Uitvoeringsprotocol Forensische Zorg 2011



Vergelijkbare documenten
Handboek. Forensische Zorg

Frequently Asked Questions (FAQ) aan IFZ

Handboek. Forensische Zorg

Handboek. Forensische Zorg

De forensische zorgketen

Aan: Zorgaanbieders DB(B)C Afzender: Projectorganisatie DB(B)C

De vernieuwing van de forensische zorg in een strafrechtelijk kader Uitgangspunten, uitwerking en invoering

De NZa gebruikt de genoemde gegevens om tijdens de transitieperiode het transitiebedrag per zorgaanbieder vast te stellen.

DEEL I PRESENTATIE Marktconsultatie forensische zorg 8 juni 2017

BIJLAGE E Definitielijst

Handboek. Forensische Zorg

Uitvoeringsregels Forensische Zorg DBBC s 2013

Datum 27 juni 2016 Onderwerp Aanbieding onderzoeksrapport over forensische zorgtrajecten in het gevangeniswezen

BELEIDSREGEL BR/FZ-0003

AANWIJZING CONTROLEPROTOCOL PRODUCTIEVERANTWOORDINGEN FORENSISCHE ZORG 2011

3. Afbakening prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ

Beveiliging Forensisch Psychiatrische Afdelingen. Inspectiebericht Themaonderzoek

4.1 Forensische zorg Zorg als bedoeld in artikel 2 van het Interimbesluit forensische zorg. 1

Regeling Declaratiebepalingen prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ, NR/FZ-002

13 juli 2018, versie 2.0 TBS Dwang

Wet forensische zorg vanaf

Inkoop Forensische Zorg Informatiebijeenkomst

Ons kenmerk Datum 30 augustus 2013 Uw kenmerk Onderwerp Forensische Zorg tijdens detentie

Vers van de pers: recidive na forensische zorg

BELEIDSREGEL BR/FZ-0001

Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland. informatie voor verwijzers

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In hoofdstuk 9 worden na artikel 9.13 vier nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

Ik krijg nu AWBZ-zorg. Wat krijg ik in 2015?

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015

Marktscan en Beleidsbrief Forensische zorg in strafrechtelijk kader 2013

Ik krijg nu AWBZ-zorg. Wat krijg ik in 2015?

Marktscan Forensische zorg met strafrechtelijke titel

Handboek. Forensische Zorg

Inhoudsopgave Wet langdurige zorg... 2 De huisarts en de WLZ... 6

Wet langdurige zorg (Wlz) Van aanvraag tot besluit

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Forensische-zorgwijzer

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Inkoopplan Forensische Zorg Datum 18 juni 2012

Perceel: Klinisch. : Annex Jeugdige justitiabelen in de GGZ

Overeenkomst Verdiepingsdiagnostiek. Contractduur : 1 januari december 2014 Onderwerp : Overeenkomst Verdiepingsdiagnostiek

Cijfers & bijzonderheden 2018

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

3. Afbakening prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ

Wet langdurige zorg (Wlz) Van aanvraag tot besluit

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

SECTORVREEMDE EN INSTELLINGSVREEMDE ZZP S. Geldig in jaar: 2011 Versie: 1.0

Factsheet. De overheid gaat de langdurige zorg anders organiseren. Wat betekent dat voor mijn pgb?

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Ook zet het CBP vraagtekens bij de noodzaak voor het van toepassing verklaren van het gehele hoofdstuk VIII van de AWBZ.

Datum 30 juni 2017 Onderwerp Aanbesteding forensische zorg en rechtspositie tbs-gestelde in FPK

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Beleidskader Plaatsing TBS dwang

ACCCOUNTANTSPROTOCOL GENORMEERDE PRESTATIE- INDICATOREN FORENSISCHE PSYCHIATRIE 2017

Het detentieverloop van Michael P. Plan van aanpak

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nieuwsbrief forensische zorg Nr 4, oktober 2012

Wegwijzer naar de AWBZ

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BELEIDSREGEL BR/FZ-0010

Ik heb een persoonsgebonden budget (pgb)

Zorginkoop september 2015

Evaluatie pilot zorgcontinuïteit

Eerste Kamer der Staten-Generaal

ACCCOUNTANTSPROTOCOL GENORMEERDE PRESTATIE- INDICATOREN FORENSISCHE PSYCHIATRIE 2018

Zintuiglijk gehandicapten en ouderen van 80 jaar en ouder geen indicatie meer nodig van CIZ

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 2, vierde lid, van het Besluit zorgaanspraken AWBZ;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Verplichte informatieverstrekking zorgaanbieders van forensische zorg

In deze informeren wij u graag over de veranderingen die in de zorg gaan plaatsvinden per 1 januari 2015.

Aanleiding. Probleemstelling en onderzoeksopzet. Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris

Forensische zorgtrajecten in het gevangeniswezen (samenvatting)

Dagbehandeling individueel aanvullend op dagbehandeling in groepsverband

Datum 30 juni 2016 Onderwerp Inzet en verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Beleidskader indicatiestelling forensisch psychiatrische zorg

Nieuwe afbakening verzorging kinderen

Handleiding Financiering en Registratie 2013 Forensische Zorg. Datum 1 augustus 2012 Status

Procedure Samenwerkingsafspraken indicatie en plaatsing, tussen

WvGGZ - Situatie per 1 januari Inleiding Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg

Vernieuwing = Verbetering? De Wet Forensische Zorg naar aanleiding van het project Vernieuwing Forensische Zorg

Inkoop Forensische Zorg 2015

Aanbieders forensische zorg. Datum 30 mei 2016 Onderwerp Procedure Incidentele Budgetophoging (IBO) Geachte heer/mevrouw,

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Ik woon in een zorginstelling

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom?

TBS.^- Nederland. Ministerie van Justitie en Veiligheid t.a.v. de Minister van Rechtsbescherming de heer S. Dekker Postbus EH DEN HAAG

Veiligheidshuis Regio Utrecht. Jaarverslag Veiligheidshuis Regio Utrecht

Zorgweigering. Eenzijdige Zorgbeëindiging

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht

Overgangsrecht van AWBZ cliënten en beleid Versie december 2014

Doorkiesnummer Ons kenmerk /2019

Prestatie-indicatoren forensische psychiatrie verslagjaar 2013

Meldingsformulier Centrale Toegang Beschermd Wonen en Ambulante Begeleiding door instellingen voor maatschappelijke opvang

Perceelbeschrijving Beschermd wonen

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Inkoopbeleid Voortgezet verblijfs-ggz 1 onder de Zorgverzekeringswet

Amarant Amar De W oens else oens else Poort Juni Jun

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Transcriptie:

Uitvoeringsprotocol Forensische Zorg 2011 Praktische handreiking werkwijze 2011

2

Inhoudsopgave Inhoudsopgave 3 Inleiding 7 Leeswijzer 9 Hoofdstuk 1. Forensische zorg 13 1.1 Wat is forensische zorg? 14 1.2 Afbakening forensische zorg 15 1.3 Juridisch kader 15 1.4 Forensische zorg en het strafproces 16 1.5 Wetsvoorstel voorwaardelijke sancties 18 1.6 Beslissing Rechtspraak of OM als basis voor forensische zorg 19 Hoofdstuk 2. Indicatiestelling 21 2.1 Wat is indicatiestelling? 21 2.2 Indicatiestelling klinische zorg 22 2.3 Indicatiestelling ambulante zorg 23 2.4 Indicatiestelling beschermd wonen 24 2.5 Herindicatiestelling 24 2.6 Uitzondering: De voorgenomen indicatiestelling 24 2.7 Indicatiestelling tbs met dwangverpleging 25 Hoofdstuk 3. Plaatsing 27 3.1 Plaatsingsbeleid 27 3.2 Rol afdeling Plaatsing DForZo 29 3.3 Plaatsing klinische zorg 30 3.4 Plaatsing ambulante zorg en beschermd wonen 31 3.5 Plaatsing justitiabelen vanuit detentie 32 3.6 Vervolgplaatsingen 33 3.7 Bijzondere plaatsingen 33 3.8 Gecontracteerde zorgaanbieders 33 3.9 Regionaal plaatsingsoverleg 34 3.10 Continuïteit van zorg 34 Hoofdstuk 4. Financiering van forensische zorg 35 4.1 Bijdrage DB(B)C-systematiek aan forensisch stelsel 35 4.2 DB(B)C s, ZZP s en extramurale AWBZ-parameters 35 4.3 Procedure van bekostiging en facturatie 35 4.4 Scoring ZZP s 36 4.5 Vangnet 36 4.6 Vragen over bekostiging? 36 3

