Gewijzigd controleprotocol Onderwijsregeling inburgering nieuwkomers 1998 en welzijnsregeling inburgering nieuwkomers

Vergelijkbare documenten
Regeling vaststelling controleprotocol en verantwoording inburgering nieuwkomers 1999

Regeling vaststelling model financiële verantwoording en controleprotocol inburgering nieuwkomers 2001

Regeling vaststelling model financiële verantwoording en controleprotocol

Regeling vaststelling model financiële verantwoording en controleprotocol rijksbijdrage inburgering nieuwkomers 2004

Regeling informatieverstrekking en controleprotocol

Informatieverstrekking bekostigingstelling beroepsonderwijs 2004/2005

Telling contracten rijksbijdrage educatie 2010

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

Telling contracten rijksbijdrage educatie 2011

Telling contracten rijksbijdrage educatie 2012

R e c t i f i c a t i e Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs

Regeling begeleiding studenten universitaire lerarenopleidingen

Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies >

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : 11 Datum :

Aanmeldingsprocedure voor het Centraal Register Beroepsopleidingen (CREBO) voor diploma-erkenning

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

1.1 Dit controleprotocol heeft betrekking op budget- en prestatiesubsidies die door de gemeente Middelburg worden verstrekt.

Regeling Georganiseerd Overleg (GO)- en vakbondsfaciliteiten 1998

Aanvraagformulier t.b.v. subsidieverlening o.b.v. de Subsidieregeling mobiliteitsbevordering thuiszorgsector 2009/2010

Sector PO Goedkeurende controleverklaring: jaarrekening PO zelfstandige scholen, REC s en CDen van samenwerkingsverbanden(1a)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

behorend bij de Subsidieregeling stageplaatsen zorg II

Controle protocol Stichting De Friesland

Controleprotocol provincie Utrecht

64-1 GEMEENSCHAPPELIJK REGELING REGIONAAL ONDERWIJSBELEID WALCHEREN

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 mei 2009, gelet op de Wet inburgering (WI),

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Nota van B&W. Bijgaand treft u de aanvraag/prognose aan, die vóór 15 december a.s. bij het ministerie VROM moet zijn ingediend.

Regeling modellen diploma s v.w.o.-h.a.v.o.-v.m.b.o.

Opgave op grond van artikel 25, tweede en derde lid van de Leerplichtwet 1969 over schooljaar

Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Regeling bijdrage kosten zij-instromers voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs

Beleidsregel bevoegdheid basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs voor buitenlandse diploma s

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Regeling tegemoetkoming invoeringskosten gratis lesmateriaal

Copro Controleprotocol m.b.t. het onderdeel CO 2 van de VOBN benchmark

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

1.1 Wet basisregistratie personen

Verordening Wet inburgering gemeente Wierden 2013

Beleidsregels behorend bij de Verordening gewijzigde Wet inburgering Weesp 2014

Aanvraagformulier t.b.v. subsidieverlening o.b.v. de Subsidieregeling mobiliteitsbevordering thuiszorgsector 2008

Controle protocol. 1 Doelstelling. 2 Eisen en aanwijzingen. 3 Toleranties en gewenste zekerheid

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden


Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

behorend bij de Subsidieregeling opleiding tot advanced nurse practioner en opleiding tot physician assistant

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet Jaargang 2001 Staatsblad

Besluit. Paragraaf I. Begripsbepalingen. Artikel 1. onderwijs en praktijkonderwijs, en. Paragraaf II

Opgave op grond van artikel 25, tweede en derde lid van de Leerplichtwet 1969 over schooljaar

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van de Verordening Wet Inburgering Gemeente Boxmeer. Nummer: de Raad van de gemeente Boxmeer

Wijziging Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs voor de Bve-sector

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Regeling financiële ondersteuning bestuurders JongerenOrganisatie Beroepsonderwijs (JOB)

Algemeen verbindend voorschrift

behorend bij de Subsidieregeling opvang kinderen van ouders met trekkend/varend bestaan betreffende de aanvraag van instellingssubsidie

Aanvulling overgangsregeling bekostiging, rechtspositie en samenvoeging leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

d. Het controleprotocol is geen werkprogramma, maarde geeft een aantal minimale eisen ten aanzien van de verplicht uit te voeren controlepunten.

en overige relevante documentatie, waaronder dit controleprotocol en het assurance-rapport, zijn te vinden op het internet van de Rijksoverheid.

Ten behoeve van het Stimuleringsfonds voor de Pers

Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

GEMEENTEBLAD. Beleidsregels reiskosten- en fietsvergoeding voor statushouders

Controleprotocol gemeente Roosendaal voor de verantwoording en de controle van subsidies

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gemeente Den Haag BELEIDSREGEL TEGEMOETKOMING KOSTEN KINDEROPVANG VOOR OUDERS MET EEN SOCIAAL MEDISCHE INDICATIE

wetten.nl - Regeling - Subsidieregeling stageplaatsen zorg II - BWBR

Eerste Kamer der Staten-Generaal

achternaam:

Tijdelijke regeling bijzondere positie Regionaal opleidingencentrum Flevoland

Personeelstelling Kenniscentra voor het Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven (KBB) 2013

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BIJLAGE 1. Model l Controleprotocol algemene subsidieverordening Gemeente Dordrecht

Opgave schoolverzuim leer- en kwalificatieplichtige leerlingen over. schooljaar

Groeiregeling (V)SO scholen met leerlingen uit een residentiële instelling

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Controleprotocol Multidisciplinaire zorg 2016

Gelet op artikel 1.9, aanhef en onderdeel d, van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector;

Over onze overige bevindingen naar aanleiding van de controle van de jaarrekening brengen wij u separaat verslag uit.

