UITGAVEN ONDER CONTROLE MAAR DE LOKALE BESTUREN STAAN VOOR ENORME FINANCIËLE UITDAGINGEN!

Vergelijkbare documenten
LOKALE BESTUREN. Financiën 2015

Financiële situatie van de Brusselse lokale besturen. Budget 2017

Agenda. Situatie 2016 De lokale besturen in de Belgische overheidsfinanciën

LOKALE BESTUREN. Financiën 2015

FINANCIËLE SITUATIE VAN DE BRUSSELSE LOKALE BESTUREN BUDGET 2018

Belfius-studie Financiën van de lokale besturen 2018 Brussel

LOKALE BESTUREN. Financiën 2015

ZOOM OP... DE GEMEENTEBEGROTINGEN VAN HET DIENSTJAAR Evolutie van de resultaten. Resultaat eigen dienstjaar

Gemeentefinanciën 2011: Het onzeker economisch klimaat weegt op de financiën van de lokale besturen en op hun investeringscapaciteit

Voor de buitengewone dienst is nog steeds een gedetailleerde voorstelling per budgettaire functie van 8 cijfers vereist.

Financiële situatie van de Brusselse lokale besturen. Budget 2016

Belfius-studie Financiën van de lokale besturen 2017

Studie Belfius. Gemeentefinanciën 2013: onzekerheid en financiële uitdagingen aan het begin van de nieuwe bestuursperiode

Facts & Figures. over de lokale besturen n.a.v. de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018

Lokale financiën. Budget 2016

Editoriaal. Gemeenten Provincies. Inhoud. Gemeentefinanciën. Provinciefinanciën. Bank

Uitdagingen voor de lokale besturen VSGB - VORMING VOOR GEMEENTEMANDATARISSEN

Verandering zal niet volstaan, een totale ommekeer is noodzakelijk!

Belfius-studie Lokale financiën 2016

Lokale financiën. OCMW s en politiezones

Verklarende nota met de wijzigingen: toelichting bij de meerjarenplanaanpassing

De financiële situatie van de Waalse OCMW s

Hoe heeft de sociale zekerheid de crisis doorstaan?

Ingevolge het artikel 96 van de nieuwe gemeentewet legt het College van Burgemeester en Schepenen u het ontwerp van de begroting 2013 voor.

Provincies. Provinciefinanciën. Financieringsbronnen van de gewone begroting 3. Courante uitgaven 7. Financiële toestand 9.

Bronnen en overgang naar het ESR (Waalse provincies)

FINANCIËLE TOESTAND VAN DE BRUSSELSE GEMEENTEN

Lokale financiën. Budget De lokale financiën in 10 thema s

FINANCIËLE UITDAGINGEN VOOR DE GEMEENTEN : EEN BESTUURSPERIODE VAN GROTE VERANDERINGEN?

FINANCIEEL MEERJARIG BELEIDSPLAN

De financiële situatie van de Brusselse OCMW s

De financiën van de Brusselse gemeenten

/6/ De financiële gezondheid van de gemeenten (Belfius)

Bronnen en overgang naar het ESR (Duitstalige gemeenten)

Lokale Financiën 2018

GEMEENTEFINANCIËN: WAAR GAAN DE OCMW S NAARTOE?

Bronnen en overgang naar het ESR (Brusselse gemeenten)

Nieuwe thema-analyse van Belfius Research. Vergrijzing van de bevolking : impact op de gemeentelijke aanvullende personenbelasting

Vergrijzing. Impact en uitdagingen voor de lokale besturen

De financiën van de lokale besturen volgens de rekening en balans Analyse

De financiën van de lokale overheid

Identificatie rapportering 2014

De financie le toestand van de Vlaamse OCMW s: analyse van de meerjarenplannen

De financiële situatie van de Vlaamse lokale besturen. Budget 2016

Identificatie rapportering 2014

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Gemeentefinanciën 2014 : de gemeenten slaan een nieuwe weg in

De financiële situatie van de Waalse gemeenten

Middelheimlaan 1, 2020 Antwerpen. Telefoonnummer: 03/ (eigenhandig door de leidinggevende voor echt te verklaren en te dag- en handtekenen)

Deel 4 Middelen. Gewone dienst. In 2011 was de begroting in evenwicht. De geplande uitgaven en ontvangsten waren realistisch en betaalbaar.

