Prof. Dr. A. GOSLINGA

Vergelijkbare documenten
Prof. dr. D. H. Th. Vollenhoven

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid

wat is passend? naar aanleiding van Paulus brief aan de Kolossenzen wil ik dat uitwerken voor 4 categorieën vier kringen

Opmerkzaam zijn. Sterrelaansessies - januari inleiding

Ef. 4, 1-6 preek NGKE -HA

Willen sterven. Wie anders dan ik zelf zou het recht hebben om te beslissen over mijn leven? Moment voor religieuze bezinning en waardevol leven

Joh. Jansen. gezamenlijke excursie gemaakt werd, en dat. speciaal onderwerp bezig hielden, weten, hulp

De Vraag Aangaande Feestdagen en Verjaardagen

Prof. Doekes over de kerk (1)

Christelijke spiritualiteit

Prof. Dr. J. Wille april 1881 i6 april 1964

Ruben Mantels, Anne-Laure Van Bruaene, Christophe Verbruggen en Gita Deneckere Fotografie Benn Deceuninck

De Bijbel open op 3 augustus 2013; herhaling van 18 oktober 2008

Ouder worden en de kracht van verhalen. Levensverwachting bij geboorte. Ingesleten opvattingen uit de 19 e eeuw

Ontmoetingskerk Laren NH 1 mei Johannes 14

NIET LANGER VREEMDELINGEN?

Gemeente van Jezus Christus. 1. Hoe durven jullie hier vanmorgen te verschijnen?

Wie ben ik verder als mens en therapeut en wat is mijn visie?

Preek 2 Timotheüs 3: februari 2019 Blijf bij wat je geleerd is

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15

Een nieuw seizoen ( )

GEBEDSWORKSHOPS Werkgroep Gebed CGK / NGK

Typering van het monument: Natuurstenen Heilig Hartbeeld op sokkel, gelegen aan de westzijde van de H. Antonius Abt-kerk.

Plaatsingslijst van brieven van G. Puchinger aan verschillende correspondenten

Karma, Voortzetting en het Edele Achtvoudige Pad

Identiteitsdocument Met de Bijbel op weg de wereld in

Een les wiskunde: hoe Kepler naar de wereld keek (voorbeeldles voortgezet onderwijs)

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Handreiking bij een spirituele zoektocht.

Interview Alexander Fehling over Im Labyrinth des Schweigens

Mét code voor 11 online video s!

GODSDIENSTIG VORMINGSONDERWIJS

Inventaris van het archief van het Gezelschap van Christelijke Historici

Plaatsingslijst van het archief van H. van Riessen

Onderscheiden en bescheiden

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Euthanasie/hulp bij zelfdoding. Hoe gaan we hier mee om?

Tolstoj als pedagoog CAHIER. Waarom Tolstoj onderwijs in aardrijkskunde en geschiedenis overbodig en zelfs schadelijk vond

Proefschrift Girigori.qxp_Layout 1 10/21/15 9:11 PM Page 129 S u m m a r y in Dutch Summary 129

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

Preek Pinksteren 9 juni 2019

Preek Genesis 31:13 17 januari 2016 Bevestiging ambtsdragers

Laat uw Koninkrijk komen en Uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel

Ouderbetrokkenheid: interviewschema

Zondag 13 juli 2014 gelijkenis van de zaaier bij Mattheüs 13 : 1-9, 18-23

1. Allegorische interpretatie. 1. Allegorische interpretatie. 2. Letterlijke interpretatie BIJBELSTUDIE. De eerste Brief van Paulus aan Korinte

Ruimte voor God - thema 1: Eén ding is nodig! Preek over Lukas 10: Gemeente van Christus,

Resultaten en conclusies Israël onderzoek (uitgebreid)

Doel van Bijbelstudie

Plaatsingslijst van de collectie Gemeentecommissie van de Hervormde gemeente te Leiden

Verdeling van de samenvattingen van de hoofdstukken:

Hoe gaan we om met gemeenteleden die ongehuwd samenwonen? (Jongeren, bespreek dit eens met elkaar en met je ouders.)

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

Startzondag 14 september 2014 Vieren en Verbinden

dinsdag 12 februari minuten lezen

5,6. Werkstuk door een scholier 1133 woorden 12 oktober keer beoordeeld. Levensbeschouwing. Inhoudsopgave:

DEEL 1. WERKBOEK 4 Eigenwaarde Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Inhoud: Over de Stichting. Activiteiten en projecten. - Uitgangspunt - Doel - Doelgroep - Financiën - Publiciteit

Klachtenregeling Wetenschappelijke Integriteit Universiteit voor Humanistiek

Een boekje vol gebeden voor de activiteiten van Korps Maassluis 2019/2020. Geschreven door Margreet Punt

De essentie van het leven

VO/BOB 1998/ juli 1998

Onze analyse van Openbaring zal gebaseerd zijn op de volgende structuur:

5,7. Werkstuk door een scholier 1595 woorden 2 juli keer beoordeeld. Levensbeschouwing. Voorwoord.