Regeling extra ict-vergoeding basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs

Circulaire nr. Betreft uitvoering krachtens de Datum CVZ 04/42 ZFW 28 juli 2004 CTZ 04/07. Kenmerk Afdeling/Behandelaar Doorkiesnummer

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 maart 2007, gelet op de Wet inburgering (WI),

WIJZIGINGENOVERZICHT VERORDENING EN KADERNOTA INBURGERING N.A.V. WETSWIJZIGINGEN

Regeling indienen verzoek verstrekking leegstandsvergoeding

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Het controle- en rapportageprotocol heeft de volgende indeling:

Algemeen subsidiebesluit Zeeland BIJLAGE A als bedoeld in artikel 20 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2007

Regeling faciliteiten bestuur en management en onderwijsnummer voor. scholen voor praktijkonderwijs 2008

Algemene toelichting op de Verordening Wet Inburgering Tilburg

besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tot vaststelling van de navolgende regeling.

Slachtoffers van huiselijk geweld

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Transcriptie:

Onderwijsregeling inburgering en welzijnsregeling inburgering OCenW-Regelingen Bestemd voor: c gemeenten, die een rijksbijdrage hebben gekregen in het kader van de Onderwijsregeling inburgering nieuwkomers. de rijksbijdrage en voor de rechtmatigheid van de besteding daarvan. De overige regels voor de inburgering dienen uiteraard ook te worden nageleefd. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeenten om daarop toe te zien. Algemeen verbindend voorschrift Datum: 11 januari 1999 Kenmerk: FVE/VTI-98/41475N Datum inwerkingtreding: 27 januari 1999 Geldigheidsduur beleidsregel: n.v.t. Juridische grondslag: artikel 6, zesde lid,onderwijsregeling inburgering en welzijnsregeling inburgering nieuwkomers. Relatie tot eerdere mededelingen: OCenW- Regeling CFI/FVE/VTI-98/36954 van 8 juli 1998 (Gele katern 1998, 17b) vervalt. Informatie verkrijgbaar bij: CFI/ICO/BVH, tel. 079-3232.666 1. Algemeen In artikel 6, zesde lid, van de is vermeld dat de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen een controleprotocol vaststelt voor de controle op de uitvoering van deze regeling. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan deze bepaling. Het controleprotocol, zoals gepubliceerd in Uitleg nummer 17b van 22 juli 1998, komt hiermee te vervallen. Gelet op artikel 55a van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid kan dit gewijzigd protocol ook worden gebruikt voor de controle op de naleving van de Welzijnsregeling inburgering nieuwkomers. In dit protocol wordt alleen aandacht besteed aan de onderdelen van de regelingen die van belang zijn voor de vaststelling van de hoogte van 2. Reden voor wijziging van het controleprotocol Bij de inwerkingtreding van de Wet inburgering nieuwkomers (WIN) op 30 september 1998 is er voor gekozen om de Onderwijsregeling inburgering en de Welzijnsregeling inburgering nieuwkomers in stand te houden gedurende het gehele jaar 1998. De Regeling tijdelijke handhaving en wijziging onderwijsregeling inburgering en de Tijdelijke regeling bekostiging welzijnscomponent inburgering nieuwkomers voorzien daarin. Vanaf 30 september 1998 is de definitie van de doelgroep gewijzigd. Vanaf 30 september 1998 komen er naast de inburgeringsovereenkomst, de toets of het examen, ook de beschikking omtrent een inburgeringsprogramma en de verklaring voor. De artikelen in de Onderwijsregeling inzake de verantwoording blijven van toepassing op de gehele verantwoording over het jaar 1998. Als gevolg van deze wijzigingen moet ook het protocol aangepast worden 3. Verantwoording De gemeente moet een verantwoording opstellen conform het model dat is opgenomen in de bijlage. In tegenstelling tot voorgaande jaren geldt thans dat elke verantwoording moet zijn voorzien van een accountantsverklaring. De accountantsverklaring strekt zich eveneens uit over de juistheid van de gegevens zoals bedoeld in artikel 5 van de Onderwijsregeling inburgering en met inachtneming van artikel I, vijfde lid, van de Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie NUMMER 2 en 3 27 27 januari 1999