Hoofdstuk 5. Informatiesysteem forensische zorg 37 5.1 Werkwijze Ifzo 37 5.2 Gebruikers van Ifzo 37 5.3 Indicatiestellingsformats in Ifzo 38 5.4 Zorgaanbieders en Ifzo 38 5.5 Planning 2011 38 Deel 2 39 Hoofdstuk 6. Forensische zorg en het Openbaar Ministerie 41 6.1 Vernieuwing forensische zorg 41 6.2 Wat is forensische zorg? 41 6.3 Juridisch kader 42 6.4 Forensische zorg en het strafproces 42 6.5 Wetsvoorstel voorwaardelijke sancties 44 6.6 Beslissing Rechtspraak of OM als basis voor forensische zorg 45 6.7 Wat is indicatiestelling? 46 6.8 Organisaties die indiceren voor forensische zorg 46 6.9 Uitzondering: De voorgenomen indicatiestelling 47 6.10 Plaatsing 48 6.11 Rol afdeling Plaatsing DForZo 48 6.12 Vervolgplaatsingen 49 6.13 Plaatsing t.b.v. Pro Justitia rapportage 49 6.14 Regionaal plaatsingsoverleg 49 6.15 Continuïteit van zorg 49 6.16 Bijdrage DB(B)C-systematiek aan forensisch stelsel 49 6.17 Ifzo 49 Hoofdstuk 7. Forensische zorg en de Rechtspraak 51 7.1 Vernieuwing forensische zorg 51 7.2 Wat is forensische zorg? 51 7.3 Juridisch kader 52 7.4 Forensische zorg en het strafproces 52 7.5 Wetsvoorstel voorwaardelijke sancties 54 7.6 Beslissing Rechtspraak of OM als basis voor forensische zorg 55 7.7 Wat is indicatiestelling? 55 7.8 Organisaties die indiceren voor forensische zorg 56 7.9 Uitzondering: De voorgenomen indicatiestelling 57 7.10 Plaatsing 57 7.11 Rol afdeling Plaatsing DForZo 58 7.12 Vervolgplaatsingen 58 7.13 Continuïteit van zorg 59 7.14 Bijdrage DB(B)C-systematiek aan forensisch stelsel 59 7.15 Ifzo 59 Hoofdstuk 8. Forensische zorg en het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie 61 8.1 Vernieuwing forensische zorg 61 8.2 Wat is forensische zorg? 61 8.3 Afbakening forensische zorg 62 8.4 Uitwisseling gegevens justitiabelen 63 8.5 Forensische zorg en het strafproces 63 8.6 Wetsvoorstel voorwaardelijke sancties 65 4

8.7 Beslissing Rechtspraak of OM als basis voor forensische zorg 66 8.8 Wat is indicatiestelling? 66 8.9 Indicatiestelling klinische zorg 67 8.10 Indicatiestelling beschermd wonen 69 8.11 Herindicatiestelling 69 8.12 Plaatsing 69 8.13 Rol afdeling Plaatsing DForZo 71 8.14 Plaatsing klinische zorg 72 8.15 Plaatsing justitiabelen vanuit detentie 72 8.16 Vervolgplaatsingen 73 8.17 Bijzondere plaatsingen 73 8.18 Gecontracteerde zorgaanbieders 73 8.19 Regionaal plaatsingsoverleg 73 8.20 Bijdrage DB(B)C-systematiek aan forensisch stelsel 74 8.21 Ifzo 74 Hoofdstuk 9. Forensische zorg en de Reclassering 77 9.1 Vernieuwing forensische zorg 77 9.2 Wat is forensische zorg? 77 9.3 Afbakening forensische zorg 78 9.4 Uitwisseling gegevens justitiabelen 79 9.5 Forensische zorg en het strafproces 79 9.6 Wetsvoorstel voorwaardelijke sancties 80 9.7 Beslissing Rechtspraak of OM als basis voor forensische zorg 82 9.8 Wat is indicatiestelling? 82 9.9 Indicatiestelling klinische zorg 83 9.10 Indicatiestelling ambulante zorg 84 9.11 Indicatiestelling beschermd wonen 84 9.12 Herindicatiestelling 85 9.13 Uitzondering: De voorgenomen indicatiestelling 85 9.14 Plaatsing 86 9.15 Rol afdeling Plaatsing DForZo 88 9.16 Plaatsing klinische zorg 89 9.17 Plaatsing ambulante zorg en beschermd wonen 89 9.18 Vervolgplaatsingen 90 9.19 Gecontracteerde zorgaanbieders 90 9.20 Regionaal plaatsingsoverleg 91 9.21 Bijdrage DB(B)C-systematiek aan forensisch stelsel 91 9.22 Ifzo 91 Hoofdstuk 10. Forensische zorg en het gevangeniswezen 93 10.1 Vernieuwing forensische zorg 93 10.2 Wat is forensische zorg? 94 10.3 Afbakening forensische zorg 95 10.5 Forensische zorg en het strafproces 95 10.6 Wat is indicatiestelling? 96 10.7 Indicatiestelling klinische zorg 97 10.8 Indicatiestelling ambulante zorg binnen detentie 98 10.9 Indicatiestelling beschermd wonen vanuit gevangeniswezen 98 10.10 Plaatsing 98 10.11 Rol afdeling Plaatsing DForZo 100 10.12 Plaatsing justitiabelen vanuit detentie 101 10.13 Regionaal plaatsingsoverleg 101 5

10.14 Bijdrage DB(B)C-systematiek aan forensisch stelsel 102 10.15 Ifzo 102 Hoofdstuk 11. Forensische zorg en het Centrum Indicatiestelling Zorg 104 11.1 Vernieuwing forensische zorg 104 11.2 Wat is forensische zorg? 104 11.3 Afbakening forensische zorg 105 11.4 Indicatiestelling in de forensische zorg 107 11.5 Continuïteit van zorg 107 11.6 Financiering van forensische zorg 108 Hoofdstuk 12. Forensische zorg en de Directie Forensische Zorg 109 12.1 Vernieuwing forensische zorg 109 12.2 Afbakening forensische zorg 110 12.3 Juridisch kader 113 12.4 Indicatiestelling 112 12.5 Plaatsing 115 12.6 Rol afdeling Plaatsing DForZo 116 12.7 Plaatsing klinische zorg 117 12.8 Plaatsing ambulante zorg en beschermd wonen 118 12.9 Plaatsing justitiabelen vanuit detentie 119 12.10 Vervolgplaatsingen 120 12.11 Bijzondere plaatsingen 120 12.12 Gecontracteerde zorgaanbieders 121 12.13 Regionaal plaatsingsoverleg 122 12.14 Continuïteit van zorg 122 12.15 Financiering van forensische zorg 122 12.16 Ifzo 124 Hoofdstuk 13. Zorgaanbieders 127 13.1 Vernieuwing forensische zorg 127 13.2 Afbakening forensische zorg 128 13.3 Juridisch kader 130 13.4 Wat is indicatiestelling? 132 13.5 Plaatsing 133 13.6 Rol afdeling Plaatsing DForZo 135 13.7 Plaatsing klinische zorg 136 13.8 Plaatsing ambulante zorg en beschermd wonen 137 13.9 Plaatsing justitiabelen vanuit detentie 138 13.10 Vervolgplaatsingen 139 13.11 Bijzondere plaatsingen 139 13.12 Gecontracteerde zorgaanbieders 139 13.13 Regionaal plaatsingsoverleg 140 13.14 Continuïteit van zorg 140 13.15 Financiering van forensische zorg 141 13.16 Ifzo 142 Bijlagen 145 Bijlage 1. Terminologie en afkortingen 147 Bijlage 2. Forensiche zorgtitels 149 Bijlage 3. Afbakening forensische zorg 151 Bijlage 4. Standaard verwijsbrief reclassering 153 Bijlage 5. Clusters normen termijnen intake en opname 155 6

