia geldt dat een ruime meerderheid van de bezoekers is over de kwaliteit, diversiteit en omvang van het aanbod. Het aandeel onen, dat in 00 al relatief laag was, is verder afgenomen. Tabel : (on)heid over kwaliteit, diversiteit en omvang aanbod, per podium (in %) kwaliteit geboden activiteiten: on hoeveelheid geboden activiteiten: on diversiteit geboden activiteiten: on bezoekers van: Vereeniging 88 78 70 Stadsschouwburg 86 80 7 LUX 9 < 88 < 78 Doornroosje 8 8 7 Lindenberg Theater 6 5 5 Het publiek van het Lindenberg Theater heeft relatief vaak nog geen mening over het programma-aanbod. Dit hangt samen met het feit dat een relatief grote groep bezoekers van dit theater aangaf dat men er voor de eerste keer kwam. Voor zover de bezoekers van het theater wel een mening over het aanbod hebben, is die veelal positief. Programma-aanbod geen belangrijke bezoekbelemmering Voor alle podia geldt dat tijdgebrek en voorkeur geven aan andere vrijetijdsbestedingen belangrijke redenen zijn waarom bezoekers niet nog vaker naar voorstellingen gaan. Het programma-aanbod is veel minder een bezoekbelemmering. Een klein deel van de bezoekers mist een bepaald aanbod. Bezoekers van de Keizer Karel Podia geven naar verhouding vaak aan dat de kosten hen weerhouden van het vaker bezoeken van voorstellingen. Hierbij aansluitend zijn de bezoekers van de Keizer Karel Podia in het algemeen relatief wat vaker on over de toegangsprijzen van de voorstellingen. Belang van internet als informatiebron voor programma toegenomen In vergelijking met 00 gebruiken veel meer bezoekers de internetsites van de podia om van het programma-aanbod op de hoogte te blijven. Maar ook de programmaboekjes en -folders worden nog veel gebruikt. Voor alle podia geldt dat een ruime meerderheid is over de informatieverstrekking over het aanbod. Een paar procent van de bezoekers geeft aan regelmatig voorstellingen te missen, omdat ze niet van het programma op de hoogte waren. Oordeel over aspecten van de accommodatie en de service verbeterd Bij alle podia zien we dat een aantal zaken met betrekking tot de accommodatie en de service beter beoordeeld wordt. Het gaat met name om de volgende zaken: De Vereeniging: garderobe, mogelijkheden om er iets te eten/drinken, beeld/zicht in de zaal, geluid, zaalverwarming; Stadsschouwburg: garderobe, zitcomfort, geluid, beeld/zicht in de zaal, mogelijkheden om er iets te eten/drinken; 8

Samenvatting LUX: kaartverkoop bij kassa, mogelijkheden om er iets te eten/drinken, zitcomfort, geluid en zaalverwarming; Doornroosje: garderobe en geluid; Lindenberg Theater (vergeleken met De Lindenberg): garderobe, geluid en mogelijkheden om er iets te eten/drinken. Bij alle podia zien we dat een ruime meerderheid in het algemeen is over de accommodatie. Hooguit % is er on over. Uit de publieksonderzoeken komen ook enkele verbeterpunten m.b.t. de accommodatie en de service naar voren: bezoekers van De Vereeniging zijn relatief vaak on over het zitcomfort in de zaal; in mindere mate geldt dat ook voor het Lindenberg Theater; bezoekers van het Lindenberg Theater zijn relatief on over de kaartverkoopmogelijkheden; bezoekers van Doornroosje zijn relatief vaak on over de zaalverwarming. Verder vragen de bezoekers van enkele podia om aandacht voor het sanitair (meer en/of schonere toiletten). Uitgaven van podiabezoekers in de stad voor het eerst in beeld gebracht Op basis van a. antwoorden op vragen over bestedingen in de stad (buiten de podia) en b. gegevens over jaarlijkse bezoekersaantallen is geschat wat de bezoekers van de gesubsidieerde podia jaarlijks in de stad uitgeven: circa 6,5 miljoen euro. Daarbij gaat het voornamelijk om uitgaven voor eten en drinken, gevolgd door uitgaven voor winkelen en parkeren. Minder dan % van de bezoekers maakt gebruik van een hotel. 9

Inleiding Inleiding. Aanleiding voor de cultuuronderzoeken In 000 bleek dat de gesubsidieerde culturele podia in Nijmegen en de gemeente een gemeenschappelijke onderzoeksbehoefte hadden. Men wilde meer zicht op welke groepen wel en niet met het Nijmeegse cultuuraanbod bereikt werden. Ook was er behoefte aan informatie over de vraagkant: wat voor wensen leefden er met betrekking tot het cultuuraanbod? Dit leidde tot het opnemen van plannen voor de uitvoering van cultuuronderzoeken in de gemeentelijke cultuurvisie Cultuur aan de Waal, die in 00 verscheen. In 00 werden vervolgens twee typen onderzoek uitgevoerd: een bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie onder de volwassen Nijmegenaren en gestandaardiseerde publieksonderzoeken bij de gesubsidieerde culturele podia. Bij de podia kreeg een steekproef uit de bezoekers dezelfde vragenlijst voorgelegd, zodat een goede vergelijking tussen de podia mogelijk werd. Afgesproken werd om het onderzoek na of 5 jaar te herhalen. In 007 zijn de onderzoeken in opdracht van de Directie Inwoners van de gemeente en in samenwerking met de culturele podia en het gemeentelijke programmateam cultuur herhaald. In de eerste helft van 007 is het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie uitgevoerd als een onderdeel van de Stadspeiling 007. En najaar 007 zijn de publieksonderzoeken bij de podia herhaald. Bij vier podia is een respons van tussen de 0 en 5% gehaald, bij Doornroosje lag de respons veel hoger 5. Op basis van een inventarisatie van het gebruik van de resultaten van de in 00 uitgevoerde cultuuronderzoeken zijn de vragenlijsten voor het bevolkingsonderzoek en de publieksonderzoeken ingekort. Maar voor veel onderwerpen kunnen we de uitkomsten van 00 en 007 met elkaar vergelijken. Gegevens over de cultuurparticipatie bij de Nijmeegse jeugd worden via de Jeugdmonitor verzameld. In 00 is dat voor het eerst gedaan. Eind 007 en begin 008 is de Jeugdmonitor opnieuw uitgevoerd. De uitkomsten van dit onderzoek zullen naar verwachting in augustus 008 openbaar worden. Iedere jaar voert de afdeling O&S een Stadspeiling uit. Bij die peiling stellen we een grote, representatieve groep volwassen burgers vragen over thema s als leefbaarheid, veiligheid, participatie, integratie en vrijetijdsbesteding. De Stadspeiling 007 is gehouden in de periode januari - mei 007. Er zijn circa.00 enquêtes afgenomen. Voor het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie in 00 is een steekproef uit de personen vanaf 6 jaar getrokken. Als onderdeel van de Stadspeiling 007 is het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie deze keer uitgevoerd bij de 8-plussers. De cultuurparticipatie bij de groep tot 8 jaar wordt via de Jeugdmonitor in beeld gebracht. LUX, Keizer Karel Podia (Stadsschouwburg en De Vereeniging), Doornroosje en Lindenberg Theater. 5 Bij Doornroosje is aan de bezoekers gevraagd om de vragenlijst ter plekke in te vullen. Bij de andere podia is de vragenlijst meegegeven om thuis in te vullen.

. Onderzoeksvragen De rapportage geeft een antwoord op de volgende hoofdvragen: Hoe breed is de cultuurdeelname in Nijmegen? Wat zijn belemmeringen voor meer cultuurdeelname? Hoe bekend zijn de culturele instellingen? Wie bezoeken de culturele instellingen? Wat vinden de bezoekers van de culturele podia van het programma-aanbod, de accommodaties en de service? Wat is de omvang van de bestedingen, die bezoekers van de podia in de stad doen? Over het laatste onderwerp is in 007 meer uitgebreid gevraagd dan in 00. Dit vanwege de toegenomen behoefte om zicht te krijgen op de economische effecten van (culturele) evenementen en podia.. Opzet rapportage In hoofdstuk zijn de uitkomsten van het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie 007 opgenomen en vergeleken met de uitkomsten in 00. In dit hoofdstuk wordt ook aandacht besteed aan verschillen tussen deelgroepen (cultuurdeelname naar opleiding, leeftijd en etniciteit) en deelgebieden (cultuurdeelname naar stadsdeel). In hoofdstuk zijn de uitkomsten van de publieksonderzoeken bij de Keizer Karel Podia, LUX, Doornroosje en het Lindenberg Theater samengevat. Voor zover mogelijk is vergeleken met de uitkomsten in 00. In het hoofdstuk wordt aandacht besteed aan overeenkomsten en verschillen tussen de podia. In de bijlage staat een compleet overzicht van de vergelijking tussen de podia.

Resultaten bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie Resultaten bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie. Inleiding Bij de vragen over het bezoeken van culturele voorstellingen en podia is gevraagd naar het bezoek in de voorgaande maanden. Dat geeft uitkomsten die niet helemaal exact zijn, omdat mensen zich niet allemaal even goed kunnen herinneren wat ze in de voorgaande maanden gedaan hebben. Maar omdat de vragen op dezelfde wijze als in 00 gesteld zijn, kunnen we de uitkomsten voor 00 en 007 goed met elkaar vergelijken.. Bezoek culturele voorstellingen.. Bezoek culturele voorstellingen in Nijmegen Figuur : percentage volwassen Nijmegenaren dat in de voorgaande maanden in Nijmegen culturele voorstellingen bezocht heeft of meer voorstellingen bezocht (exclusief film) 6% 6% 007 00 of meer voorstellingen bezocht (inclusief film) 77% 79% 0% 0% 0% 0% 0% 50% 60% 70% 80% 90% Als we filmvoorstellingen niet meerekenen, heeft 6% van de volwassen Nijmegenaren in de voorgaande maanden minimaal culturele voorstelling in Nijmegen bezocht. Rekenen we de filmvoorstellingen wel mee, dan heeft 77% in die periode minimaal culturele voorstelling in Nijmegen bezocht (was 79% in 00 6 ). Het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie in 00 leverde ongeveer dezelfde percentages op. Als we nader inzoomen op de verschillende soorten voorstellingen, zien we een aantal verschuivingen ten opzichte van 00. De grootste veranderingen zijn dat meer Nijmegenaren in hun stad een bezoek brengen aan pop- en/of wereldmuziekconcerten (0% tegenover % in 00), cabaret- en/of kleinkunstvoorstellingen (% tegenover 8% in 00) en toneelvoorstellingen (% tegenover 9% in 00). Deze 6 In de rapportage van het onderzoek uit 00 stond 80%, maar bij de berekening nu is lezing over kunst/kunstgeschiedenis niet meegenomen, omdat in 007 niet gevraagd is naar dit genre.

