Green Deal Biodiversiteit+ label

Vergelijkbare documenten
B-140 Green Deal: Groene Gevangenis Veenhuizen: naar een gevangenis voorzien van duurzame energie uit de regio

Green Deal van Sublean Group B.V. met de Rijksoverheid

B-85 Green Deal verduurzamen dierenbeschermingcentra

2 december Nationaal Park, de heer A. Moens. Hierna te noemen: Nationaal Park; Hierna tezamen te noemen: partijen.

Green Deal Elektrisch vervoer

B-96 Green Deal de winst van paardenmest

Green Deal van Essent, Nederlandse Groen Gas Maatschappij, en Friesland Campina met de Rijksoverheid

B-128 Green Deal Biogas van Landgoed De Logt

Hierna tezamen ook genoemd: Partijen; 1 Green Deal

Green Deal van Essent New Energy met de Rijksoverheid

B-088 Green Deal Haalbaarheidsstudie Nationaal Fonds Energiebesparing

B-86 Green Deal Waterhouderij

B-82 Green Deal Friese Waterketen

C-151 Green Deal De Groene Grachten

B-115 Green Deal van Third Paradise/Onze NDSM Energie met de Rijksoverheid

B-121 Green Deal Windplan Wieringermeer

C-148 Green Deal Levende Duurzame Buitenruimtes

B-89 Green Deal Warmte Deventer Keizerslanden

B-134 Green Deal Versnelling Innovatie MKB-bedrijven elektrische mobiliteit

B-142 Green Deal inzameling textiel

CONCEPTversie 8 december

B-130 Green Deal Nijmegen

Green Deal van Amsterdam International Fashion Week met de Rijksoverheid

B-93 Green Deal Naar drie kwart duurzame koffie in Nederland in 2015

B-87 Green Deal duurzame geleiderail

>> Ats het,qaat am duurzaamheid, innovatie en internationaa! Agentschap NL Minisrerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie

C-157 Green Deal Productie Bioplastics uit Groente-, Fruit-, en Tuinafval

C-153 Green Deal Groen Bouwen

B-117 Green Deal van de KvK Noord-Nederland met de Rijksoverheid

B-125 Green Deal Tussen fiets en auto

VERKLARING Green Deal tussen Unie van waterschappen en Rijksoverheid

B-129 Green Deal SEAC

C-179 Energiebesparing door de Energie Prestatie Keuring (EPK): Green Deal EPK Pilot

CONCEPT 2 december 2011

Green Deal. 21 November 2013 Herry Nijhuis (AgentschapNL) Coördinerend manager Green Deals

Green Deal Green Deal tussen Stichting biomimicrynl en partners en de Rijksoverheid

B-122 Green Deal Energieconvenanten 1,2 en 3 op weg naar een energieneutrale regio

Green Deal tussen de Initiatiefgroep Het Landgoedbedrijf en de Rijksoverheid

B-120 Green Deal Stadsverwarming 2.0

Green Deals gesloten voor stimuleren groene economische groei

C-152 Green Deal expertisecentrum financiering duurzame energieprojecten

B-137 Green Deal van Ja Natuurlijk met de Rijksoverheid

Green Deal van The New Motion (Infrastructuur Elektrisch Vervoer) met de Rijksoverheid

B-107 Green Deal Icoonproject recreatiegebieden en natuur Veluwe

C-167 Green Deal Groene Daken

Datum 18 december 2014 Betreft Aansluiting vergroening GLB en agrarisch natuur- en landschapsbeheer

Green Deal van Netbeheer Nederland met de Rijksoverheid

Green Deal Producerend Landschap tussen Staatsbosbeheer, LTO en Rijksoverheid

Green Deal Fiets in het woon-werkverkeer IenM/BSK-21012/218472

C-165 Green Deal Trias onderzoeksboring Westland

Green Deal van Provincie Gelderland met de Rijksoverheid

C-168 Green Deal Cirkelstad

Green Deal C-227 SEA RANGER SERVICE

Green Deal van Strawberry Earth met de Rijksoverheid

Green Deal Vogelwerende Teelt Olifantsgras in de omgeving Schiphol

Conferentie Boeren bedrijven biodiversiteit

Green Deal Materialen voor Energietoepassingen

B-139 Green Deal Het Pad

Green Deal Dutch Windwheel

Green Deal. Samen ondernemen in landbouw en natuur van Het Groene Woud en Kempen-Meierij