Bijbelcursus De Brug

Jezus en jij. Eerste Communieproject 53. Jij bent gedoopt

Preek zalig de armen

Deel 1. Opvoedingsproject

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Jacques Philippe. In de school van de. Heilige Geest. Arco Reeks 24 DE BOOG

Waarom we een derde van ons leven missen Nieuwe wegen naar het innerlijke leven. Hoe de wetenschap dromen grijpbaar maakt 24

Cursussen Inschrijven. winterwerk Waarom mee doen? Moet ik lid van de Hervormde gemeente Garderen zijn om mee te mogen doen?

Het oude verhaal. Het oude verhaal

Dr. M. van Staveren. Nog een en ander over Mr. Jonannes Basius.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon Telefax

Werkstuk Levensbeschouwing Boeddhisme

goed voorbeeld doet goed volgen

Hoe leer je Pools? Goede technieken = goed geheugen. Hoe leer je Pools? E-book

VIERENDE GEMEENSCHAP...

Wat stelt Jesaja beslist en wat gebeurt er met de mensen die de Here niet verwachten?

Griekse en Latijnse taal en cultuur. Je wordt een all-round classicus met een brede blik én diepgang.

Vorming en Toerusting. Programma Ontmoeting en verdieping van religie, kunst en cultuur. Het Witte Kerkje Huis ter Heide

- voldoet het manuscript als proeve van bekwaamheid tot het zelfstandig beoefenen van wetenschap;

1. Onderwerp van d e klacht Onjuiste interpretatie van ondeugdelijke meetgegevens. 2. Advies van de voorzitter van de commissie.

de waarnemingsvoorkeur

Eindexamen filosofie vwo I

levensbeschouwelijke identiteit van catent Scholen zijn als bomen Leven niet alleen Zonder grond en wortels Leeft geen school, niet één

De geboden onderhouden, is trouw zijn aan God, maar het is evenzeer trouw zijn aan onszelf, aan onze ware natuur, en aan onze diepe aspiraties.

Praktische opdracht Levensbeschouwing New age

Wilt u meer weten over het christendom in Nederland, protestante en katholieke stromingen, en de mensen die daarin een rol hebben gespeeld?

Een nieuw seizoen ( )

Studierichtingen voor de derde graad

Profilering derde graad

Juist in het openbaar onderwijs

De Bijbel open (07-12)

10 jaar NEGENUURGEBED maandag 9 januari 2017

Openbaring een overzicht. Een overzicht van Openbaring, zoals toegepast in de Bijbelstudies in Christengemeente het Kruispunt, begin van 2010.

Verkondiging God ervaren bij Johannes 3: 1-21 zondag 27 mei 2018, zondag van de drie-eenheid Ds. Dick Snijders

Transcriptie:

Prof. Dr. A. GOSLINGA 26 september 1884-2 februari 1961 In de laatste zeven jaar heeft men tot tweemaal toe in de dagbladen een verslag kunnen lezen van de uiterlij ke levensgang van Prof. Goslinga. Beide verslagen hadden de vorm van een kroniek en zouden wegens hun schematisch karakter kunnen worden gebruikt voor het beschrijven van het leven van tientallen andere hoogleraren, uiteraard met wijziging van bijzonderheden. Kroniek en schema zullen voor dagblad en naslagwerk wel de meest geschikte vormen zijn, maar het ernstige bezwaar is dat ze alleen de uiterlijke feiten geven en het individuele, het eigene, miss chien wel het unieke, waarom het toch eigenlijk te doen is, slechts laten vermoeden. Waarom dit hier nog eens uitdrukkelijk geconstateerd, terwijl het toch aan ieder bekend kan zijn? Om duidelijk in het licht te kunnen stellen dat het wel gemakkelijk is het leven, de grote wetenschappelijke verdiensten van Goslinga te schetsen, maar dat het uiterrnate moeilijk is zijn bijzondere betekenis in concrete termen tot uitdrukking te brengen. De diepe genegenheid en de grote waardering voor de overledene verbieden het bij de kroniek-vorrn te blijven. Men moet mij echter niet verkeerd verstaan, niet menen dat ik eerst na langdurig onderzoek en dan nog met wat goede wil overtuigd ben geraakt van Goslinga's bijzondere betekenis. Integendeel, met het erkennen van Goslinga's grote wetenschappelijke verdiensten, waarover reeds in 1955 Prof. Smitskamp schreef (Trouw, 25 september 1955) heb ik geen enkele moeite. Mijn aporia is van andere aard en zal naar ik hoop in het vervolg duidelijk worden. Goslinga heeft nooit nieuwe theorieen gelanceerd welke door hun oorspronkelijkheid belangstelling trokken of deining veroorzaakten. Maar wel heeft hij het charisma bezeten steeds met degelijk vakmanschap toegepaste wetenschappelijke methoden te vervolmaken. 4J

