03. Ingekomen en verzonden stukken Er zijn geen vragen of opmerkingen met betrekking tot het overzicht van ingekomen en verzonden stukken.

Vergelijkbare documenten
Veiligheidsbureau VRHM, Peter Kessels Voorstel t.b.v. Algemeen Bestuur Datum: 30 juni Informatief H. Meijer (VD) - Datum: -

Convenant programma Geo

Convenant project Informatieveiligheid

Convenant project Informatieveiligheid

1. Samenvatting voorstel Op 8 juni 2018 vonden de vergaderingen van het Veiligheidsberaad en het Algemeen Bestuur IFV plaats.

Met inachtneming van de gemaakte opmerkingen stelt de voorzitter het verslag van 27 mei 2016 vast.

Verbindende schakel in rampenbestrijding

Algemeen bestuur Veiligheidsregio Groningen

Voortgangsbericht projectopdrachten en voortgang Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio's

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg

Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 8 februari 2019

Informatienotitie Veiligheidsregio Hollands Midden. Veiligheid Publieke Taak Opgesteld door: R. Bitter (BGC) H. Lenferink (DB)

Opvolging aanbevelingen (peilmoment augustus 2015)

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG


Programma kennissessie LMO

herijkingsonderzoek BDuR en het meerjarenperspectief. Omschrijving

de heer P.I. Broertjes, de heer P.G.A. Noordanus, de heer A.A.M. Brok, de heer P.E.J. den Oudsten, de heer P.M. Bruinooge, mevrouw Penn-Te Strake

Notitie inzet NL-Alert

Programma Transport en veiligheid Zuid-Holland

Verslag. Uitnodiging aan. Algemeen Bestuur. Persoon Dienst / Afdeling Aanwezig. Zie presentielijst ROC

Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 16 november 2018

Veiligheidsregio Utrecht lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll. Ministerie van Veiligheid en Justitie

Presterend Vermogen. Veiligheidsregio. September 2016 Project K&V Tijs van Lieshout

VERSLAG RUD UTRECHT 2.0

Strategische agenda Veiligheidsberaad

STAPPENPLAN IMPLEMENTATIE WATERRAND

Overzicht inkomende en uitgaande stukken

Groningen. Samenhang. Samenwerking. Operationele prestaties. Kwaliteit

Dekkingsplan 2012 BRANDWEER BRABANT-NOORD. Presentatie: algemene toelichting

Genodigde(n): mevrouw A. Raaphorst (VenJ), mevrouw J.M. Wilkinson (LMO).

VOORSTEL VOOR HET AB. Datum AB vergadering: 21 maart Agendapunt: 3. Portefeuillehouder: De heer Wolfsen. Onderwerp: Ingekomen stukken

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

AGENDAPUNT /08

Governance Artikel 23a Politiewet 2012 Artikel 35 lid 3 en lid 4 Wet veiligheidsregio s

Agendapunt 7 Onderwerp. consultatie LMO Datum 12 mei 2015 Aan Van Telefoon adres. Algemeen bestuur VRGZ Dagelijks bestuur.

Datum 28 november 2012 Onderwerp Handreiking registratie afwijkingen en motivatie

Kennisprogramma Bevolkingszorg

Verkenning fusie veiligheidsregio s Flevoland & Gooi en Vechtstreek. Informatiebijeenkomst Flevoland & Gooi en Vechtstreek 30 november 2017

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Verslag AB Veiligheidsberaad d.d. 28 november 2014

Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen veiligheidsregio s, politie en Openbaar Ministerie in Oost-Nederland

Toestemming tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Brabant-Noord

Raadsvoorstel. Aan de raad,

Vergelijk kostenniveau per veiligheidsregio t.o.v. de Cebeon-norm. Informatief H. Meijer (VD) - Datum: -

Raadsmededeling - Openbaar

Deelsessie Wetgeving en Governance

Een kinderbeschermingsmaatregel?