Inleiding Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft, in samenwerking met diverse organisaties, hard gewerkt aan de verdere verbetering van de forensische zorg. De vernieuwing die de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden vergroot de mogelijkheden om tijdens strafrechtelijke trajecten persoonsgericht de stoornissen, die ten grondslag liggen aan het criminele levenspatroon van de dader, te adresseren. Het uiteindelijke doel hiervan is de strafrechtelijke recidive te verminderen. Om dit doel te bereiken, is een aantal programma s ingericht die vorm geven aan verschillende onderdelen van deze op de persoon gerichte aanpak. Het Programma Vernieuwing Forensische Zorg (VFZ) heeft de volgende doelstellingen: de juiste patiënt op de juiste plek; het creëren van voldoende forensische zorgcapaciteit; kwalitatief goede zorg gericht op de veiligheid van de samenleving; goede aansluiting tussen de forensische en de reguliere zorg. Doel Uitvoeringsprotocol Het Uitvoeringsprotocol Forensische Zorg 2011 biedt professionals een praktische handreiking. Het geeft weer welke taken en verantwoordelijkheden de ketenpartners hebben en hoe deze in 2011 moeten worden uitgevoerd. Wat is forensische zorg? Forensische zorg is geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en verstandelijk gehandicaptenzorg die onderdeel is van een (voorwaardelijke) straf of maatregel of de tenuitvoerlegging daarvan, dan wel een andere strafrechtelijke titel. Stapsgewijze vormgeving Het stelsel van forensische zorg krijgt stapsgewijs vorm. Een aantal voorbeelden: Sinds 1 januari 2008 is het Ministerie van Veiligheid en Justitie, i.c. de Directie Forensische Zorg (DForZo) van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), verantwoordelijk voor de inkoop van forensische zorg. Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, werkeenheid Indicatiestelling Forensische Zorg (NIFP/IFZ), indiceert sinds 2008 voor klinisch forensische zorg en beschermd wonen na klinisch verblijf. Het Psycho Medisch Overleg (PMO) van het gevangeniswezen indiceert sinds 2010 voor klinisch forensische zorg in Penitentiair Psychiatrische Centra (PPC). In 2010 is besloten dat de drie reclasseringsorganisaties (3RO) de indicatiestelling voor ambulante zorg en beschermd wonen op zich nemen. In december 2010 is een pilot gestart. De verantwoordelijkheid van de Minister van Veiligheid en Justitie voor alle individuele plaatsingen in de forensische zorg is geoperationaliseerd in een aantal inhoudelijke criteria. De keten- en procesbeschrijvingen voor plaatsing worden in 2011 opgeleverd. In 2011 zullen zorgaanbieders volgens adviesprijzen factureren, in Diagnose Behandeling en (Beveiligings) Combinaties (DB(B)C s). Er wordt ook bekostigd in Zorg Zwaarte Pakketten (ZZP) en extramurale AWBZ-parameters (Algemene Wet Bijzondere Ziektenkosten). Hiermee is aangesloten bij de bekostiging in de reguliere zorg. Het Informatiesysteem forensische zorg (Ifzo) ondersteunt sinds 2010 het ketenproces, van indicatiestelling tot facturatie, op een praktische en gebruiksvriendelijke wijze. Beschikbare zorg wordt op een praktische en persoonsgerichte wijze gematcht met de vereiste zorg uit de indicatiestelling. De gecontracteerde zorg wordt vanaf 2011 gespecificeerd opgenomen in Ifzo. Het wetsvoorstel forensische zorg is ingediend bij de Tweede Kamer. Het interim-besluit forensische zorg is werking getreden per 1 januari 2010. 7

De inspanningen van de afgelopen jaren hebben ook al concrete resultaten opgeleverd: Tussen 2008 en 2009 is het aantal doorverwijzingen naar forensische zorg door de reclassering met twintig procent gestegen 1. De mogelijkheden om justitiabelen met complexe problematiek te plaatsen zijn aanzienlijk vergroot. Het aantal zorgaanbieders bij wie de Minister van Veiligheid en Justitie, via DForZo, zorg inkoopt is sterk gestegen: van 64 in 2008 naar 88 in 2010 2. Daarnaast zijn er contracten afgesloten met de dertien Forensisch Psychiatrische Centra (FPC). Ontwikkelingen 2011 De contouren van het forensische stelsel zijn geschetst, ketenpartners kennen hun taken en verantwoordelijkheden en vele justitiabelen ontvangen zorg die bij hun problematiek past. Het jaar 2011 kan gezien worden als een overgangsjaar, waarin vele activiteiten hun beslag krijgen. Het Uitvoeringsprotocol 2011 biedt een praktische handreiking voor de werkzaamheden en activiteiten die in 2011 al uitgevoerd (kunnen) worden. Dat betekent echter niet dat het stelsel klaar is. In 2011 wachten de volgende uitdagingen nog op een antwoord: Tussenevaluatie van de invoering van ZZP-bekostiging voor de doelgroep begeleiding. Implementatie van de indicatiestelling en plaatsing bij de 3RO. Doorontwikkeling van indicatiestelling en plaatsing door het gevangeniswezen. Toetsing van het GGz-tenzij principe. Er loopt een pilot in het gevangeniswezen. Onderzoeken van de noodzaak van indicatiestelling voor tbs met dwangverpleging (art. 37b Sr). Invulling van taken van de plaatsende organisaties en de rol van DForZo als eindverantwoordelijke voor de plaatsingen, namens de Minister van Veiligheid en Justitie, incl. het uitwerken van de bezwaar- en beroepsprocedure. Doorontwikkeling van Ifzo t.a.v. indicatiestelling en plaatsing, bijvoorbeeld voor de indicatiestelling ambulante zorg in het gevangeniswezen en het op casusniveau registreren van de inhoudelijke motivatie voor een plaatsing. Start facturatie op basis van DB(B)C s en ZZP s. Gedurende 2011 is sprake van een vangnet op basis van de oude parameters. Doorontwikkeling DB(B)C-productstructuur en het komen tot DB(B)C-tarieven, met name voor verblijf. Ontwikkeling van de rol van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) als marktregulator voor de forensische zorgmarkt (vaststellen prestaties en tarieven, toezicht en handhaving). Verdere overdracht van taken van het programma VFZ aan betrokken ketenpartners, DForZo en het kerndepartement van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie wil het komende jaar graag samen met u, alle betrokken ketenpartners, werken aan een toekomstbestendig en betaalbaar stelsel van forensische zorg. Ons gezamenlijke doel is om de strafrechtelijke recidive te verminderen door middel van goede zorg in het streven naar een veiliger terugkeer van justitiabelen in de samenleving. Ik hoop dat deze praktische handreiking u helpt bij de uitvoering van uw taken en verantwoordelijkheden. Wij zien de samenwerking met vertrouwen tegemoet. Justus Kox, Projectleider Forensische Zorg 1 Bron: Mierlo, F. van en Meijer, S (23 juni 2010). Hoe vaak en waarvoor wordt verwezen naar de forensische psychiatrie? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. Geraadpleegd op <http://www. nationaalkompas.nl>. 2 Bron: Uitgangspunten zorginkoop forensische zorg 2010 en het document gecontracteerde zorgaanbieders 8

