Rapport Brandveiligheid

Vergelijkbare documenten
Brandpreventie. Werk nr Datum: HOOFDGEBOUW (2014)

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN. Kenmerk: 2013-R-V1.2

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0)

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD

<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa

SPLITSING UNITS A-1 EN A-4 WOONBOULEVARD HOOGSTAD TE VLAARDINGEN

Hoefbladstraat te Nieuw-Vennep Beoordeling brandveiligheid. Datum 10 december 2015 Referentie Hoofdweg GH ROTTERDAM

Uitbreiding tweede openluchtschool te Amsterdam. Rapportage brandveiligheid. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L.

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie

OMGEVINGSVERGUNNING. ProjectManagement Bureau Gemeente Amsterdam Postbus BG AMSTERDAM

NIEUWBOUW KINDERDAGVERBLIJF DE ARK AGRA MATIC BV

Nieuwbouw kantoor Bon Holding

RAPPORTAGE TOETSING BRANDVEILIGHEID

Roozen - van Hoppe Bouw en Ontwikkeling bv T.a.v. de heer Jeroen Pel Postbus AD HILVARENBEEK

AFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE

AMS1 Schiphol-Rijk. Brandveiligheid in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN 3. TOETSKADER: BOUWBESLUIT 2012

Biomassacentrale Ooms. Rapportage brandveiligheid. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L. Mol

NIEUWBOUW WIJKSPORTVOORZIENINGEN PERNIS

Brandbeveiligingsconcept. Ten behoeve van: Realisatie hotel in bestaand bedrijfspand Beltstraat 79 Hippolytushoef

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN

Zorgboerderij Hagelkruisweg 20 te Hegelsom. Rapportage brandveiligheid

RAPPORT BRANDVEILIGHEID s Gravendijkwal 68 Rotterdam DO v Auteur: Leon Zondervan

Brandveiligheidsadvies

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017

Verbouwing gezondheidszorgcomplex aan de Zuiderweg 15 te Schagen. Rapportage brandveiligheid

Brandveiligheidsadvies

NIEUWBOUW BEDRIJFSPAND OSSEBROEKEN 13 BEILEN

Bouwdeel F/G Brouwhuis aan de Ceresstraat te Breda

Brandveiligheid. Onderwerp: Advies nieuwbouw rijhal "Hippisch Recreatiepark Ter Maarsch" Adres: Vledderweg 3 Stadskanaal Aanvrager: HPF Projecten BV

AVR Afvalverwerking BV Nieuwbouw Stortbordes december 2011

SCHIPHOL HOTEL BADHOEVEDORP

doorstroomcapaciteit vluchtroutes Business Center

V&L MEMO BRANDVEILIGHEID. Bijlage 25 bij besluit 2017/2543-V1

Brandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk. Ontwerp met 3 verdiepingen

Herontwikkeling Bedrijfspand Kruisbergseweg 10, Hengelo (Gld)

Afdeling Vluchtroutes Nieuwbouw. Artikel Stuurartikel

Toetsing brandpreventie

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016

Brandveiligheidstoets Nieuwbouw fustopslag & expeditie FruitNL te Ommeren

Utrechtsestraatweg AS Woerden De heer ing. P. Dunnewold. Strevelsweg 700/ AS Rotterdam De heer G. Zeck

ECO/NNECT. Voorstel waarborging brandveiligheid. Roel Derkx SATIJNplus Architecten de Wijk van Morgen b.v.

Popcentrum MIO te Maastricht Brandveiligheid

Ambulance Zorg Limburd Noord is voornemens een nieuwe ambulancepost in Weert in te realiseren.

Woongebouw familie James Callantsoog. Rapportage brandveiligheid

rand rapport Project: Herinrichting 't Klooster Rilland Werknummer:ZF15-06 Datum:

Brandveiligheidsadvies Nieuwbouw winkel en bedrijfsruimten Binnenweg te Heemstede te Naarden

Brandveiligheidsadvies. Stadhuis Maastricht

Advies brandveiligheid Omgevingsvergunning Gegevens Aanvraag

De totale gebruiksoppervlakte is exclusief de woonfuncties ruim groter dan 1000 m 2.

Rapenburg 34 Quickscan Definitief Ontwerp Brandveiligheid

Zaanstreek-Waterland Zaanstad

Bouwbesluit 2012, kantoorfunctie, nieuwbouw, vluchtroute, brandmeldinstallatie (BMI), Datum: 25 maart 2019 Status:

datum 20 januari 2016 project Global Switch Amsterdam - tijdelijke vestiging Arnhem omgevingsvergunning kantoorunits uw kenmerk -

Checklist bijeenkomstfunctie

Datum: 31 augustus Rapportnummer: 4491-R03, revisie: 1. Uitgangspuntendocument brandveiligheid. Beele Aalten Productiehal 1 (nieuwbouw)

Van der Valk hotel Zuidas Amsterdam

Kapershoekseweg 24. Hoogvliet - Rotterdam

HOUTWOLPLAAT, MINERAAL GEBONDEN (attest-met-productcertificaat) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

BRANDPREVENTIE TOETSING

Checklist woonfunctie

BEM Omschrijving : Toetsing bebouwing t.b.v. het houden van een Agrarische Kinderopvang aan De Zeeweg 4 te Nieuw-Vossemeer (Gem. Steenbergen).

OOSTERWIJK BRANDPREVENTIE-ADVIES ADVIES- EN TRAININGSBUREAU VOOR BRANDPREVENTIE EN -VEILIGHEID

Seniorenappartementen Graafdijk Oost. Rapportage brandveiligheid

Brandveiligheidsadvies Gelijkwaardigheid

Sector Risicobeheersing

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

project: Bouw Zorgvilla Nieuw Vogelesang a/d Rijksstraatweg 162 te Leersum opdrachtgever: Zorgvilla Nieuw Boszicht Rijksstraatweg 65, 3956 CJ Leersum

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat

project: Plus Van der Wal, Kleyburgplein 9-15 te Nieuw Lekkerland document: Brandveiligheid met gelijkwaardigheid brandcompartimentering

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

WAND, BINNEN, NIET DRAGENDE, MONTAGEWAND, GIPSPLATEN (attest, productcertificaat)

Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda

project: Houthavens Kavel 1c te Amsterdam - bouwen opdrachtgever: Peter Tuin Holding B.V. document: Rapportage Brandveiligheid kenmerk: 6140R01c

Houthaven Blok 5A/B te Amsterdam

project: UTC, Schipholweg 343 te Badhoevedorp - Kantoorgebouw

Brandbeveiligingsconcept. Ten behoeve van: Woonvoorziening met dagbesteding OTT De Ring te Hoofddorp

BRL 2880 " Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies " ( )

1 Inleiding vereist kwaliteitsniveau... 2

Rapport R09. *BEM * BEM gemeente Steenbergen. Behoort bij beschikking ZK nr.(s) Omgevingsmanager.