Toelichting Independer.nl Award Beste Hypotheekkantoor 2011

Bestuurlijke Eindrapportage. Project Kwaliteit en Vergelijkbaarheid

Betere besluitvorming bij crisis en ramp door betere informatiepositie

2015-WB-36 Burgemeesterbrief

Q&A Wetgeving en Governance

Nr.: Renswoude, 31 maart 2015 Behandeld door: J. van Dijk Onderwerp: (concept) Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht 2014

Veiligheidsregio s. Balans per 1 juli 2006

Evaluatie Wet veiligheidsregio's (2135): projectbeschrijving

Voorstel raad en raadsbesluit

mêê^w9êêsěľb^ėě Brandweer

AGENDAPUNT /03

Bijlage 4a bij circulaire

Verslag van het 1 e Regio Zuid management overleg.

Stand van zaken Implementatie standaarden en voorzieningen

Notulen van de openbare commissievergadering ABM

Bovenregionale Samenwerking. Eindrapport uitwerkingsfase Eenheid in verscheidenheid

BESLUITENLIJST Dagelijks Bestuur d.d. 2 oktober Er zijn geen mededelingen

Bovenlokale samenwerking transitie jeugdzorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 november 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Onderwerp Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht

Addendum Beleidsplan Bestuursvisie op fysieke veiligheid in Zeeland

Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Hollands Midden d.d. 12 november 2009 Agendapunt BG.2A Onderdeel AB Regionale Brandweer en GHOR Titel

Verslag Ledenraad UNIE KBO

CONVENANT BESTUURLIJKE EN OPERATIONELE COÖRDINATIE DIJKRINGEN 14, 15 EN 44

Datum 5 september 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de afname van het aantal duikteams bij de brandweer

Als wij nu de systemen dicht zetten, waar zeg ik dan ja tegen?

Samenwerking door veiligheidsregio's

Nummer : 2009/64 Datum : 1 oktober 2009 : Convenant Veiligheidsregio Zeeland en vorming één Brandweer Zeeland

Factsheet project Versterking bevolkingszorg tbv organisatie interregionale bijeenkomsten

Notitie Inrichting archiefbeheer en informatievoorziening bij de RUDs Welke afspraken te maken tussen de RUD en de deelnemers?

BESLUITENLIJST Dagelijks Bestuur d.d. 16 april Vastgesteld

De Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid

Bovenregionaal Gewondenspreidingsplan. voor de regio s Noord-Holland en Flevoland

VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEsT-BRAANT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Overzicht inkomende en uitgaande stukken

Een goed netwerk is cruciaal

Inspectiebericht. Rampenbestrijding en Crisisbeheersing

dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan.

Bundel van de Bestuurscommissie Veiligheid, reguliere vergadering. van 9 juni 2017

Mededelingen omtrent aan- en afwezigheid of vervanging staan vermeld op het bijgaande presentieoverzicht.

Programma doorontwikkeling veiligheidshuizen. Informatiemanagement en privacy 21 november 2011

3. Ingekomen en uitgaande stukken Er zijn geen vragen of opmerkingen met betrekking tot het overzicht van ingekomen en uitgaande stukken.

Bijlage 4 Begroting 2016 Veiligheidsregio Noord-Holland Noord

Begeleidende samenvatting en advies behorende bij de. Concept Rapportage Regionaal Risicoprofiel

Begroting Veilig Thuis. 6 maart 2018

Datum: Adviserend

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Aanpassingen vergaderstructuur. Voorstel. Inleiding. Toelichting vergaderstructuur

Besluitformulier Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland

Afwezig: De heer N.M.C. Alsembeest - Gemeente Alkmaar (bestuurslid) De heer E.J. Brommet - Gemeente Harenkarspel (bestuurslid)

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

Transcriptie:

Vergadering: Veiligheidsberaad (VB) Locatie & datum: Veenendaal, 16 december 2016 Algemeen 01. Opening, mededelingen en vaststelling agenda De voorzitter de heer Bruls opent de vergadering, verwelkomt alle aanwezigen en dankt voor het in hem gestelde vertrouwen tijdens de voorzittersverkiezing op 7 oktober jl. De voorzitter meldt dat het onderzoek Doorlichting Veiligheidsberaad inmiddels is gestart. Met de voorzitters VR en ambtelijk betrokkenen zijn interviewafspraken gemaakt. Op 17 maart a.s. zullen de heren Hoekstra en Eenhoorn hun bevindingen delen met de leden van het Veiligheidsberaad (VB). Er wordt dan niet meteen een kant-en-klaar rapport opgeleverd, dit volgt na de gedachtewisseling in het VB. Mededelingen omtrent aan- en afwezigheid zijn verwerkt in de presentielijst die deel uitmaakt van dit verslag. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 02. Vaststelling verslag 7 oktober 2016 (vergadering VB) Er zijn geen vragen of opmerkingen en de voorzitter stelt het verslag van 7 oktober 2016 ongewijzigd vast. 03. Ingekomen en verzonden stukken Er zijn geen vragen of opmerkingen met betrekking tot het overzicht van ingekomen en verzonden stukken. 04. Nieuws en actualiteiten Er zijn geen vragen of opmerkingen met betrekking tot het overzicht van actualiteiten en mededelingen. Thematische verdieping 05. Crisis in de vitale infrastructuur - procesbegeleider de heer Wouter Jong Interregionale coördinatie De voorzitter geeft aan dat de themasessie tot doel heeft om bestuurlijke lessen en dilemma's inzichtelijk te maken die spelen bij de samenwerking rond crisissituaties. Het uitwisselen van inzichten, ervaringen en lessen door voorzitters van veiligheidsregio's draagt bij aan de kennis van en visie op de bestuurlijke rol bij vitale crises. Daarnaast vormt dit debat, ten aanzien van interregionale coördinatie, input voor de reactie van het VB aan de minister van VenJ op het rapport Stroomstoring Noord-Holland. 1/7

Als opmaat voor het debat stipt de heer Jong de volgende aspecten aan tijdens een korte inleiding: Bij het uitvallen van een vitaal systeem (bv. elektriciteit) is de impact niet altijd direct helder, zowel voor de VR's als voor de vitale partner(s). De VR's zijn afhankelijk van netwerkpartijen die vaak zelf eerst goede informatie moeten verzamelen; in die fase kan er snel ruis op de communicatielijnen ontstaan. Bij het herstellen van vitale infrastructuur kan het voorkomen dat, vanwege technische kwesties of prioriteiten, het herstel anders verloopt dan men verwacht. Bij uitval van elektriciteit wordt al snel de (onderlinge) communicatie getroffen; na amper 45 minuten wordt de werking van (gsm-)zendmasten onbetrouwbaar. De positie van het regionale bestuur is vooral hierin gelegen om, in de rol van 'lobbyist', te zorgen voor heldere prioriteitstelling en om druk te zetten op het komen tot oplossingen. Bij uitval van vitale infrastructuur moet er veel gedaan worden, maar dit betekent niet dat er daarom (ook) sprake is van een bestuurlijke crisis; opschaling daarom eerst terdege afwegen. Bij bovenregionale crises is het van groot belang dat er unisono wordt gecommuniceerd in de richting van de burgers; bij voorkeur één communicatielijn met de vitale partner(s). Vanuit de vergadering komen de volgende opmerkingen en reacties: Geen nieuwe structuur bedenken; er wordt een heldere structuur aangegeven in het rapport Eenheid in verscheidenheid; kennelijk heeft de Inspectie daar overheen gezien. Nu geen 'bypass' maken vanwege de stroomstoring in Noord-Holland; wel elkaar (VR's) aanspreken op tekortkomingen en waar nodig de bestaande structuur verbeteren. Altijd zorgen voor een transparant beeld van alle bestaande systeemafspraken die onderling en met vitale partners gemaakt zijn/worden; geen nieuwe afspraken voor elk nieuw incident. NCC en LOCC moeten eerst afstemmen met de VR's; NCC en LOCC dienen de bronregio te ondersteunen. Aandacht voor het meer denken in (toekomst-)scenario's, zoals uitval van vitale systemen op een feest- of verkiezingsdag; alle systemen worden steeds kwetsbaarder. Er zijn nog geen (formele) afspraken voor de situatie waarin niet duidelijk is waar de bronregio is; wie acteert er dan. Het initiatief kan bij de grootste VR belegd worden. Op basis van de gedachtewisseling concludeert de voorzitter dat het in de kern gaat over interregionale coördinatie in de tijdspanne waarin onduidelijk is welke bron- en effectregio(s) betrokken zijn. Natuurlijk moet iedereen, conform bestaande afspraken/convenanten zijn werk blijven doen, maar er mag geen vacuüm ontstaan tijdens de eerste fase van een crisis; het daarom direct of snel opschalen naar het rijksniveau is onwenselijk. Een werkbare formule is dat, in de eerste fase van een crisis, de (vermoedelijke) bronregio leidend is, maar wanneer de bron onduidelijk is, neemt de grootste regio qua inwoneraantal de lead. NCC en LOCC hebben daarbij een dienende rol. Waar van toepassingen zullen de adviezen van de RDVR tevens worden meegenomen. Publiek-private samenwerking Volgens de heer Jong is de centrale vraag of het voor de functionele (vitale) partners duidelijk is hoe de VR's alles geregeld hebben. De netwerken van vitale partners doorkruisen immers de stad- en regiogrenzen van de VR's (zelfs landsgrenzen). Op diverse plaatsen zijn samenwerkingsafspraken gemaakt, maar soms (nog) onvoldoende geconcretiseerd en/of geactualiseerd. Voor de vitale partners moet het duidelijk zijn wat er door de VR's van hen wordt verwacht. Vanuit de vergadering komen de volgende opmerkingen en reacties: De noodzaak tot goede en snelle informatie vanuit de vitale sectoren moet niet onderschat worden. Zonder deze informatie tasten bestuurders al snel in het duister. 2/7