Leeswijzer Het Uitvoeringsprotocol 2011 is gebaseerd op het Uitvoeringsprotocol 2009 2010, de aanvulling daarop en het wijzigingenbericht uit 2009. Het protocol zal zo nodig periodiek worden bijgesteld. Aanvullingen zullen worden toegezonden aan de contactpersonen van de ketenpartners. Dit wordt ook geplaatst op www.forensischezorg.nl. Uitvoeringsprotocol ten opzichte van wetgeving, inkoophandleiding en DB(B)C-spelregels Het Uitvoeringsprotocol bevat een praktische uitwerking van de werkwijzen voor 2011. Het gaat uit van de juridische basis van het interim-besluit forensische zorg en de afspraken over werkwijzen, die tussen de verschillende ketenpartners zijn gemaakt. Hiermee vormt het Uitvoeringsprotocol een aanvulling op: Interim-besluit Inkoophandleiding DB(B)C-spelregels Uitvoeringsregels Forensische Zorg Beleidskader plaatsing Indicatiestellingsformats Deze bronnen zijn te vinden via www.forensischezorg.nl. Indeling Dit Uitvoeringsprotocol 2011 bestaat uit twee delen. Deel 1 Deel 1 bevat een overzicht van de taken, verantwoordelijkheden en activiteiten. Hier vindt u de informatie die van belang is voor 2011. Aan bod komen de volgende thema s: Hoofdstuk 1. Forensische Zorg Hoofdstuk 2. Indicatiestelling Hoofdstuk 3. Plaatsing Hoofdstuk 4. Financiering van zorg Hoofdstuk 5. Informatiesysteem forensische zorg Deel 2 In deel 2 is een samenvatting van onderwerpen uit deel 1, welke voor uw organisatie van belang zijn. Deel 2 bestaat uit acht hoofdstukken: Hoofdstuk 6. Openbaar Ministerie Hoofdstuk 7. Rechtspraak Hoofdstuk 8. Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP/IFZ) Hoofdstuk 9. Reclassering Hoofdstuk 10. Gevangeniswezen Hoofdstuk 11. Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) Hoofdstuk 12. Directie Forensische Zorg Hoofdstuk 13. Zorgaanbieders Bijlagen De volgende bijlagen zijn in dit Uitvoeringsprotocol 2011 opgenomen: 1. Terminologie en afkortingen 2. Lijst forensische zorgtitels 3. Afbakening forensische zorg 4. Standaard verwijsbrief reclassering 5. Clusters normen termijnen intake en opname 9

Afbakening begrippen In dit Uitvoeringsprotocol is er voor gekozen om de termen indicatiestelling, indiceren, plaatsing en plaatsingsbrief aan te houden. Hier kan ook verwijzing, zorgtoeleiding of verwijsbrief worden gelezen. Tevens is er voor gekozen de term justitiabele aan te houden. Hiermee wordt tevens bedoeld cliënt, patiënt, verdachte, veroordeelde of gedetineerde. Waar de mannelijke vorm wordt gebruikt, kan ook de vrouwelijke vorm gelezen worden. Met het Ministerie of de Minister worden bedoeld het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de Minister van Veiligheid en Justitie. Indien er op enig moment een ander Ministerie of een andere Minister wordt bedoeld, dan zal dit expliciet vermeld staan. Vragen over de forensische zorg? Bij vragen over de forensische zorg, kunt u bij de volgende organisaties terecht: Onderwerp Contact E-mail Inkoop DForZo, afdeling Inkoop. Telefonisch te bereiken via DJI (088) 0725000 inkoopforensischezorg@dji.minjus.nl Facturatie Uitvoeringsregels FZ: Plaatsingsbeleid DForZo, afdeling KFA. Telefonisch te bereiken via DJI (088) 0725000 DForZo: helpdesk VFZ. Telefonisch te bereiken via DJI (088) 0725000 DBBCfacturatie@dji.minjus.nl vernieuwingforensischezorg@dji. minjus.nl ZZP voor Forensische Zorg Juridische procedures Indicatiestelling: VIP/SKN voor justitiabelen, procedures per indicerende organisatie Indicerende organisatie (NIFP/IFZ, 3RO, PMO in GW) NIFP_IFZ@dji.minjus.nl, vragenvfz@reclassering.nl, info-nigw@dji.minjus.nl Systeem Ifzo (Informatievoorziening Forensische ZOrg) Ifzo. Telefonisch te bereiken via de Servicedesk SSC-I (088) 0715666 info@ifzo.nl DB(B)C s Helpdesk DBC-Onderhoud (030) 285 08 22 helpdeskfz@dbconderhoud.nl 10

Deel 1 11

12

Hoofdstuk 1. Forensische zorg Dit hoofdstuk geeft antwoord op de vraag wat forensische zorg is. Eerst worden de doelgroep en de forensische zorgtitels omschreven. Hierna volgt een afbakening van wat forensische zorg is ten opzichte van zorg bekostigd door de Zvw of de AWBZ. Aansluitend wordt een verbinding gemaakt met het juridisch kader, vanuit het interim-besluit en het wetsvoorstel forensische zorg. Vervolgens wordt de rol van het strafproces en de terechtzitting geschetst. Dan volgt het wetsvoorstel voorwaardelijke sancties en de gevolgen die dit wetsvoorstel heeft voor de forensische zorg. Tenslotte volgt een toelichting op de beslissing van de Rechtspraak of het OM t.a.v. de forensische zorg. 1.1 Wat is forensische zorg? Forensische zorg is geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en verstandelijk gehandicaptenzorg die onderdeel is van een (voorwaardelijke) straf of maatregel of de tenuitvoerlegging daarvan, dan wel een andere strafrechtelijke titel. 1.1.1 Doelgroep forensische zorg Er kunnen drie doelgroepen worden onderscheiden die forensische zorg kunnen ontvangen: tbs-gestelden (tbs met dwangverpleging, art. 37b); gedetineerden; verdachten of veroordeelden aan wie het Openbaar Ministerie (OM) of de Rechtspraak een voorwaardelijke sanctie heeft opgelegd. Uitgezonderd zijn personen die zijn veroordeeld in het kader van het jeugdstrafrecht, waaronder de PIJ-maatregel. 1.1.2 Forensische zorgtitels De forensische zorgtitel is de bekostigingsgrondslag voor vergoeding door het Ministerie. Er zijn 22 forensische zorgtitels 3 (zie bijlage 2. Lijst forensische zorgtitels): 21 strafrechtelijke titels en een voorgenomen indicatiestelling. De laatste kan benut worden om een verdachte zorg 4 te bieden voordat er sprake is van één van de strafrechtelijke titels (zie paragraaf 2.6). 1.1.3 Indeling Forensische Zorg De forensische zorg is geënt op de zorg die in een vrijwillig kader vanuit de AWBZ en de Zorgverzekeringswet wordt bekostigd en daarmee qua indeling nagenoeg vergelijkbaar. Er is een indeling in klinische zorg, ambulante zorg en in beschermd wonen. Daarnaast kent de forensische zorg vooralsnog ook een indeling in segmenten. Dit zijn de segmenten geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en verstandelijke gehandicaptenzorg. Binnen deze segmenten wordt zowel ambulante zorg als klinische zorg geleverd. Deze segmentindeling blijft bestaan totdat de nieuwe bekostigingsystematiek in de Forensische zorg, de DBBC-systematiek of ZZP-systematiek, volledig is ingevoerd. Door de invoering ontstaat er een nieuwe indeling van de forensische zorg en wordt er overgestapt van een functiegerichte naar een prestatiegerichte bekostiging. Klinische zorg Bij klinische zorg is er sprake van zorg in een 24-uurs verblijfssetting waarbij ook behandeling wordt geboden. In alle segmenten kent de klinische zorg verschillende niveaus van beveiliging en zorgintensiteit. De hoogst beveiligde en meest intensieve vorm van forensische zorg wordt geleverd in het segment van de geestelijke gezondheidszorg in de Forensische Psychiatrisch Centra (FPC), de 3 In een eerdere versie van het Uitvoeringsprotocol werd gesproken over strafrechtelijke titels, nu over forensische zorgtitels. De reden hiervoor is dat er in enkele gevallen sprake is van een bekostigingsgrondslag voor forensische zorg voorafgaand aan een strafrechtelijke titel. 4 Alleen ambulante zorg of beschermd wonen. 13