KOZ Aleyda van Raephorst te Rotterdam Aanvraag omgevingsvergunning -brandveiligheid

Appartementen De Keern te Landsmeer

Toetsing Brandveiligheid Bouwbesluit BB 2012

ISOLATIE, MUUR, THERMISCH, VOORGEVORMD (attest, productcertificaat)

Uitbreiding Farm Dairy te Lelystad Onderwerp Brandveiligheidsplan Projectnummer AN11476 Documentnummer BA-v1.0

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Brandveiligheidsplan Leka Oomsberg Vledderveen

Datacentrum Schiphol AMS03 - Brandveiligheid. Aanvraag omgevingsvergunning bouwen, integrale beoordeling brandveiligheid

Project: Nieuwbouw Bedrijfspand te Uden Datum: 15 december Hoofdstuk 2 Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van veiligheid

Brandveiligheidsrapportage - Pastorie. Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda

Brandveiligheidsadvies EMA Amsterdam

Opvang- en doorstroomcapaciteit

Verdiepingsmodule brandveiligheid. Programma Korte herhaling wijzigingen en begrippen algemeen Wijzigingen brandveiligheid

BNA Roadshow Bouwbesluit Programma. Nieuwe en gewijzigde begrippen Gebruiksfuncties Algemene begrippen Personenbenadering

Datacentrum Schiphol EdgeConnex 2, fase 2. Aanvraag omgevingsvergunning bouwen, integrale beoordeling brandveiligheid

Beheersbaarheid van Brand Project:

Hercontrole (Loze) brandmelding Telefoonnummer: Omschrijving voorschrift NvT NG V AP OT Vluchtwegen / uitgangen

Een schoolgebouw bestaat uit drie bouwlagen. De begane grond heeft een gebruiksoppervlakte van ruim m 2

Rapportage Brandveiligheid

Standaardzinnen in het kader van toezicht en advisering handhaving brandveiligheid Bouwbesluit 2012

Transcriptie:

Rapport Brandveiligheid Rapport nr. 3575-01-02 3 mei 2017 DHL Parcel New Amsterdam

Adres: DHL Parcel Nederland Kaapstadweg Amsterdam Betreft: Rapport Brandveiligheid Opdrachtgever: Aan de Stegge Twello B.V. Postbus 69 7390 AB Twello Opgesteld door: Floriaan B.V. Dwarsweg 14 5301 KT Zaltbommel Telefoon(0418) 57 38 00 E-mail: info@floriaan.nl Contactpersoon: de heer ing. T. van Loon Datum vrijgave Beschrijving Auteur Vrijgave 3 mei 2017 Definitief rapport Brandveiligheid DHL Parcel New Amsterdam TvL MvO FLORIAAN B.V. Pagina 2 van 20

Inhoud Pagina 1 Inleiding 4 1.1 Algemeen 4 1.2 Doel rapport 4 1.3 Demarcatie 4 1.4 Opzet rapport 4 1.5 Voorschriften en richtlijnen 4 1.6 Uitgangspunten 5 2 Beschrijving van het gebouw 6 2.1 Algemeen 6 2.2 Gebruiksfuncties en bezetting 6 3 Bouwkundige aspecten 7 3.1 Brandwerendheid bouwconstructie 7 3.2 Brandcompartimentering 7 3.3 Subbrandcompartimentering en beschermde subbrandcompartimenten 9 3.4 Vluchtroutes 10 3.5 Materialen 13 4 Installatietechnische aspecten 14 4.1 Automatische blusinstallaties 14 4.2 Blusmiddelen 14 4.3 Noodverlichting 15 4.4 Vluchtrouteaanduiding 15 4.5 Brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie 15 5 Voorzieningen voor de brandweer 17 5.1 Algemeen 17 5.2 Brandweeringang 17 5.3 Bereikbaarheid 17 5.4 Om het gebouw 17 5.5 Bluswatervoorzieningen 18 5.6 Droge blusleidingen 18 6 Conclusie 19 6.1 Afstemming met bevoegd gezag 19 6.2 Overige aandachtspunten 19 6.3 Benodigde installaties 20 Bijlagen: Bijlage 1: Brandtechnische indeling Bijlage 2: Berekening opvang- en doorstroomcapaciteit FLORIAAN B.V. Pagina 3 van 20

1 Inleiding 1.1 ALGEMEEN Aan de Stegge Twello B.V. ontwikkelt een nieuw sorteercentrum voor DHL Parcel Nederland in Amsterdam. Het nieuw te realiseren gebouw heeft een totale gebruiksoppervlakte van circa 14.800 m 2. Voor het plan is een ontwerp gemaakt door Aan de Stegge Twello B.V. Het ontwerp van het nieuwe sorteercentrum is door Floriaan B.V. getoetst aan de brandveiligheidsvoorschriften uit het Bouwbesluit 2012. In deze rapportage is het brandveiligheidsconcept uiteengezet alsmede bijbehorende adviezen. Met dit rapport vervalt het vorige rapport met kenmerk 3575-01-01, d.d. 2 november 2016. 1.2 DOEL RAPPORT In dit rapport Brandveiligheid wordt ten behoeve van de aanvraag omgevingsvergunning aangegeven op welke wijze in het nieuwe sorteercentrum aan de door de overheid gestelde brandveiligheidseisen wordt voldaan. 1.3 DEMARCATIE Voorliggend rapport heeft uitsluitend betrekking op de brandveiligheid vanuit het oogpunt van de door de overheid gestelde eisen. Eventuele eisen van de verzekeraar, of maatregelen die wenselijk zouden kunnen zijn uit hoofde van schadebeperking, of het voorkomen van bedrijfsstilstand, worden niet in dit rapport behandeld. 1.4 OPZET RAPPORT De opbouw van het rapport is als volgt. In hoofdstuk 2 is een omschrijving van het sorteercentrum gegeven en zijn de uitgangspunten samengevat. In hoofdstuk 3 is het brandveiligheidsconcept uiteengezet en is het gebouw met betrekking tot de bouwkundige aspecten getoetst aan de prestatie-eisen brandveiligheid uit het Bouwbesluit 2012. Hoofdstuk 4 bevat een overzicht van de benodigde brandbeveiligingsinstallaties en repressieve voorzieningen. In hoofdstuk 5 zijn de voorzieningen voor de brandweer toegelicht. Tot slot is in hoofdstuk 6 een overzicht gegeven van de belangrijkste bevindingen. 1.5 VOORSCHRIFTEN EN RICHTLIJNEN Het Bouwbesluit 2012, zoals deze luidt per 1 januari 2017, dient als basis voor dit rapport. Bij de beoordeling zijn de voorschriften voor nieuwbouw gehanteerd. Ook is de Regeling Bouwbesluit 2012, zoals geldend op 1 januari 2017, gehanteerd bij de toetsing. Ten behoeve van de onderbouwing van de gelijkwaardigheid voor het grote brandcompartiment (aspect beperking van uitbreiding van brand), is de NEN 6060:2015 gebruikt. FLORIAAN B.V. Pagina 4 van 20

1.6 UITGANGSPUNTEN Bij het opstellen van deze rapportage is gebruik gemaakt van de volgende documenten: Tekeningenset van Aan de Stegge Twello B.V., met (wijzigings)datum 3 mei 2017, bestaande uit: o situatietekening met tekeningnummer OG-090; o overzicht begane grond hal met tekeningnummer OG-100; o plattegronden kantoor met tekeningnummer OG-101; o dak kantoor met tekeningnummer OG-120; o dak hal met tekeningnummer OG-130; o gevels en doorsneden hal met tekeningnummer OG-200; o gevels kantoor met tekeningnummer OG-201; o doorsnede kantoor met tekeningnummer OG-301. FLORIAAN B.V. Pagina 5 van 20