Platform Biodiversiteit, Ecosystemen en Economie

Green Deal van Tata Steel IJmuiden BV met de Rijksoverheid

B-133 Green Deal Efficiënte Elektrische Aandrijfsystemen in de industrie (EEA)

Green Deal van coalitie Jaap Eden IJsbanen met de Rijksoverheid

Regeling samenwerking voor innovaties op lokaal niveau 2016

De Europese lidstaten in het kader van de Lissabon-afspraken de EU tot de meest innovatieve economie ter wereld willen maken;

Intentieverklaring biomassa uit bos, natuur, landschap en de houtketen

B-135 Green Deal duurzame mobiliteit provincie Utrecht

Inhoud. 1. Biodiversiteit, waar denk je aan. 4 Гÿ0Ĥ. Achtergronden Biodiversiteit / ecosysteemdiensten. Situatie Hoeksche Waard

upspiral randerij -

Een visie op de toekomstige landbouw in Nederland

Gebiedsprogramma Dit document geeft schematisch de hoofdlijnen weer van het Gebiedsprogramma

LNV pilots Toekomstbestendige landbouw in het nieuwe GLB

Alles van waarde is weerloos over landschap, herijking EHS groen blauwe diensten

Green Deal van Provincie Overijssel met de Rijksoverheid

C-162 Green Deal CO2-emissiefactoren en CO2-berekeningsinstrumenten

2017D25309 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Aanbeveling 6: Stimuleer behoud en herstel biodiversiteit in eigen land

De Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 11 februari 2019 Betreft Reactie Deltaplan Biodiversiteitsherstel

de context Regionale transitie in een waterrijk landschap

GREEN DEAL Circulair Inkopen: meer waarde voor de hele keten

Brussel op afstand? Tegen deze achtergrond is het doel van deze studie is om:

DUURZAAM BODEMBEHEER IN DE LANDBOUW

KRIMP INLEIDING. voor de welvaart. Bevolking -1,2% Banen -4% In 2012 hebben het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de provincie Zuid-Holland

Visie op bodemvruchtbaarheid vanuit de landbouwsector. Themadag Nederlandse Bodemkundige Vereniging Vrijdag 8 november 2013 Mark Heijmans

Vergroening en verduurzamen landbouw

Houtskoolschets Asten april 2017

PROVINCIE FLEVOLAND. 1 8 JULI 2018 Onderwerp. Provinciale Staten van Flevoland D.t.v. de griffie mevrouw A. Kost INTERN

Meer grip op klimaatbeleid

Gelet op artikel 1.3 en paragraaf 7 van de Verordening POP3 subsidies provincie Gelderland

Convenant Bereikbaar Haaglanden en Rijnland

Voedsel. 13 juni 2019, Pieter Rijzebol.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Twentse landbouw in nieuw krachtenveld. Gerko Hopster &JurgenNeimeijer

De transitie van stad en platteland Een nieuwe koers

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

C-180 Green Deal afvalreductie en -recycling op treinstations en in treinen

Mineral Valley Twente: Toonaangevend voor bodem en mestverwerking

C-164 Green Deal Groene Gewasbeschermingsmiddelen

Triple-O aanpak: leren van het Bioscience Park. Julian Starink Directie Duurzaamheid Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Transcriptie:

Green Deal Biodiversiteit+ label Een nieuw verdienmodel voor (agro)biodiversiteit Green Deal tussen Kruidenier Groep BV en de Rijksoverheid Ondergetekenden: 1. De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, ieder handelende in haar of zijn hoedanigheid van bestuursorgaan, tezamen hierna te noemen: Rijksoverheid; 2. Kruidenier Groep BV, gevestigd te (3087 AE) Rotterdam, aan het adres Sluisjesdijk 111, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door Christy Kool-Holman, hierna te noemen: Kruidenier; Hierna tezamen ook genoemd: Partijen. Algemene Overwegingen: 1. Het kabinet beoogt een Green Deal met de samenleving, die bijdraagt aan verduurzaming van de maatschappij op korte en langere termijn en die lonend is voor overheid en maatschappij. Doel van de Green Deal is laten zien dat groen en groei hand in hand gaan. 2. Partijen zien publiekprivate samenwerking als de beste manier om verduurzaming van onze economie te versnellen en hier ook economisch van te profiteren. Deze unieke gezamenlijke aanpak is in Nederland op andere terreinen zeer succesvol en de Green Deal zal hierop voortbouwen. Creativiteit, ondernemerschap en innovatie zijn onmisbaar om deze verduurzaming mogelijk te maken. 3. Bij de Green Deal gaat het om concrete duurzame initiatieven, waarbij barrières verdwijnen, innovaties ontwikkeld, gefinancierd en toegepast worden en duurzame kansen worden benut. In de praktijk loopt de maatschappij tegen belemmeringen aan die in de weg staan aan initiatieven die leiden tot een verdere verduurzaming. 4. In de Green Deal willen partijen concrete afspraken maken die deze belemmeringen wegnemen, zodat de initiatieven die anders moeilijk van de grond komen ruim baan krijgen. Deze initiatieven kunnen vervolgens ook als voorbeeldfunctie dienen voor andere partijen en daarmee de totale markt in beweging zetten. 5. De voor de Green Deal geïnventariseerde projecten van initiatiefnemers zijn door het wegnemen van de beschreven belemmeringen potentieel succesvol, kunnen op korte termijn resultaten opleveren en kunnen uitmonden in nieuwe economische activiteiten of kostenbesparingen op korte of langere termijn voor het bedrijfsleven. De resultaten van een Green Deal kunnen daarna toepasselijk zijn op andere, vergelijkbare projecten, waardoor de reikwijdte van de Green Deal kan worden vergroot zonder dat daar specifieke ondersteuning vanuit de rijksoverheid tegenover staat. 6. Het advies van de Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijk Hulpbronnen vraagt specifiek aandacht voor groene groei in relatie tot behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit. 7. De Green Deals Biodiversiteit zijn concrete initiatieven die zowel een sterke relatie hebben met biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen als betrekking hebben op één van de thema s uit de duurzaamheidsagenda, te weten: grondstof-en productketens, water- en landgebruik, voedsel, mobiliteit, klimaat en energie. 8. Deze Green Deal geeft invulling aan het advies van de Taskforce Biodiversiteit en Natuurlijke Hulpbronnen, met name op het punt van duurzame productie en consumptie en de ontwikkeling van nieuwe verdienmodellen (economische instrumenten). 1 Green Deal