Forensische Psychiatrische Klinieken (FPK) en Forensisch Psychiatrische Afdelingen (FPA). In het segment verslavingszorg wordt de meest intensieve zorg en beveiliging geboden in Forensische Verslavingsklinieken (FVK) en Forensische Verslavingszorgafdelingen (FVA) en in het segment van de verstandelijke gehandicapten zorg wordt dit geboden in de klinieken voor zorg aan Sterk Gedragsgestoord Verstandelijk Gehandicapten (SGLVG (+)-voorzieningen). Daarnaast kennen alle drie de segmenten reguliere, minder beveiligde klinische zorgafdelingen. Ambulante zorg Bij ambulante zorg is er geen sprake van verblijf. Het betreft zorg die voornamelijk verleend wordt op afgesproken tijden waarbij de cliënten vanuit de eigen woon- en werkomgeving naar de hulpverlener toekomen, of waarbij de hulpverlener de cliënt in diens omgeving bezoekt. De ambulante zorg wordt in alle bovenstaande segmenten geleverd en kent een nadere onderverdeling in ambulante (forensische) behandeling en ambulante begeleiding. Daarnaast kan er ook sprake zijn van dagactiviteiten. Beschermd wonen Beschermd wonen is vorm van (kleinschalig) wonen waarbij (op verschillende niveaus) begeleiding en ondersteuning wordt geboden aan de cliënt. 1.2 Afbakening forensische zorg Het uitgangspunt is dat het Ministerie van Veiligheid en Justitie de geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en zorg voor verstandelijk gehandicapten bekostigt die deel uitmaakt van een (voorwaardelijke) straf of maatregel of de tenuitvoerlegging daarvan, dan wel een andere strafrechtelijke titel 5. Er zijn enkele uitzonderingen. 1. Het Ministerie is verantwoordelijk voor de bekostiging van alle zorg voor gedetineerden en tbs-gestelden, conform het Vademecum Medisch Verstrekkingen pakket 6 en de forensische zorg. Deze justitiabelen kunnen geen aanspraak maken op de Zvw, omdat de zorgverzekering voor hen is opgeschort. Dit geldt niet voor tbs-gestelden tijdens proefverlof en voorwaardelijke beëindiging. 2. In sommige gevallen indiceert het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) gedurende de strafrechtelijke titel. Het gaat hierbij niet om forensische zorg, maar bijvoorbeeld bij AWBZ-zorg als gevolg van somatische problematiek, zoals persoonlijke verzorging, verpleging, dagbesteding en behandeling. Heeft u vragen over een casus, dan kunt u contact opnemen met de servicedesk van het CIZ, telefoon 088-7891700 of via het contactformulier op de website www.ciz.nl. 3. Indien een justitiabele voor aanvang van de strafrechtelijke titel in een zorgtraject verbleef, blijft in sommige gevallen de aanspraak vanwege de AWBZ of de Zvw bestaan (zie paragrafen 1.2.1 en 1.2.2). 1.2.1 Zorg die gestart is voor het strafrechtelijke kader (bij voorwaardelijke titels) Om te kunnen vaststellen of er aanspraak gemaakt kan worden op geneeskundige GGz (Zvw) of AWBZ-zorg is het van belang of deze zorg al voor het opleggen van het strafrechtelijke kader (alle forensische zorgtitels) is gestart. Zorg die reeds voor de forensische zorgtitel werd verleend aan een justitiabele met een voorwaardelijke straf blijft bekostigd door de AWBZ of Zvw. Het doel hiervan is om een breuk in het zorgtraject te voorkomen. Noodzaakt de beslissing van de Rechtspraak of OM tot meer, dan valt dat onder de forensische zorg 7. Indien er tijdens de forensische zorgtitel herindicatie 5 Recentelijk is gebleken dat er enkele casussen zijn waarin een justitiabele geen zorg kan ontvangen. In deze gevallen is er geen zorg opgenomen in de beslissing van de Rechtspraak of het OM, maar wil de justitiabele wel vrijwillig zorg ontvangen. Het Ministerie streeft ernaar in overleg met de betrokken partijen in deze casussen tot een passende oplossing te komen. Indien dit tot gewijzigde procedures leidt, wordt u hiervan op de hoogte gesteld. 6 Het Vademecum Medisch Verstrekkingenpakket is hier leidend. 7 Hierbij een voorbeeld van een rechterlijke uitspraak die noodzaakt tot meer. Een justitiabele woont in een instelling voor beschermd wonen, op basis van een indicatie van het CIZ. Na het plegen van een delict vereist de strafrechtelijke titel naast het verblijven in de beschermde woonvorm een ambulante behandeling. Deze ambulante behandeling is het meerdere en valt onder de forensische 14

nodig is, dan dient deze te worden aangevraagd bij het CIZ (voor wat betreft de AWBZ; www.ciz.nl). Indien het gaat om geneeskundige GGz in de Zvw kan een verwijzing van een arts noodzakelijk zijn. De enige uitzondering op de bekostiging van zorg die is gestart voor het strafrechtelijk kader is ambulante zorg die wordt verleend en bekostigd op grond van de Zvw. Deze zorg wordt tijdens het strafrechtelijke traject als forensische zorg vergoed, ongeacht of de zorg voorafgaand aan de titel al werd verleend. Hiervoor is gekozen op verzoek van de zorgaanbieders en zorgverzekeraars, vanwege complexe uitvoeringsconsequenties bij gedeeltelijke vergoeding als forensische zorg. Het onderscheid tussen zorg die gestart is voor het strafrechtelijk kader en zorg die na aanvang van de strafrechtelijke titel nodig is, is schematisch weergegeven in bijlage 3. (Afbakening forensische zorg). 1.2.2 Zorg na detentie Indien een justitiabele na een periode van detentie nog een strafrechtelijk kader heeft (bijv. maatregel Inrichting Stelselmatige Daders, Penitentiair Programma, Voorwaardelijke Invrijheidsstelling), dan geeft een nog geldige AWBZ-indicatie opnieuw toegang tot AWBZ-zorg. De zorg die vóór de detentie was gestart, kan dan worden voortgezet. Dit geldt niet voor zorg uit de Zvw. Deze zorg dient na een detentieperiode opnieuw geïndiceerd te worden door PMO, 3RO of NIFP/IFZ. Het onderscheid tussen bestaande zorg uit de AWBZ en Zvw, die onderbroken wordt door detentie, is schematisch weergegeven in bijlage 3. (Afbakening forensische zorg). 1.2.3 PGB-overgangsregeling Het Ministerie financiert geen zorg via een persoonsgebonden budget (PGB). Sinds de stelselwijziging in 2008 wordt aan justitiabelen met een strafrechtelijke titel geen PGB meer toegekend. De 3RO, het NIFP/IFZ en het PMO kunnen een justitiabele niet indiceren voor zorgaanbod dat via het persoonsgebonden budget wordt gefinancierd. Er is een overgangsregeling voor justitiabelen die een indicatiebesluit van het CIZ hebben van vóór 18 februari 2008. De indicatie moet zijn afgegeven tijdens de strafrechtelijke titel en de zorgovereenkomst met de zorgaanbieder moet zijn gesloten vóór 15 april 2008 op grond van deze indicatie. In deze gevallen zal het Ministerie de kosten rechtstreeks vergoeden aan de zorgaanbieder totdat de zorg eindigt of de strafrechtelijke titel afloopt. 1.3 Juridisch kader In het wetsvoorstel forensische zorg wordt de brede stelselherziening van de forensische zorg geregeld, met regels voor de inkoop en financiering, de aanspraak op forensische zorg, de plaatsing en enkele andere onderwerpen die met de besturing en de zorgcontinuïteit samenhangen. Het wetsvoorstel is op 4 juni 2010 ingediend bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Beoogde datum van inwerkingtreding is 1 januari 2012. 1.3.1 Interim-besluit Het interim-besluit forensische zorg (een Algemene Maatregel van Bestuur) creëert, vooruitlopend op de inwerkingtreding van het wetsvoorstel forensische zorg, een wettelijke basis voor het huidige forensische zorgstelsel. Het interim-besluit is per 1 januari 2011 8 in werking getreden. Het stelt regels ten aanzien van: De (inhoud en omvang van de) forensische zorg. De eigen bijdrage van de justitiabele voor de forensische zorg. De indicatiestelling. De zorgtoeleiding naar ambulante forensische zorg (plaatsing). De informatieverstrekking. zorg. Dit wordt geïndiceerd door de 3RO. 8 De vindplaats van het interim-besluit is het Staatsblad (Stb. 2010, 875), ook via www.officielebekendmakingen.nl. 15