Focus op de financiën van de gefedereerde entiteiten

A D V I E S Nr Zitting van dinsdag 2 mei

Gemeentefinanciën. Infoavond KWADRANTplus Denk Mee 29/11/2016

Identificatie rapportering 2014

P E R S B E R I C H T. De jaarlijkse conjunctuurnota van DEXIA noteert een recordgroei van de investeringen met 6,6%

Nota aan departement Interne Organisatie - dienst Griffie

Uitdagingen voor de legislatuur & Lokale Financiën 2019

Instituut voor de nationale rekeningen. Nationale rekeningen

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse

De financiële situatie van de politiezones

Bijlage III: model van de financiële nota van het budget

Duitstalige Gemeenschap. Vlaamse Gemeenschap. Franse Gemeenschap

Gemeentefinanciën 2013 : eerste budget van de nieuwe bestuursperiode

Financiën van de politiezones

Begrotingswijziging nr 3

Financieel verslag 2017

Identificatie rapportering Koning Albert II - laan BRUSSEL

Studie Belfius. Bij drie op vier gemeenten komt boemerang van de pensioenlasten hard aan. Welke ruimte blijft er over om te investeren?

De financiën van de Waalse gemeenten

Duitstalige Gemeenschap. Vlaamse Gemeenschap. Franse Gemeenschap

BUDGET OCMW MAASEIK Toelichting

De overheid geeft (te)veel uit? Weet u hoeveel

Deel 3 Middelen. Jaarrekening. Samenvatting (- = uitgave, + = ontvangst)

Belfius-studie: Gemeentefinanciën 2014

TB1: Exploitatiebudget per beleidsdomein Initieel budget MJP 2014

De financiële uitdagingen voor de gemeentelijke bestuursperiode

meerjarenplan AGB Meeuwen-Gruitrode

Brussel,... De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, Liesbeth Homans.

VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ Begrotingsopmaak 2014

Identificatie rapportering 2014 BE

Identificatie rapportering Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen

DE SCHEEPVAART NV Begrotingsopmaak (in duizend euro) ONTVANGSTEN ESR CODE OMSCHRIJVING Laatste budget Uitvoering 2015 BA 2016 BO 2017

Rapportering financieel beheerder Stefaan Desmet

De financiële situatie van de Brusselse gemeenten

DE SCHEEPVAART NV Begrotingsopmaak (in duizend euro) ONTVANGSTEN ESR CODE OMSCHRIJVING Laatste budget Uitvoering 2014 BA 2015 BO 2016

Financiën van de Plaatselijke Besturen Methodologie

OCMW Lier Meerjarenplan Budget 2015 V

VLAAMSE RADIO- EN TELEVISIEOMROEPORGANISATIE NV (VRT) Begrotingsopmaak (in duizend euro) ONTVANGSTEN ESR CODE OMSCHRIJVING Laatste budget 2014

VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ (VMM) Begrotingsopmaak 2015

De financie le toestand van de Vlaamse gemeenten: analyse van de meerjarenplannen

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

Jaarrekening 2016 RAADSCOMMISSIE VAN 02/05/2017

M1 Financieel doelstellingenplan

Financieel verslag 2016

767/10601 Creditnota s & ristorno s gew. Dienst 9.053, /16101 Rechtstreekse prestaties betreffende de functie 9.959,00

INHOUD. Deel 1 De fi nanciering van de pensioenen van de statutaire personeelsleden van de lokale besturen 15. Inleiding 9

16.12 Aan vzw's ten behoeve van de gezinnen en aan gezinnen

KIND EN GEZIN Begroting 2013 ONTVANGSTEN

DE SCHEEPVAART NV Begrotingsopmaak (in duizend euro) ONTVANGSTEN ESR CODE OMSCHRIJVING Laatste budget Uitvoering 2012 BA 2013 BO 2014

I4XLGEMEEN E3EHEERSCOMITE VOOR HET SOCIAAL STATUUT DER ZELFSTANDIGEN

Transcriptie:

> > Vincent Dewez, op basis van informatie van Belfius UITGAVEN ONDER CONTROLE MAAR DE LOKALE BESTUREN STAAN VOOR ENORME FINANCIËLE UITDAGINGEN! Elke zomer publiceert Belfius een dossier over de toestand van de lokale financiën en de recente evolutie. Een waardevol dossier, dat de financiën analyseert vanuit de invalshoek van de begrotingen en de rekeningen van gemeenten, OCMW s en politiezones. Wij richten de focus uiteraard op Brussel en maken enkele vergelijkingen met de andere gewesten. We kijken eerst naar de macro-economische situatie van de lokale besturen op basis van de laatste nationale rekeningen. Vervolgens analyseren we de begrotingsvooruitzichten 217 voor het Brussels Gewest en tot slot komen we tot een aantal uitdagingen, in het bijzonder op financieel vlak. MACRO-ECONOMISCHE CONTEXT De uitgaven van de lokale overheid komen in 216 uit op 29,7 miljard euro. Dat is 13,2 % van de totale overheidsuitgaven en 7 % van het bbp. Sinds 212 hebben de besturen de evolutie van hun uitgaven nagenoeg volledig gestabiliseerd door de toename ervan te beperken tot gemiddeld,1 % per jaar. Die stabilisering van de totale uitgaven was mogelijk dankzij een daling van de rentelasten en de kapitaaluitgaven, die de stijging van de courante uitgaven hebben gecompenseerd. Een verklarende factor is de daling van het aantal lokale ambtenaren. Het aantal voltijdse equivalenten (VTE) is de voorbije vier jaar immers gedaald met 5.2 eenheden. De sterkere afname van het aantal vastbenoemden zal evenwel zorgen voor een verdere uitholling van de basis waarop de bijdragen aan het pensioenstelsel worden berekend, wat de financiering ervan nog meer in het gedrang dreigt te brengen en zal leiden tot verdere verhogingen van het bijdragepercentage, onder meer voor de responsabiliseringsbijdragen. Die problematiek is cruciaal voor de toekomst van de financiering van de pensioenen van de lokale besturen. Daarom heeft Brulocalis een werkgroep Pensioenen in het leven geroepen om de problematiek van nabij te volgen. De investeringen van de lokale besturen bedroegen 3,1 miljard euro in 216, tegen 4 miljard euro in 212, een daling dus met bijna 3 %. Hoewel we die daling moeten relativeren, omdat 212 een jaar was met lokale verkiezingen, zien we in het midden van de bestuursperiode nog altijd geen herstel van de investeringen. Dat historisch lage investeringspeil bij de lokale besturen verergert nog de onderinvesteringen in de hele openbare sector in ons land (dat historisch gezien onder het Europees gemiddelde blijft). De schuld van de lokale besturen is teruggevallen tot onder de drempel van de 24 miljard euro en vertegenwoordigt ze nog maar 5,13 % van de totale overheidsschuld. Globaal genomen kunnen de lokale besturen goede begrotingsprestaties voorleggen in de context van het Europees Stabiliteitspact, ook al is de goede begrotingssituatie er gekomen omwille van een verdere terugval van de investeringen door de lokale besturen en met het oog op het veiligstellen van lokale besturen de toekomstige financiering van het pensioenstelsel. september-oktober 217 7

I. FINANCIEEL GEWICHT VAN DE BRUSSELSE LOKALE BESTUREN Op het vlak van de investeringen, de lopende uitgaven en het personeelsbestand (3.162 VTE eind 216) zijn de lokale besturen van het Brussels Gewest belangrijke actoren voor de lokale en de regionale economie. Wat de investeringen aangaat, is het overwicht van de gemeenten uitgesproken, aangezien zij op zich al verantwoordelijk zijn voor 75 % van de investeringsuitgaven van de lokale besturen. De groei van de exploitatie-uitgaven vertraagt tot 1,5 % maar blijft goed onder controle, met een toename volume aan investeringsprojecten van 3,6 % in 217 (tegenover 12,2 % in 216). Bij de lokale besturen nemen de gemeenten 61 % van de totale uitgaven voor hun rekening, tegen 27 % voor de OCMW s en 12 % voor de politiezones. Alle lokale besturen van het Brussels Gewest (gemeenten, OCMW s en politiezones) zijn voor 217 goed voor een totaalbudget van 4,7 miljard euro, of 3.971 euro per inwoner. Wij wijzen erop dat niet alle uitgaven daadwerkelijk gedaan worden, aangezien het om budgetvooruitzichten gaat. Dat is vooral het geval voor de investeringen, waarvan de realisatiegraad doorgaans vrij laag is (±5 %). Aan de andere kant bevat het totale budget van de lokale besturen bepaalde interne overdrachten tussen lokale besturen, zoals de gemeentelijke toelagen aan de OCMW s en aan de politiezones. De analyse is gebaseerd op de initiële budgetten 216 en 217 van de Brusselse lokale besturen, nl. gemeenten, OCMW s en politiezones. De perimeter van de lokale sector (S1313) volgens ESR is nog ruimer, aangezien er ook heel wat gemeentebedrijven en gemeentelijke vzw s worden meegeteld, alsook een aantal intercommunales. De statistieken van het aantal werknemers bij de lokale besturen komen van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Buitengewone uitgaven en evolutie 216-217 (per uitgavengroep en per type lokaal bestuur) In miljoen euro In euro/ inw. (t.o.v. 216) Investeringen 764 643 6,4 % Overdrachten 14 12 5,8 % (kapitaaltoelagen) Schuld 71 6 19,8 % (vervroegde terugbetaling, deelnemingen) Totaal buitengewone uitgaven 848 714 3,6 % Gemeenten 633 533 1, % OCMW s 186 156 13,2 % Politiezones 3 25,8 % De investeringsuitgaven sensu stricto belopen 764 miljoen euro, dat is 9 % van de buitengewone uitgaven. Daarna volgen de uitgaven met betrekking tot het financieel vermogen (deelnemingen, vervroegde terugbetaling van leningen, ) met 8 %. De overige uitgaven zijn de toegekende kapitaalsubsidies (overdrachten). Uitsplitsing van de buitengewone uitgaven volgens economische groep (budget 217) 9 Overdrachten (kapitaalsubsidies) Schulden (vervroegde terugbetalingen, deelnemingen) Investeringen 2 8 II. UITGAVEN a. Investeringen De Brusselse lokale besturen schreven in de budgetten 217 buitengewone uitgaven in voor 848 miljoen euro, of 714 euro per inwoner. De begrotingsvooruitzichten voor de investeringsuitgaven voor alle Brusselse lokale besturen samen (OCMW en politiezones inbegrepen dus) nemen lichtjes toe (+3,6 %) ten opzichte van 216. De toename van de investeringen is evenwel steviger bij de Brusselse gemeenten (+1 %), waar bijna 75 % van de lokale investeringen geconcentreerd zijn. 8 september-oktober 217