Regeling tijdelijke handhaving en wijziging van de onderwijsregeling inburgering. Voor de opgave van de bedoelde gegevens hebben de gemeenten een formulier ontvangen van het ministerie. Na verwerking door het ministerie ontvangt de gemeente het zogenaamde blauwe overzichtsformulier. Dit formulier dient te worden gewaarmerkt door de accountant en meegezonden te worden met de verantwoording. De verantwoording moet vóór 1 november 1999 zijn ingediend bij de minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen. Vóór 1 november 1999 moet conform artikel 48 van het Bekostigingsbesluit Welzijnsbeleid eveneens een schriftelijk verslag van de activiteiten waarvoor de uitkering is verstrekt, zijn ingediend bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Dit verslag is geen onderwerp van controle. 4. Aandachtspunten voor de controle Controle van de verantwoording 4.1 Stel vast dat de in de verantwoording opgenomen lasten inzake inburgering zijn gemaakt voor nieuwkomers en voor nieuwkomer-deelnemers in de zin van de Onderwijsregeling inburgering, voor nieuwkomers in de zin van de WIN, dan wel voor personen die als nieuwkomer beschouwd worden. A. Nieuwkomers in de zin van de Onderwijsregeling inburgering zijn personen die voldoen aan de volgende eisen: 1. uit een verklaring van een daartoe bevoegde functionaris van de gemeente blijkt dat de nieuwkomer het risico loopt in een achterstandspositie te geraken; 2. uit de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens blijkt dat de nieuwkomer behoort tot een van de volgende groepen personen: c die met toepassing van artikel 15, eerste lid, van de Vreemdelingenwet als vluchteling zijn toegelaten; c wier verzoek om toelating als vluchteling is afgewezen, onder verlening, gelijktijdig of nadien, van een vergunning tot verblijf op humanitaire gronden als bedoeld in artikel 9 van de Vreemdelingenwet, zonder dat daaraan beperkingen zijn verbonden; c aan wie een voorwaardelijke vergunning tot verblijf als bedoeld in artikel 9a van de Vreemdelingenwet is verleend; c die gezinshereniger of -vormer is, als bedoeld in artikel 9 van de Vreemdelingenwet; c die Nederlander en afkomstig van de Nederlandse Antillen of Aruba is. B. Nieuwkomer-deelnemers zijn nieuwkomers die daarnaast voldoen aan het onderstaande: 1. uit de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens blijkt dat de nieuwkomer op het moment van verlening van de relevante verblijfstitel 18 jaar of ouder was; 2. de nieuwkomer heeft uiterlijk 4 maanden na eerste huisvesting in de gemeente, of binnen 4 maanden na statusuitreiking, in 1998 een onderwijsovereenkomst als bedoeld in artikel 3 van de nieuwkomers 1998 gesloten, of 3. de nieuwkomer heeft uiterlijk 10 maanden na eerste huisvesting in de gemeente, of binnen 10 maanden na statusuitreiking, in 1998 een onderwijsovereenkomst als bedoeld in artikel 3 van de nieuwkomers 1998 gesloten en uit een verklaring van een daartoe bevoegde functionaris van de gemeente blijkt dat dit door zwaarwegende omstandigheden gelegen in de persoon van de nieuwkomerdeelnemer niet binnen 4 maanden mogelijk was. C. Nieuwkomers in de zin van de WIN zijn: 1. de vreemdeling aan wie het op grond van artikel 9 of 10, eerste lid, onder b, van de Vreemdelingenwet is toegestaan in Nederland te verblijven, die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en die voor de eerste keer tot Nederland is toegelaten dan wel na een vergunning als bedoeld in artikel 9a van die wet een vergunning als bedoeld in artikel 9 van die wet heeft verkregen, behoudens degene die hier voor een tijdelijk doel verblijft dan wel op grond van bepalingen van verdragen of van besluiten van volkenrechtelijke organisaties niet verplicht kan worden aan een inburgeringsprogramma deel te nemen; 2. de Nederlander die geboren is buiten Nederland, de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en voor de eerste keer in Nederland ingezetene in de zin van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens is; 3. de onder 1 bedoelde vreemdeling en de onder 2 bedoelde Nederlander, op wie de artikelen 2 en 4a van de Leerplichtwet 1969 niet van toepassing zijn en die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt; NUMMER 2 en 3 28 27 januari 1999 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