voorstellingen staan bovenaan in de rij van soorten voorstellingen die Nijmegenaren in hun stad bezoeken (zie Figuur ). Cijfers van de schouwburgen en concertgebouwen in het land sluiten aan bij wat we in Nijmegen zien; in de genres cabaret/kleinkunst, toneel, populaire muziek en musicals is het bezoekersaantal gegroeid. Figuur : percentage volwassen Nijmegenaren dat in de voorgaande maanden in Nijmegen voorstellingen bezocht heeft, naar genre film in bioscoop of filmhuis 66% 66% concert pop- /wereldmuziek toneelvoorstelling cabaret, kleinkunst uitvoering van een koor concert klassieke muziek % % 9 % % 8 % 5% 7% 6 % 6 % 0% dance-/houseparty ballet-/dansvoorstelling musical jazz-/bluesconcert literaire bijeenkomst concert harmonie, fanfare, brassband opera, operette 8% 0 % % 9% 9% 8% 9% 8% 8% 6% 6% 5% % % 007 00 0% 0% 0% 0% 0% 50% 60% 70% Voor 007 kunnen we enkele categorieën culturele voorstellingen nader uitsplitsen. Ruim de helft bezocht of meer filmhuisfilms in Nijmegen (5%) en iets minder dan de helft of meer films in commerciële bioscopen (9%). Bijna een kwart bezocht of meer popconcerten en % of meer wereldmuziekconcerten. Bovendien is in 007 gevraagd naar het bezoeken van debatten: % bezocht of meer debatten in Nijmegen. Ruim de helft van de Nijmeegse voorstellingenbezoekers bezocht in de voorgaande maanden meer dan verschillende genres. Gemiddeld bezocht men verschillende genres. Ruim eenderde (7%) gaat minimaal keer per maand naar een culturele voorstelling.

Resultaten bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie.. Bezoek culturele voorstellingen buiten Nijmegen Figuur : percentage volwassen Nijmegenaren dat in de voorgaande maanden buiten Nijmegen voorstellingen bezocht heeft, naar genre film in bioscoop of filmhuis 8 % 5% concert pop- /wereldmuziek 8 % % musical % 5% toneelvoorstelling cabaret, kleinkunst concert klassieke muziek dance-/houseparty ballet-/dansvoorstelling 0 % 9% 8% 7% 6% 6% 6% 5% % % uitvoering van een koor % 6% jazz-/bluesconcert concert harmonie, fanfare, brassband opera, operette literaire bijeenkomst 6% 5% % % % % % % 007 00 0% 5% 0% 5% 0% 5% 0% In Figuur zagen we dat meer Nijmegenaren dan in 00 in Nijmegen pop- en wereldmuziekconcerten, toneelvoorstellingen en cabaretoptredens bezocht hebben. Figuur laat zien dat er ook meer Nijmegenaren dan in 00 zijn, die voorstellingen binnen deze genres buiten Nijmegen bezoeken. Verder is het aandeel dat buiten de stad films en musicals bezoekt gestegen, terwijl het percentage bezoekers binnen Nijmegen voor deze soorten voorstellingen vrij stabiel is. 5

.. Gerichtheid op Nijmegen per genre Figuur laat zien dat Nijmegenaren voorstellingen/activiteiten binnen sommige genres - filmhuisfilms, debatten en literaire bijeenkomsten - vooral in Nijmegen bezoeken. Musicals worden relatief veel buiten Nijmegen bezocht. Figuur : percentage volwassen Nijmegenaren dat in de voorgaande maanden in en/of buiten Nijmegen naar culturele voorstellingen is geweest film in commerciële bioscoop film in filmhuis concert popmuziek cabaret, kleinkunst toneelvoorstelling musical concert klassieke muziek uitvoering van een koor concert wereldmuziek ballet-/dansvoorstelling debat jazz-/bluesconcert dance-/houseparty literaire bijeenkomst concert harmonie, fanfare, brassband in Nijmegen in en buiten Nijmegen buiten Nijmegen opera, operette 0% 0% 0% 0% 0% 50% 60% 70% 6

Resultaten bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie.. Belemmeringen voor bezoeken culturele voorstellingen Ruim zestig procent van de volwassen Nijmegenaren zou vaker naar culturele voorstellingen of evenementen willen gaan dan men in het afgelopen jaar geweest is. De belangrijkste reden dat men dat niet doet, is gebrek aan tijd. Op de tweede plaats vormen de kosten een belemmering (te duur). Bij op de Nijmegenaren is het aanbod de reden waarom men niet vaker naar culturele voorstellingen gaat. De meesten daarvan vinden dat er te weinig passend aanbod is; een beperkt deel vindt dat er te weinig aanbod is. Figuur 5: belemmeringen voor het vaker naar culturele voorstellingen en evenementen gaan (in %) zou niet vaker willen gaan 0% 8% te weinig tijd % % te duur 7% % aanbod (te weinig passend, te klein) 8% 0 % jonge kinderen thuis, regelen van oppas 7% 8% andere vrijetijdsbestedingen krijgen prioriteit 5% % snel uitverkocht % % niet op de hoogte van aanbod slechte gezondheid, leeftijd % % 5% % 007 00 0% 5% 0% 5% 0% 5% 0% 5% 0% In vergelijking met 00 zijn de kosten wat vaker als een bezoekbelemmering genoemd (door % tegenover 7% in 00). Nijmegenaren met een laag inkomen geven vaker aan de kosten als een bezoekbelemmering te zien (%). Hierbij hoort wel de nuancering dat de kosten naar verhouding vaak als bezoekbelemmering worden genoemd door personen die al frequent naar voorstellingen gaan. Van de personen, die nooit naar culturele voorstellingen gaan, noemt 0% de kosten als een bezoekbelemmering. Net als in 00 is een gebrek aan tijd de belangrijkste bezoekbelemmering. Het aanbod is dat minder. Het aandeel Nijmegenaren, dat vindt dat er onvoldoende of te weinig passend aanbod is, is licht afgenomen (van 0 naar 8%). Het aandeel, dat geen 7

behoefte heeft om vaker naar voorstellingen te gaan, is toegenomen (van 0 naar 8%). Er is ook nog apart gevraagd of men in Nijmegen iets op het gebied van cultuur mist; 5% van de volwassen Nijmegenaren mist een bepaald cultuuraanbod in Nijmegen. In 00 gold dat nog voor 6%. Er zijn geen wensen met betrekking tot dat aanbod, die bij bredere groepen leven. Geen enkele wens leeft bij meer dan % van de volwassen Nijmegenaren. Net als in 00 zijn het vooral de frequente voorstellingenbezoekers, die zaken in het cultuuraanbod missen. Van de mensen, die geen culturele voorstellingen bezoeken, mist % een bepaald aanbod. Bij de mensen, die meer keer per maand voorstellingen bezoeken, geldt dat voor ruim een derde.. Bekendheid van en bezoek aan gesubsidieerde podia.. Bekendheid van podia Figuur 6: percentage volwassen Nijmegenaren dat de gesubsidieerde podia kent 8% Lindenberg Theater 007 90% LUX 8% 00 Doornroosje 7% 85% Stadsschouwburg 96% 9% concertgebouw De Vereeniging 95% 9% 0% 0% 0% 60% 80% 00% 0% In vergelijking met 00 is de bekendheid van Doornroosje en LUX bij de Nijmeegse volwassenen duidelijk toegenomen. Ook de bekendheid van de Keizer Karel Podia is nog wat verder toegenomen. In oktober 006 ging het Lindenberg Theater open. Dat was het resultaat van de fusie tussen het Steigertheater en De Lindenberg. Het podium is reeds bij een ruime meerderheid bekend (8%), waarbij een rol zal spelen dat de nieuwe naam op de oude lijkt... Bezoek aan podia Twee derde van de volwassen Nijmegenaren geeft aan in de voorgaande maanden één of meer gesubsidieerde podia in Nijmegen bezocht te hebben voor het bijwonen van voorstellingen/activiteiten. 8

Resultaten bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie Figuur 7: percentage volwassen Nijmegenaren dat aangeeft de gesubsidieerde podia in de voorgaande maanden bezocht te hebben Lindenberg Theater 8 % LUX 7% 5% Doornroosje 5% 9 % Stadsschouwburg concertgebouw De Vereeniging % % 5% 5% 007 00 0% 0% 0% 0% 0% 50% 60% LUX heeft het grootste bereik onder de Nijmegenaren: ruim de helft van de volwassen Nijmegenaren geeft aan er in de voorgaande maanden geweest te zijn. Op de tweede en derde plaats staan De Vereeniging en de Stadsschouwburg. Bij Doornroosje is het bereik onder de volwassen Nijmegenaren het sterkst toegenomen: van 5% in 00 naar 9% in 007. Ook het bereik van LUX en de Stadsschouwburg nam toe. Ook de bezoekcijfers van de podia ontwikkelen zich positief. - Het totale aantal voorstellingenbezoeken in de gesubsidieerde podia is gestegen van circa 55.000 in 00 tot circa 70.000 in 006. - Zowel in 005 als in 006 trokken de voorstellingen in de Stadsschouwburg en De Vereeniging in totaal circa 70.000 bezoekers. In de zes jaar daarvoor schommelde het aantal bezoekers tussen de 8.000 en de 6.000. De grootste bezoekerswinst in die periode is geboekt in de Stadsschouwburg. Sinds de verbouwing in 00 telt de theaterzaal van de schouwburg meer zitplaatsen (ruim 900). Het gemiddeld aantal bezoekers steeg sinds die tijd naar circa 60 per voorstelling. - Het Steigertheater fuseerde in 006 met De Lindenberg; najaar 006 ging het Lindenberg Theater, dat drie podia telt, open. In 007 trok het theater circa.500 bezoekers. Dat is beduidend meer dan De Lindenberg en Het Steigertheater voorheen gezamenlijk trokken (circa.000 bezoekers). - In 007 trokken de podiumactiviteiten in Doornroosje een recordaantal van 6.500 betalende bezoekers. In de periode 00-006 werden jaarlijkse bezoekersaantallen van tussen de 55.000 en 60.000 gehaald. En in 00 en 00 lag het jaarlijkse bezoekersaantal op circa 5.000. Ook het gemiddeld aantal bezoekers per activiteit is in de afgelopen jaren gestegen: van circa 0 in 00 en 00 naar ruim 00 in 007. Behalve activiteiten in Doornroosje organiseert dit podium ook activiteiten op externe locaties. De bezoekers daarvan zijn hier niet meegerekend. - Het jaarlijkse aantal filmbezoeken in LUX ligt boven de 00.000 per jaar, met uitzondering van 005 toen er circa 75.000 filmbezoeken werden geteld. In de periode 00-00 steeg het aandeel van LUX in het totale filmbezoek in Nijmegen 9

van % naar %. En sinds 00 trekt LUX bijna de helft van alle filmbezoekers in Nijmegen. Hier hoort wel de opmerking bij dat er sinds de sluiting van bioscoop Centrum in 005 nog maar twee commerciële bioscopen in Nijmegen zijn... Overlap tussen bezoekers Bijna de helft van de volwassen Nijmegenaren bezocht in de voorgaande maanden twee of meer van de vijf gesubsidieerde podia; % bezocht in die periode vier of alle vijf de podia. Tabel : aantal gesubsidieerde podia dat door volwassen Nijmegenaren in de voorgaande maanden werd bezocht (in %) geen van de podia % podium 9% podia 0% podia 8% podia 9% 5 podia % Tabel laat zien welk deel van de Nijmeegse bezoekers van De Vereeniging, de Stadsschouwburg, LUX, Doornroosje en het Lindenberg Theater ook naar de andere podia gaat. Onder meer blijkt dat LUX door een groot deel van de bezoekers van de andere podia bezocht wordt. Tabel : in hoeverre zijn de Nijmeegse bezoekers van de afzonderlijke podia in de voorgaande maanden in de andere podia geweest? (in %) in voorgaande maanden bezoek gebracht aan: bezoekers van: Vereeniging Stadsschouwburg LUX Doornroosje Lindenberg Theater Vereeniging - 68% 5% % 56% Stadsschouwburg 6% - 8% % 55% LUX 75% 7% - 8% 80% Doornroosje % 5% % - 0% Lindenberg Theater 8% 9% 7% 8% - 0