Door de uitzonderlijk forse demografische druk van de voorbije jaren hebben de Brusselse lokale besturen met de steun van het Gewest het hoofd moeten bieden aan een dringende vraag naar lokale openbare voorzieningen (vooral scholen). b. Exploitatie-uitgaven Ter herinnering. De structuur van de exploitatieuitgaven (gewone dienst) van de lokale besturen bestaat uit vier grote categorieën: de personeelsuitgaven (lonen en diverse bijdragen); de werkingsuitgaven (diverse benodigdheden, onderhoudskosten, energieverbruik, ); de overdrachtsuitgaven (voornamelijk de sociale bijstand die het OCMW toekent, de toelagen aan de lokale verenigingen, maar ook de interne overdrachten aan de lokale besturen zoals de gemeentedotatie aan OCMW en politiezone) en ten slotte de financiële lasten (de rentelasten, maar ook de terugbetaling van leningkapitaal). Uitsplitsing van de exploitatie-uitgaven volgens economische groep (budget 217) Exploitatie-uitgaven en groeipercentage 216-217 (per uitgavengroep en per type lokaal bestuur) In miljoen euro In euro/ inw. (t.o.v. 216) Personeel 1 846 1554 2,3 % Werking 391 329,7 % Overdrachten 1 373 1156 1,5 % Schuld 244 25-3, % Overboekingen 14 12-14,8 % Totale gewone uitgaven 3 868 3257 1,5 % Gemeenten 225 1894 1,9 % OCMW s 16 893 -,1 % Politiezones 558 47 2,7 % Personeelsuitgaven De personeelsuitgaven van de Brusselse lokale besturen (de lonen van het gesubsidieerd onderwijzend personeel niet meegerekend) bedragen 1.846 miljoen euro, een toename met 2,3 %. In werkelijkheid is die evolutie meer uitgesproken bij de gemeenten en de politiezones (+3 %), terwijl ze zeer lichtjes negatief is bij de OCMW s (-,1 %). 6 1 In miljoen euro In euro/ inw. (t.o.v. 216) 48 36 Gemeenten 929 782 3, % OCMW s 425 357 -,1 % Politiezones 493 415 3,1 % Totaal personeelsuitgaven 1 846 1 554 2,3 % Schuld Werking Overdrachten Personeel Aandeel van de personeelsuitgaven (in % van het totaal) (budget 217) 1 8 6 4 Volgens de budgetten 217 bedragen de exploitatie-uitgaven van Brusselse lokale besturen bijna 3,9 miljard euro (of 3.257 euro per inwoner), wat neerkomt op een stijging van gemiddeld 1,5 % ten opzichte van 216 en een relatief matige toename is. Die ingehouden groei van de exploitatie-uitgaven kan meer in het bijzonder worden verklaard door de lagere financiële kosten (-3, %), door de werkingsuitgaven die zeer goed onder controle zijn (+,7 %) en ook door de tragere toename van de overdrachtsuitgaven (+1,5 %). De personeelsuitgaven stijgen dan weer sneller, nl. met 2,3 %. 2 Gemeenten 41 4 88 48 OCMW s Politiezones Totaal lokale besturen Aangezien het personeelsbestand van de lokale besturen in het Brussels Gewest nagenoeg stabiel blijft, is de toename van de personeelsuitgaven september-oktober 217 9