4. de onder 1 bedoelde vreemdeling en de onder 2 bedoelde Nederlander, die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en die op grond van de artikelen 4a tot en met 4c van de Leerplichtwet 1969 gedurende ten hoogste twee dagen per week het daar bedoelde onderwijs geregeld zou dienen te volgen. Artikel 4a van de Leerplichtwet 1969 is op hen niet van toepassing. D. Voor de periode van 30 september 1998 tot 1 januari 1999 worden tevens als nieuwkomer beschouwd: 1. de nieuwkomer, bedoeld in artikel 1, onder k, onderdeel 3, van de Onderwijsregeling inburgering, zoals deze luidde op 29 september 1998, en 2. de nieuwkomer die op grond van bepalingen van verdragen of besluiten van volkenrechtelijke organisaties niet verplicht kan worden aan een inburgeringsprogramma deel te nemen. 4.1. onder C en D De omschrijving van de doelgroep nieuwkomers in de zin van de WIN (4.1.C) komt feitelijk overeen met de doelgroep nieuwkomers uit de Onderwijsregeling inburgering, met uitzondering van de nieuwkomers aan wie een voorwaardelijke vergunning tot verblijf ex artikel 9a Vreemdelingen wet is verleend. Zij zijn geen nieuwkomer in de zin van de WIN en zouden zich dus na 30 september 1998 niet meer mogen aanmelden. Daarvoor is niet gekozen. Voor de periode van 30 september 1998 tot en met 31 december 1998 wordt er voor deze categorie een uitzondering gemaakt (4.1.D.1). Zij mogen zich in die periode nog als nieuwkomer aanmelden. Deze uitzondering geldt eveneens voor de nieuwkomers die onderdanen van lidstaten van de Europese Unie en onderdanen van lidstaten van de Europese Economische Ruimte zijn (4.1.D.2). Aan deze beide categorieen nieuwkomers zal echter geen beschikking worden uitgereikt, met hen zal een inburgeringsovereenkomst worden gesloten. Eveneens wordt hun geen verklaring uitgereikt, maar zij leggen een toets of examen af. De categorie 4.1.D wordt dus opgeteld bij de categorie nieuwkomer-deelnemers (4.1.B). 4.2 Stel vast dat de in de verantwoording opgenomen lasten voor educatie berusten op een of meer tussen de gemeente en instellingen voor beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve) afgesloten overeenkomsten voor educatie. 4.3 De gemeente kan uitsluitend lasten in verband met: c opleidingen Nederlands als tweede taal I of II; c opleidingen gericht op breed maatschappelijk functioneren; c opleidingen gericht op sociale redzaamheid; in de verantwoording opnemen voorzover deze onderwijsactiviteiten bij bve-instellingen zijn ingekocht. Stel vast dat in de verantwoording geen lasten zijn opgenomen in verband met de inkoop van genoemde opleidingen bij andere bedrijven en instellingen. 4.4 Stel vast dat de volgens de verantwoording aan Educatie respectievelijk aan Integratie van minderheden verantwoorde lasten het maximum hiervoor niet overschrijden. Met Integratie van minderheden wordt bedoeld de in artikel 2, onder k, van de Welzijnswet 1994 genoemde integratie van vluchtelingen, minderheden en vreemdelingen die op grond van hun asielaanvraag in het bezit zijn gesteld van een vergunning tot verblijf om klemmende redenen van humanitaire aard alsmede van vreemdelingen die in een met deze groepen vergelijkbare positie verkeren. De rijksbijdrage moet door de gemeenten in eerste instantie worden ingezet voor de inburgering van nieuwkomers. Daarbij blijft de mogelijkheid van verschuiving van gelden tussen de educatieve component en de welzijnscomponent van inburgering gehandhaafd. In het geval een gemeente in 1998 lagere lasten heeft dan mag de gemeente de middelen inzetten voor oudkomers of andere deelnemers in de reguliere educatie of voor de integratie van minderheden of reserveren voor inburgering van nieuwkomers in latere jaren. 4.1, onder C.3 en 4: Dit zijn nieuwkomers, die 16 of 17 jaar zijn en die niet leerplichtig of partieel leerplichtig zijn en nieuwkomers die 16 of 17 jaar zijn en wel partieel leerplichtig zijn (zie Handreiking 16-17- jarigen, u toegezonden bij brief d.d. 13-11-1998 van het ministerie van BZK). 1. Van de niet aan inburgering verantwoorde lasten mag een deel aan educatie worden besteed. Hieraan is echter een maximum verbonden. In het geval de lasten voor de educatieve component afzonderlijk zijn geadministreerd wordt dit maximum als volgt bepaald. Van de ontvangen rijksbijdrage voor de educatieve component worden de werkelijke lasten afgetrokken. Het restant mag aan educatie worden besteed. Indien de gemeente de lasten voor zowel de Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie NUMMER 2 en 3 29 27 januari 1999