2 Beschrijving van het gebouw 2.1 ALGEMEEN Het sorteercentrum van DHL Parcel New Amsterdam bestaat uit twee gebouwvolumes: de sorteerhal (circa 13.768 m 2 ) en het kantoor (circa 1.045 m 2 ), waarin de kantine en enkele kantooren vergaderruimten zijn gelegen. De sorteerhal is via een loopdeur te bereiken via de begane grond van het kantoor. Ter plaatse van de hoofdentree van het gebouw ligt de begane grondvloer op gelijke hoogte met het meetniveau (aangrenzend terrein). Het achterste deel van het kantoor en de sorteerhal liggen 0,6 meter boven meetniveau. De hoogste vloer van de verblijfsgebieden ligt op 5,1 meter boven meetniveau. 2.2 GEBRUIKSFUNCTIES EN BEZETTING In hoofdstukken 3, 4 en 5 is het nieuwe sorteercentrum getoetst aan de prestatie-eisen uit het Bouwbesluit 2012. In onderstaande tabel is per gebied aangegeven wat de gehanteerde gebruiksfuncties zijn. Voor de beoordeling van een utiliteitsgebouw is het aantal personen dat gebruik gaat maken van dat gebouw van belang. Voor de sorteerhal is uitgegaan van een bezetting die lager is dan 1 persoon per 30 m 2 gebruiksoppervlakte (maximaal 35 personen). Voor de verdieping van het kantoor is uitgegaan van een maximale bezetting van 130 personen (maximaal 100 personen in de kantine en 30 in de vergaderruimten). Gebied Bouwlaag Gebruiksfuncties Kantoor Begane grond Bijeenkomstfunctie, kantoorfunctie, industriefunctie en overige gebruiksfunctie Verdieping 1 Bijeenkomstfunctie, kantoorfunctie en overige gebruiksfunctie Sorteerhal Begane grond Industriefunctie Tabel 2.2-1: Gebruiksfuncties FLORIAAN B.V. Pagina 6 van 20

3 Bouwkundige aspecten 3.1 BRANDWERENDHEID BOUWCONSTRUCTIE De bouwconstructie van een gebouw moet zodanig zijn, dat het bouwwerk bij brand gedurende redelijke tijd kan worden verlaten en doorzocht, zonder dat er gevaar voor instorting is. Hoewel de hoogste vloer van de verblijfsgebieden in het sorteercentrum hoger ligt dan 5 meter boven meetniveau, gelden voor de bouwconstructies van het gebouw geen directe eisen aan de brandwerendheid met betrekking tot bezwijken, omdat het hele gebouw één brandcompartiment vormt (zie paragraaf 3.2.1). Wel gelden eisen aan de brandwerendheid met betrekking tot bezwijken van constructiedelen, die een vluchtroute in stand houden die is gelegen in een ander subbrandcompartiment dan waar de brand is. Deze eis is gesteld op 30 minuten en geldt voor de vluchtroutes in het kantoor. Ook moeten constructieonderdelen die een brandwerende scheiding in stand houden dezelfde brandwerendheid bezitten als deze scheiding. Het is aan de constructeur om rekenkundig vast te stellen voor welke delen van de bouwconstructie bovenstaande eisen gelden en om één en ander verder uit te werken. 3.2 BRANDCOMPARTIMENTERING Om uitbreiding van brand te beperken en daarmee een brand voor de brandweer beheersbaar te houden, moet een gebouw worden verdeeld in brandcompartimenten. Tussen twee brandcompartimenten moet een minimale weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO) aanwezig zijn. 3.2.1 Indeling in brandcompartimenten Conform het Bouwbesluit geldt voor de kantoor- en bijeenkomstfuncties in het gebouw een maximale brandcompartimentsgrootte van 1.000 m². Voor de industriefunctie geldt een maximale brandcompartimentsgrootte van 2.500 m². Als het brandcompartiment van de industriefunctie groter is dan 1.000 m² mogen er nevenfuncties (bijvoorbeeld kantoorruimten of een kantine) in aanwezig zijn met een totale gebruiksoppervlakte van maximaal 100 m 2. Daarnaast moeten ruimten waarin verwarmingstoestellen met een totale nominale belasting van meer dan 130 kw aanwezig zijn en technische ruimten groter dan 50 m², zijn uitgevoerd als apart brandcompartiment. Met de brandtechnische indeling van het gebouw wordt niet voldaan aan de prestatievoorschriften die in Bouwbesluit 2012 zijn gesteld met betrekking tot brandcompartimentering: het gebouw vormt één brandcompartiment met een gebruiksoppervlakte van circa 14.813 m 2. Ook is een technische ruimte aanwezig (29 m 2 ) die mogelijk op grond van de nominale belasting van de daarin opgestelde stooktoestellen conform de voorschriften als apart brandcompartiment uitgevoerd zou moeten zijn. FLORIAAN B.V. Pagina 7 van 20

Omdat het vanwege het gebruik van het sorteercentrum niet wenselijk is om een brandcompartimentering conform de prestatie-eisen uit het Bouwbesluit 2012 te realiseren, is besloten om het gebouw te voorzien van een gecertificeerde sprinklerbeveiliging. Daarmee wordt op gelijkwaardige wijze voorzien in het beperken van uitbreiding van brand door een ontstane brand automatisch te beheersen. Een sprinklerinstallatie wordt ontworpen op de specifiek aanwezige risico s in het brandcompartiment, waarbij de brand niet groter kan worden dan het maximum sproeivlak. Dit maximum sproeivlak is altijd veel kleiner dan 1.000 m 2, waardoor de brand met een sprinklerinstallatie op een gelijkwaardige wijze wordt beheerst. Gelijkwaardigheid groot brandcompartiment In artikel 1.3 van het Bouwbesluit 2012 (gelijkwaardigheidsbepaling) wordt gesteld dat niet aan de eis aan de maximale brandcompartimentsomvang hoeft te worden voldaan, indien eenzelfde mate van (brand)veiligheid wordt behaald als is bedoeld met de functionele eis van het Bouwbesluit 2012 voor wat betreft de beperking van de uitbreiding van brand. Vaak wordt de gelijkwaardige veiligheid voor een groot brandcompartiment onderzocht op basis van de NEN 6060:2015 Brandveiligheid van grote brandcompartimenten. In de NEN 6060 wordt het beoogde gebruik qua totale vuurlast in het NEN 6060-compartiment gekoppeld aan de bouwkundige afmetingen en installatietechnische voorzieningen in het gebouw. Hiervoor moet een reële inschatting van de vuurbelasting van het brandcompartiment worden gemaakt. De vuurbelasting is opgebouwd uit de permanente vuurbelasting (gebouwgebonden) en de variabele vuurbelasting (afwerking en inventaris). Omdat de bouwconstructies van het sorteercentrum veelal bestaan uit onbrandbare materialen, ligt de permanente vuurbelasting naar verwachting niet hoger dan 10 kg vhe/m 2. Voor de bepaling van de variabele vuurbelasting van het gebouw is gebruik gemaakt van kentallen uit bijlage B (tabel B.8) uit de NEN 6060 en uit de International Fire Engineering Guidelines (tabel 3.4.1a): Voor een kantoor- en bijeenkomstfunctie: 40 79 kg vhe/m 2. Voor de sorteerhal: 30-40 vhe/m 2. De totale vuurlast van het brandcompartiment ligt op basis van bovengenoemde getallen tussen de 602.970 en 781.405 kg vhe (zie ook tabel 3.2-1). Vuurbelasting [kg vhe/m 2 ] Gebruiksoppervlakte [m 2 ] Vuurlast [kg vhe] Permanent 10 14.813 148.130 Variabel Kantoor-/ bijeenkomstfunctie 40-79 1.045 41.800 82.555 Industriefunctie 30-40 13.768 413.040 550.720 Tabel 3.2-1: Overzicht vuurbelasting Totaal 602.970 781.405 Conform de NEN 6060 is bij toepassing van maatregelpakket IV (toepassing van een sprinklerinstallatie, uitvoeringsniveau normaal ) een totale vuurlast van maximaal 12.000.000 kg vhe toelaatbaar. FLORIAAN B.V. Pagina 8 van 20