Het bij de VR's veranderen van systematiek is lastig voor de vitale partners; neem vitale partners mee in grootschalige oefeningen. Qua communicatie kan nog winst geboekt worden. Waar mogelijk zijn vitale partners verantwoordelijk voor communicatie bij uitval, de VR's dienen zich vooral te concentreren op de effecten van een crisis. Interessant: bij de training van DG-HID's van het ministerie van I&M worden ook vitale partners betrokken en wordt er op basis van protocollen getraind. Voor informatie over vitale infrastructuur zou een 'brengplicht' voor de vitale partners moeten gelden; wel moet duidelijk zijn aan wie zij de informatie moeten verschaffen. Informatie over vitale infrastructuur dient wederkerig te zijn; in plaats van breng- of haalplicht is afstemmingsplicht meer toepasselijk en het voorkomt juridificering. Niet voorbijgaan aan het project Continuïteit van de Samenleving. Concretisering van gemaakte afspraken en wederkerigheid sluiten hier goed op aan. Vrijblijvendheid dient te worden vermeden, tal van convenanten liggen in een la en bij een calamiteit moet er steeds weer veel opgezocht worden. Grote partijen in de vitale infrastructuur (Tennet, Gasunie, NS/Prorail) willen landelijk eenduidige afspraken. Nagaan wat zij verwachten van samenwerking en welke afspraken er al zijn. Zorg vooral op praktisch niveau voor afstemming met aangrenzende VR's ten aanzien van regio-overschrijdende infranetwerken, deel kennis en oefen samen. Landelijk draaien al enkele pilots (Continuïteit van de Samenleving). Op basis van de gedachtewisseling concludeert de voorzitter dat publiek-private samenwerking gespiegeld moet worden met de lijnen die zijn uitgezet bij het project Continuïteit van de Samenleving. Hieraan moeten ook reeds gemaakte convenanten getoetst worden. De betrokken partijen moeten elkaar na een crisis wel kunnen aanspreken op heldere afspraken, taken en verantwoordelijkheden. In de reactie aan de minister kan ook verwezen worden naar het project Continuïteit van de Samenleving. Goede competenties en slagvaardig handelen dienen centraal te staan, er is geen behoefte aan nieuwe protocollen en regels. Als regel dienen bestaande convenanten qua implementatie, toegankelijkheid en actualiteit, op gezette tijden, tegen het licht te worden gehouden. Besluitvormend 06. Reactie Veiligheidsberaad onderzoeksrapport Stroomstoring Noord-Holland Besluit: conform het voorstel; waar van toepassing zullen de tijdens de themasessie genoteerde conclusies en opmerkingen verwerkt worden in de reactie aan de minister van VenJ. De portefeuillehouder wordt gemandateerd voor de redactie en de brief zal tevens aan de voorzitters VR nagezonden worden. 07. Notitie verdeelsleutel nieuwe collectieve inspanningen Over dit voorstel komen vanuit de vergadering de onderstaande reacties en opmerkingen. De heer Bolsius mist de ratio om te gaan werken op basis van inwoneraantallen. De Bdur verdeelsleutel past beter en behelst meer elementen dan het inwoneraantal alleen. De heer Aptroot geeft aan dat Haaglanden zich aansluit bij de reactie van Utrecht. De Bdur is een goed afgewogen verdeelsysteem. Bij het hanteren van een andere systematiek zou er ook overgegaan moeten worden op gewogen stemmingen in het VB. Mevrouw Blankers-Kasbergen sluit zich aan bij de reactie van Utrecht en Haaglanden. Het debat over een eventuele heroverweging qua verdeelsleutel moet na de evaluatie plaatsvinden. Mevrouw Salet geeft aan dat Rotterdam-Rijnmond zich qua inhoud en timing aansluit bij de opmerkingen van de collega's uit Utrecht, Haaglanden en Amsterdam. 3/7