Resultaten bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie.. Bezoekers van buiten Nijmegen De publieksonderzoeken bij de podia laten zien in welke mate deze bezoekers van buiten Nijmegen trekken. Tabel : waar komen de bezoekers van de podia vandaan? (in %) bezoekers van: Vereeniging Stadsschouwburg LUX Doornroosje Lindenberg woonachtig in: Theater Nijmegen 8% % 66% 8% 67% buurgemeenten 6% 7% % 8% % rest Gelderland % 7% 8% 5% 8% Noord-Brabant 6% 5% 5% % 5% Limburg % % % 6% % elders % % 7% 0% 5% De Vereeniging, de Stadsschouwburg en Doornroosje trekken relatief veel bezoekers van buiten de stad; ruim de helft komt van buiten Nijmegen. Bij De Vereeniging en de Stadsschouwburg gaat het vooral om bezoekers uit de regio, bij Doornroosje gaat het vaker om bezoekers van verder weg.. Bezoek musea Circa 0% van de volwassen Nijmegenaren heeft in de voorgaande maanden één of meer Nijmeegse musea bezocht. Een groot deel daarvan heeft Museum Het Valkhof bezocht. Ten opzicht van 00 is dat geen verandering. Wel veranderd is het aandeel dat buiten Nijmegen naar musea gaat. In 00 gaf % aan in de voorgaande maanden één of meer musea buiten Nijmegen bezocht te hebben. Nu is dat %. Figuur 8: percentage Nijmegenaren dat aangeeft in de voorgaande maanden één of meer musea bezocht te hebben museum/musea in en/of buiten Nijmegen bezocht 5% 60% museum/musea in Nijmegen bezocht % 0% M useum Het Valkhof bezocht 6% % 007 00 museum/musea buiten Nijmegen bezocht % % 0% 0% 0% 0% 0% 50% 60% 70% De Herculaneum-tentoonstelling, die eind 006 en begin 007 circa 5 weken te bezichtigen was, zorgde met ruim.000 bezoekers voor een nieuw bezoekersrecord. In het kader van de in 007 gestarte Evenementenmonitor heeft de afdeling O&S onderzoek verricht naar de waardering voor deze tentoonstelling en de economische en

promotionele effecten. De waardering bleek hoog (8, als gemiddeld rapportcijfer). En de effecten zijn aanzienlijk: de tentoonstelling leidde tot circa,5 miljoen euro aan extra bestedingen in de stad en het museum. Veel bezoekers kwamen van buiten Nijmegen en omgeving en gaven aan Nijmegen vaker te willen gaan bezoeken..5 Bezoek bibliotheek Het aandeel bibliotheekbezoekers onder de volwassen Nijmegenaren is afgenomen: van 5% in 00 naar % in 007. De daling van het aandeel bibliotheekbezoekers in Nijmegen is het scherpst bij de jongvolwassenen (zie Figuur 9). Figuur 9: percentage dat in de voorgaande maanden de bibliotheek bezocht heeft, naar leeftijd 70% 60% 00 005 007 50% 0% 0% 0% 0% 0% 8- jr 5- jr 5+ Cijfers van de bibliotheek laten zien dat er sinds 00 sprake is van een afname van het totale aantal bezoeken, dat jaarlijks aan de centrale vestiging en de wijkvestigingen gebracht wordt. Sinds 00 is die daling gering; in 006 werden in totaal bijna 960.000 bezoeken geteld, in 00 bijna miljoen. Sinds 006-007 hebben.000 leerlingen in het Nijmeegse voortgezet onderwijs de Cultuurpas CJ. Met deze gratis pas zijn jongeren automatisch lid van de bibliotheek en kunnen ze met korting naar culturele activiteiten. Door de pas is het aantal leden in Nijmegen in 006 gestegen naar ruim 5.000. Wanneer de Cultuurpas-leden niet meegeteld worden, is er sprake van een lichte daling van het ledenbestand. Ook landelijk is het aantal leden gedaald: met 9% in de periode 000-005. Deze landelijke daling is sterker bij de volwassen leden (-%) dan bij de jeugdleden (-6%). In de periode 000-005 nam het jaarlijks aantal uitleningen in Nijmegen met 6% af naar iets minder dan,5 miljoen per jaar. Maar in 006 lag het aantal uitleningen weer boven de,5 miljoen. Ook landelijk is het aantal uitleningen in de periode 000-005 met 7% gedaald; bij de categorie boeken volwassenen non-fictie is de daling het sterkst. Sinds januari 007 zijn er in Neerbosch-Oost en Oosterhout wijkvestigingen op maat. Dit zijn kleinere wijkvestigingen die zich vooral richten op enkele doelgroepen, zoals

Resultaten bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie kinderen, ouderen en allochtonen. De aanwezige collectie is qua omvang beperkt, maar wel gericht op de genoemde doelgroepen. Voor zover er materiaal niet aanwezig is, kunnen de bezoekers dit elders bestellen. Najaar 007 heeft de afdeling O&S het functioneren van deze wijkvestigingen geëvalueerd. Kinderen en hun ouders/opvoeders blijken in ruime mate gebruik te maken van de bibliotheekvestigingen in Neerbosch-Oost en Oosterhout. Circa de helft van hen geeft aan nu vaker dan voorheen naar de bibliotheek te gaan. Daar staat tegenover dat de doelgroep 65-plussers (en daarbinnen vooral de Turkse en Marokkaanse ouderen) in Neerbosch-Oost minder bereikt wordt dan de bedoeling was. De algemene daling van het bibliotheekbezoek, die zich in heel Nijmegen (en Nederland) voordoet, heeft zich in Neerbosch-Oost en Oosterhout niet voorgedaan. Het aantal leden van de bibliotheek is zowel in Neerbosch-Oost als Oosterhout op peil gebleven en zelfs in bepaalde leeftijdsgroepen gestegen. In Oosterhout blijkt 8% van de volwassen wijkbewoners lid van de bibliotheek te zijn; dat is iets meer dan het gemiddelde percentage (7) in Nijmegen. In Neerbosch-Oost is 5% van de volwassen wijkbewoners lid. Voor het afbranden van het oude wijkfiliaal in 00 lag dat percentage lager, namelijk op 0%. In Neerbosch-Oost zegt 80% van de bezoekers zeer te zijn over de wijkvestiging, terwijl % aangeeft: het gaat wel. In Oosterhout is 65% zeer en zegt 5%: het gaat wel. In Neerbosch-Oost krijgt de bibliotheekvesting als rapportcijfer 8, en in Oosterhout 7,7..6 Deelname aan kunstzinnige vorming Deze keer zijn bij het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie geen vragen gesteld over de deelname aan kunstzinnige vorming. Gegevens van Centrum voor de Kunsten De Lindenberg laten zien dat het totaal aantal cursisten (jongeren en volwassenen) licht gedaald is: van 5.00 tot 5.600 in de periode 00-006 naar 5.00 in 007. Maar het aantal cursisten uit Nijmegen is ongeveer gelijk gebleven: circa.800 cursisten beneden de 8 jaar (6,% van alle 0-7-jarigen) en circa.000 volwassen cursisten (,5% van alle volwassen Nijmegenaren)..7 Amateurkunstbeoefening Deze keer zijn bij het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie geen vragen over amateurkunstbeoefening gesteld. Uit landelijk onderzoek blijkt dat eenderde van de amateurkunstbeoefenaars van boven de 5 jaar in georganiseerd verband met hun passie bezig is. Het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie in 00 liet voor Nijmegen hetzelfde beeld zien. Gegevens om de amateurkunstbeoefening in Nijmegen goed met landelijke cijfers te kunnen vergelijken hebben we niet. Wel zijn er indicaties dat de deelname aan amateurkunst in Nijmegen relatief groot is..8 Bekendheid en gebruik Uitburo Sinds september 006 is in de Nijmeegse Stadsschouwburg het Uitburo Nijmegen gevestigd. Mensen kunnen daar terecht voor kaartjes voor voorstellingen of concerten in Nijmegen of elders in het land. Om een eerste beeld van de bekendheid en het gebruik te krijgen, zijn in het bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie enkele vragen opgenomen. Het onderzoek is in de eerste vijf maanden van 007 uitgevoerd. Één op

de drie volwassen Nijmegenaren bleek het Uitburo te kennen. Een kwart van hen wist echter niet waar het gevestigd is. Bijna op de 0 Nijmegenaren had gebruik gemaakt van het Uitburo. In het bevolkingsonderzoek is ook gevraagd naar de websites www.uitburo.nl en www.nijmeegsuitburo.nl ; % kende deze aan elkaar gekoppelde sites en 7% had er gebruik van gemaakt. Uit de najaar 007 uitgevoerde publiekonderzoeken bij de podia blijkt dat niet veel podiabezoekers de betreffende sites als een belangrijke informatiebron zien. Bij de vraag hoe men over het algemeen op de hoogte blijft van de programmering van het podium heeft à % van de bezoekers internetsite (Nijmeegs) Uitburo aangekruist. De eigen sites van de podia daarentegen worden door veel bezoekers gebruikt, variërend van % van de bezoekers van De Vereeniging en het Lindenberg Theater tot 6% van de bezoekers van Doornroosje..9 Verschillen naar deelgroepen Uit een nadere door O&S verrichte analyse van de mate waarin de cultuurdeelname samenhangt met diverse achtergrondvariabelen is gebleken dat het opleidingsniveau een belangrijke factor voor cultuurdeelname is. Ook het inkomen, de leeftijd en de huishoudensamenstelling zijn van belang voor cultuurdeelname. Etniciteit is minder een verklarende factor voor verschillen in cultuurdeelname, hoewel de cultuurdeelname bij niet-westerse allochtonen duidelijk verschilt van die bij westerse allochtonen en autochtonen. Dat verschil heeft meer met opleiding en inkomen dan met etniciteit zelf te maken. Hieronder zijn de verschillen naar opleiding, leeftijd en etniciteit op een rij gezet.