Specifieke overwegingen: - De Rijksoverheid heeft de afgelopen jaren ingezet op een transitie van de landbouw. Het streefbeeld van de Rijksoverheid is een duurzame, concurrerende en maatschappelijk verantwoorde landbouw. De kwaliteit van het agrarische product, het productieproces en de kwaliteit van de productieomgeving zijn in dit streefbeeld in balans gebracht. Functionele agrobiodiversiteit (FAB) kan hier een prominente rol in spelen. Aan de genoemde transitie van de landbouw wordt langs vier sporen gewerkt, waarbij het stimuleren van pilots en het wegnemen van belemmeringen (financiering en vermaatschappelijking) het meest relevant zijn voor onderliggend initiatief. - In toenemende mate wordt erkend dat het agrarisch bedrijfsleven een belangrijke bijdrage kan leveren aan het behoud en herstel van biodiversiteit, onder andere door met gewijzigde productiemethoden negatieve impacts substantieel te reduceren of zelfs positieve impacts te realiseren. De Green Deal Biodiversiteit+ label richt zich daarom op de link tussen agrarische productie en biodiversiteit, en de mogelijkheid om met gerichte maatregelen een impuls te geven aan biodiversiteit in landbouwgebied. - Tot op heden wordt de financiële beloning voor groen gedrag van agrariërs voornamelijk gedragen door de overheid in de vorm van een vergoeding voor groene en blauwe diensten. Marktgerelateerde mechanismen kunnen gewenste maatregelen ter ondersteuning van het behoud en herstel van biodiversiteit een belangrijke extra impuls geven. Het Biodiversiteit+ label vormt een dergelijk marktmechanisme, dat bovendien past in vigerend overheidsbeleid dat zoekt naar innovatieve manieren om het bedrijfsleven te betrekken bij het behalen van gestelde biodiversiteitsdoelstellingen, alsmede het behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit. Ook sluit het aan op de wens die leeft op zowel Nederlands als Europees niveau om agrariërs een grotere rol te laten spelen bij natuurbeheer. - Kruidenier, groothandel in levensmiddelen (de 3e qua omvang in Nederland, de grootste in verse levensmiddelen), is een voorloper van het verduurzamen van haar assortiment. Zij wil in samenwerking met haar ketenpartners (inclusief pilot agrariërs) en derde partijen (waaronder CREM BV (CREM), Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) en Stichting Milieukeur (SMK)) menskracht en middelen investeren in de ontwikkeling van een Biodiversiteit+ label dat ruimte creëert voor een gerichte beloning aan toeleverende agrariërs die specifieke aandacht aan biodiversiteitsversterkende maatregelen besteden. - Voor het kunnen certificeren van landbouwproducten met een Biodiversiteit+ label zal geen nieuwe organisatie worden opgetuigd. Het is de bedoeling dat SMK na ontwikkeling het systeem gaat beheren, waarbij de kosten hiervoor worden betaald door marktpartijen. Het Biodiversiteit+ label zal na ontwikkeling op deze wijze voor alle marktpartijen toegankelijk zijn. De verwachting is dat de eerste gecertificeerde producten vanaf de oogst in 2013 op de markt kunnen worden gebracht. - De Rijksoverheid heeft: 1. beleid en doelstellingen op het gebied van (functionele) (agro)biodiversiteit en op andere gebieden die kunnen profiteren van functionele (agro)biodiversiteit: waterberging, klimaatadaptatie, natuurbehoud en landschapsherstel; 2. economische en agronomische expertise die de Green Deal kunnen helpen realiseren; 3. de mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de internationale (voornamelijk Europese) kaders voor (functionele) (agro)biodiversiteit, met name bij de vormgeving van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2014-2020; 4. de mogelijkheid om publiciteit te creëren voor het ontwikkelde mechanisme c.q. gecertificeerde producten. 2 Green Deal