De heer Weterings is verbaasd over het feit dat de vorige sprekers thans afwijken van de voorkeur die werd uitgesproken tijdens het VB op 27 mei jl. De Bdur is en blijft in ontwikkeling en de vraag is of dat nu een goede basis biedt voor een verdeelsleutel. Mevrouw Penn-te Strake wijst op de heldere procesafspraak die op 27 mei jl. werd gemaakt; thans is het logisch om te doen wat er toen is afgesproken. De heer Broertjes schaart zich achter het standpunt van collega Penn-te Strake. De heer Houben geeft aan namens Brabant-Zuidoost en Brabant-Noord in te kunnen stemmen met het voorstel. De heer Out geeft aan in te kunnen stemmen met het voorstel. De heer Bruinooge stemt in met het voorstel, maar onderstreept het belang om met de G4 wel te proberen om de eenheid in het VB vast te houden. De heer Heijkoop is het eens met het voorstel, maar verbaast zich over de kritische kanttekeningen die enkele VR's nu alsnog plaatsen. De heer Crone steunt het voorstel; het VB moet af van het per onderwerp ter discussie stellen van de voor- en nadelen qua verdeelsleutel. Wel kan er gedacht worden aan het formuleren van een hardheidsclausule voor situaties waarin gezamenlijk betaald moet worden voor een taak die maar voor één regio geldt. De bijlage van het voorstel schept verwarring wanneer er gesproken wordt in termen van ingroeimodel. De heer Meijer vindt dat het wederom ten principale aan de orde stellen van een aan het DB opgedragen voorstel, niet functioneert. Op deze wijze is constructieve samenwerking lastig. In zijn reactie onderstreept portefeuillehouder Noordanus dat het thans gaat over een (voorzichtige) nieuwe stap bij de bekostiging van nieuwe taken; er wordt dus niet beslist over bestaande taken. Voor de indexering wordt aansluiting gezocht bij de meicirculaire. De kernvraag is of er bij nieuwe taken steeds weer over de verdeelsleutel onderhandeld gaat worden, of dat er bij nieuwe taken een begin wordt gemaakt met afrekening op basis van inwoneraantallen. De behoedzame stap die nu wordt voorgesteld vereenvoudigt het financiële beheer en maakt het ontwikkelen van nieuwe taken eenvoudiger. Echt grote uitschieters bij nieuwe taken kunnen bespreekbaar blijven. In tweede termijn komen de volgende reacties vanuit de vergadering. De heer Bolsius geeft aan dat het Utrecht niet gaat om voor- of nadelen bij de kostenverdeling, maar over de ratio. De Bdur sluit beter aan op de vaak complexe veiligheidsvraagstukken. Het nu kiezen voor inwoneraantal bij nieuwe taken, zet (ongewenst) de richting in voor de toekomstige afweging qua verdeelsleutel voor bestaande taken. Hij stelt voor om de kostenverdeling verder te bezien nadat de evaluatie heeft plaatsgevonden. De voorzitter merkt op dat de evaluatie gaat over het functioneren van de VR's en niet over kostenverdeelsystematiek; het koppelen van deze thema's is ongewenst. De heer Aptroot blijft tegen; inwoneraantallen zijn een te beperkt onderdeel van de realiteit. Mevrouw Penn-te Strake vindt het merkwaardig dat er thans afgeweken wordt van het in mei jl. genomen besluit; de vraag dient zich aan wat de betekenis is van gemaakte afspraken. Mevrouw Blankers-Kasbergen vraagt zich af wat erop tegen is om de Bdur-systematiek aan te houden als de effecten kennelijk zo klein zijn. De voorzitter geeft aan dat er momenteel geen sprake is van één systematiek; per voorstel worden daar momenteel afspraken over gemaakt. Mevrouw Salet vindt het belangrijk dat er nu eerst een goed beeld komt van toekomstige, nieuwe taken; dat biedt de thans kritische regio's de mogelijkheid om een en ander nogmaals grondig te overwegen. Portefeuillehouder Noordanus licht toe dat nieuwe taken zullen liggen op het vlak van gezamenlijk te ontwikkelen 'tools' en het programma Informatievoorziening (IV). Hij betreurt de, ten opzichte van 27 mei jl., gewijzigde opstelling van enkele VR's en stelt mede daarom voor om het voorstel aan te houden. In de tussentijd kan het voorstel aangevuld worden met een paragraaf over de nieuwe taken. 4/7

