RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 juni 1999 (20.07) (OR. f) 8757/99 LIMITE PV/CONS 33 JEUN 37 ONTWERP- NOTULEN van de 2185e zitting van de Raad (JEUGDZAKEN) gehouden te Brussel op 27 mei 1999 DG J 1
INHOUD 1. Aanneming van de voorlopige agenda... 3 2 Besluit van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het communautaire actieprogramma "Jeugd"... 3 3. Memorandum van het voorzitterschap "Jongeren en Europa": onze toekomst" (bijdrage van het voorzitterschap aan het verslag over het Europees werkgelegenheidspact)... 4 4. Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van maatregelen ter bestrijding van kindersekstoerisme... 4 5. Besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma (programma DAPHNE) (2000-2004) betreffende maatregelen ter voorkoming van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen... 4 6. Diversen... 5 BIJLAGE I... 6 BIJLAGE II... 7 BIJLAGE III... 8 Blz. DG J 2
1. Aanneming van de agenda doc. 8496/99 OJ/CONS 33 JEUN 34 De Raad keurde de agenda in document 8496/99 goed, met dien verstande dat punt 2 "(eventueel) Goedkeuring van de lijst van A-punten" werd geschrapt. 2. Besluit van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van het communautaire actieprogramma "Jeugd" - Gemeenschappelijke standpunt doc. 10945/98 JEUN 24 SOC 305 EDUC 56 CODEC 432 + COR 1 (en) 13628/98 JEUN 60 SOC 466 EDUC 102 CODEC 661 8272/99 JEUN 31 SOC 179 EDUC 35 CODEC 265 8273/99 JEUN 32 SOC 180 EDUC 36 CODEC 266 De Raad hechtte met eenparigheid van stemmen zijn goedkeuring aan het gemeenschappelijk standpunt betreffende het communautaire actieprogramma "Jeugd", in de versie van document 8272/99, met dien verstande dat lid 1 van artikel 8 ("Financiering") als volgt wordt gelezen: "De financiele middelen voor de uitvoering van dit programma tijdens de in artikel 1 genoemde periode wordt vastgesteld op 350 miljoen euro". Wat de verdeling van de begrotingsmiddelen over de acties betreft (waarvan sprake is op blz. 4 van document 8273/99) legde de Commissie een verklaring voor de Raadsnotulen af die is opgenomen in bijlage I. Tenslotte belastte de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers met de bijwerking van het gemeenschappelijk standunt in de talen van de Gemeenschappen zodat het tijdens een van zijn volgende zittingen als A-punt kan worden aangenomen. DG J 3
3. Memorandum van het voorzitterschap "Jongeren en Europa: onze toekomst" (bijdrage van het voorzitterschap aan het verslag over het Europees werkgelegenheidspact) - Presentatie en bespreking doc. 8288/99 JEUN 33 SOC 181 EDUC 37 + COR 1 (d) De Raad wisselde van gedachten over het memorandum van het voorzitterschap "Jongeren en Europa: onze toekomst" (bijdrage aan het verslag van het voorzitterschap over het Europees werkgelegenheidspact) (doc. 8288/99). Na afloop verklaarde de voorzitster dat zij nota had genomen van de opmerkingen en de suggesties van de delegaties en van de Commissie met het oog op de voorlegging van het memorandum aan de Europese Raad van Keulen op 3 en 4 juni 1999. 4. Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de uitvoering van de maatregelen ter bestrijding van kindersekstoerisme - Mondelinge toelichting door de Commissie De Raad luisterde naar de mondelinge toelichting van de heer PAPOUTSIS over deze mededeling die de Commissie op 26 mei 1999 heeft aangenomen. 5. Besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautair actieprogramma (programma DAPHNE) (2000-2004) betreffende maatregelen ter voorkoming van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen - Gemeenschappelijk standpunt doc. 9127/98 SOC 235 JUSTPEN 75 MIGR 9 5369/99 JUR 27 SOC 18 SAN 7 6228/99 JEUN 9 SAN 22 SOC 65 CODEC 142 8146/99 JEUN 28 SOC 172 SAN 51 CODEC 256 7316/99 CODEC 183 JEUN 19 SOC 121 SAN 38 8270/99 JEUN 29 SOC 177 SAN 62 CODEC 263 8271/99 JEUN 30 SOC 178 SAN 63 CODEC 264 De Raad betuigde zijn instemming met het gemeenschappelijk standpunt betreffende dit besluit; in de tekst in document 8270/99 werden de volgende wijzigingen aangebracht: a) Looptijd van het programma De datum in de titel van het besluit wordt als volgt gewijzigd: "Programma DAPHNE (2000/2003)" Analoog wordt in lid 1 van artikel 1 van het gemeenschappelijk standpunt bepaald: "Een communautair actieprogramma ter bestrijding van geweld tegen kinderen, jongeren en vrouwen wordt vastgesteld voor de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2003". DG J 4