- Het is dan ook belangrijk dat de Rijksoverheid bij uitvoering van de Green Deal actief betrokken zal zijn door haar kennis in te zetten en bundeling van de krachten te bevorderen. - Een ander belangrijke publieke actor is de provincie, die in toenemende mate de regierol vervult waar het gaat om landgebruik, natuur, water, milieu en klimaat, en regionale economie. Betrokkenheid vanuit de provincies is in deze van belang. De Green Deal tussen Partijen bestaat uit de volgende afspraken: Green deal Initiatief Bij het vormgeven van deze Green Deal is een aantal uitgangspunten belangrijk geweest: - De markt heeft een geaccrediteerd en gewaarborgd instrument nodig om de bijdrage die het productieproces levert aan biodiversiteit hard te maken (de biodiversiteitsprestaties van ondernemers transparant te maken) en te kunnen garanderen aan afnemers. - Naast het realiseren van natuurwinst (biodiversiteit als doel) wordt ook het veiligstellen en het innovatieve gebruik van ecosysteemdiensten (biodiversiteit als middel) beoogd, waardoor slimmere agrarische productie bijdraagt aan belangrijke maatschappelijke doelen, zoals het sluiten van nutriëntenkringlopen, waterberging en waterkwaliteit. Het behoud van ecosysteemdiensten is door de Europese Unie als speerpunt van de strategie voor het EU-biodiversiteitsbeleid voor de periode van 2011-2020 aangemerkt. - Ecosysteemdiensten zijn veel effectiever als ze in onderlinge afstemming en samenhang binnen een regio worden geleverd. Hierbij kan worden aangesloten op de ervaring en werkwijze van de vier pilots Gemeenschappelijk Landbouwbeleid waarbij agrarische natuurverenigingen de collectieve verantwoordelijkheid krijgen om in hun werkgebied een impuls te geven aan ecologie, biodiversiteit en landschap. - Een goede agrariër is niet vanzelfsprekend een goede natuurbeheerder of producent van ecosysteemdiensten. Hij zal ondersteuning en training nodig hebben om gerichte maatregelen dusdanig te implementeren dat er inderdaad een positieve spin-off voor biodiversiteit ontstaat. Partijen spreken het volgende met elkaar af: Prestatie Kruidenier: Tegen de achtergrond van genoemde uitgangspunten en de marktvraag vanuit Kruidenier bestaat de ontwikkeling van dit marktmechanisme door Kruidenier en haar partners uit vijf onderdelen: 1. Het ontwikkelen van criteria op basis waarvan een landbouwproduct kan worden beschouwd en gecertificeerd als Biodiversiteit+. Het is de bedoeling om het Biodiversiteit+ label als een aparte module binnen het certificaatschema Milieukeur op te nemen, waarop deelnemers kunnen scoren om zich te onderscheiden (de deelnemer moet minimaal aan de huidige Milieukeurcriteria (gaan) voldoen voordat hij het Biodiversiteit+ label kan halen1). Criteria dienen te worden ontwikkeld op basis waarvan landbouwproducten gecertificeerd kunnen worden als Biodiversiteit+, zoals criteria gerelateerd aan bepaalde teeltmethoden, zeldzame (huisdier)rassen/soorten, specifieke bermgroei, natuurplannen, het veiligstellen en benutten van ecosysteemdiensten, en watermanagement. Bij het formuleren van deze criteria zal gebruik worden gemaakt van bestaande kennis en ervaring eerder opgedaan in een aantal relevante agrobiodiversiteitsprojecten, zoals het project Functionele Agrobiodiversiteit (FAB) van Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO) en de Ministers van Economische 1 De achterliggende reden is dat niet wordt gestreefd naar een one issue label; anders wordt het label erg kwetsbaar. Het streven is om een Biodiversiteit+ label alleen te verlenen aan bedrijven die bij de voorlopers op het gebied van duurzaamheid horen. 3 Green Deal

Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I), en Infrastructuur en Milieu (IenM) in de Hoekse Waard, en pilots Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Ook zal worden samengewerkt met maatschappelijke organisaties die pro-actief willen meedenken en hun expertise willen inbrengen, zoals Vogelbescherming Nederland die veel ervaring heeft met weidevogelboeren. Het streven is om agrariërs een pakket aan optionele, controleerbare biodiversiteitsmaatregelen voor te leggen waarop zij punten kunnen scoren. Zij verkrijgen het certificaat als zij een minimum aantal punten hebben behaald. In samenwerking met SMK zal worden gekeken hoe de criteria voor Biodiversiteit+ geïntegreerd kunnen worden in reeds bestaande Milieukeur certificeringsschema s. 2. Het testen van criteria in de praktijk met agrariërs. De ontwikkelde criteria voor Biodiversiteit+ zullen in samenwerking met de provincies worden getest in de praktijk. De provincie Zuid-Holland is voornemens hier als een van de eersten aan mee te doen. De bedoeling is om pilots te realiseren voor elk type agrarische activiteit waarvoor de module zal worden ontwikkeld (zoals open teelt en veehouderij). Pilot-agrariërs zullen afkomstig zijn uit de handelsketens van Kruidenier, de achterban van NAJK, het netwerk van SMK en/of het landelijk netwerk weidevogelboeren van Vogelbescherming Nederland. 3. Het opzetten van een terugverdienmodel om agrariërs te belonen c.q. gemaakte kosten te vergoeden voor hun bijdrage aan behoud en duurzaam gebruik van biodiversiteit. Kruidenier start een onderzoek dat ideeën moet genereren voor een kostenverevening en (terug)verdienmodel om het marktmechanisme in de praktijk te brengen. Over dit terugverdienmodel zal onderhandeld moeten worden in gesprekken tussen enerzijds de agrariërs en anderzijds marktpartijen. Ook hier zal gebruik worden gemaakt van reeds eerder opgedane ervaringen met onder andere het FAB-project (Functionele Agrobiodiversiteit). Dit marktmechanisme sluit goed aan bij het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (2014-2020) waar een deel van de inkomenssubsidie wordt gekoppeld aan ecologisch beheer van landbouwgrond. Toelichting: Door Biodiversiteit+ producten te produceren, leveren agrariërs een positieve bijdrage aan biodiversiteit en ecosysteemdiensten. Omdat de agrariër hiermee een publieke dienst levert, is een adequate beloning mede vanuit de markt op zijn plaats, temeer daar een gewijzigde productiewijze tot hogere productiekosten en/of lagere opbrengsten kan leiden. Maatschappelijke baten zijn bijvoorbeeld: een betere waterberging en bodemvruchtbaarheid door een beter beheerde bodem, een bloemrijke akkerrand voor het bevorderen van bestuiving door bijen, en de inzet van natuurlijke vijanden tegen (bijvoorbeeld) luis met als doel het reduceren van de inzet van chemische bestrijdingsmiddelen. Groenblauwe dooradering van het agrarisch landschap is aantrekkelijk voor recreatie, belangrijk voor adaptatie aan klimaatverandering en vormt kleinschalige verbindingszones tussen natuurgebieden. Deze maatschappelijke baten worden vaak nog niet vertaald in een financiële baat voor de agrariër die de diensten levert. 4. Het ontwikkelen van een marketingstrategie om Biodiversiteit+ gecertificeerde landbouwproducten in de markt te zetten. Kruidenier is voornemens om Biodiversiteit+ producten als een onderscheidend (Milieukeur)product in de markt te zetten. Het thema biodiversiteit is voor veel afnemers echter een nog onbekend begrip. Voorkomen moet worden dat verwarring ontstaat over enerzijds biologische producten en anderzijds Biodiversiteit+ producten. In de communicatie rondom de producten zal hierover duidelijk uitleg worden gegeven: wat is het, waarom is het belangrijk, etc. Daarbij kunnen marktpartijen meer aandacht geven aan de agrariër zelf. Het persoonlijke, het regionale en het ambachtelijke zijn aspecten die momenteel goed bij afnemers aanslaan en in de communicatie rondom Biodiversiteit+ producten kan hierop worden aangesloten. 5. Het ontwikkelen van een training voor agrariërs. Een training voor agrariërs op het gebied van biodiversiteit zal worden ontwikkeld en uitgevoerd. Onderzocht moet worden 4 Green Deal