Besluit: het voorstel wordt aangehouden; in afwachting van hernieuwde agendering vult de portefeuillehouder het voorstel aan met een paragraaf over nieuwe taken. De onderliggende problematiek zal onderdeel zijn van de doorlichting van het VB en het gesprek hierover op 17 maart a.s. 08. Evaluatie Handreiking Evenementenveiligheid Portefeuillehouder Scholten spreekt zijn ernstige zorg uit over het feit dat een wettelijk bij het IFV belegde taak niet bij alle VR's bekend is. Thans is er, buiten het IFV om, een handboek gemaakt over evenementenveiligheid. Bezien wordt of handreiking en handboek te koppelen zijn. Vanuit de vergadering wordt aangedrongen op tempo, op het voorkomen van verwarring ten aanzien van in omloop zijnde publicaties en op het (mogelijk) koppelen van handreiking en handboek. Ook de VR's Utrecht en Amsterdam-Amstelland hebben al eigen handboeken voor evenementen. Portefeuillehouder Scholten geeft aan dat de resultaten van de evaluatie inmiddels binnen zijn en er kan nu tempo gemaakt worden in de richting van (hopelijk) één document waarvan iedereen gebruik gaat maken. Digitalisering is een belangrijk aspect dat ook wordt meegenomen. Besluit: conform het voorstel, met inachtneming van de gemaakte opmerkingen. 09. Plan van aanpak Kernregistraties en Gemeenschappelijke applicaties Kernregistraties Bij inventarisatie in eerste termijn stelt de voorzitter vast dat de volgende VR's instemmen (op groen staan): Brabant-Noord, Brabant-Zuidoost, Flevoland, Gelderland-Zuid, Gooi en Vechtstreek, Haaglanden, IJsselland, Limburg-Noord, Utrecht en Zuid-Holland Zuid. De VR Kennemerland kan instemmen, maar dan moet het mogelijk zijn om de implementatie qua tempo aan te passen op andere programma's die in de VR spelen. De VR Drenthe stemt niet in omdat er applicaties afgenomen moeten worden waarop de VR niet zit te wachten; de gemeenschappelijke kerstboom moet niet te groot worden. De VR Friesland stemt niet in omdat men per applicatie eerst van 'onderop' wil weten of er behoefte aan is. Tevens vraagt de heer Crone zich af of alle bestuurders het eens zijn met de positieve, ambtelijke adviezen. De VR Amsterdam-Amstelland vraagt om uitstel van het besluit; men vindt het verstandig om dit door te schuiven tot na de evaluatie. De heer Heijkoop attendeert op eerdere kritiek vanuit de Tweede Kamer op de ontbrekende informatie-uitwisseling tussen politieregio's. Het gaat dus niet alleen om de eigen regio, maar (ook) over de beeldvorming van alle VR's. In zijn reactie verwijst portefeuillehouder Lenferink naar het gezamenlijk vastgestelde programma Informatievoorziening (IV) en de zes daarbij horende projecten. Twee zijn er voltooid en thans liggen de twee volgende projecten voor ter implementatie. Het gezamenlijk doen van Kernregistraties gaat vooral over uitwisselbaarheid; dit kan alleen bij een uniforme aanpak. De besturen van de VR's zijn verantwoordelijk voor het inrichten van een gezamenlijke informatiehuishouding (Art. 22 Wvr). Gemeenschappelijke applicaties Gezamenlijk gebruiken de VR's tussen de 120 en 160 applicaties met veel onderlinge overeenkomsten. Reden te meer om toe te werken naar een gemeenschappelijke applicatie. In gezamenlijkheid wordt ingefaseerd en bezien wat het beste bijdraagt tot een goede informatiehuishouding. Deze lijn is in overeenstemming met het geaccordeerde programma IV en de reeds gezamenlijk gedefinieerde onderdelen. Wanneer informatie niet gedeeld kan worden dan hebben buurregio's daar last van. Natuurlijk wordt er bottom-up bepaald waaraan de meeste behoefte is. 5/7