1. Enkel voor de gemeenten, OCMW s en de politiezones. vooral het resultaat van de indexering (overschrijding van de spilindex van het openbaar ambt in mei 217), de baremieke aanpassingen en de hogere bijdragen aan de pensioenlasten. Op basis van de RSZ-statistieken komt het aantal werknemers bij de lokale besturen van het Brussels Gewest uit op 3.162 VTE (voltijdse equivalenten) 1 tijdens het laatste kwartaal van 216, dat is een heel lichte terugval met 7 VTE in vergelijking met het laatste kwartaal van 215. Die bijna-stabilisering is in werkelijkheid het gevolg van een lichte daling van het aantal VTE s bij de gemeenten (-,4 %) en de politiezones (-1, %) die wordt gecompenseerd door een toename van het aantal VTE s bij de OCMW s (+1,4 %). Het aandeel van het statutair personeel bedraagt gemiddeld 44 % voor de Brusselse lokale besturen, maar vertoont grote verschillen afhankelijk van het soort bestuur (van 97 % in de politiezones tot minder dan 2 % in de OCMW s). Aantal personeelsleden (VTE) Brussel Gemeenten en gemeentebedrijven 216 In % t.o.v. 215 in % 15 592 52-63 -,4 OCMW s 8 583 28 117 1,4 Politiezones 5 988 2-62 -1, Totaal 3 162 1-7, Bron: RSZ-statistieken Structuur van de personeelskosten voor de Brusselse gemeenten* (budget 217) 13 14 3 5 1 2 5 3 27 Bezoldiging statutairen Bezoldiging contractanten Bezoldiging gesubsidieerd personeel Andere bezoldigingen Patronale lasten sociale zekerheid Pensioenlasten Sociale bijdragen Verzekeringen van het personeel Verplaatsingskosten en andere vergoedingen * Gesubsidieerd onderwijzend personeel niet meegerekend De lonen van het (statutair en contractueel) gemeentepersoneel vertegenwoordigen 62 % van de totale personeelskosten in de budgetten 217. In het kader van het federaal beleid om minder statutairen aan te werven, stellen wij vast dat hun lonen stagneren in 217 (-,7 %), terwijl de lonen van de contractuele personeelsleden fors stijgen (+5,1 %). Die trend geldt voor zowel de gesubsidieerde contractuelen (+4,3 %) als voor de overige contractuelen ten laste van de gemeenten (+5,1 %). De pensioenlasten (14 % van de personeelskosten) nemen toe met 3,1 %: dat is iets minder snel dan in de andere gewesten van het land. DE PENSIOENPROBLEMATIEK VAN DE OPENBARE BESTUREN De lokale besturen dragen integraal de last van de pensioenen van hun benoemde ambtenaren en hun rechthebbenden, zonder financiële tegemoetkoming van de federale overheid. De komende jaren zal de pensioenproblematiek blijven wegen op het budget van de lokale besturen door de geleidelijke stijging van de bijdragevoeten (basis- en responsabiliseringspercentage). In die moeilijke context nam Brulocalis verschillende initiatieven om de belangen van de lokale besturen te behartigen, teneinde de minister van Pensioenen te sensibiliseren voor de impact van de hervormingen op de lokale financiën. Er vond tweemaal overleg plaats in juni om een raming te vragen van de impact van de toepassing van de aanmoedigingsmaatregel voor de creatie van een tweede pijler op de responsabiliseringsbijdrage van elke lokale entiteit. Die raming zal Brulocalis grondig analyseren. De invoering van het gemengd pensioen is dus essentieel, want het zou de sterke stijging van de pensioenlasten beperken. Sindsdien hebben wij vernomen dat de regering op 2 juli 217 het wetsontwerp van de minister van Pensioenen goedgekeurd heeft. Wordt dus vervolgd in het najaar Werkingsuitgaven De werkingsuitgaven van de lokale besturen bedragen 391 miljoen euro, dat is 1 % van de exploitatie-uitgaven. Ze omvatten de 1 september-oktober 217