Omdat de totale vuurlast van het brandcompartiment ruim onder deze grenswaarde ligt, is met de toepassing van een sprinklerinstallatie sprake van een situatie die ook op basis van NEN 6060 in eenzelfde mate van beperking van uitbreiding van brand voorziet als is beoogd met de prestatievoorschriften van het Bouwbesluit 2012. In de serverruimte op de 1 e verdieping van het kantoor wordt gezien het specifieke te beveiligen risico niet gekozen voor toepassing van een sprinklerbeveiliging, maar voor een blusgasbeveiliging. 3.2.2 WBDBO tussen brandcompartimenten Vanuit de toegepaste sprinklernorm NEN-EN 12845 + A2 + NEN 1073 dient de sprinklerpompruimte op de begane grond 60 minuten brandwerend afgescheiden te zijn van de aangrenzende ruimten. De serverruimte op de 1 e verdieping dient 30 minuten brandwerend afgescheiden te worden van de aangrenzende ruimten. Verder is er in het gebouw geen sprake van brandcompartimentscheidingen, waarvoor een eis is gesteld aan de benodigde weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (WBDBO). Wel dient het aspect brandoverslag te worden beschouwd vanuit het sorteercentrum naar brandcompartimenten op naastgelegen percelen. Hierbij moet worden gerekend naar een fictief ten opzichte van de erfgrens gelegen gespiegeld brandcompartiment. Indien langs de erfgrens een openbare weg, water of groen is gelegen, geldt het hart van deze openbare weg, water of groen als spiegellijn. Ten gevolge van de aanwezige afstanden rondom het gebouw (noordzijde circa 7,5 meter, overige zijden > 20 m) is voldoende weerstand aanwezig tegen horizontale brandoverslag naar een spiegelsymmetrisch ten opzichte van de perceelsgrenzen, of hart van de openbare weg, groen of water gelegen gebouw. 3.3 SUBBRANDCOMPARTIMENTERING EN BESCHERMDE SUBBRANDCOMPARTIMENTEN Om een brand in verdergaande mate te beperken en een gebouw veilig te kunnen ontvluchten, moet een brandcompartiment worden ingedeeld in subbrandcompartimenten en beschermde subbrandcompartimenten. In het sorteercentrum is geen sprake van beschermde subbrandcompartimenten. Het aantal subbrandcompartimenten waarin een brandcompartiment moet worden verdeeld, is afhankelijk van de afstand die moet worden afgelegd voordat het subbrandcompartiment kan worden verlaten. Deze maximale (gecorrigeerde) loopafstand is vastgesteld in het Bouwbesluit en bedraagt voor de sorteerhal 60 meter in verband met de bezetting van minder dan 1 persoon per 30 m 2 gebruiksoppervlakte. De gecorrigeerde loopafstand is de loopafstand waarbij constructieonderdelen die geen onderdeel uitmaken van de bouwconstructie buiten beschouwing worden gelaten, waarbij de gemeten loopafstand wordt vermenigvuldigd met 1,5. Omdat het gebruiksgebied in een later stadium nog nader wordt ingedeeld, is bij de beoordeling uitgegaan van de gecorrigeerde loopafstand. In de sorteerhal wordt, uitgaande van de uitgangen zoals weergegeven in bijlage 1, de maximale toegestane loopafstand niet overschreden. FLORIAAN B.V. Pagina 9 van 20

Voor de kantoor- en bijeenkomstfuncties in het gebouw geldt een maximale loopafstand van 30 meter. Omdat het gebruiksgebied in een later stadium nog anders kan worden ingedeeld, is bij de beoordeling uitgegaan van zowel de gecorrigeerde loopafstand (in cirkels van 20 m), als de werkelijke loopafstand (30 m). In het kantoor is op de verdieping een subbrandcompartimentscheiding nodig ter plaatse van as kb om aan de gestelde eis te kunnen voldoen. Deze scheiding is weergegeven in bijlage 1. De twee delen van de begane grond liggen daarmee niet in hetzelfde subbrandcompartiment. Een subbrandcompartiment moet 20 minuten brandwerend van andere ruimten in het brandcompartiment worden gescheiden. Deze brandwerendheid geldt alleen op het criterium vlamdichtheid betrokken op de afdichting. Deuren in subbrandcompartimentscheidingen moeten zelfsluitend zijn. 3.4 VLUCHTROUTES Om een veilige ontvluchting mogelijk te maken, worden eisen gesteld aan: aantal vluchtroutes; inrichting van vluchtroutes; capaciteit van vluchtroutes; deuren in vluchtroutes. Vanuit de sorteerhal kan op verschillende plaatsen via een uitgang en een buitentrap worden gevlucht naar het aansluitende terrein. De verdieping van het kantoor kan via twee open trappen worden ontvlucht naar de begane grond. Vanaf daar kan worden gevlucht naar het aansluitende terrein. De uitgangen van het nieuwe gebouw zijn door middel van blauwe pijlen aangegeven in bijlage 1. 3.4.1 Aantal vluchtroutes Vanaf elk punt van een voor personen bestemd gedeelte van een vloer moet een vluchtroute naar het aansluitende terrein leiden en vanaf daar naar de openbare weg, zonder gebruik te hoeven maken van sleutels of andere losse voorwerpen. Voor de kantoor- en bijeenkomstfuncties in het gebouw van DHL Parcel New Amsterdam geldt dat op de vluchtroute maximaal een hoogte mag worden overbrugd van 4 meter, voordat het subbrandcompartiment kan worden verlaten. Met de brandtechnische indeling van het gebouw zoals weergegeven in bijlage 1 wordt hieraan voldaan. Indien een subbrandcompartiment of een daarin gelegen ruimte bestemd is voor meer dan 150 personen, moet dit subbrandcompartiment of deze ruimte ten minste twee uitgangen hebben waardoor een vluchtroute voert. De onderlinge afstand tussen de uitgangen moet ten minste 5 meter bedragen. Deze eis is niet van toepassing. Zowel de sorteerhal als het kantoor zijn niet bestemd voor meer dan 150 personen. In basis moeten twee vluchtroutes beschikbaar zijn, die buiten het subbrandcompartiment waar de vluchtroute is gestart niet door dezelfde ruimte voeren. Buiten het brandcompartiment waar de vluchtroute is gestart, mogen de twee vluchtroutes niet door hetzelfde brandcompartiment voeren. FLORIAAN B.V. Pagina 10 van 20