Resultaten bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie.9. Verschillen naar opleiding Van de hoogopgeleiden bezoekt een ruime meerderheid culturele voorstellingen en gesubsidieerde podia. Van de laag- en middelbaar opgeleiden doet ongeveer de helft dat. Verder is het aandeel hoogopgeleiden dat Nijmeegse musea bezoekt circa twee keer zo groot als bij de laag- en middelbaar opgeleiden. En ook het aandeel dat de bibliotheek bezoekt is bij de hoogopgeleiden duidelijk groter. Dergelijke verschillen zagen we ook in 00. Figuur 0: deelname van Nijmegenaren aan culturele activiteiten in Nijmegen in de voorgaande maanden, naar opleiding (in %) culturele voorstelling bezocht (exclusief film) % 76% filmvoorstelling bezocht % 8% gesubsidieerd podium bezocht 5% 8% museum bezocht 6% 5% bibliotheek bezocht 0% 50% 0% 0% 0% 0% 0% 50% 60% 70% 80% 90% hoog laag/middelbaar Voor de meeste genres geldt dat de belangstelling bij hoogopgeleiden duidelijk groter is dan bij laag- en middelbaar opgeleiden. Maar bij de belangstelling voor musicals, harmonieën/fanfares en dance zijn de verschillen naar opleiding veel kleiner. 5

Figuur : belemmeringen voor het vaker naar culturele voorstellingen en evenementen gaan, naar opleiding (in %) zou niet vaker willen gaan 0% 8% te weinig tijd % % te duur 7% % aanbod (te weinig passend, te klein) 7% 8% jonge kinderen thuis, regelen van oppas % 9% andere vrijetijdsbestedingen krijgen prioriteit % 6% snel uitverkocht % % niet op de hoogte van aanbod slechte gezondheid, leeftijd % % % 8% laag/middelbaar hoog 0% 0% 0% 0% 0% 50% Laag- en middelbaar opgeleiden geven relatief vaak aan dat ze geen belangstelling hebben om vaker naar voorstellingen te gaan. Verder noemen ze als bezoekbelemmeringen een gebrek aan tijd, de kosten en de slechte gezondheid en/of de hoge leeftijd. Ook bij de hoogopgeleiden zijn een gebrek aan tijd en de kosten de meest genoemde redenen om niet vaker naar voorstellingen te gaan. Voor beide groepen geldt dat het aanbod minder vaak als een bezoekbelemmering is genoemd. Er is ook nog apart gevraagd of men in Nijmegen iets op het gebied van cultuur mist. Van de laag- en middelbaar opgeleiden geeft 7% aan iets in het Nijmeegse cultuuraanbod te missen. Bij de hoogopgeleiden is dat percentage een stuk hoger (%). Er zijn geen aanbodwensen die bij bredere groepen leven. 6

Resultaten bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie.9. Verschillen naar leeftijd Figuur laat zien dat het percentage 8--jarigen dat culturele voorstellingen bezoekt net zo hoog is als bij de 5--jarigen. Verder is het aandeel filmbezoekers relatief hoog bij de 8--jarigen (87%). Ook bezoekt een relatief groot deel van hen gesubsidieerde podia. Voor de Nijmeegse musea is de belangstelling bij de 8-- jarigen minder groot dan bij de oudere leeftijdsgroepen. Dit beeld komt overeen met wat we in 00 zagen. Figuur : deelname van Nijmegenaren aan culturele activiteiten in Nijmegen in de voorgaande maanden, naar leeftijd (in %) culturele voorstelling bezocht (exclusief film) 55% 66% 67% filmvoorstelling bezocht 50% 75% 87% gesubsidieerd podium bezocht 59% 7% 80% museum bezocht % 7% 8% bibliotheek bezocht 7% 5% 9% 0% 0% 0% 0% 0% 50% 60% 70% 80% 90% 5 jaar en ouder 5- jaar 8- jaar Tussen de 8--jarigen en de 5-5-jarigen zijn de verschillen in de belangstelling voor de diverse genres niet heel groot, met uitzondering van dance dat vooral iets voor de jongvolwassenen is. De groep van 5 jaar en ouder heeft duidelijk meer belangstelling voor klassieke muziek en kooruitvoeringen dan de jongere leeftijdsgroepen. 7

Figuur : belemmeringen voor het vaker naar culturele voorstellingen en evenementen gaan, naar leeftijd (in %) zou niet vaker willen gaan % % % te weinig tijd 6% % 0% te duur 6 % 0% 9% aanbod (te weinig passend, te klein) 6% 9% 9% jonge kinderen thuis, regelen van oppas 0% % 6 % andere vrijetijdsbestedingen krijgen prioriteit % 5% % snel uitverkocht niet op de hoogte van aanbod slechte gezondheid, leeftijd % 5% % 5% % % % % 9% 8- jaar 5- jaar 5 jaar en ouder 0% 0% 0% 0% 0% 50% Bij de 8--jarigen vormen de kosten de belangrijkste belemmering voor het vaker naar voorstellingen gaan. Maar ook een gebrek aan tijd speelt een rol. Bij de leeftijdgroep daarboven (5- jaar) is dit laatste de belangrijkste bezoekbelemmering, gevolgd door de kosten en het moeten regelen van een oppas voor de kinderen. Bij de 5-plussers speelt relatief het meest dat ze niet vaker naar voorstellingen willen gaan. Voor alle drie de leeftijdsgroepen geldt dat het aanbod minder vaak als bezoekbelemmering is genoemd. Er is ook nog apart gevraagd of men in Nijmegen iets op het gebied van cultuur mist. Van de 8--jarigen geeft 6% aan iets in het Nijmeegse cultuuraanbod te missen. Bij de 5--jarigen is dat percentage wat hoger (8%) en bij de 5-plussers lager (%). Er zijn geen aanbodwensen die bij bredere groepen leven. 8

Resultaten bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie.9. Verschillen naar etniciteit Figuur laat zien dat niet-westerse allochtonen naar verhouding minder naar culturele voorstellingen, gesubsidieerde podia en musea in Nijmegen gaan dan westerse allochtonen en autochtone Nijmegenaren. Voor het filmbezoek is het verschil kleiner. Niet-westerse allochtonen gaan minder naar filmhuisfilms, maar wat meer naar films in commerciële bioscopen. In vergelijking met 00 is de cultuurdeelname bij de niet-westerse allochtonen op een aantal punten afgenomen; een kleiner deel bezoekt in Nijmegen filmvoorstellingen (6% tegenover 65% in 00), overige culturele voorstellingen (% tegenover 9% in 00) en musea (7% tegenover 0% in 00) 7. Het percentage dat de bibliotheek bezoekt is bij de niet-westerse allochtonen wat hoger dan bij de andere groepen. Figuur : deelname van Nijmegenaren aan culturele activiteiten in Nijmegen in de voorgaande maanden, naar etniciteit (in %) culturele voorstelling bezocht (exclusief film) % 6% 60% filmvoorstelling bezocht 6% 66% 65% gesubsidieerd podium bezocht 5% 66% 69% museum bezocht 7% % 7% bibliotheek bezocht 0% % 8% 0% 0% 0% 0% 0% 50% 60% 70% niet-westerse allochtonen westerse allochtonen autochtonen Bij de genoemde belemmeringen voor meer voorstellingenbezoek zien we weinig verschil tussen de niet-westerse allochtonen en de andere groepen. Voor alle groepen geldt dat een gebrek aan tijd de belangrijkste belemmering is, gevolgd door de kosten die het voorstellingenbezoek met zich meebrengt. 7 De percentages voor 00 zijn herberekend. Tegenwoordig werken we met de CBS-definitie van niet-westerse allochtonen; in 00 werd nog de wat ruimere VNG-definitie gehanteerd. 9

Figuur 5: belemmeringen voor het vaker naar culturele voorstellingen en evenementen gaan, naar etniciteit (in %) zou niet vaker willen gaan 5% 9% 0% te weinig tijd % 0% 6% te duur % 0% % aanbod (te weinig passend, te klein) jonge kinderen thuis, regelen van oppas 7% 8% 7% 8% 7% % andere vrijetijdsbestedingen krijgen prioriteit snel uitverkocht niet op de hoogte van aanbod slechte gezondheid, leeftijd 5% 5% % % % % % % % 5% % % autochtonen westerse allochtonen niet-westerse allochtonen 0% 0% 0% 0% 0% 50% Voor alle drie de groepen geldt dat het aanbod minder vaak als een bezoekbelemmering is genoemd. Er is ook nog apart gevraagd of men in Nijmegen iets op het gebied van cultuur mist. Van de niet-westerse allochtonen geeft 8% aan iets in het Nijmeegse cultuuraanbod te missen. Bij de westerse allochtonen is dat percentage wat hoger (%) en bij de autochtonen wat lager (%). Er zijn geen aanbodwensen die bij bredere groepen leven. 0

Resultaten bevolkingsonderzoek cultuurparticipatie.0 Verschillen naar stadsdelen In de vorige paragraaf is beschreven dat opleiding een belangrijke factor voor cultuurdeelname is. Daarmee samenhangend zien we een lagere cultuurdeelname in de stadsdelen waar relatief veel laag- en middelbaar opgeleiden wonen (Oud- en Nieuw-West, Zuid, Dukenburg en Lindenholt). Tabel 5: deelname van Nijmegenaren aan culturele activiteiten in Nijmegen in de voorgaande maanden, naar stadsdeel (in %) Centrum Oost Oud- Nieuw- Midden Zuid Dukenb. Lindenh. Noord West West culturele voorstelling 77% 78% 6% 55% 6% 8% 50% 8% 68% bezocht (excl. film) filmvoorstelling 86% 8% 6% 6% 66% 5% 5% 60% 70% bezocht gesubsidieerd 88% 85% 68% 6% 70% 5% 5% 55% 7% podium bezocht museum bezocht 50% 57% 5% 7% % 7% % % 6% bibliotheek bezocht % 7% 0% 8% 9% 5% % % 9% Centrum en Oost zijn de stadsdelen met de hoogste cultuurdeelname. Behalve het opleidingsniveau van de bewoners van deze stadsdelen speelt ook de nabijheid van het culturele aanbod een rol. Dit kunnen we illustreren met een overzicht van het aandeel frequente voorstellingenbezoekers per stadsdeel. Figuur 6: percentage volwassen Nijmegenaren dat minimaal keer per maand naar culturele voorstellingen in Nijmegen gaat Oost 57% Centrum 57% M idden 0% Oud-West 9% Noord % Nieuw-West % Zuid 8% Dukenburg % Lindenholt % 0% 0% 0% 0% 0% 50% 60%