algemene kosten voor de regelmatige werking van de administratie: administratieve kosten, verwarming, informatica, onderhoud van de gebouwen, telecommunicatie, diverse benodigdheden, Dankzij de zeer lage inflatie en de dalende energiekosten stijgen de werkingsuitgaven vrij matig (+,7 %). Wat de gemeenten betreft, verbergt de zwakke algemene stijging van de werkingsuitgaven (+2, %) vrij tegenstrijdige ontwikkelingen voor de diverse componenten van die uitgaven. Werkingskosten van de Brusselse lokale besturen (budget 217) de equivalente sociale bijstand (door beperkingen inzake asiel en migratie). Uitsplitsing van de overdrachtsuitgaven van de Brusselse lokale besturen (in euro per inwoner) In EUR per inwoner Budget 217 Toelagen aan andere besturen en organismen Rechtstreekse en onrechtstreekse toelagen aan gezinnen en bedrijven 8 1 3 3 34 42 1,3 Politie-zone Overige diverse organismen Kerk-besturen 27 3 1 Gebouwen & huur Technische werking Wegen Administratieve kosten Financieel beheer Erelonen Terugbetaling kosten & vergoedingen GEMEENTE 2,3 268 Openbare ziekenhuizen 66 3,3 7,3 OCMW 38 11 68 Lokale verenigingen Gezinnen Bedrijven RMI (Leefloon) Toekennen van sociale bijstand Steun via tewerkstelling Sociale bijstand Voertuigen * Gesubsidieerd onderwijzend personeel niet meegerekend Schulduitgaven (financiële lasten) Overdrachtsuitgaven De overdrachtsuitgaven van alle Brusselse lokale besturen komen uit op 1.373 miljoen euro en vertegenwoordigen bijna 36 % van de exploitatie-uitgaven. Zij zijn vooral terug te vinden bij de gemeenten en de OCMW s. In tegenstelling tot de voorgaande jaren vertonen de overdrachtsuitgaven duidelijk een veel matiger groei (+1,5 %). Die toename is nog kleiner bij de OCMW s (+,4 %). Tijdens de voorbije twee jaar werden de OCMW s geconfronteerd meteen forse toename (+15 %) van de uitgaven voor de sociale bijstand, met name voor het leefloon, als gevolg van de regeringsmaatregelen om het systeem van de werkloosheidsuitkeringen te hervormen (uitsluiting van langdurig werklozen en degressiviteit van de uitkeringen). In 217 wordt de lichte toename van de tegemoetkomingen ten voordele van het leefloon ruimschoots gecompenseerd door de lagere tegemoetkomingen voor Voor de financiering van hun investeringsuitgaven (openbare werken en gebouwen, wegennet, ) gaan de lokale besturen langetermijnleningen aan. De weerkerende financiële lasten die aan die leningen verbonden zijn (kapitaalaflossing en interest) vormen de hoofdcomponenten van de schulduitgaven. Die laatste omvatten eveneens de tegemoetkomingen van de gemeenten in de verliezen van overheidsbedrijven (gemeentebedrijven, intercommunales, ). In de budgetten van 217 is voor de financiële lasten een bedrag van 244 miljoen euro ingeschreven, d.w.z. 6 % van de exploitatie-uitgaven. Logischerwijze zijn het vooral de gemeenten die deze uitgaven dragen (± 9 %): zij nemen immers het merendeel van de lokale investeringen op zich. Op het geheel van de gewone schulduitgaven van de gemeenten vertegenwoordigt de kapitaalaflossing van leningen 76 %, tegen slechts 24 % voor de rentelasten. De rentelasten dalen al een tiental jaar, wat toe te schrijven is aan de historisch lage rente. In vergelijking met de budgetten 214 (cf. grafiek) zijn de rentelasten gedaald met 12 %, terwijl de kapitaalaflossingen zijn toegenomen met 7 %. 12 september-oktober 217

Grafiek van de schulduitgaven van de Brusselse lokale besturen (budget 214-217) 25 2 15 1 5 214 215 216 217 Diverse financiële lasten Schulduitgaven (intrest op leningen) +7 % -12 % Periodieke terugbetaling van leningen III. EXPLOITATIE-ONTVANGSTEN De exploitatie-ontvangsten van de Brusselse lokale besturen komen volgens de budgetten 217 uit op 3,9 miljard euro (of 3.247 euro/inw.), een toename met slechts,8 % in vergelijking met het dienstjaar daarvoor. (de belastingen van de gezinnen en de bedrijven), de fondsen en de ontvangen toelagen (de financiële middelen afkomstig van andere bestuursniveaus) en ten slotte de eigen ontvangsten (de opbrengsten die gegenereerd worden door de activiteit of het onroerend en financieel patrimonium van de lokale besturen). Voor alle Brusselse lokale besturen samen vormen de ontvangsten uit fondsen en toelagen de belangrijkste financieringsbron (59 %), tegen 31 % voor de belastingen en 1 % voor de eigen ontvangsten. a. Belastingontvangsten De belastingontvangsten van de Brusselse lokale besturen bedragen 1.184 miljoen euro: dat is 996 euro per inwoner. Zij zitten vooral geconcentreerd bij de gemeenten, de enige lokale besturen met fiscale bevoegdheid. De belastingontvangsten komen overwegend (76 %) uit aanvullende belastingen (op de onroerende voorheffing, de personenbelasting en de verkeersbelasting). De specifiek lokale belastingen, die losstaan van de belastingen geheven door andere overheidsniveaus en die de gemeenten zelf innen, vertegenwoordigen 24 % van de opbrengst uit belastingen. Structuur van de belastingontvangsten van de Brusselse lokale besturen (budget 217) Structuur van de exploitatie-ontvangsten volgens economische groep (budget 217) 24 19 2 1 1 8 31 56 33 Fiscaliteit Fondsen & dotaties Toelagen Prestaties Financiële opbrengsten Overboekingen 26 Ter herinnering. De exploitatie-ontvangsten bestaan uit drie grote groepen: de belastingontvangsten Aanvullende personenbelasting Aanvullende belasting op de onroerende voorheffing Overige aanvullende belastingen Lokale belastingen De aanvullende belasting op de onroerende voorheffing levert de Brusselse gemeenten 661 miljoen euro op (556 euro /inw.) en maakt op zich alleen al 56 % uit van de totale belastingontvangsten. Die belasting is met 1,6 % gestegen ten opzichte van 216. In het Brussels Gewest stijgt de gemiddelde gemeentelijke aanslagvoet (aantal opcentiemen) in 217 naar 2.917 centiemen, tegen 2.94 in 216 (+,4 %). Slechts één Brusselse gemeente september-oktober 217 13

