kolonisatie van de Over de opzienbarende Bosuil Strix aluco in Groningen Johan Bos en Drenthe

Vergelijkbare documenten
[STADSVOGELS GORINCHEM]

Monitoring van Steenuilen in : een succes!

Actuele verspreiding, trends en broedsucces van Steenuilen in Nederland

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015

Bosuilen 34 jaar geteld in Noord-Kennemerland

OPKOMST VAN DE HALSBANDPARKIET IN NEDERLAND EN UTRECHT André van Kleunen

Haaksbergen. Bescherming Steenuil, Kerkuil, Bosuil, Torenvalk JAARVERSLAG. Uilenwerkgroep Haaksbergen. in Haaksbergen en Omgeving

Onderzoek naar. Kem pen 2008 Jacques van Kessel en Plete, Wou'e. Het onderzoeksge bied Het in 2008 onderzocht gebied is 224 km 2

BROEDGEVALLEN VAN DE RAAF IN DE PROVINCIE UTRECHT IN 2009 EN 2010

Gouwebos. midmaandwintertellingen van vogels trends samengesteld door Cok Scheewe. Foto (Huig Bouter)

Haaksbergen. Bescherming Steenuil, Kerkuil, Bosuil, Torenvalk in Haaksbergen en Omgeving JAARVERSLAG. Uilenwerkgroep Haaksbergen

Resultaten van het kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen Frank Majoor & Berend Voslamber

Verslag over de roofvogelstand in de. Amsterdamse Waterleidingduinen dagen later begonnen met het leggen. ongunstig en

Landelijke klapekstertelling winter 2008/2009 Eindresultaten

Kort verslag kleurringen van Nijlganzen en Grote Canadese Ganzen

Broedvogels van de Hapertse Heide. Broedvogelmonitoringsproject, seizoen 1999

Haaksbergen. Bescherming Steenuil, Kerkuil, Bosuil, Torenvalk in Haaksbergen en Omgeving JAARVERSLAG. Uilenwerkgroep Haaksbergen

HAK-AL 2009 nr. 5: IJsvogels tussen Lek en Linge in 2008 door Marcel Kok

afgeleid. figuur 1. De gemeente Muiderberg en geïnventariseerde gebieden (7ha), van het Kocherbos ca ra uitgevoerd.

Nachtzwaluwinventarisatie Leenderbos 2005.

Zwarte Specht Drycopus Martius

STEENUILEN ROND WIJK BIJ DUURSTEDE

Historische Boerenzwaluwgegevens ondergebracht in het Meetnet Nestkaarten

Resultaten. Toelichting abundatiekaart en aantalsschatting Zwarte Specht Veluwe. Henk Sierdsema, Sovon Vogelonderzoek Nederland.

Broedvogels op de Zuidoost-Veluwe

NESTKASTEN KLUYVERWEG 6

Broedvogels van de HAPERTSE HEIDE

Bokjes in het Hart van Gelderland

12.1 Ekster (Pica pica)

De Huiszwaluw (Delichon urbica) als broedvogel in het Hart van Gelderland in 2018

KERKUILEN WERKGROEP TWENTE

pagina 1 18 aan Sectorcommissie Paddenstoelen onderwerp Factsheet Paddenstoelen 2010 Documentnummer N datum 21 februari 2012

Inleiding. Thuidium tamariscinum in Friesland. meldingen van Thuidium tamariscinum. Van. meldingen. Buxbaumiella 33 (

(nestkastproject) Koningshof

Steenuilenbescherming verslag Steenuilenwerkgroep Echt-Susteren Geco Visscher Fred van Geneijgen

Jan Kolsters Correlaties en oorzaken

Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland

Notitie: Compenserende maatregelen voor steenuilen in de Waalsprong: Stand van zaken eind 2010.