b) Begroting Lid 1 van artikel 3 (Begroting) van het gemeenschappelijk standpunt komt als volgt te luiden: "Het financieel kader voor de tenuitvoerlegging van het vierjarig programma (2000-2003) wordt vastgesteld op 20 miljoen euro". c) Toezicht en evaluatie Lid 2 van artikel 8 (Toezicht en evaluatie) komt als volgt te luiden: "In het tweede programmajaar dient de Commissie een evaluatieverslag in bij het Europees Parlement en de Raad". d) Complementaire acties Deel III van bijlage 2 van het gemeenschappelijk standpunt (Complementaire acties) komt als volgt te luiden: "Bij de uitvoering van het programma kan de Commissie overeenkomstig de artikelen 2 en 5 van het besluit organisaties voor technische bijstand inschakelen die uit het totaalbedrag aan financiële middelen van het programma worden gefinancierd. Onder dezelfde voorwaarden kan zij de hulp van deskundigen inroepen. Verder kan de Commissie seminars, symposia of andere bijeenkomsten van deskundigen organiseren die de uitvoering van het programma kunnen vergemakkelijken en de activiteiten op het gebied van voorlichting, publiciteit en verspreiding ontplooien.". Bovendien diende de Deense delegatie een verklaring voor de Raadsnotulen betreffende de vermelding van het voorkomen van blootstelling aan geweld (artikel 1, lid 2, en bijlage, deel I, punt 2, (3) en deel II, punt 3). Deze verklaring staat in bijlage II van deze ontwerpnotulen. De Commissie legde eveneens een verklaring af die is opgenomen in bijlage III van deze notulen van de Raad betreffende het in artikel 2, lid 2, (Tenuitvoerlegging) van het gemeenschappelijk standpunt bedoelde overleg met de lidstaten. 6. Diversen Onder diversen zijn geen punten besproken. DG J 5
BIJLAGE I Ad punt 2 van de notulen BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD TOT INSTELLING VAN HET COMMUNAUTAIRE PROGRAMMA "JEUGD" VERDELING VAN DE BEGROTINGSMIDDELEN Verklaring van de Commissie "Het comité van het programma zal zich jaarlijks uitspreken over de verdeling van de middelen tussen de acties volgens de in artikel 7, lid 2, van het besluit bedoelde regelingen. De Commissie zal toezien op het evenwicht tussen de acties "Europees vrijwilligerswerk" en "Jeugd voor Europa". In haar voorstel aan het comité zal zij rekening houden met het belang dat de lidstaten hechten aan de actie "Jeugd voor Europa".". BIJLAGE I DG J 6
BIJLAGE II Ad punt 5 van de notulen BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD TOT VASTSTELLING VAN EEN COMMUNAUTAIR ACTIEPROGRAMMA (PROGRAMMA DAPHNE) (2000-2004) BETREFFENDE MAATREGELEN TER VOORKOMING VAN GEWELD TEGEN KINDEREN, JONGEREN EN VROUWEN VERMELDING VAN HET VOORKOMEN VAN DE BLOOTSTELLING AAN GEWELD (ARTIKEL 1, LID 2, EN BIJLAGE, DEEL I, PUNT 2, (3) EN DEEL II, PUNT 3) Verklaring van de Deense delegatie "Denemarken is van oordeel dat het voorkomen van de blootstelling aan geweld de enige vorm van steun aan slachtoffers is die in het kader van de communautaire actie op het gebied van de volksgezondheid kan worden verstrekt." 8757/99 watck/lm NL BIJLAGE II DG J 7
BIJLAGE III Ad punt 5 van de notulen BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD TOT VASTSTELLING VAN EEN COMMUNAUTAIR ACTIEPROGRAMMA (PROGRAMMA DAPHNE) (2000-2004) BETREFFENDE MAATREGELEN TER VOORKOMING VAN GEWELD TEGEN KINDEREN, JONGEREN EN VROUWEN TENUITVOERLEGGING VAN HET PROGRAMMA. OVERLEG TUSSEN DE COMMISSIE EN DE LIDSTATEN (ARTIKEL 2, LID 2) Verklaring van de Commissie "De Commissie is van oordeel dat het overleg met de lidstaten moet plaatsvinden in het kader van het Comité van artikel 5, lid 3, van het besluit. BIJLAGE III DG J 8