Portefeuillehouder Lenferink stelt voor dat hij samen met Amsterdam-Amstelland, Drenthe en Friesland nagaat op welke wijze deze regio's kunnen aansluiten bij beide programma's. Besluit: conform het voorstel, met inachtneming van de gemaakte opmerkingen en voorbehouden. De regio's die al kunnen tekenen doen dit, regio's waar tijd nodig is voor beraad in de veiligheidsbesturen sluiten zo spoedig mogelijk aan en de portefeuillehouder gaat in gesprek met Amsterdam-Amstelland, Drenthe en Friesland. Informerend 10. Consultatie heroriëntatie vorming landelijke meldkamer Portefeuillehouder Lenferink memoreert het, voor alle betrokkenen, intensieve traject rondom de vorming van de LMO. Er is geen discussie over het einddoel, maar wel over passages in het Transitieakkoord alsmede over financiën, taakstelling, governance en ICT. Daarnaast wordt er in de notitie Heroriëntatie niet of onvoldoende ingegaan op situaties waarin regio's al samenwerken in een meldkamer. Dit element zal nader beschreven moeten worden. Met de betrokken regio's is of wordt binnenkort gesproken. Ook is er een document (tabel) opgesteld dat ingaat op verschillen tussen het Transitieakkoord en de Heroriëntatie (waar geldt wat en wanneer). Ten aanzien van de uitgiftetaak voor de brandweer wordt er in het conceptwetsontwerp thans uitgegaan van een facultatieve invulling. Portefeuillehouder Lenferink beklemtoont dat de individuele veiligheidsbesturen besluiten over de notitie Heroriëntatie en niet het VB. De heer Aptroot mist in de formulering van het voorstel het element dat de besluitvorming ligt bij de veiligheidsbesturen. De heer Bolsius attendeert op de ambtelijke status van hetgeen er wel of niet wijzigt (tabel). Onduidelijkheid mag niet leiden tot een bestuurlijke exegese over wat er nu precies wordt bedoeld. De heer Out beklemtoont de voor Noord-Nederland essentiële kwestie over het multi-ictgebruik (punt 11 van het verslag). De heer Heijkoop onderstreept het belang van governance; vooral in de overgangsfase een belangrijk thema. De heer Rombouts vraagt hoe lang het zal duren voordat er sprake is van een multidisciplinaire organisatie. In zijn reactie onderkent portefeuillehouder Lenferink het belang van de gemaakte opmerkingen. Ten aanzien van de ambtelijke tabel is het uitgangspunt dat bij wijzigingen de notitie gaat boven het Transitieakkoord. Wijzigt er niets, dan geldt het Transitieakkoord. Volgens de portefeuillehouder is er nergens sprake van twijfel over de interpretatie. ICT is geen gemakkelijke operatie en alle ogen zijn gericht op Rotterdam-Rijnmond en Zuid- Holland Zuid, wanneer daar eind 2017 de basisfunctionaliteit wordt opgeleverd. Bij de governance spelen drie thema's: governance tijdens de overgangsperiode, bij de doorontwikkeling ten behoeve van de rode en witte kolom en bij het markeren van de scheidslijn tussen gezag en beheer. Vanuit de vergadering klinken alom complimenten voor de inzet van de portefeuillehouder bij dit zeer complexe dossier. 11. Voortgangsbericht Strategische Agenda De vergadering neemt kennis van het voortgangsbericht en er zijn geen vragen of opmerkingen. 6/7