Broedvogels van landgoed de Haere in 2017

Inventarisatie Stadsganzen 2016 in vier gemeenten in de Provincie Utrecht

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet

Omgevingscheck De Del te Rozendaal. categorie 5 nesten: koolmees, pimpelmees, grauwe vliegenvanger, boomklever, boomkruiper en grote bonte specht

Flora van naaldbossen,

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

PONTISCHE MEEUWEN EN GEELPOOTMEEUWEN IN UTRECHT; EEN VERGELIJKING

Onderzoek naar wespendieven in de Kempen 2008 Jacques van Kessel en Pieter Wouters

Aanvullend natuuronderzoek Azelerbeek Addendum

Vestiging en recente toename van Raven als broedvogel in Noord Brabant

Notitie. Inleiding. Methodiek. J. de Waard (Trivire Wonen) aan. van A. de Baerdemaeker. betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht

KNNV afdeling Voorne Vogelwerkgroep

Topjaar soorten overig jarig riet

BROEDVOGELS VAN HET LEERSUMSE VELD EN GINKELDUIN IN André van Kleunen

Vrijwilligers voor flora en fauna inventarisaties: een gouden combinatie

(nestkastenproject) Golfbaan Welschap

Algemene weetjes over de Slechtvalk

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

Geslaagd broedgeval Slechtvalk in de stad Zutphen

Contrastrijke ontwikkelingen bij overwinterende ganzen in Nederland in de afgelopen 10 jaar

Monitoring steenuil in 2012

Broedseizoen 1999 in Achterhoek en Liemers

13.1 Zwarte kraai (Corvus corone)

Nieuwsbrief PTT december 2014

Situatie steenuilen in Zeeland vóór 1940

Ontwikkelingen van de broedvogels op de Imbosch in

Reproductie en broedbiologie

Territoriumkartering Nachtzwaluw. Regte Heide

Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk

Nieuwe aantalschatting van de Steenuil in Nederland

Kleine zoogdieren inventariseren: betrouwbaarheid en ruimtelijke dynamiek

Brabantse hotspots voor (broed)vogels

De roek als broedvogel in Laarbeek - Inventarisatie

BIBLIOTK-EK RIJKS: VOOR OE USSELMttRPOLDcRS WERKDOCUMENT. door. W. Dubbeldam Abw maart. X 7t. ^TJ, 6wo

de Wespendief (roofvogelonderzoek) UIT ONS JAARLIJKS ONDERZOEK BLIJKT DAT 43% TOT 63% VAN DE PAREN WESPENDIEVEN

Inrichting en beheer compensatiegebied Gortel

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex.

In 2013 ging een nieuw RAS-project van staart aan een niet-alledaagse vogel: de

Territoriumkartering Huismus en Spreeuw in de regio Den Haag in Rinse van der Vliet, Danny Laponder, Kees Mostert, Bart Vastenhouw

Gekleurringde Kokmeeuwen uit Kopenhagen in de stad Groningen

NIEUWSBRIEF OVER HET JAAR 2012

pagina 1 18 onderwerp Factsheet Loonwerk 2010 aan Sectorcommissie Loonwerk Documentnummer N datum 29 november 2011 van Daniella van der Veen

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2017

Meer dan 400 paar Zwarte sterns in Zuid- Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2014

Effecten op de boomvalk van het Bp Lelylaan te Amsterdam

Roeken in ZW-Drenthe

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk

Roepactiviteit van Bosuilen geeft inzicht in hun inventarisatiecriteria

N a d e r o n d e r z o e k s t e e n u i l D e G o r s e n E l s h o u t

Onderzoek Wespendief Kempenbroek Volg de Wespendief, Weerterbos 2013

Prognose mastverwachting 2013

Ecologische Quick-scan Kerkuilen te IJsselstein De mogelijke invloed van bestemmingswijziging perceel Achtersloot 73b

Provinciaal weidevogelonderzoek in de regio Amstel-, Gooi- en Vechtstreek Uit het Jaarboek Weidevogels 2007