heeft besloten om haar aanslagvoet op te trekken. Het aantal opcentiemen vertoont echter grote verschillen in de 19 gemeenten. De gemeenten ramen de ontvangsten uit de aanvullende belasting op de personenbelasting (APB) op 23 miljoen euro, zijnde 193 euro per inwoner en een daling met 6,8 % in vergelijking met 216. Net als in de andere gewesten van het land is de evolutie van de voorbije jaren het gevolg van de schommelingen in het inkohieringsritme van de aanvullende personenbelasting. In 216 maakten de opbrengsten van de gemeentelijke APB immers een inhaalbeweging, terwijl het volume in 217 terugkeert naar een normale situatie (met evenwel -6,8 % aan opbrengsten van de gemeentelijke APB ten opzichte van het uitzonderlijk niveau van het dienstjaar daarvoor). De gemiddelde aanslagvoet van de gemeentelijke opcentiemen op de personenbelasting bedraagt 6,42 % in 217, tegen 6,54 % in 215. Vijf Brusselse gemeenten hebben besloten hun aanslagvoet voor het aanslagjaar 217 te verlagen. Die gemeentelijke aanslagvoet verschilt ook naargelang de gemeenten. De Brusselse agglomeratie heft sinds 217 niet langer haar aanvullende belasting van 1 %. Een nieuwe aanvullende belasting op de taks op de toeristenverblijven, de zogenaamde citytax, die bijna 4 miljoen euro oplevert voor de Brusselse gemeenten, verklaart de stijging met 33,9 % van de andere aanvullende belastingen. De specifiek lokale en dus gemeentelijke belasting komt uit op 278 miljoen euro: dat is 234 euro per inwoner. Zij draagt voor 24 % bij aan de totale belastingontvangsten. Dat is meer dan de opbrengst van de aanvullende belasting op de personenbelasting. De evolutie naar een mechanisme van contractualisering zal de financiële manoeuvreerruimte van de gemeenten beperken, terwijl veeleer een grotere autonomie aangemoedigd zou moeten worden. b. Fondsen en toelagen De ontvangsten uit fondsen en toelagen bestaan uit financiële overdrachten afkomstig van andere overheidsniveaus (vooral van de Gewesten voor de gemeenten, maar eveneens van het federaal niveau voor de OCMW s en de politiezones) en bedragen in de budgetten 217 zowat 2.255 miljoen euro, waarmee ze 59 % vertegenwoordigen van de totale exploitatie-ontvangsten op het budget 217. Ze variëren in omvang naar gelang van het type bestuur. De overdrachten van andere overheden wegen zeer sterk door voor de OCMW s (85,4 %) en voor de politiezones (99,5 %), maar vertegenwoordigen slechts 35,4 % van de exploitatie-ontvangsten van de gemeenten. Aandeel van de fondsen en toelagen in de totale ontvangsten (budget 217) 1 8 6 4 2 35,4 85,4 99,5 Gemeenten OCMW s Politiezones HERVORMING VAN DE ALGEMENE DOTATIE AAN DE GEMEENTEN (ADG) Elders in dit nummer wordt een artikel gewijd aan de hervorming van de ADG. Zie pagina 18 c. Eigen ontvangsten De eigen ontvangsten die gegenereerd worden via de activiteit van de lokale besturen (prestaties) of in de vorm van ontvangsten uit het gemeentelijk patrimonium (huurgelden, financiële opbrengsten), zijn goed voor 411 miljoen euro (346 euro per inwoner), waarmee ze 1 % vertegenwoordigen van de totale exploitatie-ontvangsten van de lokale besturen. Binnen die eigen ontvangsten eisen de ontvangsten uit prestaties duidelijk het leeuwendeel op (81 %). In het budget 217 belopen ze 332 miljoen euro of 279 euro per inwoner. Voornaamste componenten van de ontvangsten uit prestaties van de Brusselse gemeenten Budget 216-217 (in miljoen euro) 2 18 16 14 12 1 8 6 4 2 216 217 Verkoop van goederen Huurgeld Uitzonderlijke opbrengsten Diverse opbrengsten Opbrengsten uit prestaties Opbrengsten uit concessies van rechten Voor de gemeenten omvatten de ontvangsten uit prestaties onder meer diverse toegangsgelden, het huurgeld voor het gebruik van terreinen en 14 september-oktober 217