wat de belangrijkste punten zijn waarop de agrariërs kennisondersteuning behoeven en hoe synergie kan worden gevonden: een positief resultaat voor de agrariër en een positief resultaat voor biodiversiteit. Op basis van de bevindingen wordt een training ontwikkeld die wordt doorlopen met de pilot agrariërs. Tijdens de training zullen agrariërs ook worden aangesproken op creatief ondernemerschap: hoe om te gaan, bijvoorbeeld, met verbreding en beleidsopgaven zoals vernatting? Door gebruik te maken van de vele voorlopers onder agrariërs (onder andere uit het project Functionele Agrobiodiversiteit en het bredere SPADE programma van LTO) wordt het een training voor agrariërs door agrariërs. Tegenprestatie Rijksoverheid: 1. Inzet van kennis over beleid en doelstellingen op het vlak van (functionele) (agro)biodiversiteit en op andere gebieden die kunnen profiteren van (functionele) (agro)biodiversiteit: waterberging, klimaatadaptatie, natuurbehoud en landschapsherstel. Kennisinput op dit gebied van de ministeries van EL&I en IenM en vanuit provincies is onontbeerlijk om het maatschappelijk belang te kunnen dienen met deze Green Deal en ervoor te zorgen dat de kernpunten van het (agro)biodiversiteitsbeleid in het Biodiversiteit+ label worden geadresseerd. Daarnaast is het belangrijk dat resultaten uit de politieke discussies over de invulling en het beheer van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en overige natuurgebieden en de rol van agrarisch natuurbeheer in dit verband worden meegenomen bij de ontwikkeling van het markmechanisme om te kijken of en hoe biodiversiteitsvriendelijke agrarische productie in deze gebieden kan worden opgetuigd/gestimuleerd (eventueel in samenwerking met pilot agrariërs). De overheid zou bijvoorbeeld kunnen overwegen beleid te ontwikkelen dat agrariërs met het Biodiversiteit+ label voorrang geeft (of dat het label zelfs wordt geëist) bij het bewerken en beheren van natuurgebieden. Binnen de herijkte EHS ligt het beleid op dit vlak vanaf 2012 bij de individuele provincies. Het agrarisch natuurbeheer buiten de herijkte EHS blijft het beleid van het Rijk (EL&I). 2. Ter beschikking stellen van bestaande economische en agronomische expertise die de Green Deal kunnen helpen realiseren en bevorderen. Bij elk van de genoemde onderdelen van deze Green Deal kunnen economische en agronomische kennis, oplossingskracht en menskracht die bij de Rijksoverheid beschikbaar zijn, helpen de te ondernemen activiteiten beter uit te voeren. Aangezien samenwerking tussen en bundeling van krachten van partijen pijlers zijn van deze Green Deal, spreekt de Rijksoverheid de intentie uit deze Green Deal optimaal te ondersteunen, onder andere via het beschikbaar stellen van bestaande kennis en eerder opgedane ervaring uit relevante projecten en programma s zoals FAB. De Rijksoverheid spant zich verder in om deze Green Deal onderdeel te laten zijn van het innovatiecontract AgroFood. 3. Uitoefenen van invloed op de internationale (voornamelijk Europese) kaders voor (functionele) (agro)biodiversiteit, met name bij de vormgeving van het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 2014-2020, en bevorderen van samenwerking en bundeling van krachten bij toepassing van de regels in de Nederlandse praktijk. De Rijksoverheid zal zich sterk maken dat in het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid substantieel ruimte wordt gegeven aan onder meer (functionele) (agro)biodiversiteit. Bij de toepassing van de regels in de Nederlandse praktijk zet de Rijksoverheid zich in, samen met betrokken provincies, om het op basis van deze Green Deal ontwikkelde nieuwe verdienmodel voor (agro)biodiversiteit te faciliteren. Daar waar (agro)biodiversiteit effectiever wordt gerealiseerd door samenhangende maatregelen op gebiedsniveau zal de rijksoverheid zich sterk maken voor een collectieve aanpak. 4. Creëren van publiciteit voor het ontwikkelde marktmechanisme c.q. Biodiversiteit+ gecertificeerde producten. De (Rijks)overheid zal in haar eigen uit te geven bulletins aandacht schenken aan het Biodiversiteit+ label, zodra dit is ontwikkeld. De verwachting 5 Green Deal

is dat de eerste gecertificeerde producten vanaf de oogst in 2013 op de markt worden gebracht. De Minister van EL&I zal het eerste gecertificeerde product in ontvangst nemen. Slotbepalingen Deze Green Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening en geldt voor de periode 2011 tot 2015. Alle in deze Green Deal genoemde afspraken worden zo snel mogelijk ter hand genomen. Partijen komen overeen dat de Green Deal afspraken niet in rechte afdwingbaar zijn. Deze Green Deal zal samen met andere afgesloten Green Deals openbaar worden gemaakt, waardoor andere partijen kennis kunnen nemen van de gesloten Green Deals, zodat navolging van deze Deals kan worden bevorderd. Getekend te s-gravenhage op De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Drs. M.J.M. Verhagen Namens Kruidenier Groep BV Christy Kool-Holman 6 Green Deal