Koloniebroeders in 2017 in Zuid-Holland Noord

Barometer Arbeidsmarkt Regio Achterhoek (BARA) Juni 2011

Weidevogels Liedeweg te Haarlemmerliede

Versie Maart Verslag Inventarisatie kansen roofvogels Zuidas- Zuidasdok Maart 2016

Mahlerlaan Amsterdam. Roofvogelonderzoek. Opdrachtgever: O.G.A. Tussentijdsverslag : 2 september 2015

Kerkuilbroedgegevens 2011 Regio 18 Noord-Brabant, subregio 14 de Kempen Vogelwerkgroep De Kempen

Broedvogelinventarisatie woonwijk De Ziep, Didam in 2007

Transcriptie:

Over de opzienbarende kolonisatie van de Bosuil Strix aluco in Groningen en Drenthe Johan Bos In de gemeenten Haren en Eelde werd in 1984 het eerste territorium van een Bosuil geregistreerd. Sindsdien is de soort toegenomen tot 15 paren in 1991. Succesvol broeden werd negen keer vastgesteld. Enkele decennia geleden kwam de Bosuil Strix aluco slechts sporadisch voor in het noorden van Nederland (v.d. Ven 1964). Nu lijkt deze vogel zich hier definitief gevestigd te hebben. In 1961 werd in Drenthe het eerste broedgeval vastgesteld (van Dijk & van Os 1982) Het eerste zekere broedgeval in de provincie Groningen dateert uit 1985 (Bos 1991). Daarvoor zijn alleen incidentele waarnemingen bekend (Boekema, Glas & Huisdier 1983) Vanaf 1982 heb ik jaarlijks in een vastomlijnd gebied Bosuilen geïnventariseerd en broedbiologisch materiaal verzameld. De resultaten worden in dit artikel gepresenteerd. Ingegaan wordt op verspreiding, aantalsontwikkeling en broedbiologie. Figuur 1. Overzicht van het onderzoeksgebied (inzet: Drenthe met locatie studiegebied) met dorpen (gearceerd) en bossen (dicht gearceerd). View of the study area (inset: province of Drenthe with location of study plot), with villages (hatched) and woodland (densely hatched). Drentse Vogels 5 (1992) 43

Onderzoeksgebied Het gebied waar de inventarisatie plaatsvond, beslaat ruwweg de gemeenten Haren (provincie Groningen) en Eelde (provincie Drenthe). Dit gebied is aangegeven in figuur 1. De totale oppervlakte bedraagt 3800 ha, waarvan zo n 400 ha uit bos bestaat. Dit zijn voornamelijk gemengde bossen, grotendeels bestaande uit grove den, douglas, lariks, zomereik, beuk, els en berk. Verder bestaat het gebied uit agrarisch cultuurland en vier dorpen. Vermeldenswaard en opvallend zijn de aanwezigheid van wat oudere, parkachtige eiken- en beukenopstanden in het gebied. Deze zijn ontstaan door aanplant bij een aantal voormalige burchten, die een tijdje terug ter verdediging van de stad Groningen dienden. Werkwijze Er is gebruik gemaakt van de territoriumkartering (Hustings et al. 1985). Hierbij moet worden opgemerkt dat op een agressieve manier is geïnventariseerd, dat wil zeggen met nabootsing van de bosuilenzang door middel van stem of geluidsafspeler. Bijna altijd vonden de bezoeken (per fiets of te voet) van even na zonsondergang tot enkele uren daarna plaats. Bij harde wind en regen werden geplande bezoeken afgelast. Voor het overige werd niets van weersomstandigheden aangetrokken en dus werd ook bij dichte mist, sneeuwval of strenge vorst geïnventariseerd. In de periode van januari tot en met mei werd gepoogd alle geschikte gebieden drie keer te bezoeken. Incidenteel zijn territoria later in het seizoen de op aanwezigheid van bedelende jongen gecheckt. Afgezien van zekere broedgevallen werden roepende vogels in de periode januari tot en met mei als territorium gehonoreerd. Deze criteria komen overeen met die in Hustings et al. (1985). Verder werden door derden verrichte waarnemingen, waarnemingen van bedelende (pas uitgevlogen) jongen en nestkastcontroles gebruikt als aanvullend materiaal bij de beoordeling van territoria. Figuur 2. van Aantalsontwikkeling de Bosuil in de gemeenten Haren en Belde in 1982-91 Number of territories of the Tawny Owl in the municipalities of Haren and Eelde in 1982-91 44 Drentse Vogels 5 (1992)