Enkele voorbeelden mogen ter toelichting dienen..,rie 0 er het levenswerk van Goslinga preekt denkt In de eerste plaats aan de grote Groen-uitgave. Hoeveel geleerden hebben niet met grote zorgvuldigheid bronnen uitgege:en en geannýteerd? En. toch aarzelen we niet de zo juist genoemde uitgave een.unleký. prestatie te noemen; men kan maar moeilijk een juiste voorstelling krijgen van de grondigheid en uiterste nauwkeurigheid waarmee de annotatie is verzorgd. Wat een tijd en in panning moet dit.de bewerker hebben gekost!.zeker, ook anderen hebben zich grote verdiensten verworven voor het uitgeven van de chriftelijke nalatenschap van Groen van Prinsterer, maar het is toch allereerst Goslinga die zijn stempel heeft gedrukt op deze grote onderneming. Immers, dit werk kon alleen maar worden verricht door iemand die een zeer intieme kennis van de negentiende eeuw bezat. Goslinga is voortgekomen uit de "Leidse school", Verdam, Blok en Bussemaker (e. a.) waren zijn leermeesters. Niet onverrneld wil ik laten dat de waardering van Goslinga veel meer uitging naar Bussemaker dan naar Blok. Niet vreemd zal hieraan zijn geweest het feit dat de eerste de werkstukken van zijn studenten niet vluchtig doorlas, doch grondig bestudeerde en tot in bijzonderheden controleerde. Eenzelfde methode paste Goslinga toe op de scripties van zijn studentenl Oppervlakkig gezien heeft Goslinga niets anders gedaan dan de Leidse traditie voortzetten, in werkelijkheid echter heeft hij haar een gewijzigde inhoud gegeven. Ook hier blijkt dat wanneer iets in of onder de hand an Goslinga kwam er in dat iets zo het een en ander veranderde. Wij raken hier echter aan de aporia waarop we boven do elden en waarop we eerst aan het slot terugkomen. Men leest tegenwoordig vaak dat het begrip "feit" in de laatste honderd jaar een rijkere inhoud heeft gekregen en dat volhardend historisch onderzoek niet slechts een onoverzienbare hoeveelheid feiten aan het Licht heeft gebracht, doch tevens het afzonderlijke feit heeft leren zien in zijn gecompliceerdheid en zijn vele nuances. Telkens wanneer ik dit lees gaan mijn gedachten naar Goslinga, naar zijn historische studies als b.v. Dr. Karl Giitzloff en het Nederlandsche Protestantisme in hel midden der vorige eeuw (1941). Hij heeft ons juweeltjes van historisch onderzoek nagelaten en is daarbij zo diep in zijn onderwerpen doorgedrongen dat het niet spoedig zal gelukken door hernieuwd onderzoek tot andere resultaten te komen. In dit verband noem ik Het conflict Groen-van der Brugghe», naar mijn gevoelen de voortreffelijkste vrucht van dit geleerdenleven. Goslinga heeft zelf eens verteld hoe deze studie tot stand is gekomen: reeds lang en diepgaand was hij met het "conflict" bezig geweest en reeds had zijn onder-