. Geen actuele stedenvergelijking mogelijk Er zijn weinig actuele gegevens over de cultuurdeelname in andere steden, die we met de cijfers voor Nijmegen kunnen vergelijken 8. Gegevens van enkele jaren geleden lieten zien dat Nijmegenaren relatief veel naar culturele voorstellingen gaan (zie Tabel 6). Dat heeft onder meer te maken met het naar verhouding hoge aandeel hoogopgeleiden in Nijmegen. Tabel 6: bezoek aan culturele voorstellingen en voorzieningen in en/of buiten de stad in de voorgaande maanden (in %) Nijmegen Arnhem Eindhoven Den Tilburg Breda Hengelo Maastricht Utrecht Rotterdam bezoek aan: Bosch filmvoorstelling 70 6 56 57 65 5 5 60 66 57 toneelvoorstelling 5 5 9 9 5 0 8 8 cabaret of 5 0 7 6 7 6 kleinkunst ballet- 0 7 9 /dansvoorstelling concert klassieke 0 5 5 9 8 5 5 muziek kooruitvoering 6 5 6 0 8 jazz- 8 6 5 7 7 0 8 6 /bluesconcert concert pop- 9 6 0 6 0 8 /wereldmuziek danceparty 8 8 0 0 9 0 6 musical 7 9 5 6 5 9 museum 60 6 7 9 8 # 7 bezienswaardig 5 6 5 60 7 59 # 9 gebouw bibliotheek 5 7 5 56 # # # niet bekend. 8 In 00 en de jaren daarna werd in diverse steden onderzoek naar de cultuurparticipatie gehouden met behulp van de Richtlijn Cultuurdeelname Onderzoek (RCO). De RCO werd gezien als een instrument om effecten van het Actieplan Cultuurbereik te meten. Maar bij de tweede fase van het Actieplan (005-008) wordt dit instrument niet meer voor de evaluatie ingezet.

Samenvatting publieksonderzoeken bij gesubsidieerde podia Samenvatting publieksonderzoeken bij gesubsidieerde podia. Inleiding In 00 voerde de afdeling O&S in samenwerking met de culturele podia en de gemeentelijke afdeling Cultuur Sport en Recreatie publieksonderzoeken bij de podia uit. Voor het eerst werd gebruik gemaakt van een standaardvragenlijst, zodat een goede vergelijking tussen de podia mogelijk werd. Najaar 007 zijn de publieksonderzoeken in opdracht van de Directie Inwoners van de gemeente en in samenwerking met de podia 9 en het gemeentelijke programmateam cultuur herhaald. In dit hoofdstuk is een samenvatting van de resultaten opgenomen. Eerst volgt een overzicht van de uitkomsten per podium. Daarna zijn de overeenkomsten en verschillen tussen de podia beknopt beschreven. Tot slot is er aandacht voor economische effecten van de podia. In de bijlage vindt u een schematisch overzicht van de verschillen tussen de podia.. Publieksonderzoek De Vereeniging In concertgebouw De Vereeniging vinden diverse soort muziekoptredens plaats, zoals klassieke muziekconcerten, optredens van moderne/populaire muziekartiesten en wereldmuziekconcerten. Jaarlijks komen er op de circa 00 geprogrammeerde voorstellingen zo n 65.000 bezoekers af. De meeste optredens vinden plaats in de concertzaal, die plaats biedt aan.50 personen (bij concerten van moderne/populaire artiesten worden maximaal.800 bezoekers toegelaten, waarbij het deels om staanplaatsen gaat). Daarnaast vinden er optreden plaats in de ING-zaal, die in 999 in de originele staat is teruggebracht (5 zitplaatsen)... Beschrijving publiek Veel bezoekers uit de regio en veel oudere bezoekers Iets meer dan de helft van de bezoekers komt van buiten Nijmegen, met name uit de buurgemeenten (6%) en de rest van Gelderland (%). Het podium trekt een ouder publiek; de helft is 50 jaar of ouder en circa een vijfde is jonger dan 0 jaar. Driekwart van de bezoekers is hoog opgeleid. Circa 70% maakt deel uit van een huishouden zonder thuiswonende kinderen. In grote lijnen is het publieksprofiel hetzelfde als in 00. Kijken we naar de aantrekkingkracht van De Vereeniging op Nijmegenaren, dan valt het volgende op: de verdeling van de Nijmeegse bezoekers over de stad verschilt niet sterk 9 LUX, Keizer Karel Podia (De Vereeniging en de Stadsschouwburg), Doornroosje en het Lindenberg Theater.

van de verdeling voor de totale Nijmeegse bevolking vanaf jaar. Wel trekt De Vereeniging relatief veel bewoners uit Nijmegen-Oost en relatief weinig bewoners uit Oud-West. De niet-westerse allochtonen onder de Nijmegenaren gaan relatief weinig naar De Vereeniging. Weinig verschuiving in de belangstelling voor verschillende genres Ten opzichte van 00 is de belangstelling bij de bezoekers voor verschillende soorten culturele voorstellingen niet veel veranderd. Klassieke muziek blijft nummer één: 56% van de bezoekers van De Vereeniging heeft hier veel belangstelling voor. Verder heeft circa 0 tot 7% veel belangstelling voor de volgende genres: cabaret, toneel, musical, filmhuisfilms, popmuziek, ballet/dans en wereldmuziek. Voor andere genres geldt dat kleinere percentages bezoekers - variërend van 8 tot % - daar veel belangstelling voor hebben. Er is een behoorlijke overlap tussen de bezoekers van De Vereeniging en de Stadsschouwburg; ruim twee derde van de bezoekers van De Vereeniging gaat minimaal keer per jaar naar de Stadsschouwburg. In vergelijking met 00 zijn er meer bezoekers van De Vereeniging, die ook naar LUX gaan; 5% van de bezoekers van De Vereeniging heeft in het afgelopen jaar LUX bezocht, tegenover 9% in 00... Werking keuzegedrag Het passende aanbod, de nabijheid en de goede accommodatie zijn belangrijke bezoekredenen Veel bezoekers gaan naar concerten in De Vereeniging omdat ze aansluiten bij hun smaak (58% ik houd van genre/mijn smaak; % vanwege optredende artiesten, musici, acteurs, regisseur). Verder heeft bijna 0% voor de gezelligheid, avondje uit als bezoekreden aangekruist. De meest aangekruiste reden waarom men de laatst bezochte activiteit in De Vereeniging en niet elders bezocht heeft, is de nabijheid van De Vereeniging (66%). Ook de goede zaal/accommodatie is een veel genoemde reden om voor De Vereeniging te kiezen (%). Circa de helft van de bezoekers komt minimaal keer per jaar in De Vereeniging; nog eens een derde komt er of keer per jaar. Dertig procent van de bezoekers zou vaker naar activiteiten in De Vereeniging willen gaan dan men het afgelopen jaar is geweest. En % zou misschien vaker willen gaan. Het meest aangekruist als reden om De Vereeniging niet vaker te bezoeken is te duur (0%). Ook in 00 waren de kosten de belangrijkste bezoekbelemmering. Andere veel aangekruiste redenen zijn dat men te weinig tijd heeft (%) en dat andere vrijetijdsbestedingen prioriteit krijgen (%). Belang van internet als informatiebron voor activiteitenaanbod sterk toegenomen Net als in 00 is de programmagids van de Keizer Karel Podia met afstand de belangrijkste informatiebron voor het op de hoogte blijven van het activiteitenaanbod in De Vereeniging. Twee derde van de bezoekers gebruikt de programmagids om zich te informeren over het programma-aanbod. In 00 gold dat voor 76%.

Samenvatting publieksonderzoeken bij gesubsidieerde podia Verder is het belang van internet voor de informatievoorziening over het aanbod sterk gestegen. Nu maakt % gebruik van de site van de Keizer Karel Podia, tegenover 7% in 00. Ook lokale en regionale kranten blijven een belangrijke informatiebron. Twee derde van de bezoekers vindt de huidige informatieverstrekking over het activiteitenaanbod van De Vereeniging prima. Een derde noemt één of meer andere manieren waarop men in de toekomst op de hoogte gehouden zou willen worden. Drie manieren zijn ongeveer even vaak aangekruist: via een nieuw programmablad met het complete cultuuraanbod in Nijmegen (5%), via programmaboekje/-folder per post (%) en via een digitale nieuwsbrief of e-mailberichten (%)... Oordeel over aanbod Oordeel over aanbod blijft positief Net als in 00 is een ruime meerderheid van de bezoekers over de kwaliteit (89%) en diversiteit (70%) van het aanbod (zie Tabel 7). Ook over de hoeveelheid activiteiten is een ruime meerderheid (78%). Het aandeel dat er on over is, is afgenomen van 5% in 00 naar % nu. Tabel 7: (on)heid over vijf aspecten van het aanbod (in %) kwaliteit geboden activiteiten: on diversiteit geboden activiteiten: on hoeveelheid geboden activiteiten: on toegangsprijzen: on aanvangstijden: on * niet naar gevraagd in 00 007 00 88 70 78 7 5 9 89 70 6 75 5 6 * In vergelijking met 00 zien we een afname van de heid over de toegangsprijzen (van 6% in 00 naar 7% in 007). Het aandeel dat niet is over de toegangsprijzen is ongeveer gelijk gebleven (5%). Weinig wensen m.b.t. activiteitenaanbod Bij de vraag naar verbetersuggesties voor De Vereeniging heeft % uiteenlopende wensen m.b.t. het activiteitenaanbod genoemd. En aan het slot van de vragenlijst heeft % uiteenlopende aanbodwensen genoemd. Maar er zijn geen aanbodwensen die bij bredere groepen bezoekers leven. 5