Omdat de sorteerhal op de begane grond over meerdere uitgangen beschikt die direct grenzen aan het aansluitende terrein wordt voor dit gedeelte van het gebouw aan bovengenoemde eis voldaan. Ook vanaf de begane grond van het kantoor kan op verschillende plaatsen direct naar het aansluitende terrein worden gevlucht. Vanaf de verdieping van het kantoor kan via twee onafhankelijke vluchtroutes (de trappen in de twee subbrandcompartimenten) worden gevlucht naar het aansluitende terrein. Een vluchtroute in een trappenhuis waarin een hoogteverschil van meer dan 8 meter wordt overbrugd, moet een extra beschermde vluchtroute zijn. In het gebouw wordt geen hoogteverschil van meer dan 8 meter overbrugd. De loopafstand tussen een punt in het gebruiksgebied en ten minste een toegang van een trappenhuis mag niet groter zijn dan 75 meter. Hieraan wordt voldaan in het kantoor. 3.4.2 Inrichting van vluchtroutes In de sorteerhal en het kantoor van DHL Parcel New Amsterdam zijn geen (extra) beschermde vluchtroutes aanwezig. Een vluchtroute moet een vrije doorgang van minimaal 0,85 meter en een vrije hoogte van minimaal 2,3 meter (2,1 meter voor een overige gebruiksfunctie) bezitten. Hieraan wordt voldaan. De vluchtroutes in het gebouw dienen ten behoeve van de ontvluchting te worden vrijgehouden van obstakels. 3.4.3 Capaciteit van vluchtroutes Om alle aanwezige personen tijdig een subbrandcompartiment te laten ontvluchten, moeten de aanwezige vluchtroutes voldoende doorstroomcapaciteit hebben. De minimaal vereiste doorstroomcapaciteit van een gedeelte van een vluchtroute wordt uitgedrukt in personen. De doorstroomcapaciteit moet ten minste het aantal personen bedragen dat op dat gedeelte is aangewezen. Voor de bepaling van de minimaal vereiste doorstroomcapaciteit van een vluchtroute zijn de onderstaande bepalingen vastgesteld: 45 personen per meter breedte van een trap voor het overbruggen van een hoogteverschil van meer dan 1 meter. 90 personen per meter vrije breedte van een trap voor het overbruggen van een hoogteverschil van ten hoogste 1 meter (indien de aantrede minimaal 0,17 meter bedraagt). 90 personen per meter vrije breedte van een doorgang met een dubbele deur of vergelijkbaar beweegbaar constructieonderdeel en een maximale openingshoek kleiner dan 135 graden. 110 personen per meter vrije breedte van een doorgang door een enkele deur of een vergelijkbaar beweegbaar constructieonderdeel en een maximale openingshoek kleiner dan 135 graden. 135 personen per meter vrije breedte van iedere andere doorgang. Voor het gedeelte van een vluchtroute buiten het subbrandcompartiment, mag van deze bepalingen worden afgeweken, mits de vluchtroutes buiten het subbrandcompartiment voldoende opvang- en doorstroomcapaciteit bezitten. FLORIAAN B.V. Pagina 11 van 20

Hierbij wordt ervan uitgegaan, dat personen achter een brandscheiding gedurende langere tijd veilig zijn dan in het subbrandcompartimenten waar de vluchtroute is gestart. Een berekeningsmethode voor de opvang- en doorstroomcapaciteit is gegeven in artikel 2.1 van de ministeriële Regeling Bouwbesluit 2012. Deze berekeningsmethode is gehanteerd om te bepalen of voldoende opvang- en doorstroomcapaciteit aanwezig is op de verdieping van het kantoor om de aanwezige personen tijdig het gebouw te laten ontvluchten. De berekening is opgenomen in bijlage 2. Hieruit volgt dat op de verdieping van het kantoor maximaal 244 personen kunnen worden toegelaten. Voor het beoogde maximale personen op de verdieping (130 personen) is in het ontwerp dus voldoende opvang- en doorstroomcapaciteit aanwezig. Uitgaande van de bezetting van de sorteerhal zoals genoemd in paragraaf 2.2 (< 1 persoon per 30 m 2 GO) en de uitgangen zoals aangegeven in bijlage 1 kan worden gesteld dat voor ontvluchting van dit gedeelte van het gebouw in de huidige situatie voldoende doorstroomcapaciteit aanwezig is. 3.4.4 Deuren in vluchtroutes Deuren in vluchtroutes dienen bij ontvluchting zo min mogelijk hinder te geven. Hiervoor worden eisen gesteld aan deze deuren: Een deur op een vluchtroute mag tijdens de aanwezigheid van personen in het bouwwerk alleen worden afgesloten, indien deze deur tijdens het vluchten zonder gebruik te maken van een sleutel onmiddellijk over de minimaal vereiste breedte kan worden geopend. Advies is de vluchtdeuren te voorzien van een draaiknopcilinder. Deuren op een vluchtroute mogen niet tegen de vluchtrichting in draaien indien meer dan 37 personen op die deur zijn aangewezen. Dit betekent voor het kantoor dat de volgende deuren met de vluchtrichting mee moeten draaien: de deuren op de route vanuit de kantine naar buiten. Bovengenoemde deuren draaien in het plan met de vluchtrichting mee. Op de vluchtdeuren van de sorteerhal zijn niet meer dan 37 personen aangewezen. Deuren waarvan bij vluchten meer dan 100 personen gebruik maken, moeten door middel van een lichte druk tegen de deur of met een paniekbalk op circa 1 meter hoogte kunnen worden geopend. Op de uitgangen van het sorteercentrum zijn per deur niet meer dan 100 personen aangewezen. Een nooddeur mag geen schuifdeur zijn. In het gebouw zijn geen schuifdeuren als nooddeuren aanwezig. Eventuele automatisch werkende deuren in een vluchtroute mogen het vluchten bij brand niet belemmeren. Bij het wegvallen van de netspanning moet een deur automatisch opengaan of zonder gebruik van een sleutel kunnen worden geopend. Als een deur in geval van brand handmatig moet worden geopend, moet duidelijk zijn aangegeven hoe deze wordt geopend. Aan de buitenzijde van nooddeuren dient het opschrift nooddeur vrijhouden te worden aangebracht conform de NEN 3011. FLORIAAN B.V. Pagina 12 van 20