zoek een zekere afronding gekregen, to en hem een tijdschriftartikel uit de periode van.ýet "conflict" onder o!?en kwam dat hem aanvankelijk was ontgaan; bij het lezen van het artikel groeide bij hem het inzicht dat hij "zijn" periode nog niet diep genoeg gepeild had en de studie ving opnieuw aan, over hetzelfde onderwerp. Dit typeert de echte historicus hij zal niet rusten voordat hij de historische verschijnselen van binnenlli; heeft leren kennen en daarvoor kan iedere nuance waarde hebben. En zo is Goslinga met heel de geschiedenis, in het bijzonder met de achttiende en negentiende eeuw omgegaan. Vaak worden tegenover elkaar gesteld de historici die bij de afzonderlijke feiten blijven staan en zij die steeds grote lijnen willen zien. Menigeen zal niet aarzelen Goslinga tot de eerste groep te rekenen. Echter ten onrechte, voor hem althans gaat de tegenstelling niet op. Wanneer ik terugdenk aan zijn colleges, dan heb ik daarvan nog een levendig beeld, vervaagd zijn wel de details, maar juist niet de methode, de tendentie, de hoofdlyll. En in zijn historische studies is er wel de bijna ascetische aandacht voor het enkele feit, de afgegrensde periode, maar in het rusteloze verlangen de waarheid uit haar verborgenheid aan het licht te brengen, worden het beperkte feit, de beperkte periode tot een historische verschijnsel van uiterste gecompliceerdheid, waarin een halve eeuw zich voor korte tijd samentrekt; de geestelijke stromingen, de personen in hun den ken en handelen, zij alle worden op hun achtergronden nagegaan. Wie b.v. de geschiedenis van het midden der negentiende eeuw wil begrijpen leze de studie over het conflict Groen-van der Brugghen, want Goslinga heeft in eindeloos geduld jarenlang met haar meegeleefd. u kan ik terugkomen op de aporia. In 1918 werden Goslinga en Van Schelven benoemd aan de Vrije Universiteit, zij waren de eerste hoogleraren die aan deze universiteit de algemene en vaderlandse geschiedenis van Middeleeuwen en Nieuwe Tijd doceerden. Van Schelven heeft het ongeveer vijfentwintig jaar gedaan en Goslinga ruim vijfendertig jaar. Van beiden werd verwacht dat zij de geschiedenis in Christelijke geest zouden beoefenen. Van Schelven heeft, reeds vrij spoedig na zijn opt red en als hoogleraar, over het probleem van een Christelijke geschiedeniswetenschap gepubliceerd. Hierop gaan we in dit artikel uiteraard niet in. Publicaties van die aard hebben we van Goslinga niet. Men zal zeggen, theoretische bezinning op de geschiedenis als zodanig lag hem niet, Ik betwijfel of dat wel juist is. Het is ook mogelijk dat de aanleg tot zulk een bezinning er we! was, maar dat die niet tot ontplooiing is gekomen. Goslinga heeft zelf we! eens, met een 47

zekere spijtigheid, gezegd dat het hem niet gegund is geweest in Leiden een goede wijsgerige scholing te krijgen en dat hem later de gelegenheid heeft ontbroken rut tekort aan te vullen. Doch hoe het ook zij, Goslinga heeft nergens uitvoerig uiteengezet wat naar zijn inzicht wetenschappelijke beoefening van de geschiedenis in Christelijke geest.inhoudt. Moeten wij dat betreuren? M. i. niet, we hebben immers zijn wetenschappelijk oeuvre en dat getuigt op meer directe wijze hoe hij zijn taak heeft opgevat. Men hoort vaak de mening verkondigen dat de Christelijke wetenschap met zo gecompliceerd moet worden gemaakt en dat aan haar met de eis van uitzonderlijke resultaten moetworden gesteld. De taak van de Christengeleerde is geen andere, zo zegt men, dan zijn werk goed te doen. Geeft Goslinga's wetenschappelijke arbeid ons het recht hem in deze zin een christen-historicus te noemen? M. i. zijn er niet voldoende aanwijzingen dat hij met deze wel zeer simpele oplossing genoegen nam. Wij merkten reeds op hoeveel Goslinga verschuldigd was aan de "Leidse school", maar dat hij nochtans eigen weg is gegaan. Bestond die wellicht hierin dat hij andere onderwerpen koos, meer belangste!ling had voor de kerk- en geestelijke geschiedenis? Een bevestigend antwoord op deze vraag is in zijn werk echter niet te vinden. We zouden kunnen doorgaan met vragen in deze trant te stellen, doch het zou we! eens kunnen zijn dat we onze moeilijkheid op deze wijze verkeerd benaderden. Een enkele maal kwam reeds ter sprake hoeveel Goslinga te danken heeft gehad aan de Leidse traditie, doch we voegen er nu aan toe dat hij dieper verbonden IS geweest met een andere traditie, de Christelijke. Het moet ons steeds weer treffen dat in het Christendom alle eeuwen door diepgaande belangstelling heeft bestaan voor de geschiedenis, niet slechts voor de geschiedbeschouwing maar evenzeer voor wat we met een minder mooi woord de feitelijkheid van de geschiedenis noemen. Voor het Christelijk geloof zijn historische feiten van zo wezenlijke betekenis, dat het vanzelfsprekend intense aandacht heeft voor het verleden, ook voor het niet-christelijk verleden. Ve!e ýhriýtene.n iý. ooze tijd staan echter op gespannen voet met alles wat historisch IS; ZIJ zullen wellicht vee! kunnen vertel1en over Goslinga's

unieke verschijning, maar de zin van zijn werk zal hen ontgaan. Wij behoeven ruerover ruet verontrust te zijn. De weg naar de geschiedenis zal worden hervonden en dan zal er voldoende distantie zijn gekomen om de Christelijke klassieken van de twintigste eeuw opnieuw te gaan lezen. M. C. Smit Aerdenhout, 16 december 1961. 49