Resultaten Territoria zijn vastgesteld in gemengd, middeloud bos (3x), in parkachtige, met oude loofbomen verrijkte tuinen (5x), maar het vaakst in oude eiken- en beukenbossen (9x). Vier territoria werden binnen de bebouwde gelokaliseerd. In de periode 1982-91 werd 44 keer een territorium vastgesteld. Het aantal territoria is in deze periode geleidelijk toegenomen, van één in 1984 tot 15 in 1991 (figuur 2). In figuur 3 is de ontwikkeling in de vorm van verspreidingskaartjes weergegeven. Hier is goed te zien dat de populatie zich vanuit een zwaartepunt verspreid heeft. In negen gevallen kon een succesvol broedgeval worden vastgesteld. De gemiddelde legselgrootte was 3.3 eieren en varieerde van twee tot vier (n=6). Uit zes succesvolle broedgevallen vlogen gemiddeld 2.5 jongen uit (variërend van één tot vier). Bedelende jongen werden vanaf 17 april gehoord. Figuur 3. van Verspreiding Bosuilen in de gemeenten Haren en Belde in 1984-91 Distribution of Tawny Owls in the municipalities of Haren and Eelde in 1984-91 Discussie Vooral in de beginperiode van het onderzoek werd nauwelijks gereageerd op de imitatie van de bosuilroep, conform de bevindingen van Van Dijk & van Os (1982), die dit ook als een handicap ervaarden. Dit kan van invloed zijn geweest op het gevonden aantalsverloop. Zo werden in sommige gebieden waar de Bosuil met de beschreven werkwijze niet werd gelokaliseerd wel ruiveren gevonden, wat dus de aanwezigheid van de soort impliceert. De laatste jaren reageren Bosuilen erg goed op de nabootsing van hun roep. Door biotoopverbetering heeft het broedareaal van de Bosuil een uitbreiding tot gevolg gehad en is kolonisatie van nieuwe gebieden opgetreden. Uit de literatuur zijn enkele trends bij kolonisatie van Bosuilen bekend. Schattingen omtrent het aantal bosuilparen in Drenthe zijn 1-4 paren in 1965-74, 3-5 paren in 1975-80 en 8-16 paren in 1981-87 (van Dijk 1987). In de Amsterdamse Waterleidingduinen werd in 1961 het eerste broedgeval vastgesteld. Hierna breidde de soort zich uit tot 28 paren in 1976, waarna een afname werd geconstateerd (Koning & Baeyens 1990). In West-Nederland (Vogelwerkgroep Drentse Vogels 5 (1992) 45