educatieve- als de welzijnscomponent als één geheel heeft geadministreerd, dient het maximaal aan educatie te besteden bedrag als volgt te worden berekend. De rijksbijdrage voor de educatieve component wordt uitgedrukt in een percentage van de totale rijksbijdrage 1998 voor een nieuwkomer (welzijnscomponent + educatieve component). Voor 1998 bedraagt dit percentage 65%, gezien de hoogte van de beide componenten. Dit percentage wordt vervolgens vermenigvuldigd met het niet aan inburgering bestede bedrag. Het product mag aan educatie worden besteed. 2. Van het niet aan inburgering bestede bedrag mag een deel aan Integratie van minderheden worden besteed. Hieronder worden verstaan activiteiten als bedoeld in artikel 2, onderdeel k, van de Welzijnswet 1994. Hieraan is echter een maximum verbonden. In het geval de lasten voor de welzijnscomponent afzonderlijk zijn geadministreerd wordt dit maximum als volgt bepaald. Van de ontvangen uitkering voor de welzijnscomponent worden de werkelijke lasten afgetrokken. Het restant mag aan Integratie van minderheden worden besteed. Indien de gemeente de lasten voor zowel de educatieve- als de welzijnscomponent als één geheel heeft geadministreerd dient het maximaal aan Integratie van minderheden te besteden bedrag als volgt te worden berekend. De uitkering voor de welzijnscomponent wordt uitgedrukt in een percentage van de totale rijksbijdrage/uitkering 1998 voor een nieuwkomer (welzijnscomponent + educatieve component). Voor 1998 bedraagt dit percentage 35%, gezien de hoogte van beide componenten. Dit percentage wordt vervolgens vermenigvuldigd met het niet aan inburgering bestede bedrag. Het product mag aan Integratie van minderheden worden besteed. Mogelijkheid 2 De gemeente besteedt voor in totaal ƒ 1.160.000 aan inburgering (educatieve programma s en welzijnscomponent gezamenlijk). Dan resteert ƒ 99.400. Uitgaande van de bovengenoemde verhouding van 65:35 mag de gemeente daarvan maximaal ƒ 64.601 besteden aan opleidingen educatie en maximaal ƒ 34.799 aan de integratie van minderheden. Vervolgens maakt de gemeente haar keuze: de bedragen inderdaad zo te verdelen of (geheel dan wel gedeeltelijk) te reserveren voor inburgering. Het bedrag dat aan de reserve inburgering wordt toegevoegd, wordt opgenomen in de verantwoording. 4.5 Stel vast dat de in de verantwoording opgenomen lasten voor educatie niet (eveneens) zijn opgenomen in de verantwoording inzake de uitvoering van de tijdelijke regeling rijksbijdrage educatie. De lasten die voortvloeien uit overeenkomsten die de gemeente heeft afgesloten met bve-instellingen over te verrichten educatie-activiteiten kunnen worden opgenomen in deze verantwoording of in de verantwoording inzake de uitvoering van de tijdelijke regeling rijksbijdrage educatie. Vastgesteld moet worden dat de gemeente dezelfde lasten niet in beide verantwoordingen heeft opgenomen. Het totaal van de in deze beide verantwoordingen opgenomen lasten in verband met educatieactiviteiten mag de totale lasten van de gemeente op dit terrein niet overschrijden. Een rekenvoorbeeld kan het bovenstaande verduidelijken: c Een gemeente ontvangt in totaal een rijksbijdrage van ƒ 1.259.400. Daarvan omvat het educatiedeel ƒ 818.500 en het welzijnsdeel ƒ 440.900. Een onderlinge verhouding van 65:35 dus. Mogelijkheid 1 De gemeente heeft aan totale lasten voor de educatieve component ƒ 750.000 en voor de welzijnscomponent ƒ 410.000. In dit geval mag de gemeente maximaal ƒ 818.500 minus ƒ 750.000 = ƒ68.500 besteden aan opleidingen educatie en resp. ƒ 440.900 minus ƒ 410.000 = ƒ 30.900 besteden aan integratie van minderheden. Controle van het opgegeven aantal inburgeringsovereenkomsten, het aantal nieuwkomerdeelnemers of het aantal personen dat als nieuwkomer wordt beschouwd (4.1.D) dat in 1998 een toets heeft afgelegd of een examen heeft behaald, alsmede van het opgegeven aantal beschikkingen omtrent een inburgeringsprogramma en het aantal verklaringen dat in de periode van 30 september 1998 tot 1 januari 1999 is afgegeven aan nieuwkomers in de zin van de WIN. Ingevolge artikel 5 van de eerder bedoelde Onderwijsregeling dient de gemeente vóór 1 februari 1999 volgens een daartoe aangereikt formulier, telgegevens aan het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in te dienen over het aantal door de gemeente afgesloten inburgeringsovereenkomsten en het aantal nieuwkomerdeelnemers of het aantal personen dat als nieuwkomer NUMMER 2 en 3 30 27 januari 1999 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

wordt beschouwd dat de toets heeft afgelegd of het examen heeft behaald. Ingevolge artikel I, vijfde lid, van de Regeling tijdelijke handhaving en wijziging van de onderwijsregeling inburgering wordt onder inburgeringsovereenkomst mede verstaan de beschikking, bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid, van de WIN en worden onder de toets en het examen mede verstaan de verklaring, bedoeld in artikel 7.4.15 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Deze beschikkingen en verklaringen moeten dus worden meegenomen in de telgegevens. Op het eerder bedoelde formulier voor de telgegevens wordt bij de te onderscheiden gegevens nog een onderverdeling gemaakt. Deze onderverdeling wordt uitsluitend gevraagd met het oog op de ramingen van de inburgeringsbudgetten en vormt derhalve geen punt van controle door de accountant. De controle is beperkt tot het totaal van de inburgeringsovereenkomsten, de afgegeven beschikkingen voor inburgeringsprogramma s, het aantal nieuwkomers dat de toets of het examen heeft afgelegd en de afgegeven verklaringen; uiteraard met inachtneming van onderstaande controlepunten. Controle opgegeven aantal inburgeringsovereenkomsten en beschikkingen omtrent een inburgeringsprogramma. 4.6 Stel van het in de opgave opgenomen aantal inburgeringsovereenkomsten en beschikkingen de juistheid vast (met inburgeringscontracten en -overeenkomsten wordt hetzelfde bedoeld). Dit houdt in dat in de opgave verwerkte inburgeringsovereenkomsten en beschikkingen aan de volgende eisen moeten voldoen. 4.6.1 De inburgeringsovereenkomsten zijn in 1998 afgesloten en de beschikkingen zijn in 1998 afgegeven. De datum van de overeenkomst of de beschikking is hierbij bepalend. 4.6.2 De overeenkomst is gesloten met een nieuwkomerdeelnemer of een persoon die als nieuwkomer wordt beschouwd en de beschikking is afgegeven aan een nieuwkomer in de zin van de WIN. Zie onderdeel 4.1.B voor de definitie van nieuwkomerdeelnemer. Zie onderdeel 4.1.C voor de definitie van nieuwkomer in de zin van de WIN. Zie onderdeel 4.1.D voor de definitie van personen die als nieuwkomers worden beschouwd. Definitie beschikking Een beschikking omtrent een inburgeringsprogramma is zowel de vaststelling van een inburgeringsprogramma op grond van artikel 5, eerste lid, van de Wet inburgering nieuwkomers als het besluit het vaststellen van een inburgeringsprogramma achterwege te laten, op grond van artikel 5, tweede lid, van de Wet inburgering nieuwkomers. Controle opgegeven aantal nieuwkomer-deelnemers en aantal personen dat als nieuwkomer wordt beschouwd (4.1.D) dat in 1998 toetsen heeft afgelegd of examens heeft behaald en van het aantal nieuwkomers in de zin van de WIN aan wie een verklaring is uitgereikt als bedoeld in artikel 7.4.15 van de WEB. 4.7 Stel de juistheid vast van het in de opgave opgenomen aantal nieuwkomer-deelnemers en personen dat als nieuwkomer wordt beschouwd dat de toets of het examen heeft afgelegd resp. behaald en van het aantal nieuwkomers in de zin van de WIN aan wie een verklaring is uitgereikt. Dit houdt in dat in de opgave verwerkte personen aan de volgende eisen moeten voldoen. 4.7.1 Zij kunnen als nieuwkomer-deelnemers dan wel als nieuwkomer in de zin van de WIN worden aangemerkt. 4.7.2 De gemeente beschikt voor elke nieuwkomer-deelnemer of persoon die als nieuwkomer wordt beschouwd, respectievelijk nieuwkomer in de zin van de WIN over: c een document respectievelijk een verklaring als bedoeld in artikel 7.4.15 van de WEB, verstrekt door een bve-instelling, waaruit op basis van de afgelegde toets het door de nieuwkomer-deelnemer bereikte niveau en de mogelijkheden voor vervolgopleidingen kunnen worden afgeleid en waarbij het niveau van de nieuwkomer-deelnemer wordt gemeten in relatie tot het niveau van de opleiding Nederlands als tweede taal I en II, bedoeld in artikel 7.3.1. van de WEB; of c voor elke nieuwkomer-deelnemer of persoon die als nieuwkomer wordt beschouwd een document, verstrekt door een bve-instelling, waaruit blijkt dat de nieuwkomer-deelnemer het examen, bedoeld in het Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie NUMMER 2 en 3 31 27 januari 1999

Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal, afgenomen volgens programma I of programma II, heeft behaald. Op grond van artikel 4, tweede lid, onder letter f van de zal de gemeente kunnen beschikken over gegevens over afgelegde toetsen en examens. Op grond van artikel 7.4.15, tweede lid, van de WEB beschikt de gemeente voor nieuwkomers in de zin van de WIN over een verklaring ten bewijze dat de toets is afgelegd. Deze gegevens ontvangt de gemeente van de instellingen. De gemeenten dienen deze gegevens op een toegankelijke wijze te administreren en te archiveren 4.7.3 De nieuwkomer-deelnemer of de persoon die als nieuwkomer wordt beschouwd heeft in 1998 de toets afgelegd of het examen behaald en de nieuwkomer in de zin van de WIN heeft in 1998 een verklaring ontvangen ten bewijze dat de toets is afgelegd. ACCOUNTANTSVERKLARING Opdracht Wij hebben de door ons gewaarmerkte c opgave telgegevens over het jaar 1998 zoals bedoeld in artikel 5 van de Onderwijsregeling inburgering nieuwkomers 1998 en met inachtneming van artikel I, vijfde lid, van de Regeling tijdelijke handhaving en wijziging van de onderwijsregeling inburgering nieuwkomers 1998. c verantwoording over het jaar 1998 zoals bedoeld in artikel 6 van de Onderwijsregeling inburgering nieuwkomers 1998 en artikel 55a van het Bekostigingsbesluit Welzijnsbeleid c van de gemeen-te/samenwerkende gemeenten., gecontroleerd. De opgave telgegevens en de verantwoording zijn opgesteld onder verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders van de gemeente. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de opgave telgegevens en de verantwoording te verstrekken. Een nieuwkomer-deelnemer, een persoon die als nieuwkomer wordt beschouwd en een nieuwkomer in de zin van de WIN kunnen uiteraard slechts éénmaal in de opgave worden opgenomen: na het afleggen van de toets of na het behalen van het examen of het verkrijgen van de verklaring. N.B. Nieuwkomer-deelnemers dienen de toets of het examen in 1998 te hebben afgelegd; zij hoeven echter niet de onderwijsovereenkomst in 1998 te hebben afgesloten. Dat mag ook in 1997 of eerder zijn gebeurd. 5. Accountantsverklaring Bij de accountantsverklaring moet de hieronder vermelde tekst worden gehanteerd. Werkzaamheden Onze controle is verricht overeenkomstig algemeen aanvaarde richtlijnen voor controle-opdrachten en in overeenstemming met het gewijzigd controleprotocol Onderwijsregeling inburgering en Welzijnregeling inburgering nieuwkomers. Volgens de richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de opgave en de verantwoording geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Een controle omvat onder meer een onder-zoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de in de opgave en de verantwoording opgenomen gegevens. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel. Oordeel Wij zijn van oordeel dat de opgave en de verantwoording voldoen aan de volgende eisen: c dat de in de opgave opgenomen telgegevens getrouw zijn weergegeven; c dat de verantwoording is opgesteld overeenkomstig het model zoals vastgesteld met de regeling... d.d.... ; c dat de verantwoording getrouw weergeeft de lasten en baten in 1998 met betrekking tot de inburgering van nieuwkomers; c dat de in het verantwoording opgenomen lasten en baten tot stand zijn gekomen in overeenstemming met NUMMER 2 en 3 32 27 januari 1999 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

