SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1646 van LODE CEYSSENS datum: 7 augustus 2017 aan BEN WEYTS VLAAMS MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN Examen rijbewijs B - Slaagcijfers (2) Voor het zomerreces kreeg ik cijfers van de minister, waaruit bleek dat een kandidaat die examen aflegde voor het rijbewijs B in het examencentrum in Bree (36 procent) bij de eerste keer maar liefst 23 procent minder kans had dan een kandidaat die examen aflegde in het examencentrum in Asse-Mollem (59 procent). Uit de globale cijfers bleek bovendien dat de cijfers over heel Limburg veel lager waren dan in de overige provincies. In de commissievergadering op 13 juli 2017 wilde ik dan ook graag weten wat de oorzaken van die uiteenlopende cijfers zouden kunnen zijn. De minister gaf in eerste instantie aan dat de slaagkansen voor iedereen gelijk zijn, maar dat de cijfers regionaal anders zijn en daarbij verschillende elementen meespelen, zoals de demografie en sociologie die niet in alle provincies gelijk is. Daarnaast maakte hij zich sterk dat er een verschil is op basis van leeftijd, waarbij hij vaststelde dat de jongere leeftijdsgroep betere cijfers kan voorleggen dan oudere leeftijdscategorieën. Volgens de minister wordt al op heel veel vlakken rekening gehouden met de bevindingen van de auditeurs die de opleiding en de examinering in de verschillende centra tegen het licht hielden. Daarnaast kunnen de uiteenlopende cijfers volgens hem ook niet liggen aan de manier van beoordeling of aan te strenge examinatoren, omdat die geregeld binnen een aantal centra roteren. Het feit dat de cijfers ondanks alle maatregelen toch uiteenlopen, vraagt verder onderzoek. Hoewel ik geen voorstander ben van het versoepelen van de examens, moeten we toch kijken of we de uiteenlopende cijfers op de een of andere manier gelijk kunnen trekken. Kan de minister per examencentrum in Vlaanderen de slaagpercentages per leeftijdscategorie (18-20; 21-23; 24-26; 27-30; 31-40; 41-50; ouder dan 50) geven in 2015, 2016 en de reeds beschikbare cijfers van 2017?
BEN WEYTS VLAAMS MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN ANTWOORD op vraag nr. 1646 van 7 augustus 2017 van LODE CEYSSENS Het bestaan van verschillende slaagcijfers per examencentrum houdt daarom nog niet in dat de afname per examencentrum verschilt. Dit kan het best worden geïllustreerd aan de hand slaagcijfers op het theoretische examen, dat overal op exact dezelfde manier wordt afgelegd. THEORI E Examencentrum laagste Slaag% Laagste Slaag% Examencentrum hoogste Slaag% Hoogste Slaag% GAP (%) 2015 Oostende 56,4 Heverlee-Haasrode 70,1 13,7 2016 Deurne 44,7 Heverlee-Haasrode 64,4 19,7 2017 (tem mei) Deurne 42,0 Heverlee-Haasrode 55,8 13,9 Gemiddelde GAP= 15,8 PRAKTI JK Examencentrum laagste Slaag% Laagste Slaag% Examencentrum hoogste Slaag% Hoogste Slaag% GAP (%) 2015 Bree 44,0 Asse-Mollem 67,9 23,9 2016 Alken 46,2 Asse-Mollem 61,5 15,3 2017 (tem mei) Alken 45,1 Asse-Mollem 63,1 18,0 Gemiddelde GAP= 19,1 Zo bedroeg de gemiddelde kloof over de voorbije drie jaar tussen het examencentrum met de laagste versus het examencentrum centrum met de hoogste slaagcijfers op het theoretische examen 15.8% en 19.1% op het praktische examen. Daarnaast is het zo dat de scores tussen het theoretische en praktische examen per examencentrum met elkaar correleren. Zo is het slaagpercentage in Asse-Mollem jaarlijks significant hoger (en significant lager in Bree) voor zowel het theoretisch als het praktische examen. Dit duidt erop dat de kandidaten die zich in de verschillende examencentrum aandienen een verschillende demografische (socio-economische, opleidingsniveau) achtergrond hebben met een verschillend slaagpercentage tot gevolg. Hieronder worden de slaagpercentages van het theorie-examen weergegeven per examencentrum in Vlaanderen en per leeftijdscategorie van 2015, 2016 en 2017 (t.e.m. mei).
Hieronder worden de slaagpercentages weergegeven per examencentrum in Vlaanderen en per leeftijdscategorie van 2015, 2016 en 2017 (t.e.m. juni).