3.5 MATERIALEN In het Bouwbesluit 2012 worden twee functionele eisen gesteld in het kader van materiaalgedrag bij brand van toegepaste constructiematerialen: Het gebouw moet zodanig zijn, dat het zich snel ontwikkelen van brand en rook voldoende wordt beperkt. Hiertoe worden prestatie-eisen gesteld aan de brandvoortplantingsklasse en de rookdichtheid van toe te passen materialen van constructieonderdelen (zie onderstaand). Het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie moet voldoende worden beperkt: o de rookafvoer van eventuele cv-ketels moet brandveilig worden uitgevoerd (NEN 6062); o de bovenzijde van het dak mag niet brandgevaarlijk zijn (NEN 6063). De gebruikte materialen van constructieonderdelen van respectievelijk het binnenoppervlak, buitenoppervlak en het beloopbaar vlak moeten voldoen aan de in de onderstaande tabel aangegeven klassen conform de NEN-EN 13501-1. Dit moet door de opdrachtgever kunnen worden aangetoond door het overleggen van geldige certificaten. Constructieonderdeel grenzend aan: Brandklasse Rookklasse Binnenoppervlak D S2 Buitenoppervlak H 2,5 m, alle constructieonderdelen excl. deur, raam of kozijn B N.v.t. 2,5 m < H 13 m, alle constructieonderdelen excl. deur, raam of kozijn D N.v.t. Deur, raam of kozijn D N.v.t. Beloopbaar vlak (vloeren, hellingbanen, trappen)* Dfl S1fl Vrijgesteld 5% van de totale oppervlakte van de constructieonderdelen van elke afzonderlijke ruimte is vrijgesteld van de in deze tabel vermelde eisen. * De eisen aan de rookklasse gelden uitsluitend voor beloopbare vlakken grenzend aan de binnenlucht. Tabel 3.5-1: eisen brand- en rookklasse FLORIAAN B.V. Pagina 13 van 20

4 Installatietechnische aspecten 4.1 AUTOMATISCHE BLUSINSTALLATIES Als onderdeel van de gelijkwaardigheid met betrekking tot beperking van uitbreiding van brand zal ten behoeve van brandbestrijding in het gehele gebouw, met uitzondering van de serverruimte, een sprinklerinstallatie worden gerealiseerd. De sprinklerbeveiliging dient in aanmerking te komen voor een inspectiecertificaat. Het inspectiecertificaat kent vier typen: Type A: volledige sprinklerbeveiliging. Type B: gedeeltelijke sprinklerbeveiliging. Ongesprinkelrde ruimten zijn met een WBDBO van ten minste 60 min gescheiden van gesprinklerde ruimten. Type C: gedeeltelijke sprinklerbeveiliging. Ongesprinklerde ruimten zijn met een WBDBO van minder dan 60 min gescheiden van gesprinklerde ruimten. Type D: niet ruimten zijn gesprinklerd maar slechts objecten binnen een ruimte. In dit geval is bepaald, dat het voldoende is de met blusgas beveiligde serverruimte met een brandwerendheid van ten minste 30 minuten af te scheiden van zijn omliggende ruimten (er zijn geen normen die een hogere standaard vereisen), zodat inspectiecertificaat type C op de sprinklerbeveiliging van toepassing is. De sprinklermeldcentrale moet zijn voorzien van een directe doormelding. De sprinklerbeveiliging is beschreven in Uitgangspuntendocument nr. 3575-20-01, laatste versie, opgesteld door Floriaan B.V. De serverruimte wordt voorzien van een blusgasbeveiliging. De blusgasbeveiliging wordt vooralsnog niet voorzien van een inspectiecertificaat. De serverruimte wordt ten minste 30 minuten brandwerend gescheiden van de omliggende ruimten. Verwerking van meldingen vanuit de bij deze blusgasbeveiliging behorende blusgascentrale via het meldsysteem van de sprinklermeldinstallatie respectievelijk brandmeldinstallatie is toegestaan, maar hierop dient dan een inspectie op negatieve invloed van de blusgasbeveiliging op de meldinstallatie plaats te vinden. Zie hiervoor Uitgangspuntendocument nr. 3575-20-01 laatste versie, opgesteld door Floriaan B.V. 4.2 BLUSMIDDELEN Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige voorzieningen voor de bestrijding van brand, dat deze binnen redelijke tijd kan worden bestreden. Het sorteercentrum moet worden uitgerust met brandslanghaspels, die op basis van het bereik zodanig worden geplaatst dat in het hele gebouw een dekkend patroon wordt verkregen. Conform het Bouwbesluit geldt een maximale slanglengte van 30 meter. Op basis van gelijkwaardigheid wordt door Brandweer Amsterdam-Amstelland toegestaan dat slanghaspelwagens met een langere slanglengte worden toegepast in de sorteerhal. De loopafstand tussen de brandslanghaspel of slanghaspelwagen en ieder punt van de vloer mag niet meer bedragen dan de som van de slanglengte en de worp (5 meter). De loopafstand die hiervan in en verblijfsgebied is gelegen, moet worden vermenigvuldigd met een factor 1,5. FLORIAAN B.V. Pagina 14 van 20

De brandslanghaspels moeten: zijn aangesloten op een voorziening voor drinkwater of op de sprinklerinstallatie. In dit geval is gekozen voor de drinkwatervoorziening; bij het mondstuk een statische druk van minimaal 100 kpa en een capaciteit van 1,3 m³/h bezitten bij een gelijktijdig gebruik van twee brandslanghaspels aangesloten op dezelfde voorziening voor drinkwater. In ruimten waar niet met water kan worden geblust, bijvoorbeeld de serverruimte, moeten handbrandblussers worden aangebracht met een geschikte blusstof. 4.3 NOODVERLICHTING Om in geval van spanningsuitval een gebouw veilig te kunnen verlaten, moeten onderstaande ruimten worden voorzien van noodverlichting: verblijfsruimten voor meer dan 75 personen en een besloten ruimte waardoor een vluchtroute van deze verblijfsruimte voert; een besloten ruimte waardoor een beschermde vluchtroute voert. Dit betekent dat noodverlichting in het sorteercentrum is vereist op de volgende plaatsen: in de kantine op de 1 e verdieping van het kantoor; op de vluchtroutes vanuit de kantine naar buiten. De noodverlichting moet binnen 15 seconden na spanningsuitval, gedurende 60 minuten een verlichtingssterkte op de vloer en het tredevlak geven van ten minste 1 lux. 4.4 VLUCHTROUTEAANDUIDING Een te bouwen bouwwerk heeft zodanige voorzieningen voor de herkenning van vluchtroutes dat gebruikers op veilige wijze uit het bouwwerk kunnen vluchten. Voor het sorteercentrum geldt dat vluchtrouteaanduiding is vereist in de ruimten waardoor een verkeersroute voert en in de ruimten die zijn bestemd voor meer dan 50 personen. Dit betekent dat vluchtrouteaanduiding vereist is in de kantine en in alle verkeersruimten. Geadviseerd wordt om tevens vluchtrouteaanduiding aan te brengen in de sorteerhal. De vluchtrouteaanduiding moet voldoen aan de NEN 3011 en aan de zichtbaarheidseisen uit artikelen 5.2 tot en met 5.6 van NEN-EN 1838. De projectering van de vluchtrouteaanduiding moet zodanig zijn dat daarmee op eenduidige wijze de te volgen vluchtroutes worden aangegeven. Indien op een vluchtroute vanuit een ruimte noodverlichting is vereist, moet de vluchtrouteaanduiding verlicht zijn. Verdere uitwerking dient te geschieden door de installatieadviseur of installateur. 4.5 BRANDMELD- EN ONTRUIMINGSALARMINSTALLATIE Het Bouwbesluit 2012 stelt dat een bouwwerk zodanige voorzieningen dient te hebben dat brand tijdig kan worden ontdekt zodat veilig kan worden gevlucht. In verband met de aanwezigheid van bijeenkomstfuncties hoger dan 5 meter boven het meetniveau dient het kantoor op grond van Bijlage I van het Bouwbesluit voorzien te worden van een brandmeldinstallatie (BMI) met gedeeltelijke bewaking en inspectiecertificaat. FLORIAAN B.V. Pagina 15 van 20