de voor de inburgering van nieuwkomers in 1998 geldende regelingen. Deze verklaring is afgegeven ten behoeve van Cfi, Agentschap van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Plaats en datum : Handtekening : Naam accountant : Adres : Postcode en woonplaats : Telefoon : 6. 6.2 De kwalificatie als nieuwkomer-deelnemer, als persoon die als nieuwkomer wordt beschouwd en als nieuwkomer in de zin van de WIN. De nieuwkomer-deelnemer is alleen als zodanig gekwalificeerd als hij aan de gestelde eisen voldoet. Deze eisen zijn bewust gesteld en daaraan moet worden voldaan. Iemand die bijvoorbeeld zes maanden na eerste huisvesting een onderwijsovereenkomst tekent, maar overigens wel voldoet aan de aan nieuwkomer-deelnemers gestelde eisen, is volgens de regeling geen nieuwkomerdeelnemer, als die vertraging niet het gevolg is van zwaarwegende omstandigheden gelegen in die persoon. Voor de nieuwkomer in de zin van de WIN of de persoon die als nieuwkomer wordt beschouwd geldt dat moet zijn voldaan aan de doelgroepomschrijving, die is opgenomen in 4.1. onder C respectievelijk 4.1. onder D van dit protocol. 6.1 Voorwaarden OCenW en VWS 6.3 Controletolerantie Om voor een uitkering in de kosten van inburgeringsprogramma s in aanmerking te komen moet een gemeente voldoen aan enerzijds de Onderwijsregeling inburgering en de Regeling tijdelijke handhaving en wijziging van de onderwijsregeling inburgering en anderzijds het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid en de Welzijnsregeling inburgering nieuwkomers en de Tijdelijke regeling bekostiging welzijnscomponent inburgering nieuwkomers. In dit controleprotocol zijn alle regelingen verwerkt. Als is voldaan aan de onder punt 4 (Aandachtspuntantspunten voor de controle) opgesomde eisen en als de in de verantwoording gevraagde verklaring kan worden afgelegd, dan is voldaan aan de voorwaarden van OCenW en VWS. In de Onderwijsregeling inburgering zijn onder meer regels opgenomen met betrekking tot de overeenkomst tussen gemeente en instelling en verplichtingen waaraan de instelling moet voldoen op grond van de onderwijsovereenkomst tussen instelling en nieuwkomer-deelnemers. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente erop toe te zien dat deze regels worden nageleefd. Van de accountant wordt verwacht dat hij het onderzoek naar de getrouwheid van de in de opgave en de verantwoording opgenomen gegevens uitvoert met een grote mate van nauwkeurigheid. Gedacht moet worden aan een controletolerantie van 2% bij een betrouwbaarheid van 95%. 6.4 Bevoegd functionaris In dit controleprotocol wordt op enkele plaatsen gesproken van een verklaring van een daartoe bevoegde functionaris van de gemeente. De regeling spreekt niet van een functionaris van de gemeente maar van naar de oordeel van de gemeente. De formulering in het controleprotocol is geen aanscherping van de regelgeving. De gemeente dient volgens de regelgeving in enkele situaties een oordeel te geven. Het is vanzelfsprekend dat dat gebeurt op een wijze die controleerbaar is. Uit het dossier van de betrokkene moet het oordeel dus blijken. De gemeente maakt zelf uit wie namens de gemeente mag oordelen. Aan de verklaring van een daartoe bevoegde functionaris van de gemeente wordt geen andere eis gesteld dan dat daaruit het oordeel van degene die door de gemeente is aangewezen, blijkt. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie NUMMER 2 en 3 33 27 januari 1999