12. Plan van aanpak onderzoek oefenterreinen Mevrouw Salet hoopt dat er rekening wordt gehouden met de behoefte van de regio's; lange aanrijtijden en kosten zijn onwenselijk. Ook de mogelijkheden van het virtueel oefenen moeten worden meegenomen. De heer Out onderstreept dat er bij de economische toetsing niet voorbijgegaan mag worden aan kwalitatieve zaken zoals: binding, afstand, betrokkenheid en motivatie. Er dient gewaakt te worden voor een te beperkte economische toetsing. Portefeuillehouder Berends geeft aan dat kwalitatief inhoudelijke aspecten ook vanuit de BAC werden aangereikt en die worden natuurlijk meegenomen in het kader van de bestuurlijke opdracht. De resultaten van het onderzoek komen in het VB terug. Dan zal ook gesproken worden over de uitkomsten en het vervolgtraject. Naar verwachting zal dit in december 2017 plaatsvinden. 13. Onderzoek Brandweerstatistiek & beleving brandweerpersoneel Portefeuillehouder Berends licht toe dat er behoefte is aan gevalideerde data en een structurele monitoring van presentaties en beleving. Bestuurders moeten betrouwbare data paraat hebben bij vragen en het gesprek over het brandweeroptreden. De voorzitter vult aan dat voorkomen moet worden dat andere partijen lukraak onderzoek doen. Bij het onderzoek door het VB zijn de bonden betrokken. Vanuit de vergadering komen de volgende opmerkingen en reacties. Landelijk gezien zegt een generiek onderzoek weinig over de gemiddelde waardering per regio. Tijdelijke spanningen of kwesties in één regio beïnvloeden ongewenst het landelijke beeld. Waken voor het door bonden of media verkeerd interpreteren van gevoelige onderzoeken. De minister heeft pas een onderzoek naar de Kamer gestuurd over de staat van de brandweerzorg. Voorzichtig zijn met het institutionaliseren van het onderzoek; eerst kijken hoe het nu gaat. Eerst een gezamenlijke lijn afspreken zodra er onderzoeksgegevens beschikbaar komen. Tijd nemen voor de onderzoeksresultaten, evalueren of dit de goede weg is en openstaan voor aanpassingen. Sluiting De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun inbreng, sluit de vergadering van het VB af en nodigt de leden uit voor de vergadering van het IFV die aansluitend zal plaatsvinden. 7/7