.. Oordeel over accommodatie en service Minder onvrede over diverse aspecten van de accommodatie en service Van de bezoekers is 85% in het algemeen over de accommodatie van De Vereeniging; % is er on over. In 00 was 89% en % on. Over de volgende aspecten van de accommodatie en de service zijn relatief veel bezoekers on: het zitcomfort in de zaal (%), de zaalverwarming (0%) en de mogelijkheden om bij het concertbezoek iets te eten en drinken (0%). Voor diverse aspecten m.b.t. de accommodatie en de service geldt dat de mate van onheid erover sinds 00 is afgenomen. Dat geldt met name voor de volgende aspecten: de garderobe, de mogelijkheden om bij het concertbezoek iets te eten en drinken, het beeld/zicht in de zaal, het geluid in de zaal en de zaalverwarming. Ook het percentage dat on is over het zitcomfort in de zaal is afgenomen, maar de onvrede daarover blijft de meest genoemde klacht. Het aandeel dat on is over de telefonische bereikbaarheid is licht toegenomen. Gevraagd is naar verbetersuggesties m.b.t. aspecten van de accommodatie of de service. De meest opgeschreven suggesties zijn: betere stoelen, meer beenruimte (8%), meer (dames)toiletten, nettere/schonere toiletten (7%), zaaltemperatuur hoger/lager (7%) en meer en/of beter horecapersoneel (5%)...5 Bestedingen bezoekers Horecabestedingen in De Vereeniging gestegen Gemiddeld geven de bezoekers (inclusief degenen die niets uitgeven) voor, tijdens of na het concertbezoek 9,00 in De Vereeniging uit aan eten en/of drinken. In 00 lag dat bedrag op 6,0. De stijging van de gemiddelde horecabestedingen van bezoekers in de Vereeniging met ruim 0% is groter dan de stijging van de horecaprijzen in Nederland in de periode 00-007 (%). Bezoekers geven gemiddeld circa euro in de stad uit Van de bezoekers geeft % voor of na het concertbezoek in De Vereeniging geld in de stad (buiten De Vereeniging) uit. Uitgaven voor eten en/of drinken komen het meest voor, gevolgd door uitgaven voor parkeren. Gemiddeld geven de bezoekers (inclusief degenen die niets uitgeven),0 in de stad uit. Bezoekers van buiten Nijmegen geven gemiddeld meer in de stad uit ( 6,90) dan Nijmeegse bezoekers ( 0,80). Het jaarlijks aantal voorstellingenbezoeken voor De Vereeniging ligt op circa 65.000. Jaarlijks leidt dat bezoek naar schatting tot ruim 900.000 euro aan uitgaven in de stad (exclusief de uitgaven in het podium).. Pubieksonderzoek de Stadsschouwburg De Stadsschouwburg Nijmegen behoort tot de grotere theaters in Nederland. Jaarlijks komen er zo n 05.000 bezoekers op de circa 65 geprogrammeerde voorstellingen af. Sinds de verbouwing in 00 telt de theaterzaal van de schouwburg meer zitplaatsen (ruim 900 tegenover 850 voor de verbouwing). Het gemiddeld aantal bezoekers per voorstelling steeg sinds die tijd naar circa 60. 6

Samenvatting publieksonderzoeken bij gesubsidieerde podia.. Beschrijving publiek Ruim de helft van bezoekers komt van buiten Nijmegen Van de bezoekers van de Stadsschouwburg komt 56% van buiten Nijmegen. Een groot deel daarvan komt uit de buurgemeenten en de rest van Gelderland. Driekwart van de bezoekers is 0 jaar of ouder. Bijna driekwart is hoog opgeleid. Twee derde maakt deel uit van een huishouden zonder thuiswonende kinderen. In vergelijking met 00 zien we de volgende verschuivingen in het publieksprofiel: - meer bezoekers van buiten Nijmegen (56% in 007 tegenover 9% in 00); - meer 55-plussers (% in 007 tegenover 8% in 00); - minder bezoekers die naar eigen zeggen een hoog inkomen hebben (6% in 007 tegenover 6% in 00). Kijken we naar de aantrekkingskracht van de Stadsschouwburg op Nijmegenaren, dan valt het volgende op: - de Nijmeegse bezoekers zijn tamelijk evenredig over de stadsdelen verdeeld; - de niet-westerse allochtonen onder de Nijmegenaren gaan relatief weinig naar de Stadsschouwburg. Lichte veranderingen in de belangstelling voor verschillende genres Ten opzichte van 00 is de belangstelling bij de Stadsschouwburgbezoekers voor verschillende soorten culturele voorstellingen niet sterk verschoven. Cabaret blijft nummer één, hoewel het deze keer door wat minder bezoekers is aangekruist: 6% van de bezoekers heeft hier veel belangstelling voor (tegenover 75% in 00). Voor vijf genres heeft circa een derde tot ruim de helft veel belangstelling: musical, toneel, film, klassieke muziek en ballet/dans. En voor drie genres heeft circa een kwart veel belangstelling: popmuziek, opera/operette en wereldmuziek. Toneel is door meer bezoekers aangekruist dan in 00, en ballet/dans door minder bezoekers. Er is een behoorlijke overlap tussen de bezoekers van de Stadsschouwburg en De Vereeniging; tweederde van de bezoekers van de Stadsschouwburg gaat minimaal keer per jaar naar De Vereeniging. Verder is 5% van de Stadsschouwburgbezoekers het afgelopen jaar in LUX geweest, en eveneens 5% in Museum Het Valkhof. Een kleiner deel heeft het afgelopen jaar het Lindenberg Theater (0%) en Doornroosje bezocht (7%)... Werking keuzegedrag Het passende aanbod en de nabijheid zijn belangrijke bezoekredenen Veel bezoekers gaan naar voorstellingen in de Stadsschouwburg omdat ze aansluiten bij hun smaak (6% ik houd van genre/mijn smaak; 5% vanwege optredende artiesten, musici, acteurs, regisseur). Verder heeft een derde voor de gezelligheid, avondje uit als bezoekreden aangekruist. De meest aangekruiste reden waarom men de laatst bezochte activiteit in de Stadsschouwburg en niet elders bezocht heeft, is de nabijheid van de Stadsschouwburg (68%). En voor circa een kwart is de goede zaal/accommodatie een reden om voor de Stadsschouwburg te kiezen. Bijna twee derde van de bezoekers komt minimaal keer per jaar in de Stadsschouwburg. Een derde van de bezoekers zou vaker naar activiteiten in de 7

Stadsschouwburg willen gaan dan men het afgelopen jaar is geweest. En 7% zou misschien vaker willen gaan. Het meest aangekruist als reden om de Stadsschouwburg niet vaker te bezoeken is te duur (%). Ook in 00 waren de kosten de belangrijkste bezoekbelemmering. Andere veel aangekruiste redenen zijn dat men te weinig tijd heeft (%) en dat andere vrijetijdsbestedingen prioriteit krijgen (6%). Belang van internet als informatiebron voor activiteitenaanbod sterk toegenomen Net als in 00 is de programmagids van de Keizer Karel Podia met afstand de belangrijkste informatiebron voor het op de hoogte blijven van het activiteitenaanbod in de Stadsschouwburg. Circa 70% gebruikt de programmagids om zich te informeren over het programma-aanbod. In 00 gold dat voor 85%. Verder is het belang van internet voor de informatievoorziening over het aanbod sterk gestegen. Nu maakt % gebruik van de site van de Keizer Karel Podia, tegenover % in 00. Ook lokale en regionale kranten blijven een belangrijke informatiebron. Driekwart van de bezoekers vindt de huidige informatieverstrekking over het activiteitenaanbod van de Stadsschouwburg prima. Een kwart noemt één of meer andere manieren waarop men in de toekomst op de hoogte gehouden zou willen worden: via een nieuw programmablad met het complete cultuuraanbod in Nijmegen (%), via programmaboekje/-folder per post (9%) of via een digitale nieuwsbrief of e-mailberichten (8%)... Oordeel over aanbod Oordeel over aanbod positiever dan in 00 Net als in 00 is een ruime meerderheid van de bezoekers over de kwaliteit (86%) en diversiteit (7%) van het aanbod (zie Tabel 8). Het aandeel dat on is over de kwaliteit van het aanbod is afgenomen van 7% in 00 naar % in 007. En ook het aandeel dat on is over de diversiteit van het aanbod is flink gedaald, van 5% naar %. Bij de hoeveelheid activiteiten zien we hetzelfde beeld: een ruime meerderheid is er over en het percentage onen nam af. Tabel 8: (on)heid over vijf aspecten van het aanbod (in %) kwaliteit geboden activiteiten: on diversiteit geboden activiteiten: on hoeveelheid geboden activiteiten: on toegangsprijzen: on aanvangstijden: on * niet naar gevraagd in 00 007 00 86 7 80 5 9 86 7 75 5 8 8 50 7 * 5 8

Samenvatting publieksonderzoeken bij gesubsidieerde podia Het oordeel over de toegangsprijzen is in vergelijking met 00 naar twee kanten toe gewijzigd; zowel het percentage dat is over de toegangsprijzen (% in 007 en 50% in 00) als het percentage dat er on over is (5% in 007 en 7% in 007) daalde. Over de aanvangstijden van de voorstellingen is 9%. Het percentage dat er on over is, daalde van 5% in 00 naar % nu. Weinig wensen m.b.t. activiteitenaanbod Bij de vraag naar verbetersuggesties voor de Stadsschouwburg heeft % uiteenlopende wensen m.b.t. het activiteitenaanbod genoemd. En aan het slot van de vragenlijst heeft % uiteenlopende aanbodwensen genoemd. Maar er zijn geen aanbodwensen die bij bredere groepen bezoekers leven... Oordeel over accommodatie en service Tevredenheid over accommodatie en service duidelijk toegenomen Een ruime meerderheid van de bezoekers is in het algemeen over de accommodatie van de Stadsschouwburg (9%); minder dan % is er on over. Dat is een verbetering ten opzichte van 00, toen 8% en 7% on was. Over de volgende aspecten van de accommodatie en de service zijn relatief veel bezoekers on: de telefonische bereikbaarheid (%), de verwarming/ventilatie/temperatuur in de zaal (0%) en de mogelijkheden om bij het voorstellingenbezoek iets te eten of te drinken (9%). Voor veel aspecten m.b.t. de accommodatie en de service geldt dat de mate van onheid erover sinds 00 is afgenomen. Dat geldt het sterkst voor de volgende aspecten: de garderobe, het zitcomfort, het geluid, het beeld/zicht en de temperatuur in de zaal en de mogelijkheden om bij het voorstellingenbezoek iets te eten en drinken. Ook is er minder onheid over de mogelijkheden om vooraf entreekaartjes te kopen, het sanitair en de klantvriendelijkheid van het personeel. Gevraagd is naar verbetersuggesties m.b.t. aspecten van de accommodatie of de service. De meest opgeschreven suggesties zijn meer (dames)toiletten, nettere/schonere toiletten (8%) en een hogere/lagere zaaltemperatuur (7%)...5 Bestedingen bezoekers Horecabestedingen in de Stadsschouwburg gestegen Gemiddeld geven de bezoekers voor, tijdens of na het voorstellingenbezoek 7,0 in de Stadsschouwburg uit aan eten en/of drinken. In 00 lag dat bedrag op,50. De gemiddelde horecabestedingen van de Stadsschouwburgbezoekers zijn veel sterker gestegen (met meer dan 50%) dan de horecaprijzen in Nederland in de periode 00-007 (met %). Bezoekers geven gemiddeld circa 0 euro in de stad uit Van de bezoekers geeft 0% voor of na het voorstellingenbezoek geld in de stad uit. Uitgaven voor eten en/of drinken komen het meest voor, gevolgd door uitgaven voor 9