Dit betekent dat naast de noodzakelijke handbrandmelders, automatische brandmelders moeten worden aangebracht in de verkeersruimten en in ruimten met een verhoogd brandrisico (zoals technische ruimten). Omdat de vluchtroutes vanuit het kantoor direct naar buiten voeren en niet door de sorteerhal lopen, wordt in afwijking van het gestelde in 10.2.3 uit de NEN 2535:2009, voorgesteld om alleen in het kantoor een BMI met gedeeltelijke bewaking toe te passen en in de sorteerhal uitsluitend niet-automatische bewaking toe te passen (handbrandmelders). Deze interpretatie is nader uitgewerkt in het PvE dat deel uitmaakt van het UPD nr. 3575-20-01, laatste versie opgesteld door Floriaan B.V. Het UPD dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het bevoegd gezag. De BMI moet worden voorzien van een geldig inspectiecertificaat (inspectie iedere drie jaar). Met brandweer Amsterdam-Amstelland is afgestemd dat de brandmeldinstallatie ten behoeve van alarmopvolging wordt doorgemeld naar een Particuliere Alarmcentrale (PAC). Deze wordt gekoppeld aan de doormelding van de sprinklermeldinstallatie. Ook is in het sorteercentrum een ontruimingsalarminstallatie type B conform de NEN 2575 vereist. FLORIAAN B.V. Pagina 16 van 20

5 Voorzieningen voor de brandweer 5.1 ALGEMEEN Naast goede voorzieningen in het object zelf zijn voorzieningen in de directe omgeving noodzakelijk ten behoeve van hulpdiensten. In goed overleg met de brandweer dienen de eventueel benodigde aanvullende voorzieningen voor een brandweerinzet te worden afgestemd. 5.2 BRANDWEERINGANG Een bouwwerk voor het verblijven van personen moet een brandweeringang hebben, tenzij dit naar het oordeel van het bevoegd gezag niet is vereist. Indien een bouwwerk meerdere toegangen heeft, dient één of meer van deze toegangen in overleg met de brandweer als brandweeringang te worden aangewezen. De brandweer zal bij brandmelding aanrijden via de hoofdentree van het gebouw van DHL Parcel New Amsterdam (het kantoor) aan de Kaapstadweg. In overleg met Brandweer Amsterdam- Amstelland fungeert het loket ter plaatse van ruimte K012 als hoofdbrandweeringang. De nooduitgangen van de sorteerhal vormen brandweerneveningangen. Boven de brandweeringang moet een rood flitslicht worden voorzien. Dit flitslicht moet vanaf de openbare weg en/of de normale aanrijroute van de brandweer zichtbaar zijn. Boven de nevenbrandweeringangen zijn geen flitslichten noodzakelijk. Bij de brandweeringang moet een brandweerpaneel aanwezig zijn, waarop normatief verplichte signaleringen van alle brandbeveiligingsinstallaties aanwezig zijn. De uitvoering van dit paneel moet in overleg met de brandweer worden bepaald. 5.3 BEREIKBAARHEID 5.4 OM HET GEBOUW De brandweer moet het incidentadres goed kunnen bereiken. Omdat de toegang(en) tot het sorteercentrum, mede bestemd voor het toegang verlenen aan hulpverleners in het geval van brand of (technisch) ongeval, meer dan 40 meter van de openbare weg ligt, moeten er op het terrein één of meerdere opstelplaatsen voor blusvoertuigen zijn. De opstelplaatsen moeten op een strategische plaats liggen en rondom minimaal 1 meter vrije werkruimte bieden. Omdat de toegang tot het bouwwerk meer dan 10 meter van de openbare weg ligt, moeten de opstelplaatsen voor brandweervoertuigen bereikbaar zijn via een verbindingsweg die: rijtechnisch geschikt is voor een brandweervoertuig met een massa van ten minste 14.600 kg. een minimale breedte moet hebben van 4,5 meter, waarvan een breedte van 3,25 meter verhard is met een minimale vrije hoogte boven de kruin van de weg van 4,2 m. Het terrein van DHL Parcel New Amsterdam is aan alle zijden rondom het gebouw geschikt voor brandweervoertuigen. Blusvoertuigen kunnen derhalve aan alle zijden rondom het gebouw worden opgesteld op het terrein van DHL. Ook de verbindingsweg tussen de Kaapstadweg en de opstelplaatsen rondom het gebouw voldoet aan de gestelde eisen. FLORIAAN B.V. Pagina 17 van 20

Het hekwerk bij de toegang van het terrein van DHL Parcel New Amsterdam moet door hulpdiensten snel en gemakkelijk worden geopend of worden ontsloten met een systeem dat in overleg met de brandweer is bepaald. 5.4.1 Bereikbaarheid in openbare ruimte De handleiding bluswatervoorziening en bereikbaarheid is een richtlijn, die vaak door de brandweer wordt gebruikt. Deze richtlijn geeft met betrekking tot de bereikbaarheid van het gebouw in de openbare ruimte de eis, dat een incidentadres in principe vanuit twee richtingen via de openbare weg bereikbaar moet zijn. Indien sprake is van tweerichtingsverkeer moet een wegbreedte van 8 meter beschikbaar zijn, omdat rekening moet worden gehouden met een passeerruimte van 0,5 meter tussen de voertuigen. Aan de bereikbaarheidseisen ten aanzien van de aanrijroutes wordt voldaan. Het terrein van DHL Parcel New Amsterdam kan vanuit twee richtingen worden bereikt via de Kaapstadweg. 5.5 BLUSWATERVOORZIENINGEN In de nabijheid van het incidentadres moeten ten behoeve van de brandweerinzet primaire en secundaire bluswatervoorzieningen aanwezig zijn. Een primaire bluswatervoorziening is een bluswatervoorziening die de mogelijkheid biedt om, door middel van een verbinding, binnen 3 minuten na aankomst een tankautospuit van bluswater te voorzien en na aansluiting direct en onafgebroken voldoende water kan leveren. De primaire bluswatervoorziening bestaat doorgaans uit de in het openbare wegennet opgenomen brandkranen, maar kan ook bestaan uit brandkranen die zijn aangesloten op een geboorde put of andere bron, waarbij een pomp zorgt voor de gewenste stijgdruk. De benodigde capaciteit van de primaire bluswatervoorziening bedraagt 60 m³/uur. De afstand tussen de brandkraan en de (brandweer)toegang van het gebouw bedraagt maximaal 40 meter. Gezien de ligging van het sorteercentrum bedraagt de afstand tussen de brandkraan en de (brandweer)toegang van het gebouw meer dan 40 meter. Derhalve zijn brandkranen in de openbare weg niet binnen 40 meter bereikbaar. Met de Brandweer Amsterdam-Amstelland is overeengekomen om aan alle vier de zijden van het gebouw een geboorde put te slaan als primaire bluswatervoorziening. 5.6 DROGE BLUSLEIDINGEN Droge blusleidingen zijn op basis van de prestatie-eisen uit het Bouwbesluit slechts vereist bij gebouwhoogtes van meer dan 20 meter; dat is hier niet het geval. FLORIAAN B.V. Pagina 18 van 20