Drentse Vogels 5 (1992) Avifauna West-Nederland) en in centraal Noord-Brabant (Post & Ongenae 1990) is de Bosuil de laatste decennia flink in aantal toegenomen. Zowel in Drenthe, als in Noord-Brabant en de AW-Duinen stelde men een tragere toename in de beginfase van de kolonisatie vast dan in Haren en Eelde. Waarschijnlijk komt dit door de ruime aanwezigheid van oude loofbeplantingen in mijn onderzoeksgebied, die geschikte broedplaatsen voor Bosuilen opleveren. Een tweede factor kan de voedselrijkdom van mijn gebied zijn, waardoor Bosuilen in voedselarme perioden het hoofd boven water kunnen houden. Koning & Baeyens (1990) noemen de verschaffing van nestgelegenheid in de vorm van nestkasten een mogelijke oorzaak die het kolonisatieproces in de AW-Duinen heeft versneld. In Haren en Eelde zijn slechts enkele nestkasten aangeboden. Deze werden met wisselend succes bezet en kunnen dus als oorzaak voor de snelle toename worden afgewezen. De dichtheid bedraagt momenteel 0.39 paren/100 en is te vergelijken met die in een deel van Gelderland waar 0.38-0,43 paren/100 ha werd gevonden (Lensink 1990). In de omgeving van Winterswijk komen hogere dichtheden voor (1.14 paren/100 ha)(vogelwerkgroep Zuidoost-Achterhoek 1985). Dankwoord De volgende mensen wil ik bedanken voor het leveren van waarnemingen, assistentie in het veld of andere bezigheden die een positieve bijdrage aan het resultaat van het onderzoek hebben geleverd: Mark Bakker, Henk den Bakker, Erik Bazuin, Bruno Boucher, Hans Esselink, lochum Frens, Marjolein Koolhaas, Patrick Marlens, Erik Menkveld, Mariele Mijnlieff, Tjaart Molenkamp, Jeroen Nienhuis, Ernst Oosterveld, Doite Schaap, lans Sikkens, Harold Steendam en André Streutker. Willem van Manen bedank ik voor het aandragen van ideeën en het bekritiseren van eerdere versies van dit verhaal. Summary: Remarkable colonisation of Drenthe and Groningen by the Tawny Owl Strix aluco A census of Tawny Owls in an area of 3800 ha in the northern Netherlands (municipalities of Haren and Eelde, fig. 1) in 1982-91 revealed a strong increase since its settlement in 1984 (fig. 2, fig. 3). Successful breeding was reported nine times. Average clutch size was 3.3 eggs (range 2-4, n=6) and average brood size was 2.5 young (range 1-4, n=6). Earliest begging calls were heard on 17 April. At low densities, Tawny Owls did not respond to play-backs. This method became only considerably. successful after the breeding density had increased Literatuur Boekema E.J., Glas P. & Hulscher J.B. 1983. De vogels van de provincie Groningen. Wolters Noordhoff/Bouma s Boekhuis, Groningen. Bos J. 1991. Over de Bosuilenexplosie in Drenthe en Groningen. In De Vogelkijker 7(1); 34-37. van Dijk A.J. 1989. Drentse broedvogelaantallen. Drentse Vogels 2/3: 163-188. van Dijk A.J. & van Os B.L.J. 1982. Vogels van Drenthe, Van Gorcum, Assen. 46

Huslings Kwak R.G.M., Opdam P.F.M. & Reijnen M.J.S.M. (red.) 1985. Vogclinvcntarisatie; achtergronden, richtlijnen en verslaglegging. Pudoc, Wageningcn/Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels, Zeist. Koning F.J. & Baeyens G. 1990. Uilen in de duinen. Stichting Uitgeverij Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, Utrecht/Gemeentewaterleidingen,Amsterdam. Lensink R. 1990. Broedvogels in het hart van Gelderland. Vogelwerkgroep Arnhem c.o., Arnhem. Post F. & Ongenac J.P. 1990. Over de Boomklever en andere zware jongens. Vogels in Midden- Brabant: 34-40. Werkgroep voor Vogel- en Natuurbescherming Middcn-Brabanl, Oislerwijk. v.d. Ven J. 1964. De Bosuil is algemener dan wij dachten. Vogeljaar 12; 302-303. Vogelwerkgroep Avifauna West-Nederland 1981. Randstad en broedvogels. Gianotten, Tilburg. Vogelwerkgroep Zuidoost-Achterhoek 1985. Broedvogels van Winterswijk, KNNV, Hoogwoud. Adres: Groningerstraat 127 9493 TC De Punt Drentse Vogels 5 (1992) 47