parkeren. Gemiddeld geven de bezoekers (inclusief degenen die niets uitgeven) 9,70 in de stad uit. Bezoekers van buiten Nijmegen geven gemiddeld meer in de stad uit (,00) dan Nijmeegse bezoekers ( 7,00). Het jaarlijks aantal voorstellingenbezoeken voor de Stadsschouwburg ligt op circa 05.000. Jaarlijks leidt dat bezoek tot naar schatting ruim miljoen euro aan uitgaven in de stad (exclusief de uitgaven in het podium).. Publiekonderzoek LUX LUX is geopend in oktober 000 en heeft twee vestigingen: LUX en het al langer bestaande Cinemariënburg. LUX heeft een breed activiteitenaanbod: behalve filmvoorstellingen programmeert dit podium theatervoorstellingen en muziekoptredens. Ook vinden er debatten plaats. De vestiging LUX beschikt over vijf filmzalen, een multifunctionele zaal en een theaterzaal met circa 00 zitplaatsen, waarin bij concerten ruimte is voor circa 00 staanplaatsen. In LUX is als ondersteunende horeca tevens een grand café gevestigd. Tegenover LUX is Cinemariënburg gehuisvest met twee filmzalen en ondersteunende horeca (café De Foyer). In totaal heeft LUX op twee locaties bijna.000 zitplaatsen. LUX trekt jaarlijks ruim 00.000 filmbezoekers. De theatervoorstellingen, muziekoptredens en debatten trekken jaarlijks tussen de 5.000 en 0.000 bezoekers. Sinds 00 is er sprake van een vrij constante bezoekersstroom. In de periode 00-00 steeg het aandeel van LUX in het totale filmbezoek in Nijmegen van % naar %. Sinds 00 vindt bijna de helft van alle filmbezoeken in Nijmegen in LUX plaats 0... Beschrijving publiek Meer bezoekers van buiten de stad, meer 55-plussers Een ruime meerderheid van het LUX-publiek is hoog opgeleid (9%). Twee derde van de bezoekers woont in Nijmegen (66%). Circa 60% is 0 jaar of ouder. Bij 7% is de hoofdbezigheid overdag betaald werk, bij 5% is dat een opleiding volgen/studeren. Twee derde maakt deel uit van een huishouden zonder kinderen. In vergelijking met 00 zien we de volgende verschuivingen: - toename aandeel bezoekers van buiten Nijmegen (van % in 00 naar % in 007); - toename aandeel 55-plussers (van % in 00 naar 5% in 007); afname aandeel 5-9-jarigen (van 6% in 00 naar % in 007); 0 Sinds het faillissement van bioscoop Centrum in 005, zijn er twee commerciële bioscopen in de stad. 0

Samenvatting publieksonderzoeken bij gesubsidieerde podia - een groter deel rekent zich tot de groep huishoudens met een gemiddeld inkomen (% in 00 en 5% in 007); - afname van het aandeel alleenstaanden (van % in 00 naar 9% in 007). Kijken we naar de aantrekkingkracht van LUX op Nijmegenaren, dan valt het volgende op: LUX trekt relatief veel bewoners uit Nijmegen-Oost en relatief weinig bewoners uit Nijmegen-Zuid, Dukenburg en Lindenholt. Verder trekt LUX relatief weinig Nijmegenaren die tot de niet-westerse allochtonen behoren. Afname percentage LUX-bezoekers dat commerciële bioscopen bezoekt Van de LUX-bezoekers heeft 8% veel belangstelling voor filmhuisfilms. De groep met veel belangstelling voor film in het algemeen is kleiner (%). In vergelijking met 00 zijn er minder LUX-bezoekers die ook Nijmeegse commerciële bioscopen bezoeken (7% in 00 en % in 007). Dat zal onder meer te maken hebben met het verdwijnen van bioscoop Centrum. Ook kan een rol spelen dat LUX vaker dan in 00 films vertoont die een groot publiek trekken. Voor de volgende genres heeft zo n 0 tot 0% van de LUX-bezoekers veel belangstelling: cabaret, toneel, popmuziek, klassieke muziek, wereldmuziek en ballet/dans. Voor andere genres geldt dat 8 tot 0% er veel belangstelling voor heeft. Ruim een kwart is geïnteresseerd in debatten. Ruim de helft van de LUX-bezoekers is het afgelopen jaar in Museum Het Valkhof geweest. Verder is 6% in die periode in De Vereeniging geweest en % in de Stadsschouwburg. Een kleiner deel van de LUX-bezoekers heeft het afgelopen jaar het Lindenberg Theater (7%) en Doornroosje (%) bezocht... Werking keuzegedrag Behalve inhoud activiteiten ook gezelligheid belangrijke bezoekreden Veel bezoekers gaan naar activiteiten in LUX vanwege de inhoud (0% ik houd van genre/mijn smaak; 7% vanwege onderwerp; 9% vanwege goede recensies) en/of omdat men de acteurs, regisseur, optredende artiesten of sprekers interessant vindt (%). Maar ook voor de gezelligheid, avondje uit is veel aangekruist als reden voor het bezoeken van activiteiten in LUX (6%). Een meerderheid van de bezoekers komt meer dan 6 keer per jaar in LUX (57%). Nog eens % komt er t/m 6 keer per jaar. Ruim een derde van de bezoekers (8%) zou vaker naar activiteiten in LUX willen gaan dan men het afgelopen jaar is geweest. Nog eens 7% zou misschien vaker willen gaan. De belangrijkste redenen om LUX niet vaker te bezoeken zijn dat men te weinig tijd heeft en dat andere vrijetijdsbestedingen prioriteit krijgen. In 00 was dat ook het geval. Ook het aandeel voor wie de kosten een bezoekbelemmering vormen, is ongeveer gelijk gebleven (% in 00 en % in 007). Belang van internet als informatiebron voor activiteitenaanbod sterk toegenomen In 00 maakte % van de LUX-bezoekers gebruik van de internetsite van LUX om op de hoogte te blijven van het activiteitenaanbod. Nu is dat 59%. Verder maakt nu 5% gebruik van de weekfolder/podiumbrochure van LUX, tegenover 79% in 00.

Andere informatiebronnen, zoals kranten, affiches/posters en vrienden/bekenden, zijn minder dan in 00 van belang voor het op de hoogte blijven van het LUX-aanbod. Driekwart vindt de huidige informatieverstrekking over het activiteitenaanbod van LUX prima. Een kwart noemt één of meer andere manieren waarop men in de toekomst op de hoogte gehouden zou willen worden. Het meest heeft men aangekruist via een nieuw programmablad met het complete cultuuraanbod in Nijmegen (%) en via een digitale nieuwsbrief of e-mailberichten van LUX (%)... Oordeel over aanbod Oordeel over aanbod blijft positief Net als in 00 is een ruime meerderheid van de bezoekers over de kwaliteit en diversiteit van het aanbod (zie Tabel 9). Minder dan % is on over de kwaliteit en % is on over de diversiteit. Ook over de hoeveelheid voorstellingen is een ruime meerderheid. Tabel 9: (on)heid over vijf aspecten van het aanbod (in %) kwaliteit geboden activiteiten: on diversiteit geboden activiteiten: on hoeveelheid geboden activiteiten: on toegangsprijzen: on aanvangstijden: on * niet naar gevraagd in 00 007 00 9 0, 78 88 7 7 8 9 85 5 9 7 * In vergelijking met 00 zien we een afname van de onheid over de toegangsprijzen (% in 00 en 7% in 007). Dat geldt ook voor de onheid over de aanvangstijden van activiteiten in LUX (% in 00 en % in 007). Weinig wensen m.b.t. activiteitenaanbod Aan de bezoekers, die LUX (misschien) vaker zouden willen bezoeken, is gevraagd waarom ze dat niet doen. Daarbij is het activiteitenaanbod nauwelijks als reden genoemd (door % van de bezoekers). Circa % heeft bij de vraag naar verbetersuggesties voor LUX uiteenlopende aanbodwensen genoemd. Er zijn geen aanbodwensen die bij bredere groepen LUXbezoekers leven.

Samenvatting publieksonderzoeken bij gesubsidieerde podia.. Oordeel over accommodatie en service Minder onvrede over diverse aspecten van de accommodatie en service Van de bezoekers is 9% in het algemeen over de accommodatie van LUX; minder dan % is er on over. In 00 was eveneens 9% en was % on. Over de volgende aspecten van de accommodatie en de service zijn relatief veel bezoekers on: de garderobe (9%), het zitcomfort (7%), de telefonische bereikbaarheid (7%) en de mogelijkheden om bij het bezoek aan een activiteit iets te eten en drinken (7%). Voor diverse aspecten van de accommodatie en de service geldt dat de mate van onheid erover sinds 00 is afgenomen. Dat geldt met name voor de kaartverkoop bij de kassa en de mogelijkheden om bij het bezoek aan een activiteit iets te eten en drinken. Ook over aspecten van de zalen (zitcomfort, geluid, verwarming/ventilatie/temperatuur, beeld/zicht en totale uitstraling) en de telefonische bereikbaarheid is de onheid afgenomen. Gevraagd is naar verbetersuggesties m.b.t. aspecten van de accommodatie of de service. De meest opgeschreven suggesties zijn: meer (dames)toiletten, nettere/schonere toiletten (7%), betere stoelen, meer beenruimte (6%) en meer en/of beter horecapersoneel (5%)...5 Bestedingen bezoekers Horecabestedingen in LUX gestegen Gemiddeld geven de bezoekers van activiteiten in LUX (inclusief degenen die niets uitgeven) 7,0 in het podium uit aan eten en/of drinken. In 00 lag dat bedrag op circa 5 euro. De gemiddelde horecabestedingen van bezoekers in LUX zijn sterker gestegen (met circa 50% gestegen) dan de horecaprijzen in Nederland in de periode 00-007 (met %). LUX-bezoekers geven gemiddeld circa 6 euro in de stad uit Van de bezoekers geeft 0% voor of na het activiteitenbezoek in LUX geld in de stad (buiten LUX) uit. Uitgaven voor eten en/of drinken komen het meest voor, gevolgd door uitgaven voor winkelen en parkeren. Gemiddeld geven de bezoekers (inclusief degenen die niets uitgeven) 5,80 in de stad uit. Bezoekers van buiten Nijmegen geven gemiddeld meer in de stad uit (,0) dan Nijmeegse bezoekers (,50). Het jaarlijks aantal voorstellingenbezoeken voor LUX ligt op circa 0.000. Jaarlijks leidt dat bezoek tot naar schatting,5 miljoen euro aan uitgaven in de stad (exclusief de uitgaven in het podium).