6.5 Eerste huisvesting van nieuwkomers in de zin van de Onderwijsregeling inburgering. Bijlage Vóór 1 november 1999 volledig ingevuld te zenden aan: Cƒi, team FVE/VTI, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer Mogelijk kunnen de criteria vier maanden na eerste huisvesting of vier maanden na statusuitreiking voor het afsluiten van een onderwijsovereenkomst voor enige verwarring zorgen. Hier is uiteraard niet bedoeld het als asielzoeker gehuisvest worden of zijn in een zgn. ROAwoning in een gemeente. In dergelijke gevallen geldt dat binnen vier maanden na het moment van statusuitreiking een onderwijsovereenkomst dient te zijn gesloten. Verantwoording Over 1998 inzake de uitvoering van de Onderwijsregeling inburgering, de Regeling tijdelijke handhaving en wijziging van de onderwijsregeling inburgering, de Welzijnsregeling inburgering nieuwkomers en de Tijdelijke regeling bekostiging welzijnscomponent inburgering nieuwkomers. 7. Overzicht geldende regelgeving c Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB); c Wet inburgering nieuwkomers (WIN); c Onderwijsregeling inburgering, BVE-1997/25041 d.d. 8 november 1997, Uitleg OCenWregelingen nr. 28 van 19 november 1997; c Regeling tijdelijke handhaving en wijziging van de onderwijsregeling inburgering, BVE/DenR-1998/27272 van 10 juli 1998, Uitleg OCenW- Regelingen nr. 17b van 22 juli 1998; c de Welzijnswet 1994 (Stb. 1994, 447, gewijzigd bij Stb. 1996, 478, Stb. 1997, 68, Stb. 1997, 510, Stb. 1997, 766 en laatstelijk bij Stb. 1997, 767); c Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid (Stb. 1994, 909, gewijzigd bij Stb. 1995, 650, Stb. 1997, 327 en laatstelijk bij Stb. 1997, 720); c Welzijnsregeling inburgering nieuwkomers (Stcrt. 1995, 246 gewijzigd bij Stcrt. 1996, 242 en laatstelijk bij Stcrt 1997, 230); c Tijdelijke regeling bekostiging welzijnscomponent inburgering nieuwkomers (Stcrt. 1998, 156). De minister van onderwijs, cultuur en wetenschappen, drs. L.M.L.H.A. Hermans 1. Naam gemeente of samenwerkingsverband gemeente Adm. nummer...... 2. Gegevens over de ontvangen rijksbijdrage/ uitkering en de besteding ervan a. Uitkering welzijnscomponent ƒ... b. Rijksbijdrage educatieve component ƒ... c. Totaal 1998 ƒ... d. Lasten van inburgering van -/- ƒ... nieuwkomer-deelnemers en van nieuwkomers in de zin van de WIN. (welzijnscomponent en educatieve component) e. Niet besteed aan inburgering ƒ... f. Lasten van educatie -/- ƒ... g. Lasten van integratie van minderheden -/- ƒ... Aan reserve inburgering toe te ƒ... voegen overschot 1998 ========= N.B. Bij de invulling van de verantwoording moet het baten en lasten stelsel worden toegepast. Voor een toelichting op de invulling, zie paragraaf 3.4 van het controleprotocol. 3. Contactpersoon Naam contactpersoon... Telefoonnummer contactpersoon... NUMMER 2 en 3 34 27 januari 1999 Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

4. Accountantsverklaring De verantwoording over 1998 moet zijn voorzien van een accountantsverklaring. Het model van de te hanteren accountantsverklaring is opgenomen onder punt 4 van het controleprotocol. daarvoor in aanmerking komende nieuwkomers van de gemeente in 1998 een onderwijsovereenkomst is gesloten dan wel dat aan hen een beschikking omtrent het inburgeringsprogramma is uitgereikt, of daartoe in redelijkheid alle pogingen zijn ondernomen. 5. Verklaring De ondergetekenden verklaren dat de bepalingen van de Onderwijsregeling inburgering, de Regeling tijdelijke handhaving en wijziging van de onderwijsregeling inburgering, het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid, de Welzijnsregeling inburgering nieuwkomers en de Tijdelijke regeling bekostiging welzijnscomponent inburgering nieuwkomers zijn nageleefd en in het bijzonder dat met alle 6. Ondertekening Datum:... De Burgemeester:... Plaats:... De Secretaris:... Beleidstelling beroepsonderwijs 1998 1999 Mededelingen OCenW Bestemd voor: c scholen en instellingen in de bve-sector. Verzoek om medewerking informatie Datum: 18 januari 1999 Kenmerk: CFI/IGP/GGV-99/373N Datum inwerkingtreding: 27 januari 1999 Geldigheidsduur beleidsregel: n.v.t. Juridische grondslag: n.v.t. Relatie tot eerdere mededelingen: n.v.t. Informatie verkrijgbaar bij: CFI/ICO/BVH, tel. 079-3232.666 1. Inleiding Begin 1999 zal de beleidstelling beroepsonderwijs 1998/ 1999 worden gehouden. In deze publicatie wordt informatie verstrekt over de procedures en de op te vragen gegevens. Bij de telling worden gegevens verzameld over schooljaar 1998-1999. De volgende gegevens zullen worden opgevraagd: c gegevens met betrekking tot de herkomst van ingestroomde deelnemers BBL, voltijd BOL, deeltijd BOL, educatie KSE en educatie NT2 op peildatum 1 oktober 1998, c gegevens met betrekking tot de leeftijdsopbouw van deelnemers deeltijd MBO, voltijd MBO, BBO, BBL, voltijd BOL, deeltijd BOL, educatie KSE en educatie NT2 op peildatum 1 oktober 1998, c gegevens met betrekking tot het aantal uitgestroomde ongediplomeerde deelnemers voltijd MBO, deeltijd MBO, BBO, BBL, voltijd BOL en deeltijd BOL in de periode 1 oktober 1997 tot 1 oktober 1998 en c gegevens met betrekking tot deelname- en stroomgegevens Doelgroepen in de periode 1 oktober 1997 tot 1 oktober 1998. De telformulieren alsmede de toelichtingsbrochure zullen vóór 1 april 1999 worden verzonden. 2. Doel van de telling Het doel van deze beleidstelling is om gegevens over schooljaar 1998.-/1999 te verzamelen ten behoeve van het door de minister te voeren beleid ten aanzien van het beroepsonderwijs. Het gaat daarbij om: c gegevens die noodzakelijk zijn voor de onderwijsmatrix. In deze matrix zijn de stromen en de resultaten van de onderwijsdeelnemers opgenomen. De matrix wordt onder andere gebruikt om de mogelijke toekomstige bewegingen van de onderwijsdeelnemers in te schatten en op deze manier tot valide deelnemersramingen te komen. De ramingen zijn een belangrijk instru-ment in het proces om te komen tot de rijksbegroting van de minister; Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie NUMMER 2 en 3 35 27 januari 1999