6 Conclusie Het plan voor een nieuw te realiseren sorteercentrum van DHL Parcel New Amsterdam is getoetst aan de brandveiligheidseisen uit het Bouwbesluit 2012. In dit rapport Brandveiligheid is ten behoeve van de aanvraag omgevingsvergunning aangegeven op welke wijze in het gebouw aan de door de overheid gestelde brandveiligheidseisen wordt voldaan. 6.1 AFSTEMMING MET BEVOEGD GEZAG In het gebouw wordt een gecertificeerde sprinklerbeveiliging toegepast als gelijkwaardige oplossing met betrekking tot het aspect beperken van uitbreiding van brand (zie 3.2.1). De omvang van de brandmeldinstallatie voor wat betreft de gedeeltelijke bewaking wijkt af van wat de NEN 2535:2009 voorschrijft. Dit wordt toelaatbaar geacht, omdat de vluchtroutes vanuit het kantoor direct naar buiten voeren en niet door de sorteerhal lopen. Daarom wordt met betrekking tot de brandmeldinstallatie voorgesteld om gedeeltelijke bewaking toe te passen in het kantoor en niet-automatische bewaking in de sorteerhal. Bovengenoemde brandbeveiligingsoplossingen zijn vastgelegd in UPD nr. 3575-20-01, laatste versie van Floriaan B.V. en dienen ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het bevoegd gezag. Daarnaast dienen de eventueel benodigde aanvullende voorzieningen voor een brandweerinzet door de opdrachtgever te worden afgestemd met het bevoegd gezag: De uitvoering van het brandweerpaneel. Het systeem waarmee een eventueel hekwerk bij de toegang van het terrein van DHL Parcel New Amsterdam door hulpdiensten snel en gemakkelijk kan worden geopend of worden ontsloten. De exacte plaats van de benodigde primaire bluswatervoorziening (vier geboorde putten). 6.2 OVERIGE AANDACHTSPUNTEN Voor het voldoen aan de eisen voor brandwerendheid met betrekking tot bezwijken van de constructies wordt verwezen naar de stukken van de constructeur (zie 3.1). De serverruimte dient op grond van de typering van het inspectiecertificaat sprinklerbeveiliging rondom 30 minuten brandwerend te worden uitgevoerd (zie 3.2.2 en bijlage 1). De sprinklerpompruimte dient op grond van de voorschriften voor sprinklerinstallaties rondom 60 minuten brandwerend te worden uitgevoerd (zie 3.2.2 en bijlage 1). Het advies is om de vluchtdeuren in het sorteercentrum te voorzien van een draaiknopcilinder (zie 3.4.4). Eventuele automatisch werkende deuren in de vluchtroutes mogen het vluchten bij brand niet belemmeren (zie 3.4.4). Op de verdieping in het kantoor dient op as kb een (20 minuten) brandscheiding te worden gerealiseerd ten behoeve van de veilige ontvluchting van de gebouwgebruikers (zie 3.3 en bijlage 1). Door het overleggen van technische documentatie en/of geldige certificaten moet door de opdrachtgever worden aangetoond dat de brand- en de rookklasse van de toegepaste constructiematerialen voldoet aan de eisen zoals gesteld in 3.5. FLORIAAN B.V. Pagina 19 van 20

6.3 BENODIGDE INSTALLATIES In het gebouw moeten de volgende brandbeveiligingsinstallaties worden aangebracht (zie ook hoofdstuk 4): Een gecertificeerde sprinklerbeveiliging (onderdeel gelijkwaardige oplossing). In de serverruimte op de 1 e verdieping van het kantoor is blusgasbeveiliging aanwezig. Brandslanghaspels, slaghaspelwagens en handbrandblusapparaten met een geschikte blusstof. Noodverlichting. Vluchtrouteaanduiding. Een gecertificeerde brandmeldinstallatie met gedeeltelijke bewaking (kantoor) en nietautomatische bewaking (sorteerhal). Een gecertificeerde ontruimingsalarminstallatie. FLORIAAN B.V. Pagina 20 van 20

Bijlage 1: Brandtechnische indeling FLORIAAN B.V.

Voor kantoor: zie tekening 3575-01-02B Project: DHL Parcel New Amsterdam Form: A4 Get: TVL Adres: Kaapstadweg Schaal: - Deze tekening is in kleuren vervaardigd. Bij zwart kopiëren kunnen mogelijk delen wegvallen. Plaats: Omschrijving: Amsterdam Begane grond sorteerhal Datum: Tek.nr. 03-05-2017 3575-01-02A

Project: DHL Parcel New Amsterdam Form: A4 TVL Adres: Kaapstadweg Schaal: - Deze tekening is in kleuren vervaardigd. Bij zwart kopiëren kunnen mogelijk delen wegvallen. Plaats: Omschrijving: Amsterdam Begane grond en 1e verdieping kantoor Datum: Tek.nr. 03-05-2017 3575-01-02B

Bijlage 2: Berekening opvang- en doorstroomcapaciteit De berekeningsmethode die is gegeven in artikel 2.1 van de ministeriële Regeling Bouwbesluit 2012 is gehanteerd om te bepalen of voldoende opvang- en doorstroomcapaciteit aanwezig is op de verdieping van het kantoor om de aanwezige personen tijdig het gebouw te laten ontvluchten. Brand in het subbrandcompartiment met de kantine en de vergaderruimten is maatgevend. Binnen één minuut moeten alle 130 personen het direct bedreigde gebied kunnen verlaten. Eigenschappen trappenhuizen: Trappenhuis 01 Trappenhuis 02 Breedte trap 1,1 m 1,1 m Aantal traptreden 1 x 9 + 2 x 8 = 25 3 x 8 = 24 Breedte toegangsopening 0,9 m 0,9 m Oppervlakte tussenbordes (2x) 2,5 m 2 2,5 m 2 Oppervlakte bovenbordes 37 m 2 * 2,6 m 2 Tabel 1: Eigenschappen trappenhuizen kantoor * Gang achter subbrandcompartimentscheiding inclusief bovenbordes Opvang- en doorstroomcapaciteit per tijdstap van 30 seconden: Opvangcapaciteit [pers] Doorstroomcapaciteit [pers/ts] Totaal [pers] Trap 01 Bouwlaag V1 Trap Toegangsdeur Traptreden: 25 x 0,5 = 12 Tussenbordes (2x): 5,0 x 4 = 20 Bovenbordes: 37 x 4 = 148 Maatgevende opvang- /doorstroom trap: 24 Trap: 45 x 1,1 x 0,5 = 24 Deur: 0,9 x 90 x 0,5 = 40 Maatgevende van opvangcap. bouwlaag of doorstroomcap. deur: 35 Totaal: 32 Totaal: 172 Totaal: 24 Totaal: 40 Totaal: 172 Tabel 2: Opvang- en doorstroomcapaciteit trappenhuis 01 Tijdstap 1 (30 seconden): Totaal 148 + 24 + 24 = 196 personen in de gang en op de twee trappen. Tijdstap 2 (60 seconden): Totaal 24 + 24 = 48 personen stromen door naar de begane grond (uitgangsbreedte deuren op de begane grond zijn niet maatgevend). Totaal binnen 1 minuut buiten het direct bedreigd gebied: 196 + 48 = 244 personen. FLORIAAN B.V.