De aanwijzing van de zorgaanbieders die forensische zorg leveren en de voorwaarden die daarbij kunnen worden gesteld, bijvoorbeeld ten aanzien van de beveiliging. Het interim-besluit vervalt als de wet forensische zorg in werking treedt. 1.3.2 Uitwisseling gegevens justitiabelen Voor een effectieve samenwerking is uitwisseling van gegevens over justitiabelen noodzakelijk. De juridische basis hiervoor is het interim-besluit. Voor de volgende doeleinden mogen gegevens worden uitgewisseld: Het opstellen van een indicatiestelling. Het plaatsen van justitiabelen bij zorgaanbieders. Het verlenen van forensische zorg. Het opstellen van een declaratie voor de behandeling door de zorgaanbieder. De uitbetaling van de declaratie voor forensische zorg. 1.4 Forensische zorg en het strafproces Er is alleen sprake van forensische zorg als de zorg onderdeel is van een (voorwaardelijke) straf of maatregel of de tenuitvoerlegging daarvan, dan wel een andere strafrechtelijke titel. Het strafrechtelijke kader is het startpunt van de zorg. 1.4.1 Forensische zorg indien justitiabele niet in detentie verblijft Bij een justitiabele die niet in detentie verblijft, kan tijdens het strafproces een forensische zorgbehoefte onderkend worden. Meestal gebeurt dit tijdens het onderzoek van de 3RO, in aanloop naar de rechtszitting 9. De zorgbehoefte kan ook onderkend worden tijdens het toezicht van de 3RO. Hierna volgt een schema met de stappen die een justitiabele doorloopt die niet in detentie verblijft. Zorgbehoefte justittiabele Zorgbehoefte justittiabele 4a. Voorwaardelijke straf/schorsing of sepot onder voorwaarden Indicatiestelling 1. Onderzoek 2. Indicatiestelling 3. Beslissing OM of Rechtspraak 4. Plaatsing 5. Zorgverlener Aansluiting reguliere zorg 1. Op verzoek van de Officier van Justitie (OvJ) of de rechter-commissaris (RC) doet de 3RO onderzoek naar de persoon van de verdachte. Onderdeel van dit onderzoek kan verdiepingsdiagnostiek zijn. Tijdens het onderzoek van de 3RO en/of de Pro Justitia-rapporteur kan naar voren komen dat de justitiabele zorg nodig heeft. Is dit het geval, dan volgt een indicatiestelling. 2. De indicatiestelling bevat de zorgbehoefte van de justitiabele en de beveiligingsnoodzaak. Is er behoefte aan klinische zorg, dan vraagt de 3RO een indicatiestelling aan bij het NIFP/IFZ. Is er behoefte aan ambulante zorg of beschermd wonen, dan stelt de 3RO zelf een indicatie op. Na de 9 Er zijn drie mogelijkheden waarin zorg verleend kan worden, terwijl er nog geen rechtszitting en vonnis is geweest. 1) Indien de Rechtspraak de voorlopige hechtenis van een justitiabele schorst onder de voorwaarde dat de justitiabele zorg accepteert (art. 80 Sv) 2) Indien het OM seponeert met voorwaarden (art. 167/ 244 Sv). 3) Er is sprake van een voorgenomen indicatiestelling (zie paragraaf 2.6). In de eerste twee gevallen is er nog geen rechtszitting geweest, maar is er wel sprake van een beslissing van de Rechtspraak of het OM tot zorg. In alle drie de situaties is er wel een forensische zorgtitel die ten grondslag ligt aan de zorg. 16

indicatie zoekt het NIFP/IFZ of de 3RO een zorgaanbieder die past bij de zorgbehoefte en de beveiligingsnoodzaak van de justitiabele 10. Indien nodig/gewenst kan de zorgaanbieder een intake uitvoeren. Hierna dient er duidelijkheid te zijn over de mogelijkheid tot opname en de verwachte opnamedatum. De indicatiestelling en de mogelijkheid tot plaatsing vormen de basis voor het advies van de 3RO aan de OvJ en de Rechtspraak. De 3RO levert het advies voor de zitting op. 3. Tijdens de rechtszitting betrekt de Rechtspraak het advies van de 3RO bij de besluitvorming en de formulering van haar beslissing. Omdat voor de rechtzitting is onderzocht of en wanneer de juiste zorg voor de justitiabele beschikbaar is, is het niet langer wenselijk dat de Rechtspraak een exacte zorglocatie opneemt in haar beslissing (uitgezonderd bij art. 38a Sr. tbs met voorwaarden 11 ). De Rechtspraak hoeft slechts aan te geven of het klinische zorg, beschermd wonen of ambulante zorg moet zijn. Indien een exacte zorglocatie in de beslissing is opgenomen, kan hier niet van worden afgeweken. Het gevolg kan zijn dat een justitiabele op een minder geschikte zorgplek wordt geplaatst. Omdat het stelsel forensische zorg een goede samenwerking en afstemming tussen de ketenpartners beoogt, kan de Rechtspraak er op vertrouwen, dat zorg, vastgelegd in het vonnis, passend is en tijdig wordt uitgevoerd. De Rechtspraak heeft de bevoegdheid tot het opleggen van de soort zorg. Het NIFP/IFZ en de 3RO hebben de verantwoordelijkheid voor het vinden van de juiste zorgplek binnen de termijnen van het strafproces. De zorgaanbieder heeft de verantwoordelijkheid voor het tijdig uitvoeren van de zorg. Hoewel de beoogde werking in beleid is vastgelegd, zal de implementatie van deze werkwijze in de loop van 2011 plaatsvinden. De beslissing van de Rechtspraak of het OM 12 kan kan twee uitkomsten hebben wat betreft de uitvoering van forensische zorg: er wordt wel zorg opgelegd (4) of er wordt een voorwaardelijke straf zonder zorg opgelegd (4a). 4. Indien de Rechtspraak middels de voorwaarde zorg oplegt aan de justitiabele, zorgt het NIFP/IFZ of de 3RO voor een tijdige afwikkeling van de plaatsing. De 3RO heeft bij alle voorwaardelijke sancties een taak bij de praktische uitvoering van de plaatsing (de justitiabele motiveren en ondersteunen bij het starten en volgen van de forensische zorg). Dit behoort tot de toezichtstaak van de 3RO. 4a. Tijdens de uitvoering van de toezichtstaak kan de 3RO een (wijziging van de) zorgbehoefte bij een justitiabele constateren. De toezichthouder van de 3RO dient daarbij te bepalen, evt. na consultatie van de OvJ, of de gewijzigde zorgbehoefte, (nog) past bij de beslissing van Rechtspraak of OM 13. De forensische zorg kan alleen worden uitgevoerd, indien er een beslissing van Rechtspraak of OM aan ten grondslag ligt 14. Er zijn drie mogelijkheden. - Indien de zorgbehoefte past bij de beslissing van de Rechtspraak of het OM, kan de 3RO of het NIFP/IFZ een indicatie opstellen en de justitiabele in zorg plaatsen. - Indien de zorgbehoefte niet past bij de beslissing van de Rechtspraak of het OM, dan adviseert de 3RO aan het OM en de Rechtspraak tot een omzetting van de voorwaarden (zie paragraaf 1.5.1). 10 Deze activiteiten behoren tot de uitvoerbaarheidstoets van de 3RO en het NIFP/IFZ. Van deze activiteiten is hier de hoofdlijn geschetst; ze zijn nog in ontwikkeling. In de loop van 2011 worden afspraken gemaakt over welke activiteiten voor de terechtzitting plaatsvinden en welke activiteiten daarna. Dit wordt getoetst middels een pilot, waarna definitieve afspraken worden gemaakt. Indien dit op uw organisatie betrekking heeft, wordt u hierover later geïnformeerd. 11 Bij art. 38a Sr. tbs met voorwaarden dient het maatregelenrapport van de reclassering in alle gevallen een aparte bijlage te bevatten met een advies van een GGz-instelling over de behandelbaarheid van de verdachte en een verklaring van bereidheid tot behandeling door c.q. opname in deze GGz-instelling. In het advies is aangegeven in welke GGz-instelling en binnen welke termijn de behandeling kan plaatsvinden. Als in het maatregelrapport van de reclassering uitsluitend een zorgcategorie wordt geadviseerd, geeft de GGz-instelling in het advies aan of zij in beginsel bereid is de verdachte na aanvang van de tbs met voorwaarden te behandelen (Bron: Aanwijzing tbs met voorwaarden en voorwaardelijke beëindiging dwangverpleging (2010A021)). 12 Beslissing van OM alleen indien er sprake is van sepot onder voorwaarden (art. 167/ 244 Sv) 13 Hiervoor geldt in 2011 dat de 3RO ambulante zorg en beschermd wonen kan inzetten bij de bijzondere voorwaarde houden aan de aanwijzingen van de reclassering (zonder dat daarvoor omzetting van een vonnis hoeft plaats te vinden). 14 Uitgezonderd de voorgenomen indicatiestelling (zie paragraaf 2.6). 17