gebouwen die eigendom zijn van de gemeente, en de bijdragen van de ouders in de schoolkosten (maaltijden, vervoer, bewaking, ). Meer in het bijzonder betalen de distributienetbeheerders rechten aan de gemeenten voor het gebruik van de openbare ruimte voor gasleidingen en elektrische kabels. Het gaat om ontvangsten ter compensatie van het verlies van dividenden als gevolg van de liberalisering van de energiesector. Voor de Brusselse gemeenten vertegenwoordigen die rechten bijna een kwart van de ontvangsten uit prestaties in 217. d. Budgetsaldi Alle Brusselse lokale besturen samen noteren een overschot van 11,2 miljoen euro voor het eigen dienstjaar voor het budget 217 en van 159,7 miljoen euro voor het algemeen totaal (d.w.z. eveneens rekening houdend met het resultaat van vorige dienstjaren en met de overboekingen). Relatief gezien vertegenwoordigt het saldo van het dienstjaar slechts,3 % van de exploitatie-ontvangsten (dus een bijnaevenwicht), terwijl het overschot voor het algemeen totaal 3,9 % van de ontvangsten van de lokale besturen uitmaakt. Saldi van de Brusselse lokale besturen (budget 217) Saldo In miljoen euro In euro/ inw. van de gewone ontvangsten Eigen dienstjaar -11,2-9 -,3 % Vorige dienstjaren 165,5 139 4,1 % Overboekingen 5,5 5,1 % Algemeen totaal 159,7 134 3,9 % IV. CONCLUSIES EN UITDAGINGEN VOOR BRUSSEL Op basis van de door Belfius ingezamelde gegevens en onze analyse vestigen wij de aandacht op de volgende vaststellingen: De lokale besturen beheersen de situatie en vertonen een globaal goed bestuur, ook al moeten zij hun inspanningen nog volhouden. Alle Brusselse lokale besturen vertonen voor de gewone dienst een overschot van 12 miljoen euro op het eigen dienstjaar van het budget 216. Deze vooruitgang met 21 miljoen euro van het resultaat van het eigen dienstjaar gekoppeld aan een resultaat van de vorige dienstjaren, opmerkelijk in 216, doet het overschot op het globaal dienstjaar stijgen tot 134 miljoen euro. Het overschot op het eigen dienstjaar wordt gematerialiseerd door een verdeling van het aantal gemeenten met een overschot en met een tekort. De exploitatie-uitgaven (82 % van de totale uitgaven) kennen een zeer matige toename (+,4 %) ten opzichte van 215, terwijl de lokale investeringen opnieuw groeien (+6,1 %). Het aantal werknemers bij de lokale besturen van het Brussels Gewest komt uit op 3.162 VTE eind 216, wat een lichte terugval vormt in vergelijking met eind 215. De vertraging van de groei van de exploitatieuitgaven weerspiegelt zich in alle soorten uitgaven waarvan de vooruitgang lager blijft dan 1 % tussen 215 en 216. Daarbij voegen we nog enkele grote uitdagingen voor de lokale besturen de komende maanden. In de eerste plaats de voortzetting van de onderhandelingen in het kader van de hervorming van de pensioenen van de lokale besturen (omwille van de daling van het statutair personeel en de gevolgen van de stijging van de responsabiliseringsbijdrage). Voor Brussel brengt dat een stijging teweeg van 7,5 miljoen euro voor 216 ten opzichte van 215. Deze eerste ramingen zouden een onderschatting kunnen zijn. De uitdagingen van de demografische evolutie, zowel als gevolg van de sterke demografische expansie in Brussel, waardoor gemeenten moeten investeren ondanks de wettelijke beperkingen die opgelegd worden door de Europese normen, als de vergrijzing van de bevolking en de impact daarvan op de gemeentelijke inkomsten uit personenbelastingen. De toenemende kosten voor sociale bijstand (verarming en kosten voor de toestroom van migranten) hebben een impact op de overdrachten aan OCMW s, en ook de kosten inzake veiligheid die de gemeentedotatie aan de politiezones de hoogte in jagen. De gevolgen van de door de federale regering goedgekeurde taxshift, die zal leiden tot een geleidelijke uitholling tussen 216 en 221 van de belastbare basis voor de gemeentelijke aanvullende belasting (met een vermindering van 8 tot 1 % van de opbrengst van de gemeentelijke APB zonder terugverdieneffecten volgens de ramingen). Die impact zal gemoduleerd moeten worden in functie van de verhoopte positieve effecten die vandaag nog niet geëvalueerd zijn van de taxshift op de gemeentelijke ontvangsten, gezien de gehoopte verbetering van de economische activiteit en de tewerkstelling, maar ook de eventuele negatieve effecten van de besparingsmaatregelen die de interne vraag van gezinnen en bedrijven kunnen beïnvloeden. Tot slot de problematiek van de lokale overheidsinvesteringen. Aangezien die bijna 35 % van de overheidsinvesteringen uitmaken, rijst de vraag of de lokale infrastructuur wel onderhouden zal worden en gemoderniseerd. Meer globaal kan dit ook gevolgen hebben voor onze economie en houdt dit het risico in dat de aantrekkingskracht van ons land taant. > > Info Financiële situatie van de Brusselse lokale besturen - Budget 217 kan gedownload worden op www.belfius.be > Publieke en socialprofitinstellingen > Onze studies > Lokale financiën > Studie lokale financiën september-oktober 217 15