.5 Publieksonderzoek Doornroosje Bij poppodium Doornroosje vinden al vele jaren concerten plaats. Daarbij komen verschillende soorten muziek aan bod, waaronder pop, (alternatieve) rock, metal, hardcore, punk, americana en wereldmuziek. Sinds halverwege jaren negentig is het aantal dance-activiteiten sterk toegenomen. In beperkte mate programmeert Doornroosje ook kleinkunstvoorstellingen, maar kleinkunst behoort niet tot de kernactiviteiten. Jaarlijks vinden er ruim 00 activiteiten in Doornroosje plaats, die in totaal rond de 60.000 betalende bezoekers trekken; 007 was een recordjaar met circa 6.500 betalende bezoekers. Het aantal bezoekers van dance-activiteiten overstijgt het aantal bezoekers van popconcerten. Dat heeft vooral te maken met het hogere gemiddelde bezoekeraantal per activiteit bij dance-activiteiten. Doornroosje heeft een grote zaal (5 plaatsen) en een kleine zaal (75 plaatsen). Alleen voor de concertbezoekers zijn de uitkomsten van het publieksonderzoek vergeleken met die uit 00..5. Beschrijving publiek Een relatief jong publiek en veel bezoekers van verder weg Van de bezoekers van Doornroosje komt 8% uit Nijmegen en 5% uit de buurgemeenten. De rest komt van verder weg. Het podium trekt een relatief jong publiek: ruim de helft van de bezoekers is jonger dan 5 jaar en nog eens 0% valt in de leeftijdscategorie 5-9 jaar. Circa de helft is nog bezig met een opleiding. Tachtig procent zit op havo of vwo, volgt een HBO- of universitaire opleiding of heeft een dergelijke opleiding afgerond. In vergelijking met 00 zien we bij de concertbezoekers de volgende verschuivingen: - meer bezoekers van buiten de regio (% in 00 en 5% in 007); - meer bezoekers van beneden de 5 jaar (0% in 00 en 5% in 007) en daarmee samenhangend meer scholieren en studenten (7% in 00 en 5% in 007). Nijmeegse bezoekers niet evenredig over de stad verdeeld Kijken we naar de aantrekkingkracht van Doornroosje op Nijmegenaren, dan valt het volgende op: het podium trekt relatief veel bewoners uit de stadsdelen Centrum en In 00 konden we alleen harde resultaten voor de concertbezoekers geven, omdat de respons onder de bezoekers van dance-activiteiten in Doornroosje zeer laag was. In 007 hebben zowel de concertbezoekers als de bezoekers van dance-activiteiten goed aan het onderzoek meegewerkt.

Samenvatting publieksonderzoeken bij gesubsidieerde podia Oost, en relatief weinig uit Zuid, Dukenburg, Lindenholt en Noord. Het percentage niet-westerse allochtonen onder de Nijmeegse bezoekers van Doornroosje is ongeveer gelijk aan het percentage niet-westerse allochtonen in Nijmegen. Veel bezoekers gaan ook naar LUX Behalve voor popmuziek en dance hebben veel bezoekers van Doornroosje een sterke belangstelling voor filmhuisfilms (7%), film in het algemeen (50%) en cabaret (7%). Ruim de helft van Doornroosje-bezoekers gaat ook naar LUX. De andere Nijmeegse podia worden door een kleiner deel van het Doornroosje-publiek bezocht (8-%)..5. Werking keuzegedrag Het passende aanbod, de nabijheid en de leuke sfeer zijn belangrijke bezoekredenen Veel bezoekers gaan naar concerten in Doornroosje omdat ze aansluiten bij hun smaak (57% ik houd van genre/mijn smaak; 6% vanwege optredende artiesten, musici, acteurs, regisseur). Verder heeft bijna een derde voor de gezelligheid, avondje uit als bezoekreden aangekruist. De meest aangekruiste reden waarom men de laatst bezochte activiteit in Doornroosje en niet elders bezocht heeft, is de nabijheid van Doornroosje (50%). Maar ook de leuke sfeer (%) en de goede zaal/accommodatie (%) zijn veel aangekruiste redenen om voor Doornroosje te kiezen. Ruim zestig procent van de bezoekers komt minimaal keer per jaar in Doornroosje. Veertig procent van de bezoekers zou vaker naar activiteiten in Doornroosje willen gaan dan men het afgelopen jaar geweest is. Nog eens 8% zou misschien vaker willen gaan. De meest aangekruiste redenen om Doornroosje niet vaker te bezoeken zijn te weinig tijd (8%) en andere activiteiten krijgen prioriteit (7%). Voor 9% zijn de kosten een belemmering om vaker naar voorstellingen te gaan (te duur). De afstand naar Doornroosje is niet vaak als bezoekbelemmering ingevuld, terwijl 7% van de bezoekers van buiten Nijmegen en de buurgemeenten komt. Belang van internet als informatiebron voor activiteitenaanbod toegenomen Van de Doornroosje-bezoekers volgt 6% het activiteitenaanbod op de internetsite van dit podium (tegenover % van de concertbezoekers in 00). Het programmaboekje van Doornroosje wordt veel minder gebruikt dan in 00. Toen hield 6% van de concertbezoekers zich via het programmaboekje op de hoogte van het activiteitenaanbod. Nu doet % van alle bezoekers dat. Ook worden veel bezoekers door familie, vrienden of bekenden van het activiteitenaanbod op de hoogte gehouden (6%). En % blijft op de hoogte via digitale nieuwsbrieven/e-mailberichten van Doornroosje. Negentig procent van de bezoekers vindt de huidige informatieverstrekking over het activiteitenaanbod van Doornroosje prima. Voor zover men anders geïnformeerd zou willen worden, is dat vooral via digitale nieuwsbrieven/e-mailberichten van Doornroosje (6%). Hierbij hoort de aantekening dat te ver weg niet als voorgedrukte antwoordcategorie in de vragenlijst was opgenomen. Respondenten hebben dit zelf bij de antwoordcategorie anders ingevuld. 5

.5. Oordeel over aanbod Oordeel over activiteitenaanbod positiever dan in 00 Een ruime meerderheid van de bezoekers is over de kwaliteit (8%) en diversiteit (7%) van de geboden activiteiten; een paar procent is er on over (zie Tabel 8). En ook over de hoeveelheid activiteiten, de aanvangstijden en de toegangsprijzen is een ruime meerderheid. Tabel 0: (on)heid over vijf aspecten van het aanbod (in %) kwaliteit geboden activiteiten: on diversiteit geboden activiteiten: on hoeveelheid geboden activiteiten: on toegangsprijzen: on aanvangstijden: on * niet naar gevraagd in 00 alle bezoekers 007 8 7 8 69 6 78 bezoekers concerten 007 80 69 79 0,5 67 5 * bezoekers concerten 00 76 8 58 9 66 68 7 * 6 De concertbezoekers oordelen positiever over het aanbod dan in 00. Het aantal concertbezoekers dat on is over de kwaliteit en diversiteit van de geboden activiteiten en over de hoeveelheid geboden activiteiten is duidelijk afgenomen. Ook zijn er nu minder concertbezoekers on over de toegangsprijzen. Weinig wensen m.b.t. activiteitenaanbod Bij de vraag naar verbetersuggesties voor Doornroosje heeft % uiteenlopende wensen m.b.t. het activiteitenaanbod genoemd. En aan het slot van de vragenlijst heeft % uiteenlopende aanbodwensen genoemd. Maar er zijn geen aanbodwensen die bij bredere groepen bezoekers leven..5. Oordeel over accommodatie en service Tevredenheid over accommodatie en service op een aantal punten toegenomen Een ruime meerderheid van de bezoekers is in het algemeen over de accommodatie van Doornroosje (9%); % is er on over. Bij de concertbezoekers zien we een toegenomen heid over de accommodatie; in 00 was 8% er over en 5% on; nu is 9% en minder dan % on. 6

Samenvatting publieksonderzoeken bij gesubsidieerde podia Over de volgende aspecten van de accommodatie en de service zijn relatief veel bezoekers on: de verwarming/ventilatie/temperatuur in de zaal (%) en het sanitair (%). Een probleem m.b.t. de zaaltemperatuur is dat de zaal te laag is. Voor tien andere aspecten geldt dat een beperkt deel van de bezoekers - tot 6% - er on over is. Over de klantvriendelijkheid van het personeel is men het meest (8% en % on). Voor de meeste aspecten geldt dat in 007 minder concertbezoekers er on over zijn dan in 00. Dat geldt het sterkst voor de garderobe en het geluid in de zalen. Gevraagd is naar verbetersuggesties m.b.t. aspecten van de accommodatie of de service. Het meest opgeschreven verbeterpunt is betere airco/ventilatie, lagere zaaltemperatuur (8%). Andere verbeterpunten zijn door hooguit % van de bezoekers genoemd..5.5 Bestedingen bezoekers Horecabestedingen in Doornroosje gestegen Gemiddeld geven de bezoekers voor, tijdens of na het activiteitenbezoek 8,50 in Doornroosje uit aan eten en/of drinken. De concertbezoekers geven ongeveer evenveel uit als de bezoekers van dance-activiteiten. In 00 gaven de concertbezoekers gemiddeld 0,80 uit. De gemiddelde horecabestedingen van de concertbezoekers in Doornroosje zijn veel sterker gestegen (met bijna 70%) dan de horecaprijzen in Nederland in de periode 00-007 (met %). Bezoekers geven gemiddeld euro in de stad uit Van de bezoekers geeft % voor of na het activiteitenbezoek in Doornroosje geld in de stad uit (dus buiten Doornroosje). Het gaat vooral om uitgaven voor eten en/of drinken. Gemiddeld geven de bezoekers (inclusief degenen die niets uitgeven),00 in de stad uit. Het jaarlijks aantal activiteitenbezoeken voor Doornroosje ligt op circa 60.000. Jaarlijks leidt dat bezoek tot naar schatting 660.000 euro aan uitgaven in de stad (exclusief de uitgaven in het podium)..6 Publieksonderzoek Lindenberg Theater Het Lindenberg Theater, dat in oktober 006 open ging, is het resultaat van de fusie tussen De Lindenberg en Het Steigertheater. Het Lindenberg Theater heeft drie theaterzalen, waaronder de Steigerzaal, en een theatercafé. Het Lindenberg Theater richt zich vooral op de volgende podiumkunsten: cabaret en kleinkunst, toneel en jeugd- en jongerentheater. Ook vinden er veel amateurvoorstellingen plaats (o.a. optredens van Lindenberg-cursisten). In 007 trok het theater circa.500 bezoekers. Dat is beduidend meer dan De Lindenberg en Het Steigertheater voorheen gezamenlijk trokken (circa.000 bezoekers). 7