- De justitiabele kan ook zelf verzoeken om een aanpassing van de voorwaarden. 5. De justitiabele ontvangt zorg van een zorgaanbieder. 6. Na afloop van de strafrechtelijke titel, is het mogelijk dat de justitiabele nog steeds zorg nodig heeft (zie paragraaf 3.10). 1.4.2 Forensische zorg indien justitiabele in detentie verblijft. Bij een justitiabele die in detentie verblijft, kan zowel voordat er sprake is van een beslissing van de Rechtspraak of het OM, als daarna een forensische zorgbehoefte worden onderkend. Hiervoor geldt het GGz-tenzij principe, waarbij de justitiabele klinische zorg in de GGz kan ontvangen (zie paragraaf 2.2). 1.5 Wetsvoorstel voorwaardelijke sancties Het Ministerie hanteert bij het voorkomen en bestrijden van herhalingscriminaliteit een op de persoon gerichte aanpak. Gedragsbeïnvloeding met bijzondere voorwaarden is kansrijk door de stok achter de deur van de gevangenisstraf. De bijzondere voorwaarden kunnen worden toegespitst op gedragskenmerken van de dader en het type delict. Het wetsvoorstel voorwaardelijke sancties stimuleert het gebruik van bijzondere voorwaarden. Het voorstel is ingediend bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Dit wetsvoorstel is van belang voor de forensische zorg, vanwege de drie bijzondere voorwaarden ten aanzien van zorg: ambulante zorg, beschermd wonen en klinische zorg. De 3RO neemt in het advies aan het OM en de Rechtspraak de naar zijn inschatting benodigde persoonsgerichte voorwaarden voor de justitiabele op. 1.5.1 Wijziging bijzondere voorwaarden Het wetsvoorstel voorwaardelijke sancties heeft gevolgen voor het verloop van het zorgtraject van een justitiabele. Indien blijkt dat de soort zorg gewijzigd (of aangevuld) moet worden, dan zal die wijziging of aanvulling moeten passen bij de voorwaarden uit de beslissing van de Rechtspraak of het OM. Is dat niet het geval, dan zal de Rechtspraak hierover moeten beslissen. De forensische zorg kan pas worden verleend als ze in de bijzondere voorwaarden van de beslissing is opgenomen. Zolang de wet voorwaardelijke sancties niet in werking is getreden, geldt dat de 3RO ambulante zorg en beschermd wonen kan inzetten bij de bijzondere voorwaarde houden aan de aanwijzingen van de reclassering (zonder dat daarvoor omzetting van een vonnis hoeft plaats te vinden). Voorwaarde is wel dat er een indicatiestelling aan de zorg ten grondslag ligt. Het plaatsingsbesluit (gebaseerd op de indicatiestelling) is immers de bekostigingsgrondslag voor de zorgaanbieder. 1.5.2 Forensische zorg tijdens hoger beroep Het wetsvoorstel voorwaardelijke sancties biedt de Rechtspraak de mogelijkheid om op te leggen dat de zorg en/of het toezicht direct een aanvang neemt, ongeacht of een partij in hoger beroep gaat tegen het vonnis. Bij inwerkingtreding van het wetsvoorstel bestaat dus de mogelijkheid dat forensische zorg wordt uitgevoerd, in afwachting van een hoger beroep. Zolang de wet voorwaardelijke sancties niet in werking is getreden, geldt dat forensische zorg geen aanvang kan nemen, zolang het vonnis niet onherroepelijk is. Er is dan (nog) geen sprake is van een strafrechtelijke titel. De justitiabele kan wel gebruik maken van een vorm van vrijwillige zorg op basis van zijn eigen Zvw of AWBZ. 18

1.6 Beslissing Rechtspraak of OM als basis voor forensische zorg Het strafrechtelijk kader is de basis van de forensische zorg. Vaak vormt de beslissing van de Rechtspraak of het OM het strafrechtelijk kader 15. De soort forensische zorg dient te passen bij de gestelde voorwaarden in de beslissing. Als de beslissing niet aansluit bij de indicatiestelling, dan is de beslissing van de Rechtspraak of het OM leidend; er dient geplaatst te worden in lijn met de voorwaarden uit deze beslissing 16. Een voorbeeld hiervan is dat de indicatiestelling klinische zorg nodig acht, maar de Rechtspraak beschermd wonen oplegt in het vonnis. Dit betekent dat de 3RO een indicatie opstelt voor beschermd wonen, teneinde een plaatsing bij een instelling voor beschermd wonen mogelijk te maken. Beoogd wordt de Rechtspraak zo goed mogelijk te adviseren over de specifieke aanpak van de justitiabele, zodat de Rechtspraak deze aanpak specifiek in het vonnis kan opnemen. Hierdoor kan de 3RO het toezicht meer toespitsen en optreden als de justitiabele de voorwaarden niet naleeft. De stok achter de deur is de gevangenisstraf. Indien zorg niet is opgenomen in de voorwaarden van de beslissing en een justitiabele vrijwillig zorg ontvangt, dan geldt de stok achter de deur niet. 15 Hierbij gelden de volgende uitzonderingen. De voorgenomen indicatiestelling (zie paragraaf 2.6) en zorg die nodig wordt geacht vanuit detentie, maar niet door de Rechtspraak is opgelegd, zoals art. 15 Pbw. 16 Het is mogelijk dat dit bij sommige indicerende organisaties vraagt om aanpassing van werkafspraken. In de loop van 2011 worden hier nadere afspraken over gemaakt. 19

20

Hoofdstuk 2. Indicatiestelling In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van wat indicatiestelling in de forensische zorg inhoudt, welke partijen daarbij betrokken zijn en hoe de indicatiestelling in 2011 wordt vormgegeven. Vervolgens wordt ingegaan op de mogelijkheden tot herindicatie. Daarna volgt een toelichting op de uitzondering waarbij er zonder strafrechtelijke titel al wel zorg verleend en bekostigd kan worden. Tenslotte wordt kort ingegaan op de bijzondere maatregel tbs met dwangverpleging. 2.1 Wat is indicatiestelling? Indicatiestelling is nodig om de zorgbehoefte en de beveiligingsnoodzaak van de justitiabele vast te stellen. De indicatiestelling dient onafhankelijk van het zorgaanbod en de zorginkoop plaats te vinden, zodat de zorgbehoefte objectief wordt vastgesteld. Objectiviteit is noodzakelijk voor een tijdige en adequate plaatsing en biedt zicht op de geaggregeerde zorgvraag, op basis waarvan het Ministerie de toekomstige zorgbehoefte en de inkoop van zorgaanbod bepaalt. Voorts levert een objectieve indicatiestelling een bijdrage aan de kostenbeheersing. Voorkomen wordt immers dat zware, en daarmee duurdere, zorgtrajecten worden ingezet in gevallen waar lichtere varianten volstaan. Een verbinding met de bekostiging is daarom noodzakelijk (zie ook brief indicatiestelling forensische zorg GGz Nederland op www.forensischezorg.nl). 2.1.1 Vervallen indicatiebesluit In 2010 is besloten de indicatiestelling als besluit te laten vervallen en daarmee de bijbehorende beroepsprocedure. Dit zorgt voor een vereenvoudiging van het stelsel. Hierbij gelden twee randvoorwaarden: 1. Indicatiestelling als afzonderlijke stap in het forensisch stelsel moet een formele status behouden. Daarom is ervoor gekozen om de begrippen indicatieadvies en indicatiebesluit te laten vervallen en te vervangen door indicatiestelling. 2. Rondom het plaatsingsbesluit zal een degelijke bezwaar- en beroepsprocedure moeten worden gerealiseerd. Zowel justitiabelen als zorgaanbieders dienen in bezwaar te kunnen gaan tegen plaatsing. Hier zijn in 2011 mogelijkheden toe (zie paragraaf 3.2.1). 2.1.2 Organisaties die indiceren voor forensische zorg Er zijn drie organisaties die indicatiestelling in de forensische zorg uitvoeren. Ambulante zorg Beschermd wonen Klinische zorg NIFP/IFZ X X 3RO X X PMO (GW) X (binnen PI) X X (binnen PI) Het NIFP/IFZ voert de indicatiestelling uit voor alle klinische zorg buiten het gevangeniswezen en voor beschermd wonen na klinisch verblijf. Het PMO van een Penitentiaire Inrichting (PI) van het gevangeniswezen (GW) voert de indicatiestelling uit voor alle klinische (PPC) en ambulante zorg binnen het gevangeniswezen en in sommige situaties voor beschermd wonen na verblijf in een PI. 21

De drie reclasseringsorganisaties (3RO) voeren de indicatiestelling uit voor alle ambulante zorg en beschermd wonen in voorwaardelijke trajecten, met uitzondering van beschermd wonen na klinisch verblijf. In 2010 zijn er per indicerende organisatie indicatiestellingsformats ontwikkeld. Eerder is gebleken dat de diversiteit van de problematiek vraagt om een gespecificeerde benadering. Vanaf december 2010 zijn de formats in Ifzo ingevoerd. Ifzo ondersteunt de indicatiestelling bij de drie indicerende organisaties (zie Hoofdstuk 5). 2.2 Indicatiestelling klinische zorg Voor klinische forensische zorg wordt de indicatiestelling uitgevoerd door het NIFP/IFZ, m.u.v. de indicatiestelling voor zorg binnen een PPC. De 3RO melden de justitiabele aan bij het NIFP/IFZ, indien het noodzakelijk wordt geacht dat hij in een zorginstelling wordt geplaatst. Hierbij gaat het om klinische zorg binnen een voorwaardelijke straf. De zorg dient passend te zijn bij de beslissing van de Rechtspraak of het OM. Indien een justitiabele in een PI verblijft en klinische zorg nodig heeft, dan geldt het uitgangspunt GGz-tenzij. Dit betekent dat de justitiabele zoveel mogelijk bij zorgaanbieders buiten de PI wordt geplaatst (zie paragraaf 2.2.4). Hierbij geldt dat het PMO de justitiabele aanmeldt bij het NIFP/IFZ. De overplaatsingen naar de GGz vinden plaats via artikelplaatsingen 15 of 43 Pbw, extramurale fase ISD, Penitentiair Programma of Voorwaardelijke Invrijheidsstelling. Hiertoe zijn procedures opgesteld, die te vinden zijn op het intranet van DJI (www.dji.nl, zoekterm NIGW). Ook het OM kan een justitiabele aanmelden voor indicatiestelling bij NIFP/IFZ, in het kader van art. 37 (strafrechtelijke machtiging). Een zorgaanbieder kan een justitiabele aanmelden bij NIFP/IFZ indien sprake is van een herindicatiestelling (zie paragraaf 2.5). 2.2.1 Werkwijze Om een goede indicatie te stellen heeft het NIFP/IFZ het dossier nodig van de justitiabele. Per forensische zorgtitel is een checklist opgesteld van de documenten die nodig zijn (zie www.nifpnet. nl). De afspraken hierover tussen het GW en het NIFP/IFZ zijn vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Er zijn drie procedures voor een indicatiestelling door het NIFP/IFZ. De coördinator van het NIFP/IFZ beslist welke procedure gevolgd wordt, in overleg met de aanmelder. Het gaat om de volgende procedures: Crisis indicatiestelling: binnen 48 uur is de indicatiestelling afgerond. Versnelde indicatiestelling: binnen 5 werkdagen is de indicatiestelling afgerond. Reguliere indicatiestelling: binnen 15 werkdagen is de indicatiestelling afgerond. De doorlooptijd van de indicatiestelling start op het moment dat het complete dossier aanwezig is bij het NIFP/IFZ. Indien nodig kan er telefonisch contact worden opgenomen met het NIFP/IFZ (zie www. nifpnet.nl). De indicatiestelling zal in 2011 beter aansluiten bij de bekostigingssystematiek. Er zal door het NIFP/ IFZ worden geïndiceerd in DB(B)C-Hoofdgroepen en verblijfssoorten. 2.2.2 Klinische verslavingszorg Vanaf 1 januari 2011 zal de indicatiestelling voor alle klinische verslavingszorg worden uitgevoerd door het NIFP/IFZ. De Stichting Verslavingszorg Reclassering GGz (SVG) zal haar indicerende taken overdragen aan het NIFP/IFZ. Het uitgangspunt is dat er zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de reguliere 22

procedures voor indicatiestelling. Hierbij is expliciet rekening gehouden met de snelheid die soms nodig is om een justitiabele te plaatsen, bij zogenaamde detoxtrajecten. Dit betekent dat ook de SVG voor alle klinische verslavingszorg justitiabelen zal aanmelden bij het NIFP/IFZ. 2.2.3 Klinische zorg binnen het gevangeniswezen Voor klinische forensische zorg binnen het gevangeniswezen wordt de indicatiestelling uitgevoerd door het PMO van een PI. De zorg voor deze justitiabelen wordt uitgevoerd in een PPC, een PI die is ingericht voor psychiatrische zorg aan gedetineerden. Is er sprake van een crisissituatie, dan kan de psychiater van het PMO de indicatie stellen. De procedures zijn te vinden op het intranet van DJI (www.dji.nl, zoekterm NIGW). Indicaties worden uitsluitend via Ifzo gesteld. 2.2.4 Uitgangspunt GGz-tenzij Bij indicatiestelling voor klinische zorg binnen het GW geldt het uitgangspunt GGz-tenzij. De justitiabele wordt als dat kan bij zorgaanbieders buiten het gevangeniswezen geplaatst. Het PMO neemt de beslissing. Een justitiabele wordt niet in de GGz geplaatst als: de justitiabele tbs met dwangverpleging (art. 37b Sr) is opgelegd; het OM negatief adviseert over plaatsing in de GGz; de justitiabele een vreemdelingenstatus heeft; de justitiabele een levenslange straf opgelegd heeft gekregen; de justitiabele een verblijf dient te hebben met zeer hoog beveiligingsniveau; de inschatting is dat het plaatsen van de justitiabele in de GGz maatschappelijke onrust zal veroorzaken; de justitiabele geen toestemming wil verlenen voor indicatiestelling in de GGz; er sprake is van een overbruggingsperiode in afwachting van plaatsing in de GGz. Er loopt een test om de indicatiestellingen van het PMO achteraf te laten toetsen door het NIFP/IFZ. Deze test duurt tot april 2011. Op basis van de evaluatie wordt besloten hoe de indicatiestelling voor de PPC s structureel vorm krijgt. 2.3 Indicatiestelling ambulante zorg De 3RO voert de indicatiestelling voor de ambulante zorg uit. Het instrumentarium voor indicatiestelling en plaatsing wordt getest in een pilot in het arrondissement Arnhem. Gekeken wordt onder andere naar Ifzo en de samenhang die vaak bestaat tussen de zorgvraag en het gepleegde delict van een justitiabele. De evaluatie in het voorjaar van 2011 moet leiden tot vastgestelde werkwijzen, die in 2011 worden geïmplementeerd in de andere regio s van de 3RO. Er vindt doorontwikkeling plaats van het instrumentarium, waarbij nadrukkelijk de link met de bekostiging wordt onderzocht. Buiten de pilotregio zal voor het verwijzen naar ambulante zorg vooralsnog gelden dat verwijzing plaatsvindt via de standaard verwijsbrief (zie bijlage 4. Standaard Verwijsbrief Reclassering). 2.3.1 Ambulante zorg binnen detentie Voor ambulante zorg binnen het GW is nog geen eenduidige wijze van indicatiestelling en plaatsing ontwikkeld. Er loopt een test in de PI Leeuwarden, in samenwerking met GGz-Friesland. Naar aanleiding van de uitkomsten zullen in 2011 de regels voor aanspraak op forensische zorg worden aangescherpt. Uitgangspunt is dat elk ambulant zorgtraject voorafgegaan wordt door een indicatiestelling en plaatsing en dat het GW eindverantwoordelijk is. Vooruitlopend op de eenduidige werkwijze die eind 2011 zal worden ingevoerd, zal DForZo de PMO s vragen om verantwoording af te leggen over de ingezette forensische zorg. U wordt daarover begin 2011 geïnformeerd. In de loop van 2011 zal ook voor ambulante zorg Ifzo gebruikt worden. 23